Sociaal jaarverslag 2011 Stichting De Kempel

Sociaal jaarverslag 2011 Stichting De Kempel

Sociaal jaarverslag 2011 Stichting De Kempel ______________________________________________________________________________________________________

I

VOORWOORD............................................................................................................................... 5

II

ALGEMENE INSTELLINGSGEGEVENS ................................................................................... 7

III

SAMENWERKINGSVERBANDEN ......................................................................................... 9

IV

ARBO ........................................................................................................................................ 12

V

PERSONEEL ................................................................................................................................ 14

VI

PERSONEELSBELEID ............................................................................................................ 16

VII

BESTEDING DECENTRALE GELDEN 2011 EN BEGROTING 2012 ................................ 19

VIII

REALISATIE VAN DE FUNCTIEMIX .................................................................................. 20

3


I VOORWOORD De Kempel is een hogeschool met een goede reputatie en biedt een opleiding tot leraar basisonderwijs aan die al jaren van hoge kwaliteit is. Ook in 2011 is dat niet anders. Zowel in de ranking van de Keuzegids Hoger Onderwijs als in die van Elsevier is De Kempel terug te vinden in de top drie van lerarenopleidingen primair onderwijs. Dankzij de grote inzet en sterke betrokkenheid van de medewerkers heeft de hogeschool deze positie veroverd in de opleidingswereld. Een resultaat dat onder andere bereikt is doordat medewerkers zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor het dagelijks leveren van kwalitatief goed werk. In 2011 is voortvarend werk gemaakt van de invoering van de kennisbases voor rekenen en taal. Veel tijd is ook besteed aan het verbeteren van de toetsing van het onderwijsprogramma. Verbetering van opleidingsonderwijs kan niet zonder onderzoek. Om onderzoeksactiviteiten op elkaar af te stemmen is het Kempelonderzoekscentrum ingericht. De activiteiten van Kenniscenter de Kempel richtten zich onder andere op het doen toenemen van de belangstelling van het onderwijsveld. Het instellingsplan 2012-2017 ‘ Verschil maken’ is in conceptvorm gereed. De instroom van nieuwe studenten is in 2011 licht gedaald. Met name de deeltijd heeft het moeilijk. De verwachting is dat de totale instroom zich de komende jaren zal stabiliseren rond de 200 studenten. Een goede basis om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien. Dank aan allen die op welke wijze dan ook hebben bijgedragen aan de behaalde resultaten in 2011.

April 2012

College van Bestuur

5


II ALGEMENE INSTELLINGSGEGEVENS Pedagogische Hogeschool de Kempel is een zelfstandige, monosectorale hogeschool die alleen de opleiding voor leraar basisonderwijs aanbiedt. Behalve een voltijdopleiding (reguliere variant en het Challenge Program) kent De Kempel een deeltijdvariant die beperkt van omvang is. De studenten komen hoofdzakelijk uit de regio's Oost-Brabant en Noord-Limburg. Op 30 september 2011 telde de opleiding 866 studenten. Het aantal personeelsleden op dat moment bedroeg 84. De Raad van Toezicht De Raad van Toezicht van de hogeschool bestaat uit vijf leden die afkomstig zijn uit verschillende geledingen van de samenleving. Specifieke deskundigheid op bestuurlijk gebied, op het terrein van het voortgezet onderwijs, kennis betreffende financiën en bouwzaken en juridische expertise is binnen de Raad van Toezicht aanwezig. Door het aflopen van de zittingstermijn van een van de leden per 31 december 2011 (niet meer herbenoembaar) is een vacature ontstaan. Deze vacature wordt ingevuld op voordracht van de hogeschoolraad. Het College van Bestuur De Kempel werkt met een College van Bestuur bestaande uit twee personen. De voorzitter is belast met externe contacten, onderwijs, onderzoek, medezeggenschap en kwaliteitszorg. Het lid van het College van Bestuur heeft organisatie, financiën & beheer, HRM en ICT in het pakket. Het College van Bestuur voert minimaal vijf maal per jaar gezamenlijk overleg met de manager initieel onderwijs, de manager post-initieel onderwijs, de manager facilitaire en financiële diensten en met een van de lectoren. Het management initieel onderwijs De manager initieel onderwijs is verantwoordelijk voor het initiële onderwijs en wordt daarbij ondersteund door twee teamleiders. Deze teamleiders sturen respectievelijk de eerste en de tweede fase van de opleiding aan. De manager overlegt wekelijks met beide teamleiders. Het onderwijsgevend personeel Docenten ontvangen voor aanvang van elk studiejaar een gespecificeerde invulling van de jaartaak. In deze jaartaak wordt aangegeven welke werkzaamheden verricht dienen te worden en hoeveel tijd daarvoor begroot is. Getracht wordt om jaartaken niet op voorhand geheel te vullen om enige inzetbare ruimte te hebben bij incidenten tijdens het studiejaar. De jaartaak is een vast agendapunt tijdens de functionerings- en beoordelingscyclus. Veel docenten maken deel uit van een of meer van de taakgroepen/werkgroepen die de hogeschool kent. Docenten hebben overleg in docentenvergaderingen, tutorenvergaderingen, werkgroepvergaderingen en studieochtenden. Het management Facilitaire en Financiële diensten De manager facilitaire en financiële diensten is verantwoordelijk voor een goed verloop van de onderwijsondersteuning, voor een adequate administratieve organisatie en voor de interne financiële controle. Het ondersteunend personeel Binnen het ondersteunend personeel worden diverse specifieke taken onderscheiden (bv. conciërge, medewerker studentenadministratie, bibliothecaris enz.). Het ondersteunend personeel wordt aangestuurd door de manager facilitaire en financiële diensten. Deze manager voert met regelmaat overleg over lopende zaken met de medewerkers als groep. In kleiner verband worden er incidenteel werkbesprekingen gehouden. 7


Het management postinitieel onderwijs De manager post-initieel onderwijs is verantwoordelijk voor de realisatie van de in het bedrijfsplan vastgelegde doelstellingen voor na- en bijscholing. Hij voert met regelmaat overleg met het College van Bestuur, met de manager initieel onderwijs en met de lectoren. De studenten Studenten van de hogeschool volgen allen dezelfde opleiding: de opleiding tot leraar basisonderwijs. De inspraak van studenten verloopt via de vertegenwoordigers van deze geleding in de studentenraad, in de hogeschoolraad en in de opleidingscommissie. Medezeggenschap Medezeggenschap krijgt gestalte door de hogeschoolraad en de opleidingscommissie. De hogeschoolraad bestaat uit gekozen vertegenwoordigers van medewerkers en studenten. De bemensing van de opleidingscommissie is identiek aan die van de hogeschoolraad. Het College van Bestuur streeft er bij alle gesprekspunten naar om, ook daar waar volgens het reglement slechts een advies nodig is, instemming te verkrijgen van de opleidingscommissie en/of van de hogeschoolraad. De frequentie van besprekingen met de hogeschoolraad en met de opleidingscommissie wordt bepaald door de opgestelde agenda en door de eventuele gesprekspunten die het College van Bestuur of een van de managers indienen. De studentenraad bestaat uit vertegenwoordigers van de jaargroepen. In 2011 is een nieuwe start gemaakt met de studentenraad. Het blijkt in dit tijdsgewricht niet eenvoudig om voldoende bestuursleden te vinden en daarmee te komen tot een aantrekkelijk activiteitenplan. Vanuit de hogeschool is een docent beschikbaar, die de studentenraad ondersteunt.

8


III SAMENWERKINGSVERBANDEN Samenwerking in Interactum Hogeschool De Kempel maakt deel uit van de Educatieve Federatie Interactum, een samenwerkingsverband van vijf monosectorale opleidingen voor leraar basisonderwijs. Deze federatie is opgericht op 3 december 1992. Leden van de federatie zijn: Ipabo Amsterdam / Alkmaar / Almere Hogeschool Iselinge te Doetinchem Hogeschool De Kempel te Helmond De Marnixacademie te Utrecht Hogeschool Katholieke Pabo Zwolle Op 8 april 2011 trad de Ipabo op als gastheer van de jaarlijkse Interactumdag. ‘Onderzoek en Kenniscirculatie’ was het hoofdthema. De gemeente Amsterdam informeerde de aanwezigen over de aanpak van de kwaliteit van het Basisonderwijs in Amsterdam. De dag werd besloten met de introductie van de website ‘Onderzoek en kenniscirculatie’. Voortgang werd er verder geboekt op de speerpunten ICT & media en Kwaliteitszorg. Het doel van de federatie De hogescholen willen herkenbare en kwaliteitsbewuste lerarenopleidingen zijn, op grond van een duidelijke signatuur en met behoud van de regionale identiteit. Vanuit een eigen zelfstandigheid en verantwoordelijkheid wordt gezamenlijk gewerkt aan het ontwikkelen en realiseren van eigentijds opleidingsonderwijs. Samenwerking met Vlaanderen Vijf Vlaamse hogescholen hebben een samenwerkingsovereenkomst met Interactum. Interactum Nederland en Interactum Vlaanderen organiseren jaarlijks gezamenlijke studiedagen. Het tweedaags symposium Interactum Nederland en Vlaanderen vond plaats op 16 en 17 november 2011 in Hasselt rond het thema Duurzame ontwikkeling. Met de Vlaamse partners HUB uit Brussel en Hogeschool Brugge/Oostende zijn afspraken gemaakt over uitwisseling van studenten in het voorjaar 2012. Docenten van De Kempel en de HUB hebben elkaar over en weer bezocht. Onderwerp van verkenning betrof het Jonge Kind (kleuters). Samenwerking regionaal Hogeschool de Kempel richt zich nadrukkelijk op het aangaan van verbindingen met zijn omgeving. Er is veel aandacht voor het uitwisselen van kennis en opinies. Mede daarom onderhoudt De Kempel intensieve contacten met de schoolbesturen en scholen in de regio. In 2011 onderhield De Kempel contact met in totaal 306 stagescholen. Een kleine 400 mentoren bezochten de zeven geplande mentorenbijeenkomsten. Met een aantal basisscholen worden specifieke relaties onderhouden in het kader van projecten als Samen opleiden, Lectoraat en onderzoek, Techniekeducatie en vernieuwend onderwijs. PO Om de kwaliteit van de opleiding te borgen is betrokkenheid van het werkveld bij de opleiding onontbeerlijk. Structureel overleg en afstemming over vorm en inhoud van de opleiding vindt plaats in een Werkveldevaluatiecommissie (doet Hogeschool de Kempel de dingen goed?) en een Veldcommissie Schoolbesturen (doet Hogeschool de Kempel de goede dingen?). De Werkveldevaluatiecommissie bestaat uit leerkrachten, directieleden, IB’ers, RT’ers en recent afgestudeerden. De Werkveldevaluatiecommissie is in 2011 vier maal bij elkaar gekomen. Op de agenda stonden onderwerpen als: kennis en kennisbases, onderzoek en onderzoeksvaardigheden, de brede intake en de 9


resultaten daarvan, een inventarisatie van leeractiviteiten voor studenten op de werkplek, projectweken in het eerste leerjaar, een nieuw curriculum voor het vierde leerjaar, uitgangspunten voor verdiepingsaanbod, internationalisering, uitgangspunten Meesterstuk en naar een doorgaande lijn professionalisering. Op de agenda van de drie bijeenkomsten met De Veldcommissie Schoolbesturen stonden in 2011 de volgende thema’s centraal: het doen van onderzoek en de resultaten van het Lectoraat Kantelende Kennis, het concept instellingsplan “Verschil maken 2012-2017”, 21st Century Skills, herijking bekwaamheidseisen. Aan de Mariabasisschool, bestuur de Eenbes, is het certificaat ‘Samen Opleiden’ uitgereikt. Het resultaat van vier jaar samenwerken aan samen opleiden in de school. Samen met de opleiders in de school van het bestuur ’t Nut uit Geldrop zijn in 2011 voor mentoren een drietal professionaliseringsbijeenkomsten ontworpen en uitgevoerd. Mogelijkheden tot het versterken van het Samen Opleiden met SKPO Eindhoven zijn verkend. Een eerste bijeenkomst met directeuren, stagebegeleiders en mentoren van De Kempel heeft plaatsgevonden. In een vervolgoverleg zijn afspraken gemaakt voor een volgende bijeenkomst in februari waarin (het optimaliseren van) de begeleiding van de eerstejaars student centraal zal komen te staan. Onder de vlag van vernieuwingsonderwijs heeft De Kempel in 2011 vijf regiobijeenkomsten belegd voor Jenaplanscholen. Docenten waren ook in 2011 weer nauw betrokken bij de organisatie, programmering en uitvoering van de tweedaagse Jenaplanconferentie te Papendal. In het kader van Opbrengstgericht Werken werden in 2011 een tweetal projecten afgerond. Een negental studenten hebben onder redactie van twee docenten hun bevindingen met betrekking tot opbrengstgericht werken met taal neergeschreven in het boekje 'Opbrengstgericht werken taalonderwijs'. Tijdens een minisymposium is het boekje aangeboden aan het projectbureau van de PO-raad. Op de basisscholen DS. Swildensschool te Gemert en Klein Erf in De Mortel hebben studenten gewerkt aan het vergroten van de opbrengsten van het rekenonderwijs. Hun ervaringen hebben zij verwerkt in een tweetal Kennisobjecten. Op deze wijze is de ontwikkelde kennis niet alleen digitaal beschikbaar voor studenten en docenten van De Kempel maar ook voor alle studenten en docenten van de Interactumpartners. Als één van de initiatiefnemers heeft de Kempel bijgedragen aan de totstandkoming van het 13e Nederlandse Playing for Success leercentrum in het Lavans Stadion van Helmond Sport. Naast het beschikbaar stellen van hard- en software en technische ondersteuning zullen studenten groepjes leerlingen helpen weer positieve leerervaringen op te doen. S(B)O Met het samenwerkingsverband WSNS Helmond-Mierlo wordt structureel overleg gevoerd over afstemming tussen ontwikkelingen in de praktijk en de betekenis daarvan voor de opleiding. VO In het kader van de uitwerking van de samenwerkingsovereenkomst met de OMO-groep Helmond is een toeleidend traject in de tweede fase van de opleiding ontworpen en uitgevoerd. Studenten uit het derde leerjaar worden in de gelegenheid gesteld om een week lang te snuffelen aan het werken in het VO. Afhankelijk van de bevindingen kunnen betreffende studenten dan in het vierde leerjaar een blokstage van zes weken lopen op een van de vestigingen van de OMO-groep. De belangstelling valt vooralsnog tegen.

10


HO Hogeschool de Kempel participeert in samenwerkingsverbanden met andere Hogescholen en opleidingen. Dit geschiedt primair binnen de Interactumopleidingen, ten dele via contacten met de Fontys-opleidingen (o.a. op het terrein van techniekeducatie) en binnen het LOBO, het landelijk overleg van Pabo’s. In de regio werkt De Kempel samen met de begeleidingsdiensten van Helmond en Venlo. In het kader van een goede afstemming tussen de mbo-opleiding tot onderwijsassistent en het hbo werken Hogeschool de Kempel, Fontys Pabo Eindhoven, ROC Ter AA te Helmond, ROC De Leijgraaf te Veghel en ROC Eindhoven aan het afstemmen van programma’s. In de provincie komen Fontys, Avans, de HAS, NHTV en De Kempel samen in het Brabantberaad om de belangen van het hoger beroepsonderwijs in Brabant goed over het voetlicht te brengen. Landelijk participeert Hogeschool de Kempel in het verband van de HBO-Raad. Daarnaast maakt de Kempel deel uit van het Ede-beraad, een netwerkconstruct van kleine hogescholen. Als katholieke hogeschool is De Kempel ook lid van de Vereniging van Katholieke Lerarenopleidingen (VKLO). Onderzoek Het lectoraat ‘Eigentijds beoordelen in het onderwijs’ kent een aantal geformaliseerde samenwerkingsrelaties met:  Het Ruud de Moor Centrum (Open Universiteit) en Educational Research Department van de Universiteit Maastricht inzake het onderzoek naar de rol van ICT bij assessment van cognitiefmotivationele aspecten van leren en leeropbrengsten van leerlingen in het basisonderwijs. De lector begeleidt in dat kader onder andere een promovenda.  NIVOZ inzake de ontwikkeling van het opleidingsaanbod en het professionaliseringstraject ten behoeve van opleiders en leraren. Het professionaliseringstraject is voorbereid en uitgevoerd door het lectoraat EBO en door dr. Sluijsmans (HAN), dr. Joosten (Fontys Tilburg) en prof. dr. Segers (Maastricht University) als gastdocenten.  Een viertal pilotscholen en hun besturen. De pilotscholen ontwikkelen een assessmentprocedure en passen die toe in minimaal 3 groepen. De lector ‘Betekenisvol leren onderwijzen’ onderhoudt geformaliseerde samenwerkingsrelaties met:  de Eindhoven School of Education aangaande het begeleiden van twee promovendi, professionaliseringsactiviteiten m.b.t. onderzoeksvaardigheden en het over en weer fungeren als critical friends.  het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum voor een onderzoek naar Excellentie in begeleidingsen mentoringsactiviteiten voor beginnende leraren. Van groot belang voor kennisontwikkeling en kenniscirculatie is de participatie van De Kempel in netwerken met universiteiten. De Kempel onderhoudt formele contacten met de Radboud Universiteit van Nijmegen, Universiteit Utrecht, Open Universiteit Heerlen, Universiteit Maastricht, Vrije Universiteit Amsterdam en de Eindhoven School of Education. Met laatstgenoemd instituut is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met betrekking tot onderzoek en professionalisering in het doen van onderzoek.

11


IV ARBO Het contract met Human Capital Care ziekte- en verzuimbegeleiding is in 2011 gecontinueerd.

Ziekteverzuim Het ziekteverzuim over 2011 bedroeg 2,1%. In onderstaande tabel wordt duidelijk hoe dit percentage zich tot de voorgaande jaren verhoudt. Kalenderjaar 2007 2008 2009 2010 2011

Percentage 1,9 4,7 2,6 3,7 2,1

De ziekteverzuimgegevens naar verzuimpercentage, duur en frequentie per categorie: Categorie CvB OBP OP Totaal

M 0 1,15 0,42 0,67

V 0 6,6 2,52 3,46

Verzuimpercentage 0 3,46 1,60 2,07

Het verzuimpercentage wordt berekend door de som van het aantal verzuimde kalenderdagen per werknemer gerelateerd aan de betrekkingsomvang (en eventueel aan het arbeidsongeschiktheidspercentage) te delen door de som van het totaal aantal kalenderdagen van alle werknemers in het kalenderjaar (uiteraard rekening houdend met de betrekkingsomvang). Zwangerschapsverlof is niet bij dit percentage inbegrepen. Het verzuimpercentage is op hogeschoolniveau als volgt opgebouwd:

Als % van totale verzuimpercentage

Categorie OBP OP Totaal

Kort verzuim (<8 kalenderdagen) 0,70

Middellang verzuim 8 > x < 43kalenderdagen 0,45

Lang verzuim > 43kalenderdagen 0,92

33,8

21,7

44,4

M 4,40 13,75 8,56

V 20,73 38,40 32,13

Verzuimduur 15,63 34,29 26,83

De gemiddelde verzuimduur is gebaseerd op de beëindigde gevallen binnen de verslagperiode. De duur van een verzuimgeval bedraagt het aantal kalenderdagen vanaf de aanvangsdatum van het ziekteverzuim tot de hersteldatum. Hierbij wordt rekening gehouden met nieuwe ziekmeldingen binnen vier weken na een herstelmelding.

12


De frequentie van ziekmelding geeft het gemiddeld aantal ziekmeldingen per werknemer in het kalenderjaar berekend op basis van het aantal personeelsleden (geen FTE). Categorie OBP OP Totaal

M 0,83 0,48 0,62

V 1,91 1,05 1,26

Frequentie 1,32 0,83 0,96

Gebouw Eind 2010 is door TNO gerapporteerd over het door hen uitgevoerde onderzoek naar het binnenmilieu. De conclusies en aanbevelingen hebben in 2011 tot de navolgende acties geleid: Er zijn opnieuw metingen verricht naar de bezettingsgraad – de benodigde luchthoeveelheid, de hoeveelheid ingeblazen lucht en dergelijke. Op grond van de uitkomsten zijn de instellingen en de capaciteit bijgesteld. In de lokalen met schakelmogelijkheid is voor wat betreft de luchtventilatie overgegaan naar een tijdschakeling. Ongemakken met de temperatuur in de collegezaal zijn aangepakt door aanpassing in het verwarmingssysteem en koppeling aan de regeling van de luchtbehandeling. Ook is de regelapparatuur vervangen. Uit oogpunt van energiezorg zijn, waar mogelijk, de ventilatoren van de luchtverversing aangestuurd op basis van CO-2 meters. Interne arbocommissie De hogeschool werkt met een interne arbocommissie. De taak van deze commissie is het toezien op een juiste toepassing van wetgeving op het terrein van de arbeidsomstandigheden. In 2011 heeft de commissie de vluchtroutes gecontroleerd op toegankelijkheid en veiligheden. Daarnaast heeft de commissie arborondes gehouden waarin gekeken is naar de werkhouding van medewerkers achter het bureau en naar onveilige situaties in de gebouwen. Per februari 2011 is de Risico-inventarisatie & evaluatie (RI&E) geactualiseerd. Een bedrijfsarts heeft de RI&E beoordeeld en akkoord bevonden. Een plan van aanpak is opgesteld en ter hand genomen. De BHV-ers hebben in de maand april de jaarlijkse herhalingscursus gevolgd. In het verslagjaar zijn 3 meldingen gedaan van kleine ongevallen. In alle gevallen waren de veiligheidsvoorschriften/instructies in acht genomen.

13


V PERSONEEL De hogeschool werkt met een College van Bestuur bestaande uit 2 personen. Personeelsomvang Bij de weergave van de personeelsomvang wordt 31 december als peildatum gehanteerd. Het College van Bestuur is niet in onderstaande tabellen meegenomen. OBP 2009 2010 2011 OP 2009 2010 2011

Vrouwen aantal FTE 13 7,4 13 7,7 14 7,8 Vrouwen aantal FTE 31 24,0 33 25,0 34 25,3

Mannen aantal 14 12 14

Totaal FTE 10,2 10 10,2

aantal 27 25 28

Mannen aantal 23 21 21

FTE 17,6 17,7 18,0 Totaal

FTE 21,1 19,1 19,3

aantal 54 54 55

FTE 45,1 44,1 44,6

Gegevens personeel 2011 A. Mutaties personeel over het kalenderjaar 2011. Hieronder worden de aantallen medewerkers weergegeven die in 2011 zijn in- of uitgestroomd, meer of minder zijn gaan werken, of een nieuw contract gekregen hebben. Categorie Instroom Uitstroom aantal FTE aantal FTE CvB 2 2 2 2,1 OBP 0 0 0 0 OP 12 5,8 12 5,5 Totaal 14 7,8 14 7,6 B. Leeftijdsopbouw (peildatum 31-12-2011). Het College van Bestuur is niet in onderstaande tabel meegenomen. OBP man 21 – 30 jaar 3 31 – 40 jaar 3 41 – 50 jaar 1 51 – 60 jaar 6 61 – 65 jaar 1

vrouw 3 2 3 6 0

De gemiddelde leeftijd OBP, exclusief CvB, is 43,7 jaar, de gemiddelde diensttijd bij de hogeschool is 8,8 jaar. Beide gemiddeldes zijn ongewogen.

14


OP Man Vrouw 21 – 30 jaar 0 4 31 – 40 jaar 2 10 41 – 50 jaar 10 15 51 – 60 jaar 9 3 61 – 65 jaar 0 2 De gemiddelde leeftijd OP is 45,1 jaar, de gemiddelde diensttijd bij de hogeschool is 8,3 jaar. Beide gemiddeldes zijn ongewogen. C. Salarisschalen (peildatum 31-12-2011) Cijfers zijn exclusief College van Bestuur OBP Aantal Schaal 1 t/m 5 16 Schaal 6 t/m 10 9 Schaal > 10 3 OP Schaal 10 Schaal 11 Schaal 12 Schaal 13 Schaal 14 Schaal 15

Aantal 4 26 21 3 1

FTE 7,3 7,7 3 FTE 3,2 19,5 18,6 2,8 0,5

Geen van de medewerkers ontvangt een arbeidsmarkttoelage. D. OP-functies (per 31-12-2011). Functie Docent A Docent B Hogeschooldocent Totaal

Totaal aan FTE’s 3,2 19,5 18,6 41,3

Percentage 7,8 47,2 45 100

Aard van de arbeidsovereenkomsten Op 31 december 2011 hebben 75 personeelsleden een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en 10 personeelsleden een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Daarnaast maakt de hogeschool nog gebruik van een flexibele formatie met een totale omvang van 3,43 FTE. Dit betreft de inzet van leerkrachten uit het basisonderwijs voor de begeleiding van studenten. Er zijn geen flex- of min-max contracten.

15


VI PERSONEELSBELEID IPB In het beleidsplan Wegwijzer IPB is voorzien in een tweejarige gesprekscyclus van Functioneringsgesprekken en Beoordelingsgesprekken. In het voorjaar van 2011 zijn met het docerend personeel ook jaartaakgesprekken gevoerd. In deze gesprekken zijn de concept jaartaken (taakinvulling van het aankomende studiejaar) met de individuele docent besproken. Naar aanleiding van dit gesprek kon de jaartaak nog aangepast worden. Begin 2011 zijn er nog beoordelingsgesprekken gevoerd die niet meer in 2010 gepland konden worden. Zes medewerkers hebben een beoordeling ‘uitstekend’ gekregen, één medewerker een ‘onvoldoende’. De overige medewerkers kregen een beoordeling ‘goed’. Met een deel van de medewerkers is in het najaar van 2011 een functioneringsgesprek gevoerd. De rest van de gesprekken is voor het begin van 2012 gepland. Binnen de initiële opleiding diende onder meer een vragenlijst die onder studenten uitgezet is betreffende het uit de functiebeschrijving van docenten volgend ‘Uitvoering van lesprogramma’s’. De resultaten zijn door het bevoegd gezag aangewezen leidinggevende verzameld. De resultaten van de vragenlijst zijn door deze leidinggevenden met de tutorgroep besproken waarna de informatie gebruikt is in het functioneringsgesprek. In 2010 is met deze systematiek gestart en na evaluatie in 2011 gecontinueerd. Binnen de hogeschool zijn in 2011 vier contracten voor bepaalde tijd omgezet in contracten voor onbepaalde tijd. Drie medewerkers hebben opnieuw een contract voor bepaalde tijd gekregen. Professionalisering De hogeschool ziet professionalisering als een belangrijk instrument voor ontplooiing van capaciteiten en realisatie van wensen van personeelsleden. Veranderende inzichten over leren en substantiële wijzigingen van onderwijsinhouden vragen om scholing om de aanwezige professionaliteit te verbreden en te verdiepen. Door scholing kunnen medewerkers zich ook ontwikkelen in een richting die niet in alle gevallen direct als passend binnen het onderwijsbeleid van de hogeschool te omschrijven is maar die wel ligt in het verlengde van het belangstellingsgebied van betrokken werknemers. Ook in deze richting wenst de hogeschool als een goed werkgever te handelen. Enkele karakteristieken van de scholingsactiviteiten in 2011: Individuele deskundigheidsbevordering  Dertien medewerkers hebben het Veloncongres bezocht  Twee medewerkers bezochten de studiedag over handicap en studie en de aanstaande accreditatie  Eén medewerker legde het examen voor Master practitioner NLP met goed gevolg af  Eén medewerker behaalde het diploma Personeelsmanagement  Drie medewerkers bezochten OGO gerelateerde bijeenkomsten  De sectie Godsdienst / levensbeschouwing bezocht het Paascongres over de verschuiving van religie  Vier medewerkers bezochten de Pabo netwerkdag AAR,GES, Natztec  Drie medewerkers bezochten de Panama conferentie  Een medewerker bezocht de opfriscursus voor Untis  Eén docent is bezig met een promotietraject. Twee docenten hebben in 2011 gebruik gemaakt van de lerarenbeurs.

16


Internationalisering Aan internationale studiereizen heeft in 2011 het volgende plaats gevonden:  Berlijn: ICWE conferentie (beurs elektronische leeromgevingen);  Hannover: Cebit (beurs hardware technische hulpmiddelen);  Londen: beurs voor ICT in het onderwijs (BETT);  Suriname: Sectie Oriëntatie op mens en wereld;  Boston: studiereis Lectoraat ‘Eigentijds beoordelen in het onderwijs’ rond het thema ‘assessment met portfolio’s’ Collectief leren In teams en tutorenoverleggen is veel gewerkt aan het verder verbeteren van de programma’s en het verhogen van het studierendement. Toetsing is daarin een belangrijk gegeven. Ook in 2011 is daarom weer gebruikgemaakt van de expertise van het IOWO van de Radboud Universiteit van Nijmegen. Daarnaast hebben medewerkers de in april de Interactumdag bijgewoond en zijn er intern verschillende studieochtenden voor docenten geweest. Aan cursusgelden voor deelname aan hiervoor genoemde professionaliseringsactiviteiten in 2011 werd een bedrag van € 94.600,- uitgegeven. Dit is exclusief personele inzet. Werving en selectie Bij invulling van vacatures wordt uiteraard gezocht naar kandidaten die voldoen aan de gestelde functie-eisen. Het aanbod op de arbeidsmarkt is beperkt waardoor het streven van de hogeschool om in het personeelsbestand een zeker evenwicht te bereiken voor wat betreft geslacht en leeftijd slechts nog bij uitzondering concreet ingevuld kan worden. Bij benoemingen van nieuwe medewerkers volgt de hogeschool een beleid waarbij de kwaliteit van kandidaten van doorslaggevende betekenis is. In 2011 is geworven voor docenten Aardrijkskunde, Engels, Geschiedenis, Schrijven en Drama. Voor onderwijsondersteunende functies is geworven voor een Algemeen administratief medewerker. Binnen het College van Bestuur is geworven voor een lid College van Bestuur. In de vacatures kon worden voorzien. Medewerkersonderzoek 2011 Elke 2 jaar wordt er een onderzoek onder medewerkers gehouden om een algemeen beeld te krijgen over hoe zij denken over De Kempel en hoe zij het werken bij De Kempel ervaren. In 2011 is het onderzoek uitgezet onder 83 medewerkers, van 73 medewerkers is een reactie ontvangen. Een responspercentage van 88% (94% in 2008) betekent dat de medewerkers het belang van het onderzoek inzien en dat de resultaten een redelijk betrouwbaar beeld geven hoe men op De Kempel aankijkt tegen de onderwerpen die in het onderzoek bevraagd zijn. Er is voor gekozen om in 2011 in grote lijnen de zelfde onderwerpen te bevragen als in 2008 (zie de tabel op de volgende pagina). Binnen de onderwerpen is op een aantal plaatsen de vraagstelling aangepast. Een score wordt als voldoende of goed beschouwd indien er een percentage van 80% (een totaal van “mee eens” en “meer mee eens dan oneens”) of hoger is behaald en in geval van een rapportcijfer, deze 7,5 of hoger is. Het is zeker dat de stellingen slechts een deel van het gebied dat een onderwerp bestrijkt, dekken. Bij het geven van het rapportcijfer zullen dus ook argumenten, ervaringen en/of opvattingen een rol gespeeld hebben die niet in een of meer van de stellingen terug te vinden zijn.

17


1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.

Onderwerp Inhoud van het werk Arbeidsomstandigheden Werkklimaat Leidinggevenden Organisatie Opleiding en ontwikkeling Hogeschoolraad Arbeidsvoorwaarden Eindoordeel werken bij De Kempel

2011 7,9 7,5 7,8 7,5 7,6 7,6 7,1 Niet gevraagd 7,9

2008 7,7 7,4 7,4 7,2 7,6 7,3 Niet gevraagd 7,4 7,7

Het is verheugend te kunnen constateren dat de scores van 2011 globaal genomen beter zijn dan die van 2008. Werd er in 2008 nog op 5 gebieden onder de voldoende / goed norm gescoord, in 2011 is dit slechts op één onderdeel het geval. In een reactie heeft het leidinggevend kader aangegeven hoe zij met de stellingen binnen een onderwerp omgaan die onder de gewenste 80% positieve score scoren. In haar reactie op de resultaten heeft de Hogeschoolraad gewezen op de bij enkele items te signaleren discrepantie tussen de scores van OP en van OBP. In de reactie van het leidinggevend kader op de scores is steeds gekeken naar het totaal van OP en OBP samen. Soms lopen de scores van de functiecategorieën uiteen. Uiteraard kunnen medewerkers en direct leidinggevende met elkaar in gesprek over de deelscores. Gezien de kleine groepsgrootte is in voorgaande reactie niet op de deelscores ingegaan. Voor het eerst sprak het onderzoek zich ook uit over het functioneren van de Hogeschoolraad. De raad heeft zich hierover gebogen en stelt zich hierbij voor het aankomende studiejaar de volgende ambities:  tijdens de eerste vergadering maken we een jaarplanning o.a. met agenda voorbereiden, notulen uitwerken en verzenden/ plaatsen op leerplein;  notulen van vandaag worden de volgende dag opgemaakt en verzonden;  de secretaris stuurt een brief met bovenstaande actiepunten aan het College van Bestuur  boost aan start van studiejaar voor docenten en studenten

18


VII BESTEDING DECENTRALE GELDEN 2011 EN BEGROTING 2012 Budget 2011 (cf. begroting) 1.15% v. brutoloonsom

48.000

Saldo SOP 1,08% -/- uitgaven (= 45.000 -/- 40.000) Totaal budget

5.000 53.000

De SOP-uitgaven bedroegen voor 2011 niet 40.000 maar 32.500 Dit geeft een verhoging van het budget van Het budget komt hierbij op

Besteding 2011 Vastliggende uitgaven: Aanvullende reiskostenvergoeding woon- werkverkeer Seniorenregeling Kempel Health Check Aanvullende afspraken gezondheidsbeleid Totaal besteding

7.500 60.500

begroot

werkelijk

62.000 6.000 10.000 5.000 83.000

65.200 7.100 11.500 4.600 88.400

Saldo overschrijding budget 2011

Bestedingsbudget 2012 1,15% van de brutoloonsom SOP 1,08% Uitgaven SOP Saldo SOP Totaal

27.900

48.000 45.000 39.000 6.000 54.000

Begrote besteding 2012 Aanvulling reiskostenvergoeding woon- werkverkeer Seniorenregeling Kempel Health Check Aanvullende afspraken gezondheidsbeleid Totaal begrote bestedingen 2011 Begrote overschrijding budget 2011

58.600

5.000 63.600 9.600

19


VIII REALISATIE VAN DE FUNCTIEMIX

Schaal 9 10 11 12 13 14 15 16

Stand 01-10-2008

Afspraak 01-10-2011

Gerealiseerd 01-10-2011

6,7 18,3 16,1 0

4,00 17,90 18,20 1,00

3,20 18,30 18,60 1,00

€ 198.273 € € 193.628 € 84.950

41,1

41,1

41,1

€ 80.305

Convenantsbijdrage Overbesteding 2011

Gevolgen voor werkgeverslast

€ 67.600 € 12.705

20

Sociaal jaarverslag 2011 Stichting De Kempel

Recommend Documents