Editie 2007 - 2008
Hogescholen en Universiteiten met een open blik
Om elkaar te begrijpen, moet je elkaar kennen. Vanuit die gedachte organiseert het Prins Filipfonds een project dat uitwisseling en samenwerking tussen studenten en lesgevers uit de drie Gemeenschappen van ons land wil aanmoedigen. Het project voorziet financiële middelen voor een uitwisseling tussen studenten van universiteiten en hogescholen uit de verschillende delen van het land en biedt lectoren en professoren uit de verschillende Gemeenschappen de kans om samen cursusmateriaal te ontwikkelen.
1. Uitwisseling van studenten Doelstelling Wanneer studenten een tijd kunnen doorbrengen aan een hogeschool of universiteit in een ander landsgedeelte, leren zij elkaars achtergrond beter kennen en respecteren. Ze maken kennis met een vertrouwde en toch verschillende cultuur, krijgen de andere landstaal beter onder de knie en leggen blijvende contacten aan de overkant van de taalgrens. Op die manier wil het project een beter begrip tussen de inwoners van de drie verschillende Gemeenschappen in België bevorderen.
Voorwaarden • De studenten moeten gedurende vijf dagen actief samenwerken met studenten uit de andere Gemeenschap(pen). Die vijf dagen kunnen gespreid worden over het academiejaar, maar ook over verschillende locaties in België. (bv. twee dagen in de Vlaamse Gemeenschap, twee dagen in de Franse Gemeenschap en één dag in de Duitstalige Gemeenschap). Een verblijf van vijf dagen ter plaatse is niet langer vereist. Zo is het mogelijk grotere groepen studenten bij het project te betrekken op de verschillende locaties. • De uitwisseling gebeurt tussen hogescholen of universiteiten uit minstens twee Gemeenschappen. • Er nemen ten minste 5 studenten deel uit iedere hogeschool of universiteit. • Voorrang wordt gegeven aan projecten die gebruik maken van innovatieve werkvormen die de groepsvorming (over de Gemeenschapsgrenzen heen) bevorderen, zoals projectonderwijs, Small Business Projects, gezamenlijk onderzoek, enz. Dit betekent niet dat colleges voor studenten niet in aanmerking komen, maar de nadruk moet wel liggen op het groepsgebeuren en op het samen uitwerken van producten/resultaten door de studenten. De voorkeur gaat ook uit naar een interdisciplinaire aanpak. • Naast het gezamenlijke werk in het kader van de educatieve samenwerking blijven ook de andere doelstellingen belangrijk. Er moet dus ook aandacht zijn voor sociale activiteiten, voor het bevorderen van de kennis van de drie landstalen en voor kennismaking met de andere Gemeenschappen door bezoeken aan bedrijven en instellingen. • De groep studenten van de ontvangende hogeschool of universiteit moet min of meer even groot zijn als de groep studenten van de partnerschool.
Doelgroep Hogeschool- en universiteitsstudenten uit de drie Gemeenschappen van België.
Financiële ondersteuning Projecten die geselecteerd worden, krijgen een bedrag uitgekeerd van 1000 à 1500 euro. De jury bepaalt het precieze bedrag. • Het geld wordt gestort op het rekeningnummer van de indienende hogeschool of universiteit. • Alle hogescholen of universiteiten of hun departementen kunnen een aanvraag indienen voor een studentenuitwisseling met een hogeschool of universiteit uit een van de andere Gemeenschappen. • Een uitwisseling tussen drie hogescholen of universiteiten, dus uit de drie Gemeenschappen, kan ook.
Op zoek naar een partner? Wie op zoek is naar een hogeschool of universiteit om mee uit te wisselen, kan de lijst met ingeschreven hogescholen en universiteiten bekijken op onze website: www.prins-filipfonds.org. Op die website kunt u ook zelf uw profiel invullen.
Selectiecriteria • • • • • •
Een onafhankelijke jury selecteert de projecten en houdt rekening met de volgende punten: de kwaliteit en diversiteit van het uitgewerkte programma; het voorzien van duidelijke ontmoetingsmomenten tussen de studenten uit de verschillende Gemeenschappen; de kwaliteit van de geplande voorbereiding en opvolging; de samenhang van de beoogde doelstellingen en middelen; een innovatieve pedagogische aanpak; de volledigheid van de gegevens. De partnerscholen bepalen zelf in onderling overleg welke activiteiten er voor, tijdens en na een uitwisseling op het programma staan. Het is natuurlijk wel de bedoeling dat de deelnemers kennismaken met de taal en de cultuur van de Gemeenschap waar ze op bezoek zijn. Samenwerken aan een project biedt daartoe uitstekende mogelijkheden. Daarom gaat de voorkeur naar uitwisselingen die op een innovatieve manier werken aan een gezamenlijk project of die gezamenlijk onderzoek verrichten via projectonderwijs, Small Business Projects of andere onderwijsvormen die de nadruk leggen op het begeleid leren in groep, in dit geval dan met een groep studenten uit de verschillende Gemeenschappen van België.
Timing De dossiers moeten uiterlijk op 25/10/2007 ingediend zijn. Ten laatste op 29/11/2007 selecteert een jury de projecten die een beurs krijgen. Opgelet: deze oproep is enkel bedoeld voor uitwisselingsprojecten die plaatsvinden tussen 10/12/2007 en 30/06/2008. Uitwisselingen voor 10/12/2007 komen niet in aanmerking.
Kandidaatsdossier Voor een ondersteuningsaanvraag moet u een kandidaatsdossier invullen. Het dossier dient door beide instellingen samen te worden ingevuld, maar het wordt slechts door één van beide ingediend. Deze instelling ontvangt ook de financiële steun. Dit formulier is te verkrijgen op het Contactcentrum van de Koning Boudewijnstichting per telefoon: +32-70-23 30 65 per fax: +32-70-23 37 27 per e-mail:
[email protected] U kunt dit formulier ook downloaden van de website: www.prins-filipfonds.org Indien een hogeschool of een departement verschillende uitwisselingen organiseert, moet voor elk project een afzonderlijke aanvraag ingediend worden.
Voorbeelden De uitwisseling hoeft niet langer door te gaan op vijf opeenvolgende dagen. Daarom kunnen de gezamenlijke activiteiten beter gespreid worden over het academiejaar of over enkele weken. Dit maakt het projectwerk gemakkelijker en bevordert langdurige contacten. We stellen hier enkele mogelijkheden voor.
Projectonderwijs Bij projectonderwijs ligt de nadruk vooral op het toepassen van verworven kennis. Een groep van vier tot acht studenten uit de verschillende Gemeenschappen van België werkt hier aan een projectopdracht uit de beroepsrealiteit. De studenten werken zelfstandig maar onder begeleiding van lectoren of professoren uit de verschillende Gemeenschappen en analyseren een thema of een probleem om te komen tot een concreet eindresultaat. Mogelijke onderwerpen zijn bijvoorbeeld de verschillende didactische methodes voor taalonderwijs, het aantrekkelijk maken van het wetenschapsonderwijs, volksspelen in de verschillende Gemeenschappen, een geschiedkundig onderzoeksproject, de gezamenlijke studie van muziekpartituren of een gezamenlijk artistiek product. De studenten ontvangen de opdracht tijdens een gezamenlijk moment aan het begin van het academiejaar. Van op dat moment kunnen zij al via e-mail contact opnemen met studenten uit de andere Gemeenschap(pen). De laatste dag van de uitwisseling worden de resultaten gepresenteerd in de verschillende landstalen.
Small Business Projects Small Business Projects kunnen worden opgezet om tijdens de opleiding ondernemerschap te promoten en concreet te werken aan innovatie en de ontwikkeling van creatieve vaardigheden. Studenten uit de verschillende Gemeenschappen van België kunnen via Small Business Projects proefondernemingen opstarten. Zij brainstormen welk product of dienst ze wensen te produceren en te verkopen. Op basis van een marktstudie onderzoeken ze samen de haalbaarheid en komen ze tot een definitieve keuze. Ze brengen de financiële werkmiddelen bijeen door aandelen uit te geven en/of sponsors te zoeken. Binnen het project bouwen ze een werkstructuur uit, met een commercieel, technisch, financieel en administratief departement onder leiding van een gedelegeerd bestuurder. Tijdens het project leren de studenten kostprijzen, verkoopprijzen en salarissen berekenen volgens de gangbare normen. Daarnaast houden ze een boekhouding bij met behulp van een softwareprogramma. Bedrijven kunnen functioneren als peter, opdrachtgever of adviseur. Voor de studenten en hogescholen is dit een ideale gelegenheid om hun netwerk uit te breiden en zich ook te verankeren in de bedrijfswereld buiten de eigen Gemeenschap. De studenten leren niet alleen werken en onderhandelen in een andere taal, maar maken ook kennis met een andere bedrijfscultuur. De middelen van het Fonds kunnen enkel gebruikt worden voor de gezamenlijke activiteiten.
2. Gezamenlijk ontwikkelen van cursusmateriaal (5 projecten te financieren) Dit is een nieuwe mogelijkheid die het fonds biedt. Deze nieuwe vorm van samenwerking is gekozen om lectoren, docenten en professoren de kans te bieden om hun expertise ter beschikking te stellen en gebruik te maken van de deskundigheid van collega’s in de andere Gemeenschap(pen). Zowel de ontwikkeling van een cursus voor een opleidingsonderdeel of een deel van een opleidingsonderdeel als van een module is mogelijk.
Doelstelling Lectoren, docenten of professoren van een hogeschool of universiteit uit verschillende Gemeenschappen werken samen door hun expertise te delen en samen te brengen. Die samenwerking kan op termijn leiden tot het uitwerken van gezamenlijk cursusmateriaal, gezamenlijke modules / programma’s en uiteindelijk zelfs tot bidiplomering.
Voorwaarden • Minstens drie vergaderingen (van één dag) per academiejaar waar de lectoren, docenten of professoren elkaar ontmoeten om gezamenlijk cursusmateriaal te ontwikkelen. • De samenwerking gebeurt tussen hogescholen of universiteiten uit minstens twee (of de drie) Gemeenschappen. Een evenwicht tussen de Gemeenschappen valt te verkiezen. • Het ontwikkelde materiaal kan zowel bedoeld zijn voor gebruik met studenten als met andere doelgroepen: volwassenen, leerkrachten (uit het kleuter-, lager en secundair onderwijs), schoolhoofden, enzovoort. • De financiering in het kader van dit project kan niet gecombineerd worden met financiering voor dezelfde doeleinden vanuit de Europese Unie of andere financieringsbronnen. Het project kan wel de aanzet vormen voor een ander en breder multinationaal project. • Deze samenwerkingsprojecten kunnen gedurende twee tot drie jaar gefinancierd worden. Elk jaar moet een nieuwe aanvraag ingevuld worden. Voor het tweede of derde jaar dient het bereikte resultaat van het vorige jaar als belangrijkste evaluatie-element.
Doelgroep Lectoren, docenten of professoren van hogescholen en universiteiten uit de drie Gemeenschappen van België.
Financiële ondersteuning Projecten die geselecteerd worden voor dit project, krijgen een financiële ondersteuning van maximum 1000 € afhankelijk van het aantal deelnemende hogescholen of universiteiten. • Het geld wordt gestort op het rekeningnummer van de ontvangende hogeschool of universiteit. • Alle hogescholen of universiteiten of hun departementen kunnen een aanvraag indienen • Een samenwerking tussen drie hogescholen of universiteiten, dus uit de drie Gemeenschappen, kan ook.
Op zoek naar een partner? Wie op zoek is naar een hogeschool of universiteit om mee samen te werken, kan de lijst met ingeschreven hogescholen en universiteiten bekijken op onze website: www.prins-filipfonds.org. Op die website kunt u ook zelf uw profiel invullen.
Selectie • • • • • • •
Een onafhankelijke jury selecteert de projecten en houdt rekening met de volgende punten: de kwaliteit en diversiteit van het uitgewerkte materiaal; het voorzien van duidelijke ontmoetingsmomenten tussen de lectoren, docenten of professoren uit de verschillende Gemeenschappen; de kwaliteit van de geplande voorbereiding en opvolging; de kwaliteit en bruikbaarheid van het ontwikkelde materiaal; de samenhang van de beoogde doelstellingen en middelen; een innovatieve pedagogische aanpak met nadruk op leren in samenwerking; de volledigheid van de gegevens.
Na de selectie informeert het Prins Filipfonds, op schriftelijke wijze elke hogeschool of universiteit die een beursaanvraag heeft ingediend. Daarna informeert deze hogeschool of universiteit zelf de eigen partner(s). De beslissing van de jury is onherroepelijk. Over de deliberatie wordt geen briefwisseling gevoerd.
Concreet Lectoren, docenten en professoren uit de verschillende Gemeenschappen kunnen samen cursusmateriaal (voor een opleidingsonderdeel, een module) uitwerken voor verschillende doelgroepen. Dat materiaal kunnen ze gebruiken met hun eigen studenten, maar het kan ook bedoeld zijn voor derden, zoals leraren secundair onderwijs, oud-studenten of beroepsbeoefenaars. Enkele voorbeelden: een cursus interculturele vaardigheden voor (toekomstige) verpleegsters of maatschappelijk werkers, een cursus conflictbeheersing voor (toekomstige) leerkrachten, een cursus tandemtalen leren, een bijscholing voor het bevorderen van technologie en wetenschappen op school, een bijscholing voor lectoren over interactieve pedagogische werkvormen, enzovoort.
• • • • • • • • • • • •
Na afloop van het project moet minimaal een blauwdruk voorgelegd worden van het ontworpen cursusmateriaal. Deze blauwdruk moet de volgende elementen bevatten: de naam van het opleidingsonderdeel of de module; de auteurs van het ontwikkelde materiaal en de naam van hun instelling; het niveau van het doelpubliek (bv. tweede jaar academische bachelor); het aantal ECTS (studiepunten) dat wordt toegekend voor het opleidingsonderdeel of de module; de vereiste voorkennis en vaardigheden (bv. kennis van methodes voor marktonderzoek, analytische en onderzoeksvaardigheid, enzovoort); de manier van evalueren (casus, presentatie, mondeling of schriftelijk examen); een korte uiteenzetting (minimum 1 pagina) over het ontwikkelde materiaal en de reden voor de samenwerking; de doelstellingen van het opleidingsonderdeel of de module; de beoogde leerresultaten (learning outcomes); de gebruikte werkvormen (college, begeleid zelfstandig leren, probleemgestuurd onderwijs (PGO), projectonderwijs, seminars, …; verplichte en aanbevolen literatuur.
Timing De dossiers moeten uiterlijk op 25/10/2007 ingediend zijn. Ten laatste op 29/11/2007 selecteert een jury de projecten die een beurs krijgen. Opgelet: deze oproep is enkel bedoeld voor projecten die plaatsvinden tussen 10/12/2007 en 30/06/2008. Uitwisselingen voor 10/12/2007 komen niet in aanmerking.
Kandidaatsdossier Voor een ondersteuningsaanvraag moet u een kandidaatsdossier invullen. Het dossier dient door beide instellingen samen te worden ingevuld, maar het wordt slechts door één van beide ingediend. Deze instelling ontvangt ook de financiële steun. Dit formulier is te verkrijgen op het Contactcentrum van de Koning Boudewijnstichting per telefoon: +32-70-23 30 65 per fax: +32-70-23 37 27 per e-mail:
[email protected] U kunt dit formulier ook downloaden van de website: www.prins-filipfonds.org Indien een hogeschool of een departement verschillende uitwisselingen organiseert, moet voor elk project een afzonderlijke aanvraag ingediend worden. Het Prins Filipfonds, dat in 1998 werd opgericht op initiatief van Z.K.H. Prins Filip in de schoot van de Koning Boudewijnstichting, heeft als opdracht bij te dragen tot de bevordering van een permanente dialoog en uitwisseling tussen de verschillende Gemeenschappen van ons land. Zo kan er over de taalgrenzen heen, en met respect voor elkaars eigenheid en cultuur, wederzijdse erkenning groeien. Prins Filipfonds c/o Koning Boudewijnstichting Brederodestraat 21 1000 Brussel
Beheerd door de Koning Boudewijnstichting