HOE ZUINIG OMGAAN MET ENERGIE
RATIONEEL ENERGIEGEBRUIK
GeDIS
INHOUD
Om aan de onafhankelijkheidsvereisten van de wetgever te voldoen in een vrijgemaakte energiemarkt hebben de gemengde Vlaamse distributiebeheerders beslist om een aantal taken collectief uit te voeren. Zo is GeDIS ontstaan. GeDIS staat voor Gemeentelijk Samenwerkingsverband voor Distributienetbeheer en is op 27 juni 2002 opgericht als filiaal van de distributienetbeheerders uit de gemengde sector in Vlaanderen, met name Gaselwest, Igao, Imea, Imewo, Intergem, Iveka, Iverlek en Sibelgas Noord.
3
Woord vooraf
p4
Het energielabel
p5
Hoe een huishoudtoestel kiezen?
p6
Beter verlichten met minder energie
p 12
Voordelig en zuinig warm water
p 13
Doordacht verwarmen
p 15
Domotica: uitstekend hulpmiddel om energie te sparen
p 18
Energie Fabrikant Model Efficiënt
HET
WOORD VOORAF
ENERGIELABEL
EEN ZELFDE COMFORT MET MINDER ENERGIE
Het verbruik van huishoudtoestellen vertegenwoordigt gemiddeld ongeveer 20 % van het totale energieverbruik van een gezin. Toestellen zoals een diepvriezer en een koelkast verbruiken het hele jaar door. Wasmachines, linnendrogers en vaatwassers werken ook dagelijks of meerdere malen per week. De aankoop ervan mag bijgevolg geen impulsieve daad zijn, maar een goed overwogen keuze. Vooral omdat de koper aan de hand van het energielabel gemakkelijk kan uitmaken of het om een zuinig toestel gaat of niet. Het energielabel is door de overheid ingevoerd om het rationeel gebruik van energie te bevorderen.
We zijn zo gewend aan comfort, dat we er niet meer over nadenken wanneer we toestellen gebruiken die onze taken vergemakkelijken. En eigenlijk zouden we dat toch wat meer moeten doen. Niemand is gebaat wanneer kostbare energie nutteloos verloren gaat. En dergelijke verkwisting kunnen we gemakkelijk voorkomen. Deze brochure wil u opnieuw doen nadenken over uw energieverbruik. Er zijn twee belangrijke momenten: het ogenblik dat u een toestel aankoopt en het ogenblik dat u er gebruik van maakt. Als u in de toekomst meer bewust aankoopt en enkele slechte gewoonten afleert, draagt u zelf uw steentje bij tot een beter milieu. Immers, de allerbeste methode om de problemen rond het verbruik van energie op te lossen, is minder verbruiken.
A B C D E F G
Inefficiënt Energieverbruik kWh per jaar Werkelijk verbruik wordt bepaald door de wijze waarop het apparaat wordt gebruikt en de plaats waar het staat.
Geluidsniveau dB(A) re 1 pW Een kaart met nadere gegevens is opgenomen in de brochures over het apparaat. Norm EN mei 1990 Richtlijn Etikettering Koelkasten 94/2/EG
LAAT HET LABEL MEE UW KEUZE BEPALEN! En dat kan! Ook zonder aan comfort in te boeten. Lees mee en ontdek dat uiteindelijk ook uw portemonnee er wel bij vaart.
Grote huishoudapparaten, die in België worden verkocht, moeten verplicht een energielabel dragen. Op het label staat informatie over de fabrikant, het model, het geluidsniveau ... en natuurlijk ook over het energieverbruik. Aan de hand van het geschatte verbruik krijgt het toestel een letter van A tot G. Toestellen met een A-label zijn het zuinigste, toestellen met een G-label het minst zuinig. Waarschijnlijk zal een toestel met G-label goedkoper zijn dan een toestel met A-label, maar dat is een valse besparing. Tel even mee! Wasmachines uit klasse F of G verbruiken per wasbeurt (op 60°C) ongeveer één kilowattuur meer dan een machine uit klasse A. Een gezin dat 250 wasbeurten instelt, verbruikt jaarlijks 250 kWh meer. Reken per kWh ongeveer 0,15 euro (6 BF) en u komt uit op een meerkost van ongeveer 40 euro (1600 BF) per jaar.
KOPEN IS ÉÉN, GEBRUIKEN IS TWEE Een zuinig toestel is geen waarborg voor een laag verbruik, maar het is een goede start. De rest hangt af van de manier waarop u de machine gebruikt. Als u uit gewoonte kiest voor de zwaarste programma’s en de toestellen al inschakelt wanneer ze nog maar half vol zijn, bent u energetisch niet goed bezig. Op de volgende pagina’s geven we handige tips om uw energieverbruik binnen de perken te houden. Uw comfort zal niet verminderen, het bedrag op uw factuur wel!
4
5
HOE EEN
HUISHOUDTOESTEL KIEZEN? De keuze van huishoudapparaten is enorm groot, maar ondertussen weet u al dat ze niet allemaal even zuinig werken. In dit hoofdstukje geven we aan waarop u kunt letten bij de aankoop van een toestel en geven we praktische tips rond rationeel energiegebruik.
De bereidingstijden in een microgolfoven zijn heel kort. Het voedsel kan niet verbranden en men gebruikt zo weinig mogelijk vocht. Door hun speciale werking zijn microgolfovens zuiniger dan kookplaten of andere ovens. Koken in een microgolfoven vergt een aparte techniek en aangepaste recipiënten die goed de golven doorlaten. Glas en hoogwaardige kunststoffen zijn heel geschikt. Minder doorlatende recipiënten slorpen zelf veel energie op en verhogen op die manier het verbruik. Metaal is uit den boze, het weerkaatst de golven en kan de magnetron beschadigen.
KOKEN Gaskookplaten doen het opnieuw goed. Dat komt omdat moderne gaskookplaten snel, veilig en eenvoudig te bedienen zijn. Deze platen kunnen nu heel nauwkeurig worden geregeld en als u dat doet, behoren dansende deksels en ruiten of muren die aandampen definitief tot het verleden. De elektrische ontsteking verhoogt de veiligheid.
Microgolfovens hebben doorgaans een vermogen tussen 700 en 1 000 watt. In een combinatietoestel kunt u bakken en braden. Wie heel weinig gebruik maakt van een oven, zou kunnen overwegen om de klassieke oven te vervangen door een gecombineerde microgolfoven. Meestal is de investering kleiner, ligt het verbruik lager en neemt de microgolfoven minder plaats in.
Kies kookplaten op de maat van uw gezin. Grote gezinnen hebben er baat bij om te kiezen voor kookplaten waarop grote en/of ovale bakpannen kunnen worden gezet. Vitrokeramische kookplaten op aardgas dekken de vlammen mooi af onder een glazen plaat. Dat vereenvoudigt het onderhoud en houdt de warmte goed bij.
Zuinig koken: nuttige tips
Aardgas is een zuinige en energievriendelijke brandstof.
•
Elektrische kookplaten hebben goed afgelijnde kookzones. De weerstanden die warmte produceren wordt thermostatisch geregeld. Bijgevolg is een uiterst nauwkeurige instelling van de temperatuur mogelijk. U hoeft geen wattuurtje teveel te verbruiken.
•
Ook elektrisch kan worden gekookt op vitrokeramisch glas. Meestal zitten er halogeenlampen onder die sneller opwarmen en sneller afkoelen. Dat betekent dat de bereiding vlug op de juiste temperatuur komt en dat achteraf minder warmte verloren gaat.
• • •
Inductiekooplaten werken helemaal anders. De warmte wordt opgewekt in de bodem van de kookpan zelf. Het glas van de vitrokeramische plaat warmt niet op, tenzij een beetje door geleiding van de warme kookpan naar de kookplaat. Op een inductiekookplaat kunt u alleen het daartoe geschikte kookgerei gebruiken, al de andere potten en pannen zijn niet meer bruikbaar.
•
Ovens zijn overwegend elektrisch. Hun thermostatische regeling en hun perfecte isolatie (als ze een Alabel dragen!) staan garant voor een minimaal verbruik. Aan u om altijd de juiste temperatuur in te stellen.
•
De conventionele oven werkt met weerstanden die een statische stralingswarmte afgeven. In dergelijke ovens is de plaats van het gerecht (bovenaan of onderaan) belangrijk. Dat geldt veel minder voor warmeluchtovens waar gerechten op verschillende niveaus tegelijk kunnen worden bereid. Ze hebben een ingebouwde ventilator die de warme lucht in de over blaast. Ze warmen snel op, hebben een betere warmtespreiding en bereiken daardoor een vergelijkbaar kookresultaat op een lagere temperatuur. Een multifunctionele oven combineert beide systemen.
Zuinig de oven gebruiken
De meeste ovens hebben ook een grill om te roosteren. Sommige hebben een zelfreinigend systeem.
•
•
•
Een stoomoven met atmosferische druk is een oven waarin u - naast bakken en braden - ook kunt stomen. Stomen is een methode die maximaal behoud van voedingsstoffen garandeert en toelaat om te koken zonder of met heel weinig vetstof. Bijzonder geschikt dus voor mensen die een vetloos dieet moeten volgen. Stoomovens met overdruk zijn dan weer vergelijkbaar met de drukkookpan die u op een kookplaat gebruikt.
• •
• •
Een polyfunctionele oven combineert de mogelijkheden van een multifunctionele oven met die van een microgolfoven.
6
Het is een waanidee te denken dat iets pas kookt als er veel damp uit de kookpot komt. Water kookt bij een temperatuur van 100°C (op zeeniveau) en hoeveel extra warmte u daarna ook toevoegt, het water zal sneller verdampen, maar altijd 100°C blijven. Kookpotten van een goede kwaliteit hebben een vlakke bodem en geleiden goed de warmte. Vooral dat laatste scheelt in het verbruik. Koken zonder deksel verbruikt veel meer energie dan koken met een deksel. Kook dus alleen zonder deksel als dat nodig is voor de bereiding. Stem de grootte van uw kookpannen af op de inhoud en op de grootte van uw kookplaat. Als een vlam tot aan de zijkant van een kookpan reikt, betekent dit verloren energie en mogelijk ook beschadiging van de handvaten. Gebruik de restwarmte van de kookplaat optimaal door de kookplaat vroeger uit te draaien. De bereiding kan verder garen met de restwarmte. In het begin vergt dit een beetje aandacht maar na een heel korte tijd krijgt u genoeg ervaring om te weten vanaf wanneer u de kookplaat kunt uitdraaien. Een goed onderhoud verlengt de levensduur van het toestel.
7
Goed geïsoleerde ovens verbruiken merkelijk minder dan andere. Let daarop bij aankoop. Bovendien hebben goed geïsoleerde ovens meestal dubbel of driedubbel glas. Daardoor blijft de temperatuur aan de buitenkant lager en lopen kinderen minder gevaar. Voor vele bereidingen hoeft u niet te wachten tot de oven volledig op temperatuur is. Tijdens de opwarming van de oven wordt de bereiding dan al voorverwarmd. Een warmeluchtoven is sneller op temperatuur en heeft een grotere warmtespreiding. Dat scheelt in het energieverbruik. Als u gebruik maakt van een warmeluchtoven voor een of andere bereiding, zet er dan zoveel mogelijk andere gerechten bij. Die hoeft u dan niet meer op de kookplaat te bereiden. Open de oven zo weinig mogelijk. Maak optimaal gebruik van de restwarmte. Schakel de oven vroeger uit. Denk na over de plaatsing van uw oven. Zet hem nooit naast een koelkast of een diepvriezer of - als het niet anders kan - zorg dan voor een doorgedreven isolatie tussen beide toestellen. Een goed onderhoud verlengt de levensduur van het toestel.
Zuinig gebruik van de microgolfoven
•
•
Als u ook nog een conventionele oven hebt, kies dan voor een eenvoudige microgolfoven. Het heeft weinig zin om de bak- en braadfunctie nog een tweede maal te voorzien in de microgolfoven en zo’n standaard toestel verbruikt minder dan een gecombineerd.
•
•
Om grote hoeveelheden op te warmen in een microgolfoven, spreidt u het voedsel het beste uit in een platte schotel. De golven dringen dan gemakkelijker door tot de kern en daardoor worden de verwarmingstijden ingekort. Datzelfde geldt voor het ontdooien van diepvriesproducten. Een plat pak is sneller ontdooid dan een kubus.
•
Laat bereide gerechten nog even staan in de uitgeschakelde oven. De bereiding gaart nog na.
•
Recipiënten die opwarmen in de microgolfoven, slorpen zelf energie op. Een hoger energieverbruik is het resultaat. Hoe warmer het recipiënt, hoe minder geschikt voor gebruik in de microgolfoven. Om een recipiënt te testen, zet u het leeg naast een andere bereiding (een microgolfoven mag immers nooit ‘leeg’ werken) en u controleert na enkele minuten de temperatuur van het recipiënt.
•
Kleine hoeveelheden vloeistof worden zuiniger opgewarmd in de microgolfoven. Grote hoeveelheden verwarmt u het best op een kookplaat.
•
Een goed onderhoud verlengt de levensduur van het toestel.
•
• •
De diepvriezer biedt de mogelijkheid om een teveel aan seizoensgebonden producten voor een langere tijd te bewaren en om een voorraad aan te leggen van producten die de kwaliteit en de voedingswaarde van de verse producten dicht benaderen. Voorwaarde is wel dat de regels van het invriezen en het bewaren nauwgezet worden nageleefd. De werking van de diepvriezer verschilt weinig van die van de koelkast, behalve het feit dat het koelvermogen groter is en daardoor lagere temperaturen kunnen worden bereikt. Om in te vriezen is een temperatuur nodig lager dan - 32°C, om te bewaren moet constant een bewaartemperatuur van - 18°C aanwezig zijn in de diepvriezer. Het temperatuurverschil in en uit de diepvriezer kan oplopen tot meer dan 55°C (voorbeeld: -35°C binnenin en 20°C in de kamer). Dat toont duidelijk het belang aan van de doorgedreven isolatie in de wanden. Er zijn twee modellen: het kastmodel en het koffermodel. In het kastmodel kunt u het voedsel mooi schikken, maar u kunt er in verhouding minder in stapelen. Omdat koude lucht zwaarder is dan warme lucht, verliest het kastmodel meer koude bij het openen. Dit nadeel is minder uitgesproken wanneer het kastmodel apart afgesloten laden heeft.
KOELEN EN DIEPVRIEZEN Voedingswaren die in een koelkast worden bewaard, houden langer hun kwaliteit en uitzicht en blijven langer vers. Koelkasten verbruiken het hele jaar door energie. Kijk dus in de eerste plaats naar het energielabel voor u een nieuw toestel aankoopt. Denk ook goed na over de plaats waar u de koelkast opstelt: niet in de zon en niet in de nabijheid van een andere warmtebron (verwarming, oven, ...). Voor de goede werking is het ook belangrijk dat het toestel waterpas staat en dat er voldoende verluchting is om de warmte aan de achterzijde af te voeren.Een koelkast moet altijd het keurmerk dragen van het keuringsorganisme dat het toestel heeft gecontroleerd op veiligheid en degelijkheid. Het keurend organisme moet erkend zijn in de Europese Unie. In België is dat CEBEC.
Voor iemand die de diepvriezer gebruikt om altijd een beperkte voorraad in huis te hebben, volstaat een inhoud van 50 tot 80 liter per gezinslid. Wie zelf groenten en fruit oogst en/of grote hoeveelheden voordelig kan aankopen, kiest beter een toestel met een inhoud van 100 tot 130 liter per gezinslid. Een doorsnee diepvriezer (± 200 liter) verbruikt ongeveer 70 kWh per jaar. Een reden te meer om uit te kijken naar het meest voordelige model met een A-label.
Verkopers van huishoudapparaten zijn verplicht oude toestellen terug te nemen en ze te vervoeren naar een plaats waar ze worden ontmanteld en waar de gebruikte materialen worden gerecycleerd. Bij aankoop van een nieuw toestel betaalt u een door de overheid vastgesteld bedrag dat de kosten voor de recyclage dekt.
Zuinig gebruik van de diepvriezer
Een goede koelkast werkt geruisloos. De ideale temperatuur bedraagt 4°C. Een goede luchtcirculatie en een gering vochtigheidsgehalte dragen bij tot de goede werking ervan.
•
•
Zuinig gebruik van de koelkast
8
•
Installeer uw koelkast op de meest geschikte plaats van uw keuken, weg van andere warmtebronnen.
•
Zorg dat de achterwand voldoende kan afkoelen. Dat is vooral belangrijk voor inbouwtoestellen.
•
Kies een koelkast op de maat van uw gezin. Reken op een inhoud van ongeveer 100 liter voor uzelf en 50 liter voor alle andere gezinsleden. Rond af naar boven omdat de koelkast beter werkt als niet alles volgepropt is.
•
Bewaar alleen in de koelkast wat in de koelkast moet. Het heeft geen enkele zin om ongeopende conserven in de koelkast te bewaren. De bewaartijd wordt er niet door verlengd. Het kost wel geld om ze koel te houden en - omdat ze kouder zijn - kost het daarna meer energie om ze op te warmen
Als u lang afwezig bent, zorg dan dat de voorraad bederfbare waren op is, schakel uw koelkast uit en laat de deur openstaan om schimmelvorming te voorkomen. Onderhoud het toestel goed en let in het bijzonder op de dichtring rond de deur. Houd die soepel met talkpoeder. Laat warme gerechten volledig afkoelen voor u ze in de koelkast plaatst. Het gaat niet alleen over temperatuurhuishouding, maar ook over de onnodige hoeveelheid vocht die u in de koelkast brengt. Houd de buisjes aan de achterzijde stofvrij. Stof belemmert de afvoer van warmte. Overlaad de deur niet. Als de scharnieren te veel worden belast, sluit de deur minder goed en stijgt het verbruik.
• • •
• •
9
Installeer uw koelkast op de meest geschikte plaats, weg van andere warmtebronnen. Een diepvriezer hoeft niet perse in de keuken te staan. Een omgevingstemperatuur van 15°C of een omgevingstemperatuur van 20°C scheelt tot 25% in het verbruik. Zorg dat de warmtewisselaar voldoende kan afkoelen en houdt hem stofvrij. Dat is vooral belangrijk voor inbouwtoestellen. Kies een diepvriezer op de maat van uw gezin en van uw leefgewoonten. Rond af naar boven. Onderhoud het toestel goed en let in het bijzonder op de dichtring rond de deur. Houd die soepel met talkpoeder. Laat producten volledig afkoelen voor u ze in de diepvriezer plaatst. In de winter kunt u ze buiten laten afkoelen, in de zomer in de koelkast. De kwaliteit van het invriezen wordt immers vooral bepaald door de snelheid waarmee het product wordt ingevroren. Koffermodellen verbruiken soms 15% minder dan kastmodellen. Zorg dat u alles snel terugvindt. De deur blijft dan minder lang open.
• •
• •
Linnendrogers verbruiken onnodig energie als u het linnen ook op een andere manier kunt drogen, zeker wanneer u het linnen achteraf nog moet strijken. Sommige mensen gaan zover dat ze eerst het linnen kurkdroog maken in de machine en het daarna terug bevochtigen om het te strijken. Van energieverspilling gesproken! Toch kan het toestel in vele omstandigheden een nuttige hulp zijn. Niet iedereen heeft een geschikte plaats om het linnen te drogen en het klimaat in ons land is er niet naar om het linnengoed altijd tijdig droog en ‘kastklaar’ te hebben om het opnieuw te gebruiken.
Vul een halflege diepvriezer met piepschuim. Daardoor is er minder lucht in de diepvriezer en hoeft u die lucht dus ook niet te koelen. Ontdooi uw diepvriezer bij voorkeur in een zeer koude periode. Leg de diepgevroren producten zeer dicht bij elkaar buiten in de vrieskou en dek ze volledig af. Ondertussen versnelt u het ontdooien van de uitgeschakelde diepvriezer door er emmers met heet water in te zetten. Maak de binnenzijde zo snel mogelijk ijsvrij, reinig en droog de wanden en zet het toestel opnieuw aan. Na korte tijd kunt u de producten al terug overladen omdat de temperatuur dan lager is dan buiten. Laat uw diepvriezer gedurende 48 uur op de laagste stand staan, zodat de producten opnieuw in gunstige omstandigheden kunnen worden bewaard. Het jaarlijks ontdooien is echt nodig. Rijmafzetting tegen de koelelementen verhoogt het verbruik. Controleer regelmatig of de deuren nog perfect sluiten. Onderhoud de rubberen dichting goed en smeer hem regelmatig in met talk. In geval van een tijdelijke stroompanne houdt u de diepvriezer dicht. Zo gaat geen koude verloren.
Verstandig gebruik combineert het behoud van uw comfort met een verantwoord energieverbruik.
Zuinig gebruik van de linnendroger • • • •
WASSEN EN LINNEN DROGEN Als u de aankoop van een nieuwe wasmachine overweegt, moet u oppassen geen appelen met citroenen te vergelijken. Moderne machines hebben een trommel die de waskracht vergroot, verbruiken minder (warm!) water en werken geluidarm. In vele gevallen kunt u zelf het waterpeil, de warmte en het toerental voor het zwieren bepalen in functie van het linnengoed en de hoeveelheid die u wilt wassen. Deze machines springen dan ook zuinig om met energie. Als u per wasbeurt meer dan 1 kWh bespaart, kunt u zelf uitrekenen wat dit voor uw gezin betekent op jaarbasis.
• • • •
Als u het linnen - na het wassen - droogt in een linnendroger, let dan vooral op het toerental tijdens het zwieren. Een ondermaatse machine houdt meer dan één liter meer water vast dan een goede machine. En ... een liter water verdampen kost veel energie!
Als dat enigszins mogelijk is, koop dan een toestel dat het condensatievocht naar buiten afvoert. Kies altijd het juiste programma, zodat het linnen de gewenste vochtigheidsgraad heeft. Droog alleen linnen dat grondig is gezwierd en bijgevolg minder water bevat. Sorteer het linnen op basis van het weefsel. Bepaalde kunstvezels zijn veel sneller droog dan bijvoorbeeld vlaslinnen of katoen. Elektronisch gestuurde linnendrogers hebben sensoren in de trommel die de machine stilleggen als de gewenste vochtigheidsgraad is bereikt. Ze zijn zuiniger in het verbruik. Prop uw linnendroger niet te vol. U vertraagt dan het drogen. Reinig regelmatig de pluizenfilter. Maak het linnen dat u nog moet strijken niet eerst ‘kastdroog’.
VAATWASSEN
Ook de wasproducten zelf hebben een hele verandering ondergaan. De beste geven vergelijkbare of betere resultaten bij een lagere wastemperatuur. Daardoor daalt natuurlijk het verbruik.
Het is een waanidee te denken dat afwassen met de hand zuiniger is dan afwassen in een machine. Zeker niet als u in hygiënische omstandigheden wilt afwassen en dus ander water neemt om voor te spoelen, af te wassen en na te spoelen.
De meeste wasmachines hebben een trommel die 4 tot 5 kg linnen kan wassen. Dat volstaat voor doorsnee gezinnen met een doorsnee hoeveelheid was. Grotere machines kunnen tot 7 kg aan. Ze zijn vooral geschikt voor grotere gezinnen of voor gezinnen waar - omwille van de activiteiten in het gezin - de wasmand snel vol raakt (werk, sport, ...)
Een vaatwasser heeft per afwasbeurt maar 30 liter water nodig, voorspoelen en naspoelen inbegrepen. Het spoelwater wordt niet verwarmd. De zuinigste machines verbruiken amper 1 kWh. Bijna alle machines kunnen worden ingesteld op vuile (± 65°C) en minder vuile vaat (± 55°C).
Zuinig gebruik van de wasmachine • • • • •
• •
• •
10
Zuinig gebruik van de vaatwasmachine
Sorteer het wasgoed en gebruik een aangepast programma. Zorg ervoor dat de machine altijd goed gevuld is, maar niet overladen. De toets ‘halve lading’ is soms wel eens handig, maar maak er geen gewoonte van. Dat programma verbruikt nog altijd meer dan de helft energie. Grote hoeveelheden wasproduct maken meer schuim, maar geven slechtere wasresultaten. Het schuim remt de waskracht. Gebruik het voorwasprogramma alleen voor sterk bevuild linnen. Kies een wasmachine met een hoog toerental voor het droogzwieren, vooral als u het linnen achteraf moet drogen in een linnendroger. Droogzwieren met interval betekent dat het linnen tussen twee zwierbeurten wordt verlegd in de trommel. Daardoor krijgt u er meer water uit. Laat de deur open als u de machine niet gebruikt. Reinig en onderhoud de dichting. Meestal wordt gewassen met kalkhoudend water. Bij hogere temperaturen zet de kalk zich af tegen de weerstanden van de machine. Gebruik daarom een product dat de weerstanden ontkalkt. Het verlengt de levensduur van de machine en verhoogt het rendement van de weerstand. Zorg dat de machine perfect waterpas staat. Zo sluit u vele defecten uit. Laat geen controlelampjes branden na de wasbeurt. Schakel de machine volledig uit.
•
• • • • • • •
11
Leer vanaf het begin om uw machine goed te laden. Het vraagt enige handigheid, maar het loont! Wie goed stapelt, krijgt de helft meer in de machine en moet de machine dus minder inschakelen. Zet de machine pas aan als ze helemaal is gevuld. Verwijder alleen de etensresten. Spoel wat u in de vaatwasser zet niet af. Dat is dubbel gebruik. Gebruik altijd het gepaste programma. Schakel het programma met een lagere temperatuur is als de vaat niet sterk bevuild is. Zorg dat alle voorwerpen goed kunnen afdruipen. Als ergens water blijft staan belemmert dit het droogproces. Plaats het bestek in de korfjes met het bevuilde gedeelte naar boven. Reinig regelmatig de filter. Onderhoud de rubberen dichting. Reinig regelmatig de randen van de deur aan de binnenzijde. Aan de onderzijde stapelt zich bij sommige modellen vuil op en dat werkt roest in de hand. Ontkalk de machine (zie wasmachine).
BETER VERLICHTEN MET MINDER ENERGIE
VOORDELIG EN ZUINIG
WARM WATER
Verlichting draagt in belangrijke mate bij tot ons comfort, maar eveneens tot onze veiligheid. Daarom geldt als regel dat op de verlichtingsgraad niet kan worden afgedongen. Integendeel, trappen op- en afgaan, elektrische apparaten bedienen of bezig zijn in de keuken vergen optimale verlichting. Ook het langdurig uitoefenen van bepaalde oogtaken (lezen, naaien, tv kijken ...) vereisen aangepaste verlichting.
Toestellen om water te verwarmen verdienen extra aandacht bij aankoop. De bereiding van warm water vertegenwoordigt immers na de verwarming het grootste percentage van het energiebudget (de brandstof voor uw auto niet mee ingerekend!). Van een warmwatertoestel wordt verwacht dat het een lange levensduur heeft. Met andere woorden: wie een toestel koopt dat te veel energie verbruikt, zal jarenlang opkijken tegen een te grote energiefactuur. Win eerst het advies in van vaklui en reken dan uw verbruik uit voor u een toestel aankoopt. Een gouden regel die u veel geld kan besparen.
Dit alles wil niet zeggen dat op verlichting niet kan worden bespaard. Zuinig omgaan met verlichting betekent iets totaal anders dan de lichtsterkte verminderen. Het gebruik van spaarlampen bijvoorbeeld kan zorgen voor een zelfde of zelfs een hogere verlichtingsgraad die samengaat met een lager verbruik.
Warmwatertoestellen op aardgas werken snel en zijn eenvoudig te bedienen. De meeste ervan warmen het water pas op wanneer u het nodig hebt. Alleen als op korte tijd veel warm water tegelijkertijd nodig is, is een buffervat aan te raden. We denken dan aan een kapperszaak, de douches van een sportclub, een sauna ...
Spaarlampen zijn fluorescentiebuizen (TL-verlichting) in compacte vorm. De nieuwe generatie heeft een elektronische starter waardoor ze onmiddellijk ontsteken en al na een zeer korte tijd tot hun volledige rendement komen. Ze flikkeren niet en zijn niet veel groter dan een gloeilamp. Daardoor passen ze in de meeste armaturen. In tegenstelling met sommige TL-buizen verspreiden ze een relatief warm en schaduwvrij licht. Nog een voordeel is dat spaarlampen veel minder opwarmen.
De plaatsing van dergelijke toestellen levert weinig problemen op. De toestellen van de nieuwe generatie kunt u praktisch overal plaatsen. Gesloten toestellen hebben zelfs geen schouw nodig, wel een muurdoorvoer. Let bij aankoop goed op het Europese CE-label en de vermelding CAT 12E+. Als u dat ziet, weet u dat het toestel voor 100% veilig en betrouwbaar is en hoeft u niet te vrezen voor CO-vergiftiging. Elektrische warmwatertoestellen bieden veel comfort. Ze passen in elke woning, hebben geen schouw of muurdoorvoer nodig en zijn heel gemakkelijk te decentraliseren. Door de productie van warm water dicht bij het aftappunt te plaatsen gaat weinig energie verloren in de buizen. Elektrische warmwatertoestellen zijn vooral verantwoord als ze gebruik maken van de energie die wordt geproduceerd tijdens de stille uren. Onze aandacht gaat dus vooral naar goed geïsoleerde voorraadtoestellen.
Moderne spaarlampen kunnen ook met een dimmer worden geregeld. Spaarlampen verbruiken tot 5 maal minder energie dan de gewone gloeilampen. Een spaarlamp van 15 watt geeft evenveel licht als een gloeilamp van 75 watt. Er zijn ook equivalenten voor gloeilampen van 40, 60 en 100 watt.
Geisers op aardgas verwarmen het water dat er doorheen loopt. Het water warmt pas op als u de kraan opendraait en het toestel blijft water verwarmen zolang er water uit de kraan loopt. Niet alle geisers hebben dezelfde capaciteit. Die moet u zoveel mogelijk afstemmen op uw noden. De toestellen zijn niet duur in aankoop en ook het verbruik valt best mee. Als u een open toestel koopt, moet u zorgen voor een goed werkende schoorsteen. Bij de gesloten types volstaat een muurdoorvoer. Laat u bij de aankoop van een geiser niet alleen leiden door de prijs, denk in de eerste plaats aan uw veiligheid.
Spaarlampen zijn duurder dan gloeilampen, maar ze hebben een uitgesproken lange levensduur (10 maal of meer de levensduur van een gloeilamp) en het prijsverschil hebt u door het geringe energieverbruik na een korte tijd terugverdiend. Over het algemeen kan men stellen dat spaarlampen vooral geschikt zijn als algemene verlichting en op plaatsen waar de verlichting een langere periode brandt. De keuken, de woonkamer, het bureau, de studeerkamer en de knutselhoek in de garage komen beslist in aanmerking, maar ook de badkamer en de slaapkamer kunt u niet zomaar uitsluiten.
Boilers werken op elektriciteit of op aardgas. Ze slaan een voorraad warm water op en houden die zoveel mogelijk gebruiksklaar op een constante temperatuur. Het tijdstip van opwarming en het aantal opwarmbeurten is voor een aardgastoestel niet zo belangrijk, omdat er niet zoiets als een stille urentarief bestaat. Bij de keuze van een aardgastoestel moet u dus uitmaken hoeveel warm water u als ‘buffer’ wilt hebben.
Zuinig met verlichting •
• • • •
Elektrische boilers warmen bij voorkeur op tijdens de stille uren. Als de boiler relatief ver van het aftappunt staat, is hij minder geschikt voor het veelvuldig aftappen van kleine hoeveelheden warm water. Het water in de leidingen koelt immers vrij snel af en als u dan een volgende maal een kleine hoeveelheid warm water nodig hebt, moet u eerst het afgekoelde water laten weglopen.
Maak zoveel mogelijk gebruik van het natuurlijke licht. Het is gratis en verbruikt geen energie. Laat licht zo lang mogelijk binnenvallen en kies voor lichte kleuren in uw interieur. Lichte kleuren weerkaatsen 60 tot 90% licht, donkere kleuren niet meer dan 15 tot 25%. Kijk naar elk lichtpunt in uw woning en reken uit of een spaarlamp er rendeert. Zorg voor een goede combinatie van algemene en plaatselijke verlichting. Laat nooit licht branden in een kamer die niet in gebruik is, zelfs niet voor een korte periode. Maak in gang, kelder, garage, traphal ... gebruik van bewegingsmelders die het licht automatisch ontsteken en na een goed berekende periode weer doven.
Stem de inhoud van een elektrische boiler goed af op uw noden. Met een boiler van 80 liter kunnen twee tot drie personen na elkaar een douche nemen en kan één persoon een bad nemen. Er zijn voorraadtoestellen met een inhoud van 80, 120, 150, 200 of meer liter. Kies het toestel niet te groot, want dan warmt u elke dag een teveel aan water op dat u niet nodig hebt. In de meeste gevallen kunt u, als u uitzonderlijk warm water tekort komt, de elektrische boiler opnieuw opwarmen tegen het dagtarief. Als dat slechts enkele malen per jaar gebeurt is dat een betere oplossing dan elke dag teveel opwarmen. Een zonneboiler is heel milieuvriendelijk. Hij bestaat uit een zonnecollector, een groot voorraadvat, een temperatuurregelaar en een ‘klassieke’ bijverwarming. De zon kan instaan voor iets meer dan de helft (± 55%) van uw noden aan warm water. Zelfs op een koude, maar heldere winterdag draagt de zon haar deel bij. Om het restant op te warmen en om het ganse jaar door te beschikken over warm water met een
12
13
DOORDACHT
VERWARMEN constante temperatuur, is naast de zonnecollector nog een klassieke installatie op aardgas of op elektriciteit nodig. Dat maakt de installatie duurder bij aankoop maar door de lage verbruikskosten verdient u de prijs op termijn terug. Tevens kunt u profiteren van de aantrekkelijke installatiepremies die worden uitgekeerd bij de plaatsing van een zonneboiler.
Hoeft het nog gezegd dat de verwarming het belangrijkste deel van uw energieverbruik in de woning vertegenwoordigt? Een reden te meer om goed te plannen en er behoedzaam mee om te springen. Een degelijke verwarming haalt niet alleen de koude en het vocht uit uw woning, maar zorgt voor een gezonde omgeving, een gezellige sfeer en een maximum aan comfort. Aardgas en sommige vormen van elektrische verwarming beantwoorden goed aan deze verwachtingen.
De collector weegt niet minder dan 20 kg per vierkante meter. Hij wordt zo goed mogelijk naar het zuiden gericht. De installatie op een plat dak is ook mogelijk, maar dan is een dragende structuur nodig.
Het aardgasnet is de laatste jaren nog aanzienlijk uitgebreid, zodat meer en meer woningen in Vlaanderen aansluitbaar zijn. Aardgas is weliswaar een fossiele brandstof, maar is in die categorie beslist een van de zuiverste en de zuinigste. De installatie van aardgas in een woning is - geplaatst door een vakman eenvoudig en duurzaam.
Zuinig water verwarmen • •
•
• • • •
Kies een toestel in verhouding tot uw dagelijkse noden. Stel de temperatuur van een boiler in op 65°C. Die temperatuur is hoog genoeg om gevaarlijke bacteriën te doden en laag genoeg om aanzienlijke kalkafzetting te voorkomen. Bovendien wordt de levensduur van uw toestel verlengd. Plaats de warmwatertoestellen zo dicht mogelijk bij het aftappunt. Warm water dat in de buizen blijft staan is na een korte tijd al afgekoeld. Als u moet kiezen tussen twee aftappunten, plaats dan het toestel zo dicht mogelijk bij de plaats waar u vaak kleine hoeveelheden afneemt. Als de afstanden te groot zijn (meer dan 8 meter) opteer dan voor een gedecentraliseerde opstelling. Laat kranen niet lopen tijdens een scheerbeurt of tijdens het tandenpoetsen. Isoleer uw buizen, zeker als ze door niet verwarmde plaatsen lopen. Koop een spaardouchekop. Die verbruikt minder warm water en dus ook minder energie. Neem vaker een douche en minder vaak een bad.
CENTRALE VERWARMING MET AARDGAS Bij centrale verwarming wordt de warmte ontwikkeld in een energiezuinige ketel met een hoog rendement. Die warmt het water op dat dan via buizen naar radiators, convectors of buizen voor vloerverwarming wordt gestuurd. Het afgekoelde water stroomt terug naar de ketel en zo is de kring gesloten. In sommige gevallen wordt niet water, maar lucht opgewarmd. De circulatiepomp van de centrale verwarming wordt bediend door de thermostaat, die op een oordeelkundige plaats in de woning is opgesteld. In de ketel wordt dan de temperatuur van het water gemeten. Is die ontoereikend, dan ontsteken de branders om het water op de juiste temperatuur te brengen. De thermostaat staat meestal in de woonruimte en is uitgerust met een programmeerbaar uurwerk. Zo kunnen verschillende regimes worden ingesteld voor dag en nacht of voor de periodes dat er niemand thuis is. Om zuinig te verwarmen maakt u de temperatuurverschillen tussen dag- en nachtregime best niet te groot: 21°C overdag en 16°C ’s nachts is ideaal. Laat u ’s nachts de woning te veel afkoelen, dan is in verhouding meer energie nodig om opnieuw de comforttemperatuur te bereiken. Net zoals warmwatertoestellen moeten aardgasbranders worden opgesteld in een goed verluchte ruimte en een afvoer hebben via een goed trekkende schoorsteen. Als u een gesloten toestel koopt, volstaat een doorvoer door een muur of door het dak. Er zijn branders die u op de vloer moet plaatsen, andere kunnen worden opgehangen aan een muur en nemen als dusdanig minder ruimte in beslag. Daardoor zijn ze meer geschikt voor appartementen en kleine woningen. Toestellen die op de vloer staan, zijn verkrijgbaar in grotere vermogens. Aardgasketels kunnen tegelijkertijd zorgen voor de verwarming van warm water. Dat is niet altijd de ideale oplossing. In de eerste plaats mag de afstand tussen ketel en aftappunt niet te groot zijn. Vraag is ook of de brander wel een goed rendement heeft als hij in de zomer alleen het warme water moet verwarmen. Ketels met een hoog rendement herkent u aan het speciale HR+ label. De ketel produceert alleen warmte als de temperatuur van het water te laag is en de thermostaat meer warmte vraagt. De pomp blijft nog een tijdlang werken nadat de brander is uitgeschakeld. Die voert dan ook de restwarmte naar de radiators of de convectors zodat alle warmte efficiënt wordt gebruikt. Condensatieketels zijn nog zuiniger. Ze bieden een zeer hoog rendement omdat ze de warmte van de afvoerdampen, die bij elk verwarmingsproces vrijkomen, opnieuw aanwenden. Op een condensatieketel kleeft een ‘HR Top’-label. Dat staat garant voor zuinig verbruik en kwaliteit. Condensatieketels leveren de beste prestaties in combinatie met verwarmingssystemen die het warme water op een relatief lage temperatuur gebruiken, zoals bij vloerverwarming. Over het algemeen kan trouwens worden gesteld dat het comfortgevoel in een woning toeneemt als de temperatuurverschillen tussen warmtebron en
14
15
omgeving zo laag mogelijk zijn. Het comfortgevoel wordt in die gevallen ook al bereikt bij een iets lagere temperatuur, wat het energieverbruik ten goede komt. • •
Radiators warmen de ruimte snel op. Meestal worden paneelradiators gebruikt met lamellen. De lamellen zijn zo gebouwd dat ze gemakkelijk en snel de warmte afgeven aan de omgeving. De grootte van de radiators wordt berekend in verhouding tot de te verwarmen ruimte.
• • • • •
Bij convectors speelt ook het schouweffect mee. Daardoor komt op een kortere tijd meer warmte vrij en zal de omgeving nog sneller opwarmen. Ze zorgen voor een opwaartse luchtstroom en zijn dan ook - al of niet ingebouwd in een convectorput - heel geschikt om te worden gebruikt in woningen met veel glas. Zorg wel dat gordijnen niet boven of voor convectors of achter een convectorput hangen. Als de warme lucht wordt gevangen gehouden tussen glas en gordijn, gebeurt de verwarming van de ruimte niet op een efficiënte manier. Zorg dat een convectorput altijd goed geïsoleerd is.
• •
Vloer- en muurverwarming geven een zeer behaaglijke warmte en verhogen het comfortgevoel, maar warmen minder snel op dan de andere systemen. Ze veronderstellen wel een doorgedreven isolatie, zodat de warmte niet kan wegvloeien naar buiten of naar ruimten die niet worden verwarmd. Omdat het comfortgevoel sneller wordt bereikt, kan de thermostaat een graadje lager. En juist die laatste graad betekent veel voor uw energieverbruik!
•
DE WARMTEPOMP
Warmeluchtcirculatie combineert verwarming en ventilatie in één systeem. In de zomerperiode kan de luchtcirculatie voor enige afkoeling zorgen. Het is ook mogelijk om het systeem te koppelen met een airconditioner. Het systeem wordt alleen aangeraden in goed geïsoleerde woningen.
Een warmtepomp doet hetzelfde als de koelkast. De koelkast haalt warmte uit het voedsel en geeft die warmte af via warmtewisselaar aan de achterzijde. De warmtepomp haalt warmte uit de omgeving (lucht, water of bodem) en brengt die in de woning. De warmte die de warmtepomp buiten aan de omgeving onttrekt, heeft een te lage temperatuur voor de verwarming van de woning. Maar de pomp is in staat om de temperatuur op de voeren voor ze de woning binnenkomt. In de zomer kan het systeem worden omgekeerd en zo voor een vorm van afkoeling zorgen.
Aparte aardgaskachels kunnen uitstekende diensten bewijzen in studio’s of woningen zonder centraal verwarmingssysteem. Heel belangrijk is dat voor een degelijke afvoer van de verbrandingsresten is gezorgd. Bovendien moet het toestel beantwoorden aan de strengste eisen inzake veiligheid, zodat alle risico’s volledig worden uitgesloten. De goedgekeurde modellen dragen een kwaliteitslabel. Als het toestel niet goed werkt of de waakvlam plotseling dooft, moet het veiligheidssysteem onmiddellijk de toevoer afsluiten. Aardgaskachels warmen snel op en geven naast convectiewarmte ook stralingswarmte af die bijdraagt tot het comfortgevoel en de gezelligheid. Niet gekeurde en/of verouderde toestellen leveren gevaar op voor CO-vergiftiging. Als u in een woning verschillende aparte toestellen opstelt, ligt het verbruik snel hoger dan het verbruik van een centrale verwarming.
Het gebruik van een warmtepomp dringt de uitstoot van CO2 terug. De warmtepomp is zuinig en milieuvriendelijk. De overheid moedigt het gebruik ervan aan. Een warmtepomp is ideaal in combinatie met vloerverwarming, maar kan ook de warmte in de woning verspreiden via radiators of convectors. De basiswarmte van de warmtepomp wordt onttrokken uit de lucht, het water of de grond. Warmtepompen die warmte halen uit lucht zijn het goedkoopste te installeren, maar omwille van de relatief lage temperaturen in de winter leveren ze niet het beste rendement op. Twee meter onder de grond daalt de temperatuur zelden onder 10 tot 12°C en met die warmte kan een pomp heel goed werken. Ondergronds wordt een buizensysteem aangebracht. Dat kan al samen met de andere graaf- werken gebeuren. Die buizen zullen dienen als warmtewisselaar. Om een warmtepomp te installeren die warmte uit water onttrekt, moet u al beschikken over een grote vijver of een waterput met een grote inhoud. Zo niet komt deze oplossing niet in aanmerking.
Zuinig verwarmen •
• • •
•
16
• Schakel ’s nachts de verwarming lager, maar niet té laag. Als u de woning te veel laat afkoelen, hebt u in verhouding meer energie nodig om opnieuw het comfortpeil te bereiken. Regel de verwarming zo dat ze kort voor het slapengaan al uitschakelt. Houd in weinig gebruikte ruimte aan lage temperatuur, net voldoende om schimmels te voorkomen en vochtproblemen te vermijden. Regel de temperatuur met uw thermostaat en niet met een venster dat u open of dicht doet. Zorg dat deuren en ramen perfect sluiten. Gesloten gordijnen hebben - hoe dun ook - een gunstig effect op uw energieverbruik. Als u lange tijd afwezig blijft, regel de verwarming dan zo dat de ganse woning vorstvrij blijft (± 4°C). Een bestudeerde opstelling en spreiding van de warmtebronnen zorgen ervoor dat het comfortgevoel sneller wordt bereikt. Dek verwarmingstoestellen nooit af! Het rendement van oude installaties kan worden verbeterd door ze uit te rusten met een schakelaar die er voor zorgt dat de pomp alleen draait als dat echt nodig is. Laat uw brander een keer per jaar nakijken om rendementsverlies te vermijden.
In een goed geïsoleerde woning ligt het energieverbruik 30 tot 40% lager dan in een niet geïsoleerde woning. Op het vlak van isolatie moet aandacht worden besteed aan vloeren, buitenmuren, daken en glasoppervlakte. In sommige gevallen is zelfs de isolatie van binnenmuren verantwoord. Bijvoorbeeld tussen slaapkamer en aanpalende kamers als de slaapkamer vrijwel nooit wordt verwarmd. Isoleer de leidingen in de onverwarmde ruimten. Plaats de thermostaat op de meest aangewezen plaats in de woning: op de juiste hoogte, niet bij een deur, niet op een buitenmuur en niet naast een warmtebron. Kies voor radiators en convectors die uitgerust zijn met thermostaatkranen. Zo kunt u de temperatuur kamer per kamer regelen. Houd convectors en radiators stofvrij, zodat de warmteafgifte niet wordt belemmerd. Verluchting is - zelfs in goed geïsoleerde woningen - heel belangrijk. Ophoping van vocht verlaagt het comfortgevoel (waardoor u snel de thermostaat wat hoger draait) en is minder gezond. Een droog huis verwarmen kost minder energie. Terwijl de kamer verlucht, zet u de thermostaat natuurlijk uit. Houd het ganse jaar door uw meterstanden in de gaten. Door winter en zomer te vergelijken, krijgt u een goed beeld wat de verwarming kost.
De energie die nodig is om een warmtepomp te laten functioneren is beperkt en er gaat geen energie verloren. En de warmte die u uit de omgeving haalt is gratis. Houd er ook rekening mee dat u - wanneer u een warmtepomp in een nieuwe woning installeert - kosten kunt uitsparen. Zo hoeft u geen schoorsteen te bouwen en ook een opslagtank is niet nodig. Als u de warmtepomp in hoofdzaak ’s nachts laat werken door ze te combineren met vloerverwarming, dat kunt u misschien genieten van voordelige tarieven en zijn de verbruikskosten nog lager. Spreek daarover met uw energieleverancier.
17
DOMOTICA EEN UITSTEKEND MIDDEL OM ENERGIE TE SPAREN Domotica is een verzamelnaam voor elektronische en technische snufjes die ingrijpen op de regeling en/of de sturing van de verwarming, de verlichting en de grote huishoudapparaten. Domotica onthoudt en regelt wat u gemakkelijk zou kunnen vergeten.
HEBT U NOG VRAGEN OVER RATIONEEL ENERGIEGEBRUIK?
Een goed voorbeeld is de bewegingsdetector, die het licht automatisch uitschakelt in kamers waar gedurende een welbepaalde tijd geen beweging meer is. Het wordt nog mooier als op dat ogenblik ook de verwarming op een lager regime gaat branden.
Intergem Imewo Gaselwest Sibelgas
Jan Van Vaerenbergh Patrick Steurbaut Patrick Carrette Luc Vaneeckhout
055 33 83 89 055 33 83 96 055 33 83 87 055 33 83 29
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Imea Iveka Iverlek
Rudi Van Loon Joseph Brosens Peter Berghmans
03 490 42 14 03 490 42 14 03 490 42 14
[email protected] [email protected] [email protected]
Onze REG-adviseurs helpen u gratis en vrijblijvend.
En domotica kan nog meer. In feite staat er geen grens op wat mogelijk is, op voorwaarde dat de kosten voor de installatie beperkt blijven en de resultaten aantoonbaar zijn. Zo zou domotica automatisch de wasmachine, de linnendroger en de vaatwasmachine kunnen inschakelen bij het begin van een voordelige tariefperiode of nog de verwarming van een kamer uitschakelen als een raam geopend is. Domotica draagt in vele gevallen bij tot het woon- en leefcomfort en tot de veiligheid. Het is een geïntegreerd systeem dat alle grote elektrische toestellen en grote energieverbruikers bedient en beheert met het doel het comfort, de flexibiliteit, de veiligheid en het rationeel energiegebruik te verbeteren. Zo kunt u - om nog een voorbeeld te geven - door één toets in te drukken overschakelen van algemene, functionele verlichting naar een sfeerverlichting op een lager niveau om naar televisie te kijken. Dit voorbeeld levert uiteindelijk geen spectaculaire energiewinst op, maar dat is wel het geval als u bijvoorbeeld - bij het verlaten van de woning - een toets kunt indrukken die al uw elektrische apparaten controleert en die uw woning automatisch overschakelt naar het ‘nachtregime’.
Zuinig door domotica •
• •
18
Houd vanaf het ontwerp van uw woning rekening met domotica, zelfs als u die nog niet onmiddellijk installeert. Voorzie extra ongebruikte kabelbuizen vanaf het verdeelbord naar elke plaats in de woning en leg enkele functionele verbindingen in de woonkamer zelf. Voorzie een ingewerkte kabelbuis van de plaats waar uw pc staat naar uw verdeelbord. Beveilig uw installatie tegen overspanning.
Verantwoordelijke uitgever: Frank Demeyer, GeDIS - Plaslaar 44 - 2500 Lier
Het verschil tussen een traditionele installatie en een installatie met domotica is nogal groot. Hat kan dan ook het beste worden geïntegreerd in een nieuwe woning. In België bestaat een kwaliteitslabel voor domotica. Dat biedt u een garantie op een degelijke installatie. Meer informatie kunt u krijgen bij het Belgisch Centrum voor Domotica en Immotica (www.bcdi.be)
19