In de rubriek ‘Gat in de markt’ kwamen bijna vijftig tech-start-ups voorbij. Hoe is het hun vergaan? De meesten zijn optimistisch, hoewel financiers lastig te vinden zijn. Van de banken moeten ze het niet hebben. Nog geen vijftien jaar na het uiteenspatten van de internetzeepbel is de wereld van internet/techstart-ups weer helemaal hip. Een traineeship bij een bekende multinational met een aanlokkelijk en voorspelbaar carrièrepad? Slimme, gedreven, jonge, hoogopgeleiden weten wel beter. Met aansprekende voorbeelden van explosieve groeiers als Facebook, Twitter en Tumblr in het achterhoofd gaan velen nu voor eigen succes. Bijna vijftig van hen passeerden afgelopen jaar de revue in de rubriek ‘Gat in de markt’. Een schets van het Nederlandse start-upklimaat aan de hand van een enquête onder deze ondernemers (25 van hen reageerden) . Hoe is het ‘onze’ start-ups vergaan? Van de 24 ondernemers die niet reageerden op onze vragenlijst, is moeilijk vast te stellen of dat was omdat ze het te druk hadden met groeien of omdat ze inmiddels aan de beademing liggen. De 25 die wel van zich lieten horen, waren bijna zonder uitzondering bijzonder goed gemutst. Ja, er werd weleens een verkeerde softwareleverancier ingeschakeld of een bedrijfsplan volledig omgegooid en ja, het gaat altijd allemaal te langzaam, maar dat hoort nu eenmaal bij ondernemen. Maar in grote lijnen was afgelopen jaar gewoon een goed jaar. Bedrijven als Scoupy (onlinekortingsbonnen), Flinqer (onlinebetalingsplatform voor zakelijke markt), Crowdale (online-MBA-opleiding), BarTune (jukebox-app) en Localsensor (online, locatiegebaseerde advertentietool) wisten externe financiers aan boord te halen of werden zelfs in hun geheel overgenomen. Maar ook ondernemers die niet op zoek waren naar kapitaal of het niet konden vinden, hebben genoeg reden tot enthousiasme. Crowdynews (socialmediacontent) vertienvoudigde zijn omzet, rolde wereldwijd uit en groeide van ‘een aantal’ werknemers naar 21. Funk-e (online-uitleganimaties) schroefde zijn productie op van 45 naar 130 uitleganimaties en opende deze week een kantoor in Duitsland. Wappzapp (online-tv-portal) groeide naar 250 duizend gebruikers, Wakibi (crowdfunding voor ontwikkelingshulp) van 0 naar 1.600. GuidedByALocal (onlinereiscommunity) groeide hard en opende een kantoor (1 medewerker, 1 stagiair) in de Verenigde Staten. Via Mercadoo (onlinewinkelapp) werden bijna 1.000 onlinewinkels geopend.
Ook over hun toekomst zijn de starters vrijwel unaniem positief. Vraag ze waar ze staan over pakweg vijf jaar en termen als ‘marktleider’, ‘top-3- speler’, ‘internationale expansie’, ‘miljoenenomzet’ vliegen je om de oren. Slechts een enkeling houdt ook rekening met de kans op totaal falen. Over de overlevingskansen van collega-start-ups zijn de meningen overigens minder positief. Van alle beginnende techbedrijven die nu actief zijn, houdt het gros na verloop van tijd op te bestaan, denken de ondernemers. Schattingen lopen uiteen, maar gemiddeld denken de ondervraagden dat 10 tot 15 procent een succes wordt. ‘De rest gaat failliet of gaat verder als zzp’er’, aldus Peter Schinkel van Wakibi. Belangrijkste redenen voor falen, zegt Reinier Weerman van Flinqer: ‘Er is geen markt gemaakt of de benodigde financiering is niet gevonden’. Hoe zit het eigenlijk met de toegang tot geld? Het korte antwoord luidt: slecht. Het iets langere antwoord: heel erg slecht. Dat wil zeggen: een afspraak maken met een potentiële investeerder of toegang krijgen tot een zogeheten angel (investeerder die in heel vroeg stadium al wil instappen), is goed te doen. De man of vrouw overtuigen zijn buidel te trekken om jouw plannen te financieren, lukt echter bijna niemand. Bij banken hoef je sowieso niet aan te kloppen, weet Hugo Lingeman van Stinngo (websites voor bed and breakfasts): ‘Ze bellen niet eens terug. We probeerden afspraken te maken met onze huisbankier. Die vertikt het gewoon om terug te bellen, ondanks meerdere verzoeken.’ Ook ongemeen fel in zijn bewoording over Nederlandse investeerders is Camiel Notermans van Crowdale: ‘Wat zich durfinvesteerder noemt in Nederland, is in de praktijk vooral een safetyseeker. Veel jonge ondernemers kiezen voor een karig bestaan en moeten er naast hun toewijding voor het eigen bedrijf vaak nog een bijbaantje naast doen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien.’ Financiers in Nederland, van banken tot durfinvesteerders tot angels, zijn volgens vrijwel alle ondernemers risicomijdend geworden. Waar investeerders in de Verenigde Staten in eerste instantie kijken naar het aantal gebruikers en er genoegen mee nemen dat er nog geen businessmodel is, hechten financiële partijen in Nederland uitsluitend aan omzet. ‘Elke partij die wij benaderen, wil eerst omzet zien’, zegt bijvoorbeeld Piotr Bakker van Coocoolu (tool voor onlinevisualisatie van ideeën). ‘Nu gaan we ons product dus maar zelf bouwen. Aangezien we daarnaast moeten werken om de huur te betalen, duurt alles langer en worden er kansen gemist.’ Het verschil in financieringsgewoonten tussen de VS en Nederland heeft overigens alles te maken met de omvang van de thuismarkt, weet Reinier Weerman van Flinqer: ‘Nederland heeft een kleine thuismarkt, waardoor schaalbaarheid veel lastiger is.’ Oftewel: een Nederlander die moet uitzoeken of zijn product of dienst ook werkt in Duitsland, Frankrijk, Tsjechië en Kroatië is (onder meer door taalbarrières, cultuurverschillen en andere wetgeving) veel meer geld en tijd kwijt dan zijn collega in bijvoorbeeld de VS. Die heeft in één klap een potentiële miljoenenmarkt binnen zijn bereik. Ook de Nederlandse cultuur speelt een rol, aldus Rob van Buuren van Localsensor, die de oorzaak van het probleem ook voor een deel bij de ondernemers zelf legt: ‘Nederlanders en hun gezinnen zijn privé vaak veel financiële verplichtingen aangegaan. Veel gezinnen zijn afhankelijk van twee inkomens; dan is het dus een heel riskante stap om voor jezelf te beginnen.’
Ondernemers in Nederland die op zoek zijn naar geld, hebben dus twee mogelijkheden: of omzet draaien of op andere dan traditionele manieren aan geld zien te komen.’ Hoor ik daar iemand crowdfunding zeggen? Wie zich in deze tijden in de start-up-gemeenschap beweegt, kan er niet omheen: crowdfunding. Er zijn vele varianten, maar in alle gevallen komt het erop neer dat je van relatief veel mensen relatief kleine bedragen leent of krijgt. Bij elkaar kun je op die manier aardige sommen geld ophalen. Van de 25 respondenten maakten 7 gebruik van crowdfunding. Een van de ondernemingen die aan bod kwamen in de rubriek ‘Gat in de Markt’, Wakibi, is zelf een crowdfundingplatform. Goedbeschouwd is crowdfunding niets nieuws onder de zon; in de start-up-wereld werden in de immer voortdurende zoektocht naar financiering al veel langer Friends, Fools en Family (FFF) benaderd, maar mede dankzij sociale media is de groep te benaderen vrienden en halve garen oneindig veel groter geworden. En ze zijn veel makkelijker bereikbaar. Volgens Ramon Groen van Qonfy (online spullen verkopen) staat crowdfunding in Nederland nog echt in de kinderschoenen in vergelijking met de Verenigde Staten. Het mooie is echter wel dat met de huidige stand van de techniek ook een zolderkamerstart-up uit Noordoost-Groningen toegang heeft tot crowdfuncingplatforms uit de hele wereld. De financiële malaise is overigens de grote kracht achter meer trends in de wereld van start-ups; praat met vijf jonge tech-ondernemers en je hoort minstens één keer de term ‘bootstrap’ voorbij komen; bedrijfjes die ‘bootstrapped’ zijn, beginnen zonder kapitaal van externe financiers. Bootstrappen houdt dus in: zo weinig mogelijk uitgeven, al het geld dat binnenkomt direct weer investeren in het bedrijf en vooral heel veel uren maken om je product of dienst te ontwikkelen. Ook de lean start-uptrend komt (mede) voort uit het gebrek aan kapitaal. Lean (Engels voor slank) werken was al veel langer en breder een trend, maar sinds ondernemer Eric Ries eind 2011 het boek The Lean Start-up publiceerde, is de ‘slanke’ onderneming ook in de start-upcommunity populair geworden. De manier van werken komt er kort gezegd op neer dat je je gezond verstand gebruikt voordat je een bedrijf begint. Om onnodige kosten en investeringen te voorkomen, zoek je eerst grondig uit of er behoefte is aan je product, of mensen ervoor willen betalen en of er een gezond bedrijf van te maken is. Klinkt logisch, maar in een wereld waar de ‘just-do-it-mentaliteit’ en ‘wij-bepalen-wel-waar-de-consument-op-zit-te-wachten’-gedachte lang de dienst hebben uitgemaakt, is het spectaculair en vernieuwend. Hoe is het verder gesteld met het start-upklimaat in Nederland? Wie de financiële malaise even negeert en kijkt naar de explosieve groei van het aantal incubators, ondersteunende programma’s en start-upverzamelgebouwen en - broedplaatsen, kan maar tot één conclusie komen: het is volop lente in start-upNederland. Ondernemers met meer en minder ver uitgewerkte plannen kunnen terecht bij initiatieven zoals Rockstart, Startupweekend, Founder Institute en Startupbootcamp. Drijvende kracht achter deze programma’s zijn niet zelden zogenoemde serial entrepeurs: mannen en vrouwen die zelf al vaker bedrijven uit de grond hebben gestampt. Veel van hen deden dat in de periode voorafgaand aan
en tijdens het klappen van de internetbubble. Zij weten dus hoe het is om op je bek te gaan en kunnen de lessen die ze daaruit hebben getrokken doorgeven aan de nieuwe generatie starters. Ook universiteiten bieden steeds meer ondersteuning aan jonge ondernemers die voor zichzelf willen beginnen. YesDelft, Utrechtinc en Kennispark Twente zijn slechts een paar van de vele initiatieven. Deelnemen aan dit soort programma’s is vooral goed voor het netwerk zegt Collin Ellis van WappZapp. ‘Je leert mensen kennen en de taal spreken.’ Nog een wijze les: ‘Het heeft ons ook geleerd dat iedereen zijn eigen wijsheid heeft en er vele wegen naar Rome leiden.’ Crowdale-oprichter Camiel Notermans: ‘Het mooiste vond ik het contact met de drivers van de ondernemersscene in Nederland. De energie en drive van de overige deelnemers was ook uniek.’ Er zijn overigens ook zat start-ups die het accelerator-circuit bewust mijden. Het kost te veel tijd voor wat het oplevert, zeggen Andy Kalbfleisch van Friendtipper (onlineklantenwerving) en René Bulthuis van GuidedByALocal in koor. Nog een reden om het allemaal zelf uit te zoeken, noemt Frederic Petragani van Holland Haptics (product voor digitale tast): ‘Een accelerator wil 8 procent van ons bedrijf voor 15 duizend euro. Daarmee zou ons bedrijf lager gewaardeerd worden dan eerder het geval was.’ Heel mooi, al die tintelende bedrijvigheid in de polder, maar stikt het niet ook gewoon van de mensen die door de crisis geen baan konden vinden en daarom maar voor zichzelf zijn begonnen? Het grote aantal starters in combinatie met de slechte arbeidsmarkt zou je zomaar dat idee kunnen geven. Marieke Schoutsen, oprichter van bedrijfsverzamelgebouw Bovendebalie en van haar eigen start-up Earlydoc (online medisch advies) ziet dat anders: ‘Je ziet momenteel dat veel mensen een eigen bedrijf beginnen, maar ik denk niet dat dat te maken heeft met een slechte arbeidsmarkt. Goede ondernemers maken veel uren, zijn gemotiveerd en slim; dat zijn mensen die ook in dit klimaat wel een baan kunnen vinden.’ Nee, de crisis blijkt voor vrijwel niemand de reden te zijn om voor zichzelf te beginnen. Ook aansprekende voorbeelden zoals Facebook, Zynga en Groupon zijn niet de eerste reden voor starters om een eigen bedrijf op poten te zetten. Natuurlijk werkt dat soort verhalen enthousiasmerend, maar een eigen bedrijf begin je voor alles voor het avontuur, de afwisseling en om van ‘niets’ ‘iets’ te maken. En omdat je eigenwijs bent, natuurlijk. Of, zoals Marieke Schoutsen het omschrijft: ‘Ik ben heel ongeduldig. Ik heb er geen zin in een heel trainee-ship te doorlopen. Ik wil alles zelf doen en op het moment dat ik het wil, van acquisitie en productontwikkeling tot management.’ ‘Voor ons is het belangrijk zelf iets van de grond te tillen om zelf alle zeggenschap en verantwoordelijkheid te hebben’, zegt Margreet Feenstra van Zazone (vastgoedaanbod voor pop-upwinkels). Joris van Aalst van de site waardeermijnspullen.nl (onlinevariant op Tussen Kunst en Kitsch): ‘Het mooiste is als ideeën die eerst alleen in jouw hoofd zaten in de praktijk ook daadwerkelijk aanslaan. Dat geeft zo veel energie en inspiratie. Wanneer je voor een baas werkt, stop je vaak op vrijdag met werken en mag je pas maandag weer aan de slag. Als ondernemer ben je bevoorrecht en mag je ook in de avonden en weekenden doorwerken!’
Dennis Reumer, oprichter van TRNK (software-ontwikkeling voor kinderen): ‘Het vergt bloed, zweet en tranen en er zijn vele momenten waarop je je afvraagt waarom je het doet en ermee doorgaat, maar als er echt iets staat dat mensen gebruiken, zie je de kracht van dromen, wil en uithoudingsvermogen. Zelfs als je de eindstreep niet haalt met een idee, is de weg ernaartoe een leerschool en verrijking die je nergens anders mee kunt vergelijken.’ Op weg naar succes Vijftien Nederlandse techstart-ups om in de gaten te houden volgens andere starters: silk: semantische webeditor, probeert structuur aan te brengen in informatie op internet. Moet internet makkelijker doorzoekbaar en de zoekresultaten eenvoudiger bewerkbaar maken. peecho: onlineprintmakelaar, maakt printen van alle digitale informatie eenvoudig. Zoekt automatisch naar drukker die jou op dat moment het best en snelst van dienst kan zijn. getkarma.com: leuke manier om vrienden cadeautjes te geven via sociale media. layargloss: onlinedienst waarmee je onder meer tijdschriften en boeken kunt uitgeven op iPad en iPhone. coocoo.lu: helpt mensen hun ideeën online te visualiseren en te delen met anderen. scoupy: mobiele kortingsbonnen-app. Laat op basis van gps zien welke kortingen winkels in de buurt aanbieden. myorder: mobiele bestel- en betaaldienst. Online filmkaartjes kopen, bloemen bestellen, of een biertje op het terras. tinypay.me: mobiele marktplaats. Met paar klikken zet je spullen te koop op Facebook en Twitter. mipagar: helpt bedrijven hun diensten en producten af te laten rekenen op basis van gebruik. vonq: recruitmentsite die bedrijven met vacatures vertelt waar ze die het beste kunnen plaatsen en hoe ze bij de werving sociale media kunnen inzetten. owlin: geautomatiseerde nieuwsdienst voor financiële sector. Claimt dat het sommig nieuws sneller kan leveren dan reguliere financiële persbureaus als Bloomberg en Reuters.
wappzapp: online-tv-portal. Biedt overzicht in en toegang tot onlinecontent van publieke en commerciële omroepen alsmede van sites als Vimeo, YouTube en Nu.nl. localsensor: onlineadvertentiebedrijf dat de locatie waar mensen zich bevinden gebruikt als basis voor de advertenties die zij ontvangen. Tip voor andere starters: ‘Luister niet te veel naar anderen, maar doe het vooral zelf.’ Tip voor andere starters: ‘Het gaat niet slechts om het idee, maar vooral om de uitvoering.’
De Persgroep Digital. Alle rechten voorbehouden. DE VOLKSKRANT TEKST WOUTER KEUNING 14/03/13, 00:00