HOE WERKT HET INTERGOVERNMENTAL PANEL ON CLIMATE CHANGE (IPCC)?
Wat is IPCC en wat is het niet? o Het Intergovernmental Panel on Climate Change van de VN is opgericht door de World Meteological Organization ( WMO) en het United Nations Environmental Programme (UNEP) in 1988 o Het is een organisatie van alle landen aangesloten bij UNEP en WMO (totaal 194) o Je kunt er als persoon geen lid van zijn, alleen landen zijn lid, waar onder Nederland o Het opperste orgaan is de Plenaire vergadering van alle aangesloten landen o IPCC heeft geen eigen gebouw, alleen een secretariaat in Geneve van 6 fte betaald door WMO en UNEP.
Wat is de taak van IPCC? o IPCC heeft tot taak de meest recente wetenschappelijke, technische en socio-economische literatuur over klimaatverandering, de gevolgen daarvan en de maatregelen om klimaatverandering en de gevolgen te beperken te beoordelen. Het doel is om daarmee beleidsmakers te voorzien van een objectieve en gebalanceerde basis voor het nemen van besluiten. o IPCC doet dit assessment werk door middel van het regelmatig maken van rapporten, die het gehele scala van onderwerpen omvatten (Algemenen Assessment Rapporten) , en van rapporten die een specifiek onderwerp behandelen (Speciale Rapporten) o IPCC voert zelf geen onderzoek uit.
Waarom is IPCC nodig? o IPCC is nodig omdat het voor beleidsmakers anders onmogelijk is uit de grote stapels literatuur wijs te worden. De kennis over klimaatverandering is enorm gegroeid, de klimaatwetenschap is niet eenduidig, er zijn veel onzekerheden en beperkingen in kennis, maar er moeten wel belangrijke politieke besluiten worden genomen. Je kan dus niet afgaan op een paar rapporten van enkele deskundigen.
Hoe is IPCC georganiseerd? o De basis van de IPCC organisatie wordt gevormd door wetenschappelijke experts, die op basis van vrijwilligheid en onbezoldigd optreden als auteurs van assessment rapporten (voor ieder rapport afzonderlijk wordt een team samengesteld) o Het assessment werk is opgedeeld in 3 werkgroepen en 1 Task Force:
1
o o
o o o
o o
o
Werkgroep I: De werking van het klimaatsysteem en de veranderingen daarin Werkgroep II: De gevolgen van klimaatverandering en de aanpassing daaraan Werkgroep III: De maatregelen om klimaatverandering te beperken Task Force Inventarisatie Broeikasgasemissies (stelt richtlijnen op voor het maken van broeikasgasemissie inventarisaties door landen) Elke werkgroep wordt bestuurd door de Plenaire vergadering van aangesloten landen Elke werkgroep heeft eigen management (Werkgroep Bureau) voor het organiseren van het assessment werk, bestaande uit door IPCC Plenaire Vergadering gekozen mensen: 2 (of 3) co-voorzitters 6 (of 5) vice-voorzitters Elke werkgroep heeft een klein eigen secretariaat (Technical Support Unit), met ca 5 fte tijdelijk personeel. De Task Force heeft bestuur van 12 leden eveneens ondersteund door secretariaat van 7 fte tijdelijk personeel Het dagelijks bestuur van IPCC bestaat uit 30 gekozen landenvertegenwoordigers, inclusief de werkgroepbestuursleden en de covoorzitters van de Task Force Er is één gekozen IPCC voorzitter en er zijn 3 algemeen vice-voorzitters Behalve het IPCC secretariaat en de secretariaten van de Werkgroepen zijn alle functies binnen IPCC onbezoldigd. De functionarissen zijn gewoon in dienst van een organisatie in eigen land. Iedere 6 jaar, als er een nieuwe assessment ronde start, wordt er door middel van verkiezingen een nieuw bestuur gekozen door de IPCC landen.
Hoe worden de auteurs geselecteerd? o De basis wordt gevormd door een voordracht van landen en internationale organisaties voor coördinerende hoofdauteurs, hoofdauteurs en auteurs die bijdragen leveren, zo nodig aangevuld door IPCC Bureauleden o De selectie van hoofdstuk schrijfteams (coördinerende hoofdauteurs (1-3 per hoofdstuk) en hoofdauteurs (6-12 per hoofdstuk ) vindt plaats door het Werkgroep Bureau op basis van deskundigheid, dekking van de inhoud van het hoofdstuk, vertegenwoordiging van belangrijke stromingen in de wetenschap, regionale spreiding en achtergrond/ ervaring (academici, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties). Op deze manier wordt ervoor gezorgd dat het schrijfteam evenwichtig is samengesteld, waardoor opvattingen en meningen van individuele auteurs niet de boventoon gaan voeren. Alle auteurs nemen deel op persoonlijke titel en vertegenwoordigen niet een organisatie. o Bijdragende auteurs (deze leveren tekstbijdragen, maar participeren niet in bijeenkomsten van hoofdauteurs) worden voorgesteld door schrijfteam en goedgekeurd door Werkgroep Bureau
2
o
De drie assessment rapporten van 2007 zijn geschreven door 44 hoofdstukschrijfteams, met in totaal 450 hoofdauteurs. Nog eens 800 wetenschappers hebben tekstbijdragen aangeleverd over specifieke aspecten.
Hoe verloopt de assessment van de beschikbare literatuur? o Auteurs beoordelen alle relevante literatuur en geven een afgewogen oordeel over de conclusies die daaruit kunnen worden getrokken o Ze gebruiken daarbij publicaties uit wetenschappelijke tijdschriften, die een zogenaamde “peer review” (beoordeling door enkele vakgenoten) hebben ondergaan, o Ze worden aangemoedigd om ook andere kwalitatief goede literatuur te gebruiken, zoals boeken en rapporten van onderzoeksinstituten, internationale organisaties en bedrijven (de zogenaamde “grijze”literatuur; deze zijn vaak ook door externe deskundigen en vakgenoten becommentarieerd) o Een IPCC richtlijn schrijft voor hoe schrijfteams om moeten gaan met deze “grijze” literatuur en nog ongepubliceerd werk. Deze richtlijn onderkent dat in wetenschappelijke tijdschriften weinig te vinden is over zaken als hoeveel emissiebeperkende maatregelen in verschillende sectoren en landen mogelijk zijn, en over de kwetsbaarheid van die sectoren en landen voor klimaatverandering. Deze kennis staat vaak in rapporten van onderzoeksinstituten, verslagen van workshops en congressen of publicaties van de industrie en andere organisaties. De IPCC richtlijn schrijft voor dat “grijze” bronnen kritisch bekeken moeten worden. Elk schrijfteam is verplicht de kwaliteit en de validiteit grondig te checken voordat een bevinding uit een grijze bron mag worden gebruikt. Elke bron moet volledig traceerbaar zijn. Van nog ongepubliceerde bronnen moet een kopie aan het IPCC secretariaat worden overgelegd zodat deze bronnen beschikbaar zijn als anderen ernaar vragen o Kritische literatuur moet worden meegenomen in de beoordeling en op waarde beoordeeld o In totaal zijn er in AR4 ca 18000 literatuurbronnen gebruikt. o Bij de assessment van de literatuur geven de auteurs de mate van “zekerheid” aan die aan conclusies kan worden toegekend. Deze mate van “zekerheid” wordt in de 3 IPCC Werkgroepen verschillend weergegeven: In Werkgroep I wordt de mate van waarschijnlijkheid dat een conclusie waar is aangegeven In Werkgroep II worden twee indicatoren gebruikt: de mate van waarschijnlijkheid dat een conclusie waar is en de mate van vertrouwen in de correctheid van een uitspraak In Werkgroep III wordt een meer kwalitatieve indicatie gegeven in welke mate er overeenstemming is binnen de beschikbare literatuur aan en de hoeveel informatie die beschikbaar is
3
Hoe komt een rapport tot stand? o De hoofdlijnen van de structuur van een rapport en van de inhoud van de hoofdstukken wordt vastgesteld door Plenaire Werkgroepvergadering (van aangesloten landen) o Een “Nulde orde” concept wordt becommentarieerd door alle auteurs en enkele externe deskundigen o Het “Eerste orde “concept wordt becommentarieerd door externe deskundigen (voorgesteld door landen en internationale organisaties en zelf gemeld) o Schrijfteams bespreken de commentaren, registreren hun reactie op elk commentaar en bespreken hoe het eerste concept wordt aangepast o “Review editors” (voor elk hoofdstuk 2-3) beoordelen hoe schrijfteams met commentaren zijn omgegaan en vragen zo nodig om heroverweging o Het “Tweede orde” concept met technische samenvatting en samenvatting voor beleidsmakers wordt becommentarieerd door externe deskundigen (zelfde als voor eerste orde concept) en aangesloten landen o Schrijfteams bespreken de commentaren, registreren hun reactie op elk commentaar en bespreken hoe het tweede concept wordt aangepast o “Review editors” beoordelen hoe schrijfteams met commentaren zijn omgegaan en vragen zo nodig om heroverweging o Bij het laatste rapport (2007) gaven 2.500 experts en landen samen ca. 90.000 commentaarpunten op de 44 hoofdstukken. Voor elk afzonderlijk commentaarpunt is door de betreffende auteurs met argumenten aangegeven hoe dat commentaar is verwerkt. o Het definitieve rapport (ca 1000 pagina’s per werkgroep) met technische samenvatting (ca 50-100 pagina’s)en concept samenvatting voor beleidsmakers (ca 10-20 pagina’s) wordt onder verantwoordelijkheid van de auteurs afgerond. Het IPCC management (voorzitter, werkgroep covoorzitters) kunnen de auteurs niet overrulen o “Review editors” verklaren schriftelijk dat alle commentaren naar behoren zijn verwerkt. Deze verklaringen zijn nodig voor de goedkeuring van een rapport. o Het definitieve rapport met technische samenvatting wordt door Plenaire Werkgroepvergadering (aangesloten landen) geaccepteerd zonder mogelijkheid tot amendering. De samenvatting voor beleidsmakers wordt woord voor woord goedgekeurd door de Plenaire Werkgroepvergadering met mogelijkheid tot amendering, maar die tekst moet een zuivere weerspiegeling zijn van de onderliggende hoofdstukken.
4
Hoe wordt de samenvatting voor beleidsmakers goedgekeurd? o Coördinerende hoofdauteurs van alle hoofdstukken zijn in de zaal aanwezig en kunnen gevraagd en ongevraagd reageren indien voorstellen voor amendering van de tekst van de samenvatting niet in overeenstemming zijn met de tekst van de hoofdstukken o Een voorstel voor amendering wordt alleen aanvaard als daardoor geen beeld ontstaat dat afwijkt van de onderliggende hoofdstukken. o De tekst van de samenvatting wordt unaniem goedgekeurd, met de mogelijkheid voor een land om zijn bezwaren in een voetnoot te laten opnemen. Van de ze mogelijkheid is bij AR4 slechts in enkele gevallen gebruik gemaakt. o Binnen de 180 landen zijn alle opvattingen over klimaat vertegenwoordigd, ook die worden aangeduid als meer ‘skeptisch’ (zoals bijv de OPEC landen) of meer ‘alarmistisch’ (sommige regeringen met een ‘groen’ imago ).
Welke aspecten van het IPCC proces zouden kunnen worden verbeterd? o Wij concluderen dat de IPCC procedures transparant en grondig zijn, ook al zijn zij niet feilloos en dus ook voor verbetering vatbaar. Het schrijven van IPCC rapporten en de kwaliteitsbewaking daarvan blijft immers mensenwerk. Een garantie op een foutvrij rapport is een onhaalbaar ideaal, hoezeer dat ook gewenst is. Wel is het essentieel de procedure steeds weer te evalueren en waar nodig aan te scherpen, door lessen te trekken uit de gebleken fouten. o Mogelijke verbeteringen die zouden kunnen worden voorgesteld zijn o.a.: Betere ondersteuning van coördinerende hoofdauteurs en hoofdauteurs, bij voorbeeld door aanstelling van hoofdstukassistenten Een meer gerichte review, waardoor voorkomen kan worden dat bepaalde delen van hoofdstukken niet intensief worden bekeken Betere cross-check tussen hoofdstukken en werkgroepen, om te voorkomen dat er inconsistenties in de verschillende teksten zitten Anonieme review om te voorkomen dat bepaalde commentaren minder serieus worden bekeken door de auteurs Een zwaardere rol van review editors om het risico te beperken dat onzorgvuldig verwerkte commentaren er door slippen Extra test van robuustheid wetenschappelijke onderbouwing van hoofdconclusies door een wetenschappelijk team van ‘outsiders’ die de teksten niet eerder gezien hebben Het formeel invoeren van IPCC procedures voor snelle correctie van fouten, die na publicatie worden ontdekt
5