Hoe lééf ik na een verlies door zelfdoding?!
Inleiding op de ontmoetingsdag op zaterdag 1 maart 2003 door mevr. Jacqueline Tondu georganiseerd door Werkgroep Nabestaan na Zelfdoding Friesland -1-
Leeuwarden, 1 maart 2003 Uitgave van de inleiding door Jacqueline Tondu op de ontmoetingsdag van de Werkgroep Nabestaan na Zelfdoding Friesland. Praktijk voor Rouwbegeleiding Jacqueline Tondu, tel.: (0229) 27 15 21 e-mail:
[email protected] Contactadres en tevens secretariaat van de Werkgroep Joke Roorda-Staal Bleeklaan 38, 8921 HC Leeuwarden Tel.: (058) 215 17 37 e-mailadres:
[email protected] Internetsite: www.nnzf.org
-2-
Hoe lééf ik na een verlies door zelfdoding ?! •
Gedicht “Welkomsgroet” van Marinus van den Berg GEGROET Gegroet Jij die hier bent gekomen. Jij die deze weg hebt te gaan. Deze weg zonder wegbewijzering Niemand die weet hoe lang ze is. Niemand die weet waar ze uitkomt.
Gegroet Jij die tot hier bent gekomen. Jij die deze weg moet gaan van gemis en verlangen van heimwee en leegte. Geen andere weg dan deze onbekende weg.
Gegroet Jij die soms zelf niet weet hoe je gaat op deze weg, soms niet weet hoe verder te gaan, dan weer zich verdwaald voelt, zoekend toch verder gaat.
Gegroet Jij met je moed om hier te komen. Mag je hier licht vinden, een woord misschien dat je bemoedigt op de weg verder, die jouw weg is. Marinus van den Berg
•
Moedig om hier te komen, je doet tenminste “iets”…Een aantal van u heeft vanochtend misschien op de drempel gestaan: zal ik wel / niet gaan? En misschien heeft de hoop dat u hier een woord of/en anderen zou vinden die u kunnen bemoedigen of de gedachte dat u het niet helemaal alleen hoeft te doen, de doorslag gegeven …Fijn dat u (toch) gekomen bent.
•
Ik vind het een eer dat ik gevraagd ben om een inleiding voor u te mogen houden. Ik ben uitgenodigd als nabestaande van zelfdoding en als professionele hulpverlener in verlies-verwerking en rouwbegeleiding. Het zijn twee rode draden in mijn levensverhaal die heel nauw met elkaar verweven zijn en mij gevormd hebben tot wie ik nu ben. En daarom voelt het ook als een erkenning voor mijn leven en levenservaring, dat ik op grond hiervan u als mede-nabestaande wat mag vertellen. Mijn lezing rust op deze twee pijlers: de hulpverlenerskant en mijn persoonlijke verhaal. Een aantal thema’s zal ik vanuit deze twee perspectieven en ervaringen bespreken.
-3-
In de eerste plaats wat betekent het om nabestaande na zelfdoding te zijn, voor welke vragen en opgaven kom je te staan en vervolgens hoe geef je daar uitdrukking en vorm aan, zodat je er misschien mee kunt leven…… •
Nabestaande zijn. Een feitelijke en sobere (calvinistische) omschrijving van iets vreselijks: iets of iemand heeft bestaan, is er niet meer en degene die achterblijft, bestaat daarna. Dat betekent dat je hele bestaan daarna voortkomt uit en bepaald wordt door hetgeen daaraan voorafging: een leven met iemand anders. Bestaan betekent er zijn en leven. Nabestaan wil zeggen, na het leven er zijn, overblijven, achterblijven, (er) na blijven. Dat is dus niet leven en feitelijk is dat ook wat er gebeurt als je nabestaande wordt. Het is over-leven. In de Engelse en Franse taal worden nabestaanden “overlevers” genoemd (survivors, survivants) Dat geeft dus meer uitdrukking aan wat er gebeurt. Wij bewaren dat woord voor andere vreselijke dingen, zoals rampen. Maar, nabestaande worden en zijn, zeker na zelfdoding, is ook een ramp, die je moet zien te overleven. Laat staan er mee te leven……
•
Zelfdoding: Ook zo’n neutraal en feitelijk beschrijvend woord voor een persoonlijk drama. Wel beter dan het afschuwelijke woord “zelfmoord”. Het is een moreel woord, d.w.z. dat het een oordeel inhoudt, een moraal: iemand het leven benemen of je dat nou zelf bent of een ander, wordt als moord op het leven gezien (dit wordt ook gebruikt bij abortus en euthanasie). In wezen is moord altijd gericht op het leven van iemand anders en spreken we ook van zelfmoordacties of zelfmoordenaars als iemand zijn eigen leven in dienst stelt van het vermoorden van anderen. De term “zelfmoord” is zeer met oordelen beladen en kenmerkt daarmee ook het taboe wat hierop rust in onze “christelijke” samenleving. Dat kan traumatiserend en isolerend werken. Veel te vaak wordt dit woord nog achteloos en onbewust gebruikt. Alleen nabestaanden van zelfdoding zouden dit woord mogen gebruiken als een uitdrukking van de heftigheid van het gebeuren en van je eigen gevoelens van afschuw.
• Nabestaanden na zelfdoding. Wij zijn als groep op deze noemer hier bij elkaar, omdat wij allemaal één of meerdere familieleden of andere dierbaren verloren hebben door zelfdoding. Een emotioneler en ook moreler woord voor nabestaanden is: Lotgenoten. Wij dragen en delen hetzelfde lot. Het lot als bovenmenselijke macht die het leven beheerst (lotsbestemming en noodlot). Of het lot als: het zelfde meemaken. Maar ook heeft een lot een dubbele betekenis: een goed of slecht nummer trekken, geluk of ongeluk. En in ons geval treft ons een ongelukkig lot. Dat maakt ons tot lotgenoten. Maar we zijn allemaal individuen, ieder met een eigen persoonlijk verhaal en een eigen manier om met dit lot om te gaan en dat doet ons sterk van elkaar verschillen.
-4-
•
Hoe komt het dat we op zo’n andere en eigen manier reageren op dit (nood)lot?
Wat is hier bepalend in? Ik zal een aantal oorzaken noemen die hierop van invloed zijn: 1. Om wie het gaat die je hebt verloren: of het je kind, partner, broer/zus, oma/opa of een ander familielid of dierbare betreft. Dat is van wezenlijk verschil. De plek die iemand feitelijk innam in je gezin en in je leven. Daarnaast wat diegene voor je betekende en hoe de relatie was. Vaak wordt de betekenis van iemand pas duidelijk als diegene er niet meer is. Dat is een paradox in ons leven. Soms is “de afwezige” er meer, dan de aanwezige. Vaak kan je door het gemis iemands bestaan en betekenis pas echt voelen. Dan wordt letterlijk de lege plek en het gat wat iemand achterlaat zichtbaar en voelbaar. In mijn geval was de dood van mijn vader veel ingrijpender in mijn leven dan de zelfdoding van mijn zus. Dat had vooral te maken met de betekenis die hij voor me had als ouder en als vader. Bovendien was de relatie met mijn zus altijd heel ambivalent en na de dood van mijn vader uiterst slecht. Dat maakte dat ik haar dood ook als een opluchting heb ervaren. Wat iets is, dat moeilijk is om zelf te voelen, te erkennen en over te praten. Dus, alleen al bij een gegeven, zoals om wie het gaat die je verloren hebt, is heel duidelijk hoe verschillend en ook hoe persoonlijk dit voor een ieder is. Ook al heb je allemaal dezelfde soort persoon verloren, dan nog betekent dit voor iedereen wat anders. Want aan een zo’n vraag kleven hele verhalen en geschiedenissen vast. Daarom is het zo belangrijk voor een ieder om je eigen persoonlijke verhaal te kunnen vertellen. Steeds weer opnieuw en steeds weer anders. Verhalen om op verhaal te komen. Daarin betekenen lotgenoten heel veel voor elkaar omdat er begrip, erkenning en herkenning is. Een 2e belangrijke factor is hoe je iemand of meerderen verloren hebt Er wordt veelal een onderscheid gemaakt tussen een “verwachte” en “onverwachte” zelfdoding. Op het moment dat het gebeurt is het natuurlijk altijd onverwacht, maar er is een verschil of er een (ziekte)geschiedenis aan vooraf is gegaan en het enigszins te verklaren valt of dat het totaal onverwacht gebeurt zonder ook achteraf aanwijsbare factoren en signalen. In geval van een ziektegeschiedenis is er sprake van een dubbel verlies: het psychisch ziek worden / zijn van iemand is vaak een sluipend proces, wat gepaard gaat met angst en ontkenning. Angst om de waarheid onder ogen te zien en ontkenning als poging om alles in tact te houden. Dit speelt zowel bij degene die het zelf doormaakt als voor de betrokken familieleden. In feite is er al verlies en rouw vanwege de ziekte, alleen heel onbewust en onzichtbaar, wat soms geuit wordt als machteloosheid, boosheid en onduidelijk verdriet. Door de zelfdoding wordt er voor de tweede keer verloren, nu van het leven. Vaak worden ook dan pas alle angst, pijn en zorgen die er al lang waren zichtbaar en voelbaar.
-5-
Dit is een vluchtige schets van de lijdensweg die mensen met psychiatrische ziekten en hun omgeving doormaken. Als nabestaande kun je vaak de zelfdoding aan die geschiedenis verbinden, waardoor je enige verklaring hebt voor deze daad. Dat kan een beetje antwoord geven op al je vragen, onmacht en schuldgevoelens. Het zelfde geldt voor mensen met andere moeilijkheden of / en verslavingen in hun leven, zoals b.v. drugsgebruik. Soms is het ook een combinatie hiervan met depressies of onverwerkte verliezen. Maar er zijn ook nabestaanden die geen enkel houvast of signaal hebben waaraan de zelfdoding verklaard kan worden. De oorzaak voor zelfdoding is niet zo simpel bij een directe aanleiding te vinden. Vaak is dat een laatste druppel die de emmer van teleurstellingen, frustraties, afwijzingen en gevoelens van eenzaamheid deed overlopen. En daar hoef je als nabestaande niets van te merken. Over het algemeen worden dit soort gevoelens door de meesten van ons binnen gehouden, daar kom je niet zo makkelijk mee. Bij zo’n “onverwachte” zelfdoding blijf je als nabestaande ook met heel veel vragen, zelfverwijt en schuldgevoelens achter. Vooral het gevoel dat je het had moeten zien aankomen…. Ook hoe iemand zich van het leven benomen heeft kan veel pijnlijke en zelfs traumatische gevolgen hebben voor de nabestaanden. Zeker als je de overledene niet meer mag zien vanwege de gruwelijke staat waarin deze verkeert, waardoor je geen afscheid kunt nemen. Maar ook als je de overledene wel mag zien, kan dat heel schokkend zijn. Het laatste beeld wat je van iemand hebt, blijft vaak hangen. Tegenwoordig houden sommige uitvaartverzorgers gelukkig meer rekening met het belang van afscheid nemen, zodat er iets van de overledene zoals b.v. een hand of een stukje haar nog zichtbaar is en aangeraakt kan worden. De wijze waarop iemand zich zelf gedood heeft is iets wat voor de nabestaande vaak een niet te accepteren daad is en daardoor vaak ook zo moeilijk om over te praten. 3. Wat ook een belangrijke rol speelt is de wijze waarop je het slechte nieuws gehoord hebt. Van wie je het gehoord hebt en hoe het verteld is. Of dat je degene zelf gevonden hebt. Of dat je er zelf bij was toen het gebeurde. Ook dat maakt veel uit in hoe je deze wanhoopsdaad wel of niet kunt accepteren. 4. Een andere factor die van invloed is of en hoe je al het verschrikkelijke wat er gebeurt kunt verwerken heeft te maken met je eigen levensbeschouwing en levenshouding. Kun je steun putten uit je eigen visie of geloof over het leven, de dood, het al of niet bestaan van een god. Of werkt het juist storend dat ondanks je geloof jou dit toch overkomen is en dat je je vertrouwen hierdoor kwijt raakt. Belangrijk hierin kunnen ook de opmerkingen van derden zijn, zowel negatief als positief. Vanuit welke basis kun je dit verschrikkelijke gebeuren opvangen? En kun je de ander en jezelf vergeven?
-6-
5. Welke herinneringen bewaar je aan die persoon? Vooral als er ook moeilijkheden en ruzies of /en geweld is geweest, waar je mee achterblijft. Dat zijn pijnlijke scherven, die je moet zien te helen. Onafgemaakte zaken, waar jezelf mee in het reine zal moeten komen anders blijven ze je rouwproces blokkeren. 6. Welke steun ontving of ontvang je nu van je “natuurlijke” omgeving? Juist in tijden van nood ontdek je wie je echte vrienden zijn en wie niet, wie er echt voor je is of wie alleen maar adviezen geeft of nog erger: contact vermijdt. Dat brengt vaak ook een verlies en verschuiving van je kontakten teweeg. Ook in je eigen gezin of/en familie is het vaak niet mogelijk om het verlies met elkaar te delen en elkaar te steunen. Dat maakt dat je er heel alleen in kan staan en dat soms hulp van buitenaf je die steun wel kan geven. Ik heb zelf veel steun gehad bij de dood van mijn vader van een lotgenotengroep rondom verlies van een ouder en van een rouwtherapeut voor de traumatische verwerking van “het ongeluk”. Daarnaast heb ik enkele gesprekken met een maatschappelijk werker gehad over alle ruzies en verwikkelingen die ontstonden over de erfenis. Ik had die hulp echt nodig om het hoofd boven water te houden. Vanwege van mijn zus heb ik ook deelgenomen aan een lotgenotengroep na zelfdoding; helaas was hier onderling zo’n sterke concurrentie in wie er het meeste leed had en werd dit zo slecht begeleid, dat ik hier uitgestapt ben. Zo heb ik door al deze ervaringen geleerd hoe je wel en niet gesteund kunt worden en hoe je goed of slecht kunt begeleiden. Dat komt me nu in mijn werk goed van pas. 7. Een andere factor welke van invloed kan zijn op je verwerking is het feit of er nog andere verliezen ervoor of erna hebben plaatsgevonden. Soms kan de ene dood de andere uitlokken. Zo ken ik een vader, die zijn beide kinderen in een half jaar tijd aan zelfdoding verloor. Of een vrouw die op jonge leeftijd haar moeder was verloren aan zelfdoding en daarna nog twee broers. De angst voor herhaling en ook bij jezelf kan dan heel groot zijn en dat kan de verwerking van de verliezen in de weg staan. 8. Van groot belang is ook je eigen psychische draagkracht en fysieke gezondheid. Wat kan je aan en hoe ga je met al je gevoelens en gedachten om. Kun je het uiten? En geef je jezelf de tijd om te voelen en te rouwen? 9. Verder maakt het ook uit op welke leeftijd jou dit lot is overkomen: nog als klein kind of in je pubertijd of als jonge volwassene of als ouder? Ik ben zelf achteraf blij dat ik al 45 was en niet jonger, toen mijn vader verongelukte… 10. En tot slot of je als nabestaande man of vrouw bent. Dat kan van invloed zijn op hoe je met je verlies omgaat en hoe je rouwt. Over het algemeen zijn mannen meer actie- en oplossingsgericht, gaan snel weer en hard aan het werk. Vrouwen zijn eerder geneigd tot diep in de gevoelens gaan, depressies hebben of /en er alsmaar over willen praten.Dat maakt het ook extra lastig als je als echtpaar een kind verloren hebt. Ieder rouwt op zijn of haar manier en het is een hele kunst om elkaar in de waarde te
-7-
laten en niet ook nog eens elkaar te verliezen. Helaas komt de helft van die echtparen tot echtscheiding. Ook bij gezinnen zie je na een ingrijpend verlies, dat of de band sterker is geworden of dat het nest uit elkaar gevallen is. Zo was dat helaas bij ons ook het geval. Dat verlies komt er dan nog eens bij. •
Al deze factoren geven aan ieder van ons hier een eigen kleur en accenten aan het persoonlijke verlies en aan de manier van rouwen. Daarin verschillen wij allen van elkaar. Dat maakt ook ieders verhaal zo uniek en waardevol. De genoemde factoren spelen ook een rol bij alle andere verliezen. Maar er is één iets wat ons hier onderscheidt van alle andere nabestaanden, ons samenbrengt en juist tot lotgenoten maakt: dat is het feit van “de al dan niet bewust gekozen eigen dood”. Degenen die wij verloren zijn, hebben zichzelf het leven ontnomen, zij zijn zelf “de daders”. Dat is wezenlijk anders bij alle andere overledenen. Bij zelfdoding wordt je als nabestaande geconfronteerd met de wanhoop en levensnood van je dierbare, waarvan deze daad de enige of laatste uitweg of oplossing is. Het is niet zozeer een keuze voor de dood, maar een keuze voor leven, een ander leven. Niet meer verder kunnen, geen pijn meer willen voelen en het bewustzijn willen stoppen. De meest centrale gedachte bij zelfdoding is vaak hopeloosheid en hulpeloosheid: “het wordt nooit meer goed en niemand kan mij helpen”. In feite zijn zij niet zo zeer daders, maar slachtoffers van een voor hen uitzichtloze situatie. Gevangen zitten in een vicieuze cirkel, in depressies, angsten, levenspijn en bewustzijnsvernauwing en daardoor geen andere uitweg zien dan de dood als noodoplossing, een nood-gedwongen keuze. “Kiezen” voor de minst slechte oplossing: weg zijn van hier, weg uit dit lijden, uit dit leven wat geen leven is. Heel duidelijk wordt dit verwoord in het laatste gedicht wat een meisje van 20 schreef voordat zij er een einde aan maakte: “Alles had ik in dit leven”
•
Schuldgevoelens hoeft niemand te hebben, maar natuurlijk vraagt ieder zich af wat had ik anders kunnen of moeten doen om dit te voorkomen? Het is wel heel belangrijk om zelf een onderscheid te maken tussen schuldig zijn en je schuldig voelen. Schuldig ben je als je letterlijk een mis-daad gepleegd hebt. En schuldig voelen heeft te maken met zelfverwijten: had ik maar wel/niet iets gedaan of gezegd of anders gereageerd… Daarmee had je de zelfdoding niet kunnen voorkomen, zo simpel ligt het niet. Misschien heb je wel een aandeel gehad in het lijden van de ander. In iedere relatie gebeuren goede en minder goede dingen, over en weer. En het is dus belangrijk om b.v na ruzies het weer goed te maken en je spijt te betuigen. Schuldgevoelens zijn eigenlijk geen gevoelens, het zijn negatieve oordelen over jezelf en daarmee zet je jezelf vast. Op schuld kan alleen maar straf en boete volgen. Vaak gaat schuldgevoel gepaard met schaamte over jezelf en wat er gebeurd is. Daarom hou je het allemaal binnen en vast. Door echter je schuldgevoelens te uiten door spijt en berouw te tonen, kan er weer ruimte komen voor echt gevoel zoals verdriet bijvoorbeeld. Na de zelfdoding van mijn zus was het van groot belang om mijn schuldgevoelens te erkennen, na te gaan waarmee ik haar bewust en
-8-
onbewust pijn heb gedaan, dit uit te spreken, spijt over te betuigen, haar vergeving te vragen plus mijzelf en haar te vergeven. Vergeven betekent vrij geven: de ander en jezelf ont-lasten zodat de weg weer open en vrij is. Daarna kon ik pas echt voelen wat het voor mij betekende dat zij er niet meer was en kon ik ook haar keuze voor zelfdoding respekteren zonder mij zelf schuldig te voelen. •
Rouwen na zelfdoding is met name anders vanwege de hele zoektocht naar verklaringen en mogelijke oorzaken. Het eindeloze zoeken naar waarom, zowel om de redenen en oorzaken te vinden als ook proberen te begrijpen dat mensen zo iets kunnen doen. En het is vaak zo moeilijk of zelfs onmogelijk om te begrijpen waarom iemand dit en nu en op die manier gedaan heeft. En ook de pijnlijke vraag als: ”was ik dan niet belangrijk genoeg om voor te blijven leven?” Soms is er een afscheidsbrief, die misschien wat duidelijkheid verschaft, maar ook meer vragen kan oproepen. En de enige die vragen kan beantwoorden, is er niet meer. En de grote vraag is ook of zelfs diegene op die vragen antwoord zou weten. Want de redenen voor zelfdoding zijn niet zo eenduidig en soms is er ook geen enkele aanwijsbare reden. Brief of geen brief, wel of geen bekende oorzaak, zelfdoding blijft vaak een mysterie. Uiteindelijk weten we het niet waarom iemand niet in het leven kon blijven. Het is veel complexer dan we denken. En toch is het belangrijk om die waarom-vragen te kunnen stellen, te blijven stellen, telkens weer opnieuw, zodat je geleidelijk aan van die vragen bevrijd raakt en uiteindelijk je eigen antwoord gaat vinden en geven. Want dat antwoord kan helpen om een zekere rust te vinden. Een duidelijke uiting hiervan is het volgende gedicht van een moeder, die haar dochter verloor: “Waarom”? (Kokkie Jonkers)
•
Rouwen doet iedereen anders. Daar zijn geen vaste regels voor. Wel, staan we allen voor dezelfde opgaven: hoe ieder een vorm en manier vindt om op dit ingrijpende verlies te reageren, het te verwerken en er mee verder te leven. En dat is zwaar en hard werken. Daarom wordt dit ook “rouwarbeid” genoemd. Je wordt er in ieder geval heel moe van. De psycholoog Worden beschrijft 4 taken, waar die rouwarbeid uit bestaat. Het woord “rouwtaken” geeft aan dat de rouwende iets actiefs kan doen. Het is niet een kwestie van wachten tot het overgaat of dat de tijd alle wonden heelt. “In de tijd rouwen” is noodzakelijk op wat voor manier dan ook. Je zult het zelf moeten doen op eigen tijd. Iedereen die een dierbare verliest komt plotseling in een totaal nieuwe en onbekende situatie terecht, “een doolhof”, en wordt geconfronteerd met onbekende gevoelens en reacties, die veel angst en onzekerheid kunnen geven. De indeling in 4 rouwtaken wil alleen de stappen aangeven die als richtlijnen kunnen werken in het rouwproces. Deze vier rouwtaken verlopen niet netjes achter elkaar. Het gaat dwars door elkaar heen over de tijd verspreid. Aan de hand van die taken zal ik dieper op het rouwproces ingaan.
1. Eerste taak: erkennen van de werkelijkheid van het verlies: je realiseren dat het echt waar is. Bij ieder overlijden is er het gevoel alsof het niet
-9-
waar is en zeker als het plotseling is gebeurd. Van het ene op het andere moment is iemand er niet meer. Die schok tot je laten doordringen en ook nog daarbij de manier waar op iemand om het leven is gekomen, lijkt niet te bevatten. Helemaal als je er niet bij was en het overlijden als een bericht te horen krijgt van derden. Toen mijn vader verongelukte en ik dit telefonisch medegedeeld kreeg door de politie, beleefde ik zijn dood als een verhaal, een onwerkelijk verhaal, wat ik steeds weer aan mijn moeder moest vertellen, omdat zij het ook niet bevatten kon. Door je verhaal keer op keer te vertellen, moet je het op een gegeven moment wel geloven dat het echt zo is. Elk detail is belangrijk omdat dit houvast biedt en ook de mogelijkheid geeft om het verlies in details te laten doordringen, want daardoor wordt het concreet. Alleen nog niet tastbaar en voelbaar: het blijft een verhaal als je letterlijk geen afscheid hebt kunnen nemen en iemand niet dood hebt gezien. De eerste taak die mij te doen stond om de werkelijkheid van het verlies te kunnen aanvaarden, was naar de plek des onheil te gaan. Letterlijk de laatste passen die mijn vader gezet had te lopen en de laatste minuten te beleven die hij geleefd had. Proberen mij voor te stellen wat hij had doorgemaakt en hoe hij gestorven is. Daarbij was ook belangrijk dat ik alle vragen die ik had, kon stellen aan de eerst betrokkene. Het was aan de ene kant heel pijnlijk om alle details te horen, maar het gaf me ook de mogelijkheid om mijn liefde voor mijn vader te voelen en het verdriet toe te laten. Nu kon het rouwen om zijn verlies beginnen. Zijn dood was geen verhaal meer, het was werkelijkheid geworden. Het is heel belangrijk voor de verwerking om precies te weten hoe het gebeurd is,“de ware toedracht” te kennen en al je vragen te kunnen stellen. De werkelijkheid onder ogen zien is een ontzaglijk moeilijke opdracht. Ontkennen is daarom een hele normale, natuurlijke en beschermende reactie. De rauwe werkelijkheid is te gruwelijk om onder ogen te zien en te bevatten. Het kost tijd totdat het echt doordringt. Door je verhaal steeds weer te vertellen of / en op te schrijven b.v. in een dagboek of rouwschrift kan helpen bij het toelaten van de werkelijkheid van die “nachtmerrie”. 2. Als het verlies begint door te dringen, sta je voor de tweede taak: het ervaren van de pijn van het verlies. Er is absoluut geen weg om de pijn heen. De enige weg naar verwerken is recht door de pijn heen te gaan. Verdriet als louteringsproces. Het is niet mogelijk iemand te verliezen waaraan je sterk gehecht bent geweest, zonder een zekere vorm van pijn te ervaren. Die pijn kan in velerlei vormen voelbaar zijn: als angst, verdriet, eenzaamheid, woede, schuld, kou, depressiviteit, jaloezie, wanhoop en ook “niets voelen”. Je wordt door deze gevoelens overvallen. De aardbeving vindt plaats. In een rouwproces maak je een heel scala aan vaak tegenstrijdige gevoelens door. Daar tussen wordt je heen en weer geslingerd. Het is normaal je verdoofd te voelen en de realiteit niet te beseffen. Dat kan beangstigend zijn. Het is normaal bang te zijn dat je het nooit meer te boven komt of dat je gek wordt of dat je ook dood wilt. Opstandigheid en boosheid zijn normale uitingen van pijn. Alle gevoelens zijn normaal, ook het gevoel dat je niets meer voelt! Verwerken van het verlies betekent: alle gevoelens aanvaarden als deel van het helings-
-10-
proces. De rouwreacties hebben te maken met een verbroken verbondenheid. Rouwen is het helen en genezen van de band met de overledene. Voelen dat je bang bent om verder te leven en nog niet weten hoe, is heel kwetsbaar. Het erkennen van die kwetsbaarheid is een uiting van liefde. Liefde heelt alle pijn en overwint alles. Het is liefde voor jezelf, voor de ander, voor de pijn, voor het leven en ook voor de dood. Rouw wordt daarom ook wel ” het zusje van de liefde” genoemd of “de achterkant van de liefde” of “de prijs van de liefde”. Rouwen is het proces van aanpassing aan het verlies in ons leven. Rouwen is durven, vooral durven voelen, voelen van het verlies en alles wat dat bij je teweeg brengt. Het vraagt lef om je rouw te voelen en daar tijd voor te nemen. Je kan ook diverse lichamelijke klachten krijgen, zoals: slaapstoornissen, ademhalingsproblemen, gebrek aan energie, plotselinge af- of toename van gewicht, hoofdpijn en rugpijn, frequente verkoudheden en keelpijn, duizeligheid en onscherp zien. Het zijn de reacties van je lichaam op je geestelijke verwarring. Je pijn is reëel, niet ingebeeld. Zo kun je b.v. ook letterlijk steken in je hart krijgen. Hartverscheurende pijn van een gebroken hart. Als rouwenden mij om hulp vragen om bij hun gevoelens te komen, werk ik vaak met ademhaling, ontspanning, stilte, meditatie, visualisaties, teken- en schrijfopdrachten. Allemaal gericht op het in contact zijn met je zelf, met je binnenkant en met voelen. Deze creatieve middelen raken je n.l. eerder aan op een diepere gevoelslaag dan er over praten. Rouwen is voelen. Waar woorden ophouden, begint de stilte en de taal van gevoelens, beelden en symbolen. Die gevoelstaal kan op allerlei manieren geuit worden en vorm krijgen. Dat is natuurlijk per persoon verschillend. Voor de een is het heel bevrijdend om eindelijk te huilen, voor de ander alle woede te uiten. De een doet dat d.m.v. klodders verf, nat in nat schilderen, de ander door te kleien, in steen hakken, of alles uit te schrijven, in gedichten, te schreeuwen, etc. Ieder zijn eigen expressie en vorm. Er is natuurlijk wel een innerlijke veiligheid nodig om dit toe te kunnen laten. Bovendien moet het bij je passen om je gevoelens te uiten en op een andere manier dan erover te praten. Ook hierin is iedereen verschillend want er is geen “goed’” of “slecht” rouwen. Ieder doet het op een eigen manier. De individualiteit van mensen geeft aan hoe het verdriet vorm krijgt. Daar valt niet over te oordelen: de een voelt niets, de ander huilt aan een stuk door, een volgende gaat nog harder werken, weer één meldt zich ziek, enzovoorts, enzovoorts. Bij de één past het om uitgebreid te rouwen, bij de ander niet. Het is ieders antwoord op een verlies. 3
De derde rouwtaak is het aanpassen aan een leven zonder die persoon. De plaats die wegvalt hangt samen met de betekenis en de rol die diegene had. Dat is voor ieder anders ook als je dezelfde persoon verloren hebt. Wie was bv. dit kind voor die ouders, broers en zussen, want voor ieder betekent deze persoon wat anders. Vaak realiseer je je pas geleidelijk welke functies de overledene allemaal in je leven vervulde. Dat wordt nu zichtbaar en voelbaar. Het gemis, opstandigheid, groot verdriet, machteloosheid en eenzaamheid kun-
-11-
nen nu sterker worden. Zeker in het geval van partnerverlies: je komt er opeens helemaal alleen voor te staan, ook als er kinderen zijn. Je zult een oplossing moeten vinden voor de rollen en functies die vroeger door de overledene vervuld werden, je bent je klankbord kwijt, je geliefde, het leven wat je leidde en je toekomst. Het alleen achterblijven in een relatie wordt nog eens versterkt door de reacties van de omgeving. Ook kom je door middel van het pijnlijk ervaren van deze eenzaamheid tot de ontdekking hoe rijk de relatie was, maar ook wat onaf is gebleven of nooit is uitgesproken. Dat geldt voor het verlies van iedere persoon. Er komen fijne en pijnlijke herinneringen naar boven. De film wordt als het ware teruggedraaid en je krijgt een duidelijk beeld van hoe die relatie was en de waarde en betekenis daarvan voor je leven. Dat is confronterend. De verbinding is verbroken en het is aan jou de taak om met die onafheid te leven en om daar zelf een eind aan te breien. Vooral als er geen afscheid heeft plaats gevonden. Je kunt de “onafgemaakte zaken” nog wel degelijk voltooien door je daarover uit te spreken. Ik geef daarvoor in mijn rouwbegeleiding schrijfopdrachten in de vorm van zinnen, bv.: “waar ik moeite mee heb, is.....” of “wat ik mis.....of “waar ik me schuldig over voel…” of “waar ik boos over ben….” of “wat ik je nooit heb durven zeggen”..... Gericht aan de overledene. Alles wat in je opkomt schrijf je achter die zinnen. Er kunnen ook nieuwe zinnen bijkomen of in de plaats van zinnen die weinig bij je op roepen. Een volgende stap is deze zinnen uit te spreken naar de overledene (in de vorm van een lege stoel). Ook al is deze situatie gefingeerd, werkt deze vorm sterk emotioneel en energetisch. Doordat gedachten en gevoelens worden uitgesproken waardoor blokkades worden opgeruimd, ontstaat er vrijheid en opluchting. Hierna geef ik meestal een vergevingsopdracht: door het uitspreken van je berouw en daarvoor vergeving te vragen, kun je jezelf werkelijk bevrijden van pijn en schuld. Het zijn wat je noemt zuiverende vormen van liefde. Vaak blijkt het moeilijker te zijn jezelf te vergeven dan de ander. Het houdt n.l. in dat je je eigen beperkingen en onmacht erkent, dat je de ander kwetst sowieso door te zijn wie je bent en dat je niet anders kan of kon. Dat accepteren van je zelf en daar je hart voor openen, is een wezenlijk onderdeel van het verwerkingsproces. Je kunt ook de vergeving van de ander pas aanvaarden als je jezelf hebt vergeven. Dan is de weg vrij tussen jou en de ander en kun je elkaar ook loslaten in vrijheid. Een laatste stap hierin is bewust afscheid nemen: de ander bedanken voor wie die was, voor de liefde en het leven wat je deelde en diegene het allerbeste toewensen. Bewust een punt zetten achter het “wij samen” en verder gaan met ik hier en jij daar. Letterlijk: “je af-scheiden van”. Voor dit laatste afscheid laat ik diegene een eigen afscheidsritueel creëren, waar ik ingrediënten voor aandraag. Een belangrijk onderdeel hiervan vormt “de afscheidsbrief”. Vaak is het nodig een aantal versies te maken voordat je de uiteindelijke afscheidsbrief kunt schrijven. Ook hierin wordt direct voelbaar en zichtbaar hoe ver je bent in dit proces of je werkelijk iemand los kunt laten. Voor het afscheidsritueel kun je nog een dierbaar aandenken, voorwerp of/en symbool maken of nemen, waar
-12-
je aan gehecht bent en moeilijk vindt om los te laten. De brief en deze aandenkens tezamen staan symbool voor de verbinding die je had. Ieder bepaalt zelf welke vorm van loslaten deze het meest geëigend vindt. De keuze hiervan is gebaseerd op de vier elementen: begraven in de aarde, verbranden in het vuur, mee laten stromen door het water of weg laten vliegen in de lucht (door een ballon). Elk element heeft haar energie en geeft die kracht aan het loslaten die bij je past. Ook zijn combinaties van die elementen mogelijk. Voor mij hebben deze vormen van afscheid nemen veel betekend in het verwerken van de plotselinge en heftige verliezen die ik had. Verliezen leren je ook om los te laten en afscheid te nemen. En ik ben altijd weer blij als ik dat aan anderen kan doorgeven en daarbij kan helpen. 4. De vierde rouwtaak bestaat uit: de overledene emotioneel een nieuwe plaats geven en opnieuw leren houden van mensen en van het leven. De feitelijke relatie is veranderd, maar de overledene blijft een speciale plaats innemen in je hart en geest. Herinneringen en anekdotes worden kostbaar en leven in jou voort. Hiermee blijft ook de betekenis en waarde die iemand had in leven. Je kunt contact blijven voelen, maar de intensiteit van de band wordt anders. Soms sterker dan toen die persoon nog leefde. Ook de pijn wordt anders: was eerst het verlies elke dag een grote leegte en pijnlijk aanwezig, later wordt het gemis en de pijn iets wat je gaande weg leert om te dragen. Je moet wel. Mooi verwoord is dat in een gedicht van Carla Pols “dit groot verdriet”. Voorbij is het eigenlijk nooit, het is een wond, waar altijd een litteken vanachter blijft. Of zoals ook wordt gezegd: ”het gaat je hele leven als een schaduw met je mee”. Of: “mijn verdriet zit nu als het ware in een doosje, ik kan het openmaken, ernaar kijken, maar ik kan het ook weer dicht doen”. Je neemt het verlies je hele leven mee, maar je kunt leren dat zo te doen, dat het je leven niet meer op een negatieve manier beheerst. Door geleidelijk aan weer emotionele energie op te brengen voor het leven buiten. Staps- en schoksgewijs weer opnieuw gaan houden van het leven en van andere mensen. Ook hier heb je tijd voor nodig. Verwerken wil niet zeggen: wegwerken en dan is ‘t voorbij. Verwerken (ook zo’n náár woord) is integreren: de ander “inweven” in je bestaan. Manieren vinden om je verdriet vorm te geven en ermee te leven. Je blijft er altijd gevoelig en kwetsbaar voor. Alleen de heftigheid van het gemis wordt iets minder. Een verlies is nooit helemaal “verwerkt”: het gemis kan je plotseling weer overvallen in bepaalde situaties of op bijzondere dagen. Dat wil trouwens niet zeggen dat je het verlies dan niet geïntegreerd hebt. Je leeft er mee en dat betekent dat het deel uitmaakt van je leven, een heel belangrijk deel. Want het heeft jou en je leven op z’n kop gezet en drastisch veranderd: het leven en jijzelf wordt nooit meer zoals het leven en jij was.
-13-
•
Hoe kun je weer gaan leven zonder die ander en weer van het leven en van anderen gaan houden? De angst om weer iemand te verliezen is levensgroot en hoe kan je weer je hart openen voor iemand als het nog verbonden is en blijft met de dierbare die je verloren hebt? Het kan ook als een verraad voelen om van iemand anders te gaan houden... Of mag ik nog wel genieten nu die ander niet meer mee kan genieten? Sommigen vinden dan ook dat het leven nooit meer iets zal zijn om van te genieten. En je ziet dan dat hun leven eindigt na de zelfdoding van die ander. Want op dat moment zijn ze opgehouden met leven. Zijn ze eigenlijk zelf ook dood gegaan… En een deel van je sterft ook letterlijk bij de dood van een dierbare. Je bent niet meer wie je was en je krijgt een ander en “nieuw” leven. Er wordt wel gezegd dat de confrontatie met de dood je het leven geeft, dat je bewuster gaat leven. En voor mij zelf kan ik zeggen, dat dat ook zo is. Met name als nabestaande door zelfdoding wordt je geconfronteerd met al die vragen: wat leven is, wat het de moeite waard maakt en wat iemand kan belemmeren of onmogelijk maken om te leven en waarom jij dan nog wel leeft en voor het leven en niet voor de dood kiest? ………… Geboren worden en sterven is op zich een gegeven, maar het kan zeker ook een bewuste keuze worden of zijn. Een ieder van ons hier staat voor die keuze, iedere dag opnieuw: of je wilt leven, overleven of ophouden met leven. Leven is houden van het leven en van mensen met alle vreugde en pijn die daarmee gepaard gaan. Een heel kort gedichtje tot slot uit het prachtige boekje van Ellen van Monsjou-Krijger: ”Dag Mam”; wat mijn dochter mij leerde doordat ze zelf een eind aan haar leven maakte.
Leeuwarden, 1 maart 2003 Jacqueline Tondu
-14-
Voorgedragen gedichten: Laatste gedicht Alles had ik in dit leven Alles wat je iemand zou willen geven Ouders, geld, liefde, vrienden en eten Maar geen innerlijke kracht, kracht van geest en die heb je nodig het meest De begeerten hadden mij in hun macht om daartegen te strijden heb ik geen zin en kracht dus heb ik niet langer gewacht Schuldgevoel hoeft niemand te hebben want ik ben het zelf die niet strijden wil sta daar maar eens bij stil
Waarom?
Op de grote vraag “waarom” Wordt het antwoord nooit gegeven Bij de vragen over dood en leven is er geen “daarom” Het leven is dragen Het leven is gaan Het leven is bestaan Zonder al te veel te vragen Het waarom wordt “waartoe” Maar, lieve God Waartoe dan toch dit lot? Wij worden soms zo moe
tot hier heb ik een mooi leven gehad en dat was zat.
Zonder antwoord te kunnen leven Is de kunst van ons bestaan Zonder antwoord verder te gaan “waarom en waartoe” in ons mens zijn verweven.
Uit: “Mijn eigen weg” – Karen Seckel Oegstgeest, maart 1995
Kokkie Jonkers Uit: een V.O.O.K. blad
Doordat ik met dood werd geconfronteerd heb ik leven geleerd
Dit groot verdriet dacht ik gaat nooit voorbij
Ellen van Monsjou- Krijger Uit: “Dag Mam” Wat mijn dochter mij leerde doordat ze zelf een eind aan haar leven maakte. Ankh-Hermes, Deventer ISBN 90-202-4727-1
zo was het ookomhangen deed het mij tot alle dingen mij gaven te verstaan verdriet gaat nooit voorbij zelf moet je verder gaan Carla Pols Uit: “Shanti Nilaya” Stichting Elisabeth Kübler-Ross
-15-
Iemand die er niet meer is
S
oms als je denkt dat alles is verloren zingt plotseling een vogel in de dag, wordt er door pijn genezing teer geboren waarin je kwetsbaar verder leven mag…
S
oms als je denkt dat alles is verloren komt er een ander aarzelend pril begin, want vogels horen zingen is genezen van duisternis, je durft het licht weer ín
J
e zet je voeten op verdwaalde paden de wonden zijn nog vers en doen zo’n pijn, je voelt wat je aan liefde hebt verloren en weet niet wat de zin daarvan moet zijn…
T
och hoor je aarzelend een vogel zingen de dagen hebben nog geen kracht en kleur, voor jou is er iets dierbaars afgesloten, je staat verloren voor een dichte deur…
M
aar ergens gaat een andere deur weer open en wordt gemis begrepen door de bron waaruit het grote leven is geboren, uit schaduw, duisternis, maar óók. . uit zón…
D
e bloemen bloeien geurend voor de ramen, je kijkt verlangend zoekend om je heen, geen mens kan je gevoelens ondersteunen, je bent een ander mens, voor ’t eerst, alleen…
S
oms als je denkt dat alles is verloren, is er de liefde die geneest en voedt, misschien dat je elkander in verlangen in pijn en eenzaamheid opnieuw ontmoet… Margreet van Hoorn
-16-