Hoe kan je oplossingsgericht denken en communiceren in het leven van elke dag ? Een leidraad om het leven van elke dag wat lichter te maken
Eindwerk aangeboden ter afronding van de opleiding Oplossingsgerichte cognitieve en systemische therapie Nathalie Taelman - 2015 1
INHOUDSTABEL
2
A. Inleiding
3
B. Denken
5
1. Oplossingsgericht denken versus probleemgericht denken 2. Beperking versus probleem 3. Semantiek 4. Keuzes 5. Wat moet blijven ? 6. Waar wil ik naartoe ? 7. 3 vragen om gelukkig te leven 8. Wat is goed genoeg ? 9. Normaliseren 10. Elk nadeel heeft zijn voordeel 11. In een ander licht C. Communiceren 1. Geweldloze communicatie (Marshall B. Rosenberg) 2. De 5 axioma’s van de communicatie (Paul Watzlawick) 2.1 communiceren doe je altijd 2.2 je spreekt altijd dubbel 2.3 elk zijn waarheid 2.4 met woorden of zonder woorden 2.5 wie heeft het voor het zeggen 3. Actief luisteren 4. Linguistische valstrikken 5. De Apocalyps van de communicatie
5 5 5 6 6 6 6 7 7 7 8 8 8 10 10 10 11 11 11 12 12 12
D. Concreet : het leven van elke dag
14
E. Besluit
15
F. Dankwoord
15
G. Bibliografie
16
2
A. INLEIDING Graag wil ik eerst toelichten hoe deze Korzybski-opleiding op mijn pad gekomen is. In 2005 startte ik als vrijwilligster bij de vzw Empathie, toen recentelijk opgericht. Zij bestaan uit een multidisciplinair team en bieden op een ambulante manier een therapeutische aanpak en oplossingsgerichte zorg voor kinderen en volwassenen met een eetprobleem. Inmiddels beschikken zij over een ambulante praktijk in Gent, waar zich tevens een dagcentrum bevindt. Consultaties in Brussel en Brugge zijn eveneens mogelijk. Voor meer informatie : www.vzw-empathie.com. Ik hield mij vooral bezig achter de schermen met de administratieve taken en het beheer van de afspraken. Vooral hun aanpak en taalgebruik vielen mij meteen op. Bleek dat alle teamleden de Korzybski-opleiding gevolgd hadden. Het interesseerde mij natuurlijk om deze opleiding ook te volgen. Initieel dacht ik dat dit enkel weggelegd was voor mensen met een vooropleiding in de medische sector of voor mensen die actief waren in de maatschappelijke sector. Toch wou ik mijn kans wagen en stelde ik mijn kandidatuur om de opleiding te mogen volgen. Gelukkig werd mijn motivatiebrief goed onthaald en werd ik toegelaten tot de opleiding. Ondertussen heb ik de 4-jarige opleiding afgerond en bijkomend een 5de jaar gevolgd om mij te specialiseren in de thema’s “kinderen en jonge gezinnen” en “verslaving”. Momenteel ben ik de specialisatie “hypnotherapie” aan het vervolledigen. Het oplossingsgericht denken is een ingesteldheid geworden die ik me doorheen de opleidingsjaren eigen heb gemaakt. Het vertaalt zich in mijn denken en zijn en biedt me mogelijkheden om mijn leven “lichter” te maken. Het blijft evenzeer een uitdaging hierin te blijven groeien. Wat mij sterk opviel tijdens mijn opleiding, was dat ik de enige studente was die in een nietprofessionele context deelnam. En juist vanuit mijn ervaring als niet-professionele enkeling was ik gedreven om het oplossingsgericht gedachtegoed door te trekken in het leven van elke dag en het te plaatsen in een ruimere context die het professionele overstijgt. Het is vooral niet de bedoeling om belerend te zijn en veel ingewikkelde termen te gebruiken. Ik wil de “leek” bereiken die geen opleiding genoten heeft in deze materie en die toch interesse heeft in nieuwe inzichten die het dagdagelijkse leven aangenamer kunnen maken. Geluk en succes zijn in onze samenleving de norm geworden. De media en reclame “spiegelen” ons een wereld voor waarin iedereen voortdurend van de ene in de andere opwindende beleving rolt. Soms denkt een mens dat het leven van anderen alleen maar “leuk” is. Niets is echter meer van de realiteit verwijderd. Iedereen heeft wel eens te maken met een depressieve (schoon)moeder, een onuitstaanbare broer of zus, een tegendraadse puber, een overgestresseerde partner, het avondmaal dat aanbrandt net vóór het vertrekken naar een vergadering, de peuter die weigert zijn schoenen aan te doen terwijl je al te laat bent om naar school te vertrekken, … En niets laat ons emotionele brein zo tandenknarsen als conflicten met degenen die deel uitmaken van onze directe omgeving. Op zo’n momenten is het helpend om te kunnen terugvallen op het oplossingsgerichte gedachtegoed. Het zorgt voor efficiëntere gesprekken, minder ruzies, meer opbouwende gedachten en een “lichter” gevoel in je hoofd.
3
Ik zal een onderscheid maken tussen DENKEN en COMMUNICEREN. Hoe we denken, bepaalt voor een groot stuk hoe we in het leven staan. Dit denken is vooral gericht op onszelf. Het zijn als het ware gesprekken die we (onbewust) voeren met ons innerlijke zelf. Anderzijds zijn we constant in interactie met de wereld rondom ons. En de taal die we gebruiken bepaalt onze relatie tot anderen. Het is daarom ook nuttig even stil te staan bij de impact van onze woorden op anderen. Bijkomend zal ik een reeks “inzichten” meegeven die een leidraad kunnen zijn in onze dagelijkse relaties tot anderen en die ik ontleend heb aan de oplossingsgerichte Korzybski opleiding alsook aan diverse boeken die ik gelezen heb gedurende mijn opleiding. Waar mogelijk, geef ik ook voorbeelden om te verduidelijken. Het is een uitdaging geweest om eenvoudige en heldere taal te gebruiken om zodoende een bruikbaar en praktisch instrument te creëren dat voor iedereen toegankelijk is en tezelfdertijd voldoende theoretisch onderbouwd is.
4
B. DENKEN 1. Oplossingsgericht denken versus probleemgericht denken Oplossingsgericht betekent stoppen met “onze” oplossingen aan te bieden of op te dringen. Oplossingsgericht betekent geloven dat elke mens zijn authentieke oplossingen in zich heeft. Geloven dat dit de beste oplossingen zijn en dat deze reeds deels aanwezig zijn. Oplossingsgericht betekent het loslaten van “het waarom” en zich interesseren in “het hoe”. ALBERT EINSTEIN
“You cannot solve a problem with the same kind of thinking that created it.” Problemen en oplossingen zijn van een andere soort. Oplossingen hebben vaak zelfs niets met het probleem te maken. Probleemgericht denken impliceert een “self-fulfilling prophecy” van de ongewenste soort : door te zeer op het probleem te focussen, vergroot men het (onnodig) uit. Ook oplossingsgericht denken impliceert een “self-fulfilling prophecy”, deze keer van de gewenste soort : door je aandacht te richten op de mogelijke oplossingen, ben je automatisch bezig met wat je wél wilt. 2. beperking versus probleem Is een oplossing denkbaar voor de moeilijkheid waarmee we geconfronteerd worden ? Een simpele vraag die het leven op veel momenten makkelijker kan maken. Een probleem is een moeilijkheid die men kan oplossen. Een beperking is een moeilijkheid die men moet (leren) aanvaarden. Je kan natuurlijk wel kiezen hoe je omgaat met een beperking en ook kan er gezocht worden hoe de gevolgen van een beperking (veelal problemen) kunnen verlicht worden. Een beperking proberen op te lossen is zoals dweilen met de kraan open : het kost veel energie en brengt je niet verder ….. met alle frustraties vandien. Eens je je bewust bent van het onderscheid tussen beperking & probleem, kan je jouw energie veel efficiënter gebruiken. 3. semantiek Semantiek = betekenisleer : de realiteit waarnemen staat gelijk aan betekenis geven. Elke mens heeft een unieke ervaring van de realiteit rondom hem, beïnvloed door een persoonlijk referentiekader (ervaringen, kennis, cultuur,…). Het is zijn kaart om de realiteit te lezen en te begrijpen. Deze persoonlijke bril waardoor we kijken, bepaalt hoe we een gebeuren, gedrag, taal, een probleem ervaren en welke betekenis we het geven in taal en gedrag. We dragen allen een andere bril! Daaraan gekoppeld wil ik even stilstaan bij de volgende uitspraak van Alfred Korzybski : “The map is not the territory”. Het betekent dat de waarneming slechts een deel is van de waargenomen realiteit. Er bestaat niet maar 1 weg of middel naar het doel. Er zijn enorm veel zijwegen die misschien zelfs niet op de kaart staan en die op die manier onbenut blijven. Als je het gevoel hebt dat iets niet helpt, probeer dan iets anders !! 5
4. keuzes Elke dag maakt een mens keuzes. Van kleine dingen zoals : “Eet ik bruin of wit brood deze morgen ?” tot moeilijke keuzes betreft studierichtingen van de kinderen of de aankoop van een auto. Echter voor veel dagelijkse dingen vormen we “een gewoonte”, zodat we niet meer telkens moeten kiezen. De persoonlijkheid van de mens is de som van al deze gewoontes. Een probleem, ergernis of een moeilijkheid, is een gewoonte die we onaangenaam vinden en wensen te veranderen. Soms zijn we ook uit het oog verloren waarom we bepaalde dingen op een bepaalde manier doen. Dan voelt het aan als “moeten”. In dat geval blijkt het nuttig als we “moeten” vervangen door “ervoor kiezen”. Een voorbeeld : “ik moet elke morgen de kinderen naar school brengen”. Vervang nu “moeten” door “ik kies ervoor”. Ja, dit roept waarschijnlijk enige weerstand op. Je kiest er immers niet voor om de kinderen naar school te brengen, ze zijn in België schoolplichtig, dus moeten ze wel naar school …. Als je echter wat verder kijkt, besef je al gauw dat je het belangrijk vindt dat je kinderen een goede opvoeding krijgen, dus ook een goede school. Met dat doel voor ogen (ik wil een goede school voor mijn kinderen), ga je ook met een andere ingesteldheid iedere morgen de kinderen naar school brengen. 5. Wat moet blijven ? Het is nuttig stil te staan bij datgene waarover je wél tevreden bent. Richt eens je aandacht op wat goed gaat in jouw leven. 6. Waar wil ik naartoe ? Het lijkt een simpele vraag, maar dat is het niet. Mensen weten doorgaans heel goed te omschrijven wat ze niet (meer) willen. Maar wat ze dan precies wél willen, daar hebben ze eigenlijk nog niet echt over nagedacht. Ik herinner mij nog een cursus “antislip-controle” die mijn man enkele jaren geleden volgde. Als je wagen begint te “slippen”, dan is het cruciaal dat je kijkt in de richting waar je naartoe wil. Dan heb je veel meer kans om daadwerkelijk op de baan te blijven en vb. niet in de gracht te belanden met je wagen. En effectief : het werkte !! Hetzelfde geldt voor het dagdagelijkse leven : mensen zijn bezig met wat ze niet meer willen. Het is veel nuttiger je aandacht bewust te vestigen op wat je wél wil. Het vergt enig denkwerk om te weten te komen wat je echt wil. Neem daar dus voldoende tijd voor. 7. 3 vragen om gelukkig te leven Deze “oefening” kan helpend zijn om een antwoord te vinden op de vraag geformuleerd bij nr. 6 : “Wat wil ik wél ?” • Wat heb ik vandaag gedaan waardoor ik met mezelf tevreden kan zijn ? • Wat heeft iemand anders gedaan wat mij tevreden stemde, en hoe heb ik daarop gereageerd, zodat de kansen zijn toegenomen dat die persoon nog eens zoiets doet ? • Wat is er verder nog gebeurd waarover ik tevreden ben, en hoe heb ik dat benut ? 6
8. Wat is goed genoeg ? Stel : jouw man gaat elke avond joggen om zijn batterijen op te laden voor de volgende dag. Jijzelf zou graag wat meer tijd spenderen samen met jouw man. Hij heeft die sport nodig om zijn hoofd te kunnen leegmaken. Jij voelt je eenzaam alleen voor de televisie. Hij vindt dat jij constant “zaagt” over dat joggen en jij vindt dat hij geen aandacht heeft voor jou. Tijdens het weekend doe jij plichtsbewust de was en de plas, terwijl jouw man graag eens een uitstapje zou doen of ’s avonds eens gezellig wil gaan eten. Jij bent dan te moe na alle huishoudelijk werk en wil liever gewoon thuisblijven. Het zijn situaties die overal wel eens voorkomen. Hoe kan je hiermee constructief omgaan ? Stel jezelf alsook jouw man de volgende vraag : wat zou de ideale mix zijn (voor allebei) waarmee jullie tevreden zijn ? Misschien blijkt wel dat jij tevreden bent als jouw man tijdens de week 1 avond samen met jou televisie kijkt. En misschien kan jij het wel opbrengen om 1 op de 2 weekends een uitstap te doen samen met het gezin. In het leven gaat het niet over “alles of niets”. Er is die gigantisch grote “grijze zone” die nog te veel onbenut blijft. We willen allemaal het grote gelijk, maar dan zetten we onszelf schaakmat. Als we kunnen genoegen nemen met “goed genoeg”, dan biedt dat heel wat mogelijkheden. 9. normaliseren Het kan heel “verlichtend” werken om onze eigen situatie te normaliseren. Mensen hebben de neiging om voor zichzelf heel streng te zijn. Bij de ander loopt alles schijnbaar op rolletjes, terwijl het bij ons thuis één grote puinhoop is. Tenminste, dat denken we. Iedereen ervaart wel eens een puinhoop, iedereen heeft goede en slechte periodes. En wat nog meer is : deze mindere periodes mógen er ook zijn. WEES MILD VOOR JEZELF. 10. Elk nadeel heeft zijn voordeel Een situatie die zich aandient als negatief, kan ook iets positiefs betekenen. Neem dus de moeite om het positieve van een situatie te (h)erkennen / ontdekken. Als er één deur dichtgaat, gaat er ergens anders een nieuwe deur open. Het loont zeker de moeite daarvoor alert te zijn. Stel : jouw baas vertelt dat hij - gezien de economische crisis - genoodzaakt is jouw contract te herzien. Het fulltime contract wordt vervangen door een 4/5 contract. Voor jouw gezin is dat financieel een klap. Met 2 kleine kinderen thuis en een zware lening, telt immers iedere euro. Tezelfdertijd betekent dit 1 extra dag tijdens de week om andere dingen te doen : tijd voor jezelf, de kinderen vroeger afhalen van school om samen nog een wandeling te maken in het bos, de boodschappen doen op een kalme weekdag in plaats van de zaterdagvoormiddag. Of misschien is dit het moment om eindelijk eens die thuiscursus “Portugees” te volgen, een droom die je opgeborgen had totdat de kinderen wat groter waren …
7
11. In een ander licht Soms kijken we naar een situatie op een bepaalde manier, zonder erbij stil te staan dat je ook nog op een andere manier kan omgaan met die situatie. Stel : je hebt een bloeiende zaak en gaandeweg begin je je te interesseren in aandelen verhandelen op de beurs. Je blijkt hiervoor een echte aanleg te hebben, waardoor je op een aantal jaren een mooi bedrag verzameld hebt. Ondertussen is er minder aandacht gegaan naar het reilen en zeilen van de zaak, waardoor je uiteindelijk genoodzaakt bent deze stop te zetten. Zelf vind je dat je een mislukkeling bent omdat je de zaak niet kon redden. Deze gedachte vormt zich om tot een waarheid in jouw hoofd. Je kan ook een ander licht werpen op de situatie : de inzet en motivatie voor de zaak was met de jaren minder geworden, dus heb je een nieuw pad gekozen waar je zeer goed in bent en waar je veel voldoening uithaalt.
C. COMMUNICEREN 1. geweldloze communicatie (Marshall B. Rosenberg) Het betekent op een “respectvolle” manier omgaan met zichzelf en anderen, “mild zijn” voor zichzelf en anderen. Hoe doe je dat in de praktijk ? 1. je aandacht richten op wat er feitelijk gebeurt, zonder te (ver)oordelen 2. je concentreren op wat je voelt 3. wat heb ik nodig ? wat zijn mijn behoeften ? 4. verwoord je behoeften in een verzoek 5. wees empathisch Beschuldigingen, beledigingen, vernederingen, etiketten, kritiek, vergelijkingen en beoordelingen zijn allemaal vormen van oordelen. Door anderen te analyseren, drukken we in wezen onze eigen behoeften en waarden uit. Een voorbeeld : Als iemand zich meer bezighoudt met details dan ik, dan is die een “pietje precies”. Als ik me daarentegen meer met details bezighoud dan de ander, dan is de ander “slordig en onnauwkeurig”. Dit soort analyses, die we op andere mensen toepassen, zijn onfortuinlijke uitingen van onze eigen waarden en behoeften. Onfortuinlijk, omdat we op deze manier een defensieve houding oproepen bij de ander en reacties uitlokken die gebaseerd zijn op woede, frustratie, angst, schaamte, … Als we deze gevoelens oproepen bij anderen, zal dit bij hen juist leiden tot minder empathie voor onze behoeften en waarden. Het bespaart ons veel verwarring dat als we wat we waarnemen (objectief) niet verwarren met wat we ervan vinden (oordelen). Zodra mensen beginnen te praten over wat ze voelen en waar ze nood aan hebben in plaats van over wat er mis is met de ander, is de kans aanzienlijk groter dat er wegen gevonden worden om aan één ieders behoeften te voldoen. Als ik verwoord wat ik voel en nodig heb, kan de ander mijn gevoelens niet ter discussie stellen. Die zijn helemaal van mij ! Het enige dat we moeten doen is de situatie beschrijven met zinnen die beginnen met “ik” in plaats van met “jij”. Als ik het over mezelf heb en alleen over mezelf, bekritiseer ik de ander niet, val ik hem niet aan. Ik ben emotioneel, dus authentiek en open.
8
De ervaring leert dat wat we zeggen, niet altijd is wat wordt gehoord. We vertrouwen meestal op verbale hints om vast te stellen of onze boodschap voldoende is verstaan : VRAAG de ander om in eigen woorden weer te geven wat hij heeft gehoord. Zo kunnen we er zeker van zijn dat onze boodschap goed is overgekomen of zo nodig bijsturen. Als we menen dat we situaties moeten oplossen en anderen helpen om zich beter te voelen, kunnen we onvoldoende in het “hier en nu” aanwezig zijn en onvoldoende luisteren naar wat de ander ons vertelt. We gebruiken onze taal op allerlei manieren om onszelf wijs te maken dat onze gevoelens het resultaat zijn van wat anderen doen. Het is belangrijk dat we ons realiseren dat wat andere mensen doen, nooit de oorzaak is van hoe we ons voelen. Stel : iemand met wie we een afspraak hebben, komt te laat. Als we een bevestiging nodig hebben dat de ander om ons geeft en ons respecteert, kunnen we ons gekwetst voelen. Als we daarentegen een half uur even rustig alleen willen zijn, zijn we misschien dankbaar en blij dat de ander op zich laat wachten. Dus is niet het gedrag van de ander, maar onze eigen behoefte de oorzaak van ons gevoel.
BOEDDHA : “Zij die het juiste woord beheersen, beledigen niemand. Toch zeggen ze de waarheid. Hun woorden zijn helder, maar nooit gewelddadig … Ze laten zich nooit vernederen, en ze vernederen nooit iemand.”
9
2. De 5 axioma’s van de communicatie (Paul Watzlawick) Deze zijn cruciaal bij het communiceren met anderen, vandaar het belang deze 5 axioma’s toe te lichten. 2.1 COMMUNICEREN DOE JE ALTIJD Ons gedrag drukt iets uit, heeft een berichtwaarde, is communicatie. En als gedrag communicatie is, is er ALTIJD communicatie, want we gedragen ons altijd. Communicatie staat dus niet gelijk aan praten. Er is verbale communicatie en lichamelijke communicatie. Je communiceert altijd iets, door middel van jouw gedrag. Het is heel belangrijk dat we ons daarvan bewust zijn tijdens onze interacties met andere mensen. Een vaak voorkomende bron van communicatiestoornissen, misverstanden en ergernis komt voort uit het feit dat mensen geen onderscheid maken tussen hun bedoeling en het effect op de ander. Dat kan zich uiten op twee manieren. Ofwel hebben ze helemaal geen bedoeling met een bepaald gedrag, maar heeft dat gedrag toch wel een effect. Omdat ze echter uitsluitend naar hun bedoeling kijken, en die is er niet, hebben ze ook geen enkel oog voor het effect van hun gedrag (want dat zal er ook wel niet zijn, veronderstelt men). Als de ander dan toch lastig doet omwille van dat negatieve effect, dan wordt dat algauw als onterecht, overdreven of onnozel geklasseerd. Voorbeeld : je man heeft er niet de geringste (negatieve) bedoeling mee en ziet dus ook niet dat hij je beetje bij beetje doet vollopen met ergernis als hij nu eens een pen, dan een gommetje, dan weer een potlood van je bureau neemt en niet teruglegt. Als je hem dan eens de wind van voren geeft, schrikt hij niets begrijpend en vindt hij jouw reactie schromelijk overdreven en misschien zelfs wel vijandig. Een tweede manier waarop het verschil tussen bedoeling en effect tot aardig wat kwaliteitsverlies in de relatie kan leiden, is wanneer iemand goede bedoelingen heeft. De meeste mensen kijken alleen maar naar die goede bedoeling en gaan er gewoon vanuit dat, vermits het goed bedoeld is, het ook een goed effect zal hebben op de ander. Vaak wordt dan ook niet gezien dat dit helemaal niet zo vanzelfsprekend is. De ander wordt dan gauw beschuldigd : hij apprecieert het niet of hij is van slechte wil). Ook hier vergeet men weer dat bedoeling en effect niet hetzelfde hoeven te zijn en dat het de moeite waard is in het oog te houden of onze goede bedoeling inderdaad ook wel het gewenste effect heeft en, indien niet, je gedrag aan te passen. 2.2 JE SPREEKT ALTIJD DUBBEL Je vertelt een INHOUD en je zegt iets over hoe je de relatie met de ander ziet. Tussen de regels door zeggen we eigenlijk hoe de boodschap moet opgevat worden. Het gaat dus niet alleen om WAT je zegt, maar ook om HOE je het zegt. We communiceren dus met : • analoge taal = lichaamstaal en gedrag • digitale taal = woorden Verwarring tussen deze 2 is het ideale recept voor ruzies. Met andere woorden, als de analoge en digitale taal niet congruent zijn, brengen we de ander alleen maar in verwarring. Noot : analoge taal wordt geloofd boven de digitale taal, m.a.w. jouw lichaamstaal wordt door de ander eerder geloofd dan jouw woorden.
10
2.3 ELK ZIJN WAARHEID Wat waar is voor mij, is daarom niet waar voor een ander. Elkeen kijkt met een andere bril naar de dingen. Respect tonen voor de visie van de ander is hierbij cruciaal. In de strijd over “het grote gelijk”, zou ik aansluitend hierbij graag het verschil toelichten tussen lineair denken en circulair denken. Lineair denken : ik doe dit omdat jij dat doet. Wat ik doe is dus een gevolg van wat jij doet. De ander is dan altijd de schuldige, want jij doet maar zo als reactie op zijn gedrag. Dat noemt men het gevecht om de eigen waarheid. Circulair denken : ik ben een schakel die deel uitmaakt van het geheel. Ik heb dus ook invloed op het geheel. Ik doe dus zelf dingen die maken dat de ander zo doet. Als ikzelf eens iets anders doe, zal de ander ook anders reageren. Enkel door circulair te denken, kan men uit de impasse geraken. 2.4 MET WOORDEN OF ZONDER WOORDEN Analoge taal = gedrag, lichaamstaal Bestaat enkel in het hier en nu. Wordt gebruikt wanneer het gaat om het uitdrukken van gevoelens en de manier waarop we onze relatie met de ander zien. MAAR : analoge taal is niet éénduidig : vb. een traan kan verschillende dingen betekenen in éénzelfde context. Waar loopt het fout ? Tijdens de interpretatie van de analoge communicatie. De bedoeling die jij hebt, wordt door de ander verkeerd geïnterpreteerd en dit zorgt voor misverstanden. Door verbale communicatie eraan toe te voegen, maak je de analoge taal duidelijker. 2.5 WIE HEEFT HET VOOR HET ZEGGEN ? Er bestaan zowel symmetrische als complementaire relaties. Symmetrisch : jullie zijn het spiegelbeeld van elkaar, gelijkheid in de relatie. Jullie willen allebei hetzelfde. Moeilijk natuurlijk, want er kan er maar één de baas zijn. Oplossing : beurtrol. Complementair : jullie vullen elkaar aan, verschillen in de relatie. Beiden willen het tegenovergestelde = ideaal. VB. man wil de leider zijn en vrouw de volger. In relaties reageren we altijd op bepaalde terreinen symmetrisch en op andere terreinen complementair.
11
3. Actief luisteren Dat impliceert dat je tussen de regels luistert. Daarvoor heb je een sterk empathisch vermogen nodig. Als je je echt inleeft in de binnenkant van de ander, krijgt hij/zij het gevoel dat er naar hem/haar geluisterd wordt en hij/zij echt begrepen voelt. Door te parafraseren1 kan je aftoetsen of je correct geïnterpreteerd hebt wat de ander jou verteld heeft. Ook feedback geven is cruciaal, want op die manier vertellen we elkaar welke invloed we hebben op elkaar. Dit alles wel op voorwaarde dat : • je gedrag beschrijft, niet interpreteert of oordeelt • de ander er iets mee kan doen • dat het effectief is : formuleer wensen in plaats van verwijten
DALAI LAMA : “When you talk, you are only repeating what you already know. But if you listen, you may learn something new.” 4. Linguistische valstrikken Mensen gebruiken “taal” op een bepaalde manier, zonder erbij stil te staan dat hun woordkeuze vaak een negatieve reactie uitlokt bij de ander. Bewust kiezen voor een andere verwoording, kan heel positieve effecten hebben. BESCHRIJVINGEN in plaats van interpretaties van de situatie. VOORBEELD : Interpretatie : “Waarom ben je nu weer slecht gehumeurd ?” Beschrijving : “Je praat zo luid en ik zie dat je alsmaar heen en weer loopt. Hoe kan ik helpen om rustiger te worden ?” LABELEN : het gebruik van de werkwoorden zijn of hebben. VOORBEELD : “Mijn zoon is lui” versus “Ik moet mijn zoon ‘s morgens wel 3 keer roepen voor hij opstaat.” De eerste verwoording werkt verlammend en is statisch. Het geeft de indruk dat Jantje zo is en dat hij niet kan veranderen. De tweede verwoording is dynamischer : er is kans op verandering, je kan er iets mee doen. GENERALISEREN : altijd, nooit, overal, nergens, niemand, iedereen Deze houden geen rekening met nuances en uitzonderingen die juist heel interessant zijn als je een gewoonte wil veranderen. 5. De Apocalyps van de communicatie Het gaat om vier houdingen die in het voorbijgaan alle relaties vernietigen. Ze activeren het emotionele brein van de ander zozeer dat dit alleen nog maar in staat is om hatelijk te reageren of om zich als een gewond dier terug te trekken. Door deze vier houdingen zijn we er letterlijk zeker van dat we uit een relatie niet krijgen wat we willen. 1
parafraseren = in eigen woorden vertellen wat je gehoord hebt 12
KRITIEK Kritiek uitoefenen op de ander in plaats van hem of haar eenvoudigweg een klacht voor te leggen of een verzoek te doen. Kritiek : “Je bent alweer te laat, je denkt alleen maar aan jezelf.” Klacht : “Het is 9u. Je had gezegd dat je er om 8u zou zijn. Dit is de 2de keer deze week. Ik voel me alleen en ik verveel me als ik zo op je zit te wachten.” Kritiek : “Ik heb er genoeg van je spullen op te rapen. Je maakt me gek met je rotzooi.” Verzoek : “ Ik heb er ’s morgens nood aan om in een opgeruimde keuken mijn koffie te drinken. Zou je de moeite kunnen doen om ’s avonds op te ruimen voordat je naar bed gaat ?” Noot : Een verzoek kan nooit een eis zijn ! Hoe maak je het verschil duidelijk ? Door aan te geven dat we alleen willen dat de ander instemt als hij/zij dat echt wil. Zo vragen we beter : “Zou je ’s avonds kunnen opruimen voordat je naar bed gaat ? in plaats van “Ruim je ’s avonds op voordat je naar bed gaat ? “ We weten allemaal precies hoe we niet behandeld willen worden. Daarentegen is het moeilijker voor ons om precies uit te leggen hoe we graag behandeld zouden worden, hoewel we onmiddellijk dankbaar zijn als iemand op een emotioneel intelligente manier met ons omgaat. MINACHTING Dit uit zich door beledigingen en het gebruik van sarcasme. De uitdrukking op een gezicht is vaak voldoende om minachting over te brengen : naar de hemel opgeslagen blikken als antwoord op wat er gezegd wordt, dichtgeknepen ogen als reactie op de ander … Als het iemand is met wie we leven of werken, raken deze tekens ons recht in het hart en maken ze iedere vredige oplossing van de situatie bijna onmogelijk. TEGENAANVAL Bij een aanval worden er onmiddellijk 2 oplossingen door het emotionele brein in werking gesteld : namelijk het gevecht of de vlucht (fight or flight-reactie). Ze zijn in onze genen gegrift doorheen de evolutie. Het probleem van de tegenaanval is dat er maar 2 uitkomsten zijn : • escalatie van geweld (de ander doet er nog een schepje bovenop) • de ander is “verslagen” en blijft gekwetst achter, wat de emotionele wonde nog dieper maakt en het samen verder leven nog moeilijker maakt TERUGTREKKING Na veel geruzie, kritiek spuien en minachting, besluit één van de betrokkenen om er de brui aan te geven. Terwijl de ander weer probeert contact te maken, zet hij/zij een nors gezicht op, verbergt zich achter de krant. De ander raakt moe getergd, gaat alsmaar harder praten, zelfs schreeuwen. Een oplossing lijkt dan heel ver weg ….
13
D. CONCREET : HET LEVEN VAN ELKE DAG Welke gedachten en inzichten zijn helpend om het leven van elke dag aangenamer en lichter te maken ? • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
GEDULD Iedereen is uniek en uniek is altijd DE MOEITE WAARD Durf te leven op jouw manier, jouw tempo, jouw maat De beperkingen van de ander aanvaarden Wensen concreet formuleren Kleine aardigheidjes doen voor elkaar Dankbaar zijn Een eend zijn als het verwijten regent Energie steken in gewenste situaties en positieve interacties Complimentjes geven Als iets werkt, doe er meer van Als iets niet werkt, leer er iets van en probeer dan iets anders Ruzie maken over bijkomstigheden en compromissen sluiten over belangrijke dingen Niet elke ruzie moet uitgepraat worden, soms is zwijgen de beste oplossing Ruzie maken is ook : aandacht geven aan elkaar en tonen dat je elkaar belangrijk vindt, zij het op een minder aangename manier HUMOR Een luisterend oor bieden is meestal voldoende Wat is goed genoeg ? Achter elk verwijt schuilt een verlangen, achter elke angst schuilt er onzekerheid Hou het simpel : simpel werkt het best
14
E. BESLUIT Het was voor mij een uitdaging om als professioneel opgeleide de oplossingsgerichte aanpak over te brengen op de lezer in een eenvoudige en heldere taal. Het is mijn intentie en mijn doel om de lezer aan de hand van dit eindwerk enkele tips mee te geven om “het leven van elke dag” wat aangenamer en lichter te maken voor zichzelf en zijn omgeving. Ik hoop dan ook van harte dat mij dat gelukt is. F. DANKWOORD Ik dank in de eerste plaats de medewerkers en de opleiders van het Korzybski Instituut om een kader te creëren waarbinnen ik de afgelopen jaren voluit kon groeien en ontwikkelen. Mijn dank gaat ook uit naar de medecursisten. Zij droegen bij tot zelfexploratie en groei. Het is verrijkend om op een respectvolle manier ondersteuning te vinden in een niet zo evident leerproces. Een speciaal dankwoordje voor Mevr. Nadine Bral. Bedankt om een luisterend oor te zijn, mee te denken en praktische ondersteuning te bieden. Maar vooral hartelijk dank voor het niet aflatend vertrouwen in mij en de vele namiddagen die we samen mochten doorbrengen in een oplossingsgericht kader. Hopelijk mogen we in de toekomst nog veel zo’n momenten beleven. En uiteraard hartelijk dank aan mijn echtgenoot voor zijn geduld, enthousiasme en oprechte interesse.
15
G. BIBLIOGRAFIE • Aron Elaine N., “Hoog sensitieve personen – hoe blijf je overeind als de wereld je overweldigt” • Berg Insoo Kim & Dolan Yvonne, “De praktijk van oplossingen” • De Botton Alain, “De troost van de filosofie” • De Shazer Steve & Dolan Yvonne, “Oplossingsgerichte therapie in de praktijk : wonderen die werken” • Furman Ben, “Kids’ skills – op speelse wijze vaardigheden ontwikkelen bij kinderen” • Isebaert Luc, “Praktijkboek oplossingsgerichte cognitieve therapie” • Le Fevere de Ten Hove Myriam, “Korte therapie : handleiding bij het ‘Brugse model’ voor psychotherapie met een toepassing op kinderen en jongeren • Rosenberg Marshall B., “geweldloze communicatie” • Servan-Schreiber David Dr., “ uw brein als medicijn” • Stellamans Anton & Baeijaert Liselotte, “Vergroot de veerkracht in jezelf en je team” • Van Craen Wilfried, “omgaan met anderen – een communicatiekunst” • Watzlawick Paul, “The situation is hopeless but not serious – the pursuit of unhappiness” • www.vzw-empathie.com • eigen notities uit de 5-jarige opleiding
16