Hoe je woning beveiligen tegen inbraak Er zijn drie soorten maatregelen: (1) organisatorische maatregelen, (2) bouwkundige maatregelen en (3) elektronische maatregelen. Denk echter globaal: het is nodig àlle kwetsbare punten goed te beveiligen. Het volstaat immers niet om je achterdeur te verstevigen en van elektronische beveiliging te voorzien, terwijl je aan de andere kant van het huis een kelderopening open laat staan.
1. Organisatorische maatregelen Dit zijn de goedkoopste en meest simpele oplossingen om diefstal te vermijden:
Geef je woning een bewoonde indruk Vermijd zoveel mogelijk uiterlijke tekenen van afwezigheid, zoals een openstaande garagepoort zonder wagen in de garage, of neergelaten rolluiken overdag, of een duistere woning ‘s avonds, of briefjes aan de deur, of een volgepropte brievenbus. Laat bij een korte afwezigheid de radio spelen. Blijf op het antwoordapparaat of je e-mail vaag over de reden van je afwezigheid. Je kan je huis een bewoonde indruk geven door het gebruik van tijdschakelaars, waardoor de verlichting gedurende een bepaalde periode aan- en uitgaat. Schemerschakelaars laten toe dat bij het vallen van de duisternis de buitenverlichting aangaat, zonder voorafgaande programmering. Ten slotte bestaat er buitenverlichting, waarin een detector is ingebouwd, die wanneer iemand het gebouw nadert het licht doet aangaan. Regel deze echter om besparingsoverwegingen niet af op een paar minuten.
Merk en registreer je bezittingen Deze maatregel vergroot wel de kans dat je jouw bezittingen terug kan krijgen. Je kan je bezittingen merken, er bestaan dure graveertoestellen maar ook goedkope markeerstiften. Je registreert de voorwerpen dan ook met bijhorende registratiekaart, zo kan je tenminste een goede beschrijving (met registratie- en/of serienummer) geven aan de politiediensten. Voorwerpen, die moeilijk gemerkt kunnen worden, zoals juwelen of schilderijen, kunnen gefotografeerd worden. Op die manier kunnen gestolen voorwerpen gemakkelijker opgespoord worden. Overigens, als de dief merkt dat een voorwerp geregistreerd is, wordt dit ook voor hem minder aantrekkelijk, want het vormt een groter risico.
Berg je waardepapieren veilig op De meeste inbrekers zijn erop uit zo snel mogelijk gemakkelijk verhandelbare goederen te stelen. Hou daarom het strikte minimum aan waardepapieren in huis. Berg ze verspreid en veilig op. Liefst niet op de bekende plaatsen, zoals in de linnenkast. Geef nooit aanduidingen en let op dat je nooit je bankkaart samen bewaart met de bankcode of de cheques. Waardevolle voorwerpen kan je ook in de bank in bewaring geven.
Sluit altijd alles veilig af Het slot op het nachtslot draaien voor je slapen gaat. Geen deuren of ramen op een kier laten staan, geen vliegenraam laten inzitten,... dit is niet alleen nodig wanneer je de woning verlaat, maar ook wanneer je thuis of in de tuin bent. Zelfs wanneer je ‘s avonds zit TV te kijken is het veilig de achterdeur af te sluiten. Een dief heeft vaak maar enkele minuten nodig om waardevolle zaken te stelen.
Draag zorg voor je sleutels Draag zorg voor je sleutels, laat ze niet overal rondslingeren. Hang nooit een labeltje met je eigen naam en adres aan je sleutelring. Als je je sleutels verliest, vervang dan direct het slot of de cilinder. Ook wanneer je een woning huurt. Laat je sleutels nooit aan de binnenkant van deuren of ramen zitten. Eén van de meest gebruikte inbraakmethodes is nog steeds het breken van het glas ter hoogte van het slot of van de raamhefboom. Vermijd ook sleutels
achter te laten op de ‘bekende’ plaatsen, zoals onder de deurmat, onder de bloempot, in de brievenbus. Laat liever een sleutel bijmaken voor al je huisgenoten.
Stel geen hulpmiddelen ter beschikking Ladders dienen binnen opgeborgen te worden of vastgemaakt aan een ketting of een hangslot. Buitenstopcontacten moeten stroomloos gemaakt worden door een binnenschakelaar, anders kunnen ze misschien gebruikt worden door inbrekers. Op een afvoerpijp kan men metalen beugels aanbrengen, met scherpe punten.
Zichtbaar of niet zichtbaar? Je woning mag geen etalage zijn van dure en gegeerde voorwerpen. Sluit zeker ‘s avonds de gordijnen, zodat niet iedereen kan binnenkijken. Anderzijds is het soms ook een voordeel dat je woning van op straat zichtbaar is. Hoge muurtjes, hagen of andere afsluitingen verhogen dan wel de privacy, maar verbergen je woning ook voor normale sociale controle. Een dief kan dan gemakkelijker - zonder pottenkijkers- zijn gangen gaan.
Inbraakwerende kasten Inbraakwerende kasten zijn beschikbaar in verschillende uitvoeringen: vrijstaand of ingebouwd in de vloer of in de muur. Een vrijstaande inbraakwerende kast laat toe grotere voorwerpen op te bergen. Indien hij minder dan 1000 kg weegt, moet ze wel aan de muur of aan de vloer vastgehecht worden. Een vloerkluis laat toe dat je deze zeer goed kan verbergen. Ze is in principe bedoeld om ingebouwd te worden, maar kan ook boven het vloerpeil, o.a. in een ingebouwde kast ingewerkt worden. Een muurkluis wordt in de muur ingebouwd. Een goede en stevige verankering is nodig, wat niet steeds mogelijk is. De meeste binnen- en buitenmuren zijn immers van een te geringe dikte. Tenslotte zijn er kleine koffertjes te koop, die zelfs in een voertuig of een caravan kunnen ingebouwd worden. Het formaat is weliswaar beperkt maar geld, bankkaarten of juwelen vinden er toch een plaatsje in.
Een goede buur is beter dan een verre vriend Gezonde nieuwsgierigheid of sociale controle is een nuttige maatregel om diefstal te voorkomen. Wanneer je zelf verdachte personen of voertuigen ziet, aarzel dan niet om dit te melden aan de politie. Licht je buren in als je met vakantie vertrekt en vraag hen een oogje in het zeil te houden tijdens je afwezigheid. Spreek met je buur af om de brievenbus te ledigen als je met vakantie bent. Misschien wil hij ook de rolluiken komen optrekken of het gras maaien. Spreek ook met de buren af als je maar even weg bent of als de kinderen alleen thuis zijn of in de tuin blijven spelen. Ook jij kan je buren helpen: geef ook nooit inlichtingen over de afwezigheid van je buren door aan onbekenden.
Heb altijd een gezonde portie wantrouwen Laat onbekenden niet zomaar binnen, zelfs al klinkt hun verhaal aannemelijk. Het kan immers een smoesje zijn om je te beroven. Daarom kan een deurspionnetje of een ketting met slot een hulp zijn. Bonafide leurders hebben steeds een leurvergunning op zak en ook ambtenaren van de nutsmaatschappijen moeten op uw eenvoudige vraag hun legitimatiekaart kunnen voorleggen. Als je toch een onbekende wil helpen (iemand die in nood is en wilt telefoneren) blijf dan in zijn onmiddellijke buurt.
Je moet altijd hulp kunnen oproepen Een gsm of telefoonaansluiting in je slaapkamer of op het verdiep is een nuttige investering. Je kan dan immers ‘veilig’ de hulpdiensten bellen, als je je bedreigd voelt. Kleef de nummers van de hulpdiensten (politie, maar ook dokter, brandweer, ziekenhuis) en dat van de buren op het telefoontoestel of sla ze op in je gsm.
2. Bouwkundige maatregelen De meeste inbraken gebeuren door het forceren van een deur of een raam, door het glas te breken, door het verwijderen van een kelderrooster, of door het gebruik van valse sleutels.
De deur verstevigen Het eerste waar je je moet van vergewissen: is je deur stevig gemaakt? In eerste instantie is er het materiaal waaruit de deur gemaakt is: holle deuren zijn niet inbraakveilig. Ook de kwaliteit van het kozijn is belangrijk, omdat hier de vergrendeling moet gebeuren.
Welk slot is het beste? Er zijn twee soorten sloten: het oplegslot - dat OP de deur bevestigd wordt, en het insteekslot - dat IN de deur geplaatst wordt. Een insteekslot kan alleen gebruikt worden als de deur 4,5 cm dik is. Door de noodzakelijke uitholling voor het plaatsen van een insteekslot, wordt de deur immers verzwakt. Er zijn verschillende soorten sluitsystemen: het traditionele bontebaardslot, het cilinderslot en het klavierslot. Het bontebaardslot is niet inbraakveilig, want het is gemakkelijk te openen met een loper. Er zijn immers maar een twintigtal combinatiemogelijkheden. Cilindersloten zijn veilig als ze voorzien zijn van inbraakveilige afsluitplaatjes, die langs buiten niet kunnen verwijderd worden.
Sloten voor aluminiumdeuren Een degelijk insteekslot kan hier doorgaans niet omdat de deurstijl daarvoor te smal is. Een oplossing biedt het smalslot, dat een zwenkschoot heeft van voldoende lengte.
Schuifdeuren Er bestaan insteeksloten die een schoot hebben in haakvorm. Ook is het mogelijk om de deur te voorzien van bijkomende oplegsloten, waardoor de deur niet kan worden opengeduwd. Erg handig is ook om de schuifdeur ’s nachts op zijn plaats te verankeren door een ijzeren stang of houten balk in de goot te plaatsen, zodat de deur niet kan opengeduwd worden.
De rozet en het veiligheidsbeslag Cilinders die meer dan 2 mm uit de deuroppervlakte steken, kunnen afgebroken worden. Je kan dan beter gebruik maken van een cilinderrozet of een veiligheids-beslag. Beiden worden van binnenuit vastgeschroefd. Let op: oudere sloten zijn vaak niet voorzien van een boring voor de plaatsing van veiligheidsbeslag. In dit geval kan je best overwegen om een nieuw slot te plaatsen.
Misschien is een meerpuntsluiting iets voor u Eén sluitpunt is onvoldoende om een deur doelmatig te beveiligen. Een tweede of derde sluitingspunt is aangewezen. Deze kunnen zowel insteek- als oplegsloten zijn. Ze kunnen ofwel een afzonderlijke sleutel hebben, ofwel een gezamenlijk slot. In de handel zijn ook modellen met een automatische meerpunts-sluiting, die met één sleutel te openen zijn.
Het hangslot In sommige gevallen kan een hangslot een uitweg bieden. Ook hier geldt de regel: beugel en kast moeten uit stevig materiaal vervaardigd zijn, en de ruimte tussen beugel en het oog waar deze doorgaat, moet zo klein mogelijk gehouden worden. Ten slotte moet je vermijden dat de schroeven van de bevestigingsplaat kunnen afgeschroefd worden: dit kan door hen af te dekken met een overval, ofwel door het gebruik van ééntoerschroeven.
De scharnieren Scharnieren die van buitenaf toegankelijk zijn kunnen worden afgebroken, ofwel wordt de pen die ze samenhoudt eruit geslagen. Om dit te voorkomen worden paumelles en ook dievenklauwen gebruikt. Paumelles zijn scharnieren die pas van elkaar kunnen genomen worden als de deur ver genoeg open is. Dievenklauwen zijn pinnen die aan de scharnierzijde in of op de deur worden aangebracht: de bedoeling is dat zij, als de deur gesloten wordt, in een daartoe gemaakte
opening vallen in het kozijn. Dit geeft ook een bijkomende stevigheid aan de deur, wanneer de scharnieren zich aan de binnenkant bevinden.
De kierstandhouder Een kierstandhouder of een ketting is niet bedoeld om inbraak te voorkomen, maar helpt je wel te vermijden dat er iemand ongevraagd bij jou binnenstapt na opening van de deur.
De deurspion Toch maar best even kijken voor je iemand binnenlaat in je woning. Dat is de functie van een deurspionnetje. Plaats deze deurspion op een hoogte zodat ook je kinderen er bij kunnen. En last but not least: gebruik het deurspionnetje en leer je kinderen ook eerst te kijken voor ze de deur openen.
Het raam Het raam is samen met de achterdeur het meest kwetsbare punt bij een inbraak. Meestal breekt een inbreker het glas ter hoogte van een sluiting, die dan gemakkelijk geopend kan worden van buitenaf. Er zijn verschillende mogelijkheden om je ramen te beveiligen: je kan voor je ramen siersmeedwerk of een rooster van strekmetaal aanbrengen. Je moet er dan wel voor zorgen dat dit niet langs buiten kan afgeschroefd worden. Ook ramen kan je beveiligen met dievenpinnen of dievenklauwen. je kan bijkomende grendels voorzien. Je kan de traditionele raamhefboom vervangen door een hefboom die afsluitbaar is met een sleutel of met een espagnoletslot. Rolluiken bieden eveneens een bijkomende bescherming, vooral ‘s nachts. Maar ook deze moeten beveiligd worden, zodat zij niet kunnen naar boven geschoven worden. Dit kan door van binnenuit, d.m.v. een pin een verankering te voorzien. Het glas kan vervangen worden door gelaagd glas. Dit bestaat uit verschillende lagen glas, met daartussen een speciale film, en het is quasi onbreekbaar. Een andere mogelijkheid is het vervangen van glas door polycarbonaat, dat een weerstand heeft van 250 maal die van gewoon glas. Eventueel gebruik je een polycarbonaatraam als voorzetraam.
De kelder Ook kelderroosters vormen een ingang tot jouw huis. Zij kunnen beveiligd worden door diverse sluitsystemen. Het rooster zelf moet echter stevig genoeg zijn en vastgeankerd worden aan de muur, zoniet is het zinloos.
Lichtkoepels Ook hier kan aan de binnenzijde een verankerd rooster voorzien worden ofwel metalen staven. De meest praktische oplossing is echter een lichtkoepel uit polycarbonaat, die ofwel van binnenuit vastgeschroefd is, ofwel van buitenuit mét ééntoersschroeven.
De garage Als je garage toegang geeft tot de woning is het handig om ook op de garagepoort de nodige beveiligingsmaatregelen te voorzien. Ook voor kantelpoorten bestaan schuifgrendels of een deurbalk. Een goedkope maatregel om ongewenst bezoek uit je garage te houden is om achter de wieltjes door de geleiders een gaatje te boren, waarin een pen of en hangslot aangebracht kan worden.
Hoe herken je degelijk materiaal? Sommige inbraakwerende producten kunnen herkend worden aan merktekens. Deze geven aan dat deze producten aan binnen- of buitenlandse normen voldoen. Uiteraard kan je steeds bij een goede handelaar om meer uitleg vragen of kijk op www.besafe.be.
3. Elektronische beveiliging Nog even herhalen: een elektronische beveiliging is pas zinvol als aan alle andere eisen voldaan werd. Het is niet zinvol om hier alle details van elektronische beveiliging te omschrijven. Beveiliging is maatwerk, en een zaak van beroepsmensen. Zij kunnen je alle mogelijke informatie geven over welk systeem, welke detectoren, welke aansluitingen in je geval de beste zijn. Elektronische beveiliging is duur en vergt een belangrijke investering. Niet alleen de installatie, de doorschakeling, het maandelijks ‘abonnementsgeld’ bij de beveiligingsfirma, het onderhoud, enz. Aan jou de keuze of deze investering de moeite waard is of niet. Daarenboven moet een alarmsysteem geregistreerd en regelmatig onderhouden worden. Zo kan je rekenen op een snelle en efficiënte tussenkomst bij een eventueel defect.
Een elektronisch alarmsysteem bestaat meestal uit een aantal detectoren, een centrale inwerkingsstelling, een sirene en/of een optisch signaal (zwaailicht). Als er een dief in huis is, gaat een luid alarm af en begint het zwaailicht te branden. Zowel de sirene als het licht moeten een eigen voeding hebben en beveiligd zijn tegen sabotagepogingen. Meestal wordt een alarm automatisch doorverbonden aan een bewakingsfirma of aan derde personen. Bij elektronische beveiliging is ook een zekere gebruiksdiscipline vereist. Je zal een aantal gewoonten moeten aanpassen bij het verlaten en het betreden van je woning. Ook opletten met het opschrijven of doorgeven van de beveiligingscodes. Als teveel mensen weet hebben van jouw persoonlijke code, wordt beveiliging minder accuraat. Vermijd een vals alarm. Dit is niet alleen vervelend en storend maar vooral contraproductief: indien jouw alarm te pas en te onpas afgaat, zal na verloop van tijd niemand er nog acht op slaan. En zo schiet een alarm zijn doel helemaal voorbij uiteraard. Last-but- not-least: het is verplicht om de elektronische alarminstallatie te laten registreren. Normaal doet de alarmcentrale waarbij je aangesloten bent dit voor jou. Zoniet kan je dit zelf doen op twee manieren: (1) online op www.police-on-web.be (met EID) of (2) bij de helpdesk van de Federale Overheidsdienst op tel 078 15 03 11.
Ook camerabewaking kan, maar laat je beste aanbrengen door een gespecialiseerde firma. De wet verplicht je immers om deze aan te geven bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het is o.a. verplicht om een pictogram aan te brengen dat aangeeft dat je huis of winkelpand camerabewaking heeft. Je vindt ook meer informatie op de website van het Vast Secretariaat voor Preventiebeleid www.besafe.be .