Hoe gezond bent u?
Monitor volwassenen
2008 Gemeente Doesburg
Monitor volwassenen 2008 Gemeente Doesburg
Hulpverlening Gelderland Midden Sector Volksgezondheid / GGD Stafbureau VGZ Arnhem, juli 2010
Inhoudsopgave Samenvatting 1 Inleiding
1
2 Methode en respons
3
3 Achtergrondkenmerken
4
3.1 Leeftijd en geslacht
4
3.2 Burgerlijke staat en samenstelling huishouden
4
3.3 Etniciteit
5
3.4 Opleiding
6
3.5 Werk
7
3.6 Schulden en inkomen
7
3.7 Religie
8
4 Lichamelijke en psychische gezondheid 4.1 Ervaren gezondheid
9 9
4.2 Overgewicht
10
4.3 Chronische ziekten en aandoeningen
11
4.4 Gebruik slaap- en kalmeringsmiddelen
12
4.5 Psychische gezondheid
12
4.6 Angst en depressie
13
5 Leefstijl
14
5.1 Alcohol
14
5.2 Roken
15
5.3 Drugs
15
5.4 Voeding
16
5.5 Beweging
17
5.6 Gezond gedrag
18
6 Sociale omgeving
19
6.1 Sociale contacten
19
6.2 Eenzaamheid
20
6.3 Lidmaatschap verenigingen
20
6.4 Huiselijk geweld
21
7 Mantelzorg en vrijwilligerswerk
22
7.1 Mantelzorg
22
7.2 Vrijwilligerswerk
23
8 Woning en woonomgeving
24
8.1 Woning
24
8.2 Veiligheidsbeleving
24
8.3 Geluidshinder
25
8.4 Ventilatie binnenshuis
26
9 Hulp en ondersteuning
28
9.1 WMO- / zorgloket
28
9.2 Hulp en ondersteuning
28
10 Overzichtstabel
29
11 Algemene aanbevelingen
30
12 Conclusies en lokale aanbevelingen Doesburg
37
Geraadpleegde bronnen
39
Bijlage
42
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
Samenvatting In het najaar van 2008 heeft de GGD van Hulpverlening Gelderland Midden de monitor volwassenen ‘Hoe gezond bent u?‘ onder de bevolking van 19 tot 65 jaar uitgevoerd. Per gemeente werd met behulp van de gemeentelijke basisadministratie een a-selecte steekproef getrokken. Uit elke gemeente werden 1000 inwoners in de steekproef opgenomen. De vragenlijst bestond uit vragen over de volgende onderwerpen: lichamelijke en psychische gezondheid, leefstijl, sociale omgeving, mantelzorg, vrijwilligerswerk, woning en woonomgeving, schulden en ondersteuning. Van de 1000 verstuurde vragenlijsten waren er 421 bruikbaar voor analyse. De totale respons in uw gemeente komt daarmee op 42%. Achtergrondkenmerken Van de volwassenen in de gemeente Doesburg is de helft man. Een kwart van de volwassenen valt in de groep 19-35 jarigen, 40% in de groep 35-50 jarigen en 35% in de groep 50-65 jarigen. In de gemeente Doesburg heeft 39% van de volwassenen een laag opleidingsniveau, 36% een middelbaar en 25% een hoog opleidingsniveau. Van alle volwassenen in de gemeente Doesburg geeft 24% aan moeite te hebben om met het inkomen te kunnen rondkomen. 10% van de volwassenen in de gemeente Doesburg heeft risicovolle/problematische schulden. Lichamelijke en psychische gezondheid De meeste volwassenen (84%) vinden hun gezondheid goed. Bij 2% is diabetes mellitus door een arts vastgesteld, bij 13% een hoge bloeddruk, bij 9% een verhoogd cholesterolgehalte, bij 9% astma of CARA/COPD. Van de volwassenen in uw gemeente heeft 40% overgewicht en 14% heeft ernstig overgewicht (obesitas). Psychische ongezondheid komt bij 11% van de volwassenen voor. 43% heeft een verhoogd risico op een angststoornis of depressie. Bijna 4.000 volwassenen hebben overgewicht. 3.000 volwassenen hebben een verhoogd risico om een angststoornis of depressie te krijgen.
Leefstijl Van alle volwassenen in de gemeente Doesburg heeft 84% in de 12 maanden voorafgaand aan het onderzoek alcohol gebruikt. 11% drinkt overmatig. Van de volwassenen rookt 27%.
Bijna 800 volwassenen drinken overmatig alcohol. Bijna 2.000 volwassenen roken.
Ook is gevraagd naar voedingsgewoonten en beweging. 74% van de volwassenen in de gemeente Doesburg ontbijt dagelijks, 31% eet minimaal twee keer per week vis, 35% eet iedere dag groente en 28% eet iedere dag fruit. Volgens de landelijke beweegnorm is het gezond om minimaal 5 dagen per week tenminste 30 minuten te bewegen. 72% van de volwassenen in de gemeente Doesburg voldoet hieraan.
Sociale omgeving 90% van de volwassenen in de gemeente Doesburg is tevreden met de contacten die ze hebben. Eenzaamheid is nagevraagd met behulp van de eenzaamheidsschaal van De Jong-Gierveld. Volgens deze schaal is 37% van de volwassenen in de gemeente Doesburg in meer of mindere mate eenzaam. In de gemeente Doesburg geeft 9% van de volwassenen aan ooit slachtoffer geweest te zijn van huiselijk geweld. Ruim 600 volwassenen zijn slachtoffer van huiselijk geweld
Mantelzorg en vrijwilligerswerk In de gemeente Doesburg geeft 11% op het moment van onderzoek mantelzorg. 3% heeft zelf in het afgelopen jaar mantelzorg ontvangen. Van de volwassenen in de gemeente Doesburg verricht 33% vrijwilligerswerk. De meest genoemde reden om geen vrijwilligerswerk te doen is ‘ik kan er geen tijd voor vrij maken’.
Er zijn bijna 800 mantelzorgers en ruim 2.300 vrijwilligers
Woning en woonomgeving In de gemeente Doesburg woont 26% in een huurwoning, de rest in een koopwoning. Mensen met een huurwoning zijn vaker ontevreden met hun woning en woonomgeving dan eigen woningbezitters. Gevoelens van onveiligheid komen ’s nachts en ’s avonds vaker voor dan overdag. Een deel van de volwassenen (23%) ervaart ernstige geluidshinder.
Ruim 1.600 inwoners ervaren ernstige geluidshinder
Veel mensen ventileren niet voldoende; 55% ventileert te weinig in de woonkamer, 28% in de slaapkamer, 51% in de keuken en 51% ventileert te weinig in de badkamer. Hulp en ondersteuning Een groot deel van de volwassenen in uw gemeente weet niet waar ze hulp en ondersteuning voor de genoemde onderwerpen kunnen vinden. Dit geldt vooral voor huishouden, aanvragen PGB en schulden. Vervolg Deze rapportage biedt de gemeente aanknopingspunten voor het formuleren van beleid en het stellen van prioriteiten. De GGD van Hulpverlening Gelderland Midden kan ondersteuning bieden bij het nader analyseren van gegevens en bij het formuleren van lokaal gezondheidsbeleid. In deze rapportage zijn algemene aanbevelingen opgenomen. De rapporten worden echter met iedere gemeente besproken om de resultaten en de aanbevelingen zoveel mogelijk te koppelen aan de lokale situatie.
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
1 Inleiding Van onderzoek Gemeenten hebben een belangrijke taak als het gaat om het bevorderen en beschermen van de gezondheid van hun inwoners. Om deze taak te kunnen uitvoeren is wettelijk vastgelegd dat gemeenten inzicht moeten hebben in de gezondheidstoestand van hun inwoners, door uitvoering van epidemiologisch onderzoek, en op basis hiervan hun beleid moeten vaststellen. De uitvoering van het epidemiologisch onderzoek is door gemeenten weggezet bij hun GGD, de Gemeentelijke of Gemeenschappelijke GezondheidsDienst. De GGD’en in Gelderland en Overijssel geven gezamenlijk vorm aan deze taak in de vorm van de monitorcyclus (tabel 1). In dit kader werd in het najaar van 2008 de volwassenenmonitor ‘Hoe gezond bent u?’ onder de bevolking van 19 t/m 64 jaar uitgevoerd. Tabel 1: Monitorcyclus Jaar 2003 2005 2007 2008 2009
Monitor E-movo, jeugdmonitor Ouderenmonitor E-movo, jeugdmonitor Volwassenenmonitor Kindermonitor
Doelgroep klas 2 en 4 van het VO 65 jaar en ouder klas 2 en 4 van het VO 19 t/m 64 jaar 0 t/m 11 jaar
Via interpretatie Voorliggende rapportage geeft inzicht in de gezondheidstoestand van de inwoners van gemeente Doesburg. De gegevens vertellen bijvoorbeeld hoe mensen hun eigen gezondheid ervaren, welke leefstijl mensen hebben en of er in hun huizen goed geventileerd wordt. Alle gegevens samen vormen een beeld van de gezondheidsproblemen in deze gemeente. Naar beleid In de vorige eeuwen werd grote gezondheidswinst geboekt door vaccinatieprogramma’s, goede arbeidsomstandigheden en de aanleg van riolering. Deze interventies konden worden uitgevoerd omdat gemeenten in kaart hadden gebracht wáár de gezondheidsproblemen waren en welke determinanten hieraan ten grondslag lagen. Maar volksgezondheidsproblemen worden tegenwoordig steeds complexer. Deze complexiteit wordt gekenmerkt door het feit dat de kennis over het precieze gezondheidsrisico en de meest effectieve interventies nog beperkt is en doordat een grote groep van verschillende actoren betrokken moet worden bij de aanpak ervan. Het beleid dient dan ook goed afgestemd te worden op de complexiteit van deze problemen zodat ook hardnekkige problemen als overgewicht en psychische ongezondheid effectief kunnen worden aangepakt. Lokaal en integraal Sinds 2003 zijn gemeenten verplicht iedere vier jaar een nota lokaal gezondheidsbeleid te formuleren met daarin de ambities, keuzes en prioriteiten op het gebied van Volksgezondheid en Preventie. Juist omdat de hedendaagse volksgezondheidsproblemen een integrale aanpak behoeven is er in de Wet op de Publieke Gezondheid ook opgenomen dat gezondheidsaspecten in alle bestuurlijke beslissingen moeten worden meegewogen. Deze weging is tweeledig; enerzijds moet worden voorkomen dat deze beslissingen schade aan de volksgezondheid toebrengt, anderzijds moeten activiteiten in andere sectoren die de gezondheid versterken worden gestimuleerd.
1
Met deze rapportage wil de GGD van Hulpverlening Gelderland Midden een constructieve bijdrage leveren aan het lokale én integrale gezondheidsbeleid van de zestien gemeenten waar zij voor werkt. Daarom zijn niet alleen de resultaten opgenomen in de rapportage maar vindt u ook een uitgebreide lijst met aanbevelingen voor een integrale, lokale aanpak.
2
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
2 Methode en respons Onderzoekspopulatie Alle inwoners van 19 t/m 64 jaar kwamen in aanmerking voor deelname aan het onderzoek. Mensen die niet in staat zijn zelfstandig te wonen, d.w.z. mensen wonend in een verpleegtehuis, psychiatrisch ziekenhuis of een instelling voor verstandelijk gehandicapten werden uitgesloten van het onderzoek. Steekproef Per gemeente werd met behulp van de gemeentelijke basisadministratie een a-selecte steekproef getrokken. Uit elke gemeente werden 1000 inwoners in de steekproef opgenomen. Vragenlijst De vragenlijst bestond uit een basis- en keuzedeel. In de basis van de vragenlijst werden de speerpunten, die gemeenten in hun nota’s volksgezondheid hebben geformuleerd, opgenomen. Daarnaast werden ook de speerpunten uit de preventienota van VWS en de indicatoren van de inspectie Openbare Gezondheidszorg opgenomen. Het keuzedeel werd bepaald door de wensen van de 82 gemeenten in de gehele regio Oost-Nederland. Dit resulteerde in een vragenlijst voor de gehele regio Oost-Nederland. De vragenlijst bestond uit vragen over de volgende onderwerpen: lichamelijke en psychische gezondheid, leefstijl, sociale omgeving, mantelzorg, vrijwilligerswerk, woning en woonomgeving, schulden en ondersteuning. Deelnemers aan het onderzoek konden de vragenlijst digitaal via internet of schriftelijk invullen. Na het invullen van de digitale vragenlijst kregen de respondenten een advies op maat gericht op het verbeteren van de leefstijl. Respons Van de 1000 verstuurde vragenlijsten waren er 421 bruikbaar voor analyse. De totale respons in uw gemeente komt daarmee op 42%. Tabel 2 geeft de responsverdeling naar geslacht en leeftijd (tabel 2). Uit de tabel blijkt dat de respons over de variabelen geslacht en leeftijd niet gelijk is. De respons neemt toe met de leeftijd en de respons is hoger onder vrouwen. Tabel 2: Respons naar geslacht en leeftijd in de gemeente Doesburg Mannen Vrouwen
19 t/m 34 jarigen 25% 34%
35 t/m 49 jarigen 31% 53%
50 t/m 64 jarigen 48% 53%
Weging en analyse Om de uitkomsten representatief te maken voor de gehele onderzoekspopulatie worden de gegevens hiervoor gecorrigeerd. De gegevens worden daarvoor gewogen naar geslachts- en leeftijdsverdeling van de bevolking van 19 t/m 64 jaar in de gemeente Doesburg. De gegevens zijn dan ook uitgevoerd op een ‘gewogen’ bestand. Na correctie zijn de gegevens representatief voor de inwoners van 19 tot 65 jaar in uw gemeente. Alle (digitale) vragenlijsten zijn door een extern bureau verwerkt. Analyses zijn gedaan met het statistische pakket SPSS 17 voor Windows.
3
3 Achtergrondkenmerken 3.1 Leeftijd en geslacht Van alle deelnemers is de helft man (gewogen). 25% van de deelnemers zit in de leeftijdscategorie tussen de 19 en 34 jaar, 40% is tussen de 35 en 49 jaar en 35% is ouder dan 50 jaar (gewogen). In tabel 3.1 wordt de totale bevolkingsopbouw van uw gemeente weergegeven. Tabel 3.1: Bevolkingsaantallen (n en %) naar leeftijdscategorie Leeftijdscategorie 0-19 jarigen 19-65 jarigen 65 jaar en ouder Totaal
Aantal 2.709 7.114 1.744 11.567
% 23 62 15 100
3.2 Burgerlijke staat en samenstelling huishouden Om een beeld te krijgen van de leefsituatie van de respondenten is gekeken naar de burgerlijke staat en het aantal personen waaruit een huishouden bestaat. Over het algemeen leven gehuwde mensen langer dan nooit-gehuwden en mensen die gescheiden of verweduwd zijn. Voor mannen geldt dit sterker dan voor vrouwen. Van de totale groep volwassenen in de gemeente Doesburg is 76% gehuwd of woont samen, is 1% weduwnaar of weduwe, is 19% alleenstaand (nooit gehuwd geweest) en is 5% gescheiden (figuur 3.2.1).
Figuur 3.2.1: Burgerlijke staat uitgesplitst naar opleiding, leeftijd en geslacht (%).
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag
gehuwd, samenwonend ongehuwd, nooit gehuwd geweest
50-65 jaar
gescheiden
35-50 jaar
weduwe, weduwnaar
19-35 jaar
vrouw man 0%
20%
40%
60%
80%
4
100%
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG Van de respondenten woont 9% in een eenpersoons huishouden, 91% woont met twee of meer mensen in een huis (figuur 3.2.2). Bij 55% van de huishoudens wonen er kinderen thuis. Het percentage eenoudergezinnen is 5%.
3.2.2: Eenpersoons huishoudens naar opleiding, leeftijd en geslacht (%).
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag
50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
2
4
6
8
10
12
14
%
3.3 Etniciteit De gezondheidstoestand van allochtonen is over het algemeen minder goed dan die van autochtone Nederlanders. Zo komt bijvoorbeeld diabetes meer voor bij allochtonen. Ook ervaren allochtonen (en dan vooral Marokkanen en Turken) hun gezondheid over het algemeen slechter dan autochtonen. Volgens de definitie van het CBS wordt iemand tot de allochtone bevolkingsgroep gerekend, wanneer minstens één ouder in het buitenland is geboren. 12% van de deelnemers aan dit onderzoek is van allochtone afkomst.
5
3.4 Opleiding Er bestaan in Nederland aanzienlijke verschillen in gezondheid naar sociaaleconomische status (SES), gemeten naar opleiding, inkomen of beroepsniveau. Zo leven lager opgeleiden mannen en vrouwen gemiddeld respectievelijk 4,9 jaar en 2,6 jaar korter dan hoog opgeleiden. Het gemiddelde verschil in het aantal jaren dat in minder goede gezondheid wordt doorgebracht is zelfs 15 jaar. Aan de respondenten is gevraagd wat hun hoogste genoten opleidingsniveau is. Het percentage volwassenen dat geen of alleen lager onderwijs heeft gevolgd is 5%, 25% heeft een HBO of universitaire opleiding afgerond. Zie figuur 3.4. Mannen zijn hoger opgeleid dan vrouwen en jong volwassenen zijn hoger opgeleid dan oudere volwassenen. Vergeleken met de HGM-regio zijn de volwassenen in de gemeente Doesburg lager opgeleid. Figuur 3.4: Opleidingsniveau uitgesplitst naar leeftijd en geslacht (%).
Totaal
50-65 jaar Geen opleiding, LO
35-50 jaar
MAVO, LBO HAVO, VWO, MBO
19-35 jaar
HBO, WO
vrouwen mannen 0%
20%
40%
60%
80%
100%
%
Verder in dit rapport worden gegevens uitgesplitst naar opleidingsniveau in drie categorieën. 1 Lage opleiding: geen opleiding, lager onderwijs, MAVO, LBO; 2 Middelbare opleiding: HAVO,VWO, MBO; 3 Hoge opleiding: HBO, VWO.
6
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
3.5 Werk Aan alle respondenten is gevraagd hoe hun werksituatie is. Van de respondenten heeft 75% een betaalde werkkring. Van de volwassenen is 5% arbeidsongeschikt en 2% werkloos (figuur 3.5). Mannen hebben vaker betaald werk dan vrouwen en 35-50 jarigen hebben vaker betaald werk dan 19-35 jarigen en 50-65 jarigen. Verder neemt het percentage volwassenen met betaald werk toe naarmate het opleidingsniveau toeneemt. Het percentage arbeidsongeschikten is het hoogst onder 50-65 jarigen en onder laag opgeleiden.
Figuur 3.5: Werksituatie uitgesplitst naar opleiding, leeftijd en geslacht (%).
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag heeft betaald werk is arbeidsongeschikt
50-65 jaar
is werkloos
35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
20
40
60
80
100
%
3.6 Schulden en inkomen Een derde van de Nederlanders heeft naast een eventuele hypotheekschuld ook nog andere schulden. Zolang men de betalingen kan volhouden hoeft dit niet tot problemen te leiden. Echter, een deel van de mensen lukt het niet om de betalingen vol te houden vanwege bijvoorbeeld een daling in inkomen, het verlies van een baan of doordat de schulden steeds groter worden. Dan ontstaan mogelijk risicovolle of problematische schulden, welke een deel van de mensen niet zelfstandig kan oplossen. Het is van belang dat deze mensen weten waar ze met dergelijke vragen terecht kunnen. Wanneer mensen schulden hebben kan dit invloed hebben op de lichamelijke en psychische gezondheid. Stress door het hebben van schulden kan lichamelijke ongezondheid veroorzaken.
7
Schulden zijn risicovol bij één van de volgende situaties (bron: Nibud): - er zijn meer dan drie schuldeisers - een betalingsachterstand heeft twaalf maanden of langer geduurd - een betalingsachterstand is groter dan duizend euro - men kan tenminste één van de betalingsachterstanden niet zelfstandig binnen twaalf maanden oplossen De schulden zijn problematisch als twee of meer van bovenstaande situaties gelden.
Van de totale groep volwassenen in de gemeente Doesburg heeft 10% risicovolle/problematische schulden. Van alle respondenten geeft 24% aan moeite te hebben met het kunnen rondkomen van het inkomen. Dat is hoger dan in de gehele HGM-regio (18%). Het percentage dat moeite heeft met rondkomen is het hoogst onder laag opgeleiden. Figuur 3.6: Moeite met rondkomen van het inkomen naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag
50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
5
10
15
20
25
30
35
%
3.7 Religie Ruim de helft van de respondenten (52%) geeft aan een geloof te hebben; 25% is rooms-katholiek, 19% is protestants-christelijk, 4% is islamitisch en 6% heeft een ander geloof.
8
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
4 Lichamelijke en psychische gezondheid 4.1 Ervaren gezondheid Hoe iemand zijn of haar eigen gezondheid ervaart is een belangrijke gezondheidsmaat. Hiermee vat een persoon zijn/haar lichamelijke en geestelijke gezondheid als het ware samen. Ook de leefstijl wordt vaak in dit oordeel meegenomen. Een slechte ervaren gezondheid hangt samen met een verhoogd risico op sterfte. Op de vraag “Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen?” heeft 29% van de volwassenen ‘uitstekend of zeer goed’ geantwoord, zie figuur 4.1. Een kleinere groep vindt de eigen gezondheid ‘matig/slecht’, namelijk 17%. In de gemeente Doesburg voelen middelbaar opgeleiden en 19-35 jarigen zich het gezondst. Figuur 4.1: Uitstekend of zeer goed ervaren gezondheid naar opleiding, leeftijd en geslacht (%) Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag
50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
5
10
15
20
25 %
9
30
35
40
45
4.2 Overgewicht Overgewicht is een van de belangrijkste gezondheidsproblemen van dit moment. Overgewicht ontstaat wanneer de balans tussen eten en bewegen is verstoord. Het percentage volwassenen van 20 jaar en ouder met ernstig overgewicht is gestegen van 5% in 1981 tot 11% in 2007 (mannen en vrouwen samengenomen). Overgewicht en vooral ernstig overgewicht (obesitas) hangen samen met tal van chronische aandoeningen, zoals hart- en vaatziekten en diabetes mellitus. Ook hebben mensen met ernstig overgewicht vaker last van verschillende vormen van kanker en van aandoeningen aan het bewegingsapparaat (bijvoorbeeld artrose) en de ademhalingsorganen. Overgewicht hangt bovendien samen met lichamelijke beperkingen en een slechtere kwaliteit van leven.
Om de mate van overgewicht te bepalen wordt de Body Mass Index (BMI) gebruikt. De BMI wordt berekend door het lichaamsgewicht (in kilogram) te delen door de lichaamslengte (in meter) in het kwadraat. Voor volwassenen is een BMI tussen de 18,5 en 25 normaal. Bij een BMI van 25 is er sprake van overgewicht. Bij een BMI van 30 spreekt men van ernstig overgewicht of obesitas.
In dit onderzoek is overgewicht bepaald op basis van zelfgerapporteerde lengte en gewicht. Het bepalen van overgewicht met behulp van zelfgerapporteerde gegevens is vaak minder betrouwbaar dan het werkelijk meten van lengte en gewicht. De meeste mensen schatten hun lengte te hoog en hun gewicht te laag in. Dit levert een onderschatting van het percentage mensen met overgewicht op. In uw gemeente heeft 40% van de volwassenen overgewicht en 14% ernstig overgewicht. Meer mannen dan vrouwen hebben overgewicht. Het percentage volwassenen met overgewicht neemt toe naarmate de leeftijd hoger wordt (figuur 4.2). In de gemeente Doesburg is het percentage mensen met overgewicht hoger dan in de gehele HGMregio (43%). Figuur 4.2: (Ernstig) overgewicht naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag overgewicht ernstig overgewicht
50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
10
20
30
40
50
%
10
60
70
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG 4.3 Chronische ziekten en aandoeningen De tien ziekten die in Nederland verantwoordelijk zijn voor het grootste gedeelte van de ziektelast (sterfte en ziekte samen) zijn: coronaire hartziekten, angststoornissen, beroerte, depressie, COPD, diabetes mellitus, longkanker, alcoholafhankelijkheid, artrose en dementie. Psychische stoornissen en artrose zorgen vooral voor een groot verlies aan ziektejaren. COPD, diabetes mellitus en dementie zijn belangrijke doodsoorzaken en ook oorzaken van veel ziektejaren (leven met ziekte). In dit onderzoek hebben we de belangrijkste ziekten en risicofactoren opgenomen in de vragenlijst. Diabetes mellitus Diabetes mellitus komt steeds vaker en steeds jonger voor als gevolg van meer overgewicht, te weinig bewegen en door vergrijzing. Een verminderde glucosetolerantie (IGT) is een voorstadium van diabetes. Uit onderzoek blijkt dat circa een derde van de mensen met IGT binnen zes jaar diabetes krijgt. Uit ons onderzoek blijkt dat 2% van de volwassenen in de gemeente Doesburg (door een arts vastgestelde) diabetes mellitus heeft. Daarnaast geeft 1% aan een door een arts vastgestelde verminderde glucosetolerantie te hebben. Hoge bloeddruk en verhoogd cholesterolgehalte Risicofactoren voor hart- en vaatziekten zijn o.a. een hoge bloeddruk en/of een verhoogd cholesterolgehalte. In de gemeente Doesburg heeft 13% van de inwoners een hoge bloeddruk en 9% heeft een verhoogd cholesterolgehalte (beide door een arts vastgesteld). Overige ziekten en aandoeningen Uit de literatuur blijkt dat (onder andere) astma, rugaandoeningen, gewrichtsslijtage en nek- en schouderaandoeningen veel vaker voorkomen bij lager opgeleiden dan bij hoger opgeleiden. Dit geldt zowel voor mannen als voor vrouwen met uitzondering van astma (daar alleen voor mannen). Omdat deze ziekten flink beperkend zijn, kan een hoge prevalentie zorgen voor veel arbeidsongeschiktheid. Van de volwassenen in de gemeente Doesburg heeft 9% astma of CARA/COPD, 5% een ernstige rugaandoening, 7% gewrichtsslijtage van heup of knie en 4% een ernstige aandoening van nek of schouder (allen door een arts vastgesteld). Tabel 4.3: Percentage volwassenen dat afgelopen jaar onderstaande ziekten had (of gehad heeft) Chronische ziekte Diabetes mellitus Verminderde glucosetolerantie Hoge bloeddruk Verhoogd cholesterolgehalte Astma of CARA/COPD Ernstige rugaandoening Gewrichtsslijtage van heup of knie Ernstige aandoening van nek of schouder
door arts vastgesteld (%) 2 1 13 9 9 5 7 4
Bijna alle chronische ziekten komen het meeste voor bij de oudere volwassenen en de laag opgeleiden.
11
4.4 Gebruik slaap- en kalmeringsmiddelen In de top tien van meest verstrekte geneesmiddelen staat op drie een kalmeringsmiddel en op vijf een slaapmiddel. Slaap- en kalmeringsmiddelen verhogen de kans op verkeersongevallen. Bij langdurig gebruik kan een medicijnverslaving ontstaan. Het College van Zorgverzekeringen heeft besloten deze medicijnen uit het vergoedingenoverzicht te schrappen om het gebruik terug te dringen. Deze maatregel is op 1 januari 2009 ingegaan. In de gemeente Doesburg heeft 14% van de inwoners de afgelopen twee weken slaap- of kalmeringsmiddelen op doktersvoorschrift gebruikt. 4% van de inwoners in uw gemeente gebruikt deze middelen al minstens twee jaar.
4.5 Psychische gezondheid Volgens de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) hebben psychisch gezonde personen een goede beleving van welzijn, autonomie en competentie. Ze voelen zich in staat de eigen intellectuele en emotionele mogelijkheden te verwezenlijken. Er zijn verschillende vragenlijsten voor het meten van psychische gezondheid. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de MHI-5 (Mental Health Inventory). De lijst bestaat uit vijf vragen naar gevoelens in de afgelopen vier weken. Items die aan bod komen zijn zenuwachtigheid, somberheid, gelukkig zijn, in de put zitten en zich rustig voelen. Ongeveer 16% van de Nederlanders rapporteert op basis van deze vragenlijst psychische ongezondheid, meer vrouwen (19%) dan mannen (13%). Psychische klachten omvatten gevoelens van psychische verstoring, zoals gevoelens van angst, depressie, slaapverstoring en stress. Dit kan leiden tot zichtbaar leed, een (gedeeltelijk) onvermogen tot functioneren en een verhoogd risico op sterfte, pijn en beperkingen. Psychische stoornissen zijn o.a. dementie, schizofrenie, depressie en angststoornissen. In de gemeente Doesburg is 11% van de inwoners psychisch ongezond. Psychische ongezondheid komt vooral tot uitdrukking in het niet gelukkig zijn en zich niet kalm en rustig voelen. Figuur 4.5: Psychische gezondheid naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal opl:hoog opl:midden opl:laag 50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar vrouw man 0
10
20
30
40
50 %
12
60
70
80
90
100
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG 4.6 Angst en depressie Wanneer heftige angstklachten optreden zonder een reële bedreiging, is er mogelijk sprake van een angststoornis. Het ontbreken van een reële dreiging onderscheidt angststoornissen van normale gevoelens van vrees of angst. De symptomen zijn in beide gevallen hetzelfde: hartkloppingen, een droge mond, een beklemd gevoel, nerveuze spanning, prikkelbaarheid, rusteloosheid, verhoogde spierspanning of slaap- en concentratieproblemen. De belangrijkste symptomen van depressie zijn een aanhoudende neerslachtige stemming en een ernstig verlies aan interesse in bijna alle dagelijkse activiteiten. Depressie moet niet worden verward met de 'gewone' neerslachtigheid die iedereen wel eens heeft. De neerslachtigheid bij depressie is heviger en klaart na een paar dagen niet vanzelf op. Naar schatting waren er in 2003 in Nederland 6,3% of wel 856.000 mensen van 13 jaar en ouder die in het jaar daarvoor gedurende enige tijd leden aan depressie. Depressie komt tweemaal zo veel voor bij vrouwen als bij mannen. Depressie doet zich veel voor op de leeftijd van 25 tot 45 jaar en komt minder voor bij ouderen en kinderen. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van een lijst van tien vragen (Kessler psychological distress scale, K10) die het risico op een angststoornis of een depressie in beeld brengt. De K10 bestaat uit vragen naar gevoelens in de afgelopen maand, zoals zenuwachtigheid, rusteloosheid, hopeloosheid, somberheid en depressiviteit. In uw gemeente Doesburg heeft 6% van de inwoners een hoog risico op een angststoornis of een depressie, 37% een matig risico en 57% weinig of geen risico op een angststoornis of een depressie (figuur 4.6). Mannen hebben minder risico op een angststoornis of depressie dan vrouwen. De jong volwassenen (19-35 jarigen) hebben het hoogste risico op een angststoornis of depressie. Figuur 4.6: Matig en hoog risico op angststoornis en depressie naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag matig risico 50-65 jaar
hoog risico
35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
10
20
30
40
%
13
50
60
5 Leefstijl 5.1 Alcohol Het merendeel (81%) van de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder drinkt alcohol. In 2006 werd in Nederland per persoon 78 liter bier, 22 liter wijn en 4 liter gedistilleerde dranken gedronken. In vergelijking met het alcoholgebruik in de andere Europese lidstaten lijkt Nederland een middenpositie in te nemen. Alcoholgebruik is een belangrijke determinant bij sterfte: in 2005 overleden circa 1.800 personen door aandoeningen die direct of indirect een gevolg zijn van alcoholgebruik. Hiervan overlijden circa 800 personen aan een aandoening, waarbij alcohol expliciet vermeld werd als factor die had bijgedragen aan het overlijden. Ongeveer 10% van de Nederlanders heeft een alcoholgebruik dat voldoet aan de criteria voor probleemdrinker. Schadelijk alcoholgebruik komt meer voor bij mannen met een lagere opleiding. In de gemeente Doesburg geeft 84% van de respondenten aan in de 12 maanden voor het onderzoek alcohol te hebben gebruikt. 8% geeft aan in het verleden wel te hebben gedronken maar nu niet meer. Bijna een op de tien respondenten (8%) heeft nooit gedronken. Bovenmatig gebruik van alcohol kan leiden tot verschillende ziektes, vooral leverziektes, hart- en vaatziekten en kanker. Bij mannen ligt de grens voor overmatig alcoholgebruik op meer dan 21 glazen per week en bij vrouwen is dit meer dan 14 glazen per week. Volgens deze criteria gebruikt 11% in de gemeente Doesburg overmatig alcohol (figuur 5.1). Vooral mannen, jong volwassenen en ouderen gebruiken overmatig alcohol.
Figuur 5.1: Overmatig alcoholgebruik naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag
50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
2
4
6
8
10 %
14
12
14
16
18
20
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
5.2 Roken Roken was in 2005 verantwoordelijk voor bijna 20.000 sterfgevallen in Nederland. Bij mensen boven de twintig jaar is een groot deel van de sterfgevallen door longkanker, COPD en kanker in het hoofdhalsgebied te wijten aan roken. Roken is ook een risicofactor voor een aantal aandoeningen aan hart en bloedvaten en diverse andere aandoeningen. In 2007 rookte 28% van alle volwassenen (15 jaar en ouder) in Nederland. Gemiddeld roken ze 15 sigaretten per dag. Van de rokers heeft 63% wel eens geprobeerd om te stoppen met roken, maar is hierin niet geslaagd. 30% is het gelukt om te stoppen. Driekwart van de rokers is van plan om in de toekomst te stoppen met roken. Van de respondenten in de gemeente Doesburg geeft 27% aan nu te roken, 37% heeft in het verleden wel gerookt maar is nu gestopt en de rest heeft nooit gerookt. Het percentage rokers neemt toe naarmate het opleidingsniveau afneemt.
Figuur 5.2: Rokers naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag
50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
5
10
15
20
25
30
35
%
5.3 Drugs Softdrugs Softdrugs zoals, hasj, wiet en marihuana, hebben geen sterk verslavende werking. Cannabis vermindert het reactie- en concentratievermogen en heeft een negatieve invloed op het korte termijn geheugen. Bij frequent gebruik kan cannabis tot psychosen leiden bij mensen die hier aanleg voor hebben. Van de Nederlanders van 12 jaar en ouder gaf in 2001 ongeveer één op de zes (17%) aan ooit cannabis te hebben gebruikt en circa 3% was een actuele gebruiker (maand voorafgaand aan het onderzoek softdrugs gebruikt).
15
Bijna een vijfde (19%) van de respondenten heeft ooit softdrugs gebruikt en 3% heeft dit recent (in de laatste vier weken) nog gedaan. Mannen hebben vaker softdrugs gebruikt dan vrouwen. Het percentage gebruikers neemt toe naarmate de leeftijd afneemt. Harddrugs Onder de harddrugs vallen amfetamine, XTC, LSD, hallucinerende paddenstoelen (paddo's), cocaïne en heroïne. Een belangrijk effect van de meeste harddrugs is verslaving ofwel afhankelijkheid van drugs. Harddrugs zijn een stuk minder populair dan softdrugs, 6% in de gemeente Doesburg heeft ooit harddrugs gebruikt. 1% heeft in de vier weken voor het onderzoek nog harddrugs gebruikt. Mannen hebben vaker ooit in hun leven harddrugs gebruikt dan vrouwen. Het percentage volwassenen dat ooit harddrugs heeft gebruikt neemt toe naarmate de leeftijd afneemt.
5.4 Voeding Ontbijt Een ontbijt levert de energie voor genoeg concentratievermogen op het werk of op school. Bovendien is ontbijten ook belangrijk om een gezond gewicht te behouden. Wie niet ontbijt, compenseert dat vaak later op de dag met snoep en snacks. Die leveren meestal veel calorieën en relatief weinig vitamines en mineralen. In de gemeente Doesburg ontbijt een deel van de bevolking niet iedere dag, namelijk 26%. Vis Vis is gezond vanwege de omega 3-vetzuren. Dit vet zit vrijwel alleen in vis en ander zeevoedsel zoals schaal- en schelpdieren. Het vermindert de kans op hart- en vaatziekten. Verder bevat vis belangrijke mineralen zoals jodium en selenium en is het een goede bron van eiwitten. Om te profiteren van het speciale vet in vis, is het belangrijk één tot twee keer in de week vis te eten. Makreel, zalm, paling, haring, sardines en forel zijn van nature rijk aan het vet. In de gemeente Doesburg eet een klein deel van de bevolking twee keer per week vis, namelijk 31%. Groenten en fruit Er zijn aanwijzingen dat het eten van voldoende groente en fruit het risico op chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten verlaagt. Het risico op hart- en vaatziekten wordt verkleind als dagelijks twee ons groente en twee stuks fruit wordt gegeten. Het is goed volop te variëren met verschillende groente- en fruitsoorten om volop te profiteren van alle gezonde (voedings)stoffen. In de gemeente Doesburg eet 35% iedere dag groente en eet 28% iedere dag fruit.
16
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG Figuur 5.4: Enkele aspecten van voedingsgewoonten (%)
dagelijks ontbijten
minimaal 2x per w eek vis eten
dagelijks groente eten
dagelijks fruit eten
0
10
20
30
40
50
60
70
80
%
5.5 Beweging Om een goede gezondheid te behouden wordt in de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) aanbevolen om tenminste vijf dagen per week 30 minuten matig intensieve lichaamsbeweging te hebben. Met matig intensief wordt bedoeld: stevig doorwandelen, flink op de pedalen trappen of lekker actief tuinieren. Onvoldoende bewegen is in Nederland jaarlijks verantwoordelijk voor naar schatting ruim 8.000 sterfgevallen (ofwel circa 6% van totaal aantal sterfgevallen) en voor een aanzienlijk deel van de patiënten met coronaire hartziekten. Wanneer iedereen voldoende zou bewegen zou de gemiddelde levensverwachting voor alle 40-jarige Nederlanders met 0,7 jaar toenemen. Bovendien bevordert regelmatige lichamelijke activiteit de kwaliteit van leven. In de gemeente Doesburg beweegt 72% voldoende, dus zij bewegen tenminste vijf dagen per week 30 minuten per dag. Meer vrouwen dan mannen voldoen aan de beweegnorm. In de gemeente Doesburg bewegen lager opgeleiden minder dan middelbaar en hoger opgeleiden. Figuur 5.5: Voldoende beweging naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal
opl: hoog opl: midden opl: laag
50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
10
20
30
40
50 %
17
60
70
80
90
5.6 Gezond gedrag Aan de respondenten is gevraagd wat zij in het algemeen van hun manier van leven vinden. De meesten (64%) vinden hun manier van leven (zeer) gezond. Een minderheid, namelijk 5%, vindt hun manier van leven (zeer) ongezond. Ook is gevraagd wat ze het beste zouden kunnen veranderen aan hun leefstijl om hun eigen gezondheid te verbeteren. Tabel 5.6 geeft weer wat respondenten willen veranderen aan hun leefstijl. Slechts 12% van de respondenten geeft aan niets te willen veranderen. Tabel 5.6: Veranderingen in leefstijl (%) Veranderen in leefstijl Gewicht verminderen / afvallen Beter met stress / spanning omgaan Werkomstandigheden verbeteren Gezonder eten Niet meer roken Minder alcohol drinken Meer bewegen / sporten Iets anders Niets
% 46 22 7 28 18 11 43 3 12
18
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
6 Sociale omgeving De sociale omgeving is een verzamelnaam voor de deelname, betrokkenheid en binding van mensen met het sociale leven. Het hebben van voldoende en goede sociale relaties gaat gepaard met een gunstige lichamelijke en psychische gezondheid. Sociale relaties hebben enerzijds invloed op de gezondheid, vooral de psychische gezondheid en het verloop van ziekten, zoals hart- en vaatziekten en kanker. Anderzijds speelt de ervaren gezondheid een rol bij het aangaan en onderhouden van sociale relaties. In het onderzoek is aandacht besteed aan enkele aspecten van de sociale omgeving, namelijk de tevredenheid over de sociale contacten die men heeft, eenzaamheid, lidmaatschap van verenigingen en huiselijk geweld.
6.1 Sociale contacten Sociale relaties kunnen op verschillende manieren van invloed zijn op de gezondheid. Sociale relaties kunnen de sociaaleconomische positie beïnvloeden, het kan leiden tot een betere baan, meer inkomen, betere behuizing en betere verzorging. Mensen met een goed sociaal netwerk ontvangen en geven meer sociale steun. Ziekten en handicaps zijn van invloed op de omvang van het sociale netwerk. Een gemis aan sociale relaties hangt samen met meer psychische ongezondheid en een ongunstiger verloop van ziekten. Afnemende sociale relaties leidt vaak tot eenzaamheid. Op de vraag ‘hoe tevreden bent u met de contacten die u met anderen hebt’ antwoorden 90% (zeer) tevreden. 3% is (zeer) ontevreden en de rest is ongeveer even tevreden als ontevreden. In figuur 6.1 is de verdeling weergegeven van mensen die (zeer) ontevreden zijn over hun contacten.
Figuur 6.1: (Zeer) ontevreden over contacten met anderen naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag Ontevreden 50-65 jaar
Zeer ontevreden
35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
1
2
3
4 %
19
5
6
7
6.2 Eenzaamheid Eenzaamheid wordt omschreven als het subjectief ervaren van een onplezierig of ontoelaatbaar gemis aan (kwaliteit van) bepaalde sociale relaties. Het kan zijn dat het aantal contacten dat men heeft met andere mensen geringer is dan men wenst. Het kan ook zijn dat de kwaliteit van de gerealiseerde relaties achterblijft bij de wensen. Eenzaamheid is een gevoel. Het zit ‘in’ een persoon en is daardoor van buitenaf niet zichtbaar. Het probleem kan daardoor gemakkelijk onderschat worden. In dit onderzoek is eenzaamheid gemeten met behulp van de eenzaamheidsschaal van ‘De Jong Gierveld’. Dit meetinstrument bevat 11 items. Volgens deze vragenlijst heeft 7% een hoge eenzaamheidsscore. Een derde van de volwassenen is in meer of mindere mate eenzaam. Figuur 6.2 geeft de hoge eenzaamheidsscore weer.
Figuur 6.2: Hoge eenzaamheidsscore naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag
50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
2
4
6
8
10
12
%
6.3 Lidmaatschap verenigingen Van de respondenten geeft 54% aan lid te zijn van een vereniging, zoals een sportvereniging, muziekvereniging of een vereniging van de kerk. In de meeste gevallen gaat het om een sportvereniging (37%).
20
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
6.4 Huiselijk geweld Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer wordt gepleegd. Daders zijn vaak gezinsleden, familieleden, (ex)partners en huisvrienden. Slachtoffers en daders van geweld kunnen zowel vrouwen, kinderen als mannen zijn. Het kan gaan om: • Psychisch of emotioneel geweld; treiteren, kleineren, schelden, etc. • Lichamelijk geweld; mishandeling, geschopt en geslagen worden. • Ongewenste seksuele toenadering; ongewenst aanraken, seksueel getinte opmerkingen, etc. • Seksueel misbruik; aanranding of verkrachting. Fysiek geweld wordt over het algemeen eerder gesignaleerd en gemeld dan seksueel en emotioneel geweld, waarin ook zijn begrepen verwaarlozing, onthouden van noodzakelijke zorg en verzorging, vernedering, verbale agressie, isoleren. Onderzocht is dat ieder jaar in Nederland: • 160.000 vrouwen het slachtoffer zijn van een lichte vorm van lichamelijk en seksueel geweld • 30.000 vrouwen het slachtoffer zijn van ernstig lichamelijk en seksueel geweld • 17.000 vrouwen zijn het slachtoffer zijn van zeer ernstig geweld Huiselijk geweld heeft een flinke impact op slachtoffers, ze kunnen zowel op fysiek, seksueel als op emotioneel gebied klachten ontwikkelen. De levenskwaliteit daalt over het algemeen naarmate er meer geweldvormen worden ondervonden. De toename van de ernst en van de duur van geweld leidt tot een verdere afname van de levenskwaliteit. In de gemeente Doesburg geeft 9% aan ooit slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld. Het gaat in de meeste gevallen om psychisch of emotioneel geweld en lichamelijk geweld. De meeste gevallen (7%) van huiselijk geweld vonden plaats in het verleden (langer dan vijf jaar geleden), een kleiner deel, 1% van de gevallen vond plaats in het afgelopen jaar. Meer vrouwen dan mannen waren slachtoffer van huiselijk geweld. Figuur 6.4: Huiselijk geweld naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag
50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
2
4
6
8 %
21
10
12
14
16
7 Mantelzorg en vrijwilligerswerk 7.1 Mantelzorg Mantelzorg is langdurig en onbetaalde zorg voor een chronisch zieke, gehandicapte of hulpbehoevende partner, kind, ouder of ander familielid, vriend of kennis. Mantelzorgers geven deze zorg omdat zij een persoonlijke band hebben met degene voor wie zij zorgen. In tegenstelling tot vrijwilligerswerk is mantelzorg vaak geen bewuste keus. Het overkomt mensen. Zij kunnen de zorg vaak niet zomaar beëindigen. In Nederland zorgen 2,4 miljoen mensen meer dan 8 uur per week óf langer dan drie maanden voor een ander. Ongeveer 750.000 mantelzorgers zorgen meer dan 8 uur per week én langer dan drie maanden voor een ander. Ongeveer 200.000 mantelzorgers voelen zich door de zorg zwaar belast of zelfs overbelast. Dit wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door de combinatie met een betaalde baan, het niet kunnen overdragen van de zorg en extra kosten die mantelzorg met zich meebrengt. 17% van de volwassenen in de gemeente Doesburg heeft in het afgelopen jaar mantelzorg gegeven. Van diegenen die mantelzorg geven geeft 26% incidenteel mantelzorg. 16% geeft meer dan 20 uur per week mantelzorg. Vrouwen geven vaker mantelzorg dan mannen en het percentage mantelzorgers neemt toe met het toenemen van de leeftijd (zie figuur 7.1).
Figuur 7.1: Mantelzorgers naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag
50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
2
4
6
8
10
12
14
%
De helft van de mantelzorgers vindt het geven van mantelzorg belastend. In het afgelopen jaar heeft 3% van de respondenten zelf mantelzorg gekregen.
22
16
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG 7.2 Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk is werk dat, in georganiseerd verband, wordt uitgevoerd zonder dat daar een vergoeding tegenover staat. Meestal is dit werk met een maatschappelijk doel en voor anderen. Dit kunnen allerlei taken en activiteiten zijn. Ongeveer 30-40 procent van de Nederlanders van 18 jaar en ouder doet in meer of minder mate vrijwilligerswerk. Gemiddeld besteedt men ongeveer 6 uur per week aan vrijwilligerswerk. In de gemeente Doesburg doet een derde van de respondenten aan vrijwilligerswerk (33%), zie figuur 7.2. De belangrijkste reden om niet aan vrijwilligerswerk te doen is “ik kan er geen tijd voor vrijmaken”. Ook worden “ik besteed liever tijd aan andere zaken” en “ik wil me niet vastleggen” worden vaak genoemd. Meer hoger opgeleiden dan lager en middelbaar opgeleiden doen vrijwilligerswerk. Het percentage vrijwilligers in de leeftijdscategorie 35-50 jaar is het hoogst.
Figuur 7.2: Vrijwilligerswerk naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag
50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
10
20
30 %
23
40
50
60
8 Woning en woonomgeving De woning en woonomgeving kunnen op allerlei manieren van invloed zijn op onze gezondheid. Er is sprake van een directe invloed op de gezondheid, bijvoorbeeld door de kwaliteit van de lucht (zowel binnen als buiten), het geluid, de bodem, het water en het risico op (verkeers)ongevallen. De gezondheid wordt ook indirect beïnvloed door de leefomgeving, door stress of negatieve gevoelens die ontstaan door bijvoorbeeld (geluid)hinder, slaapverstoring of weinig groen in de omgeving. Daarnaast kan de omgeving juist zorgen voor een vermindering van stress en voor positieve gevoelens, door bijvoorbeeld de aanwezigheid van rust en groen. De invloed van milieu op de gezondheid is in vergelijking met andere factoren zoals roken of lichaamsbeweging, beperkt. Toch zijn gezondheidsrisico’s door een slecht milieu niet te verwaarlozen. Nieuwe en persistente problemen zoals klimaatverandering en verkeersdruk vragen om blijvende aandacht voor het voorkomen van gezondheidseffecten. Tussen wijken en buurten kunnen verschillen bestaan in de kwaliteit van de woonomgeving. Lagere inkomensgroepen hebben vaker te maken met een slechtere milieukwaliteit (bijvoorbeeld hogere geluidbelasting en luchtverontreiniging). Ook wonen ze vaker in dichtbebouwde gebieden. In wijken met een lager welstandsniveau stapelen problemen zich op.
8.1 Woning In uw gemeente woont 26% van de volwassenen in een huurwoning. Van hen geeft 4% aan ontevreden te zijn over de woning (rapportcijfer 5 of lager). Eigen woningbezitters zijn meer tevreden over hun woning dan mensen in en huurwoning. Ook over de woonomgeving zijn bewoners van koopwoningen meer tevreden dan de bewoners van huurwoningen. Van alle inwoners geeft 6% een onvoldoende aan de woonomgeving (rapportcijfers 5 of lager). 8.2 Veiligheidsbeleving De veiligheid kan een aspect zijn waardoor men minder tevreden is over de woonomgeving. Ook kan een gevoel van onveiligheid een belemmering zijn bij sociale bezigheden. 16% van de inwoners in de gemeente Doesburg voelt zich ’s avonds/’s nachts wel eens onveilig. Overdag is dat minder met 4%. Op de vraag “Zijn er in uw wijk of buurt plekken of straten waar u ’s avonds liever niet alleen zou komen”, antwoordt 22% bevestigend.
24
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
8.3 Geluidshinder Blootstelling aan geluid vormt een belangrijk probleem voor de volksgezondheid in Nederland. De huidige geluidniveaus in onze woonomgeving veroorzaken vooral hinder en slaapverstoring en kunnen leiden tot een verminderd prestatievermogen bij kinderen. Ook kan blootstelling aan geluid via lichamelijke stressreacties leiden tot een verhoogde bloeddruk en hart- en vaatziekten. Geluidshinder geeft aan hoeveel last mensen ervaren van een bepaalde geluidsbron. Naast de blootstelling aan geluid spelen ook individuele eigenschappen een rol, zoals geluidgevoeligheid, angst voor en houding ten opzichte van de geluidbron en de verwachtingen die mensen hebben over de toekomstige geluidsituatie. De ervaren hinder kan daarom verschillen van de te verwachten hinder op basis van gemeten of berekende geluidbelasting in decibellen. In figuur 8.3.1 worden de bronnen van geluidshinder weergegeven. Bromfietsers/scooters en verkeer < 50 km/u zijn de belangrijkste geluidsbronnen. Bewoners van huurwoningen ervaren meer hinder van geluid van hun buren en van brommers/scooters dan eigen woningbezitters.
Figuur 8.3.1: Ernstige geluidshinder naar bron (%)
overig bromfietsen/scooters buren bedrijven/industrie vliegtuigen treinen verkeer < 50 km/u verkeer > 50 km/u 0
2
4
6
8
10
12
14
%
Van de volwassenen in de gemeente Doesburg ervaart 23% enige vorm van ernstige geluidshinder. Bewoners van huurwoningen ervaren meer ernstige geluidshinder van een of meer bronnen dan eigen woningbezitters.
25
Figuur 8.3.2: Enige vorm van ernstige geluidshinder naar opleiding, leeftijd en geslacht (%)
Totaal
opl:hoog opl:midden opl:laag
50-65 jaar 35-50 jaar 19-35 jaar
vrouw man 0
5
10
15
20
25
30
%
8.4 Ventilatie binnenshuis Gemiddeld brengen we ongeveer 85% van onze tijd binnenshuis door, waarvan 70% in de eigen woning. Doordat uit het oogpunt van energiebesparing woningen steeds meer “luchtdicht” zijn, en ramen vaak worden dichtgehouden vanwege tocht, geluidshinder en inbraakrisico, raakt de binnenlucht verontreinigd. In de meeste gebouwen is de binnenlucht slechter dan de buitenlucht. Ook zijn er vaak problemen met mechanische ventilatiesystemen. De capaciteit van deze systemen is in de praktijk vaak minder dan wettelijk vereist, bijvoorbeeld door fouten bij de installatie of inregeling of door slecht onderhoud. Ventilatie is belangrijk voor de luchtkwaliteit binnenshuis. Allerlei stoffen die in het binnenmilieu vrijkomen, zoals vocht, tabaksrook en radon, kunnen zich bij onvoldoende ventilatie ophopen. Dit kan leiden tot a-specifieke klachten zoals hoofdpijn, hinder en ademhalingsproblemen. Voor een goede ventilatie van de woning moeten er altijd ventilatievoorzieningen (zoals roosters of raampjes) open staan. Voor goede ventilatie adviseert de GGD het volgende:
• •
In ruimtes waar mensen langdurig verblijven moeten altijd ventilatieroosters of ramen geopend zijn.
•
Tijdens douchen, koken, klussen en roken moet er extra geventileerd worden:
Als er een mechanisch ventilatiesysteem aanwezig is moet deze altijd aanstaan. De minimale stand moet alleen tijdens langdurige afwezigheid gebruikt worden.
o
Tijdens het douchen moet er een raam open en/of het afzuigsysteem op de badkamer aan,
o o
Tijdens het koken moet er een raam open en/of de afzuigkap aan, tot een uur na het koken.
tot 2 uur na het douchen. Tijdens het klussen en roken komen moet er ook extra geventileerd worden. Ramen en roosters moeten dus verder open en het ventilatiesysteem moet op de maximale stand.
26
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG De helft van de respondenten in uw gemeente heeft uitsluitend natuurlijke ventilatie in de woning. Andere woningen hebben mechanische ventilatie of een combinatie van natuurlijke en mechanische ventilatie. Een groot deel van de mensen in de gemeente Doesburg ventileert te weinig dat wil zeggen dat men te weinig gebruikt maakt van de ventilatievoorzieningen in de woning; 55% ventileert te weinig in de woonkamer, 28% in de slaapkamer, 51% in de keuken en 51% ventileert te weinig in de badkamer (figuur 8.4). Bewoners van huurwoningen ventileren de slaapkamer en badkamer vaker onvoldoende dan eigen woningbezitters. Figuur 8.4: Voldoende ventilatie naar ruimte (%)
keuken
badkamer
slaapkamer
woonkamer
0
10
20
30
40 %
27
50
60
70
80
9 Hulp en ondersteuning 9.1 WMO- / zorgloket Het WMO loket is bekend bij 16% van de respondenten in de gemeente Doesburg.
9.2 Hulp en ondersteuning Het is belangrijk dat burgers weten waar ze terecht kunnen voor hulp of ondersteuning bij problemen. Daarom is aan de respondenten gevraagd of zij bij een lijst van onderwerpen weten waar ze terecht kunnen, zie tabel 9.2. Een groot deel van de volwassenen in uw gemeente weet niet waar ze hulp en ondersteuning voor de genoemde onderwerpen kunnen vinden. Dit geldt vooral voor huishouden, aanvragen PGB en schulden. Tabel 9.2: Percentage mensen dat NIET weet waar ze terecht kunnen voor hulp en ondersteuning bij verschillende onderwerpen. Onderwerp Huishouden Persoonlijke verzorging ( zoals wassen en aankleden) Aanvragen PGB (persoonsgebonden budget) Aanvragen voorzieningen (zoals rolstoel en traplift) Mantelzorg Schulden Spanning of stress Angst of depressie Eenzaamheid Stoppen met roken Afvallen Verslaving aan alcohol of drugs Opvoeden van kinderen Problemen met relaties of seksualiteit Geslachtsziekten (SOA) en AIDS Huiselijk geweld
28
Niet bekend (%) 43 33 50 36 47 43 28 28 41 36 28 34 43 38 25 34
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
10 Overzichtstabel Tabel 10: Overzichtstabel van de belangrijkste onderwerpen uit ‘Hoe gezond bent u?’ Onderwerpen Gemeente Regio Regio OostDoesburg Gelderland Nederland** Midden* % % % ACHTERGRONDKENMERKEN Leeftijd 19-35 jaar 25 32 31 35-50 jaar 40 37 37 50-65 jaar 35 31 32 Opleiding Laag Midden Hoog
39 36 25
30 35 34
33 36 31
Heeft betaald werk Is arbeidsongeschikt Is werkloos Heeft moeite met rondkomen van inkomen Heeft risicovolle of problematische schulden
75 5 2 24 10
77 4 2 18 7
77 4 1 19 7
LICHAMELIJKE EN PSYCHISCHE GEZONDHEID Matig of slecht ervaren gezondheid Heeft (ernstig) overgewicht Is psychisch ongezond Matig of hoog risico op een angststoornis of depressie
17 53 11 43
11 43 12 39
11 45 11 37
LEEFSTIJL Drinkt alcohol Drinkt overmatig Rookt Voldoet niet aan beweegnorm
84 11 27 28
85 10 25 26
85 12 24 25
SOCIALE OMGEVING Is (zeer) ontevreden met sociale contacten Is eenzaam Is ooit slachtoffer huiselijk geweld geweest
3 37 9
2 38 10
2 38 8
MANTELZORG EN VRIJWILLIGERSWERK Is nu mantelzorger Ontvangt nu mantelzorg Is vrijwilliger
11 1 33
WONING EN WOONOMGEVING Koopwoning Voelt zich ’s avonds/’s nachts wel eens onveilig Ervaart ernstige geluidshinder *
vet: er is een verschil met de HGM-regio
**
vet: er is een verschil met de regio Oost-Nederland
29
11 2 33
12 2 35
74 16
73 15
76 13
23
24
22
11 Algemene aanbevelingen “Health is a resource for everyday life, not the object of living. It is a positive concept, emphasizing social and personal resources as well as physical capabilities”1. Inleiding De hieronder geformuleerde aanbevelingen gelden voor alle zestien gemeenten. De volgende aanbevelingen zullen aan de orde komen: - motiveer het beleid; - voer integraal gezondheidsbeleid; - maak gebruik van kosteneffectiviteitsanalyses; - stel concrete, haalbare doelen; - gebruik een mix van interventiemaatregelen; - pak sociaaleconomische gezondheidsverschillen aan; - aanbevelingen per thema; - interventiematrix. Aan het eind van deze rapportage is een gemeentelijke paragraaf opgenomen waarin de GGD van Hulpverlening Gelderland Midden aanbevelingen op gemeenteniveau adviseert. Deze paragraaf is tot stand gekomen in nadrukkelijke samenspraak met de ambtenaren Volksgezondheid. Beleidsvorming 1 Motiveer het beleid De overheid heeft een grondwettelijke taak om de volksgezondheid te bevorderen, maar overheidsingrijpen kan gevolgen hebben voor de keuzevrijheid van mensen. De overheid, landelijk of lokaal, moet haar beleid zorgvuldig motiveren. De legitimatie van overheidsingrijpen kan worden gevonden in: - Externe effecten: de effecten van ongezond gedrag op anderen; - Informatie achterstand: mensen hebben niet genoeg informatie om de gezonde keuze te maken; - Normatieve overwegingen: de overheid kan van mening zijn dat het gedrag van mensen niet in hun eigen belang is en dat zij een bijzondere verantwoordelijkheid heeft voor mensen in achterstandssituaties.
1
Definitie van de WHO, de World Health Organization
30
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG 2 Voer integraal gezondheidsbeleid Er is veel gezondheidswinst te behalen door het voeren van integraal gezondheidsbeleid. Integrale en intersectorale samenwerking op landelijk en lokaal niveau is cruciaal voor een effectieve aanpak van complexe volksgezondheidsproblemen. Wethouders met aandachtsgebieden buiten de volksgezondheid zullen moeten deelnemen aan het proces van aanpak. Verschillende instrumenten kunnen hierbij behulpzaam zijn: • Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (rVTV) • Gebruik maken van integrale kosteneffectiviteitsanalyses • Afstemmen van Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en het lokale gezondheidsbeleid • Kennis opdoen en delen • Ruimte voor creativiteit • Gezondheidsbelangen altijd mee laten wegen bij bestuurlijke beslissingen Gemeenten hebben hiervoor de beschikking over een aantal methoden: de determinantenbeleidsscreening, de Quick Scan Facetbeleid en de checklist gezondheidseffectscreening. De handboeken die bij deze methoden horen zijn te downloaden via www.ggdkennisnet.nl of www.vogz.nl. Het NIGZ heeft een heldpdesk ingericht voor ondersteuning bij het integraal gezondheidsbeleid. De site www.nigz.nl/integraalgezondheidsbeleid biedt veel informatie. Het is van essentieel belang dat gemeenten een weloverwogen keuze maken voor het voeren van integraal gezondheidsbeleid. 3 Maak, indien mogelijk, gebruik van een brede maatschappelijke kosteneffectiviteitsanalyse Gezondheidsproblemen leveren maatschappelijke kosten op. Interventies om ze aan te pakken kosten ook geld. De effecten van deze interventies zijn niet altijd in geld uit te drukken maar het is van belang dat er bij de inzet van een interventie wel wordt nagedacht over de (maatschappelijke) kosten ervan in relatie tot de (maatschappelijke) opbrengst. Gemeenten kunnen hiervoor ook zelf indicatoren formuleren. 4 Stel concrete, haalbare doelen Het lijkt een open deur maar het is van groot belang om doelen te formuleren die concreet en haalbaar zijn en bovenal passen bij de gemeentelijke setting. 5 Gebruik een mix van interventiemaatregelen Effectieve interventieprogramma’s bestaan uit een mix van methoden die elkaar versterken en ondersteunen. Dit betekent ingrijpen in verschillende leeftijdscategorieën en op diverse niveaus. Denk hierbij aan regelgeving en handhaving, informatie en voorlichting en vaardigheidstrainingen. Maar denk hierbij ook aan thema’s die met elkaar in samenhang zijn, zoals voeding en beweging. 6 Verklein sociaal economische gezondheidsverschillen (SEGV) in de gemeente Gezondheidsachterstanden komen meer voor bij mensen met een lage sociaal-economische status (gemeten naar inkomen, opleiding of beroepsniveau). Het verschil in levensverwachting is respectievelijk voor mannen en vrouwen 6,9 en 5,7 jaar. Het verschil in een gezonde levensverwachting is groter, respectievelijk 18,8 en 16,4 jaar. Mensen met een lage SES hebben vaker ongezonde leefgewoonten en hebben te maken met materiële omstandigheden die minder gunstig zijn voor de gezondheid. Een gemeente kan in haar armoedebeleid maatregelen nemen die helpen bij het opheffen van deprivaties. Verschillen zijn voor een deel ook het gevolg van gezondheidsselectie; een chronische aandoening kan maken dat iemand een lage SES heeft. Op de website www.rivm.nl/cgl (centrum gezond leven) en de site van het NIGZ www.nigz.nl vindt u meer informatie over de aanpak van SEGV in grote en kleine gemeenten.
31
Per thema De landelijke speerpunten 7 Gebruik de landelijke handleidingen als vertrekpunt bij de aanpak van roken, depressie, overgewicht en schadelijk alcoholgebruik Voor deze thema’s zijn landelijke handleidingen opgesteld die aan de hand van leeflijnen inzicht geven in de best beschikbare interventies voor de verschillende thema’s. De handleidingen geven de gemeente houvast om de speerpunten lokaal in te vullen en gaan in op mogelijkheden voor integraal gezondheidsbeleid. De GGD van Hulpverlening Gelderland Midden stimuleert het gebruik van deze handleidingen en wil de gemeente graag ondersteunen in het gebruik ervan. De volgende handleidingen zijn beschikbaar: - Handleiding lokaal alcoholbeleid, een integrale benadering (Voedsel en Warenautoriteit). - Richtlijn tabakspreventie in lokaal gezondheidsbeleid (Stivoro). - Handleiding preventie van depressie in lokaal gezondheidsbeleid (Trimbos instituut). - Handleiding preventie van overgewicht in lokaal gezondheidsbeleid (Voedingscentrum). De handleidingen zijn te downloaden bij de genoemde organisaties maar ook via www.nigz.nl, www.vng-login.nl en www.ggd.nl.
Chronische ziekten, waaronder diabetes 8 Stimuleer samenwerking tussen preventie en 1e en waar mogelijk 2e lijn Bij chronische ziekten is sprake van een aantal niveaus van preventie. Op het eerste niveau moet de ziekte worden voorkomen, hierin zijn leefstijlinterventies van belang. Op het tweede niveau worden risicogroepen actief opgespoord en aangemoedigd leefstijlactiviteiten te ontplooien die de ontwikkeling van chronische ziekten tegengaan. Op het derde niveau worden mensen die al ziek zijn ondersteund in het omgaan met deze ziekte. Gemeenten kunnen invloed uitoefenen door een toegankelijke en laagdrempelige zorgstructuur te stimuleren. Gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen 9 Stimuleer samenwerking tussen (GGZ) preventie en 1e lijn Psychische gezondheid 10 De verbetering van de psychische gezondheid van mensen begint bij het verbeteren van het copinggedrag (= het kunnen omgaan met ingrijpende gebeurtenissen) Leg hierbij het accent op de preventie, vroegtijdige signalering en laagdrempelige hulp. Richt de interventies vooral op de risicogroepen vrouwen en jong-volwassenen. Angst en depressie 11 Stem het beleid af met andere beleidsterreinen Welzijns- en WMO-beleid bieden aanknopingspunten voor een effectieve aanpak. Onderzoek wijst uit dat bewegen een positieve invloed heeft op depressieve mensen. Ook een vast dagbestedingsritme of schuldhulpverlening kunnen helpen. Eenzaamheid 12 Heb aandacht voor de oudere doelgroep Richt uw activiteiten hierop en geef bekendheid aan bestaande activiteiten.
32
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG Sociale omgeving 13 Stimuleer verenigingslidmaatschappen en wijk- en buurtverengingen 14 Voer een goed preventie- en handhavingsbeleid om de veiligheid te waarborgen Er is een relatie tussen eenzaamheid en het hebben van onveiligheidsgevoelens. Daarnaast blijkt dat mensen met eenzaamheidsgevoelens vaker in een huurwoning wonen. Betrek woningcorporaties bij het preventie- en handhavingsbeleid. 15 Voer regie op zorg- en welzijnsstructuren Daarnaast is de gemeente een belangrijke partij om mensen met elkaar in contact te brengen en aan elkaar te binden, bijvoorbeeld door het gericht verstrekken van subsidies. Huiselijk geweld 16 Zorg voor afstemming tussen instellingen Slachtoffers van huiselijk geweld rapporteren een slechtere gezondheid, zowel fysiek als psychisch. Ook wordt meer eenzaamheid gerapporteerd dan gemiddeld. Huiselijk geweld is daarmee niet alleen een veiligheidsthema, maar ook een gezondheidsthema. In alle gemeenten is een Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) actief. Het is van groot belang dat deze instelling goed samenwerkt met politie en maatschappelijke omgeving van het slachtoffer. Slachtoffers die melding maken van huiselijk geweld dienen op zeer korte termijn hulp en ondersteuning te krijgen en dit kan alleen als een gemeente de beschikking heeft over een sluitend netwerk. De risicogroepen zijn te definiëren (vrouw, lage opleiding, 35-50 jaar) en daarmee wellicht in beeld te brengen. Meer informatie is te vinden op www.huiselijkgeweld.nl en www.movisie.nl Mantelzorg en vrijwilligerswerk 17 Heb aandacht voor de gezondheidsaspecten in het WMO- en welzijnsbeleid Deze thema’s worden over het algemeen opgenomen in het WMO beleid van een gemeente maar er zijn veel raakvlakken met het gezondheidsbeleid. Mantelzorgers zijn over het algemeen te vinden in de oudere leeftijdsgroep en veel van hen ervaren de zorg als belastend. Ook hebben zij meer risico op een angststoornis of depressie dan mensen die geen mantelzorg verlenen. Deze aspecten moeten worden meegewogen bij de formulering van mantelzorgbeleid. Vrijwilligerswerk vinden we vaak terug in het welzijnsbeleid van een gemeente. Vrijwilligerswerk maakt het mogelijk dat verenigingen in stand blijven. Vrijwilligerswerk heeft ook positieve gevolgen voor de gezondheid omdat mensen hierdoor (weer) meedoen aan de maatschappij. Vrijwilligers vinden we nu vooral in de groep hoger opgeleiden en in de groep tussen de 35 en 50 jaar. Woning en woonomgeving 18 Werk samen met de woningbouwcorporatie Mensen in huurwoningen beoordelen hun woning en woonomgeving over het algemeen slechter dan die in koopwoningen. Een gemeente kan samen met een woningbouwcorporaties onderzoeken welke factoren hieraan ten grondslag liggen en gezamenlijk deze factoren aanpakken. 19 Voer een actief handhavingsbeleid om de veiligheid te verbeteren Geef ook in het veiligheidsbeleid aandacht aan gevoelens van onveiligheid en de invloed daarvan op de gezondheid van mensen. Geluidsoverlast 20 Maak gebruik van de VROM handreiking burenlawaai: www.vrom.nl/burenlawaai
33
21 Houd bij de aanpak van geluidshinder rekening met de beleving van de mensen Geluidshinder is niet alleen een kwestie van het overschrijden van normen maar vooral van hoe mensen het geluid beleven. Onderstaand schema geeft een goede houvast: Kwaliteit
Beleving
Goed
Goed
Hoe handelen? Ideale situatie; zo houden!
Goed
Slecht
Communiceer met bewoners; is er wellicht sprake van een ander probleem?
Slecht
Slecht
Onaanvaardbare situatie; probleem aanpakken. Kom in actie door bijvoorbeeld handhaving.
Slecht
Goed
In principe onaanvaardbaar. Pak het probleem aan, ook al klagen de bewoners niet. Communiceer met de bewoners; behoud de goede aspecten.
Ventilatie 22 Weet dat mensen hun eigen ventilatiegedrag overschatten Mensen weten vaak niet welk ventilatiesysteem ze hebben en ze overschatten hun ventilatiegedrag. Hierdoor geven de resultaten een onderschatting van het voldoende ventileren. 23 Kijk op www.vrom.nl bij Dossier Ventilatie voor de stand van zaken Hulp en ondersteuning 24 Geef (meer) bekendheid aan het WMO-/ zorg loket, met name onder jongeren tot 34 jaar en lageropgeleiden.
34
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
Interventiematrix Thema
Interventie
Doel en doelgroep
Informatie bij:
Overgewicht
Bewegen op recept
Voorschrift voor patiënten tussen 18-
www.nigz.nl
65 jaar die steeds met vage
www.convenantovergewicht.nl
lichamelijke klachten terugkeren bij de huisarts. Beweegkuur
De BeweegKuur bestaat uit een
www.beweegkuur.nl
beweegaanbod op maat, specifiek
www.nisb.nl
ontwikkeld voor mensen met (risico op) diabetes. De BeweegKuur is een landelijk initiatief dat past binnen uitgangspunten van de door het ministerie van VWS in het najaar van 2007 aan de Tweede Kamer gestuurde Kaderbrief 2007-2011 "visie op gezondheid en preventie". Het ministerie van VWS subsidieert dit traject, met het doel om een aanpak te ontwikkelen die in de basiszorgverzekering opgenomen kan worden. Start met
Volwassenen vormen de doelgroep. Daarnaast wordt extra communicatie ingezet om 50-plussers en mensen met een chronische aandoening te stimuleren. Deze doelgroepen kunnen een extra impuls voor meer bewegen goed gebruiken
Cursus Fit en Slank
Voor iedereen met overgewicht die
www.kwv.nl
sportief en gezond wil afvallen en/of de conditie wil verbeteren Diabetes
Diabetes
Opvang hoogrisicogroepen, 45+
www.
routeplanner
inactieven met overgewicht
nederlandsediabetesfederatie.
Cursus Trainen met
DM patiënten
www.kwv.nl
DM type 2 patiënten
www.stmg.nl
Groepstraining voor rokers met de
www.stivoro.nl
nl diabetes Cursus omgaan met Diabetes Roken
‘Pak je kans’
intentie om te stoppen 24 uur niet roken
Landelijke actie voor rokers zonder
actie
stopintentie tussen de 20-50 jaar.
Regionale vertaling
Voor laagopgeleide rokers met een
van landelijke
geringe stopintentie tussen 20-50 jaar
www.stivoro.nl www.stivoro.nl
campagnes Stop site
Stoppen-met-roken ondersteuning voor rokers met stop intentie.
35
www.stivoro.nl
Thema
Interventie
Doel en doelgroep
Informatie bij:
Psychische
Zelfhulpcursus ‘in de
Volwassenen met depressieve klachten
www.trimbos.nl/producten
gezondheid
put, uit de put’
www.lsp-preventie.nl www.degelderseroos.nl
Groepscursus ‘lichte
Volwassenen met depressieve klachten
dagen, donkere
www.trimbos.nl/producten www.lsp-preventie.nl
dagen’
www.degelderseroos.nl
Groepsinterventie:
Volwassenen met beginnende
www.trimbos.nl
‘Liever bewegen dan
depressieve klachten
www.monitorgezondheid.nl
moe’
www.rivm.nl
Alcohol en
Screenen van
Personen met schadelijk alcoholgebruik
drugs
personen met
of -afhankelijkheid
www.iriszorg.nl
alcoholproblemen en hen motiveren tot het zoeken of krijgen van hulp. Alcoholconsultatie in
Personen met schadelijk alcoholgebruik
de eerste lijn
die niet afhankelijk zijn
Zelfhulp, zelfstandig
Personen met schadelijk alcoholgebruik
terugbrengen van
de niet afhankelijk zijn
www.iriszorg.nl www.iriszorg.nl
alcoholgebruik naar laag-risicogebruik Instructie
Barpersoneel van non-profitorganisaties
www.iriszorg.nl
Drinktest
Advies op maat m.b.t. alcoholgebruik
www.drinktest.nl
Minder drinken/
Volwassenen die zelfstandig hun
www.minderdrinken.nl
stoppen met drinken
alcoholgebruik willen minderen of willen
Verantwoord Alcoholschenken (IVA)
stoppen met drinken.
36
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
12 Conclusies en lokale aanbevelingen Doesburg De monitor volwassen 2008 ‘Hoe gezond bent u’ is door HGM in opdracht van de gemeenten uitgevoerd. Deze monitor bestaat uit een vragenlijst die inzicht biedt in de gezondheidstoestand van de Doesburgse bevolking in de leeftijd van 19 tot 64 jaar. Bij de uitvoering van de monitors werkt HGM samen met vijf andere GGD'en in de regio Oost Nederland. De resultaten voor de gemeente Doesburg kunnen worden vergeleken met de andere gemeenten binnen de Regio Gelderland Midden2 3
en met de Regio Oost -Nederland . Er zijn verschillende monitors (volwassen, 0 – 12 jaar, 12 – 19 jaar en ouderen) uitgevoerd in een 4-jaren cyclus, waardoor ontwikkelingen gedurende langere tijd gemonitord kunnen worden. In 2008 is de eerste monitor volwassenen uitgevoerd.
Resultaten
In de HGM-regio ervaart 89% zijn of haar gezondheid als goed tot uitstekend. In Doesburg is dit voor 83% het geval. Overgewicht is een belangrijk aandachtspunt in Doesburg. Het is in Doesburg met overgewicht slechter gesteld dan in de HGM-regio. Vier van de tien volwassenen kampen met overgewicht, 14% heeft zelfs obesitas. 6% Van de volwassenen in Doesburg heeft een verhoogd risico op het krijgen van een angststoornis of een depressie. 37% Heeft een matig risico op het krijgen van een angststoornis of een depressie. Ruim een kwart van de Doesburgers rookt, 84% drinkt alcohol en één op de tien rapporteert overmatig alcoholgebruik. In het kader van de gezondheid verdienen ook eenzaamheid en huiselijk geweld de aandacht. Ruim een derde van de volwassenen ervaart in meer of mindere mate gevoelens van eenzaamheid. Bijna één op de tien mensen geeft aan slachtoffer te zijn (geweest) van huiselijk geweld. Een nog groter percentage namelijk 14% van de vrouwen geeft aan slachtoffer te zijn (geweest) van huiselijk geweld. Een op de drie Doesburgers is vrijwilliger en 11% verleent mantelzorg. De helft van de mantelzorgers voelt zich in meer of mindere mate overbelast. In de toekomst zal er een groter beroep worden gedaan op vrijwilligers en mantelzorgers vanwege de groter groeiende groep behoeftigen die leun- en steuncontacten nodig hebben. Bijna een kwart (24%) van de volwassenen in Doesburg geeft aan moeite te hebben met het rondkomen van het inkomen. Dat is meer dan in de HGM-regio. Een op de tien Doesburgers rapporteert risicovolle of problematische schulden.
2
Arnhem, Barneveld, Doesburg, Duiven, Ede, Lingewaard, Nijkerk, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rozendaal, Rijnwaarden, Wageningen, Zevenaar 3 De GGD-regio’s in Gelderland en Overijssel.
37
Aanbevelingen
De gemeente Doesburg kent voor een groot deel dezelfde speerpunten als voor de HGM-regio, namelijk: •
Angst en depressie
•
Alcoholgebruik
•
Eenzaamheid
•
Huiselijk geweld
Naar aanleiding van het rapport kunnen voor Doesburg de volgende specifieke speerpunten worden geformuleerd: •
Overgewicht
•
Risicovolle en problematische schulden
•
Het kunnen rondkomen met het inkomen.
In een bijlage bij deze lokale aanbevelingen treft u een beleidsinventarisatie aan van de gemeente Doesburg betreffende de inzet op deze verschillende gezondheidsthema’s. Bij de inzet van de gemeente Doesburg op deze verschillende gezondheidsthema’s wordt rekening gehouden met de algemene aanbevelingen zoals gedaan in hoofdstuk 11 van deze monitor.
38
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG
Geraadpleegde bronnen
Inleiding De wereld van de hygiënisten, Houwaart, abstract 2006. Advies Publieke Gezondheid, RVZ, 2006. Focus, NIGZ, maart 2006 (http://focus.nigz.nl/)
Achtergrondkenmerken Verweij A (RIVM). Wat is de samenhang met gezondheid en zorg? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid, 15 april 2008.
Lucht F van der. Sociaaleconomische gezondheidsverschillen samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid, 20 juni 2006.
CBS, via http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/_unique/_concept/default.htm?postingguid=%7B069D668A50B2-440A-BD53-C288A342D84A%7D&concept=Technische+toelichting.
Lichamelijke en psychische gezondheid Schoemaker C (RIVM). Wat is psychische gezondheid en hoe wordt het gemeten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM. 13 december 2005.
Balkom AJLM van, Dyck R van, Schoemaker C. Angststoornissen samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 19 augustus 2008.
Schoemaker C, Poos MJJC, Spijker J. Hoe vaak komt depressie voor? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM,13 december 2005.
Leefstijl www.alcoholinfo.nl. Nationale Drug Monitor, Jaarbericht 2007. Trimbos Instituut 2008.
Laar MW van. Hoeveel mensen gebruiken drugs? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 19 juni 2006.
Leent-Loenen HMJA van. Roken samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM.
39
www.stivoro.nl. RIVM Nationaal Kompas Volksgezondheid via www.nationaalkompas.nl. www.trimbos.nl. www.voedingscentrum.nl.
Sociale omgeving RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid, gezondheidsdeterminanten, sociale omgeving, 2008. Lokale Gezondheidsimpuls. Sociale relaties. VNG, 2007. RIVM, Nationaal Kompas Volksgezondheid, Sociale relaties samengevat, 2002. Sociaal Cultureel Planbureau, Tijdsbestedingsonderzoek, 2004. Factsheet Huiselijk Geweld: feiten en cijfers. MOVISIE, november 2008.
Mantelzorg en vrijwilligerswerk “Mantelzorg in getallen” (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2003).
Woning en woonomgeving Passchier-Vermeer W. Wat zijn de mogelijke gezondheidsgevolgen van geluid? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 17 mei 2005.
Houweling DA, Duijm F. Binnenmilieu samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, 12 december 2005.
RIVM http://www.rivm.nl/milieuportaal/onderwerpen/geluid/gezondheidseffecten. Hinder door milieufactoren en de beoordeling van de leefomgeving in Nederland. Inventarisatie Verstoringen 2003 - RIVM Rapport 815120001.
Aanbevelingen “Gezond gedrag bevorderd”, eindrapportage van de werkgroep Interdepartementaal beleidsonderzoek 2006/2007 www.nigz.nl, www.vng-login.nl, www.ggd.nl “Methoden voor integraal gezondheidsbeleid. Ontwikkelingen en toepassingen in gemeenten.”, van Reeuwijk-Werkhorst, van Herten, Penris en Koornstra. Tijdschrift voor gezondheidswetenschappen, 2007. “Gezondheidswinst door gemeentelijk facetbeleid. Voorbeeldmaatregelen die gezond leven bevorderen, vooral bij sociaal-economisch zwakkere groepen”. Stuurgroep Nationaal contract OGZ, 2003. “Sociaal economische gezondheidsverschillen samengevat” in Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas. Lucht en Verweij (RIVM) versie 12 mei 2009 www.huiselijkgeweld.nl
40
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG www.movisie.nl www.vrom.nl Overveld AJP, Franssen EAM. 2009. Naar een monitor voor beleving van de leefomgeving. Bilthoven, RIVM rapportnummer 609300010.
41
Bijlage Beleidsinventarisatie Doesburg in het kader van de gezondheidsmonitor Onderstaand treft u een inventarisatie aan van de inzet van de gemeente Doesburg op de diverse in de gezondheidsmonitor genoemde thema’s.
Regionaal gezondheidsbeleid 2008 – 2011 De 11 gemeenten in de regio Arnhem hebben een gezamenlijk gezondheidsbeleid voor de periode 2008-2011 vastgelegd in de Nota Volksgezondheid 2008-2011 ‘Geniet! Eet en drink met mate(n)’. In deze nota is het accent gelegd op de aanpak van drie gezondheidsproblemen, die ook landelijk als ernstig worden ervaren, te weten: - overgewicht - alcohol - psychische problemen. Per speerpunt zijn afzonderlijke uitvoeringsplannen geschreven, met daarin concrete maatregelen om de problemen aan te pakken.
Overgewicht In 2010 wordt vanuit de BOS impuls (van 01-01-2007 t/m 31-12-2010) de volgende projecten uitgevoerd -Gezondsheidsprojecten op de basisscholen (voeding & bewegen). -Sportbuurtwerk met veel sportactiviteiten voor verschillende leeftijdsgroepen, in de wijken en op het sportplein bij het jongerencentrum. Van 2010 tot 2014 vanuit de NASB-impuls vinden diverse projecten plaats onder de noemer "Gezond Doesburg". Eén van de deelprojecten is het bestrijden van overgewicht bij jeugd en jongeren i.s.m. de basisscholen en het jongerenwerk (B-Fit). Ingestoken wordt op: 1) Kennis gezonde voeding en bewegen; 2) Informatie ouders en verzorgers; 3) Stimuleren sport en bewegen. Een ander project is: Wijken in beweging: organiseren van sport- en beweegactiviteiten in de wijken.
Alcoholgebruik De gemeenten Arnhem, Renkum, Rheden, Rozendaal en Doesburg hebben Spectrum opdracht gegeven om een gezamenlijk projectplan Jeugd en Alcohol op te stellen. De overige zes gemeenten (district Rivierenland) hadden al een eigen uitvoeringsplan alcoholmatiging. Portefeuillehouders VGZ (april 2009) en burgemeesters, politie (districtschef Arnhem Veluwezoom/West Veluwevallei) en beleidsmedewerkers OM (oktober 2009) hebben ingestemd met het voorliggende definitieve projectplan Jeugd en Alcohol 2010-2012. Om de begroting sluitend te krijgen is er een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie. Deze subsidieaanvraag is onlangs gehonoreerd, waarmee de uitvoering kan beginnen. Het project loopt door tot en met december 2011.
42
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG Het gaat hier om een regionaal projectplan “Alcohol en Jeugd 2010 – 2012” waarmee de gemeenten Arnhem, Renkum, Rheden, Rozendaal en Doesburg het alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar tegen willen gaan en het schadelijk alcoholgebruik en de daaraan te relateren openbare ordeproblematiek door jongeren (tot 23 jaar) willen verminderen. Het gaat daarbij zowel om een gezondheidsprobleem (te jong drinken is schadelijk voor de ontwikkeling van de hersenfuncties en vergroot de kans op verslaving op latere leeftijd) als een maatschappelijk probleem.
Drank- en horecaverordening In 2010 voert Iriszorg een onderzoek uit naar het drank- en drugsgebruik onder jeugd en jongeren in Doesburg. Rapport verschijnt in juli 2010.
Depressie GGNet biedt als organisatie preventieve ondersteuning voor mantelzorgers/ familieleden van mensen met ernstige en langdurige psychische problemen. Hiermee wordt direct nagestreefd dat de mantelzorger of het familielid zijn psychisch evenwicht zo goed mogelijk kan behouden en dat overbelasting wordt bestreden. Daarnaast wordt indirect nagestreefd dat goed geïnformeerde mantelzorgers en familieleden zich beter van hun taak kunnen kwijten als mantelzorger of familielid van iemand met ernstige en langdurige psychische problemen. Tevens wordt door GGNet indirect nagestreefd dat de inzet van duurdere zorgprofessionals voorkomen wordt. De door GGNet aangeboden preventieve ondersteuning richt zich op partners, ouders, kinderen, broers en zussen (brussen) en overige familieleden die dagelijks en/of regelmatig actief zorgen voor iemand in hun familiekring met ernstige en langdurige psychische problemen. GGNet geeft preventieve cursussen om lichte psychische problemen aan te pakken. Aan deze cursussen hebben reeds mantelzorgers en familieleden van mensen met psychische problemen deelggenomen. Via deelname aan de cursus “mindfulness” en “assertiviteit” is door deelnemers gewerkt aan het herstellen van hun psychisch evenwicht. In 2009 heeft het Preventieteam GGNet zich actief opgesteld om de ketenzorg rondom de ondersteuning van mantelzorgers en familieleden van mensen met psychische problemen te verstevigen: • Op bilateraal niveau is de afstemming met VIT Oost-Gelderland verbeterd. Tussen beide instellingen is informatie uitgewisseld over de werktijden en bereikbaarheid van enerzijds de consulenten van VIT-Oost-Gelderland en anderzijds de preventiewerkers, die preventieve mantelzorgondersteuning (POM) bij GGNet Preventie tot hun taak hebben. De afstemming met VIT-Oost-Gelderland concentreert zich rondom het GGNet-aanbod ‘preventieve ondersteuningscontacten met mantelzorgers, waarbij overbelasting dreigt. Het gaat vaak om doorverwijzingen naar VIT voor verdere (praktische) ondersteuning bij de afsluiting van de POMondersteuning. • Daarnaast is de samenwerking tussen GGNet Preventie en MEE geïntensiveerd. Er is een gezamenlijk ondersteuningsaanbod uitgevoerd voor jonge mantelzorgers: een cursus voor broers en zussen van kinderen met psychische problemen en/of een verstandelijke beperking. • GGNet Preventie participeert in het netwerk Wonen, welzijn, zorg Doesburg. In dit netwerk is voor 2010 afgesproken dat de samenwerkingspartners intensiever samenwerken rondom de ketenzorg dementie: huisartsen, STMG (Case-managers Alzheimer) GGNet preventieve mantelzorgondersteuning en Attent (Alzheimer Café) gaan hun activiteiten naast elkaar leggen en verbeteren de onderlinge sociale kaartkennis, gericht op meer onderlinge verwijzingen.
43
Met financiële steun van de gemeente Doesburg heeft het Preventieteam Oost-Gelderland en de Liemers haar voorlichtingsactiviteiten, gericht op familieleden en mantelzorgers van mensen met psychische problemen kunnen intensiveren. Een deel van deze activiteiten worden regionaal uitgezet. Andere activiteiten worden specifiek gericht op de gemeente Doesburg, zoals een voorlichtingsbijeenkomst of voorlichting via de lokale media. Met deze activiteiten is het in 2009 gelukt om meer mensen uit Doesburg toe te leiden naar een preventief ondersteuningsaanbod als hun mantelzorgsituatie daar aanleiding toe gaf zoals de oudercursus ‘Autisme’.
Huiselijk geweld Binnen de aanpak van huiselijk geweld heeft het steunpunt huiselijk geweld een spilfunctie waarlangs verschillende instellingen middels ketendienstverlening samenwerken. Zeker in het licht van het sinds 2009 op te leggen huisverbod, krijgen slachtoffers en daders in een zeer vroeg stadium een hulpverleningstraject aangeboden. Deze ketendienstverlening wordt binnen de evaluatie huisverboden beschreven en de actieve inzet die wordt gepleegd op dit gebied dient te worden voortgezet om een mogelijk effect voor het gezin/ huishouden op de langere termijn te kunnen meten.
Eenzaamheid Project kwetsbare ouderen De huisartsen in Doesburg hebben het initiatief genomen om alle kwetsbare ouderen in kaart te brengen. In dit onderzoek gaat het niet alleen om medische kwetsbaarheid, maar ook om sociale kwetsbaarheid. De huisartsen hebben voor een belangrijk deel kwetsbare ouderen in beeld. Wat ontbreekt is de gestructureerde samenwerking tussen zorgverleners, welzijnzorgers en mantelzorgers. Hierover zijn de volgende afspraken gemaakt: • Huisartsen kunnen zorgen voor de continuïteit na afloop van de projectperiode door binnen hun reguliere werkzaamheden het onderzoek uit te voeren bij mensen die in het betreffende jaar de 75-jarige leeftijd bereiken. • Mensen waarbij bij het interview medische kwetsbaarheid wordt vastgesteld worden direct opgenomen in de reguliere medische zorg. • Mensen waarbij tijdens het interview sociale kwetsbaarheid wordt vastgesteld, wordt aan het einde van het gesprek aangeboden dat er contact met hen wordt opgenomen. Signalen komen op deze wijze direct terecht bij de ouderenadviseur of bij het Wmo-loket. Het initiatief voor een vervolggesprek blijft op deze wijze dus niet bij de (kwetsbare) klant. • Mensen waarbij bij het interview zowel medische als sociale kwetsbaarheid wordt vastgesteld, worden direct opgenomen in de reguliere medische zorg, terwijl tegelijkertijd signalen rondom de sociale kwetsbaarheid direct terechtkomen bij de ouderenadviseur of het Wmo-loket. Deze beide vormen van zorg worden op elkaar afgestemd. Inloop De Linie Met de inloop wordt een bijdrage geleverd aan het doorbreken van het isolement, het verhogen van de participatie, ook in vrijwilligersactiviteiten, en het verbeteren van contacten van de doelgroep. Door veranderende wetgeving hebben steeds minder personen uit de doelgroep recht op bijvoorbeeld dagbestedingprojecten en kan de inloop dienen als voorliggende voorziening.
Ouderenadviseurs
44
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG Bieden informatie en voorlichting aan ouderen en mantelzorgers over maatschappelijk relevante onderwerpen en aandachtspunten, zoals gezonde voeding, beweging, huisvesting etc. D.m.v. seniorenloket, seniorengids, seniorenactiviteitenkalender en themabijeenkomsten
Rondkomen met laag inkomen Cursus 'uitkomen met inkomen' Cursus ‘uitkomen met inkomen’ De cursus is bedoeld voor inwoners van Doesburg die moeite hebben om financieel rond te komen. Verzoeken om deel te kunnen nemen aan de cursus moeten worden ingediend bij de cluster WIZ van de gemeente Doesburg. Zelfstandigen Besluit bijstandverlening zelfstandigen(Bbz); Deze regeling kan ondersteuning geven aan zelfstandigen met financiële problemen. Er mogen geen andere mogelijkheden zijn. Er zijn verschillende doelgroepen. Starters, gevestigde ondernemers, oudere zelfstandigen, zelfstandigen met marginale inkomsten en beëindigende zelfstandigen. De bijstand kan worden verleend in de kosten van levensonderhoud en/of bedrijfskapitaal. Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz). Deze voorziening is bedoeld voor de oudere ondernemer tussen de 55 en 65 jaar die zijn bedrijf of beroep moet beëindigen vanwege een te laag inkomen. Om een beroep te doen op deze regelingen dient contact opgenomen te worden met de cluster WIZ van de gemeente Doesburg Wet werk en bijstand (WWB)) Wanneer men zelf niet in zijn levensonderhoud kan voorzien doordat men onvoldoende inkomsten heeft, kan men beroep doen op de Wet Werk en Bijstand. De WWB is van toepassing als men geen recht heeft op een andere uitkering of als de uitkering onvoldoende is. De bijstand zorgt ervoor dat de hoogte van het inkomen op het landelijk vastgestelde minimuminkomen komt te liggen. Bijzondere bijstand Er kunnen zich bijzondere omstandigheden in voordoen, waarbij mensen te maken krijgen met extra kosten die het inkomen te boven gaan. Kosten die bijvoorbeeld te maken hebben met ziekte of noodzakelijke medische voorzieningen. Wanneer andere instanties zoals de ziektekostenverzekeraar, de bedrijfsvereniging/UWV of de WMO een vergoeding geven dan moet men eerst daar een beroep op doen. Voor kosten in verband met een chronische ziekte of handicap, waarvoor men geen vergoeding ontvangt, bestaat voor het jaar 2010 nog een beperkte aftrekmogelijkheid bij uw belastingaangifte. Als dergelijke kosten niet of niet volledig vergoed worden van andere instellingen, dan kan men hiervoor bijzondere bijstand aanvragen. Bijzondere bijstand is echter niet mogelijk voor kosten waartegen men zich kan verzekeren. Het gebruik maken van de bijdrage voor bijzondere bijstand is een recht voor iedereen. Collectieve aanvullende ziektenkostenverzekering (CAZ) Sinds 1 januari 2006 heeft de gemeente Doesburg bij Agis Zorgverzekeringen voor de inwoners van de gemeente Doesburg (ingeschreven bij het GBA) en ouder dan 18 jaar een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering (CAZ) afgesloten, te weten de Basispolis Basic en de aanvullende verzekering AV Optimaal Basis.
Deze collectieve ziektekostenverzekering is vanaf 2006 aangeboden aan alle uitkeringsklanten WWB, Ioaz en Ioaw en in de loop van 2007 aan alle overige minima met een maximum inkomen tot 120%
45
van de geldende bijstandsnormen en met een vermogen dat niet hoger is dan de vrij te laten vermogensgrenzen van de WWB. Indien men tot de doelgroep van de CAZ valt ontvangt men van Agis Zorgverzekeringen een korting op de nominale maandpremie van 7,5%. De gemeente betaalt per verzekerde per maand een gemeentelijke bijdrage op grond van de bijzondere bijstand van € 15,00. Reductieregeling Inwoners van Doesburg ouder dan 21 jaar die in het gehele van toepassing zijnde kalenderjaar een inkomen of uitkering hebben dat niet hoger is dan 120% netto per maand van de geldende bijstandnormen kunnen in aanmerking komen voor de reductieregeling. Onder de regeling vallen bv. contributies voor sportvereniging(en), verenigingen voor amateuristische kunst (zang, operette, muziek, toneel), gehandicaptenvereniging, ouderenbond maar ook abonnementen op openbare bibliotheek, zwembad, schouwburg en musea, en activiteiten als theater- en bioscoopbezoek, muziekconcerten en de kosten van de Kunstbus voor 55-plussers. De hoogte van de vergoeding wordt jaarlijks aangepast en was in 2009 bv. € 145,00 per jaar per gezinslid. Voor lesgeld muziekschool geldt een extra toeslag van € 116,00 per gezinslid per jaar. Regeling chronisch zieken, gehandicapten en ouderen Inwoners van Doesburg die op de datum aanvraag van het van toepassing zijnde kalenderjaar minimaal één jaar onafgebroken aangewezen zijn op een inkomen of uitkering dat niet hoger is dan 120% netto per maand van de geldende bijstandnormen, en vallen onder de doelgroep: ouder dan 65 jaar, chronisch zieken of gehandicapten, kunnen een vergoeding aanvragen voor de meerkosten, die zij hebben door de bijzondere omstandigheden waarin zij verkeren, indien deze niet door andere regelingen worden vergoed. Alle inwoners van 65 jaar en ouder die voldoen aan de maximale inkomensgrenzen en een vermogen hebben dat niet hoger is dan de vrij te laten vermogensgrenzen van de WWB kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding. Het vergoedingsbedrag was in 2009 € 216,00 per jaar per persoon. De hoogte van de vergoeding wordt jaarlijks aangepast. Regeling scholingskosten kinderen Inwoners van Doesburg ouder dan 21 jaar met thuisinwonende en schoolgaande kinderen van 4 tot 18 jaar die op datum aanvraag van het van toepassing zijnde kalenderjaar gedurende minimaal één jaar onafgebroken aangewezen zijn geweest op een inkomen of uitkering dat niet hoger is dan 120% netto per maand van de geldende bijstandnormen, kunnen in aanmerking komen voor de Regeling schoolkosten kinderen. Daarbij moet er ook sprake zijn dat een aanwezig vermogen niet hoger is dan de vrij te laten vermogensgrenzen van de WWB. Onder de regeling vallen voor kinderen van 4 tot 12 jaar bv. ouderbijdragen school, schoolzwemmen, aanschaf van schoolspullen, schoolreisjes, overblijfkosten, computercursus, etc. Voor kinderen van 12 tot 18 jaar bv. ouderbijdragen school, schoolzwemmen, aanschaf van schoolspullen, fiets, regenkleding, schoolkamp, computercursus, etc. De hoogte van de vergoeding wordt jaarlijks aangepast en was in 2009 bv. € 104,00 per jaar per kind van 4 tot 12 jaar en € 234,00 per jaar per kind van 12 tot 18 jaar. Regeling duurzame gebruiksgoederen 65 plussers Inwoners van Doesburg die ouder dan 65 jaar zijn en een eigen huishouding voeren en die op de datum aanvraag van het van toepassing zijnde kalenderjaar gedurende minimaal 3 jaar onafgebroken een inkomen of uitkering hebben ontvangen dat niet hoger is dan 120% netto per maand van de geldende bijstandnormen en een vermogen hebben dat niet hoger is dan de vrij te laten vermogensgrenzen van de WWB kunnen in aanmerking komen voor de Regeling Duurzame gebruiksgoederen voor 65 plussers.
46
HOE GEZOND BENT U? GEMEENTE DOESBURG De regeling is bedoeld ter vervanging van duurzame gebruiksgoederen als wasautomaat, centrifuge, koelkast, stofzuiger, magnetron, televisie, radio en meubilair. Indien men aan de voorwaarden voldoet kan eenmaal per 2 jaar een vergoeding voor deze regeling ontvangen worden.. Het vergoedingsbedrag was in 2009 € 284,00 per jaar voor alleenstaanden met een eigen huishouding en gehuwden/samenwonenden en € 427,00 per jaar voor (alleenstaande) ouders met kinderen jonger dan 18 jaar. De hoogte van de vergoeding wordt jaarlijks aangepast. Aanvragen Aanvragen van (een of meer) van bovenstaande vier regelingen kan 1 keer per jaar. Aanvraagformulieren en folders van deze vier regelingen zijn halverwege september van het van toepassing zijnde kalenderjaar beschikbaar. In de folders van deze regeling zijn onder andere de voorwaarden van de regelingen vermeld, de maximale inkomensgrenzen, de vrij te laten vermogensgrenzen van de WWB, de vergoedingsbedragen, etc Langdurigheidstoeslag De langdurigheidstoeslag is bedoeld voor mensen tussen de 21 en 65 jaar die al 3 jaar een laag inkomen hebben. Het inkomen mag niet hoger zijn geweest dan 105% van het sociaal minimum en er wordt niet verwacht dat het hoger wordt. In de periode van 3 jaar mag u éénmaal een periode van maximaal 6 maanden een hoger inkomen hebben gehad. Het vermogen mag in deze periode niet hoger zijn geweest dan de vrij te laten vermogensgrenzen, zoals geregeld in de Wet werk en bijstand. De langdurigheidstoeslag wordt één keer per 12 maanden betaald. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van de woonsituatie en bedraagt € 504,- voor gehuwden/samenwonenden, € 453,- voor alleenstaande ouders en € 354,- voor alleenstaanden (normen per 1 januari 2010). Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Jaarlijks worden er diverse aanslagen gemeentelijke belastingen opgelegd. Wanneer men een minimum inkomen heeft en ook een gering saldo op de bank en/of girorekening,dan kan men een verzoek indienen voor kwijtschelding. Of een dergelijk verzoek wordt ingewilligd hangt af van de financiële omstandigheden van de belastingplichtig. Kwijtschelding kan worden aangevraagd voor onderhoudsrecht graven, afvalstoffenheffing en rioolrechten.
Problematische schulden De gemeente Doesburg, afdeling schuldhulpverlening, helpt in samenwerking met het Budget Advies Centrum (BAC) u bij het oplossen van uw financiële problemen. In de gemeente Doesburg wordt samengewerkt met een aantal instanties, die met klanten zoeken naar mogelijkheden om van schulden af te komen.
47