Hoe gekleurd is geweld? Strategieën om geweld in allochtone gezinnen te voorkomen mevrouw drs. M. van Wezel
PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant maart 2005
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt door de provincie NoordBrabant. Het PON heeft deze verkenning uitgevoerd in opdracht van Palet, steunpunt voor multiculturele ontwikkeling in Noord-Brabant.
Auteur
Marianne van Wezel
Eindredactie
Dimph Vos
Illustraties
Attila Kanbir
Drukwerk
Drukkerij Gianotten, Tilburg
Illustratie omslag
Attila Kanbir
Ontwerp omslag
Kroon & Partners, Made
ISBN 9050493211 © 2005 PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant. Het auteursrecht van deze publicatie berust bij het PON. Gehele of gedeeltelijke overname van teksten is toegestaan, mits daarbij de bron wordt vermeld. Vermenigvuldiging en publicatie in een andere vorm van dit rapport is slechts toegestaan na schriftelijke toestemming van het PON. Deze publicatie is te bestellen onder vermelding van PON-publicatie 05-03 PON Postbus 90123 5000 LA Tilburg E-mail:
[email protected] Telefoon: (013) 535 15 35 Internet: www.ponbrabant.nl
Woord vooraf Huiselijk geweld bestaat al zolang de mensheid bestaat en komt voor in alle lagen van iedere bevolkingsgroep. Vaak komt het voor dat dader en slachtoffer er buitenshuis niet over praten. Vooral mensen in een kwetsbare positie kunnen er slachtoffer van worden. Allochtone vrouwen met een afhankelijke verblijfspositie die pas kort in Nederland zijn, behoren vooral tot de risicogroepen. Door het geweld wordt hun positie nog slechter. Wanneer zij niet bekend zijn met de bestaande netwerken om het probleem aan te pakken en hun sociale vangnet wegvalt, is er sprake van een ernstig sociaal-maatschappelijk probleem dat van generatie op generatie kan voortduren. Vanaf het ontstaan van de allochtone vrouwenorganisaties timmeren allochtone vrouwen aan de weg om huiselijk geweld op hun eigen wijze te bestrijden. Kleinschalig en in besloten kring bespreken zij het thema in bijeenkomsten, vaak onder een noemer die door de doelgroep meer is geaccepteerd, zoals koffieochtend, ontmoetingsbijeenkomst, gezondheidsvoorlichting of opvoedingscursus. Ook besturen en directies van de vrouwenorganisaties zijn niet in staat het onderwerp huiselijk geweld in hun beleid op te nemen, omdat er een groot taboe op rust. De organisaties willen hun naam niet verbinden aan dit gevoelige onderwerp. Vaak hebben zij de positie en de middelen ook niet om het onderwerp aan te pakken. Wanneer je de positie van de allochtone vrouwenorganisaties analyseert, dan zijn er tal van interne en externe factoren aan te wijzen waarom deze voorzichtige aanpak noodzakelijk is. Palet, steunpunt voor multiculturele ontwikkeling in Noord-Brabant, heeft naar aanleiding van het onderzoek van het ministerie van Justitie (Ministerie van Justitie, 1997) het initiatief genomen om de losse activiteiten van de allochtone vrouwenorganisaties te inventariseren, te bundelen en zo te komen tot een adequate methodiek. Na vier jaar ervaring te hebben opgedaan met projecten, zowel landelijk, provinciaal als lokaal, en zowel algemeen als specifiek, bestond bij ons de behoefte om een onderzoek te doen voor een strategie ontwikkeling.
Wij vroegen het PON deze verkenning uit te voeren. De provincie Noord-Brabant maakte dit financieel mogelijk. Met veel enthousiasme, humor en daadkracht is hieraan gewerkt. De resultaten zijn vastgelegd in dit rapport. Deze publicatie geeft dankzij de deskundigheid en enthousiaste betrokkenheid van uitvoerster Marianne van Wezel een geslaagd en evenwichtig beeld van het onderwerp. Saniye Tezcan Palet, steunpunt voor multiculturele ontwikkeling in Noord-Brabant
Inhoud
Woord vooraf Voorwoord Inleiding
11
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Allochtone vrouwenorganisaties pakken het geweld aan Eindhoven Tilburg Oss Train de trainers
14 15 16 18 19
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16 2.17 2.18
Hoe gekleurd is geweld? Meer of minder geweld Geweld in allochtone gezinnen Wat hebben geweldssituaties te maken met cultuur? Geweld heeft vele vormen Corrigeren, beschermen en mishandelen Fysiek, psychisch en seksueel geweld Mannenwereld Gezichtsverlies Familiebanden Huwelijkspartners Een geïsoleerd leven Taboe doorbreken Schaamte Kwetsbaar Migratie Integratie en acceptatie Islam Wat is eerwraak?
20 20 21 22 23 24 26 26 27 28 28 29 31 32 32 33 33 34 39
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Geweld een halt toeroepen Migrantenorganisaties De lokale instellingen en organisaties Sluitende aanpak Mannen en vrouwen
41 41 45 47 50
4 4.1 4.2
Conclusies en aanbevelingen voor centra en lokale instellingen 54 Conclusies 54 Aanbevelingen 55
Literatuur
61
Voorwoord Wat niet goed is, wil je als zodanig benoemen. Sterker, wat verkeerd is, wil je stoppen. Je wilt niet generaliseren en niet bagatelliseren. Je hebt respect voor ieders achtergrond en zeker voor religies. Geweld binnen allochtone gezinnen is geen eenvoudig onderwerp. In Nederland gingen we er veel te lang van uit dat het een privé-zaak is wat er in huiselijke kring gebeurt (Ministerie van Justitie 2002). Nu er ook voorbeelden van geweld in allochtone gezinnen naar boven komen, bestaat plots de neiging daarbij alle allochtonen over één kam te scheren. De islam krijgt een steeds grotere plaats in de discussie. Vanuit allochtone kring zie je de neiging het geweld goed te praten en in ieder geval binnenskamers te houden. Vrouwen staan van twee kanten onder druk. Aan de ene kant de generalisaties, vooroordelen en verdachtmakingen van hun godsdienst. Aan de andere kant de druk en de controle uit de eigen familie en gemeenschap. Migrantenvrouwen accepteren het niet (meer) als hun eigen mannen hen verkeerd behandelen. Ze bespreken dat inmiddels ook, op kleine schaal en op de achtergrond. Palet, steunpunt voor multiculturele ontwikkeling in Noord-Brabant, vroeg ons een verkenning uit te voeren naar mogelijk in te zetten strategieën om huiselijk geweld in allochtone gezinnen, in het bijzonder geweld tegen vrouwen en kinderen, te voorkomen en te stoppen, en om een visie op het onderwerp te formuleren op basis waarvan instellingen en instituten hun beleid kunnen formuleren. We spraken met veel allochtone vrouwen en anderen om zicht te krijgen op wat de allochtone vrouwen zelf al doen, hoe ze bepaalde zaken aanpakken en hoe bijzonder ze hun eigen situatie zien. Het moge duidelijk zijn dat niemand het prettig vindt om mishandeld, vernederd of misbruikt te worden. Wat is dan het verschil tussen allochtone en autochtone vrouwen? Hoe komt het dat dit onderwerp als verschillend wordt aangepakt en wat betekent dat voor allochtone vrouwen? Ten slotte: wat verwachten de vrouwen van de mannen en wat kunnen de mannen doen opdat wederzijds respect in allochtone gezinnen prevaleert? Deze verkenning is uitgevoerd in lokale vrouwencentra waar allochtone vrouwen activiteiten ondernemen. Daardoor kan het erop lijken dat deze publicatie is geschreven vanuit een slachtofferperspectief. Hoewel vrouwen het meest beschadigd raken door het geweld, willen we toch van dat perspectief afstand nemen. Waar geweld een gezin of familie binnensluipt zijn alle betrokkenen, vrouw en man, slachtoffer en dader,
verantwoordelijk. Uiteindelijk gaat het om de wijze waarop zij conflicten oplossen en verantwoordelijkheid nemen voor eigen handelen. In dit perspectief plaatsen wij het geweld in dit boek. Voor deze publicatie hebben we gebruikgemaakt van verschillende bronnen: gesprekken met vrouwen en mannen die bij het thema betrokken zijn, ervaringen en gedachten van veel verschillende mensen, verslagen, boeken en video’s. Door te beschrijven wat vrouwen zelf al ondernemen om geweld te voorkomen, dat te spiegelen aan een mogelijke werkwijze, door te benoemen wat al dan niet bijzonder is en door een mogelijke strategie te plaatsen binnen de gehele lokale infrastructuur, hopen wij een bijdrage te leveren aan een lokale aanpak die helpt geweld binnen relaties te stoppen, waar dan ook. Dit boek had ik niet kunnen schrijven zonder de open en soms indringende gesprekken over dit ingewikkeld en pijnlijk onderwerp dat geweld door naasten is. Ik dank daarvoor de volgende personen: Gulsen Aksu (Internationaal Vrouwencentrum Oss), Sezai Aydogan (Transact), Carla Clerks (BOZ), Melahat Çopogly (Nese), Nadia Echafi, Miranda van Gestel, Henna Goeptar (Mozaïek), Corrie Hendrickx (project Huiselijk Geweld ’s-Hertogenbosch), Marjan Karsemaker (project Huiselijk Geweld Eindhoven), Omaima Korz-Noor (Stichting promotie door Arabische en Turkse vrouwen), Saadet Metin (Stichting Kezban), Carine Mermans, Figret Ögunc (GGZ-Eindhoven), Peter Rens en Judit Niewold (politie Midden-Brabant), Lian Smits (De Bocht), Wil Verhoeven (K2), Loes Versteegh (Centrum Buitenlandse Vrouwen Tilburg) en Marei Zwinkels (Blauwe Maan). Zeer veel dank gaat ook uit naar Marij van de Nouweland en Saniye Tezcan van Palet. Zij waren de aanjagers van dit thema in Noord-Brabant. Ik dank hen voor de vele gesprekken en discussies om het thema helder en de formuleringen bondig, kernachtig en gericht te krijgen. Marianne van Wezel PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant
Inleiding ‘Eigenlijk mag het niet, maar toch gebeurt het’, zegt de directeur van een vrouwencentrum voor buitenlandse vrouwen, als we praten over het bespreekbaar maken van geweld. De afgelopen jaren besteedde zij veel aandacht aan het onderwerp geweld in huiselijke kring; Turkse vrouwen volgden er een speciaal programma. Alle vrouwen in het vrouwencentrum hebben ooit te maken gehad met geweld. Ze leerden het ‘verschijnsel’ als zodanig herkennen en erkennen. Ze ontdekten de weg naar de instellingen en de politie en ze bespraken alternatieve wijzen om huiselijke conflicten op te lossen. Ook maakten ze kennis met een stijl van opvoeden waarbij geweld niet gewenst en niet nodig is.
Aanleiding In verschillende centra voor allochtone vrouwen in de steden in Noord-Brabant is de afgelopen jaren het thema huiselijk geweld aan de orde geweest. Een enkele keer was de moord op een vrouw de aanleiding; dan kwamen ook andere vrouwen met hun verhalen. In andere centra kwamen vrouwen met klachten waar uiteindelijk geweld achter bleek te zitten. Op verschillende wijzen stelden de centra het onderwerp aan de orde en probeerden ze vrouwen een weg te wijzen naar een oplossing. Er is niet veel bekend over de wijze waarop en zelfs niet óf allochtone vrouwen zelf dit moeilijke onderwerp thuis bespreken. Toch ligt daar een sleutel tot verandering. Immers, een ongezonde en onveilige relatie kan alleen stoppen als de vrouw daar zelf (ook) de verantwoordelijkheid voor neemt. In allochtone kring is het thema geweld binnen het gezin vaak nog taboe. Velen ervaren het als normaal en wanneer dat niet het geval is, houdt schaamte de mond gesloten. Angst voor represailles, voor een slechte naam of voor het verwijt de ‘vuile was’ buiten te hangen houdt de gelederen gesloten. Toch, ook in allochtone kring is veel in beweging. Vrouwen accepteren het geweld in huis niet meer als vanzelfsprekend, als een lot dat het vrouwzijn met zich mee zou brengen. Jongeren,
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
11
zowel meisjes als jongens, staan anders in de samenleving en ten opzichte van elkaar dan de ouderen. Het thema geweld in eigen kring is dan ook omringd door beweging, verwarring en spanning.
Vertrekpunt en verkenning Palet begeleidde de afgelopen jaren de initiatieven in de centra voor allochtone vrouwen. Het vroeg aan het PON om na te gaan welke strategie nodig is om geweld in allochtone kring te stoppen, in het bijzonder geweld tegen vrouwen en kinderen, en om een visie op het onderwerp te formuleren als basis voor instellingen en instituten. PON en Palet formuleerden de volgende vertrekpunten: Het PON kijkt naar de ervaringen die al bekend zijn bij Palet, met extra aandacht voor de wijze waarop dit onderwerp bij anderen, organisaties, instituten en burgers, onder de aandacht gebracht kan worden. Op basis daarvan konden de volgende vragen worden geformuleerd: - Hoe moeten we het geweld in allochtone kring bezien? Wat is het verschil met het geweld in Nederlandse gezinnen en welke strategie is nodig om (ook) het geweld binnen de migrantengezinnen te stoppen en in de toekomst te voorkomen? - Hoe kunnen de reguliere instellingen in de regio eraan bijdragen dat het geweld in allochtone gezinnen stopt en eventueel hulp beschikbaar komt? - En vooral ook: hoe kan het onderwerp bij mannen ter sprake worden gebracht? Immers, als de vrouwen verandering willen, zullen de mannen niet achter kunnen blijven. Samenleven veronderstelt een balans. Geweld geeft aan dat het evenwicht zoek is. Herstel van evenwicht vereist, zowel op individueel als maatschappelijk niveau, nieuwe inspanningen.
Doel publicatie en doelgroep De laatste jaren zijn in het land meerdere initiatieven genomen om geweld in allochtone kring tegen te gaan. Deze publicatie is bedoeld als beknopte neerslag van ervaringen en recente ontwikkelingen om daarmee de zienswijze op het vraagstuk aan te scherpen en strategische opties zichtbaar te maken.
12
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
Dit boekje is bedoeld voor iedereen die betrokken is bij het thema, professioneel of anderszins. Het is beschreven vanuit het perspectief van allochtone vrouwen. In het eerste hoofdstuk geven we een beschrijving van de soort activiteiten die in vrouwencentra plaatsvinden, en van de betekenis ervan voor de aanpak van geweld. Ook de samenwerking en de inbedding van de activiteiten in de lokale infrastructuur komen aan bod. In het tweede hoofdstuk proberen we weer te geven wat geweld met cultuur te maken heeft: Hoe gekleurd is geweld? We beantwoorden vragen als: Wat is geweld en welke vormen van geweld zijn er, wie zijn dader en wie slachtoffer? We bespreken de invloeden van familiebanden, de schaamte, het taboe en de eerwraak, de gevolgen van migratie, de invloed en de interpretatie van de islam en de invloed van emoties op gedrag. De laatste tijd zijn er verschillende publicaties uitgebracht over de invloed van cultuur; waar mogelijk zullen we daarnaar verwijzen. In het derde hoofdstuk benoemen we strategische opties voor de verschillende actoren om geweld een halt toe te roepen. Hier stellen we ook aan de orde hoe mannen en vrouwen een rol kunnen spelen om geweld te voorkomen. In het laatste hoofdstuk trekken we conclusies op basis van de verkenningen in de vrouwencentra en doen we aanbevelingen, zowel aan vrouwencentra als aan lokale organisaties en instellingen.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
13
1
Allochtone vrouwenorganisaties pakken het geweld aan Eigenlijk vreemd dat het geweld in allochtone gezinnen zo lang onopgemerkt is gebleven. In Nederland waren het de vrouwen zelf, binnen allerlei organisaties, die geweld tegen vrouwen en seksueel misbruik een halt toeriepen, en die pleitten voor zelfbeschikking. Hoe ging dat dan bij allochtone vrouwenorganisaties, hoe gingen zij om met deze vraagstukken? Brabant kent al tientallen jaren centra voor buitenlandse vrouwen. De Nederlandse vrouwenbeweging was altijd voorstander van de diversiteit van de samenleving en pleitte voor aparte voorzieningen voor migrantenvrouwen. De activiteiten van de vrouwencentra waren veelal gericht op ontmoeting en educatie. De doelgroepen waren vooral vrouwen in de eerste fase van een integratieproces en de meeste centra waakten voor een gematigde uitstraling om de mannen geen gelegenheid te geven hun vrouwen te verbieden ernaartoe te gaan. Palet stelde samen met de vrouwenorganisaties het geweldsthema ter discussie. Verschillende gebeurtenissen waren daartoe de aanjager. Zo kwam het geweld in eigen kring aan de orde bij de eerste arbeids- en activeringsprojecten voor allochtone vrouwen, begin jaren negentig. Sommige vrouwen functioneerden niet goed in hun werk. De achterliggende reden daarvan bleek vaak geweld bij de vrouwen thuis te zijn. Zo stuitten de Turkse vrouwenorganisaties ETKB en Nese in Eindhoven op het onderwerp. In Tilburg was de moord op een Marokkaanse vrouw door haar man de aanleiding om de monden te openen. In de moskee hadden de mannen geapplaudisseerd na het bericht van haar dood, omdat ze haar lastig en eigengereid vonden. De vrouwen in het Centrum Buitenlandse Vrouwen (CBV) besloten het taboe te doorbreken. In Oss kwamen vrouwen steeds vaker met verhalen over wat er thuis gebeurde. Het Internationaal Vrouwen Centrum (IVC) besloot het groot en direct aan te pakken.
14
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
Het wilde zowel het onderwerp bespreekbaar maken als alternatieven en oplossingen aandragen. Hun uitgangspunt was: waarom open je wonden zonder ook te werken aan genezing en heling? Onze verkenning is er niet op gericht om de activiteiten te evalueren die hierboven zijn beschreven. Voor een deel zijn die al elders beschreven. Het gaat ons om een beschrijving van de soort activiteiten die in vrouwencentra plaatsvinden, en de betekenis ervan voor de aanpak van geweld. Bovendien gaat het ons om de samenwerking en inbedding van de activiteiten binnen de lokale infrastructuur. De vrouwencentra in Eindhoven, Tilburg en Oss hebben dezelfde doelen met hun inzet: zij willen het onderwerp bespreekbaar maken, zoeken naar alternatieve oplossingsstrategieën, verwijzen en samenwerken met lokale instellingen.
1.1 Eindhoven In Eindhoven pakten de twee vrouwencentra het onderwerp als volgt aan: ze boden themabijeenkomsten aan, organiseerden wekelijks groepsbijeenkomsten om het onderwerp verder uit te diepen en ze zorgden voor individuele begeleiding. In de themabijeenkomsten kregen vrouwen informatie over het onderwerp. (ETKB, 2002) Dat huiselijk geweld niet alleen slaan is, maar dat ook psychische mishandeling onder die noemer valt, evenals vernedering of het kleineren en seksueel misbruiken van iemand, is voor veel vrouwen die uit het buitenland komen nieuw. In de groepsbijeenkomsten leerden vrouwen ervaringen uit te wisselen over hun situaties en maakten ze kennis met de gevolgen van het geweld voor de kinderen. Deze bijeenkomsten openden bij veel vrouwen de ogen en maakten hen bewuster van de impact van geweld in huis. De individuele gesprekken blijken een belangrijk deel van de aanpak. Vrouwen praten vaak pas na lange tijd over hun ervaringen. De behoefte aan een luisterend oor in een voor de vrouwen vertrouwde omgeving blijkt van groot belang. De medewerksters van de vrouwenorganisaties besteedden daar veel tijd aan.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
15
De Eindhovense vrouwen hadden vervolgens behoefte aan zelfhulpgroepen. Daarin zouden ze kunnen leren met hun ervaringen om te gaan en oplossingen te zoeken. Deze groepen kwamen niet van de grond door gebrek aan middelen. Vervolgens zochten de allochtone vrouwen contact met de lokale instellingen door rondetafelgesprekken te organiseren. Zo verbreedden zij het thema naar de politie, geestelijke gezondheidszorg, Turkse organisaties en de moskeeën. Het lukte ze niet een structurele samenwerking te realiseren met de lokale instellingen. De Eindhovense vrouwencentra hebben er met name voor Turkse vrouwen voor gezorgd dat ze een plek hebben gekregen waar ze hun verhaal kwijt kunnen, waar ze een luisterend oor vinden en ervaringen kunnen uitwisselen. Wat in Eindhoven ontbreekt is een vervolg om op meer gestructureerde wijze nieuwe oplossings- en opvoedingsstrategieën te leren. Ook de samenwerking met de lokale instellingen moet verder worden uitgebouwd. De start van het advies- en meldpunt huiselijk geweld in Eindhoven biedt daarvoor nieuwe aanknopingspunten. Behalve de activiteiten die werden geïnitieerd door de vrouwencentra is er in Eindhoven ook een uniek aanbod van hulpverlening beschikbaar van de Stichting Shakti. Shakti ontstond vanuit de vrouwenhulpverlening en richt zich op de allochtone doelgroep. Vooral de lotgenotengroepen voor allochtone vrouwen zijn heel waardevol. Ook voor mannen heeft Shakti inmiddels gespreksgroepen. Onlangs gaf deze stichting samen met Transact een handzame voorlichtingsbrochure uit in diverse talen. (Transact in samenwerking met Shakti 2004)
1.2 Tilburg Het Centrum Buitenlandse Vrouwen (CBV) in Tilburg koos ervoor om het thema niet apart of themagericht aan te pakken. Het bracht het thema in bij alle bestaande groepen.1 Zo wilde het
1
16
Plan van aanpak. Huiselijk geweld bij het Centrum Buitenlandse Vrouwen Tilburg, CBV Tilburg 2000.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
enerzijds bereiken dat het onderwerp niet te zwaar zou worden aangedikt en anderzijds dat alle bezoeksters ermee in aanraking zouden komen. In het vrouwencentrum komen vooral Turkse, Marokkaanse en Somalische vrouwen. Het CBV kent voor de verschillende doelgroepen intermediairs en voorlichters die met de vrouwen in hun eigen taal kunnen spreken. Deze intermediairs kregen de taak om in verschillende groepen het onderwerp onder de aandacht te brengen en te bespreken. En dat gebeurde, ook in het vrouwencentrum. Deze meer informele werkwijze maakt het moeilijk concrete resultaten te benoemen. Duidelijk was wel dat de werkwijze zorgt voor een klimaat waarin vrouwen gemakkelijk ervaringen vertellen en uitwisselen.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
17
Ook in die context is de individuele aandacht die medewerksters kunnen geven van groot belang. De medewerksters kennen de lokale organisaties en verwijzen vrouwen als dat nodig is. De ervaring leert, ook in Tilburg, dat het onderwerp er een is van lange adem. Het kan lang duren voordat vrouwen nieuwe informatie en opvattingen tot zich nemen, zelf naar buiten komen met hun ervaringen en verhalen en tot slot veranderingen in gang zetten. De schaamte weerhoudt hen, maar dat niet alleen. Binnen de migrantengemeenschappen is de sociale controle soms nog groot. Vrouwen zijn huiverig voor het geklets achter hun rug. Aan de andere kant: de ervaring is ook dat als de geest eenmaal uit de fles is, vrouwen gemakkelijk met hun verhalen en boosheid komen. Als de pijn en vernedering benoemd mogen worden, als de opvatting postvat dat mishandeling of misbruik niet acceptabel is, dan kunnen de vervolgstappen soms gemakkelijk gezet worden.
1.3 Oss Het Internationaal Vrouwencentrum (IVC) in Oss was het grondigst in zijn aanpak (IVC/Mozaïek, 2003). In eigen huis bood het een programma van 32 bijeenkomsten. De eerste reeks bijeenkomsten bestond uit informatie en voorlichting, in het tweede deel ging het om de persoonlijke bewustwording, en in de derde serie leerden de vrouwen vaardigheden om anders met geweld, zichzelf en hun omgeving om te gaan. Aansluitend was er nog gelegenheid voor een zelfhulpgroep. Wie daar behoefte aan had, kon nog individueel spreken met een medewerkster. Voorwaarde voor deelname aan het programma was dat de deelnemers zouden zwijgen over wat anderen hadden verteld. Om roddel te voorkomen moest het besprokene binnenskamers blijven. De doelgroep die het IVC voor ogen had bestond niet alleen uit vrouwen die al in het centrum kwamen; de werving voor het traject was op alle Turkse vrouwen in de stad gericht. De werving gebeurde niet onder de noemer van huiselijk geweld, maar kreeg de titel ‘Het sociale leven in Nederland en het effect op de gezinnen’. Het geweldsthema als invalshoek zou mogelijk afschrikken. De kwaliteit van het aanbod stond met de kwaliteit van de begeleidster. Haar deskundigheid en vaardigheid moest aan omschreven criteria voldoen. Ook extern pakte het IVC de zaak voort-
18
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
varend aan. De belangrijkste instellingen zoals politie, maatschappelijk werk, slachtofferhulp en vrouwenopvang, werd gevraagd om voorlichting te verzorgen binnen het programma. Op casusniveau ontstond een overleg om individuele situaties van huiselijk geweld op te lossen. Ook de Osse aanpak leidde bij de vrouwen tot bewustwording van de impact die geweld in huis heeft én tot opluchting: geweld hoort er niet bij en je hoeft het niet te accepteren. Daarnaast bereikte het IVC dat deelnemers aan het programma de weg naar de instellingen beter wisten te vinden. Het aantal aangiftes bij de politie en hulpvragen bij de instellingen steeg. Zelfs de maatschappelijke deelname aan scholen en opleidingen nam toe.
1.4 Train de trainers Palet organiseerde samen met Transact een trainersprogramma voor vrouwen die op lokaal niveau vervolgens voorlichting kunnen geven aan de eigen doelgroep. Zo ontstaat een sneeuwbaleffect. Het middenkader wordt deskundig en vaardig om dit pijnlijke onderwerp met de vrouwen te bespreken en een weg te zoeken er mee om te gaan. Dit programma is elders beschreven.2
2
Mozaïk, Handleiding, Utrecht 2004.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
19
2
Hoe gekleurd is geweld?
2.1 Meer of minder geweld Het minste geweld in relaties zie je bij partners waar de machtsverhoudingen gelijkwaardig zijn, waar ze elkaars autonomie respecteren, waar zij materieel en juridisch onafhankelijkheid zijn, waar geweld tegen elkaar niet acceptabel is als manier om problemen op te lossen en waar de sociale omgeving geweld niet alleen afkeurt, maar ook ingrijpt als het zich toch voordoet. De meeste kans op geweld is er in relaties met ongelijke machtsverhoudingen, afhankelijkheid van de ene partner van de ander, waar het geweld wordt goedgepraat en/ of gelegitimeerd en waar de sociale omgeving niets doet om de geweldenaar tegen te houden. Factoren die geweld bevorderen of juist tegengaan hebben dus vooral te maken met machts- en afhankelijkheidsrelaties. Daarnaast zijn de normen en opvattingen over geweld in de relationele sfeer en de reactie van de sociale omgeving van belang. Geweld is een instrument om macht te behouden of te vestigen. Waar machtsverhoudingen verschuiven of veranderen, neemt de kans op geweld toe. Waar nieuwe evenwichten ontstaan, neemt die kans weer af (Martine Groen en Justine van Lawick, 2003). Samenleven vereist een zekere mate van geduld, inlevingsvermogen en bereidheid tot een evenwicht tussen geven en nemen. Maatschappelijke rollen en tradities zijn van belang, maar ook individuele karaktertrekken spelen een rol. De kans is groter dat iemand met een agressief of egoïstisch karakter grenzen van een ander eerder overtreedt dan een aimabel en ruimhartig persoon. Mensen met bepaalde psychische stoornissen gaan gemakkelijker over tot het gebruik van geweld. Ook bij verslavingen is er een vergrote kans op geweld. Verslaafden aan alcohol, drugs of gokken kunnen vaak niet meer op een normale manier omgaan met hun agressie en frustratie. Deze factoren die in relaties verstorend kunnen werken, lopen door alle samenlevingen en culturen heen.
20
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
2.2 Geweld in allochtone gezinnen Er zijn allerlei onderzoeken die iets zeggen over verschillen of overeenkomsten in geweld tussen autochtone en allochtone gezinnen. De cijfers uit de verschillende onderzoeken zijn niet eensluidend. Landelijke onderzoeken tonen aan dat onder allochtonen minder geweld voorkomt dan onder autochtonen (Intomart 2002). Hierbij maken de onderzoekers de kanttekening dat er verschil van beleving en definitie van geweld bestaat bij Nederlanders en buitenlanders. Nederlanders definiëren gebeurtenissen in huis eerder als geweld; allochtonen (h)erkennen psychisch geweld en seksueel misbruik minder als geweld. In een onderzoek uit Rotterdam, gebaseerd op politiegegevens, komt naar voren dat vooral van allochtonen meldingen binnenkomen of dat ze eerder worden aangeklaagd voor fysiek geweld; bij autochtonen gaat het vaker over seksueel misbruik (Beke en Bottenberg 2002). Een bevolkingsonderzoek in ’s-Hertogenbosch toont aan dat het geweld in allochtone kring intenser is dan onder Nederlanders (Gemeente ’s-Hertogenbosch, 2003). Een onderzoek onder Tilburgse vrouwen laat zien dat relatief veel allochtonen slachtoffer zijn van huiselijk geweld. De vraag in hoeverre men de afgelopen twee jaar huiselijk geweld aan den lijve had ondervonden werd door 7% van de niet-westerse allochtone vrouwen bevestigend beantwoord tegenover 4% van de autochtone vrouwen (Gemeente Tilburg, 2004). Op basis van de ervaringen waarover allochtone vrouwen zelf verhalen kunnen we vaststellen dat geweld zeker niet in alle, maar wel in veel van hun gezinnen voorkomt. Van de vrouwenopvang, politie, steunpunten huiselijk geweld en huisartsen weten we dat er in allochtone kring zeer schrijnende en extreme situaties van geweld voorkomen; situaties die voor de vrouwen en de kinderen uiterst beschadigend zijn, fysiek, psychisch en emotioneel. Ieder voorbeeld van dit soort schrijnend geweld is er een te veel. Grof gesteld kun je zeggen dat de beleving en definitie van geweld in huis verschilt, dat geweld vaak voorkomt, dat de aangiftebereidheid bij allochtone vrouwen geringer is dan bij autochtonen, en dat allochtone vrouwen het vóórkomen van geweld
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
21
langer binnenshuis houden. Als ze er eenmaal mee naar buiten komen is het geweld al extremer en langduriger dan bij aanvang en zijn ze al geïsoleerder geraakt dan autochtone vrouwen.
2.3 Wat hebben geweldssituaties te maken met cultuur? Veelal hebben deze geweldssituaties niets te maken met cultuur (Groen, 2001). Het mishandelen van vrouwen wordt in geen enkele samenleving aangemoedigd. Het beschadigen of vernederen van vrouwen is niet zomaar statusverhogend of vanzelfsprekend. Vaak blijkt dat als geweldplegers eenmaal eerlijk zijn tegenover zichzelf, ze eenzelfde soort schaamte en schuld ervaren als degene die het geweld onderging. Dan vinden ze het niet iets om trots op te zijn. Eigenlijk hoort het niet, maar toch gebeurt het, laten ze zich ontvallen. De minachting ten opzichte van vrouwen en het genoegen dat sommige mannen erin stellen hun vrouwen te krenken en te vernederen is moeilijk te begrijpen. Bij de daderhulpverlening krijgt men wel steeds meer inzicht in de motieven en achtergronden van deze mannen (Dutton 2000; Serkei 2004). Vaak gaat het om mannen die weinig zelfwaardering en sterke gevoelens van verlatingsangst hebben en/of zelf ervaring hebben met mishandeling. Gecombineerd met cultureel gelegitimeerde opvattingen dat vrouwen personen zijn over wie je mag beschikken en dat hun positie als minderwaardig mag worden gezien, lijkt de stap naar geweld gemakkelijk gemaakt. Veel allochtonen mannen zijn in hun jeugd als jongen ‘verwend’. Verantwoordelijkheid voor de zorg over anderen en voor zichzelf is hun minder geleerd dan vrouwen. Mannen die gewend zijn dat vrouwen dienstbaar of zelfs onderdanig zijn, zullen bij problemen in hun relaties eerder geneigd zijn hun wil op te leggen in plaats van in overleg naar oplossingen te zoeken. Situaties van mishandeling in allochtone gezinnen blijken daarnaast samen te hangen met andere problemen. Nogal eens is een verslaving in het spel, aan alcohol, gokken of drugs. Ook komt het vaak voor dat de man problemen heeft: financiële problemen, opgekropte frustratie, werken onder zijn niveau, werkloosheid, druk van de familie of onvermogen verantwoordelijkheid te dragen. In plaats van zijn problemen op te lossen, reageert hij zijn spanning en onvermogen af op zijn vrouw en gezin. Het kan ook
22
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
zijn dat het karakter van de man hem parten speelt. En soms heeft hij, zoals ook bij Nederlanders voorkomt, een persoonlijkheidsstoornis of is hij psychotisch. Het heeft geen zin in die gevallen naar cultuuraspecten te zoeken: het geweld is in alle gevallen onacceptabel. Als de vrouw zelf niet ingrijpt of haar omgeving dat niet doet, stopt het geweld in het algemeen niet vanzelf. Vrouwen die bij de opvang of bij de steunpunten huiselijk geweld komen, zitten soms in een geweldssituatie van tien, en zelfs van twintig jaar. Zonder ingrijpen kan het een leven lang voortduren (Arda, 2004).
2.4 Geweld heeft vele vormen Geweld is in verschillende landen, regio’s en werelddelen in verschillende vormen aanwezig. In Europa willen we sinds de Tweede Wereldoorlog conflicten tussen landen of regio’s niet meer met geweld oplossen. We vinden geweld op straat, geweld tegen kinderen en tegen vrouwen niet acceptabel. Wat overigens niet betekent dat het niet ook gebeurt. Andere delen van de wereld zijn minder vreedzaam. In sommige delen van Latijns-Amerika, de Cariben en de Antillen ligt het geweld vaker op straat, vooral waar sprake is van drugshandel. In sommige regio’s heerst oorlog, andere kennen politieke of etnische onderdrukking. Weer andere kennen een sterke militaire invloed, zoals in Turkije. Het (corrigerend) slaan van kinderen of anderen in familieverband en het slaan van gevangenen is in veel landen geaccepteerd. Deze gewoonte nemen mensen mee als ze naar een andere land verhuizen, zoals naar Nederland. Gewelddadige Antillianen blijken vaak ook buiten de deur betrokken bij geweld en criminaliteit. In de Verenigde Staten mag iedereen een wapen dragen en is er relatief veel geweld tussen burgers. Om internationale conflicten op te lossen grijpen de Verenigde Staten gemakkelijker naar een wapen dan Europa. Waar geweld in zijn algemeenheid meer gemeengoed is, zijn vrouwen (en kinderen) ook vaker slachtoffer.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
23
2.5 Corrigeren, beschermen en mishandelen ‘Huiselijk geweld is niet normaal’, zeggen we. Maar wat is normaal? Een corrigerende tik als de vrouw niet gehoorzaamt? De vrouw of het meisje in huis houden om haar te ‘beschermen’ tegen een buitenwereld met te veel vrijheden, verleidingen en vreemde mannenogen? Een echtgenote naar de keuken sturen om de mannen te bedienen met eten en drinken? Een vrouw meegeven dat ze niks waard is en niets kan? Wat ‘normaal’ wordt gevonden is uiteraard cultureel bepaald. Het is aan individuele vrouwen en mannen, binnen hun eigen context, om met elkaar vast te stellen wat ‘normaal’ is. Steeds vaker maken huwelijkspartners afspraken over taakverdeling, scholing, werken en kinderen. De verschillen tussen mensen, hun achtergronden, de mate waarin zij al dan niet willen vasthouden aan gewoontes van hun ouders en tradities, nopen partners met elkaar te bespreken wat ze van elkaar verwachten en wat ze ‘normaal’ vinden. Nieuwe generaties herformuleren dat weer. Om op een gezonde manier om te gaan met problemen, ruzies, verschillende verwachtingen en afhankelijkheid zullen mensen in het algemeen en partners in het bijzonder een evenwicht moeten vinden in gewoontes en tradities en in de eigen persoonlijke wensen en behoeften. Voor migranten vergt dit meer inspanning, geduld en moed dan voor autochtone Nederlanders. Er verandert in een korte tijd immers veel in de levens van mensen die door hun migratie naar Nederland in een andere cultuur terechtkomen; dan zijn tradities en gewoonten soms een prettig houvast. Ook in Nederland is er de afgelopen honderd jaar veel veranderd in wat als ‘normaal’ wordt gezien in de omgang tussen mannen en vrouwen. Maar, daar voltrok het proces zich geleidelijker. Daarom zullen allochtone vrouwen en mannen zelf en samen bewuster moeten zoeken naar gezonde en passende vormen om met culturele codes, veranderingen, problemen en spanning om te gaan. Die verschillen in gewoontes en tradities staan los van wat we benoemen als mishandeling. De voorbeelden van geweld zoals die naar buiten komen zijn in het algemeen ‘buiten-normaal’. Slaan met de hand of met stokken, wurgen, stompen, van de trap duwen, kleineren, misbruiken, vernederen en mishandelen zijn voor geen enkele vrouw (en man) ‘normaal’.
24
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
Ook onder Nederlandse gezinnen is niet overal eenduidig wat ‘normaal’ is. Er zijn Nederlandse gezinnen waar schreeuwen, schelden, slaan en dreigen gebruikelijke omgangsvormen zijn. Vrouwen, en soms mannen, komen hier pas mee naar buiten als de situatie gevaarlijk wordt of wanneer anderen ingrijpen vanwege de veiligheid van de kinderen. In gezinnen waar het opleidingsniveau hoger is, is het besef groter dat fysiek geweld niet ‘normaal’ is. Daar is relatief vaker de psychische druk, het kleineren, dreigen en manipuleren aan de orde. Bij psychische druk of geweld is het nog moeilijker dan bij fysiek geweld om te benoemen wat ‘normaal’ is. Ook dan geldt als remedie de open en eerlijke communicatie en respect voor elkaars grenzen.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
25
2.6 Fysiek, psychisch en seksueel geweld Huiselijk geweld definiëren we als een ‘aantasting van de persoonlijke integriteit’. We onderscheiden daarbij fysiek, psychisch en seksueel geweld. Voor veel allochtone vrouwen is het een openbaring om te horen dat het voordurend kleineren, vernederen of beschimpen eveneens schadelijk voor hen is. Dat seksueel misbruik of seks tegen de zin of wil van de vrouw ook valt onder de categorie ‘geweld’, is vaak nieuw voor deze vrouwen. De pijn bij een psychische ‘aantasting’ en het seksueel misbruik krijgt zo bij hen een plaats. Ook het inzicht in wat de gevolgen van geweld in huis zijn voor kinderen, de beschadiging van hun vertrouwen en eigenwaarde en de wijze waarop de patronen van het geweld naar volgende generaties worden doorgegeven, is nieuw voor de meeste allochtonen. Deze kennis maakt veel energie vrij om geweld te stoppen en andere manieren te ontdekken om conflicten op te lossen. Alle ouders willen immers het beste voor hun kinderen.
2.7 Mannenwereld Allochtone vrouwen komen veelal uit patriarchale samenlevingen. Vrouwen worden gezien en behandeld als minderwaardig. Mannen maken en interpreteren de wetten en regels, ze staan aan het hoofd van een gezin of familie en achten zich superieur boven vrouwen. Vrouwen zijn er min of meer een bezit, eerst van de vader en later van de echtgenoot. Dat betekent niet dat mannen alles mogen doen met vrouwen wat zij willen, het betekent wel dat vrouwen min of meer zijn overgeleverd aan hun luimen. De politie hoort bij een aanhouding na geweld nogal eens: ‘Zij is mijn vrouw, ik doe met haar wat ik wil.’ Mannen voelen zich door de opvattingen over de machtsverhouding tussen mannen en vrouwen gelegitimeerd te doen wat ze willen, ook als ze weten dat het eigenlijk niet goed is. Vrouwen lijden hieronder, maar ervaren het als hun lot. Hun moeders en grootmoeders ondergingen hetzelfde lot. Deze kwetsbaarheid van vrouwen in een mannenwereld kennen we in de historie van Nederland en Europa ook. De vrouw was hier in vroeger tijden ook meer een bezit van de man en onderdeel van de familie.
26
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
Wetgeving en cultuuraspecten gaan overigens niet altijd gelijk op. In Turkije is de vrouw beschermd tegen geweld, maar in de gewoonten van mensen dringt dat nog niet door. Ook in Marokko werden onlangs wetten ten gunste van vrouwen ingevoerd. Tegenover deze patriarchale lijnen staat de discussie over gelijkheid tussen mannen en vrouwen, vrouwenrechten en respect voor elkaars integriteit en autonomie. Deze discussie is internationaal. In allerlei landen, ook in veel herkomstlanden, zijn vrouwen (en mannen) bezig met vrouwenrechten en bestrijden ze het geweld tegen vrouwen. Mannen zullen moeten leren om met vrouwen om te gaan als hun gelijkwaardige en haar autonomie te respecteren. Veel geweld van mannen tegen vrouwen komt - zoals gezegd - nog steeds voort uit het idee van de man dat hij de baas is, dat zij minder waard is en dat hij zijn wil mag opleggen of afdwingen.
2.8 Gezichtsverlies Die scheve machtsverhouding werkt door na een scheiding of als een (jonge) vrouw een man afwijst. Allochtone mannen vinden het moeilijk om te accepteren dat een vrouw bij hem weg wil, zelfs nadat er geweld in het spel was. Er zijn veel voorbeelden van mannen die hun vrouwen blijven volgen en bedreigen na een scheiding of een afwijzing. Stalking is heel beangstigend en leidt tot nare situaties van voortdurende vlucht of onveiligheid. Ook Nederlandse mannen stalken, en lang niet alle scheidingen tussen allochtone partners leiden tot problemen. Toch is in het algemeen het gezichtsverlies bij allochtone mannen groter als hij de controle over zijn vrouw kwijtraakt omdat zij haar eigen weg gaat. Als vrouwen én mannen elkaars keuzes respecteren en de verantwoordelijkheid nemen voor een goede omgangsregeling, kunnen ze ruzies en dreiging na een scheiding en problemen met een omgangsregeling voor de kinderen voorkomen.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
27
2.9 Familiebanden Een ander verschil tussen allochtone en Nederlandse gezinnen zijn de familiebanden. Met name in Marokkaanse en Turkse gezinnen is de druk van de familie groot, het sterkst in gezinnen die van oorsprong van plattelandsgebieden komen. Zowel voor de vrouwen als de mannen geven die familiebanden veel druk en spanning. De sociale controle is groot. Voor vrouwen en mannen vergt het extra moed om een zelfstandige weg te kiezen of een pijnlijke en gewelddadige situatie te ontlopen. Een gelijksoortige samenlevingsvorm was, zeker tot de jaren vijftig van de vorige eeuw, overigens ook op het West-Europese platteland waar te nemen. Deze familiedruk speelt niet in alle migrantengroepen op dezelfde wijze. Creoolse Surinamers en Antillianen zijn in hun gerichtheid op het individu en het gezin meer te vergelijken met Nederlanders. Surinaamse en Antilliaanse vrouwen reageren ook weerbaarder en actiever op geweld van hun mannen dan vrouwen in meer gesloten familiestructuren. Hindoestaanse Surinamers, en ook Pakistanen, Indiërs, Chinezen en andere Aziaten zijn wat dat betreft te vergelijken met de mediterrane groepen. Als het geweld eenmaal in het gezin is binnengeslopen, is de kans groot dat het voortduurt en zelfs intenser wordt. Overigens is in gesloten streng-christelijke gezinnen en families eenzelfde patroon te zien. In de praktijk keren dezelfde familiebanden zich soms ook tegen de geweldpleger. Er komt dan een moment dat de familie er genoeg van heeft en juist achter de vrouw staat. Dan heeft ze steun van een breed netwerk.
2.10 Huwelijkspartners In gesloten en gesegregeerde gemeenschappen hebben jonge vrouwen en mannen weinig gelegenheid elkaar te leren kennen. De maagdelijkheid van het meisje, en daarmee haar contacten met jonge mannen, wordt nauwlettend bewaakt. Allochtone meisjes in Nederland hebben dan ook niet veel gelegenheid zelf een goede huwelijkspartner te leren kennen en hem te huwen. Jongemannen waken ervoor dat de in Nederland opgroeiende landgenotes niet te vrij en te ‘vernederlandst’ raken.
28
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
Zowel meisjes als jongens zoeken hun partners vaak in het buitenland. Tijdens de vakanties worden mogelijke huwelijkspartners met elkaar in contact gebracht. Dit kan heel goed uitpakken en leiden tot een gelukkig samenleven. Wanneer de huwelijkspartners elkaar niet goed hebben leren kennen en mannen en vrouwen niet op een natuurlijke manier met elkaar konden omgaan, is de kans op geweld, onbegrip en frustratie groter dan in een huwelijk waar dat wel het geval is. De traditionele leefwijze met gescheiden leefwerelden en eenduidige verwachtingspatronen is nergens meer zo vanzelfsprekend. Op dit terrein gebeurt er veel onder de jongere generatie, zowel in Nederland als in de herkomstlanden. De macht van de vader om te beslissen over de huwelijkspartner van zijn dochter is sterk afgenomen; de ruimte die meisjes hebben om zelf een partner te zoeken of nee te zeggen tegen de voorkeur van de ouders is toegenomen. Ze beslissen steeds vaker zelf. Internet is daarbij een nieuw hulpmiddel. Dit patroon geldt vooral voor de mediterrane groepen. Surinamers en Antillianen zijn vrijer in hun partnerkeuze (Equivalent, 2004). Daar is eerder een patroon van mannen die komen en gaan. Relatief veel van deze vrouwen zijn alleenstaande moeder. Als deze mannen gewelddadig zijn of blijven, brengt dat evengoed veel angst en ellende. De discussies over individuele keuzevrijheden en ruimte moeten binnen de eigen gemeenschappen worden gevoerd. Gesprekken waarin openheid is en respect voor eigen keuzes, eerlijke communicatie over verwachtingen over en weer kunnen helpen frustraties en extreme situaties te voorkomen. Partners kunnen zaken die ze belangrijk vinden, vastleggen in een contract.
2.11 Een geïsoleerd leven Jonge vrouwen die naar Nederland komen voor een huwelijk krijgen soms te maken met een man die gewelddadig is.4 Als dat eenmaal gebeurt, is de kans groot dat dat geweld toeneemt.
4
4
Als ik haar was, video van Stichting Kezban, 2004. Als ik haar was, video van Stichting Kezban, 2004.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
29
De vrouw accepteert in eerste instantie veel. Ze weet weinig van het nieuwe land, heeft geen sociaal netwerk buiten haar familie, en díe zal benadrukken haar lot te dragen. Het nieuwe gezin woont vaak bij de ouders van de man, waar de schoonmoeder het huishouden bestiert. In de meest schrijnende situaties is het niet alleen de man die de vrouw mishandelt, maar komen de vernederingen ook van de schoonfamilie. Soms blijkt dat de man er ook nog andere vriendinnen of vrouwen op na houdt. Deze soms extreme situaties roepen een beeld op van een gevangenis waarbij er geen controle is over de gevangenisbewaarder.
Strategie In dit soort situaties moet een tweeledige strategie worden ingezet. De vrouwen moeten informatie krijgen over hun rechten en over een laagdrempelig punt waar ze in vertrouwen hun verhaal kwijt kunnen en eventuele stappen kunnen bespreken. Ofwel, de belangrijkste strategieën hier zijn: voorlichting, discussie, informatie, vertrouwen opbouwen met de politie, vrouwenorganisaties en instanties die hulp kunnen bieden. Het is noodzakelijk dat de migrantengemeenschap eens gedegen nadenkt over vragen als: Hoe komt het dat situaties zo uit de hand kunnen lopen? Wat is er met sommige mannen aan de hand? Waarom zijn ze zo ontevreden? Waarom trouwen ze met een vrouw die ze vervolgens mishandelen? Waarom blijft het geweld zolang binnenshuis? Waarom wordt het niet binnen de eigen kring aangepakt? In het hele proces van migratie, inburgering en integratie horen de aspecten die te maken hebben met het geweld aan de orde te zijn. De migratie op oneigenlijke gronden moet zo veel mogelijk worden voorkomen. In de inburgering moet plaats zijn voor bewustwording van de risicofactoren, versterking van de weerbaarheid en informatie over de strafbaarheid van misbruik en mishandeling. Al in de herkomstlanden zou meer informatie en voorlichting gegeven moeten worden aan jonge vrouwen en hun families, om hen te alert te maken en te waarschuwen voor mannen die hun nieuwe echtgenote willen gebruiken als dienstbode of als werkkracht. Mogelijk kunnen vrouwenorganisaties en lokale overheden daarin een rol spelen.
30
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
2.12 Taboe doorbreken Wat ook een rol speelt is het taboe in sommige culturen, zaken waarover je niet spreekt. De zwijgcultuur is er vaak de oorzaak van dat het geweld binnenshuis blijft. Vuile was hang je niet buiten. Schaamte houdt de vrouw op haar plaats. De zwijgcultuur zal pas worden doorbroken als geweld wordt herkend en erkend, dat wil zeggen als er informatie is over wat geweld is en wat de gevolgen ervan zijn. Daarvoor zijn laagdrempelige punten nodig waar vertrouwenspersonen een luisterend oor bieden.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
31
2.13 Schaamte In de literatuur wordt gewezen op de schaamte in de allochtone culturen. Deze schaamte is vooral gericht op de familie en de omgeving, naar wat hoort en niet hoort, en minder op de individueel ervaren schaamte. Maar schaamte is niet alleen uniek in allochtone culturen. Dezelfde schaamte zie je net zo goed bij Nederlanders. In de Nederlandse cultuur is geweld in huis niet geaccepteerd. Als het toch gebeurt, houdt het slachtoffer dat lang stil omdat zij zich schaamt. Hoe hoger opgeleid en ontwikkeld een vrouw, hoe groter de schaamte. Welke ontwikkelde vrouw laat zich immers slaan of mishandelen? Bij hoger opgeleide allochtone vrouwen is hetzelfde zichtbaar. Ze hebben zich goed ontwikkeld en zijn zelfstandig. Ze kunnen moeilijk accepteren dat hun zoiets overkomt. Slachtoffers die zich minder hebben ontwikkeld en niet zo zelfstandig zijn, zijn sneller geneigd hun lot te accepteren en te dragen. Hun zwijgen heeft minder te maken met schaamte en meer met taboe, gebrek aan kennis en vertrouwen in verbetering. De schaamte is weer veel groter wanneer de slachtoffers mannen of ouders zijn. Welke man laat zich door zijn vrouw slaan of kleineren? Vaders en moeders schamen zich diep als hun zoon of dochter hen terroriseert, hun geld wegneemt of hen slaat. Mannen en ouders komen daarom nog sporadisch met hun verhalen. Er gebeurt van alles, in alle kringen. Alleen de herkenning, de erkenning en de wil het geweld te stoppen gaan de schaamte nog niet voorbij.
2.14 Kwetsbaar Het bovenstaande betekent uiteraard niet dat in alle allochtone gezinnen geweld gemeengoed is. Wat we proberen te benadrukken is dat een combinatie van een patriarchale, traditionele achtergrond, druk van de familie, weinig gelegenheid tot zelfstandige beslissingen en autonomie en weinig kennis en vaardigheden om met spanningen en conflicten om te gaan, de kwetsbaarheid van (jonge) vrouwen erg groot maakt en de mogelijkheden uit die sfeer te stappen moeilijk.
32
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
2.15 Migratie Migratie brengt een nieuwe wereld en nieuwe kansen. Maar migratie geeft ook een gevoel van verlies en ontworteling. Allochtonen hebben allen een eigen migratieverhaal, met vertrouwen, hoop en teleurstellingen. (Over)leven in een nieuwe omgeving veronderstelt een zekere openheid tegenover het nieuwe én de vaardigheid een balans te vinden tussen het oude vertrouwde en het nieuwe onbekende. Niet alle migranten beschikken daarover. Soms verbazen nieuwkomers uit Turkije of Marokko zich erover hoe migranten vasthouden aan hun tradities, terwijl ze al tientallen jaren in Nederland wonen. Zij blijven vasthouden aan gewoontes die in het land van herkomst al geen gemeengoed meer zijn. Als migranten op die manier als het ware in twee werelden leven, veroorzaakt dat veel spanningen in het gezin. Het traditionele en autoritaire dat er van oudsher was, past moeilijk bij de opener en democratischer stijl in Nederland. Gezinsleden, man, vrouw, zoons en dochters zoeken ieder een eigen evenwicht tussen het oude en nieuwe. Sommigen vinden een natuurlijke weg, anderen raken uit balans. Dat leidt gemakkelijk tot geweld, verdriet of onderdrukking. Als ze daarover niet open kunnen communiceren dan leidt dat op den duur tot frustraties, dwang, spanning en zelfs in sommige situaties tot geweld. Migranten zelf en hun organisaties moeten daar op een verstandige en respectvolle wijze vorm aan geven. Kennis, ontwikkeling en discussie in eigen kring bieden de sleutel.
2.16 Integratie en acceptatie Migrant zijn betekent dat je gast bent, nieuwkomer. Mensen die al tientallen jaren in het nieuwe land wonen, worden nog steeds gezien als lid van een minderheidsgroep. Soms duurt het drie of vier generaties tot een migrantengroep er echt ‘bij hoort’. Integreren heeft altijd twee invalshoeken: die van het individu en die van de samenleving. In hoeverre is een individu in staat zijn of haar weg te vinden? Sommigen zijn daar gemakkelijk in en kunnen het vereiste geduld en doorzettingsvermogen opbrengen; anderen zijn daar minder toe in staat, zijn eerder teleurgesteld, zetten niet door en trekken zich in huis of binnen de eigen kring terug.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
33
De andere invalshoek is de Nederlandse samenleving: in hoeverre staat die open voor migranten accepteert zij nieuwkomers? (Van Wezel, Smulders en Nazar Soroush, 2004). De kritiek van de laatste jaren uit de samenleving op onderdelen van de integratie geeft allochtonen het gevoel minder geaccepteerd te zijn in Nederland. Soms is die kritiek terecht en soms is die overdreven, soms is die ongenuanceerd en soms is die een uiting van onvrede of angst die niets te maken heeft met de migranten. Allochtonen maken dit onderscheid veelal niet of kunnen de kritiek niet goed plaatsen, hebben of geven geen weerwoord en krijgen het gevoel niet meer welkom te zijn. Voor de discussie over het huiselijk geweld is het belangrijk dit te beseffen. Degenen die in het algemeen gemakkelijk de weg vinden in Nederland, zal het proces van herkennen en erkennen en hulp en steun zoeken bij huiselijk geweld niet zo moeilijk zijn. Maar bij degenen die het gevoel hebben vijandig bejegend te worden en niet geaccepteerd te zijn als (niet-Westerse) migrant zal het extra moeilijk zijn om openheid te creëren over zo’n pijnlijk onderwerp als geweld tegen je naasten. De polarisatie van de laatste jaren werpt grote obstakels op om het thema op heldere wijze aan de orde te stellen. Waar een hele migrantengroep wordt aangesproken op wat sommigen onder hen verkeerd doen, waar de hele moslimgemeenschap verdacht wordt gemaakt vanwege fanatisme en gewelddadigheid door enkelen van hen, verstomt het gesprek. Om vertrouwen te behouden of te creëren is het van belang precies en helder zijn. Duidelijk moet zijn dat we niet accepteren dat mannen hun vrouwen beschadigen, vrouwen (en mannen) hun kinderen mishandelen en dat in zijn algemeenheid geweld tegen naasten strafbaar is. Geweld is in die zin geheel kleurloos.
2.17 Islam Er is veel te doen over de islam. We horen en lezen vooral over de fundamentalistische, orthodoxe of de gepolitiseerde kant ervan. Ook degenen die de islam medeverantwoordelijk maken voor het geweld tegen vrouwen, omdat de koran het geweld zou legitimeren, nemen die archaïsche islam als referentiekader. Als een moslimman zijn vrouw slaat, wat heeft dat dan met zijn godsdienst te maken? Als een chistelijke man, een joodse of hindoe-
34
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
staanse man zijn vrouw mishandelt, welke rol speelt zijn geloof daarbij? Misbruikt hij niet gewoon zijn geloof om zichzelf goed te praten? Hoe vermengen religie en (patriarchale) cultuur zich met elkaar? Als vrouwen de heilige boeken zouden mogen uitleggen en interpreteren, zou het verhaal er dan niet heel anders uitzien? In de christelijke traditie is vrouwen (ook) voorgehouden dat ze minder zijn, hun lot behoren te dragen, hun belangrijkste functie het moederschap was en zij niet geschikt waren (en zijn, voor sommige christelijke politieke partijen) voor openbare overheidsfuncties.
Heilige boeken Heilige boeken zijn en worden gebruikt en misbruikt. Iets dergelijks gebeurt bij niet-religieuze ideologieën, zoals het communisme, het fascisme of het liberalisme. Een sterk geloof inspireert mensen het - in hun ogen - goede te doen en idealen na te streven. Het geloof in één waarheid, één juiste overtuiging, één uitleg of interpretatie leidt of kan leiden tot intolerantie, onderdrukking, fanatisme en uiteindelijk geweld. Dit gevaar schuilt ook binnen de islam, maar is er niet perse eigen aan.5 Vanuit de traditie is het moslimvrouwen meegegeven dat ze hun mannen moeten gehoorzamen, ze hun lot moeten dragen zoals het tot ze komt en dat de man haar, als zij niet luistert, onder voorwaarden mag slaan. Zo zou het in de koran staan. Omdat sommige politici en intellectuelen de rol van de islam zo benadrukken bij het tolereren of zelfs legitimeren van geweld tegen vrouwen willen we daar iets meer aandacht aan besteden. Wat staat er nu in de koran? Hoe kun je die tekst begrijpen, hoe kun je die uitleggen? (Armstrong 1991; Van Bommel 2003; Leemhuis 1994, Wadud 2004) 5
De koran wordt gebruikt om op te roepen tot een ‘heilige oorlog’. In de koran staat eveneens dat als een persoon een mens doodt, het is alsof hij de hele mensheid doodt en dat als een persoon een mens helpt leven het is alsof hij de hele mensheid tot leven brengt. Zoals ook bij andere monotheïstische godsdiensten, ervaren moslims hun god als bron van universele liefde en barmhartigheid. God roept de gelovigen op tot rentmeesterschap over wat hij heeft geschapen.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
35
Interpretaties De koran is heel moeilijk te begrijpen, zeker voor niet-moslims. Maar ook voor moslims zelf is het niet gemakkelijk om de bedoeling van de teksten goed te interpreteren en in de context te plaatsen. Dat is vergelijkbaar met de bijbel. In de koran zijn leefregels opgenomen. De bedoeling daarvan is om mensen te stimuleren het goede te doen in het leven. Zowel in de islamitische als de christelijke religie is respect voor de vrouw en voor haar waardigheid maar beide kennen ook het verstikkende, onderdrukkende en gewelddadige aspecten tegen vrouwen. Een goed begrip van de koran wordt nog bemoeilijk, omdat in de Arabische taal woorden soms meerdere betekenis kunnen hebben. Verzen in de koran lijken soms ook tegenstrijdig. Door enkel een deel van een vers eruit te lichten ontstaat een andere betekenis dan wanneer een vers of verzen in hun geheel worden gelezen. In de koran staat dat de man de vrouw onder bepaalde omstandigheden mag slaan als zij ongehoorzaam is.6 In de tekst worden verschillende stappen aangeven. De man moet haar eerst adviseren, overleggen en zijn punt duidelijk maken. Als praten niet helpt houdt hij afstand door ergens anders te slapen en als laatste kan hij het slaan inzetten, maar dat is in principe eenmalig. De tekst in de koran geeft tot slot aan dat bij ruzies bemiddeling kan worden gezocht, opdat verzoening plaatsvindt. In de huidige tijd van individuele en internationale vrouwenrechten is de mogelijkheid of legitimatie tot het slaan van vrouwen uiterst ongepast. De tekst in de koran kan echter evenmin gelezen worden als vrijbrief tot mishandeling van vrouwen. De koranteksten zijn te plaatsen in de 7e eeuw binnen de context van Arabische stamgemeenschappen waar de vrouwen deel waren van familie en stammen. Tóen betekende de koran een verbetering voor de positie van de vrouw; voor het eerste was er een inkadering van hoe mannen met vrouwen mochten omgaan: geen doding van meisjes, gedeeltelijk erkenning als getuige, gedeeltelijk erfrecht.
6
36
De Koran, Soerat An Nissaa, vers 34 en 35.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
De koran geeft ook regels om de vrouw respect en waardigheid te geven. Een man behoort de vrouw te behandelen en te koesteren zoals hij zijn gewassen en andere waardevolle zaken behandelt. Terug naar de korantekst over het slaan: sommigen interpreteren genoemde tekst als een legitimatie om vrouwen te slaan en te mishandelen. Andere moslims wijzen erop dat in de tekst zo veel voorwaarden en omstandigheden zijn benoemd, dat de bedoeling daarvan was om mensen erop te wijzen dat slaan, als een primitieve vorm van communicatie, eigenlijk nooit is toegestaan en dat het vers juist aanspoort de harmonie in het gezin te bewaren.7 Zo ook de tekst over polygamie. In de koran is het toegestaan dat mannen vier vrouwen hebben. Maar er zijn wel voorwaarden aan verbonden en omstandigheden benoemd: de man moet alle vier kunnen onderhouden, hij moet ze alle vier gelijk behandelen en zij moeten het eens zijn met de huwelijken. Deze regel wordt geplaatst in de tijd dat er voor weduwen en ongetrouwde vrouwen zonder familie geen voorzieningen waren. Vrouwen zouden op die wijze onderhoud en onderdak krijgen. Ook deze regel wordt verschillend geïnterpreteerd. Voor sommigen is het een vrijbrief om zonder meer vier vrouwen te huwen. Anderen zeggen dat de regel zo veel voorwaarden stelt, dat het trouwen met meerdere vrouwen in de praktijk niet mogelijk is en dus niet mag. 7
Om enigszins te kunnen inschatten wat vanuit of over de islam over het slaan van vouwen wordt gezegd, is nog een uitstapje nodig. Voor een begrip van de islam is niet alleen de korantekst van belang, maar ook de overleveringen (hadith) over uitspraken en handelingen van de profeet. Volgens de overlevering heeft de profeet Mohammed nooit een vrouw geslagen. Volgens een hadith heeft de profeet gezegd dat hij zich afvroeg hoe een hand een vrouw kan slaan, terwijl dezelfde hand haar ook koestert. Grondbeginselen van de islam zijn de eenheid van Allah en het respect voor de mens. Redenerend vanuit deze grondbeginselen stellen sommige rechtsgeleerden dat moslims het slaan van vrouwen dienen te vermijden en in overleg en respect problemen met haar moeten oplossen. Helaas zijn er veel rechtsgeleerden en geestelijk leiders die anders redeneren en interpreteren.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
37
Gebruik en misbruik De koran wordt nog op andere wijzen ge- of misbruikt. De vrouwenbesnijdenis, een zeer pijnlijke vorm van geweld tegen vrouwen, is een ritueel dat is ontstaan in het oude Egypte en van daaruit is verspreid naar aanliggende gebieden, zoals Somalië. De vrouwenbesnijdenis is niet opgenomen als regel in de koran. In de koran is seks alleen toegestaan tijdens het huwelijk. Vóór en buiten het huwelijk mag het niet. In de praktijk wordt deze regel vooral ernstig bewaakt voor de meisjes en vrouwen. De controle van deze (jonge) vrouwen leidt tot ernstige situaties: binnenhouden, achterlaten in het land van herkomst, verstoten uit de familie als ze de regels hebben overtreden, volgen door broer. Jongens en mannen mogen daarentegen vrijelijk experimenteren. Over het hanteren van deze dubbele moraal staat niets in de koran. Integendeel, volgens de koran behoren zowel mannen als vrouwen hun intimiteit en seksualiteit te beperken tot binnen het huwelijk. Zowel door het soms extreme controleren, binnenhouden en volgen van (jonge) vrouwen als door het ‘vrije’ gedrag van sommige mannen bestaan binnen moslimgezinnen grote problemen. De keuze voor het beperken van seksualiteit binnen het huwelijk roept respect op. Mensen kunnen daar om religieuze of niet-religieuze redenen voor kiezen. Het dwingen, controleren, verstoten of zelfs vermoorden van (jonge) vrouwen die voor een huwelijk gemeenschap hebben en zwanger raken dient voorkomen te worden. In plaats van dwang en controle is nodig: seksuele voorlichting, respect voor ieders intimiteit en integriteit. Door de introductie van de pil en de algemene beschikbaarheid van voorbehoedsmiddelen hebben vrouwen en mannen gelegenheid om zelf beslissingen te nemen over voortplanting en seksualiteit. Dit gegeven plaatst de regels over inkadering van seksualiteit in een heel andere context en biedt ruimte voor individuele keuzemogelijkheden. De regels om seksualiteit (van de vrouw) in te kaderen binnen het huwelijk passen binnen het samenleven binnen - patriarchale familieverbanden, stammen en clans. De controle over de vrouw moet het nageslacht binnen de familie veiligstellen. De maagdelijkheid van de ongehuwde vrouw moet boven alles worden bewaakt.
38
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
Voor moslimvrouwen in Nederland kan de regel problematisch zijn dat zij niet met niet-moslimmannen mogen trouwen. Mannen mogen daarentegen wel met niet-moslimvrouwen huwen. Vrouwen worden niet geacht hun geloof zelfstandig te volgen, uit te dragen en door te geven. In de Nederlandse context beperkt die regel hun mogelijkheden en versterkt die de druk van de familie. De koran is totstandgekomen in de 7e eeuw. Wereldwijd gaat het momenteel om twee hoofdstromingen binnen de islam. Aan de ene kant zij die de islam hanteren als een ideologie met één waarheid en één uitleg, in de hoop dat vervlogen hoogtijdagen van de islam terugkeren. Aan de andere kant degenen voor wie de islam de leidraad en inspiratiebron vormen in hun leven in een individuele relatie tot God. Moslims die vasthouden aan rigide regels en structuren van eeuwen her, zullen op weerstand stuiten, zowel in eigen kring als daarbuiten. Moslims die de regels in de juiste context kunnen zien en deze kunnen integreren in de huidige tijd, zullen gemakkelijk in evenwicht met de nieuwe omgeving leven. In de koran staan teksten die mannen en vrouwen als gelijkwaardig benoemen.8 Moslimvrouwen wijzen erop dat mannen die vrouwen minachten of geweld goedpraten, de koran misbruiken. Zij wijzen daarbij op vrouwen in het leven van de profeet die ontwikkeld en actief waren. Moslimvrouwen die zich in de koran verdiepen vinden daarin kracht en steun in hun eigen proces van zelfstandigheid en waardigheid.
2.18 Wat is eerwraak? Bij eerwraak wordt iemand gedood om de eer te zuiveren (Simsek, 2002). De man bewaakt de kuisheid van zijn vrouw, dochters, zusjes en nichtjes. Zijn eer is verbonden aan haar onbesproken gedrag en maagdelijkheid. Bezoedelt zij zijn eer door haar gedrag, dan kan hij dat wreken. Ook verkrachting leidt tot geschonden kuisheid en dus tot eerverlies. Maar dit alles hoeft
8
Bijvoorbeeld: Soerat An-Nahl, vers 97; soerat Aal ‘imraan’, vers 195.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
39
niet te leiden tot moord. Bemiddeling of de vrouw met een ander laten trouwen, bijvoorbeeld een illegaal familielid, zijn andere opties. In extreme gevallen leidt de (vermeende) onkuisheid tot moord. In Nederland is eerwraak vooral bekend door incidenten, veroorzaakt door Turken en Irakezen. In Nederland is eerwraak zeer omstreden, omdat het tegen het rechtsgevoel van Nederlanders ingaat. In de ogen van Nederlanders heeft zo’n vrouw of meisje niets verkeerd gedaan, integendeel, zij mag zelf haar keuzes maken, ze nergens ‘schuldig’ aan. Ook veel Turken vinden de eerwraak een achterhaald fenomeen; in Turkije is het eerwraak zo strafbaar als in Nederland. Eerwraak komt voor in zeer traditionele, patriarchale en soms geïsoleerde en onderdrukte gemeenschappen, onder meer in Turkije en delen in Pakistan, Iran, Irak, Afghanistan, India en Libanon. De religieuze achtergrond verschilt. In Nederland komt de denkwijze voor bij oudkomers, mensen van het platteland in Oost-Turkije en sommige vluchtelingen. Het zijn met name degenen die (in Nederland) geïsoleerd leven en nauwelijks maatschappelijke contacten, werk of status genieten, waaraan ze hun ‘eer’ kunnen ontlenen. De strategie bij eerwraak moet zich op twee kanten richten, een van buitenaf en een van binnenuit. Van buitenaf zouden er in het Wetboek van Strafrecht meer mogelijkheden moeten komen om ernstige doodsdreiging aan te pakken. Er kan sprake zijn van ernstige doodsdreiging bij ‘gewone’ wraak uit boosheid, bij een psychische stoornis of eerwraak. Vrouwen die dusdanig bedreigd zijn dat ze hun leven niet zeker zijn, hebben een betere bescherming nodig. De strategie van binnenuit is de moeilijkste én de belangrijkste. Binnen de families en binnen de gemeenschappen waar eerwraak nog voorkomt, zijn discussies en bemiddelingen nodig. Het is een strategie die over de Nederlandse grenzen heen gaat. Ook in de landen van herkomst zijn vrouwen en soms overheden actief met de wetgevings- en bewustwordingsprocessen bij geweld tegen vrouwen en bij eerwraak.
40
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
3
Geweld een halt toeroepen Degenen die het meest kunnen doen om geweld te stoppen zijn de mannen en vrouwen zelf. Via de organisaties waar ze komen en via hun eigen netwerken is het goed mogelijk over de ruzies en conflicten in hun eigen gezinnen te spreken. Essentieel is de toon die tijdens die gesprekken wordt gehanteerd en de wijze waarop migranten(organisaties) er zelf bij zijn betrokken. Of, zoals een Marokkaanse man het vanuit zijn zelforganisatie verwoordde: ‘Als dit een onderwerp is dan moeten we dat zelf oppakken. Niet met het belerende vingertje van sommige Nederlanders, maar omdat het onszelf aangaat.’ Niet alleen de mannen en vrouwen zelf, maar ook organisaties en instellingen hebben een belangrijke rol om geweld een halt toe te roepen. In dit hoofdstuk stellen we hun posities, taken en mogelijkheden aan de orde. Daarnaast bespreken we wat mannen en vrouwen zelf kunnen doen en bij wie ze daarvoor terechtkunnen.
3.1 Migrantenorganisaties Bij de bespreking in migrantenorganisaties zijn verschillende punten van belang. Het is nodig eerst vast te stellen wat er gaande is, het zogenaamde herkennen en erkennen. Dit kan goed aan de hand van het beschikbare videomateriaal. Daaruit ontstaat meestal als vanzelfsprekend een discussie over wat gangbaar of normaal is. Voor de eerste generatie mannen en vrouwen is dat anders dan voor de tweede of derde generatie. De gespreksdeelnemers zullen al snel zien dat de opvoeding en datgene wat kinderen wordt geleerd over wat normaal en acceptabel is, cruciaal is bij het al of niet ontstaan en voortduren van geweld in het gezin. Vervolgens kan worden besproken hoe omgegaan kan worden met situaties die uit de hand zijn gelopen, waar dus sprake is van mishandeling. Mag je je bemoeien met andermans zaken? Kan iemand met de man praten en hem laten inzien dat hij fout bezig is? Waar kan de vrouw hulp vinden?
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
41
Mannen moeten zich, onder meer georganiseerd in de eigen organisaties en netwerken, dezelfde informatie, discussie en inzichten eigen maken als de vrouwen. Immers, als vrouwen zich ontwikkelen en hun opvattingen veranderen over wat ze al dan niet accepteren, zullen mannen niet kunnen achterblijven. Veel mannen in de zelforganisaties zijn verbaasd en schamen zich over wat er in sommige gezinnen gebeurt, over de uitwassen en de mishandelingen. Een allochtone man vertrouwde ons toe hoe hij altijd reageert als mannen het slaan of kleineren van hun vrouwen goedpraten. Hij vraagt hun of ze voor hun dochter een man wensen die haar slaat en vernedert. Dat wil geen vader voor zijn dochters. Mannen weten goed hoe een respectvolle en harmonieuze relatie met hun vrouwen eruitziet. Voor mannen is het niet gemakkelijk om dit onderwerp aan te snijden. Geweld in het gezin is, zoals al gesteld, niet iets om trots op te zijn.9
Platform tegen huiselijk geweld In ’s-Hertogenbosch benaderden we10 de plaatselijke migrantenorganisaties met het idee om na te gaan hoe we het geweld in migrantengezinnen onder de aandacht konden brengen. Het resultaat is dat ’s-Hertogenbosch nu een platform heeft van allochtone organisaties en het Moeder-Kindcentrum, die ieder op een eigen wijze met het thema naar de achterban gaan. De Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen bespraken ten dele gezamenlijk en ten dele afzonderlijk de situatie in de eigen kring. Vervolgens ging ieder binnen de eigen organisatie te rade hoe het onderwerp verder besproken zou kunnen worden. Zo ontstonden volop ideeën: een train-de-trainersprogramma voor de mannen, themabesprekingen in de wijken door en voor de eigen groep, een grote bijeenkomst in de moskee, een toneelvoorstelling en een dansavond. 9
10
42
Op landelijk niveau loopt het project De ontbrekende schakel. Hierin participeren de landelijke migrantenorganisaties. Het project heeft als doel om huiselijk geweld bij de mannen bespreekbaar te maken. De coördinatie van het project ligt bij Transact. Dit was een initiatief van het PON en Palet, project Huiselijk Geweld, ‘s-Hertogenbosch.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
De aanpak in ‘s-Hertogenbosch is als volgt samen te vatten: begin kleinschalig, creëer een olievlekwerking; iedere organisatie maakt zijn eigen plannen en voert ze zelf uit. In het platform worden ideeën, plannen en inzichten uitgewisseld en verfijnd. En vooral het bewustzijn dat het niet gaat om een eenmalige activiteit of project, maar om een geheel van activiteiten, discussies en ontwikkelingen die een lange adem vragen. Eén organisatie heeft een spilfunctie. Deze voorziet in benodigde informatie en materialen, faciliteert bijeenkomsten, bereidt vergaderingen voor en bewaakt de voortgang. Hier worden ook begrotingen verzameld om activiteiten te kunnen financieren. Die organisatie kan bij gemeente en fondsen middelen zoeken. In ‘s-Hertogenbosch vervult Palet die functie.
Deskundigheidsbevordering Alle organisaties van migranten zouden het onderwerp van ruzie en geweld in hun gezinnen een keer moeten bespreken. Hiervoor geven we verschillende redenen. Ruzie, maar vooral geweld is een ernstig probleem. De gevolgen ervan voor de volgende generatie zijn niet te overzien. Het geweld in allochtone gezinnen hangt ten dele samen met de migratie. Het leven in Nederland kan extra spanningen met zich brengen. Daar komt bij dat er in Nederland ten dele andere opvattingen heersen over geweld tegen vrouwen en kinderen, over de wijze waarop conflicten het beste opgelost kunnen worden en over de opvoedingsstijl. Migrantenorganisaties kunnen er een bijdrage aan leveren om op een gezonde wijze met spanningen en problemen om te gaan. Overlast of geweld door een deel van een gemeenschap heeft gevolgen voor de beeldvorming over de gehele gemeenschap. Het meest herkenbaar is dat voor de Marokkaanse gemeenschap. Sommige allochtonen reageren afwijzend en argwanend op kritiek van buitenaf, ook als het om ernstige en serieuze zaken gaat. Het onderscheidend en zelfkritisch vermogen is niet altijd aanwezig. Des te belangrijker is het daarom dat de migrantenorganisaties het heft in eigen hand nemen en de discussies en ontwikkelingen objectief aan de orde blijven stellen. Op die wijze blijven de nuances zichtbaar en blijven de problemen in hun proporties en contexten.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
43
Migrantenorganisaties zijn verenigingen, stichtingen, moskeeën en meer informele groepen waarbinnen mensen elkaar ontmoeten of gezamenlijke activiteiten hebben. In ieder regio zou een pool van (allochtone) voorlichters, trainers en gespreksleiders moeten komen. Zij verzorgen themabijeenkomsten, gespreksgroepen of cursussen voor de organisaties in de regio. Zoals in sommige regio’s alle politiemensen worden getraind op het terrein van huiselijk geweld, zo zouden ook alle allochtone organisaties en hun achterbannen geïnformeerd en getraind moeten worden: om te herkennen, te signaleren en spanningen op een goede manier mee te helpen oplossen.
44
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
Palet Palet heeft als provinciale steunfunctie-instelling sinds 1997 geïnvesteerd in het bespreekbaar maken van geweld. Samen met en binnen de centra voor buitenlandse vrouwen in Brabant is het onderwerp bovengronds gehaald en op verschillende manieren besproken. Palet vervulde daarbij een rol van aanjager, adviseur en mede-initiatiefnemer, veelal op de achtergrond. Inmiddels is het thema uit het verborgene en moet ondersteuning een andere invulling krijgen. De ondersteuning die Palet voor ogen staat helpt: - Bij de vervolgstappen die de centra van allochtone vrouwen moeten nemen. - Bij het mee zoeken naar werkwijzen om het thema binnen de algemene migrantenorganisaties te bespreken. - Bij het ontwikkelen van een - geïntegreerde - aanpak door de steunpunten huiselijk geweld. - Bij het deskundig maken en trainen van iedereen, met name allochtonen, die in dit geheel een bijdrage kan leveren.
3.2 De lokale instellingen en organisaties Veel instellingen en organisaties kunnen betrokken raken bij huiselijk geweld: politie, huisartsen, consultatiebureaus, maatschappelijk werk, slachtofferhulp, reclassering, scholen, Openbaar Ministerie, vrouwenopvang, jeugdzorg, advies- en meldpunt kindermishandeling, ziekenhuizen, gemeentelijke gezondheidsdienst en geestelijke gezondheidszorg. Alle instellingen hebben een gemengde klantengroep en benaderen iedereen als individu. Alle instellingen kennen hun eigen discussie over en aanpak bij de interculturalisatie, opdat zij zijn toegerust voor hun brede doelgroep. We noemen hier drie aspecten die van belang zijn bij het ‘interculturaliseren’.
Houding De eerste is een open en nieuwsgierige houding van de medewerkers, met een bereidheid oordelen en vooroordelen bij te stellen en te nuanceren. Iedereen heeft vooroordelen, ook allochtonen. Een open en nieuwsgierige houding betekent dat je je daarvan bewust bent en bereid bent die bij te stellen.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
45
Soms voelen hulpverleners of medewerkers zich verlegen of onthand bij situaties van geweld in allochtone gezinnen. Ze vragen zich af of ze mogen doorvragen, of ze mogen handelen. Soms ook vinden hulpverleners het ingewikkeld om allochtonen te helpen. In principe moet de hulp aan autochtonen en allochtonen hetzelfde zijn en niet meer of minder ingewikkeld. Bij zo’n open en nieuwsgierige houding met zo min mogelijk vooroordelen is de mogelijkheid groter dat de medewerker zelf ervaart wat de situatie is, wat de hulpvraag is en met welke omstandigheden of aspecten van cultuur hij rekening moet houden. Zijn professionaliteit kan hem vervolgens op weg helpen de juiste beslissing te nemen.
Kennis en visie Enige kennis over de achtergrond van de migranten in Nederland is de tweede vereiste waaraan organisaties moeten voldoen. Dat wil zeggen: enige kennis over de migratiegeschiedenis van de verschillende groepen allochtonen, het belang van familiestructuren, het verschil tussen een ‘ik-’ en ‘wij-’gerichte cultuur, invloed van tradities, het verloop en beleving van de migratie, de invloed van ‘leven in twee werelden’, de sociaal-economische positie, en de verhouding tussen mannen en vrouwen. Van belang is dat medewerkers een evenwichtig beeld hebben over verschillende religies, met name de islam. Over de islam en de betekenis ervan voor praktiserende moslims is immers in Nederland niet veel bekend. Medewerkers moeten weten hoe de grote godsdiensten, het jodendom, het christendom en de islam, uit dezelfde bronnen voortkomen; wat de overeenkomsten zijn tussen deze religies; wat het onderscheid is tussen cultuur en religie; welke verschillen er bestaan tussen de orthodoxe en meer moderne stromingen, en ze moeten op de hoogte zijn van de belangrijkste kenmerken van de islam. Tot slot is enige visie vereist op het fenomeen ‘multiculturele samenleving’. Een dergelijke visie veronderstelt een zekere mate van - wederzijds - respect en tolerantie. Allochtonen verwachten niet van instellingen dat ze alles over hun cultuur weten. Ze verwachten serieus genomen te worden en ze willen helderheid over wat de instellingen voor hen kunnen doen.
46
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
Gemengde teams Heel waardevol voor instellingen is als de samenstelling van het personeel enigszins een afspiegeling is van het klantenbestand (Van Wezel 2002). We noemen het de derde vereiste. Voor de (potentiële) klanten betekent dat namelijk herkenning en vertrouwen: als iemand uit de eigen gemeenschap daar werkt, dan is die organisatie er ook voor ons. Bovendien geeft het gelegenheid voor collegiale consultatie. Als een team gemengd is samengesteld kun je elkaar makkelijk bevragen over eventuele cultuuraspecten en kunnen professionals werkendewijs van elkaar leren.
Daderaanpak Volgens de nieuwste inzichten moet bij huiselijk geweld niet alleen aan het slachtoffer hulp worden aangeboden, maar moet de hulpverlening ook gericht zijn op het stoppen van het geweld binnen het gezinssysteem. Vandaar dat er steeds meer aandacht wordt besteed aan een ‘daderaanpak’. In iedere regio zal een aanbod beschikbaar moeten komen voor daders. Voor een deel is dat een individueel traject, voor een deel kunnen daartoe gerichte trainingen en cursussen worden aangeboden. Bij allochtone daders is het nodig om per persoon na te gaan of culturele aspecten aan de orde zijn of in hoeverre frustratie of verwarring hierover tot het geweld hebben geleid. In trajecten en trainingen moeten die punten besproken en behandeld worden.
3.3 Sluitende aanpak Het voert hier te ver om per instelling te benoemen welk aanbod nodig is. Veel van het bestaande aanbod kan worden gebruikt om het huiselijk geweld te voorkomen. Voor een deel is nieuw aanbod nodig en extra investeringen. Deze investering zal met name gericht moeten zijn op voorlichting, bewustwording en bemiddeling. Het is een investering in preventie, herstel van evenwicht en voorkómen van geweld.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
47
In eerste instantie kan het beroep op instellingen als politie, maatschappelijk werk en psychische hulp toenemen. Op den duur zal dat minder worden, omdat geweld eerder zal worden herkend en aangepakt en het vermogen van mensen om zelf problemen op te lossen zal toenemen. Geweld binnen gezinnen en relaties zal niet zomaar verdwijnen, niet bij autochtonen en niet bij allochtonen. Een - sluitend - aanbod blijft nodig. Zo’n aanbod is in principe voor alle bevolkingsgroepen hetzelfde, iedere instelling of organisatie zal toegerust en toegankelijk moeten zijn voor en gemengd klantenbestand. We benoemen hieronder wat in een regio aanwezig moet zijn om een sluitend aanbod te creëren. - Voor de ontwikkeling van een sluitend aanbod ter preventie, herstel van evenwicht en voorkómen van geweld spelen de steunpunten huiselijk geweld een regierol. Ze moeten een goed netwerk opbouwen en onderhouden met de migranten(vrouwen)organisaties. - De lokale instellingen bieden de activiteiten en werkzaamheden. - De steunpunten moeten bewaken dat de sluitende aanpak ook de allochtone doelgroepen omvat. Om een sluitende aanpak mogelijk te maken moeten de steunpunten huiselijk geweld, de migrantenorganisaties/zelforganisaties en de lokale instellingen met elkaar de verantwoordelijkheid nemen dat er in hun regio een aantal elementaire activiteiten worden uitgevoerd.
Typen activiteiten die in een regio nodig zijn -
48
Algemene informatie over huiselijk geweld. Voorlichting om huiselijk geweld te herkennen, erkennen en bespreekbaar te maken. Voorlichting om huiselijk geweld te kunnen benoemen en grenzen te stellen. Ondersteuning om geweld te stoppen. Informatie om inzicht te geven in hoe geweld in relaties werkt en welke gevolgen het heeft. Aanleren van alternatieve oplossingsstrategieën. Gerichte verwijzingen.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
-
Bemiddeling bij conflicten en ruzies. Begeleiding bij terugkeer na geweld. Opvangmogelijkheden voor vrouwen én voor mannen. Vervolgtraject pleger/dader. Behandelmogelijkheden om plegers/daders tot inzicht en gedragsverandering te brengen. Ondersteuning slachtoffer bij verwerken, inzicht en gedragsverandering. Psychische hulp of therapie voor slachtoffer. Lotgenotengroepen/zelfhulpgroepen. Hulp voor kinderen als slachtoffer en als getuige. Aanpak waar mogelijk op het gehele gezin: systeemgericht.
De steunpunten huiselijk geweld De steunpunten vormen de spil in het geheel. Zo’n steunpunt heeft de volgende functies: - Meldpunt van geweld: voor slachtoffers, daders, buren, familie en professionals. - Uitzetten van trajecten voor hulpvragen: formuleren hulpvraag, motiveringsgesprekken, overdracht aan hulpverlening, aanbodontwikkeling. - Overzicht voor meersporenaanpak (slachtoffer, pleger/dader, kinderen). - Regiebewaker van sluitende aanpak bij de instellingen in de regio. - Voorlichter. - Registratiepunt. - Deskundigheidsbevorderaar. In de regio Midden-Brabant en in Eindhoven functioneert een steunpunt. In andere regio’s is het in ontwikkeling. Ieder steunpunt zal er enerzijds op moeten toezien dat de aanpak integraal is en dus toegankelijk en toepasbaar voor iedereen. Anderzijds moet het beoordelen waar extra investeringen nodig zijn. Zo koos het steunpunt in Eindhoven ervoor een medewerker aan te stellen die in het bijzonder deskundig is in het werken met allochtonen. Het steunpunt Midden-Brabant organiseerde een apart samenwerkingsverband en wil extra inzetten op kleinschalige voorlichting, discussie in eigen kring, bemiddeling en deskundigheidsbevordering van de instellingen. Het doel is daar een
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
49
sneeuwbaleffect te creëren tegen geweld in huiselijke kring binnen de migrantengemeenschappen, en de deskundigheid in de lokale instellingen in te bedden.
3.4 Mannen en vrouwen De mannen Zonder geweldpleging geen geweld. Mannen die op die wijze hun zin afdwingen of hun boosheid uiten hebben tevens de sleutel in handen om het geweld te stoppen. Wanneer het gaat om mishandeling zullen zij een stapje opzij moeten zetten: waar ben ik mee bezig, waarom ben ik zo boos en hoe kan ik daar op een andere manier meer omgaan? Mogelijk hebben ze iemand in hun omgeving die ze in vertrouwen kunnen nemen om hun probleem te delen en te bespreken of die een bemiddelende rol kan vervullen. In verschillende regio’s is daarnaast professionele hulp voorhanden. Veelal blijken mannen het geweld in huis ook niet te willen. Hulpverleners kunnen hen bijstaan om het ongewenste gedrag te begrijpen en te veranderen. De steunpunten, het maatschappelijk werk en de geestelijke gezondheidszorg zijn bekend met deze hulpvragen. Mannen die door justitie een straf opgelegd krijgen vanwege de geweldpleging kunnen verplicht worden een training te volgen om beter zelfinzicht te verkrijgen en nieuwe manieren aan te leren om met agressie en de relatie om te gaan. Wat verwachten vrouwen van mannen? Waarschijnlijk niet veel anders dan wat mannen van vrouwen verwachten: liefde, respect, waardering, een prettige wijze van samenleving en positieve manier om met problemen om te gaan. Waar geweld een relatie binnendringt, raken vrouwen in eerste instantie erg in de war. Liefde, vertrouwen en geweld verhouden zich moeilijk tot elkaar. De ene vrouw zal zich terugtrekken wanneer er sprake is van geweld, het geweld kan op haar een verlammende werking hebben, de ander zal de tegenaanval zoeken op een terrein waar ze sterk in is: praten, treiteren, roddelen of kleineren. In beide gevallen is de kans groot dat het van kwaad tot erger wordt. Huiselijk geweld kent alleen verliezers.
50
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
Veel vrouwen willen na een mishandeling alsnog terug naar hun man, maar dan zonder het geweld. In projecten Begeleide terugkeer worden vrouwen, mannen en hun kinderen begeleid om hun relatie zonder het geweld voort te zetten. Bij een positieve inzet van beide kanten heeft dat veel kans van slagen. Waar vrouwen het vertrouwen niet meer hebben op een goede terugkeer, is het belangrijk dat ook van de kant van de man de scheiding en een eventuele omgangsregeling in goed overleg wordt afgerond. Mensen houden elkaar soms jarenlang bezig, met ellende en dreigementen, ook na een scheiding. Ook dat ‘systeem’ kent alleen verliezers. Mensen moeten leren na een scheiding het eigen leven te hervatten, de ander met rust te laten en de kinderen niet tot last te zijn. Waar het geweld in huis voortkomt uit verschuivingen in wat ‘normaal’ wordt gevonden, zullen man en vrouw samen tot een oplossing moeten komen. Ze komen dan in een proces van geven, nemen en onderhandelen. Ook hier geldt dat de weg van dwang en geweld uitsluitend tot verliezers leidt. Allochtone mannen hebben het niet altijd gemakkelijk. In Nederland moeten ze een bestaan opbouwen, soms onderaan op de maatschappelijke ladder beginnen. In het land van herkomst gaf het manzijn een vanzelfsprekende status. In het ‘feminiene’ Nederland is dat niet zo. Vrouwen, ook allochtone vrouwen, in Nederland zijn beter ontwikkeld en mondiger dan hun moeders. Mannen moeten het beeld van zichzelf en hun positie ten opzichte van vrouwen herzien. In Nederland heeft die ontwikkeling al eerder ingezet. Vanaf de jaren zestig en zeventig zijn de man-vrouwverhoudingen min of meer geleidelijk aan gewijzigd. Vrouwen eisten hun rechten in de samenleving; meer mannen wilden een grotere plaats in de opvoeding van de kinderen. Bovendien deed de overheid vanaf de jaren tachtig een duit in het zakje door het emancipatieproces te ondersteunen en door voorzieningen zoals kinderopvang. Allochtone mannen zouden veel meer met elkaar in gesprek moeten gaan. Waarom geen cursussen of gesprekgroepen voor mannen? Hoe staan wij als mannen in deze Nederlandse samenleving? Wat zijn we kwijtgeraakt, wat winnen we? Hoe staan we
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
51
ten opzichte van onze vrouwen? Wat willen we vanuit onze eigen traditie behouden, wat willen we anders doen dan onze ouders? Hoe onderhouden we een goed contact met onze kinderen en hoe begeleiden we hen naar de volwassenheid in deze soms ingewikkelde en verwarrende samenleving? Allochtone mannen hebben heel veel te winnen.
De vrouwen Geweld staat in relatie tot macht en afhankelijkheid. Het is niet zo dat vrouwen altijd het slachtoffer zijn en mannen de dader. Ook vrouwen zijn soms dader. Of zij is slachtoffer van geweld omdat haar man haar mishandelt, maar zij mishandelt ook haar eigen kinderen. Of zij wordt vernederd door haar man en schoonouders en doet vervolgens hetzelfde met haar schoondochter. Toch zijn het in de praktijk vooral vrouwen die slachtoffer zijn. Mannen zijn fysiek sterker en vrouwen zijn vaker afhankelijk. Vrouwen kunnen op verschillende manieren afhankelijk zijn: financieel, juridisch, sociaal of emotioneel. Macht en afhankelijkheid houden elkaar in stand. Een vrouw zal bij geweld moeten nagaan hoe ze uit die situatie stapt of hoe ze zich minder afhankelijk en sterker maakt. Het machtsevenwicht moet worden hersteld. In een geweldssituatie heeft ieder een aandeel. Om het evenwicht te herstellen moet je niet kijken naar de schuldige en de onschuldige. Beiden, dader en slachtoffer, moeten naar hun aandeel in het geheel kijken: wat waren de verwachtingen over en weer, waarover gaan de ruzies en conflicten? Wat wil hij bereiken met zijn dwang, waar stelt zij haar grenzen? Waarom kunnen wij onze meningverschillen niet met woorden oplossen, hoe herstellen wij het evenwicht tussen het geven en nemen zodat we aan onze verwachtingen in evenredigheid kunnen voldoen? Hebben we genoeg vertrouwen en liefde om samen op een goede manier verder te gaan? Geweld in de relationele sfeer duurt net zolang als de vrouw het accepteert. De prijs om het te stoppen is vaak hoog: de vrouw moet vluchten, is het huis kwijt, haar sociale omgeving, er is geen inkomen of status van de man meer, ze moet vertrouwde vriendjes en school voor de kinderen achterlaten. Als ze blijft is de prijs eveneens hoog: ellende, pijn, angst, beschadiging, gevoel van
52
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
onveiligheid bij de kinderen. Een vrouw zal in een geweldssituatie haar verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor de kinderen moeten nemen. Hoe moeilijk ook, er moet een uitweg komen. Allochtone vrouwen laten een geweldssituatie langer duren dan autochtone vrouwen. Het geweld is daarom vaak ook extremer en de gevolgen zijn ernstiger. Vrouwen moeten bij zichzelf nagaan: waarom laat ik dit gebeuren, waarom ben ik niet sterk genoeg? Ben ik zo weinig waard dat ik dit voor lief moet nemen? Waar kan ik steun of hulp zoeken? Hoe kan ik hem duidelijk maken dat het geweld moet stoppen? Wat doe ik de kinderen aan als ik dit niet stop? Wat heb ik nodig om het geweld uit de relatie te krijgen of anders zonder hem verder te gaan? Voor zowel vrouwen als mannen gaat het uiteindelijk om: zelfinzicht, respect (voor de ander en voor zichzelf) en constructieve vormen van conflicthantering.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
53
4
Conclusies en aanbevelingen voor centra en lokale instellingen
4.1 Conclusies Op basis van de ervaringen die in vrouwencentra zijn opgedaan, kunnen we een aantal conclusies trekken. Duidelijk is dat er nog veel te doen is. Enerzijds is er bij veel allochtone vrouwen onwetendheid over het onderwerp en over de mogelijkheden die lokale instellingen bieden. Anderzijds is er bij veel centra en instellingen onbekendheid over elkaars werkwijze en samenwerkingsmogelijkheden, over verschillende culturen en over allochtone vrouwen. Uit de gesprekken met de vrouwen en centra kunnen we een aantal zaken concluderen. - Het thema huiselijk geweld in allochtone kring vergt een lange adem: het kan lang duren voordat vrouwen ermee naar buiten komen dat er in hun gezin sprake is van huiselijk geweld en voordat ze actie ondernemen. - Veel allochtone vrouwen hebben te maken gehad of hebben nog steeds te maken met geweld in de huiselijke sfeer. - Vrouwen associëren huiselijk geweld alleen met slaan. Informatie over psychisch en seksueel geweld is veelal nieuw en onthullend. - De generatiegewijze overdracht van geweld in gezinnen is hardnekkig. Vrouwen (en mannen) zijn zich niet bewust van de patronen in machts- en rolverschillen tussen mannen en vrouwen en ze herkennen die dan ook niet als zodanig. - Het bewustzijn dat geweld in huis er niet zomaar bij hoort en niet hoeft te worden geaccepteerd leidt tot opluchting. - De informatie over de impact die geweld in huis heeft op kinderen maakt veel indruk op de vrouwen en vormt een goede invalshoek om over het onderwerp te spreken. - Informatie over ‘de cyclus van geweld’, namelijk dat het meestal niet vanzelf ophoudt, dat het zelfs steeds erger wordt, motiveert vrouwen om eerder in te grijpen.
54
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
-
-
-
-
Het blijkt heel goed mogelijk om het geweld - in een veilige omgeving - te bespreken. Er is aandacht nodig voor een vertrouwelijk klimaat. Sociale controle en roddel weerhoudt vrouwen te spreken. Er is weinig kennis over verschillende opvoedingsstijlen: autoritair, los of democratisch. De democratische opvoeding met wederzijds respect, een duidelijke structuur, in gesprek met elkaar en met heldere afspraken is nog weinig in beeld, terwijl die veel kans geeft op een evenwichtig samenleven in de toekomst. Vrouwen weten weinig van het bestaan van instanties en bij welke ze met welke vragen terecht kunnen. Zij missen die informatie. Ook de vrouwencentra zelf hebben niet altijd goede contacten met de verschillende instanties. Er is nog te weinig sprake van kennisoverdracht. De samenwerking met de lokale instellingen is niet altijd voldoende. De meeste centra voor allochtone vrouwen richten zich op de eigen bezoekersgroep. De vrouwencentra nemen niet alleen nauwelijks actie om mannen uit de migrantengroep te bereiken. Ook beperken ze zich in hun keuze van allochtone vrouwen. Surinaamse en Antilliaanse vrouwen bijvoorbeeld, of vluchtelingen en vrouwen uit kleinere migrantengroepen, ze vragen allen een andere aanpak. Datzelfde geldt voor jonge vrouwen en mannen. De meeste centra zijn niet goed ingebed in de lokale infrastructuur voor huiselijk geweld.
4.2 Aanbevelingen Blijkens het bovenstaande kunnen centra en lokale instellingen op tal van terreinen en niveaus verbeteringen aanbrengen en hun aanbod verbreden. Wij doen hier enkele aanbevelingen die we verderop vertalen in activiteiten en functies.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
55
Aanbevelingen voor vrouwencentra -
-
-
-
-
-
Draag er als centra aan bij dat vrouwen zich bewust worden van de patronen in machts- en rolverschillen tussen mannen en vrouwen, en dat ze die als zodanig herkennen. Bied een structurele aanpak en voldoende continuïteit. Het voordeel van een informele aanpak is de lage drempel, het voordeel van een meer structurele aanpak is de doelgerichtheid. Een mix van een vertrouwd klimaat en gerichte programma’s is nodig. Creëer een sneeuwbaleffect om kennisoverdracht te stimuleren: zorg voor een training voor voorlichters die hun inzichten en kennis weer verder uitdragen. Werk meer samen met lokale instellingen. Zowel op instellings- als op casusniveau is samenwerking en afstemming nodig. Sommige centra zijn voornamelijk intern gericht, waardoor vrouwen onvoldoende vertrouwen in ze hebben. Samenwerking vereist een externe instelling en vertrouwen over en weer. Zoek als vrouwencentra andere ingangen om andere allochtone vrouwen te bereiken voor het thema huiselijk geweld: Surinaamse en Antilliaanse vrouwen, vluchtelingen en vrouwen uit kleinere migrantengroepen. Onderneem actief actie om mannen uit de migrantengroepen te bereiken. Daar ligt nog een stevige taak. Datzelfde geldt voor jonge vrouwen en mannen. Vooral voor scholieren moet nog veel worden ontwikkeld en aangeboden. Zorg als centrum voor een betere inbedding in de lokale infrastructuur voor huiselijk geweld. Aansluiting bij de lokale advies- en steunpunten is een vereiste.
Uitbreiding activiteiten Bovengenoemde aanbevelingen kunnen vrouwencentra vertalen in uitbreiding van hun activiteiten. Zij kunnen: - Informatie- en voorlichtingsbijeenkomsten organiseren over het huiselijk geweld zelf: wat het is en hoe het werkt.
56
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
-
-
-
-
In het geheel van activiteiten en informatie het thema geweld in eigen gezin of familie zichtbaar maken: themabespreking in algemene groepen, foldermateriaal. Vertrouwenspersonen aanstellen bij wie vrouwen terechtkunnen met verhalen over en problemen met geweldssituaties. Deze vertrouwenspersonen/medewerksters zijn bekend met de basale kennis van huiselijk geweld en kennen de verwijsrelaties. Een vertrouwensfunctie vervullen voor individuele vrouwen. De mogelijkheid voor vrouwen creëren dat ze afspraken kunnen maken op locatie met medewerksters van het Steunpunt Huiselijk Geweld. Een continu aanbod van een vertrouwd klimaat creëren, in samenhang met gerichte, structurele programma’s.
Functieverbreding centra Dit betekent dat de centra hun aanbod met een aantal functies moeten verbreden. - Train-de-trainertraject opzetten: voorlichters die hun inzichten en kennis weer verder uitdragen. - Materiaal ontwikkelen om te gebruiken voor voorlichting aan vrouwen en mannen voor hun persoonlijke bewustwording: ⋅ Over de plaats van het geweld in de man-vrouw(machts)verhouding. ⋅ Over de impact die geweld heeft op de kinderen en de generatiegewijze overdracht van geweld. ⋅ Over opvoedingsstijlen en de principes van de democratische opvoeding. ⋅ Over de eigen rol die vrouwen innemen bij het instandhouden van en die ze kúnnen innemen bij het stoppen van de vernedering en het geweld. - Plannen ontwikkelen en uitwerken om een heldere verwijzing van vrouwen naar lokale instellingen mogelijk te maken. - Communicatieplannen opstellen om andere doelgroepen te bereiken, zoals Surinaamse en Antilliaanse vrouwen, vluchtelingen en vrouwen uit kleinere migrantengroepen; mannen uit de migrantengroepen én jonge vrouwen en mannen. - Trajecten in gang zetten om samen te kunnen werken met en af te kunnen stemmen op de lokale instellingen, zowel op instellings- als op casusniveau.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
57
-
-
-
-
Deskundigheidsbevordering organiseren voor eigen medewerkers en intermediairs. Themabijeenkomsten organiseren voor bepaalde doelgroepen (naar migrantengroep, leeftijd, wijk). Trainingsvaardigheden ontwikkelen om het geweld te stoppen en te voorkomen: aankaarten, begrenzen, weigeren, eigenwaarde ontwikkelen, signalen van kinderen herkennen en kinderen begeleiden, oplossingsstrategieën bedenken voor problemen binnen het gezin. Informatie over de sociale kaart verzamelen en vastleggen/ rubriceren, waaronder politie, hulpverlening en opvang. Informatie over rechten verzamelen, onder andere over een afhankelijke verblijfsvergunning. Een aanbod van modules ontwikkelen: reeks van voorlichtingsbijeenkomsten; bijeenkomsten voor een vaste groep voor persoonlijke bewustwording; vaardigheidstraining vaste groep omgaan met problemen en geweld in het gezin; gelegenheid bieden voor zelfhulpgroepen. Dit aanbod kan ontwikkeld worden met en aangeboden worden aan collegainstellingen in de regio, bijvoorbeeld het steunpunt huiselijk geweld, GGD, GGZ, en onderwijsinstellingen. Een pool van voorlichters en intermediairs creëren, in samenhang met een algemeen voorlichtingspakket vanuit de steunpunten huiselijk geweld. Meedenken en meewerken het huiselijk geweld te bespreken met de algemene migrantenorganisaties en met mannen.
Aanbevelingen voor migrantenorganisaties -
58
De eigen organisaties van allochtonen hebben een belangrijke rol. Omdat de gevolgen van het geweld in sommige allochtone gezinnen voor de volgende generatie niet zijn te overzien, móet het onderwerp worden besproken en worden aangepakt. Nu er steeds vaker voorbeelden van geweld uit allochtone kring naar boven komen, ontkomen allochtonen er niet meer aan het probleem ook als hún zaak te zien. Uiteindelijk zullen vooral veranderingen effectief zijn die vanuit de eigen groep zijn aangezwengeld en aangepakt. Het gaat om een aanpak met een lange adem.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
-
-
Alle medewerkers en vrijwilligers van migrantenorganisaties zouden een themabijeenkomst, cursus, gespreksavond of training moeten volgen. Zij kunnen hun bevindingen, inzichten en kennis weer verder uitdragen. Migrantenorganisaties en zelforganisaties moeten samenwerken met andere lokale instellingen en met vrouwencentra. Zowel op instellings- als op casusniveau is samenwerking en afstemming nodig. Samenwerking vereist een externe instelling en vertrouwen over en weer.
Aanbevelingen voor lokale instellingen en organisaties Lokale instellingen leveren vanuit een eigen taakstellingen hun bijdragen. Instellingen zullen naar allochtone klanten helder zijn in wat ze wel en niet te bieden hebben en in wat van hen mag worden verwacht. Instellingen kunnen de volgende punten ter harte nemen: - Zorg voor een open en nieuwsgierige houding. - Erken vooroordelen (over en weer) en geef ruimte deze steeds weer bij te stellen. - Wees niet toegeeflijker en ook niet strenger als er cultuuraspecten lijken te spelen: geweld accepteren we niet. - Behandel iedereen als een individu, met een eigen specifieke achtergrond. - Zorg voor kennis over culturele en religieuze achtergronden. - Formuleer een visie op het fenomeen ‘multiculturele samenleving’. - Zorg dat de samenstelling van de medewerkers enigszins een afspiegeling is van het klantenbestand. - Werk samen met andere lokale instellingen en met vrouwencentra. Zowel op instellings- als op casusniveau is samenwerking en afstemming nodig. Samenwerking vereist een externe instelling en vertrouwen over en weer. - Zorg voor collegiale consultatie tussen collega’s met verschillende achtergronden. - Zie jezelf als een onderdeel van een breed netwerk: iedereen biedt een deel in een geheel, samen vormen we de ‘sluitende aanpak’. - Haal deskundigheid in huis bij onbegrip, bevreemding of gebrek aan informatie. - Investeer in voorlichting, bewustwording en bemiddeling.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
59
-
Pas je methodiek aan bij de vragen en behoeften van de (allochtone) klant. Houd rekening met de gezins- en familiesituatie en betrek dat in de aanpak: systeemgericht. Verwerk in de daderaanpak aspecten van cultuur, frustraties en verwarring die daarmee te maken hebben. Werk samen waar nodig. Houd lol en humor in het werk.
Websites www.huiselijkgeweld.nl www.aanpakhuiselijkgeweld.nl www.stophuiselijkgeweld.nl www.kindermishandeling.nl www.st-kezban.nl www.transact.nl
60
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
Literatuur Arda, S.
Vrij als een vogel of vogelvrij : nieuwjaarsessay 2004. Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling. Den Haag : RMO, 2004. Armstrong, K.
Muhammad : a western attempt to understand Islam. London : Gollancz, 1991. Beke, B.M.W.A. en M. Bottenberg
De vele gezichten van huiselijk geweld : aard, omvang en achtergronden. Amsterdam : SWP, 2003. Bommel, A. van
Islam, liefde en seksualiteit. Amsterdam : Bulaaq, 2003. CBV
Plan van aanpak huiselijk geweld bij het Centrum Buitenlandse Vrouwen Tilburg. Tilburg : CBV, 2000. Dijk, T.J. van en E.V. Oppenhuis
Huiselijk geweld onder Surinamers, Antillianen en Arubanen, Marokkanen en Turken in Nederland : aard, omvang en hulpverlening. Hilversum : Intomart, 2002. Dutton, D.G.
De partnermishandelaar: een psychologisch profiel. Houten : Bohn Stafleu Van Loghem, 2000. Equivalent
Handboek huiselijk geweld en allochtone gezinnen. Almelo: Equivalent, Experts in Emancipatie; Steunpunt Minderheden Overijssel, 2004. ETKB
Verslag project huiselijk geweld en allochtone vrouwen, tweede fase. Eindhoven : ETKB, 2002.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
61
Gemeente Tilburg
Veiligheid voor vrouwen in Tilburg 2004. Een onderzoek naar huiselijk geweld. Gemeente Tilburg, Dienst Beleidsontwikkeling, Onderzoek & Informatie, november 2004. Gemeente ’s-Hertogenbosch
Huiselijk geweld in ’s-Hertogenbosch : omvang, kenmerken en meldingen. ’s-Hertogenbosch : Gemeente ’s-Hertogenbosch, 2003. Groen, M.
Geweld en schaamte : richtlijnen voor de eerstelijnshulpverlening bij relationeel geweld van migranten en vluchtelingen. Utrecht : Vrouwenopvang Utrecht, 2001. Groen, Martine, en Justine van Lawick
Intieme oorlog : Over de kwetsbaarheid van familierelaties. Standaardwerk over huiselijk geweld. Amsterdam: Van Gennip, 2003. Jansen, Annelies en Sezai Aydogan
Als ik háár was. Handleiding bij voorlichtingsfilms over huiselijk geweld van Stichting Kezban, Transact/Kezban 2004. Lawick, J. van en M. Groen
Intieme oorlog : over de kwetsbaarheid van familierelaties. Amsterdam : Van Gennep, 2003. Leemhuis, F.
De koran : een weergave van de betekenis van de Arabische tekst in het Nederlands. Houten : Fibula, 1994. Ministerie van Justitie
Privé geweld - publieke zaak. Een nota over de gezamenlijke aanpak van huiselijk geweld. Den Haag: Ministerie van Justitie, 2002. Ministerie van Justitie
Aard, omvang en hulpverlening huiselijk geweld. Den Haag : 1997.
62
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
Mozaïek, preventie en opvang huiselijk en seksueel geweld allochtone vrouwen. Utrecht : Transact 2004. Serkei, B.
Inventarisatie van hulpaanbod en preventie voor plegers van seksueel en huiselijk geweld. Utrecht : Transact, 2004. Simsek, J.
Alle ogen op haar gericht. Eerwraak : traditioneel geweld tegen Turkse vrouwen en meisjes : een handleiding voor hulpverleners. Utrecht : Inspraakorgaan Turken (IOT), 2002. Transact
Praten doet geen pijn. Methodiekbeschrijving bespreekbaar maken huiselijk geweld onder allochtonen. Utrecht : Transact, 2005. Transact in samenwerking met Shakti,
Bescherming tegen geweld : Wat kun je zelf doen? Utrecht: 2004. De brochure is beschikbaar in het Turks, Arabisch, Frans, Engels, Farsi en Nederlands.
Voorlichting en bewustwording over huiselijk geweld voor Turkse vrouwen : draaiboek gebaseerd op de aanpak van het internationaal vrouwencentrum in Oss. Z.pl. : Internationaal Vrouwencentrum/Mozaïek, 2003. Wadud, Amina
De koran en de vrouw. Herlezing van een heilige tekst vanuit een vrouwelijk perspectief. Bulaag, 2004. Wezel, M. van
De samenstelling van je team is je visitekaartje : allochtone werknemers in de non-profitsector. Tilburg : PON, 2002. Wezel, M., M. Smulders en M. Nazar Soroush.
Thuis raken en thuis voelen : integratie en participatie van vluchtelingen. Tilburg : PON, 2004.
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?
63
Het PON Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant is hét kenniscentrum op sociaal terrein in NoordBrabant. Sinds zijn oprichting in 1947 verricht het PON diverse vormen van sociaal-wetenschappelijk onderzoek, zowel kwalitatief als kwantitatief. De ontwikkelfunctie van het PON is er vooral op gericht maatschappelijke innovaties tot stand te brengen en de kennis die daarvoor in de praktijk nodig is, methodisch en systematisch toepasbaar te maken. Het PON signaleert maatschappelijke ontwikkelingen, behoeften en knelpunten in de samenleving, brengt deze in kaart en analyseert ze. Mede op basis van die verkregen inzichten ontwikkelt het instituut projecten die bedoeld zijn om in bestaande situaties verbeteringen aan te brengen en om vernieuwingen in gang te zetten. De initiatieven en projecten zijn er vooral op gericht mensen in de samenleving te laten participeren, om sociale cohesie te bevorderen, om achterstand en sociaal isolement te voorkomen en te bestrijden. Daarvoor werkt het PON samen met overheden, instellingen en maatschappelijke groeperingen. Zij doen een beroep op het PON bij vraagstukken op al die terreinen waar de sociale dimensie in het geding is, zoals: zorg en maatschappelijke dienstverlening, wonen en welzijn, arbeid, educatie, cultuur, sport en leefbaarheid. De provincie Noord-Brabant is de belangrijkste financier van het PON. De werkzaamheden van het PON resulteren in rapportages, onderzoeksverslagen, beschrijvingen van projecten en ‘best practices’, publicaties, video’s, cd-rom’s en dvd’s, ontwikkelingsprojecten, thema- en studiebijeenkomsten, debatten, organisatieadviezen en mediationtrajecten.
64
PON-rapportage: HOE GEKLEURD IS GEWELD?