sportbeleid ■
Hoe belangrijk zijn sportclubs voor onze Vlaamse politici? (Deel 2) Op zondag 25 mei 2014 is het zover: regionale, federale én Europese verkiezingen. Voor sport, als Vlaamse bevoegdheid, een belangrijke gebeurtenis. Het wordt immers uitkijken wie de Vlaamse minister van Sport wordt. Als sportliefhebber (of je nu actief sporter, bestuurslid of medewerker van een federatie bent) ben je uiteraard geïnteresseerd in de visie van de Vlaamse politieke partijen op enkele hete hangijzers in de sport. De VSF stelde de Vlaamse politieke partijen vier vragen. In ons vorig VSF Magazine kon je lezen hoe de politieke partijen in de komende legislatuur willen inzetten op sportclubondersteuning en in welke mate de partijen willen inzetten op een volwaardig fiscaal en sociaal statuut voor sportbegeleiders. In dit artikel werpen ze hun blik op de Vlaamse sportinfrastructuur en geven ze nog eigen accenten voor het sportbeleid mee. Neem dit artikel, mits bronvermelding, zeker over in je eigen communicatie. Zo weten ook jouw leden wat de visie op sport(clubs) is van de politici. ■ sophie cools
Vraag 3: 25% van de Vlaamse sportclubs heeft een tekort aan sportinfrastructuur van het huidige ledenaantal. 30% van de clubs is geremd in hun groei door een tekort aan sportinfrastructuur. Wat vindt uw partij van deze cijfers? En wat zal uw partij daar concreet rond ondernemen?
CD&V De cijfers verschillen enorm van sporttak tot sporttak. We zien in sommige sporttakken een verschuiving van beschikbare accommodatie van de recreatieve sporter ten voordele van de topsport, wat we enorm betreuren. Het infrastructuurprobleem zal wellicht nooit volledig op te lossen zijn want dit hangt ook samen met de tijdelijke populariteit van bepaalde sporttakken. Bv. schaatsen is nu enorm populair door Bart Swings, tennis was populair door Kim en Justine, enz ... Maar voor CD&V is het duidelijk: het Vlaamse sportinfrastructuurbeleid heeft gefaald en dus moet er een grondige bijsturing komen. Er moet een globaal strategisch plan voor sportinfrastructuur opgesteld worden: alle beschikbare infrastructuur moet in kaart gebracht worden en alle overheden moeten afspraken maken wie welke infrastructuur zal bou-
8
VSF magazine
wen, verbouwen, renoveren en uitbaten. Daarbij moet ook bekeken worden hoe de sportinfrastructuur in bezit van vzw’s hierbij betrokken kan worden. Voor ons is het duidelijk dat de provincies hun verantwoordelijkheid moeten opnemen inzake bovenlokale infrastructuur met prioriteit voor de zwembaden. Immers, zwemmen staat in de eindtermen voor onderwijs, senioren kunnen tot
op hoge leeftijd blijven zwemmen en de gezondheidsbevorderende effecten zijn bewezen dus moeten zwembaden de absolute prioriteit krijgen in het nieuwe infrastructuurbeleid. De Vlaamse overheid moet verder gaan in de uitbouw van de topsportinfrastructuur. De gemaakte afspraken moeten uitgevoerd worden in de driehoek GentAntwerpen-Leuven.
N-VA: N-VA is zich bewust van de nood aan sportinfrastructuur in Vlaanderen. Daarom investeerde Philippe Muyters tijdens de vorige legislatuur gericht op drie niveaus. Op het vlak van topsporttrainingsinfrastructuur werd geïnvesteerd in de topsportdriehoek Gent, Antwerpen, Leuven en de focussporten. Voor bovenlokale sportinfrastructuur werd in nauw overleg met de provincies en de VGC (= Vlaamse Gemeenschapscommissie) een plan uitgewerkt om investeringen voor bovenlokale sportinfrastructuur mogelijk te maken. Tenslotte werd een stimuleringsbeleid gevoerd voor lokale sportinfrastructuur, met 39 Finse pistes, meer dan 100 gerenoveerde sportvloeren, een zeventigtal kunstgrasvelden en meer dan 25 bewegwijzerde loopomlopen als resultaat.
Naar de toekomst toe wil N-VA blijven investeren in sportinfrastructuur. Voldoende en kwalitatieve sportinfrastructuur is de basis om optimaal te kunnen sporten. N-VA wil ervoor zorgen dat grote sportinfrastructuurprojecten (zoals bijvoorbeeld zwembaden) gerealiseerd worden door samenwerking en cofinanciering in allerlei vormen te stimuleren, zowel voor wat betreft de bouw als de exploitatie van sportinfrastructuur. We willen dan ook de nieuwe projecten die door minister Muyters werden opgestart, zoals het subsidiemechanisme voor bovenlokale
sportinfrastructuur, na evaluatie voortzetten. Daarnaast wil N-VA via stimulerende maatregelen garanderen dat er blijvend wordt geïnvesteerd in lokale sportinfrastructuur. Willen we meer mensen aan het bewegen en sporten krijgen, dan moet ook de onmiddellijke omgeving uitnodigen en aanzetten tot bewegen. N-VA wil ervoor zorgen dat bestaande open ruimtes, pleinen en parken beweegvriendelijk worden ingericht. Op die manier wordt ook het ‘anders georganiseerd sporten’ gestimuleerd.
LDD Onze partij is een voorstander van een effectief en efficiënt sportinfrastructuurbeleid waarbij duidelijke taken bestaan en afspraken gemaakt worden tussen de verschillende bestuursniveaus. Zo is het volgens het subsidiariteitsbeginsel de taak van een lokale overheid om te voorzien in lokale sportinfrastructuur, terwijl de Vlaamse overheid zijn rol moet spelen inzake bovenlokale (top)sportinfrastructuur.
pen. Een reductie van het btw-tarief van 21% naar 6% kan dus ook voor de overheden een belangrijke hefboom betekenen om de investeringen in sportinfrastructuur terug aan te zwengelen.
Het kan niet genegeerd worden dat een kwart van de sportclubs aangeeft met een tekort inzake sportinfrastructuur te kampen. Evenwel betreft het verwezenlijken van kleine, lokale sportvelden, Finse pisten, tennisvelden,… vooral een lokale bevoegdheid. Het is inderdaad zo dat gemeenten en steden momenteel onder een zware budgettaire druk staan en weinig ruimte hebben om investeringen in sportinfrastructuur te laten plaatsgrij-
Onze partij is niet gewonnen voor de projectmatige subsidiëring van lokale sportinfrastructuur zoals deze legislatuur plaatsvond voor Finse pisten en sportvloeren. Indien de Vlaamse overheid de gemeenten wil laten investeren in de uitbouw van sportinfrastructuur, had Vlaanderen dit op een evenredige en evenwichtige manier kunnen stimuleren via een enveloppenfinanciering bijvoorbeeld middels het decreet lokaal sportbeleid.
ran n ve vrij e
twoo
rdeli
jk
Welke rol is er volgens ons voor Vlaanderen weggelegd inzake het voeren van een sportinfrastructuurbeleid? Vlaanderen moet inzake lokale sportinfrastructuur vooral overleg faciliteren tussen verschillende actoren (BLOSO, onderwijsinstellingen, sportdiensten, … ) over hoe reeds bestaande sportinfrastructuur beter gebruikt kan worden. Denk maar aan sporthallen van scholen die na lesuren leegstaan en bepaalde sportinfrastructuur die tijdens de dag niet gebruikt wordt, enzovoort, … . Vlaanderen heeft zelf een belangrijke rol te spelen als het gaat om investeringen in bovenlokale (top)sportinfrastructuur. Dit is sportinfrastructuur die de lokale behoeften en belangen overstijgen. Wanneer de Vlaamse overheid inspanningen levert om dergelijke infrastructuur te voorzien, zal dit ook deels de druk wegnemen die momenteel de reguliere, lokale sportinfrastructuur belast.
VSF magazine
9
sportbeleid ■
Open VLD Zoals in het eerste antwoord reeds vermeld (zie het VSF Magazine van december 2013), wil Open VLD echt volledig inzetten op de lokale sportinfrastructuur. Sommige partijen betwisten dat dit een taak is van de Vlaamse overheid en dat dit niet tot de kerntaken behoort van haar opdracht. Open VLD is daar niet mee akkoord. Infrastructuur is een verhaal van alle niveaus. De vraag naar de echte grote infrastructuurprojecten is voorlopig niet meer aan de orde. De samenleving heeft geen nood aan dit soort dure projecten in crisistijd. Tenslotte is het de taak van de minister van Sport om vooral meer mensen aan het sporten te krijgen. Dat lokale niveau is dus essentieel. Het is dan ook niet aangewezen dat de Vlaamse Regering nieuwe decreten maakt die het gemeenten mogelijk maakt om niet
Groen Tekort aan Infrastructuur Uit onderzoek blijkt dat er nog een ernstig tekort is aan sportinfrastructuur (sporthallen, openluchtterreinen en zwembaden). Groen wil meer ruimte om te sporten: niet enkel voldoende sportinfrastructuur, maar ook meer groene en open ruimte en veilige wegen om onbekommerd te kunnen wandelen, lopen, fietsen, … Er is effectief een nood aan meer en betere infrastructuur. Duurzame infrastructuur is noodzakelijk, waarbij aandacht voor energieverbruik, veiligheid, toegankelijkheid en condities voor de diverse functies op elkaar afgestemd worden. Wij willen een groen sportinfrastructuurplan met het doel om tegen 2025 de globale CO2-uitstoot sterk te verminderen. Nieuwe gebouwen als renovatie moeten voldoen aan strenge energieprestatienormen en er is aandacht voor ecologische design en materialen en
10
VSF magazine
meer met gekwalificeerde sportambtenaren te werken. Dit zal voor een terugval zorgen in de mate waarin een doordacht infrastructuurbeleid zal gevoerd worden op lokaal niveau. Open VLD verzet zich tegen die erosie van het lokale sportniveau. Net zoals we met het sportinfrastructuurplan hebben gedaan, moeten we goed gaan kijken naar de behoeftes in de verschillende gemeenten en bij de verschillende sportclubs. Ook clustering van accommodaties kan leiden tot efficiënter gebruik, steun is nodig, want clubs hebben hiervoor de middelen niet. Goed sportbeheer in de gemeente is nodig en vraagt specifieke aandacht van een sportfunctionaris/ sportmanager met diploma, enkel dan kan de mix van sportpromotie en beheer efficiënt en effectief gebeuren. We moeten op zoek gaan naar een efficiënte realisatie van nieuwe infrastructuur.
Dit betekent dat we ook op Vlaams niveau vaak op zoek zullen moeten gaan naar oplossingen in verband met conflicten met andere decreten rond milieu en ruimtelijke ordening. Open VLD heeft zich in het verleden al heel flexibel getoond op dat vlak. Er moet een gezonde balans zijn tussen maatschappelijke ruimte voor sport, cultuur en sociale zaken aan de ene kant en natuur en milieu aan de andere kant. Ik denk dat we die lijn blijven aanhouden. De huidige rigide manier van werken binnen de regering knijpt veel initiatief al dood nog voor het geboren is.
moeten via subsidie gestimuleerd worden. Binnen de Vlaamse overheid wordt hiervoor een expertisecel 'Transitie in de Vrijetijdssector' opgericht.
voor de sportclubs en betaalbare tickets in het zwembad?
We zijn sceptisch over de toename van de bouw en exploitatie van sportinfrastructuur via een PPS-methode (Publieke Private Samenwerking). De private partner staat in voor ontwerp, bouw, financiering, onderhoud en soms ook uitbating van de infrastructuur. De gemeentebesturen betalen aan de private partner een 'beschikbaarheidvergoeding' in ruil voor het gebruik van de infrastructuur. Groen staat niet achter de gehanteerde wijze van debudgettering. Er ontstaat financiële onzekerheid bij de lokale besturen, twijfels over het duurzame karakter van de infrastructuur, over de architecturale kwaliteit … En wat als een privépartner uitbaat? Wie garandeert dan haalbare huurprijzen
Sportinfrastructuur in scholen of bedrijven ligt er buiten de uren vaak ongebruikt bij. Groen wil scholen en bedrijven aanmoedigen hun infrastructuur open te stellen voor het publiek. De overheid kan hiertoe financiële stimuli geven (bv. vrijstelling van onroerende voorheffing), aanbieden van een verzekering bij schadegevallen. Subsidie bij bouw of verbouwingswerken kan gekoppeld worden aan verplichte openstelling voor andere gebruikers. Een efficiënter gebruik van bestaande sportinfrastructuur kan een deel van de vraag naar bijkomende sportinfrastructuur opvangen. Nieuwe voetbalstadions? Heel wat voetbalclubs zijn vragende partij voor een nieuw stadion. Groen erkent de
nood aan betere infrastructuur, maar wil dat het duurzaam karakter van de investeringen gegarandeerd wordt. Infrastructuur moet op maat zijn van de clubs die er spelen, en voldoende lang kunnen meegaan. Groen kiest voor ecologische, toegankelijke en gezinsvriendelijke voetbalstadions. Stadions mogen geen glijmiddel zijn voor ruimtelijk onverantwoorde projecten. Groen verzet zich tegen de inplanting van megashoppingcentra. Omdat die ten koste gaan van open ruimte en van de handelszaken in stedelijke kernen. Een multifunctioneel karakter van stadions of andere sportinfrastructuur kan, op voorwaarde dat deze functies verenigbaar zijn met een goede ruimtelijke ordening. Er mag zo weinig mogelijk nieuwe ruimte aangesneden worden. Als renovatie van bestaande stadions een realistische optie is, verdient die de voorkeur.
Vraag 4:
Open ruimte als basis voor sportieve recreatie Meer ruimte voor sport betekent ook meer groene en open ruimte en veilige wegen om onbekommerd te kunnen wandelen, lopen, fietsen,… Wij willen meer natuur en bos, een toegankelijk stadsbos op fietsafstand van elke Vlaamse stad, en recht op buurtgroen voor iedereen. Landelijke wegen, jaagpaden, natuur, bos en parken zijn het terrein bij uitstek voor zachte recreatie als lopen, wandelen of fietsen. Gemeentelijke, provinciale en Vlaamse overheid De overheid moet voor goede sportinfra-
structuur zorgen, zowel voor sporthallen, zwembaden als voor openluchtsportvelden. Het overgrote deel van de sportinfrastructuur is een verantwoordelijkheid van de lokale besturen. Zij kan voor een aantal noden hierin ondersteund worden door de Vlaamse overheid via een investeringsfonds dat de bedoeling heeft de investeringen van gemeenten op peil te houden in functie van de werkgelegenheid, de economie en kwaliteit van de dienstverlening, De Vlaamse overheid heeft een ondersteunende rol op de tweede lijn, en kan samen met gemeenten – al dan niet intergemeentelijk – en provincies infrastructuur en diensten ontwikkelen (bv. 50 meterzwembad) die de draagkracht van de gemeenten overstijgen. De Vlaamse overheid moet daarnaast vooral investeren in topsportinfrastructuur, infrastructuur die het lokale belang ver overstijgt.
Zijn er voor uw partij andere belangrijke aspecten binnen het sportbeleid, die u
concreet wil aanpakken?
CD&V Doelstelling van sportbeleid is voor ons duidelijk: mensen laten bewegen en sporten op een gezonde manier. Sportprestaties zijn dus ondergeschikt aan de gezondheidsbevorderende aspecten van sportbeoefening. G-sportbeleid moet verder uitgebouwd worden: de G-sportfederatie Parantee moet alle kansen krijgen om haar rol ten volle waar te maken en de provincies moeten hun nieuwe opdracht echt ter harte nemen. Verder moet er ook gestreefd worden naar aansluiting bij de sportfederaties want voor een aantal sporttakken is integratie van G-sport in een reguliere sportfederatie zeker een realistische optie. Op Europees vlak willen wij nog verder gaan in het ondersteunen van de jeugdopleiding door het versterken van de home grown maatregel en willen we maatregelen nemen tegen matchfixing
Topsportbeleid: door de ongelijkheid in het topsportbeleid van de sportfederaties wensen wij een centrale aansturing van het topsportbeleid, zeker voor de individuele sporttakken. Er gaat nu wellicht talent verloren door een gebrek aan begeleiding op maat en er gaan ook kansen op sponsoring verloren. Het Nederlandse topsportbeleid lijkt ons een interessant model. Foto: flickr.com/photos/sangudo
en gokken op sportwedstrijden.
VSF magazine
11
LDD Onze partij staat resoluut achter het belang van sport in het onderwijs. Sportparticipatie zorgt voor de ontwikkeling van de jeugd zowel op mentaal als fysisch vlak. Daarom pleiten wij ervoor dat bewegingsleer, het vak LO in feite, naar een volwaardig basisvak wordt omgevormd, zoals er nu ook Nederlands, wiskunde e.d. zijn. Dit wil zeggen dat wij voor meer uren sport in het totale lespakket pleiten. Hiermee worden we gesteund door wetenschappelijk onderzoek dat stelt dat 2u sport gespreid over een week er niet in slaagt om de kinderen voldoende te laten
N-VA Sport heeft een belangrijke maatschappelijke rol en draagt bij aan de gezondheid, het algemeen welbevinden en de sociale cohesie. Sport bevordert de inclusie van kansengroepen in onze samenleving. N-VA wil dan ook dat iedereen in zijn eigen buurt op een kwaliteitsvolle, gezonde en betaalbare manier een leven lang sport kan beleven. Wil sport verder groeien in Vlaanderen dan moet sport een vaste gewoonte worden in het leven van elke Vlaming. Daarom moeten we in Vlaanderen komen tot een echte sportmentaliteit. Hiervoor is het belangrijk dat scholen, clubs, gemeentelijke sportdiensten, werkgevers, … samen bouwen aan een sportvriendelijke leefomgeving, waarin iedereen gestimuleerd wordt tot bewegen en sporten. De Vlaamse Regering moet verder inzetten op een sportaanbod op maat van elke burger. Vlaanderen moet zorgen voor een sportaanbod dat is aangepast aan de specifieke noden eigen aan elke levensfase, van peuters tot senioren, dit telkens met extra aandacht voor sporten op een gezonde en faire manier. Bijvoorbeeld, tijdens de professioneel actieve loopbaan neemt de druk op de vrije tijd sterk toe en moeten mensen leren goochelen met een combinatie van studies, werk, een eigen huishuiden, kinderen, sociale contacten enz. Sport moet daarbij vaak als eerste wijken. N-VA wil daarom inzetten op anders georganiseerde, flexibele vormen van sportbeoefening zodat mensen in hun directe omgeving op een uitnodigende manier kunnen sporten.
ontwikkelen. Zeker als je bedenkt dat het in feite gaat om 2 keer 50min, waarbij reeds veel tijd verloren gaat aan het omkleden e.d. waardoor er in feite nog slechts een uurtje volwaardige lichaamsbeweging overblijft. Bovendien moet een school verschillende sporten aanbieden in hun sportonderricht, niet enkel de traditionele, populaire sporten zoals bv. voetbal, volleybal, turnen,… moeten in het lespakket omvat zitten maar ook minder klassieke en populaire sporten zoals bv. skeeleren, karate e.d. Hierdoor kan ieder kind kennis maken met een ruim aanbod aan sporten.
Om de clubwerking te versterken moet Vlaanderen blijvend inzetten op de omkadering in deze clubs. Zo zullen de bestuurlijke medewerkers verder ondersteuning kunnen genieten vanuit het Dynamo Project dat nu structureel verankerd werd voor de toekomst. Daarnaast wil N-VA blijvend inzetten op de sporttechnische medewerkers door het opleidings- en bijscholingsaanbod van de VTS verder te optimaliseren en door werk te maken van een nieuw statuut voor de sportbegeleider. Hiervoor liet Philippe Muyters reeds een onderzoeksrapport uitwerken, dat hij ook aan zijn bevoegde federale collega’s heeft overgemaakt om de discussie hier rond op te starten. De werkelijke realisatie van dit statuut is erg belangrijk voor N-VA. Een ander federaal actiepunt is het optrekken van het plafondbedrag voor de btw-vrijstelling voor kleine ondernemingen (zoals vele kleine sportclubs). België heeft hiervoor een machtiging gekregen van Europa om dit op te trekken tot 25.000 euro, maar volgens de plannen van de huidige federale regering zal dit slechts opgetrokken worden tot 15.000 euro. N-VA wil echter dat de machtiging van 25.000 euro ten volle wordt benut. Tot slot pleit N-VA voor een gezonde, faire en dopingvrije sport. Philippe Muyters heeft de voorbije legislatuur vanuit Vlaanderen internationaal een voortrekkersrol opgenomen in het antidopingbeleid. N-VA wil dat Vlaanderen die lijn in de toekomst verder doortrekt.
Artikel overnemen? Neem dit artikel, mits bronvermelding, zeker over in je eigen communicatie. Zo weten ook jouw leden wat de visie op sport(clubs) is van de politici. Neem contact op met
[email protected] om de tekst op te vragen.
12
VSF magazine
Open VLD
Open VLD nog niet ver genoeg.
Absoluut. Open VLD wil zeker werk maken van een preventief gezondheidsbeleid in verband met hartfalen. Ondanks dat de minister hier geen voorstander van is, willen wij wel via medische keuring bij het CLB en via een ronde tafel met experten tot een meer sluitende strategie komen voor de problematiek rond hartfalen binnen de sport. Ouders zijn hier echt ongerust over en sportclubs voelen zich vaak verantwoordelijk voor wat dergelijk drama in een sportclub kan aanrichten. Gezondsheidspreventie via clubs dient nog meer te gebeuren, maar daar zijn uiteraard middelen en een goede samenwerking met de welzijn sector voor nodig. Men onderschat dit fenomeen. In de laatste beleidsbrief van de minister wil hij verder gaan dan oorspronkelijk, maar voor
Daarnaast willen we een lans breken voor kansarme jongeren binnen sport. Ik weet uit ervaring dat je ook in een gemeente projecten succesvol kan opstarten. Maar ik heb ook gemerkt dat je een bestuur nodig hebt dat hier werk van maakt. Jammer genoeg beweegt er nog niet genoeg op lokaal vlak. Heel weinig gemeenten slagen erin om een succesvol beleid op dat vlak uit te werken en te realiseren. Nochtans is sport voor deze doelgroep het meest aangewezen instrument om deze jongeren uit hun isolement te halen. Ik merk dat in de nieuwe proeftuinen voor Sport er geen enkele kansarmoede als thema heeft. Als Open VLD stellen we voor om in elke proeftuin en in elk project kansarmoede als een begrip te integreren.
Groen Sport is de grootste sociale beweging ter wereld en heeft een positieve kracht in zich. Sport bezit de kracht bruggen te bouwen tussen mensen met verschillende achtergronden, discriminaties tussen man en vrouw weg te werken, vrede te bevorderen … Sportbeoefening in groeps- of verenigingsverband bevordert het sociale contact en is een positief element in de ontwikkeling van
een sociaal weefsel in de gemeente. Daarenboven brengt sport mensen bij elkaar, kan ook zorgen voor onthaasting en ontspanning en is het een goed middel tot inburgering en kennis over verschillende culturen. Wij willen sportclubs aanmoedigen en ondersteunen om mee een rol te spelen bij de integratie van maatschappelijk zwakkeren of de strijd tegen racisme of homofobie.
Foto: flickr.com/steffofsd
Vlaams Belang Uiteraard is het voorzien in voldoende sportinfrastructuur - voor iedereen - één van de hoofdprioriteiten. Ook is het Vlaams Belang van mening dat er evenzeer voldoende werk moet worden gemaakt van de aanleg van topsportinfrastructuur. Daar hoeft de Vlaamse regering niet zelf de bouwmeester van te zijn, maar ze moet wel de stimuli aandragen en een draagvlak creëren om dit mogelijk te maken (zie bijvoorbeeld het dossier van de voetbalstadions). Vlaams Belang is ook voorstander van een harde aanpak van dopinggebruik in de sport en dit om twee redenen. Enerzijds is er het aspect van de competitievervalsing en daarmee gepaard gaand het bedrog ten opzichte van de sportliefhebber; anderzijds
is er het probleem van de algemene volksgezondheid, want steeds meer wordt doping ook door amateurs en recreanten genomen. Verder is het Vlaams Belang er als Vlaams-nationalistische partij voorstander van om de nog unitaire sportfederaties op te splitsen. Sport is immers reeds sinds tientallen jaren gemeenschapsmaterie, een Vlaamse bevoegdheid dus. Vlaams Belang ondersteunt ook het sensibiliseren van jongeren om hen aan het sporten te krijgen. Als gevolg van de vergrijzing is sport specifiek gericht op senioren een relatief nieuw fenomeen dat is opgedoken. Omdat daar voorlopig nog niet zo veel federaties mee bezig zijn, is het Vlaams Belang van mening dat de Vlaamse overheid voldoende ondersteunende maatregelen moet nemen om het toenemend aantal senioren in hun specifieke sportbehoeften te voorzien.
VSF magazine
13
s-pa De sportvereniging van morgen moet nog meer lokaal mensen bereiken en raken en goesting geven om te sporten. Dit vraagt om een andere ondersteuning dan voor de sportclub van gisteren. Een oudere generatie, vooral mannelijke, vrijwilligers die hun club met hart en ziel en dag in dag uit draaiende hielden, maakt plaats voor meer selectief en sneller wisselend engagement. Om dit engagement naar de sportclubs te kanaliseren, is een betere juridische en fiscale omkadering van vrijwilligers, trainers en scheidsrechters absoluut noodzakelijk. Daarbovenop wil sp.a ook alle andere regelgeving waaraan clubs en verenigingen onderworpen zijn kritisch evalueren en veel doorzichtiger maken. Ook in het verenigingsleven ziet sp.a de overheid als een klantvriendelijke dienstverlener. Door veel beter gebruik te maken van de vele gegevens die de verschillende overheidsdiensten al in hun bezit hebben, verkleinen we de administratieve lasten. Door meer transparantie in de regelgeving en toepassing van onder andere Sabam en de billijke vergoeding, betaalt iedereen rechtvaardige bijdragen. Het verenigingsleven in de sport- en socio-culturele sector kreunt onder de fiscaal-administratieve verplichtingen. sp.a engageert zich om de vrijstelling van btw-plicht voor vzw’s verder op te trekken naar 25.000 euro. Sp.a wil daarnaast een nieuw statuut creëren voor sportbegeleiders, zoals trainers en scheidsrechters, en soortgelijke functies in het socio-culturele werk Steeds meer mensen bewegen en sporten buiten de traditionele sportclub. Vrijetijdslopen, -fietsen of -wandelen, maar evengoed buurtsporten die overal tot bloei komen. Onze sportfederaties hebben dit nog onvoldoende opgepikt. Met een vernieuwd ”Decreet op de sportfederaties” wil sp.a impulsen geven aan innovatieve initiatieven binnen de sport. We willen samenwerking tussen de verschillende actoren stimuleren door de discriminatie
af te bouwen tussen de verschillende sporten en hun organisatievormen (unisport vs. recreatief). Geholpen door een duidelijkere en eenvoudigere regelgeving zorgen de federaties zo nog beter voor kwaliteitsbewaking, en sporttechnische en zakelijke ondersteuning. In eenzelfde beweging herijken we de doelstellingen van BLOSO, zodat het nog beter haar ondersteunende rol kan opnemen. Qua topsport: sp.a moedigt sportclubs nog sterker aan om in de jeugdwerking te investeren. Geïnspireerd door het jeugdfonds in het Vlaamse basketbal, maar uiteraard met respect voor de verschillen tussen sporttakken, pleiten wij voor interne solidariteitsfondsen die de opleidingsvergoeding loskoppelen van de transfermarkt. Zo wordt het vrij verkeer van spelers gerespecteerd, maar krijgen clubs toch een eerlijke vergoeding en ontstaat een belangrijke herverdeling tussen clubs. Hiermee samenhangend trekken we het minimumloon op voor spelers die afkomstig zijn van buiten de EU, en dit naar 150 procent van het gemiddelde loon van de twintig duurste spelers per ploeg. In dezelfde beweging wil sp.a een nog betere professionele begeleiding en opleiding van beroeps- en topsporters voor, tijdens en na hun carrière. Tijdens de topsportopleiding, zodat topsporters al heel vroeg leren hun uitzonderlijke attitudes – doorzettingsvermogen, de wil om te winnen, stressbestendigheid – te versterken met nuttige vaardigheden voor een succesvolle tweede loopbaan na(ast) de sport. Tijdens en na hun actieve carrière met behulp van gerichte bijscholingen en loopbaancoaching, maar ook met een verbeterd topsportstatuut dat de kans geeft om topsport en (deeltijds) werk flexibel te combineren en zo ervaring buiten de sport op te bouwen. De succesvolle projecten rond loopbaanbegeleiding voor Olympische atleten zijn hierbij een goed voorbeeld voor andere sporttakken.
Abonneer je op het VSF magazine √ abonnementsformule: 15 euro per jaar √ VSF magazine 4 keer per jaar in je bus √ hoe abonneren?
14
VSF magazine
1 2 3
bezorg je adresgegevens via
[email protected] wij bevestigen je aanvraag en sturen een factuur na overschrijving ontvang je gedurende 1 jaar ons magazine