Hiphop Van 25 tot en met 28 april 2013 KTA2 Villers Hasselt Contactpersoon: Liesbet Vaes Thema: cultuur Gertjan Slegers, Joke Stokmans, Thomas Stans, Kadir Degeling, Jean Smeets, Hadrien Cuypers en Jana Caspers onder begeleiding van Ilse Hornikx
0
Subcultuur HIPHOP THEORETISCH KADER De geschiedenis van de HipHop Hip Hop is ontstaan in The Bronx in New York. Dit begon rond het midden van de jaren 70. In de ghettos (sloppenwijken/achterstandswijken) ontwikkelden zich een grote beweging die onder andere het gevoel voor ritme, de beats, met elkaar gemeen hadden. Verder waren er nieuwe dansbewegingen en ontstonden er rappers. Ook was er een kunstvorm in de vorm van graffiti. In het begin had het Hip Hop gebeuren nog geen naam, maar daar kwam verandering in op 12 november 1974. Hip Hop is eigenlijk het verzamel woord voor: rappen, breakdancen, Dj zijn en graffiti spuiten. Maar wat is dat nou allemaal? Rappen Rappen is eigenlijk iets zeggen op het ritme van de muziek. Vaak wordt er bij het rappen gebruik gemaakt van rijm. Dit hoeft zeker niet altijd het geval te zijn, maar om het lekker te laten lopen (te laten flowen) is het heel erg handig. Rappen gaat meestal over wat er om je heen gebeurd, bijvoorbeeld als je verliefd bent rap je daarover. Breakdancen Breakdance is een stijl waar je het dansen combineert met een soort acrobatische stijl. De oorsprong van breakdance komt van de Afrikaanse vechtvorm Martial-arts. Niemand weet precies wie de echte eerste breakdancer was. De New Yorkse groep B- Boys hebben het hiphop populair gemaakt. Bij deze dansstijl zijn er heel erg veel verschillende moves zoals: de freeze, de airflare, de headspin, de windmill en de float. DJ Een DJ is oorspronkelijk iemand die cut en scratcht, dat is met de plaat bewegen zodat hij rare geluiden maakt. Tegenwoordig gebeurt dit niet meer. DJ’s staan nu in discotheken of draaien op de radio. Ze hebben hier meestal 2 cd spelers en een paneel waarop ze het volume kunnen regelen en de nummers mooi in elkaar kunnen laten overlopen. Graffiti Graffiti is ontstaan in de begin jaren 70 omdat de jongeren in New York zich wilden uiten naar de regering toe. Dit deden ze door teksten op muren, bussen en in de metro’s te schrijven. De teksten waren meestal heel sierlijk en met felle 1
kleuren. Tegenwoordig worden met spuitbussen korte teksten en afbeeldingen gespoten. Het is ook een kunstuiting, maar helaas wordt het door de regering en bepaalde groepen gezien als vandalisme.
INLEIDING HIPHOP DOELSTELLINGEN VOETEN Context 7: socioculturele samenleving Doelstelling 3: de leerlingen illustreren het belang van sociale samenhang en solidariteit. Doelstelling 7: illustreren de wederzijdse beïnvloeding van kunst, cultuur en techniek, politiek, economie, wetenschappen en levensbeschouwing.
LEERPLANDOELSTELLINGEN Leerplan: 2012/017 (Project Algemene Vakken) Cluster: spreekvaardigheid Leerplandoelstelling 3: de leerlingen kunnen luisteren in interactie met anderen. Leerplandoelstelling 7: de leerlingen hanteren een gepaste taal en omgangsvormen.
LESDOELSTELLINGEN De leerlingen:
kunnen zich een beeld vormen over de subcultuur hiphop; kunnen een collage maken; kunnen samenwerken.
2
UITWERKING
WAT HOUDT DEZE ACTIV ITEIT IN? Tijdens deze activiteit worden de leerlingen in grote lijnen ingeleid in de HipHop cultuur.
WAT MOET JE VOORAF WETEN? Voorkennis activeren van de leerlingen. Door hen te laten nadenken en te laten noteren van wat ze weten van de hiphopcultuur.
BENODIGDHEDEN -
Flap-over 8 stiften
WERKWIJZE Op een groot flap-over blad wordt er een mindmap gemaakt van wat de leerlingen weten van hiphop opgesteld.
DUUR 25 minuten
3
RAP (RHYMES AND POETRY)
DOELSTELLINGEN VOETEN Context 7: socioculturele samenleving Doelstelling 3: de leerlingen illustreren het belang van sociale samenhang en solidariteit. Doelstelling 7: illustreren de wederzijdse beïnvloeding van kunst, cultuur en techniek, politiek, economie, wetenschappen en levensbeschouwing.
LEERPLANDOELSTELLINGEN Leerplan: 2012/017 (Project Algemene Vakken) Cluster: spreekvaardigheid Leerplandoelstelling 3: de leerlingen kunnen luisteren in interactie met anderen. Leerplandoelstelling 7: de leerlingen hanteren een gepaste taal en omgangsvormen.
LESDOELSTELLINGEN
De leerlingen:
De leerlingen kunnen een rap opstellen;
De leerlingen kunnen rijmen;
De leerlingen kennen de belangrijkste kenmerken van een rijm.
4
UITWERKING
WAT HOUDT DEZE ACTIV ITEIT IN? De leerlingen gaan zelf een RAP creëren
WAT MOET JE VOORAF WETEN? Wat is RAP? Muziekstijl die bestaat uit een beat met daarop ritmisch uitgesproken tekst. Hoe moet je rappen? Iedereen kan leren rappen als je je aan een paar basisregels houdt. Als je goed bent in teksten bedenken en als je een lekkere stem hebt, is dat natuurlijk wel in je voordeel. Veel oefenen is altijd nodig om succes te hebben. Het is heel belangrijk dat je gevoel hebt voor ritme. En je rap moet flowen op dat ritme. Dat wil zeggen dat het precies op het ritme van de beat moet kloppen. Als de flow niet lekker loopt, moet je je tekst bijschaven tot het wel lekker loopt op de beat.
BENODIGDHEDEN -
Laptop Muziekinstallatie Microfoon
WERKWIJZE -
-
Hoe begin je met rappen? Rap hoeft niet te rijmen, maar rijm geeft wel extra steun aan de flow. Daarom wordt er wel vaak rijm toegepast. Je kunt ook gebruikmaken van binnenrijm, dat zijn woorden die rijmen middenin een zin in plaats van aan het einde of het begin van een zin. Eindrijm: de laatste woorden van elkaar opvolgende zinnen rijmen op elkaar Middenrijm: een woord in het midden in een zin rijmen op een woord in het midden van een zin daarna Beginrijm: het eerste woord van een zin rijmt op het eerste woord van de zin daarna
5
-
Ook alliteratie (woorden die met dezelfde letter beginnen) voegen ritme aan een tekst toe. Bedenk een tekst en check of die op de beat past, als de tekst een beetje rammelt of uit de beat loopt, moet je de tekst aanpassen en bijschaven totdat het lekker vloeit. Als een woord te lang of te kort is voor de flow, vervang het dan voor een woord wat wel lekker glijdt.
DUUR 50 minuten
6
HIPHOP DANS
DOELSTELLINGEN VOETEN Context 3: sociorelationele ontwikkeling Doelstelling 1: de leerlingen kunnen een relatie opbouwen, onderhouden en beëindigen. Doelstelling 3: de leerlingen accepteren verschillen en hechten belang aan respect en zorgzaamheid binnen een relatie.
LEERPLANDOELSTELLINGEN Leerplan: 2003/003 (Lichaamlijke Opvoeding) Cluster: Ritmisch bewegen De leerlingen: MOC1: voeren eenvoudige bewegingen uit op een maatstructuur (LO 17) MOC2: kunnen verschillende basisbewegingen uit één dansvorm uitvoeren (LO 18) MOC3: kunnen oorzaken van lukken en mislukken van de beweging aangeven(LO 6) GVL: ontwikkelen en verbeteren hun motorische basiseigenschappen (LO 27) ZSF: leren expressief bewegen (VS1)
LESDOELSTELLINGEN
De leerlingen:
de leerlingen kunnen een zich ritmisch voort bewegen; de leerlingen kunnen een dans aanleren 7
UITWERKING
WAT HOUDT DEZE ACTIV ITEIT IN? De leerlingen krijgen een initiatie HipHop dans
WAT MOET JE VOORAF WETEN? Hip hop is een kruising tussen breakdance en streetdance. Het is iets losser dan streetdance en er worden ook geen acrobatische kunsten uitgehaald zoals bij breakdance. Hip hop is ook net iets meer “up-to-date”. Voor hip hop moet je wel gevoel hebben, je moet het ritme kunnen aanvoelen. Ook is hip hop heel intensief, na een uurtje les ben je aardig vermoeid. Bij een les hip hop leer je als eerste bouncen op het ritme van de muziek. Als dat goed lukt kan je steeds verder gaan met danspassen. De passen zijn vaak los en erg apart. Ook krijg je veel verschillende opstellingen bij de dansen en moet je de bewegingen “groot” maken.
BENODIGDHEDEN -
Externe lesgeefster. Muziekinstallatie Microfoon Ruimte waar we kunnen dansen ( bij goed weer buiten)
WERKWIJZE -
Externe lesgeefster
DUUR 50 minuten
8
COLLAGE (GRAFFITI)
DOELSTELLINGEN VOETEN Context 7: socioculturele samenleving Doelstelling 1: de leerlingen beschrijven de dynamiek in leef- en omgangsgewoonten, opinies, waarden en normen in eigen en andere sociale en culturele groepen.
LEERPLANDOELSTELLINGEN Leerplan: 2012/017 (Project Algemene Vakken) Cluster: spreekvaardigheid Leerplandoelstelling 3: de leerlingen kunnen luisteren in interactie met anderen. Leerplandoelstelling 4: de leerlingen zijn mondeling assertief: ze kunnen informatie inwinnen, samenvatten en meedelen. Leerplandoelstelling 6: de leerlingen kunnen eigen mening en gevoelens uiten. Leerplandoelstelling 7: de leerlingen de leerlingen hanteren gepaste taal en omgangsvormen.
LESDOELSTELLINGEN
De leerlingen:
kunnen hun gevoelens duiden; kunnen een collage maken; kunnen hiphop toelichten en samenvatten.
9
UITWERKING
WAT HOUDT DEZE ACTIV ITEIT IN? De leerlingen maken een collage met wat voor hun raakvlakken zijn in verband met HipHop.
WAT MOET JE VOORAF WETEN? Voorkennis van HipHop, wat ze bij de vorige activiteiten geleerd hebben.
BENODIGDHEDEN -
Grote A3 bladen( 30per sessie) 8 Pritt-stiften Tijdschriften Tekenmateriaal Stiften
WERKWIJZE
-
Leerlingen gaan opzoek naar hun eigen identiteit binnen hiphop wat heb ik geleerd? wat vond ik leuk? Leerlingen zoeken naar kenmerken van hiphop in tijdschriften. maak hier een collage van.
DUUR 50 minuten
10
11