40 jaar Blijf Groep
Hier ook nog fotocollage en tekst
Een wereld zonder geweld is een onhaalbaar ideaal, maar ernaar streven is een goede zaak Alles ging nog heel amateuristisch. Bewoonsters haalden zelf vrouwen van het station, beantwoordden zelf de telefoon
Aan de medewerkers van Blijf Groep, Ter gelegenheid van het veertig jarig jubileum van Blijf Groep verschijnt dit magazine voor medewerkers. In de afgelopen maanden heeft Greet Kappers, vanuit haar praktijk als zelfstandige en al een aantal jaren extern supervisor bij Blijf Groep, dit magazine gemaakt. Vorig jaar kwam ze met dit initiatief; want zou het niet mooi zijn in een jubileumjaar juist ook de medewerkers van de organisatie zichtbaar te maken? Graag zijn wij op haar voorstel ingegaan. Uit de interviews met een ‘doorsnede’ van medewerkers op onze werkvloer, springen de kwaliteiten van de pagina’s. Ontwikkeld vakmanschap met passie, waardoor duidelijk wordt hoe dat positief verschil maakt in het leven van vrouwen, mannen en kinderen die een beroep op onze organisatie doen. Met een gedeelde visie op de toekomst en trots op de nieuwe mogelijkheden. Ik ben op mijn beurt dan ook blij en trots hoe we dit werk met elkaar verzetten en zo een bijdrage leveren aan een leven zonder geweld voor iedereen die onze hulp daarbij vraagt! Aleid van den Brink
3
Toekomst mannenopvang
Robert Weinberg Mannenopvang:
je bent geen mietje als je hulp zoekt Robert heeft lang in de opvang in Hilversum gewerkt en is na de fusie per 1 januari 2013 als kinderwerker bij Blijf terecht gekomen. Hij is er heel blij mee en heeft in die korte tijd veel nieuwe ervaringen opgedaan.
4
Eerst heeft hij als kinderwerker gewerkt bij de crisisopvang en in Haarlem. Op beide plekken heeft hij open kunnen praten over wat hem wel en niet ligt. Zo heeft hij met teammanager Marianne goede gesprekken gehad over de veranderingen in het kinderwerk. Van beide teams heeft hij zinvolle feedback meegekregen. Hij was er eigenlijk verbaasd over dat het team in Haarlem na twee maanden al zoveel nuttige feedback voor hem had. Daarna is hij voor vijf maanden als maatschappelijk werker bij Begeleid Wonen in Amsterdam terecht gekomen. Die aanstelling is met een jaar verlengd.
Veranderingen in de opvang De verandering van het werken in Hilversum en nu bij Blijf Groep is erg groot. In Hilversum werkte men nog vanuit een oud concept: ‘wij weten wat goed voor jou is’. Dat is een totaal andere visie dan het krachtwerk en het systeemgerichte werk bij Blijf. Het sluit beter aan bij de visie die Robert zelf heeft op het werk. Wel is hij soms gaan twijfelen aan zichzelf. Want als je zo lang in een bepaalde organisatie werkt waar de houding is: ‘doe maar waar je goed in bent, het kinderwerk, en laat de rest aan ons over’, dan weet je ook niet meer of je eigen opvattingen wel juist zijn. Die twijfel valt nu stukje bij beetje weg.
Bij Begeleid Wonen werkt hij in de mannenopvang en daarnaast heeft hij ook vrouwelijke cliënten. Het was voor hem, met zijn jarenlange ervaring als kinderwerker, een schok toen hij de locaties van de mannenopvang zag: hoe kun je hier nou ook kinderen ontvangen?! Het zag er zo steriel uit als een ziekenhuis. Hij hoopt dan ook dat met de komst van het Oranje Huis mannen en vrouwen samen opgevangen kunnen worden met hun kinderen. Want hij heeft een triest voorbeeld van een man die opgevangen moest worden. Diens kind werd vrijwillig uit huis geplaatst omdat het niet meekon naar de opvang. Dat is schrijnend. De mannenopvang ligt hem na aan het hart, hij kan zich vaak gemakkelijk inleven in hoe het voor een man is. Hij vroeg een cliënt naar het contact met diens kinderen, waarop de cliënt reageerde met een ‘dat komt nog wel’. Robert heeft toen gezegd: “Het is niet alleen zo dat jij het recht hebt om je kinderen te zien, maar je kinderen hebben er ook recht op om hun vader te zien!” Dat raakte de cliënt.
Hoe het in de toekomst met de mannenopvang gaat is nog onduidelijk. De pilot in Amsterdam eindigt in 2015. Hij hoopt van harte dat deze opvang kan blijven. Maar er is nog veel onbekendheid over de mogelijkheid voor mannen om opgevangen te worden en er rust nog een taboe op. Naast de spotjes voor vrouwen en ouderen zouden er ook spotjes over mannen als slachtoffer van huiselijk geweld moeten komen, vindt hij. Hij vertelt over een filmpje waarin in een eerste scène een vrouw op straat wordt lastiggevallen en in een tweede scène een man. Op de lastiggevallen man reageren mensen totaal anders: iedereen stond te lachen. Mensen zeiden: “Die man zal wel wat gedaan hebben, hij zal het wel hebben verdiend.” De algemene opvatting is dat mannen zich fysiek wel kunnen verweren. Maar dat is lang niet altijd zo.
Verschillen tussen mannen en vrouwen Het zou mooi zijn als er balans zou zijn tussen mannelijke en vrouwelijke hulpverleners in de opvang. Mannen hebben een andere inbreng dan vrouwen. Misschien meer zakelijk, denkt hij. Hij merkt dat in vergaderingen: Robert wil graag dat er sneller over wordt gegaan naar besluitvorming en dat er niet langer
De mannenopvang ligt hem na aan het hart, hij kan zich vaak gemakkelijk inleven in hoe het voor een man is
dan nodig over een onderwerp wordt doorgepraat. We hebben het over het mannelijke in mensen en het vrouwelijke in mensen. Hoewel vrouwen wel degelijk ook mannelijke eigenschappen hebben, slaat de weegschaal soms door naar een teveel aan vrouwelijke eigenschappen. Hij ziet dit verschil ook terug bij cliënten. Twee mannelijke cliënten hadden elkaar een blauw oog geslagen in een ruzie. Maar twee dagen later gingen ze wel samen naar de fitness. Mannen stappen gemakkelijker over conflicten heen, bij vrouwen blijft dat vaak langer doorsudderen. Alleen al om deze redenen zou het gezond zijn als er meer mannen in de opvang zouden werken.
Ontwikkeling Robert wil zich graag verder ontwikkelen in de systeemgerichte aanpak en de culturele achtergrond van mensen. Soms is dat een puzzel, is het maken van een genogram een specialisme op zich. Hij heeft nog meer dan genoeg aan uitdaging, nu hij sinds een half jaar als maatschappelijk werker functioneert. Hij is blij met de kansen die hij daarin krijgt. Van zijn huidige teammanager Ingeborg heeft hij te horen gekregen dat hij zichzelf meer mag laten zien in zijn kwaliteiten. Hij heeft zijn collega’s inmiddels een workshop gegeven over gespreksvoering met kinderen. Dus dat gaat helemaal goed komen! )
5
Met hart en ziel, met huid en haar Berber Speelman
Berber Speelman Werkt sinds 1989 in de Opvang. Berber komt als een wandelend archief binnen met een tas vol herinneringen. Ze heeft een fotoalbum bij zich met foto’s uit de 25 jaar dat ze in de Opvang werkt. We lopen de foto’s door en de herinneringen borrelen bij haar naar boven.
Aangrijpende verhalen
Alles ging nog heel amateuristisch. Bewoonsters haalden zelf vrouwen van het station, beantwoordden zelf de telefoon 6
Het meest aangrijpende verhaal is de moord op een cliënte, Gül, in 2004. In de map met krantenknipsels zitten de rouwadvertenties, een brief van de kinderen van Gül en een lief briefje van Berbers zoon David waarmee hij haar wilde troosten. Met collega’s heeft zij na de dood van Gül witte rozen in zee gegooid. Later zag zij op tv een programma waarin een verliefd stel op dezelfde dag gefilmd is aan hetzelfde strand. Dit stel vond
een witte roos en nam die mee als ‘toevallige liefdesgift’… Deze periode was een dieptepunt, het heeft haar en haar collega’s veel geleerd. Bijvoorbeeld hoe belangrijk systeemgericht werken is. Het heeft ook de ontwikkeling van het Oranje Huis versneld. Berbers gezicht weerspiegelt de verhalen: ogen die veel gezien hebben en lijnen die verhalen vertellen. Ze vertelt zo’n verhaal van lang geleden: “Ik wilde de trap opgaan in een huis en daar stond een cliënte in peignoir. Ze opende haar peignoir en haar hele lichaam zat onder de brandplekken van een heet strijkijzer. Afschuwelijk!”
Ik ben zo trots op deze organisatie. Ik ben er zo trots op dat ik hier heb mogen werken! Effecten op kinderen
In die begintijd was er in de samenleving nauwelijks oog voor mishandeling van vrouwen. Alles ging nog heel amateuristisch. Bewoonsters haalden zelf vrouwen van het station, beantwoordden zelf de telefoon. De vergaderingen hadden ook een geheel eigen inhoud. Zo werden bij het agendapunt ‘rondvraag’ allerlei persoonlijke verhalen verteld in het kader van ‘delen’. Dat had ook schadelijke kanten, er werd veel ‘gezeurd’. In de pauzes van de vergaderingen kwamen de flessen en de hapjes op tafel. Dat is nu ondenkbaar! En gelukkig maar, want het werk is nu veel professioneler. Een leuke herinnering is dat Berber de slagzin ‘Thuis in huiselijk geweld’ heeft verzonnen. Als beloning ontving zij een doos chocolaatjes.
De laatste jaren is het meerdere keren voorgekomen dat er bij de politie aangiftes binnenkwamen van kinderen die ooit in de opvang van Blijf hebben gezeten, zowel daders als slachtoffers. Berber: “Er is nog steeds te weinig besef van wat de effecten zijn op kinderen die getuige zijn geweest van huiselijk geweld. Dit is zo belangrijk! We hebben daar het programma ‘En nu ik’ voor gehad, maar de gemeente Alkmaar heeft de subsidie weer ingetrokken. Dat zegt alles; het is heel erg spijtig.” Berber stopt per 1 oktober met werken bij Blijf en bereidt zich voor op dat komende afscheid. Uiteindelijk vat ze al deze jaren samen: “Ik ben zo trots op deze organisatie. Ik ben er zo trots op dat ik hier heb mogen werken!” Het raakt haar zichtbaar. Maar ze staat er wel achter, heeft deze keuze zelf gemaakt. Wat ze zal missen? Vooral haar collega’s. Ongetwijfeld is dat omgekeerd ook zo. En wensen alle collega’s haar een mooie toekomst toe met veel ruimte voor het werk dat ze ook graag doet: sieraden maken. )
7
Gastvrouw in Krachtwerk van initiatief, ongevraagd advies geven, zichzelf meer uitspreken. Ze doet dat wel als ze denkt dat het nodig is, maar heeft ook te horen gekregen dat het best een onsje meer mag zijn. Ze zegt zelf: “Ik stel mezelf soms misschien te bescheiden op, ik ben geen haantje de voorste.”
Sylvia Dubié Ik ben iemand van achter de komma Sylvia is sinds 10 jaar van de ‘Blijf-cijfers’: ze werkt als senior medewerker op de financiële administratie. Ze heeft wel een hulpverlenersachtergrond: ze was verpleegkundige, maar heeft op haar 24e de overstap gemaakt naar ‘de cijfers’. Dat kwam deels omdat ze de sfeer in het ziekenhuis waar ze werkte niet leuk vond: oncollegiaal en erg hiërarchisch. Deels omdat ze plezier heeft in het werken met cijfers. Na het werk in de verpleging heeft Sylvia 16 jaar bij een meubelzaak gewerkt. 16 jaar werken in een commerciële wereld is voor iemand die zegt niet commercieel te zijn niet gemakkelijk. Het is de reden geweest van haar overstap naar Blijf Groep. Hoewel daarmee niet gezegd is dat men bij Blijf Groep niet zakelijk is, maar het verschil zit in de doelstelling. Blijf heeft niet de doelstelling om winst te maken. Sylvia vindt het leuk om dingen uit te zoeken en te regelen, om ervoor te zorgen dat alles goed verloopt. Zo ziet ze nog een grote uitdaging in het verbeteren van de informatie en administratieve processen. Als kwaliteit van zichzelf noemt Sylvia haar inzet en verantwoordelijkheidsgevoel. Tegelijkertijd is dat haar valkuil: ze heeft de neiging teveel hooi op haar vork te nemen. Die les heeft ze inmiddels wel geleerd: tegelijk met haar computer gaat haar telefoon uit en de deur dicht. Waar Sylvia zich meer in kan ontwikkelen is in het nemen 8
Sylvia ervaart Blijf Groep als een prettige werkgever. Alles is goed geregeld, tot en met het pensioen toe. Alleen vindt ze het erg als medewerkers na 3 tijdelijke contracten weg moeten. Daar gaat kennis verloren, mensen hebben zich ingezet voor de organisatie en moeten dan weg. Maar ze ziet ook dat het grote risico’s met zich meebrengt als Blijf al deze mensen vaste contracten zou bieden. In deze financieel kwetsbare tijd kan Blijf Groep zich dat niet veroorloven. Maar ze had het wel graag anders gezien. Sylvia heeft 5 jaar in de OR gezeten en vond dat erg leuk om te doen, maar ook wel spannend. Leuk was dat ze meer informatie van buiten haar eigen vakgebied kreeg, meer feeling kreeg met de hulpverlening. “Want daar doe je het toch allemaal voor.” Als straks het Oranje Huis in Amsterdam geopend wordt blijft de financiële administratie op de Eerste Ringdijkstraat. Dat vindt Sylvia wel jammer, ze had graag dichter bij het werk gezeten waar het uiteindelijk allemaal om gaat. )
Patty is sinds kort gastvrouw in het Jan Slothuis in Wormerveer. Daarvoor werkte zij 10 jaar in de facilitaire dienst. Haar manager vindt echter dat zij de capaciteiten bezit om gastvrouw te zijn, dus daarin bekwaamt Patty zich. Bij de opening van het huis in Wormerveer in maart voelde ze zich trots: dat ze deel uitmaakt van deze veranderingen in het werk, dat ze dit heeft kunnen bereiken met alleen haar MAVO diploma.
Iets betekenen voor anderen Hoe Patty bij Blijf terecht is gekomen is een apart verhaal. Vroeger leidde zij eigenlijk een gemakkelijk leventje, ze heeft veel gereisd, veel van de wereld gezien. Ze heeft geweldig genoten maar eigenlijk wilde ze meer; ze wilde iets betekenen voor anderen. En zo is ze terecht gekomen bij wat toen nog de Vrouwenopvang heette. Patty zegt: “Ik moest afscheid nemen van een heel leuk leven en dat heb ik toen ook gedaan. Ik heb er nooit spijt van gehad en ik heb het gemakkelijke leventje van vroeger nooit gemist. Ik zou het werk niet meer willen missen! Ik zag vroeger al dat mensen met veel geld niet per definitie gelukkiger zijn. Ik ben heel gelukkig en tevreden met wat ik heb.”
In het diepe gegooid In haar eerste week werd ze direct geconfronteerd met wat de Vrouwenopvang betekent toen ze een nieuwe cliënte ontving. De maatschappelijk werker kwam naar hen toe met de schokkende mededeling dat de echtgenoot van de cliënte zelfmoord had gepleegd en of Patty even bij deze mevrouw wilde blijven. Daar zat ze dan met de dringende vraag: hoe ga ik hiermee om? “Ik moet hier niet in gaan zitten; ik moet nu loslaten!” was de gedachte die direct bij haar opkwam. Dus nam ze afstand en was zo in staat rustig bij de cliënte te blijven, terwijl de ervaring wel heel heftig voor haar was.
overlaat aan de vrouwen zelf. Voor haar gevoel is dat nog tegenstrijdig met haar sociale aard. Collega’s hebben haar wel eerder voorgehouden dat ze teveel uitgaat van wat een ander nodig heeft, dat ze te weinig ‘nee’ zegt. Dat typische ‘vrouwendingetje’, dat de meeste vrouwen wel in zichzelf herkennen. Hierin valt er dus nog wel het een en ander te ontwikkelen. Maar die uitdaging gaat ze graag aan. )
Patty Vlijm
Sociale antenne Patty vindt dat ze heel erg veel geleerd heeft in die 10 jaar. Ze is sowieso iemand die graag in de praktijk leert en liever niet uit een boek. Wat dat betreft staat haar een prachtige uitdaging te wachten. Want Patty met haar sociale antenne, haar zorgzaamheid en haar neiging om dingen even snel zelf te regelen, moet in haar functie als gastvrouw in dat opzicht gas terugnemen. Het krachtwerk vraagt van haar dat zij zoveel mogelijk initiatief en actie
Ik zag vroeger al dat mensen met veel geld niet per definitie gelukkiger zijn.
9
Voorlichting over Huiselijk Geweld is geen overbodige luxe Jacqueline werkt sinds januari dit jaar als netwerk coördinator bij het Steunpunt in Amsterdam. Dit werk houdt in dat ze kijkt naar het optimaliseren van de samenwerking met de ketenpartners in de stad. Ook organiseert ze voorlichting en campagnes. In deze functie kan ze haar creativiteit goed inzetten, bijvoorbeeld: hoe kun je op een leuke manier aandacht vragen voor huiselijk geweld? De voetbalwedstrijd met Lucky Ajax was daar een voorbeeld van. Het heeft goed gewerkt want AT5 heeft hier uitgebreid aandacht aan besteed in de media. En daarmee zijn veel mensen bereikt. Ook tijdens het geven van voorlichting kan ze haar creativiteit en haar flexibiliteit kwijt: “Elke groep is anders en vraagt een andere aanpak". Dat voorlichting geen overbodige luxe is bewijst een voorbeeld: “Een professionele ketenpartner zei dat huiselijk geweld in zijn cliëntengroep niet voorkomt. Later sprak ik hem weer en toen vertelde hij dat hij
10
nu wel degelijk signalen van huiselijk geweld opvangt.”
Van stagiaire tot senior Voordat Jacqueline netwerk coördinator werd heeft ze bijna 10 jaar in Zaanstreek gewerkt. Ze is begonnen als stagiaire en later in vaste dienst gekomen als maatschappelijk werker. Ze was toe aan een volgende stap en is toen overgestapt naar het Steunpunt. In de jaren bij Blijf is ze wel gegroeid: “Als stagiaire kijk je bij anderen af hoe ze het doen. Gaandeweg merk ik dat ik in mijn functie gegroeid ben, mijn eigen stijl heb ontwikkeld. Ik merk ook dat ik meer de rol krijg van senior. In een volgende stap zou ik medewerkers willen coachen en trainen.” Daar wil ze zich meer in gaan ontwikkelen. Over haar motivatie voor dit werk zegt ze: “Als je me dat jaren geleden had gevraagd had ik gezegd iemand verder helpen die in zijn of haar leven gelopen is. Als mensen vroegen of het niet zwaar is om dat werk te doen, zei ze dat ze het mooi vond om te zien dat ‘een vrouw als een zielig vogeltje binnenkwam en dat ze kon
Jacqueline Laks
meehelpen haar als een stralende vogel weer te laten uitvliegen’. Nu zie ik het breder: huiselijk geweld is nooit helemaal te stoppen, maar ik wil mensen vertellen wat zij kunnen doen om het te herkennen, te voorkomen en te stoppen.” Aan haar motivatie zit ook een persoonlijk verhaal vast. Ze heeft in het verleden teveel opgegeven voor anderen en zich afhankelijk opgesteld. Achteraf bezien is daar misbruik van gemaakt. Door dit te ervaren heeft ze haar eigen kracht leren kennen. Die kracht is wat ze anderen ook gunt.
brief uit haar notitieboekje. Het is een brief van een tolk, die haar complimenteert hoe ‘goed en professioneel’ ze in het gesprek was. Ze vindt het grappig dat die brief juist net uit haar tas viel. Andere hoogtepunten hebben allemaal met het werk met cliënten te maken. Vooral als Jacqueline door een muur van afweer komt en het vertrouwen van een cliënt krijgt. Of als cliënten zich definitief in Nederland kunnen vestigen. Ze realiseert zich dat ze als netwerk coördinator geen directe cliënt-
De risico’s van het werk Ooit heeft Jacqueline een inschattingsfout gemaakt. Een cliënte werd continu benaderd door een ex. De cliënte had een getuige nodig om er iets mee te kunnen. Die getuige werd Jacqueline, want Jacqueline was op dat moment aanwezig. Vooraf heeft ze niet beseft wat de gevolgen hiervan voor haarzelf zouden zijn: ze werd bedreigd. Jacqueline en Blijf hebben toen besloten aangifte te doen. “Want,” zo zegt Jacqueline zelf, “ik kan wel tegen anderen zeggen dat ze aangifte moeten doen, maar ik vind dat ik dat dan zelf ook moet doen.” Daarna is het besef bij haar doorgedrongen dat het werk ook risico’s met zich meebrengt. Ze heeft toen zelf ervaren wat het betekent om bang te zijn, je onveilig te voelen. Hoewel ze er nog steeds achter staat dat ze de cliënte op deze manier heeft geholpen, heeft ze er ook een hoge prijs voor betaald. Want werk en privé moeten gescheiden zijn. Thuis moet je je veilig kunnen voelen, je moet veilig over straat kunnen gaan. Als ik haar vraag naar haar hoogtepunten moet Jacqueline lachen; op weg naar het interview viel er een
Hulptrajecten Blijf Groep biedt verschillende hulptrajecten aan. Het uitgangspunt is het geweld te stoppen en veiligheid te creëren door hulp op maat te bieden. Dat kan in de thuissituatie met behulp van ambulante zorg, en als dat nodig is door het bieden van tijdelijke opvang en begeleiding. Ambulante hulptrajecten • Telefonische frontoffice, 24 uur bereikbaar voor advies en doorverwijzing • Reguliere hulpverleningstraject bestaande uit diverse gesprekken, alleen of met de (ex-)partner • Intensieve begeleiding aan huis: Oranje Huis Thuis • Online hulpverlening via www.veiligsamen.nl • Het mobiele alarmsysteem Aware, waarbij de politie in een dreigende situatie direct kan worden gealarmeerd • Zorgcoördinatie bij huisverbod • Weerbaarheidstraining • Hulp bij ouderenmishandeling • Hulp en advies bij problemen rond de familie-eer: Meldpunt Eergerelateerd Geweld • Groepsaanbod voor volwassenen: Je bent niet de enige
• Groepsaanbod voor kinderen en hun ouders: En nu ik…! • Groepsaanbod voor tieners en hun ouders: Kan iemand mij horen? Opvangtrajecten • Noodbed • Crisisopvang • Safe Houses • Begeleid Wonen • Nazorg • Opvang voor mannen Binnen de opvang bieden we individuele begeleiding en groepsaanbod, zoals Tijd voor Toontje, weerbaarheidstraining (voor volwassenen en kinderen), babymassage en themagroepen. Voor meer informatie over ons hulpaanbod: www.blijfgroep.nl.
Ieder verhaal van huiselijk geweld is anders. Daarom biedt Blijf Groep advies en hulp op maat aan iedereen die ermee te maken heeft.
Telefonische Hulplijn: 7 dagen per week, 24 uur per dag Heeft u hulp of advies nodig over huiselijk geweld? Dan kunt u altijd bellen met onze telefonische hulpdienst: (0900) 126 26 26. U kunt bellen over alle soorten huiselijk geweld: • Geweld in de relatie • Eergerelateerd geweld • Huwelijksdwang • Kindermishandeling • Mishandeling van ouderen • Mishandeling van ouders door hun kinderen Voor hulp bij eergerelateerd geweld kunt u ook terecht bij het Meldpunt Eergerelateerd Geweld: (020) 611 60 22. Op www.veiligsamen.nl kunt u anoniem en online in contact komen met onze medewerkers, uw verhaal doen en advies krijgen.
Ieder verhaal van huiselijk geweld is anders. Daarom biedt Blijf Groep advies en hulp op maat aan iedereen die ermee te maken heeft.
Blijf Groep Postbus 2938 1000 CX Amsterdam T (020) 521 01 50
[email protected] www.blijfgroep.nl Wij zijn ook te vinden op Facebook, Twitter en LinkedIn. Blijf Groep heeft diverse vestigingen in Noord Holland en Flevoland. Deze zijn terug te vinden op onze website bij de contactinformatie: www.blijfgroep.nl/contact
Huiselijk Geweld is nooit helemaal te stoppen, maar ik wil mensen informeren wat zij kunnen doen om het te stoppen, te herkennen en te voorkomen.
Hulp bij het stoppen van huiselijk geweld
contacten meer heeft. Maar in haar nieuwe functie was de voetbalwedstrijd tegen Lucky Ajax een hoogtepunt.
Toekomst Voor de toekomst van Blijf Groep verwacht Jacqueline dat de opvang zal veranderen in een bredere opvang voor mensen die met huiselijk geweld geconfronteerd zijn, dat de opvang van mannen zal integreren in de huidige opvang. Dat zal ook gemakkelijker kunnen, nu cliënten een eigen unit hebben en bijvoorbeeld niet meer een badkamer hoeven delen. )
11
offer geworden van zijn ouders, want beiden hebben in de opvoeding van hun zoon huiselijk geweld gebruikt. Ik ben opgegroeid zonder huiselijk geweld, maar misschien ben ik nog steeds bezig om die cirkel te doorbreken en het geweld te stoppen.” De manier waarop Kalina dit vertelt is nadenkend, onderzoekend, met afstand tot haar eigen gevoelens.
Kalina Dobrowolski
Op reis door verschillende culturen Omdat het gesprek in Haarlem plaatsvindt komt Kalina op de fiets aanrijden. Ze brengt de frisheid van de buitenlucht mee naar binnen.
Vrouwen gebruiken evengoed geweld, vaak psychisch geweld dat minstens even erg is als in elkaar geslagen worden. 12
Kalina is 8 jaar geleden begonnen bij Blijf, nadat zij eerst in een kindertehuis heeft gewerkt. Ze wilde altijd al met kinderen en moeders werken. Dat is geen toeval, want Kalina weet als kind van gescheiden ouders hoe het is als je opgroeit in een gebroken gezin. Het begrip toeval komt in het gesprek vaker naar voren. Kalina is er nog niet zo lang geleden achter gekomen dat haar opa en oma ook in een situatie van huiselijk geweld leefden. “Als ze nu hadden geleefd, hadden mijn opa en oma mijn cliënten kunnen zijn…” Zij vertelt hoe dat heeft kunnen ontstaan: “Mijn opa was een Poolse Jood, die gevlucht is naar Nederland met een oorlogstrauma. Mijn vader is vervolgens weer slacht-
Ook dat is geen toeval, ze vertelt dat ze in professionaliteit erg gegroeid is in die 8 jaar. In het begin had ze wel de neiging om in de rol van de redder te gaan zitten. Maar al snel besefte ze dat dit niet helpt is, dat je mensen alleen maar kunt helpen als ze zelf geholpen willen worden. Daarin hebben de onderzoeken van Judith Wolff haar ook inzicht gegeven: vrouwen gaan soms wel 5 keer of meer terug naar de partner voordat zij een punt achter de relatie kunnen zetten.
Stereotype beelden doorbreken Kalina is enthousiast over het Oranje Huis, ervaart in haar werk de grote voordelen van het begeleiden van man en vrouw. Het eerste contact is altijd met het slachtoffer, en via de vrouw krijg je als hulpverlener in eerste instantie een beeld van de echtgenoot. Ze geeft een voorbeeld van een cliënte die vertelt over haar echtgenoot en hem beschrijft als een erg gevaarlijke man. Vervolgens komt de man zelf in beeld en blijkt hij niet die man met het jachtmes te zijn, maar gewoon iemand die met dikke tranen in zijn ogen vertelt hij dat hij zijn vrouw vreselijk mist en niet weet hoe hij het weer goed moet maken. Ze heeft veel geleerd over man-vrouw relaties, over geweld in relaties en hoe genuanceerd en complex dat eigenlijk is. Ze vertelt over een gesprek met een ex partner die met een prop
vrouwen gaan soms wel 5 keer of meer terug naar de partner watten in zijn oor op gesprek kwam. Zijn vrouw had hem zo hard op zijn oor geslagen dat zijn oor van binnen helemaal kapot was. De echtgenote manipuleerde hem: zij stond met een touw om haar nek bij de trap te dreigen. Vrouwen gebruiken evengoed geweld, vaak psychisch geweld dat minstens even erg is als in elkaar geslagen worden. Het maakt dat Kalina ook reflecteert op haar eigen manier van omgaan met conflicten en meningsverschillen thuis.
Het werk is als een reis door culturen Kalina is geboeid door cultuurverschillen. Zij heeft de opleiding Transculturele Systeemtherapie gedaan, waar zij veel van geleerd heeft. De interesse in andere culturen heeft wellicht ook te maken met haar
achtergrond. Haar moeder is geboren in Papoea Nieuw Guinea en heeft daarna in Nieuw-Zeeland gewoond. Kalina reist graag en maakt in het werken met mensen uit allerlei verschillende culturen als het ware ook reizen. De westerse manier van hulpverlenen werkt prima bij westerse mensen, maar je kunt dat niet zomaar toepassen bij mensen uit andere culturen. Je kunt als westerse hulpverlener een man die in hoog aanzien staat in de moskee niet even vertellen dat hij dit of dat moet doen. Ze geeft een voorbeeld van hoe eenislamitisch echtpaar vervolgens met de imam in gesprek gaat over hun moeilijkheden en uiteindelijk besluit om samen verder te gaan. Na de afsluiting van dat cliëntencontact wordt Kalina regelmatig door hen gebeld, ook door de man, die haar uitvoerig bedankt voor de hulp. Dat geeft veel voldoening. Oeps-ervaringen kent ze wel, hoewel ze ook vertelt dat dit niet alleen negatief is. Ze geeft een voorbeeld van een uitkeringsinstantie die de echtgenoot van een cliënte benadert, waardoor deze nu weet waar zijn vrouw verblijft. Oeps, dus. Maar nu hij het toch weet kan hij net zo goed ook op gesprek komen. Uiteindelijk heeft dat tot een goede afloop geleid. Kalina is in allerlei opzichten leergierig en nieuwsgierig. Ze heeft een aantal jaren in Alkmaar gewerkt, werkt nu in Heemskerk, en gaat binnenkort in Haarlem werken. Ze kijkt er naar uit, vindt het zelf prettig om op deze manier nieuwe uitdagingen aan te gaan. Ze zou willen dat er meer mannen in de hulpverlening aangesteld worden en kijkt uit naar de samenwerking met de enige mannelijke hulpverlener in Haarlem, Ruud. Ze vindt dat meer mannelijke energie in het werk goed zou zijn. Ook dat is een kwestie van cultuur! )
13
vrouwen gaan soms wel 5 keer of meer terug naar de partner voordat zij een punt achter de relatie kunnen zetten
hier recept
14
15
Anderen helpen is ook mezelf helpen
A
ncheline werkt al 16 jaar bij Blijf Groep. Voordien heeft ze bij de ABN AMRO gewerkt in een administrative functie, wat ze oersaai vond. Daarna is ze bij het Eliashuis terecht gekomen als conciërge. Ze heeft de SPW opleiding gedaan en is toen via een Melkertbaan in het kinderwerk beland. Die Melkertbaan heeft haar wel geholpen, al had ze het gevoel dat je met een Melkertbaan ‘minder’ bent dan wanneer je een reguliere baan hebt. Toen er een vacature bij kinderwerk kwam heeft Ancheline gesolliciteerd en ze werd aangeno-
men. Ze was er erg blij mee: “Ik ben toen een gewone collega geworden!” Samen met het behalen van haar SPW diploma waren dat hoogtepunten in die 16 jaar. Dieptepunten waren er ook. Met de fusie van het Eliashuis met Blijf was Ancheline haar naaste collega’s kwijt. Ze kreeg er nieuwe collega’s voor terug, maar die samenwerking ging niet vanzelf. Er waren verschillen in de manier van werken, wat het niet gemakkelijker maakte. In die periode heeft Ancheline zich alleen gevoeld, ze had het gevoel dat ze in het diepe werd gegooid. Maar ze is een doorzetter en na verloop van tijd werd het beter. Ancheline komt oorspronkelijk uit Curaçao, wat betekent dat ze uit een cultuur komt waar de groep de norm is en niet het individu. Het is een wij-cultuur, in tegenstelling tot de Nederlandse ik-cultuur. Dat maakt het voor haar lastig om zich te ‘profileren’. Ze moet lachen als ze hierover vertelt, want de bedoeling is wel dat ze zich meer moet profileren in het werk. Het is een houding die haar vreemd is, ze houdt er ook niet van om in de ‘picture’ te staan. Ik vraag hoe ze dit interview dan ervaart. Ze vindt het heel eng, bekent ze. Ancheline is een doener, geen prater.
Werken met kinderen Het werk vindt ze ook na al die jaren nog steeds boeiend. Ze vindt het interessant om de ontwikkelingen van kinderen te volgen en het doet haar goed als ze ziet dat de kinderen opbloeien. Ze ziet dat het werk dat ze met haar collega’s doet effect heeft: ook moeders vertrekken vaak tevreden. Ancheline komt zelf uit een gebroken gezin en heeft zich altijd voorgenomen: “Als het niet per sé noodzakelijk is doe ik dat mijn kinderen niet aan.” Als kind had ze zelf eigenlijk hulp nodig die ze niet kreeg. In het werken met kinderen maakt ze dat voor zichzelf een beetje goed; ze helpt ook zichzelf in het helpen van de kinderen in de opvang. Niet zo lang geleden heeft ze een belangrijke ontdekking gedaan. Voorheen vroeg ze zich wel eens af hoe het toch mogelijk is dat mensen het zó moeilijk kunnen hebben als de cliënten van Blijf. Ze kon zich daar moeilijk een voorstelling van maken. Maar sinds haar moeder twee jaar geleden is overleden heeft ze zelf allerlei moeilijkheden ervaren. Ancheline heeft een broer en een zus die schizofreen zijn. De moeder van Ancheline zorgde al die jaren voor hen, maar Ancheline heeft nooit geweten hoe zwaar die zorg geweest moet zijn. Ook had haar moeder de zorg voor haar kleinkind, die bij haar woonde omdat ze niet bij haar schizofrene moeder kon wonen. Ieder weekend kwam Anchelines moeder bij haar en zorgde Ancheline voor haar, kookte voor haar en hadden
Ancheline Harrevelt-Stacie 16
Eerst was de opvang stiekem, toen werd het geheim, nu is het open en wat komt er daarna? rust te komen. Zo doet ze dat soms ook met cliënten: als het te zwaar wordt maakt ze soms een grapje wat helpt om te relativeren. Zo begon ze eens voor een huilende cliënte te zingen “Droog je tranen” en reikte haar een zakdoek aan. De cliënte ging vervolgens lachend weg.
Oranje Huis
het gezellig. Voor haar moeder was dat een manier om te relaxen. Ook gingen ze wel samen op vakantie. Na haar moeders overlijden kwam de zorg op de schouders van Ancheline terecht en dat was zwaar, te zwaar. In tegenstelling tot haar moeder, die alles altijd in haar eentje deed zonder hulp van instanties, heeft Ancheline wel instanties ingeschakeld. Ze zegt: “Mijn werk levert me heel veel op voor mijn eigen leven!” Ze snapt de cliënten van Blijf nu veel beter: “O, ik weet nu alles van hoe traag instanties kunnen werken.” Ze heeft hulp gezocht in die zware tijd, want “je doet wat je kan en ik kon het niet alleen redden.”
nadenken: “Bloopers heb ik gedelete, denk ik.” Uiteindelijk komt er wel een herinnering van lang geleden boven. Een cliënte in crisis gedroeg zich onbeschoft en wilde iets van Ancheline. Ze antwoordde dat ze geen tijd had, wat de cliënte zo boos maakte dat ze begon te schreeuwen. “Wat?!” dacht Ancheline, “Jij gaat tekeer tegen mij?! Ik ga tekeer tegen jou!” En zo werd het een wederzijdse scheldpartij. Achteraf vond ze dat ze zich niet professioneel had gedragen. Ze heeft ervan geleerd dat ze zich niet moet laten meeslepen door de emotie van een ander. Collega’s zeggen nu wel eens tegen haar: “Jij blijft altijd rustig, ook al is er een crisis.”
Bloopers
In tijden van verdriet zoekt ze naar mogelijkheden om het voor zichzelf luchtig te houden. Dat helpt om tot
Als ik vraag of ze bloopers kent in haar loopbaan moet ze heel lang
Ze verheugt zich op het Oranje Huis: werken met een nieuwe methodiek vindt ze een uitdaging. “Je weet niet wat je te wachten staat en dat spreekt me aan.” Ontwikkeling vindt ze ook voor zichzelf belangrijk. Als ze iets van kinderen of cliënten tegenkomt wat haar vreemd is gaat ze op onderzoek, vraagt een cursus aan en wil ervan leren. Met de komst van het Oranje Huis zijn een aantal taken van kinderwerk naar maatschappelijk werk gegaan. Dat levert ook een zoektocht op naar nieuwe thema’s waarmee ze aan het werk kan. Over de toekomst van Blijf Groep heeft ze uitgesproken gedachtes: “Eerst was de opvang stiekem, toen werd het geheim, nu is het open en wat komt er daarna? Misschien alleen ambulante hulp? Of een Oranje Huis voor mannen, zodat de vrouwen met de kinderen gewoon thuis kunnen blijven?” Wie weet…)
17
Sandra Zee gereedschap in handen hebben om zelf een tegenwicht te kunnen bieden aan geweld. De kwetsbaarheid van kinderen is voor Sandra ook een belangrijke drijfveer om dit werk te doen. Haar vader was hoofdmeester op school en sprak thuis over de ellende die sommige kinderen thuis meemaakten. Sandra heeft de gevoeligheid voor de kwetsbaarheid van kinderen op die manier meegekregen.
Geweldloze weerbaarheid Sandra heeft vanaf 1984 twee jaar onbetaald in het Vrouwenhuis in Amersfoort gewerkt. Ze maakte kennis met het Vrouwenhuis doordat ze al jong met geweldloze weerbaarheid bezig was. Er was een klik: “Dat is een plek waar ik wel wil werken!” Na die twee jaar Amersfoort heeft ze meegewerkt aan het onderzoek van hoogleraar Renée Römkes naar huiselijk geweld. De Blijfhuizen van toen moesten kunnen bewijzen dat er huiselijk geweld in hun stad plaatsvond om gemeentelijke subsidie te kunnen krijgen. Na deze periode is Sandra in Haarlem gaan werken, waar ze nu nog werkt. Geweldloze weerbaarheid hield Sandra van jongs af aan bezig, mede door de invloed van haar ouders. Nu is dit nog steeds haar grootste motivatie. Een wereld zonder geweld is een onhaalbaar ideaal, maar ernaar streven is een goede zaak, vindt ze. De toekomst is niet voorspelbaar, in tijden van crisis kan het geweld weer toenemen. Haar ideaalbeeld is dat de hulp van Blijf alleen nog maar ambulant hoeft te gebeuren, dat vrouwen voldoende 18
Al vrij snel overzag Sandra het brede beeld van alles wat met huiselijk geweld te maken heeft. Daarom is het systeemgericht werken en de Oranje Huis methodiek voor haar een vanzelfsprekende ontwikkeling. Al in de beginjaren vroeg zij zich af waarom de vrouwen moesten vluchten en er niets met de mannen werd gedaan. Als ze nu terugkijkt had ze eerder en meer willen samenwerken met ketenpartners. Maar dat kan een belofte voor de toekomst zijn.
gestopt, want hij had bijvoorbeeld al beschreven hoe hij eruit zag. Het was bijna een onbedoelde date geworden….
Voor- en nadelen van de fusie Een grote verandering was de fusie. De voor- en nadelen daarvan zijn voor Sandra wel ongeveer gelijk. Nadeel is dat de lijnen minder direct zijn, dat de organisatie grootschaliger is geworden. Maar door de fusie is er een grotere kans op beïnvloeding van politiek beleid, er is door de grotere organisatie meer back-up, verantwoordelijkheden kunnen beter gedeeld worden en een bereikbaarheidsdienst is makkelijker haalbaar. Daarnaast heeft de fusie Sandra ook kansen gegeven om zich verder te ontwikkelen. De video home training is daar een voorbeeld van. Deze training heeft hoogtepunten gebracht: “Als je ziet hoe kinderen kunnen opknappen, dat is mooi om mee te maken. En het is ook fijn om te zien hoe ouders daarvan kunnen genieten.” )
Oeps-ervaring Kortgeleden had Sandra een grappige oeps-ervaring. Ze had een afspraak gemaakt met een Turkse man voor een eerste gesprek. Later mailde ze hem en kreeg vervolgens een mail uit Turkije terug met de mededeling dat meneer op de afgesproken datum in Turkije zat. Op de dag van de afgeblazen afspraak werd Sandra gebeld: er is een Turkse meneer voor je. Verwarring alom: hoe kan dat nou? Die meneer zat toch in Turkije? Toen bleek dat Sandra met een volkomen vreemde Turkse meneer heeft zitten mailen, die toevallig exact dezelfde naam droeg als haar cliënt. Alleen de mailadressen bleken verschillend te zijn. Om kort te gaan: de Turkse meneer vond het jammer dat de mailwisseling werd
Een wereld zonder geweld is een onhaalbaar ideaal, maar ernaar streven is een goede zaak.
Open kijken zonder vooroordelen
Tot haar 8e heeft Hellen in Suriname gewoond. Daar woonde ze met haar familie op een erf met meerdere families. Als meisje zag Hellen de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen en dat dit soms met geweld gepaard gaat. Er vielen wel eens klappen bij de buren. Het 8 jarige meisje Hellen dacht toen al: “dit kan niet, hier moet je iets aan doen!” Op school kreeg ze wel eens klappen: als ze haar huiswerk niet af had kon ze met een rietje op de vingers of op de billen geslagen worden. Ook thuis kreeg Hellen de nodige ‘corrigerende’ tikken. Hellen heeft dit nooit gewoon gevonden. Toen ze 25 jaar was is Hellen gescheiden. Na de scheiding ondervond ze de achterstand die vrouwen toen nog hadden: “Hij gaat gewoon door en ik moet opnieuw beginnen en nu met een kind.” Ze heeft hulp gezocht bij een maatschappelijk werker en die hulp maakte indruk: “Wauw, dit wil ik ook kunnen!”. De maatschappelijk werker heeft haar op weg geholpen met haar studie en zo is ze uiteindelijk in 1994 bij Blijf terecht gekomen.
huiselijk geweld bracht een cliënte eens tot de volgende uitspraak: “Verdorie, ik kwam hier binnen als slachtoffer en ik heb het gevoel dat ik als dader de deur uitga!” Hellen vind het mooi als mensen tot het inzicht komen dat de dingen niet zwart-wit zijn, dat je altijd een eigen aandeel hebt in conflicten en dat het zinnig is om daar ook naar te kijken.
Ze is in het verleden gevraagd om in Amsterdam-Zuid een steunpunt op te zetten. Dat deed een beroep op haar creativiteit, inventiviteit en organisatievermogen. Daar leer je ook weer van. Haar zwakte is dat ze geneigd is verantwoordelijkheden van anderen over te nemen. In een coaching is haar dat ooit gezegd: je moet de verantwoordelijkheid laten waar die hoort. Toen besefte ze ineens: “O, doe ik dát? Ergens weet je het wel, maar nu kreeg het ineens een naam. Daar ben ik aan gaan werken en dat doe ik nu nog.”
Grensoverschrijdend gedrag Iets anders is dat ze geneigd is om grensoverschrijdend gedrag, bijvoorbeeld verbale agressie tegen haar, te zien als iets dat gewoon bij het werk hoort. Hier moet ze eigenlijk een melding van calamiteit van doen. Zo is de cirkel van haar eigen visie op geweld rond: ook Hellen moet stoppen met geweld te zien als iets dat bij het werk hoort… )
Voor de toekomst wenst ze dat Blijf beter verankerd is in de samenleving. De organisatie levert nu nog voortdurend strijd om haar bestaansrecht, terwijl de hulpverlening bij huiselijk geweld een vanzelfsprekende zaak zou moeten zijn. Huiselijk geweld is niet uit te bannen maar is nu wel meer bespreekbaar geworden.
Genuanceerd kijken Als ik haar vraag wat ze geleerd heeft bij Blijf komt het volgende antwoord: “Ik ben erin bevestigd dat stereotypen geen realiteit zijn, ook niet als het gaat om huiselijk geweld. De werkelijkheid is altijd genuanceerd. Mensen zijn niet simpelweg in hokjes in te delen.” Hellen kijkt zonder vooroordeel. Ze krijgt dit ook terug van cliënten. Haar genuanceerde kijk op
Leuk aan het werk vindt ze het samenwerken met collega’s met wie ze ook kan lachen. Humor is belangrijk voor haar, ook in het werk. Het helpt relativeren, maakt dingen minder zwaar. Het werkt helend en is gezond. Hellen pioniert ook graag.
Hellen Bruinendael 19
Thea Doesburg Thea is de creatieve kinderwerker uit IJmond. Het is altijd weer een verrassing hoe Thea eruit ziet: ze is altijd vrolijk en goedgeluimd en dat is zichtbaar in haar kleurrijke kleding.
Creatief Voordat Thea 13 jaar geleden bij de opvang belandde heeft ze o.a. in de kinderopvang en in de horeca gewerkt. Eigenlijk wilde ze als meisje naar de Rietveld Academie, maar haar moeder vond dat geen goed plan. Toen heeft ze de KV/JV opleiding (Kinderverzorging en Jeugdverzorging) gedaan. Thea is een creatief mens, minder gericht op woorden, meer op beelden. Zo maken de kinderwerkers in IJmond sinds een aantal jaren een eigen fotoplakboek voor alle kinderen die langer dan een half jaar in de opvang verblijven. De kinderen krijgen het mee als afscheidscadeau en het is bedoeld als herinnering aan de positieve ervaringen die ze met hen gedeeld hebben. Dat is één van de redenen dat ze graag met kinderen werkt: de communicatie met kinderen gaat via allerlei wegen en lang niet altijd met woorden.
Meebewegen en vertrouwen dat het weer goed komt
Het doet me denken aan een gedicht van Thomas Tranströmer, Nobelprijswinnaar literatuur in 2012:
Moe van iedereen die met woorden komt, met woorden maar niet met taal
begaf ik mij naar het sneeuw bedekte eiland.
Het ongerepte heeft geen woorden.
De ongeschreven bladzijden breiden zich naar alle kanten uit!
In de sneeuw stuit ik op hoefsporen van een ree.
Taal maar geen woorden.
20
Haar creativiteit heeft ze ook ingezet toen ze met collega’s in Heemskerk ‘Toontje’ ontwikkelde. Het is voor haar een hoogtepunt in haar jaren bij Blijf om aan dit project mee te hebben gewerkt, iets waar ze trots op is. De tekeningen van Toontje zijn niet door Thea gemaakt en achteraf heeft ze wel eens gedacht dat ze dat wel had moeten doen. Maar tegelijkertijd is Thea iemand die het leven neemt zoals het komt en dat tekent haar ook in de veelbewogen jaren die achter haar liggen in het team IJmond: meebewegen en niet verzetten is haar uitgangspunt. Ook in haar privéleven is dit belangrijk: “We zijn bijna 40 jaar getrouwd, je moet creatief zijn om dat zo lang leuk te houden!”
Dieptepunten horen erbij Hoewel optimistisch van aard kent Thea ook dieptepunten in het werk. Het team heeft een zware tijd achter de rug en gaat nu in een nieuwe samenstelling verder. Op de vraag
wat zo’n team nodig heeft antwoordt Thea: “Een goede communicatie, elkaar feedback en veiligheid geven.” Daar heeft het in het verleden nog wel eens aan ontbroken, maar nu is dat een stuk beter. Loyaliteit is in de samenwerking ook belangrijk, maar heeft wel grenzen. In Thea’s woorden: “Als loyaliteit betekent dat je ergens achter moet gaan staan waar je vanuit jezelf niet achter staat, dan is dat voor niemand goed! Je moet je niet gek laten maken.” Dieptepunten horen er in haar ogen bij: “Het leven is niet alleen maar leuk. “ In tijden waarin het moeilijk was op het werk is Thea blijven vasthouden aan haar levenshouding: ‘vertrouwen dat het allemaal wel weer goed komt.’ Haar vertrouwen is niet beschaamd, want Thea gaat weer met plezier naar haar werk. Ze heeft een fijne collega bij het kinderwerk. Ze vullen elkaar goed aan: haar collega Tuija is de denker, Thea is de doener. Teammanager Marleen noemt hen “een gouden duo”.
Ik ben een knokkertje geweest Thea herkent zichzelf in de kinderen met wie ze werkt: “Ik ben zelf ook een knokkertje geweest. Ik was de jongste van 5 kinderen en ik was
altijd onzeker over mezelf. In het werk ben ik daarin wel gegroeid. Door allerlei cursussen te doen ben ik zekerder over mezelf geworden.” Cursussen volgt ze graag. De training ‘Krachtwerk’ vond ze geweldig. Ze kan het goed toepassen in het kinderwerk, kan nu veel meer op maat werken met de kinderen en de moeders. In het begin heeft ze daar ook wel voor geknokt, zag ze dat het kinderwerk meer nodig had dan dat Blijf op dat moment nog kon geven. Ze is dus erg blij met de huidige ontwikkelingen naar Krachtwerk en het Oranje Huis. Ze vindt het mooi dat er steeds meer gemeenten zijn die tekenen voor het Oranje Huis. Vorig jaar kerst hebben alle medewerkers een boekje gekregen dat door een cliënte is gemaakt. Om grip op haar leven te houden fotografeerde de cliënte de plekken waar ze verbleef. Het boekje spreekt Thea zeer aan. Omdat het een fotoverslag is sluit het ook aan bij Thea’s voorkeur voor beelden boven woorden. Ze denkt er over om een cursus creatieve therapie te gaan volgen en heeft het plan om ooit een kinderboek te gaan schrijven. Thea heeft dus nog meer dan genoeg plannen en blijft zichzelf ontwikkelen. )
Als loyaliteit betekent dat je ergens achter moet gaan staan waar je vanuit jezelf niet achter staat, dan is dat voor niemand goed. Je moet je niet gek laten maken! 21
heeft hij ervaren dat het niet bij hem past om te ver van het werkveld te staan. Bij Blijf Groep is hij weer dagelijks met hulpverleners in gesprek en dat past hem beter.
Bert Vissers
Twijfel kun je het niet noemen, maar hij vraagt zich wel eens af of hij niet weer gewoon een tijd in de hulpverlening wil gaan werken. Hij kan wel uit zijn rijke ervaring putten, maar nieuwe input zou misschien wel goed en voedend voor hem zijn. Soms mist hij dat ‘handwerk’: gewoon weer ervaren en voelen wat hulpverleners ervaren.
Samen zoeken naar antwoorden
De blik van het onbevooroordeelde kind: verwondering Behalve zijn werk bij Blijf Groep heeft Bert sinds zijn 15e ambities (en werk!) op het terrein van theater en muziek. Hij is de liedjesschrijver en zanger van de muziekgroep ‘Bender’. Het lijkt alsof dit twee totaal verschillende ‘banen’ zijn, maar er is wel degelijk een relatie. De liedjes gaan eigenlijk altijd over relaties, over hoe mensen met elkaar omgaan. En dat is ook de kern van het werk bij Blijf groep. “En eigenlijk,” zegt Bert zelf, “kan ik mij in de muziek het beste uitdrukken…”
Bert werkt al 30 jaar in de hulpverlening, maar heeft naast dat werk ook meestal wel ruimte om zich met theater en muziek bezig te houden. Voor hem is dat een must om zich prettig en in balans te blijven voelen. Na zijn opleiding Maatschappelijk Werk heeft Bert politicologie gestudeerd. Dat laatste heeft hem gebracht dat hij gemakkelijk vanuit verschillende belangen kan denken. Later is hem dat van pas gekomen, toen hij ook met diverse ministeries en gemeentes te maken kreeg. Bert heeft met plezier als maatschappelijk werker gewerkt. Eerst bij Trian-
22
gel, waar complete gezinnen werden opgevangen omdat ze in financiële nood verkeerden, of omdat er sprake was van een verslavingsprobleem. Daarna heeft hij 10 jaar bij de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) gewerkt. De stap naar de RvdK kwam voort uit nieuwsgierigheid naar hoe het bij die organisatie werkt. Want als hulpverlener heb je soms het idee dat het doel van RvdK is om de kinderen bij de ouders weg te halen. In die 10 jaar heeft hij het tegendeel ervaren, namelijk dat de insteek bij de RvdK is om kinderen zoveel mogelijk bij de ouders te laten. Na zijn tijd bij de RvdK is hij gaan werken bij Movisie. Daar
Los Tekst en Muziek: Bert Vissers Ik trek de deur achter mij dicht En loop de nacht in uitgepraat Ik hoor de stemmen het rumoer Weet stom niet meer waar het om gaat Je kan niet zeggen dat ik vlucht Of dat ik laf de strijd vermijd Wat moet ik hier nog langer doen ik hoop alleen dat mettertijd Ik nog ’s met je praten kan Zonder dat het er dan om gaat Wie welke fouten heeft gemaakt Wie schuldig is, wie heeft verzaakt Zonder dat het er dan om gaat Gooi alle touwen op de kant Meer langzaam af Koers richting zee Tegen de wind in zeilt mijn schip Toch neemt de wind mij met zich mee En voor het eerst voel ik mij los Ver van de strijd om het gelijk Het bracht geen waarheid dichterbij Ik hoop alleen dat mettertijd Ik nog ’s met je praten kan Zonder dat het er dan om gaat Wie welke fouten heeft gemaakt Wie schuldig is, wie heeft verzaakt Zonder dat het er dan om gaat
Een woord dat veel in het gesprek valt is ‘verwondering’, een begrip dat typerend is voor Bert. De onbevooroordeelde blik van het kind dat hij ooit was, is vanzelfsprekend aanwezig in zijn volwassen leven. Het is te zien in zijn open oogopslag. Voor hem zo vanzelfsprekend, dat hij er niet op komt om dit als typerende kwaliteit te benoemen. Open en onbevooroordeeld stapt hij ook in bijvoorbeeld het coachen van vaak jonge hulpverleners. “Dat is een gezamenlijke zoektocht naar antwoorden. Ik ben niet degene die ‘het’ weet, maar iemand die helpt met zoeken.” Natuurlijk kan hij daarbij putten uit zijn jarenlange ervaring, maar elke situatie is weer anders. Er zijn geen standaard oplossingen en dat maakt het werk juist boeiend en inspirerend. Hij vindt het onontbeerlijk voor hulpverleners dat zij bewustzijn hebben over eigen handelen. Uiteindelijk is het de bedoeling dat cliënten leren kijken naar zichzelf, naar hun eigen aandeel in hun situatie en is het de taak van de hulpverlener om dat te stimuleren. Daarnaast vindt hij werkelijke
interesse in mensen een belangrijke eigenschap van hulpverleners. En dat betekent ook: niet ongevoelig worden voor wat mensen elkaar kunnen aandoen. Verwonderd blijven, blijven ontdekken. Hij realiseert zich dat dit niet de gemakkelijkste weg is, omdat je lang niet altijd een antwoord hebt. Maar je hebt verwondering nodig om steeds opnieuw in gesprek te gaan, om de ander te willen begrijpen, ook als je weet dat iemand verschrikkelijke dingen heeft gedaan of nagelaten. Met de verhuizing naar de Eerste Ringdijkstraat is hij heel blij. Het is een grote sprong voorwaarts naar meer openheid en een directere communicatie. Hij spreekt nu veel meer mensen, maakt er gemakkelijker contact. Wie weet, heeft het Oranje Huis met zijn openheid dit proces beïnvloed. ‘Niets gebeurt wat niet iets anders aanraakt’. Dat er in 2015 een Oranje Huis in Amsterdam komt en daarna ook in Flevoland vindt hij ook geweldig.
Coachen van hulpverleners is een gezamenlijke zoektocht naar antwoorden. Ik ben niet degene die ‘het’ weet, maar iemand die helpt met zoeken.
Bender Met zijn muziekgroep ‘Bender’ gaat het heel goed. De eerste cd is in 2012 uitgekomen. Bender heeft nu een voetballiedje dat regelmatig op de radio te horen is en met het WK voetbal in juni vaker gebruikt is. De betekenis van die ‘kunstkant’ is groot voor hem. In theater en muziek kan hij vrijer creëren dan in het werk, waar je toch ook altijd binnen kaders werkt en met regels te maken hebt. Wie weet groeit het werk met Bender wel uit tot een fulltime bezigheid. Wie weet kan hij hier meer aandacht aan geven in de komende tijd. De creatieve kant heeft hem er ook toe gezet in 2012 een kinderboek te schrijven: ’Jantje en het helikoptertje’. Wat hij erover vertelt klinkt ontwapenend. Wat de organisatie van Blijf Groep betreft, tja, hij zoekt naar de juiste woorden. Wat hij in elk geval belangrijk vindt is dat mensen in alle lagen van een organisatie ook bij tijd en wijle van positie wisselen, niet te lang op 1 plek blijven hangen. Dat kan vernieuwing tegenhouden (“Tien jaar geleden hebben we dit of dat ook al geprobeerd en dat lukte niet, dus…”) en dat is zonde. En bovendien: als je ergens 30 jaar op dezelfde plek zit is het wel heel moeilijk om de verwondering vast te blijven houden… )
23
Zoeken naar de balans tussen zakelijkheid en een warm hart voor de mensen Roos is medewerker Sociaal Juridische Dienstverlening voor de locaties Amsterdam en Flevoland. Deze functie houdt o.a. in dat zij hulpverleners met raad en daad bijstaat als het gaat om sociaaljuridische zaken. Ze heeft ook meegewerkt aan het schrijven van een handboek, met richtlijnen voor het afhandelen van veel voorkomende vragen op dit gebied. Jammer genoeg weet niet iedereen dit gemakkelijk op het intranet te vinden. De inhoud van haar functie is niet zomaar samen te vatten; de werkzaamheden zijn heel divers en nog steeds uitdagend: “Er is verschrikkelijk veel dat ik nog niet weet, ik kan nog wel een tijd vooruit.”
Roos Cobben
24
In de begintijd van de opvang deed je alles! Na een HBO studie heeft Roos sociologie gestudeerd. Om zichzelf voor de arbeidsmarkt aantrekkelijk te maken is ze gelijk begonnen als vrijwilligster bij een Blijf van m’n Lijf huis. Ze had daarna wel als socioloog aan het werk gewild, maar was al wat ouder toen ze afstudeerde en dat maakte solliciteren niet gemakkelijker. In die eerste periode in het Blijf van m’n Lijf huis deed je als hulpverlener alles en moest je ook 7 x 24 uur beschikbaar zijn. Roos is wel eens ’s nachts uit haar bed gebeld voor een calamiteit. Ze heeft het werken met verschillende mensen uit verschillende sociale
lagen en culturen altijd leuk gevonden; dat sluit ook aan bij haar studie sociologie. De toenmalige directeur in Haarlem dacht dat Roos met haar universitaire opleiding toch wel zou vertrekken en heeft haar naar de sociaaljuridische kant geschoven. Dat was geen eigen keus van Roos en in het team was het eigenlijk de minst aantrekkelijke functie. Maar gaandeweg begon ze het werk heel erg leuk te vinden, en dat is nu nog steeds zo. De hele ontwikkeling van Blijf van m’n Lijf naar Blijf Groep ziet ze als heel positief. Het is zakelijker geworden, meer gestructureerd en dat is goed. In eerste instantie vond ze het lastig dat de naam ‘Blijf’ bleef bestaan, hoewel dat wel de juiste vlag voor de lading is. Maar het heeft tijd gekost om van het geitenwollensokken imago af te komen. Ooit heeft ze met collega’s aan de deur van een ministerie staan bonzen: “Huiselijk geweld is geen vrouwenprobleem, maar een maatschappelijk probleem!” Nu is daar gelukkig wel oog voor.
moeilijke periode doorgemaakt. Er is één keer een situatie geweest, waarvan Roos alsnog het schaamrood op de kaken krijgt. Ze heeft een email van iemand uit een andere organisatie doorgestuurd aan een sectormanager, die net als Roos niet in de gaten had dat het om interne, vertrouwelijke informatie ging. Vervolgens werd de medewerker van die andere organisatie op het matje geroepen: ‘wat doen jullie nou? Wij hebben het ergens intern over en nu ligt die informatie op straat!’ Dat heeft gemaakt dat Roos nu heel voorzichtig is met het doorsturen van mailtjes of het gebruiken van informatie uit mailtjes. Het is een harde les geweest.
Veiligheid en waardering Op de vraag wat zij denkt dat hulpverleners in de opvang nodig hebben antwoordt Roos: “Meer aandacht
nen varen op het vangnet van je team en je teammanager. Er moet veiligheid en waardering zijn. Dat neemt niet weg dat medewerkers ook kritiek moeten kunnen krijgen, maar in eerste instantie moeten zij zich gesteund en gewaardeerd voelen. Daarnaast geloof ik dat secundaire traumatisering in dit werk gemakkelijk binnen kan sluipen. Medewerkers kunnen wel afstand bewaren, maar traumatiserende ervaringen kunnen toch ergens van binnen gestapeld worden, wat uiteindelijk tot problemen kan leiden.” Dat Blijf Groep meer verzakelijkt ziet ze als noodzakelijk: de omgeving verzakelijkt en dan moet je als organisatie wel mee in de vaart der volkeren. Bovendien is met de verzakelijking de kwaliteit van de hulpverlening beter controleerbaar geworden. Maar naast de zakelijkheid moet er ook iets van warmte en ruimte voor het individu blijven bestaan. Het is zoeken naar een juiste balans tussen zakelijkheid en een warm oog voor mensen. Zoeken naar balans geldt ook voor de opvang: ambulante hulpverlening is een groot goed, maar er zullen altijd cliënten blijven
Dieptepunten Roos kent ook dieptepunten in die 25 jaar. Twee cliënten, met wie Roos werkte zijn vermoord en daar heeft ze wel een opdonder van gehad. Met één van deze cliënten was ze gelijktijdig zwanger, dat schiep ook een band. De andere cliënte is op een vol stationsplein doodgeschoten. Roos heeft in die tijd in Haarlem een heel
Als hulpverlener moet je blind kunnen varen op het vangnet van je team en je teammanager. Er moet veiligheid en waardering zijn. voor hen als persoon. Ik zie wel dat hier steeds meer aandacht voor is, bijvoorbeeld met coaching en intervisie. Maar misschien moet dat in de toekomst nog meer aandacht krijgen. Als hulpverlener moet je blind kun-
die daadwerkelijke opvang nodig hebben. Wat nodig is voor cliënten moet uiteindelijk de leidraad zijn, in plaats van dat regels en procedures als een soort wet gaan functioneren. )
25
A
nnemiek besloot rond haar 50e levensjaar dat ze bij een maatschappelijk betrokken organisatie wilde gaan werken. Tot dan toe was ze secretaresse in het bedrijfsleven. Toevallig zag ze een advertentie in de Metro waarin een Blijf van m’n Lijf huis om een telefoniste vroeg. Annemiek solliciteerde en kreeg de baan. Ze dacht: “Als ik eenmaal binnen ben, kan ik vast wel groeien naar een andere functie.” En dat gebeurde ook. Officieel is ze nu medewerker administratie 2, wat betekent dat ze behalve administratieve werkzaamheden en ondersteuning van de teammanager veel tijd besteedt aan de roosters van de diverse teams.
Vrouwencultuur In het begin moest ze wennen aan de vrouwencultuur, ze was gewend in haar vorige banen de dingen recht voor hun raap te zeggen. Die beginperiode was niet gemakkelijk: “Met mijn werkhouding voelde ik me een vreemde eend in de bijt. In mijn onwetendheid deed ik botte uitspraken, waarmee ik collega’s wellicht gekwetst heb. Daar heb ik later beter mee leren omgaan.” Ze krijgt pretoogjes als ze over de overlegcultuur vertelt: “Overal moet uitgebreid over gepraat worden. Het is nu wel minder dan vroeger, maar laat ik het zo zeggen: er wordt nog steeds graag en veelvuldig meegedacht over besluiten.” Zelf is ze
26
Als een helikopter boven jezelf uitstijgen doelgericht en zakelijk. Op de vraag hoe dat dan valt bij collega’s zegt ze: “Het wordt wel geaccepteerd, maar niet altijd met een lach. Daar probeer ik wel rekening mee te houden.”
Groei en ontwikkeling Ze heeft zich in de 12 ½ jaar dat ze nu bij Blijf werkt enorm ontwikkeld. Ze heeft een opleiding NLP (Neuro Linguïstisch Programmeren) gedaan en een opleiding tot transpersoonlijk coach. Dat bracht een heel proces in haar teweeg. Daarna is zij zich via vervolgopleidingen meer gaan verdiepen in de spirituele kant van de mens. Het heeft haar zienswijze over zichzelf en haar medemensen enorm veranderd. Ze is er heel gelukkig mee en dat is haar aan te zien. Het heeft haar enorm geholpen om mild naar zichzelf en naar anderen te leren kijken: “Ieder mens gaat in feite hetzelfde groeiproces door, iedereen moet soms door de modder waden. We zijn allemaal gelijk in dat opzicht.” Ze heeft in overleg met haar teammanager buiten werktijd meditatielessen gegeven aan collega’s, wat ontspannend werkte.
de slag met haar organisatietalent. Ze heeft de eerste twee jaar daar een ‘helpboek’ ontwikkeld, waarin alle werkzaamheden van de receptie benoemd zijn. Ze heeft ook ideeën gehad om overleg over inhoudelijke zaken met andere administratief medewerkers te starten om te voorkomen dat op de verschillende locaties hetzelfde wiel opnieuw moest worden uitgevonden. Dit initiatief strandde echter. Ook haar idee om een overkoepelende pool van invalkrachten te organiseren strandde door onvoldoende steun van de hogere echelons. Vijf jaar geleden heeft ze zich beschikbaar gesteld voor de OR, want ze houdt ervan om zich op een breder vlak te zetten voor de organisatie. En eigenlijk vindt ze dat iedere medewerker dat zou moeten doen. Ze denkt over de organisatie in termen van ‘werkgemeenschap’ en dat past ze ook toe. Alvorens ze met een plan komt, ‘helikoptert’ ze: vraagt zich af wat de effecten van het plan zijn op andere groepen in de organisatie.
Annemiek Pauwels groot. Soms zo groot dat ze over hun grenzen heen gaan. In haar ogen hebben alle veranderingen van de afgelopen 5 jaar hun weg door de organisatie gevonden vooral dankzij de betrokkenheid van de hulpverleners. Want bij hen draait alles om de cliënten. Ze accepteren de vele veranderingen ter wille van het hulpverleningsproces. Dat heeft ook wel een keerzijde: misschien is dat de reden waarom een aantal hulpverleners zich niet zo bezighoudt met de OR, om maar wat te noemen.
Grote betrokkenheid Toen Annemiek in 2004 met het Blijf van m’n Lijf huis verhuisde naar de locatie waar ze nu nog zit, kon ze aan
Over de hulpverlening heeft ze een duidelijke mening: de betrokkenheid van hulpverleners bij Blijf is enorm
De ontwikkelingen van Blijf noemt ze spectaculair. Ze begon ooit in het oude pand letterlijk achter tralies
De betrokkenheid van hulpverleners bij Blijf is enorm groot. Soms zo groot dat ze over hun grenzen heen gaan.
met opvattingen over de opvang uit de jaren ’80 zoals: ‘Kom maar hier hoor! Heeft hij je weer geslagen?!’ En dan nu het krachtwerk, het Oranje Huis en de mannenopvang: ze vindt het allemaal geweldig en straalt als ze erover praat.
Anekdotes Over dat oude pand achter tralies heeft ze leuke anekdotes: “Alles ging daar natuurlijk nog stiekem. Vrouwen moesten via omwegen en achterafstraatjes het pand binnen gesmokkeld worden. Niemand mocht het adres weten. Maar de tramchauffeur van lijn 9 riep op z’n Amsterdams dwars door de tram: “Dames en
heren, hier aan de rechterkant ziet u het Blijf van m’n Lijf huis. U kunt hier uitstappen hoor!” Een ander leuk voorval: De broer van Annemiek had twee jaar in het huis opgetreden als Sinterklaas (hoewel mannen niet binnen mochten!). Maar Sinterklaas was natuurlijk een ander verhaal. Op een goed moment kwam de broer met haar (demente) moeder langs wandelen en wilde hij laten zien waar Annemiek werkte. “Kijk mam, daar zit ze, zwaai maar naar haar!” Iedereen in het huis was in rep en roer: Sinterklaas of niet, het werd de broer verboden om stil te staan voor het pand! )
27
Ooshani is in Amerika begonnen met vrijwilligerswerk rond huiselijk geweld. In Nederland werd zij lid van ‘The American Women’s Club’, ze heeft in die hoedanigheid medewerkers van Blijf Groep geïnterviewd over huiselijk geweld. Ze wilde graag bij Blijf Groep werken. Maar dat mislukte omdat er in die tijd (rond 1997) niet met vrijwilligers werd gewerkt.
Je kunt kiezen voor een positieve of een negatieve kijk op je eigen situatie ma u S i n a Oosh Toen ze in 2000 ging trouwen had ze geld nodig en een vriendin wees haar op een vacature bij Blijf Groep als invalster op de telefonische afdeling. Daar heeft ze op gesolliciteerd en ze werd aangenomen. Werken op die afdeling was echter niet wat Ooshani graag wilde, dus toen ze de kans kreeg om ambulant werk te gaan doen greep ze die met beide handen aan. De afgelopen 9 jaar werkt Ooshani in Diemen, waar ze in haar eentje het bureau runt. Dat bevalt haar goed. Ze heeft er veel contacten met keten-
28
partners, dus van werken in haar uppie is geen sprake. Ze schat dat ze een stuk of 13 managers heeft gehad sinds zij in 2000 bij Blijf Groep is komen werken. Dat is behoorlijk veel, maar het heeft haar juist op de weg gezet van onafhankelijkheid en zelfstandigheid. Dat kenmerkt Ooshani, ze kijkt naar de kansen, niet naar gemis: “Elke situatie kun je benutten voor je eigen voor- of nadeel, dat is een keuze die je altijd kunt maken. Ik zou het niet zo lang hebben volgehouden als ik me gericht had op de nadelen van al die management wisselingen.” Iedere nieuwe manager heeft wel een andere visie op het
werk, dus kan ze beter haar eigen weg volgen en doen wat goed is voor de cliënten. Maar al die management wisselingen leveren wel onrust op.
Vrouwencultuur Over de cultuur bij Blijf Groep heeft ze zo haar ideeën: “De cultuur van een vrouwenorganisatie als deze is dat er naar harmonie wordt gestreefd, dat loyaliteit vaak betekent dat je het eens bent met de ander. Dat is niets voor mij, ik vind verschillen in opvatting nuttig. Omdat ik twee dagen per week in Diemen zit, helpt dat mij om afstand te houden en bij mijn eigen ideeën te blijven.” Ze mist meer mannen in de organisatie. Bij haar andere werkgever had ze veel mannelijke collega’s en dat heeft toegevoegde waarde. Mannen kijken
anders, denken anders. Vrouwen zijn meer gericht op harmonie, vermijden risico’s, zijn soms minder direct in hun communicatie, terwijl mannen meer actiegericht zijn, juist meer geneigd om risico’s te nemen en direct te communiceren. Vrouwen met deze mannelijke eigenschappen ziet ze vooral terug in het management, veel minder bij de hulpverleners. Ze denkt dat dit in de hulpverlening niet erg gewaardeerd wordt, dat het hebben van dit type mannelijke eigenschappen niet vanzelfsprekend is. Macht is ook een belangrijk issue bij het werken met huiselijk geweld, vertelt ze. In de problematiek van cliënten speelt het een rol, maar ook in de organisatie. Bij Blijf Groep zit in de managementcultuur iets van ‘wij weten het beter’, iets van top-down. Ooshani vindt dat jammer, want ze heeft in een andere organisatie ervaren hoe stimulerend het is als je als medewerker zelfsturend bent: “Ik was daar geraakt en gemotiveerd. Opgelegde besluiten maken medewerkers passief, het haalt de kracht weg. Wat dat betreft is het maar de vraag
of wij in de organisatie met dezelfde uitgangspunten uit het Krachtwerk werken als we met cliënten doen. Ik zie wel pogingen in die richting, maar of dat voldoende is? Er kan volgens mij veel meer gebruik worden gemaakt van de aanwezige kennis en kunde van medewerkers. Ik mis het dat wij daar niet op worden aangesproken.” Haar verbinding met huiselijk geweld is begonnen in Amerika in de tijd dat ze nog Social Work studeerde. Een Indiase vrouw werd door haar man vermoord, beiden waren arts. Die schok deed Ooshani beseffen dat geweld niet iets is wat in arme gebieden voorkomt of in bepaalde sociale lagen, maar dat het iedereen kan overkomen. “Geweld zit in de mens, je kunt in de strijd om te overleven heel ver gaan.” Dat wilde ze toen verder onderzoeken en dat heeft ze gedaan. Systeemgericht werk is haar op het lijf geschreven. Voordat het algemeen werd ingevoerd deden ze dit eigenlijk al bij het Steunpunt. Het vraagt een andere manier van denken in vergelijking met het vrouwgerichte
Vrouwen zijn meer gericht op harmonie, vermijden risico’s, zijn soms minder direct in hun communicatie, terwijl mannen meer actiegericht zijn, juist meer geneigd om risico’s te nemen en direct te communiceren.
denken en het denken in termen van slachtoffer en dader. Het komt voor dat een cliënt beide tegelijkertijd is: zowel slachtoffer als dader. Daarmee loopt ze dan wel weer vast in de formulieren die ingevuld moeten worden en waarop je moet aangeven of iemand slachtoffer of dader is. Het komt genoeg voor: een man slaat voor het eerst. Maar wat is daar aan voorafgegaan? Als je dat in beeld krijgt is dat stempel niet meer zo gemakkelijk te geven.
Geen tunnelvisie Ooshani heeft de opleiding Systeemtherapie afgerond en wil daar wel in verder. Wat dat betreft zit ze aan het plafond bij Blijf Groep, hoewel ze het werk nog steeds boeiend vindt. Haar sterke kant is haar analytisch vermogen. Ze waakt ervoor dat ze geen ‘tunnelvisie’ krijgt, maar dat ze breed blijft kijken. Dat doet ze ook als werknemer: “Als ik iets wil, moet ik er ook zelf achteraan gaan!” Haar zwakte is die vervelende vrouwenkwaal: altijd maar denken dat anderen beter zijn, het beter weten. Onzeker zijn over jezelf. Nu laat ze naast haar denkkracht ook haar intuïtie meer spreken, wat een krachtige combinatie is. En ze zegt tegen zichzelf: “Wat ik doe is wèl bijzonder, niet iedereen doet dat en kan dat.” Ze is zich hiervan bewust en blijft daarin bedachtzaam: “Ik spring niet, ik vlieg niet. Ik loop stevig door.” )
29
Müslüm is 25 jaar geleden om politieke redenen vanuit Turkije naar Nederland gekomen. Zijn ouders, vier zussen en twee broers wonen nog steeds in Turkije, één zus woont in Duitsland. Vanaf de eerste dag had hij wel de wens ‘ooit ga ik terug naar Turkije!’, maar steeds meer wordt het hem duidelijk dat zijn leven zich in Nederland afspeelt en is de de toekomst van zijn kind bepalend. De 25 jaar wonen in Nederland hebben hem veranderd, hij heeft een andere leefwijze aangenomen en andere normen en waarden. Dat komt hij ook veel tegen bij cliënten die zeggen: “Mijn vrouw is hier in Nederland anders geworden, mijn kinderen luisteren niet meer naar mij.” Dat is het dilemma van alle migranten: je hebt de cultuur uit je land van herkomst nog in je, maar inmiddels raak je zelf, of je gezinsleden, aangepast aan de Nederlandse cultuur. Eigenlijk sta je met 1 been hier en met 1 been in je land van herkomst.” Hij vertelt dat hij in zijn begintijd in Nederland altijd sprak in de ‘wij-vorm’. Ook daarin is hij aangepast, spreekt nu in de ‘ik-vorm’ en zegt daarbij: “Ik ben individualistischer en egoïstischer geworden. Je denkt nu meer aan jezelf.” De groeiende duidelijkheid over zijn toekomst geldt ook voor zijn keuze om bij Blijf Groep te gaan werken. Hij is zelf in een veilig en vrijzinnig gezin in Turkije opgegroeid, waarin
30
Kiezen voor kwetsbare groepen in de samenleving gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen vanzelfsprekend was. Maar om zich heen heeft hij als kind veel huiselijk geweld gezien. Hij vertelt: “In Turkije sterven dagelijks vrouwen door eergerelateerd geweld.” Hij was in Turkije politiek actief, links georiënteerd en is dat nog steeds. Zijn drijfveren om dit werk te doen hebben alles te maken met zijn maatschappelijk engagement: te willen werken met en voor de meest kwetsbaren in de samenleving.
Balans tussen afstand en nabijheid Müslüm zegt dat hij pragmatisch en realistisch is en dat hoor ik ook terug in zijn verhalen. Tegelijkertijd hoor ik hem spreken vanuit zijn hart, met een bijna hartstochtelijke betrokkenheid. Als ik hem vraag of hij zachtaardig is beaamt hij dat en zegt dat hij dat van beide ouders heeft geërfd. We hebben het over het belang om afstand en nabijheid in balans te hebben in dit werk. Hij zegt dat het methodisch werken, zoals dat bij Blijf gebeurt, hem helpt om afstand te blijven houden. Hij denkt dat het hem als rationele man makkelijker afgaat om afstand te houden dan vrouwelijke collega’s. Systeemgericht werken vindt hij
winst: eerst hoorde je alleen het eenzijdige verhaal van de vrouw; door met beide partners te spreken zie je de bredere dynamiek in een gezin. Daardoor kun je veel beter structurele oplossingen aanbieden. Als je ook met de dader kunt werken, hem kunt confronteren met zijn gedrag, dan zie je veranderingen optreden. Voordat hij drie jaar geleden bij Blijf Groep kwam werken heeft hij verschillende werkgevers gehad, o.a. de Adviesraad Turken van de gemeente Amsterdam en Bureau Jeugdzorg. Voor hem is het werk bij Blijf een manier om met de kern van problemen van mensen te werken. Achter huiselijk geweld schuilen vaak andere problemen, bijvoorbeeld op financieel gebied. Ook de crisis speelt vaak een rol: mensen zitten financieel vast en kunnen niet in beweging komen. Door het huisverbod wordt wel steeds meer zichtbaar dat huiselijk geweld in alle lagen en alle culturen speelt.
Onwetendheid over huiselijk geweld Het is soms een voordeel dat Müslüm een migrant en een man is. Hij geeft een voorbeeld van een cliënt waarvan andere instanties hebben gezegd dat
Onder allochtone bevolkingsgroepen is Huiselijk Geweld vaak nog steeds onzichtbaar. onbekendheid en schaamte houden het vaak onder de oppervlakte.
deze meneer niet tot hulp was te bewegen. Met Müslüm wilde deze man echter direct een afspraak maken, liever vandaag dan morgen. Maar de onwetendheid over de mogelijkheden tot hulp bij huiselijk geweld is nog steeds groot. Hij geeft een ander voorbeeld van een vrouw die dertig jaar met geweld heeft moeten leven, totdat haar dochter haar uiteindelijk de weg naar Blijf Groep wees. Deze mevrouw vertelde dat ze nooit heeft geweten dat deze hulp bestond. Onder allochtone bevolkingsgroepen is huiselijk geweld vaak nog steeds onzichtbaar. Uit onderzoek blijkt wel dat het veel en vaak voorkomt, maar onbekendheid en schaamte houden het vaak onder de oppervlakte. Het huisverbod is dan wel een manier om het meer boven water te krijgen.
Vrouwenberoep?
Müslüm Polat
Als man in de hulpverlening behoort hij tot een minderheid. Zoals hij zelf zegt: “Dit beroep is van oorsprong een vrouwenberoep, maar mij maakt het niet uit of het mannen of vrouwen zijn. Het gaat erom dat je een goede hulpverlener bent.” Wel denkt hij dat het goed is als de hulpverleners van Blijf uit alle sociale lagen, seksen en culturen komen. Hij ziet zichzelf in het werk niet zozeer als man, maar als mens en hulpverlener. Het is in die drie jaar maar twee keer voorgekomen dat een cliënte uitsprak dat ze liever een vrouwelijke hulpverlener wilde. Müslüm werkt nog steeds met plezier bij Blijf, het werk is dynamisch en hij leert nog steeds veel. “Huiselijk geweld bestaat eeuwig”, zegt hij “ik heb geen ambitie om bij een andere organisatie te gaan kijken. Ik heb hier nog meer dan genoeg te doen en te leren.” )
31
Managers Kwaliteit
Bevlogenheid "Wat ik zie is dat medewerkers compassie, bevlogenheid en daadkracht hebben in het werk. Dat is heel sterk. Wat ik denk dat medewerkers nog wel kunnen gebruiken is een soort lichtheid, relativeringsvermogen, de humor van dingen inzien. Dat helpt om niet ingezogen te worden in alle ellende die zij in het werk meemaken. Het is zo belangrijk dat je ook de positieve dingen in je werk blijft zien. En daarnaast: werk is enorm belangrijk, maar je leven buiten het werk is ook heel belangrijk. Zorg ervoor dat je zelf het heft in handen houdt: je bent niet afhankelijk van je werkgever, al voelt dat soms misschien wel zo. Waar ik trots op ben is bij onze medewerkers is het feit dat het nu vanzelfsprekend is om systeemgericht te handelend. Een leuk voorbeeld hiervan is dat een van onze medewerkers bij een ingewikkelde cliëntbespreking aan bureau Jeugdzorg en andere ketenpartners vroeg of zij er wel eens over gedacht hadden om de partner van de cliënte bij de hulpverlening te betrekken. Dat was nog niet bij de andere partijen opgekomen. Mooi toch!" Ellen Vermeulen, teammanager Ambulant Amsterdam
32
"Medewerkers zijn het goud van de organisatie, zij zijn de mensen die het zware werk doen. Ik geef het je te doen wat zij allemaal op hun bord krijgen! Voor mij, als manager, is het dan ook belangrijk dat er voor de medewerkers een werkcultuur wordt gecreëerd, waarin medewerkers zich prettig voelen, waarin ze gehoord, gezien en gewaardeerd worden. Er moet ruimte zijn voor het menselijke aspect binnen de Blijf Groep, zeker gezien onze strijd in het bestrijden van huiselijk geweld. Een goede manager is naar mijn mening iemand die oog heeft voor zowel de kwaliteiten als de persoonlijke behoeftes van zijn medewerkers zodat je daar waar nodig kan bijsturen en motiveren. Hoofd en hart moeten met elkaar in balans zijn, bij mensen zelf, maar ook in de organisatie. Freya Hofman, teammanager Flevoland
Ontspanning Verandering "Er is zoveel veranderd in de afgelopen jaren: Van opvang van de vrouwen op een geheime locatie naar een open setting. Van Blijf van mijn Lijf naar Blijf Groep. Van vrouwenhulpverlening en -opvang naar een systeemgerichte aanpak huiselijk geweld. Van kinderen die niet mochten vertellen waar ze waren naar kinderen die hun vader zien en bij wie oma op de verjaardag kan komen. Van TGW naar Oranje Huis en krachtwerk. Van vrijwilligers naar betaalde krachten, naar vrijwilligers en betaalde krachten. In 2006 kwam ik naar het steunpunt huiselijk geweld in Alkmaar. We zaten naar de telefoon te kijken in de hoop dat iemand ons zou bellen en nu zijn er klachten dat we telefonisch steeds bezet zijn. Hard hebben we gewerkt in de keten en de PR om het steunpunt te maken tot wat het nu is. Voorheen was de Ambulante hulp gescheiden van de opvang. Met de komst van het Oranje Huis kwam daar al snel een einde aan. Een opvang-vraag kennen we niet meer. Aan de voordeur onderzoeken we wat nodig is. Dit proces levert mooie herinneringen op. Met name het werken met plegers, want na het jarenlang werken met alleen de vrouwen, waren de mannen ook wel
heel eng. In het Oranje Huis (Westerlicht) moesten dan ook kogelvrije ramen komen en een groot hek. Maar na een jaar op een warme zomerdag gooide iedereen zijn kogelvrije ramen open. Trots zijn we dat we inmiddels systeem gericht werken en dat de angel van het geweld er vaak juist door de openheid uit gehaald kan worden. In het mooie pand is het normaal dat iedereen welkom is. De man die buiten staat te schreeuwen screenen we en halen we binnen voor een kop koffie en een gesprek; we bellen niet meer 112 (uitzonderingen daargelaten)." Marieke Groen,teammanager Oranjehuis Alkmaar en Haarlem
Ervaring "In de organisatie hebben wij, de niet-hulpverleners, bijna geen besef meer dat onze mensen in het werk tot over de enkels in de modder staan. Als ik zie wat medewerkers allemaal presteren, soms tegen alle verdrukking in, soms ondanks privé moeilijkheden, ook ondanks het verlies van collega's door ontslag of door overlijden, dan neem ik mijn petje daarvoor af. Medewerkers die een dubbele productie draaien en werk in eigen tijd doen. Medewerkers die extra groepen en activiteiten doen waardoor
In Zaanstreek was de gewoonte om een tuinfeest te organiseren en daarbij ketenpartners uit te nodigen bij wijze van dank voor de samenwerking. Omdat de tuin echter bij de woonplek van cliënten hoort besloten we met elkaar om ook cliënten te betrekken bij de voorbereidingen van het feest. Bewoners mochten ook hun eigen contacten uitnodigen waardoor het een heel ontspannen en gemêleerd feest werd. De zoon van een cliënte wilde graag op het feest zingen: en dat heeft hij gedaan. Dat was zo leuk dat hij werd uitgenodigd om op een personeelsdag in een workshop over tieners ook te zingen! Wat een mooi voorbeeld is van cliënten in hun kracht zetten! Kristine Evertz, teammanager Zaanstreeks en tijdelijk IJmond
meer kinderen en gezinnen geholpen worden. Medewerkers die ongelooflijk goed werk verrichten in heel korte tijd en in complexe situaties bij het Huisverbod, ondanks onzekerheden over baan en functiebehoud. Medewerkers die heftige periodes meemaken, ook in hun eigen leven, en zich toch volledig blijven inzetten. De loyaliteit aan cliënten is bij alle medewerkers enorm groot. En dat alles mag wel eens goed gezien worden! Onze mensen hebben een bak aan ervaring en expertise in huis. Zij zijn het visitekaartje waar we heel trots op mogen zijn!" Ilse Sweerman, teammanager Ambulant Projecten 33
34
35
Het gezicht van de doelgroep
Yüksel Kazan Kiran
e
hun
Ieder verhaal van huiselijk geweld is anders. Daarom biedt Blijf Groep advies en hulp op maat aan iedereen die ermee te maken heeft.
:
men al
Blijf Groep Postbus 2938 1000 CX Amsterdam T (020) 521 01 50
[email protected] www.blijfgroep.nl Wij zijn ook te vinden op Facebook, Twitter en LinkedIn. Blijf Groep heeft diverse vestigingen in Noord Holland en Flevoland. Deze zijn terug te vinden op onze website bij de contactinformatie: www.blijfgroep.nl/contact
36
Hulp bij het stoppen van huiselijk geweld
Y
üksel is 7 jaar in dienst bij Blijf Groep. Hoewel ze een HBO opleiding CMV heeft, heeft ze gekozen voor het SPW werk, want ze wil graag activiteiten doen met vrouwen. Ze ziet voordelen van het werken met een groep, waar vrouwen ook van elkaar kunnen leren. Met de komst van het Oranje Huis gaat dat echter veran-
deren. “Maar,” zegt ze blijmoedig, “verandering hoort bij het leven. Ik ben er altijd positief onder gebleven en ik heb mijn lach nooit verloren.” Ze hoopt over te kunnen stappen naar de functie van maatschappelijk werker, dat zal een nieuwe uitdaging zijn.
Samenwerking met MW Als SPW draag je niet de eindverantwoordelijkheid voor hoe de hulpverlening verloopt, dat is de taak van de maatschappelijk werker. En ook die heeft te maken met regels en is afhankelijk van instanties, zoals een woningbouwvereniging. Ze geeft een voorbeeld van een cliënte die een huis aangeboden kreeg in een wijk waar ze beslist niet wilde wonen, omdat ze zich er niet veilig voelde. De cliënte vertelde later dat haar leven in die wijk een hel was; ze rende heen en weer tussen haar auto en het huis. Achteraf heeft Yüksel er spijt van dat ze niet meer heeft kunnen doen voor die cliënte. Ze snijdt hiermee het dilemma aan van het uitgangspunt dat je als SPW één lijn moet trekken met je collega MW. Hoewel je de collega niet voor de voeten wilt lopen moet je soms toch een discussie aangaan. Tegelijkertijd beseft ze ook dat de collega weinig keus had omdat de cliënte al een woning had geweigerd. Ze vertelt dat het haar passie is om vrouwen te helpen sterker te worden. Ze is zelf een voorbeeld van de kracht van vrouwen: ze straalt één en al vitale energie uit. Ze wil dat vrouwen een stem krijgen en hun rechten zoeken. Ze denkt dat vrouwen gemakkelijk aan hun rechten voorbij lopen. Bijvoorbeeld als het gaat om stemrecht: daar hebben vrouwen voor gestreden, maakt er dan ook gebruik van! Het mooiste van het werk vindt
ze als een vrouw tegen haar eigen spiegelbeeld kan zeggen: “Ik kan het, ik ben het waard!” Onderdanigheid ten opzichte van autoriteiten ligt soms op de loer bij cliënten. En als hulpverlener ben je ook een autoriteit. Yüksel moet dat soms tegen cliënten zeggen: “Je hoeft niet verlegen te zijn, wij zijn gelijkwaardig!” Afstand en nabijheid heeft ze naar eigen zeggen goed in balans. Ze staat naast haar cliënten, maar houdt wel altijd enige afstand.
Rolmodel Yüksel is met haar Turkse achtergrond een voorbeeld voor Turkse cliënten. Zij vragen haar: ”Wat heb je gedaan om zo ver te komen?” Ze krijgt soms naderhand nog kaarten van ex-cliënten die haar schrijven dat ze nu een opleiding volgen of dat ze een baan hebben gevonden. Daar wordt Yüksel helemaal gelukkig van: “In het hulpverleningstraject ben ik niet alleen bezig met stoppen van de geweldsituatie maar streef ik ook naar actieve participatie van de cliënte in de samenleving.”
De mannen betrekken Ze vindt het ook belangrijk dat mannen inzien dat als een vrouw voor zichzelf opkomt dit niet betekent dat ze gelijk bij hem weg wil. Mannen verzanden gemakkelijk in agressie als hun vrouw met de kinderen vertrekt. Er moet hen veel worden
uitgelegd zodat ook zij begrijpen wat er in hun relatie aan de hand is. Het systeemgerichte werk spreekt haar dan ook erg aan. “Je kunt niet klappen met 1 hand”, verklaart ze, “Blijf Groep kan bemiddelen in de relatie tussen man en vrouw. Met hulp lukt het vaak wel om partners weer op één spoor te krijgen. Het is nodig dat beide partners leren wat een gezonde relatie is.” Samen met cliënten kijken naar de theatervoorstelling ‘De Gesluierde Monologen’ was voor haar een eyeopener. Hoe groot de impact van die voorstelling op cliënten kon zijn heeft ze tevoren niet goed ingeschat. Een cliënte kreeg vlak na de voorstelling een aanval van herbeleving, bonkte keihard met haar hoofd op de grond. Yüksel en haar collega’s waren bang dat de cliënte zichzelf iets zou aandoen. Nu zou ze de cliënten beter voorbereiden op zo’n voorstelling. Een intrigerende observatie tijdens de voorstelling was, dat het vooral Nederlandse vrouwen waren die zaten te huilen. Een verklaring heeft ze hier niet voor. Een voorbeeld van een succes waar Yüksel heel blij van wordt is het vol-
gende verhaal. Een 28 jarige cliënte was extreem verlegen, mensenschuw zelfs. Deze vrouw werd als ‘laag begaafd’ bestempeld. Yüksel zag echter dat de vrouw een achterstand had, waardoor het leek alsof ze zwakbegaafd was. Dat bleek achteraf een juiste observatie te zijn. De cliënte woont nu op zichzelf en werkt in een verzorgingshuis. Het blijkt een heel leergierige vrouw te zijn. Yüksel heeft haar verantwoordelijkheden gegeven zoals het voorzitten van de huisvergadering en meehelpen organiseren van verschillende activiteiten, waardoor de vrouw haar verlegenheid heeft overwonnen.
Twijfel Yüksel twijfelt wel eens over het contact met mannen. Wat doe je als een cliënte haar ex-man echt niet meer wil zien en spreken? Ook veiligheid is een zorg: kunnen wij goed inschatten hoe gevaarlijk een partner kan zijn? Ze geeft een voorbeeld van een cliënte die wegens eergerelateerd geweld werd opgevangen. Broers en andere familieleden werden uit angst voor de veiligheid van de cliënte weggehouden. Alleen met haar vriend kon de cliënte wel contact hebben. Uiteindelijk is zij toch vermoord, niet door haar familie, maar door haar vriend. Het was een ‘crime passionel’. Deze schokkende gebeurtenis zal Yüksel nog lang bijblijven, maar slaat haar niet uit het veld. )
In het hulpverleningstraject ben ik niet alleen bezig met stoppen van de geweldsituatie maar streef ik ook naar actieve participatie van de cliënte in de samenleving. 37
Systeemgericht werken doorbreekt stereotype beelden over geweld in relaties
Jildau is bij Blijf Groep begonnen als stagiaire. Het werk sprak haar direct aan. Na het behalen van haar MWD diploma heeft ze een aantal maanden bij de Stichting MEE gewerkt, een stichting die mensen met een beperking ondersteunt. Maar daar had zij het niet naar haar zin. Ze trok de stoute schoenen aan en belde de teammanager van Blijf in Alkmaar. Daar bleek een vacature te zijn en Jildau werd aangenomen.
zelf de hulpverlening oppakt. Ze ziet zichzelf in de toekomst graag werken met de systeemgerichte aanpak. Ze vertelt: ”De eerste keer dat ik een afspraak met een mannelijke partner had dacht ik ‘dat moet wel een monster zijn’. Maar het bleek een kleine man, die heel blij was dat hij ook zijn kant van het verhaal kon vertellen.” In het Oranje Huis in Alkmaar vangen ze alleen vrouwen op. Jildau ziet wel meer mannen die slachtoffer van huiselijk geweld zijn, maar die worden doorverwezen naar Amsterdam.
nog kan doen is slaan. Maar zij trapt mij in mijn kruis!” Wie begint er nou, denk je dan. Wie is slachtoffer en wie is dader? Wat dat betreft heeft het systeemgerichte werk haar wel de ogen geopend voor de complexiteit van geweld in relaties. De vrouwenopvang is tot het moment dat Blijf op systeemgericht werken overging puur op de opvang van de vrouw als slachtoffer gericht geweest: “Alle mannen waren fout, wij wisten niet beter.” Dat de aanpak nu zo anders is, is winst in Jildau’s ogen.
gaat huiselijk geweld over communicatie, over elkaar niet willen of kunnen begrijpen.
Huisverbod
Stereotype beeld doorbreken
Wensen voor de organisatie
Wat haar aanspreekt in het werk is dat ze een omslag ziet bij de cliënten: ze gaan sterker weg dan dat ze kwamen. Het hele proces dat dit mogelijk maakt vindt Jildau interessant. Jildau doet nu de huisverboden in Noord Kennemerland. Wat ze ook interessant vindt: de snelheid waarmee je moet handelen, het crisiswerk, dat is een uitdaging voor haar. Bij het huisverbod kom je ook de heftiger vormen van huiselijk geweld tegen en in 10 dagen moet je ‘aan de bak’: een hoop werk verzetten. Geen dag is hetzelfde, het werk is onvoorspelbaar.
Het stereotype beeld van de mishandelende man en de vrouw als machteloos slachtoffer wordt met de systeemgerichte aanpak doorbroken. Ze geeft een voorbeeld van een nogal heftige aangifte door een vrouw. Haar partner werd door de politie van bed gelicht. Toen Jildau de man sprak vertelde hij: “Zij zuigt zo erg. Ik kan geen kant meer op. Wat ik alleen
“Het werk is een confrontatie met de schaduwkanten van mensen. Het heeft ook effect op mijn privé leven. Als ik in een supermarkt geschreeuw hoor, sta ik gelijk op scherp.” En ook bij mensen in haar eigen omgeving kijkt ze hoe zij met conflicten in de relatie omgaan. Dat geldt ook voor haarzelf en haar eigen partner: bij conflicten denkt ze goed na over wat ze wel en niet inzet. Uiteindelijk
Jildau wil zich wel meer ontwikkelen in systeemgericht werken. Het nadeel van werken met huisverboden is dat je vooral doorverwijst, dat je niet
Waar de organisatie van Blijf nog in kan verbeteren is in duidelijkheid. Hoewel ze wel ervaart dat het management haar best doet om de medewerkers van de juiste informatie te voorzien. Het registratiesysteem blijft bij tijd en wijle frustratie opleveren. Het zou beter zijn als het nieuwe systeem eerst helemaal goed uitgetest wordt voordat de medewerkers erin getraind worden.
Het werk is een confrontatie met de schaduwkanten van mensen. Het heeft ook effect op mijn privé leven. Als ik in een supermarkt geschreeuw hoor, sta ik gelijk op scherp.
Jildau Borst
38
De ervaringen in het werk kunnen veel met Jildau doen. Ze wordt in het werk op zichzelf teruggeworpen. Soms kan ze twijfelen over de vraag of ze de juiste beslissingen heeft genomen. Die beslissingen moet ze tenslotte wel over weten te brengen naar cliënten. Maar ze heeft altijd de back-up van de teammanager, die met haar mee kan denken en kijken.
Voor Jildau is het ook belangrijk om lucht in het werk te brengen. Zo ging een echtpaar tijdens een gesprek opnieuw met elkaar in conflict en liet Jildau dat even gebeuren. Vervolgens zette zij het gesprek stop en bedankt hen voor de demonstratie van hoe het thuis waarschijnlijk ook vaak verloopt. Beiden moesten toen lachen. Grapjes maken haalt de zwaarte soms weg, dat is helpt. )
39
Er zit muziek in!
Het mooiste in mijn werk bij Blijf Groep is dat ik de pilot kinderwerk methodiek mocht doen. Ik heb altijd al gevonden dat kinderen meer nodig hebben dan alleen activiteiten.
Op de vraag hoe Vlatka bij Blijf Groep terecht is gekomen volgt een boeiend en soms ontroerend verhaal.
Gevlucht uit Bosnië In december 1994 is Vlatka met haar man en twee kinderen vanuit Bosnië via Kroatië naar Nederland gevlucht. In Bosnië had ze een mooie carrière opgebouwd als muziekdocente. Er waren ook koorwedstrijden waar ze elk jaar aan meedeed. In de laatste wedstrijd heeft ze met haar koor een hoge score behaald – en toen brak de oorlog uit.
Krachtige vrouw Ze vertelt dat het meemaken van de oorlog haar krachtiger heeft gemaakt. Dat Vlatka een krachtige vrouw is blijkt uit haar verhaal. Want ze kwam met man en kinderen in een asielzoekerscentrum terecht en had in Nederland verder helemaal niemand. Ze vergelijkt het met
40
Vlatka Jankovic
wonen op Mars: je bent helemaal op jezelf aangewezen. Ze miste haar familie en vrienden, maar misschien nog meer miste ze haar baan als muziekdocente. Om al dat gemis was ze heel verdrietig. Ze stelde zichzelf een doel: “Als ik hier in Nederland iets wil kunnen doen moet ik allereerst de taal goed beheersen. Ik moet werken aan de toekomst, een nieuwe identiteit vinden.” Dus maakte ze gebruik van de gelegenheid om Nederlands te leren in het asielzoekerscentrum. Behalve de taal was het ook belangrijk voor Vlatka en haar gezin om een netwerk op te bouwen. Dat begon bij de vreemdelingenpolitie, waar ze met haar gezin naartoe moest. Ze moesten op dat bureau lang wachten en haar zoontje kreeg honger. En tussen al die verschillende talen die daar klonken hoorde ze ineens iemand in haar eigen taal praten. Het bleek een vrouw met een zoontje van ongeveer dezelfde leeftijd te zijn. Zij had gehoord hoe Vlatka’s zoontje om eten vroeg. De vrouw bood hem een broodje aan en zo is dat eerste contact begonnen. Via deze vrouw kwamen ze ook met andere mensen in contact en kon het opbouwen van een nieuw netwerk beginnen. Vlatka heeft nog steeds contact met haar.
Een baan zoeken Vlatka belandde bij vluchtelingenwerk. Daar kreeg ze meer Nederlandse les en met gemak haalde Vlatka
niveau 3. Omdat dit zo goed ging boden ze haar de mogelijkheid om nog meer les te krijgen en zo niveau 4 te kunnen halen. Dat lukte en zo kwam ze in aanmerking voor een ID baan, zoals dat toen heette. Het betekende dat de werkgever recht had op subsidie als hij een langdurig werkloze in dienst nam. Vlatka ging vervolgens naar het arbeidsbureau en trof daar een doortastende jonge man als contactpersoon. Hij liet haar kennismaken met computers, waar ze tot die tijd alleen nog maar van gehoord had. Hij vond twee passende vacatures voor haar bij de vrouwenopvang in Amsterdam. Eén bij Blijf van m’n Lijf in Amsterdam Oost en één bij het Eliashuis in West. Hij hielp haar om een sollicitatiebrief op te stellen en verstuurde deze ook direct. De volgende middag vond ze al een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek. Ze had er geen idee van dat het met mailverkeer zo snel ging. Met haar brommer reed ze naar het opvanghuis – het Eliashuis - maar twijfelde: “Maar het is een kerk!” Een voorbijganger hielp haar en schoorvoetend belde ze aan bij ‘de kerk’. Daar hoorde ze voor het eerst over de opvang huiselijk geweld – ze had er geen idee van dat er in Nederland zoiets bestond. Tot haar eigen verbazing werd ze aangenomen. Ze werd assistent activiteiten begeleider voor het kinderwerk. Ze was toen al 6 jaar in Nederland.
Na 3 ½ jaar werken als assistent kinderwerk bij het Eliashuis kreeg ze een reguliere baan bij Blijf van mijn lijf als kinderwerkster. Daartoe heeft ze een opleiding SPW niveau 4 activiteitbegeleider aan het ROC gevolgd. Sinds november 2004 tot heden werkt Vlatka bij BWA. Ze vertelt dat ze nog steeds veel met muziek doet, in de eerste plaats met de kinderen met wie ze werkt. Maar ze heeft ook workshops aan de collega’s gegeven.
Huiselijk geweld in Bosnië In haar tijd als docente in Bosnië werd ze vaak geconfronteerd met huiselijk geweld. Daar heerste toen nog een cultuur waarin het normaal werd gevonden om kinderen te slaan en waarin vrouwen gemakkelijk aan de kant gezet konden worden door hun man. Zo kwam er eens een moeder naar Vlatka toe met de mededeling dat ze door haar man uit huis gezet was, dat hij een andere vrouw in huis had genomen en dat ze haar twee kinderen niet meer mocht zien. Hij zou haar vermoorden als ze haar kinderen zou opzoeken. De vrouw smeekte Vlatka of ze de twee zoontjes even uit de klas mocht halen, zodat ze hen even kon zien. Dat gebeurde en gedurende dat lesuur kon de moeder haar kinderen zien en spreken. Toen het lesuur voorbij was moesten de jongens weer weg bij hun moeder. Vlatka ziet nog het intense verdriet van de moeder en de twee huilende jongens die zich aan hun moeder vastklampten. Ze krijgt er na ruim 20 jaar nog tranen van in haar ogen. )
41
Jeltje van der Heide Naar het Steunpunt
Het leven bestaat uit meer dan werken Op haar 17e is Jeltje gaan werken als verpleegkundige. Omdat ze meer dan alleen de lichamelijke verzorging wilde doen, is ze overgestapt naar een nierdialyseafdeling om nierpatiënten hulp te bieden. Vervolgens ging ze werken in een herstellingsoord, waar ze begon met de deeltijdopleiding Maatschappelijk Werk. Daarna is ze bij een AMW instelling terecht gekomen, waar ze lang heeft gewerkt. Haar hart heeft altijd bij vrouwenhulpverlening gelegen, daar heeft ze zich bij het AMW ook met name op gericht. Toevallig is die keuze voor vrouwenhulpverlening niet. Jeltje is opgegroeid in een tijd waarin opleiding en studie voor meisjes niet vanzelfsprekend was. Het werd niet belangrijk gevonden, omdat ‘meisjes toch gaan trouwen en niet hoeven te werken’. Als jong meisje heeft ze zich al verzet tegen deze opvatting. Jeltje zat op een kleine lagere school, waar klassen samengevoegd werden omdat er zo weinig leerlingen waren. Er zaten 24 leerlingen op de hele school. Ze heeft daardoor wat achterstand opgelopen en heeft later alle zeilen bijgezet om dat in te halen. 42
In haar werk bij het AMW had ze al veel contacten met de Vrouwenopvang. Toen de Steunpunten werden gelanceerd leek het voor de hand liggend dat Jeltje zich daarop zou gaan richten. Dat heeft ze ook gedaan door zich bij te laten scholen bij het toenmalige Transact. Het was toen nog onduidelijk aan welke organisatie de Steunpunten zouden worden toegevoegd. Uiteindelijk werd dat Blijf Groep, maar het duurde nog enige jaren voordat ze uiteindelijk bij het Steunpunt terecht kwam. Dat is nu ongeveer 10 jaar geleden. Samen met collega Cindy ‘bevrouwt’ Jeltje, die drie dagen per week werkt, het kantoor in Lelystad, waar ze samen met veel plezier werken. En ze doen het goed: de productie in Lelystad is hoog, zo heeft ze laatst te horen gekregen. In die 10 jaren bij Blijf zijn ook turbulente periodes geweest, maar het inhoudelijke werk heeft haar steeds aangesproken en inspiratie gegeven. Jeltje voelt zich het beste bij een open communicatie: “Als er iets is, wil ik dingen uitpraten. Ik wil er het maximale aan doen om eventuele problemen op te lossen. Maar ja, overal is wel eens wat!” eindigt ze relativerend.
Gevolgen Oranje Huis Het is zeker dat er in Flevoland een Oranje Huis komt, maar nog niet helemaal duidelijk wat de gevolgen daarvan zullen zijn voor haar eigen manier van werken. De hulpverlening zal veranderen als het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling en huiselijk geweld wordt opgericht. Ze heeft daar een training over gehad: het betekent o.a. dat ze meer moeten doorvragen naar feitelijkheden, zoals
dat ook bij het AMK gebeurt. Jeltje heeft zich gerealiseerd dat dit een andere manier van werken is dan zij tot nu toe gewend is. Ze zegt: “Alles valt te leren, dus ik zal het wel redden. Maar ik zal er wel aan moeten werken!” Met vervroegd pensioen gaan zit er voor Jeltje niet in. Nadat haar man slechtziend werd moest het eigen landbouwbedrijf worden verkocht. Omdat haar man niet meer kon autorijden moesten ze verhuizen en dichter bij een woonkern gaan wonen. Jeltje en haar man zijn daarna aan de rand van Lelystad in het biologisch gebied een publiekstuin van 1 ha begonnen. Daarnaast heeft ze nog een studerende zoon. Hij was schaatser. Nadat hij de ziekte van Pfeiffer kreeg kwam er een einde aan zijn topsportcarrière. Daarom is hij op zijn 23e alsnog aan een studie begonnen.
Genieten Jeltje werkt ook graag met haar handen: ze onderhoudt de tuin en geeft in de wintermaanden vilt- en ecoprint workshops. Ze geniet ervan om de mooie dingen van het leven te delen met anderen. “Cliënten op weg helpen om weer grip op hun eigen leven te krijgen is één van die dingen waar ik van geniet. Maar ik kan ook erg genieten van de tuin en van samen met anderen mooie viltwerkstukken maken.” )
Trots op de samenwerking met elkaar! Gedreven mensen, met het hart op de juiste plaats, Gedreven met een groot hart voor elkaar en de cliënt Soms teveel van het één en soms te weinig van het ander, soms een cynische grap. Soms is onze kracht een valkuil. Onzekerheid, onrust, op meerdere fronten, maakt dat je elkaar soms niet meer kunt verstaan. Onzekerheid: doen wij het wel goed, doe ik het wel goed? Veiligheid, jezelf mogen en kunnen zijn, gehoord en gezien worden. Werkelijk oog hebben voor elkaar en de cliënt. Visie, kaders en richting. Wat vind jij, wat vind ik, wat vinden wij belangrijk? Is er ruimte voor persoonlijke kleur? Op momenten dat we het niet meer weten zoeken we naar houvast, streven we naar perfectie. Leggen we de lat hoog. Samenwerken is bewegen, zelf de beweging maken. Samenwerken is feedback geven, ook de dingen durven delen. Samenwerken is spreken van hart tot hart. Samenwerken is de sleutel tot succes. Het is niet altijd makkelijk maar wat mij betreft hebben we dat succes bereikt en daar ben ik trots op.Trots ben ik op mijn medewerkers die stuk voor stuk de moed hebben om: • zich kwetsbaar op te stellen en schaamte te delen • niet te oordelen • zekerheden los te laten om te kunnen groeien • om te gaan met afwijzingen en teleurstellingen en ervan te leren • eigen intuïtie te volgen en je gedachten met gepast wantrouwen te onderzoeken op waarheid Marieke Groen, teammanager Oranjehuis Alkmaar en Haarlem
Colofon Dit magazine is gerealiseerd in het kader van het jubileumjaar 40 jaar Blijf van m’n Lijf en geeft een kleurrijk beeld van ons werk en de medewerkers. Blijf Groep bedankt Greet Kappers voor dit genomen initiatief en haar toegewijde inzet. En uiteraard bedanken wij iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan dit prachtige magazine.
Een groot deel van de interviews heb ik gedaan in een locatie van het Coachhuis in Amsterdam. Het kwam regelmatig voor dat ik nog bezig was met iemand en dat de volgende alweer zat te wachten. Helene Spork, de eigenares van het pand, ving hen dan op met een lekker kopje koffie en een gezellige babbel. Op een gegeven moment kwam Helene naar me toe met de opmerking: “Jeetje, wat heb jij een leuke klanten zeg! Wat een leuke mensen allemaal!” Dit compliment wil ik jullie niet onthouden en bovendien kan ik het alleen maar volmondig met haar eens zijn! Greet Kappers
Uitgever: Blijf Groep Tekst: Greet Kappers, Werken met Spirit Fotografie interviews: Greet Kappers, Werken met Spirit Vormgeving: Marlies Out, Firmato Eindredactie en copyright: Blijf Groep Drukwerk: Bejo druk & print Datum: oktober 2014 www.blijfgroep.nl Blijf Groep Postbus 2938 100 CX AMSTERDAM T 020 521 01 50