Wij doen momenteel een onderzoek in opdracht van Eurofound, de Europese Stichting voor de Verbetering van de Leef‐ en Werkomstandigheden. Dat is een agentschap van de Europese Unie. Het gaat dus om een onderzoek dat wordt uitgevoerd in de EU lidstaten en een aantal buurlanden. We onderzoeken hoe mensen de kwaliteit van hun leven ervaren. Het is nu de derde keer dat dit onderzoek plaatsvindt en we zullen kunnen nagaan hoe de werk‐ en leefomstandigheden in België en Europa zijn veranderd gedurende de laatste 8 jaren. De resultaten zullen ook worden gebruikt bij de verbetering van de werk‐ en leefomstandigheden van iedereen in Europa. Hebt u tijd om mee te werken aan dit onderzoek? De vragenlijst duurt zo’n 40‐45 minuten. Uw antwoorden blijven te allen tijde anoniem en u kunt vrij kiezen om eraan mee te werken. Eventueel kunt u een antwoord op een vraag weigeren of kunt u het interview stoppen. U mag niet interviewen voor 8:00 U mag geen nieuw interview starten na 22:00 Start hh:mm _________ HH0 ENQ.: VOER HET UNIEKE ID‐NUMMER in dat de link vormt met het contactblad _________ IF (HH1=0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten HH1 Ik wil graag beginnen met u enkele vragen te stellen over uw gezin. Hoeveel personen telt dit gezin, uzelf inbegrepen? (ENQ.: NOTEER HET JUISTE AANTAL PERSONEN IN HET GEZIN) _________ HH2a ENQ.: NOTEER HET GESLACHT VAN DE RESPONDENT 1 Man 2 Vrouw IF (HH2b<18) ‐‐> (F) U mag niemand interviewen die jonger is dan 18 IF (HH2b>120)‐‐> (F) U mag niemand interviewen die ouder is dan 120 HH2b Als we bij uzelf beginnen, hoe oud bent u geworden toen u de laatste keer jarig was? _________ IF (HH2D=7) & (HH2B<45) ‐‐> (W) Oh, u bent vroeg met pensioen gegaan. IF (HH2D=9) & (HH2B>40) ‐‐> (W) Oh, op die leeftijd, nog steeds in opleiding. HH2d (ENQ. TOON KAART D) Wat is uw beroepsactiviteit?
1 2 3 4 5 6 7 8
Werknemer in loondienst of zelfstandig Werknemer, op zwangerschaps‐ of ouderschapsverlof of ander verlof In dienst als familielid in familiebedrijf of boerderij Werkloos minder dan 12 maanden Werkloos 12 maanden of meer Niet in staat om te werken door langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid Met pensioen Voltijds huisvrouw of –man/ verantwoordelijke voor het alledaags winkelen en zorgen voor het huishouden 9 In opleiding (op school, universiteit, etc.)/student 10 Andere 11 kind jonger dan 14 (NIET GEVRAAGD/NIET OP KAART) HH3a (ENQ.: START MET HET OUDSTE LID VAN HET GEZIN) Laten we het nu over de ANDERE gezinsleden hebben, te starten met de oudste... Is deze persoon een man of een vrouw? 1 Man 2 Vrouw IF (HH3b > 120) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. IF (HH3b=0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten HH3b Hoe oud is deze persoon geworden toen hij/zij het laatst jarig was? _________ IF (HH3c = 1) & (HH3b <= 18) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd partner? IF (HH3c=2) & (HH2b<=(HH3b+14)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kind? IF (HH3c=5) & (HH2b<=(HH3b+30)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kleinkind? HH3c (ENQ.: TOON KAART C) Welke relatie heeft u met deze persoon? Is dit uw.....? 1 Echtgeno(o)t(e) / partner 2 (stief)zoon/(stief)dochter 3 Ouder, stief‐ouder of schoonvader of –moeder 4 Schoondochter of schoonzoon 5 Kleinkind 6 Broer/zus (incl. half‐ of stiefbroer/zus) 7 Ander familielid (grootouders, tantes en ooms, enz.) 8 Een andere naaste, geen familielid HH3d (ENQ.: SHOW CARD D) Wat is de beroepsactiviteit van deze persoon? 1 Werknemer in loondienst of zelfstandig 2 Werknemer, op zwangerschaps‐ of ouderschapsverlof of ander verlof 3 In dienst als familielid in familiebedrijf of boerderij
4 5 6 7 8
Werkloos minder dan 12 maanden Werkloos 12 maanden of meer Niet in staat om te werken door langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid Met pensioen Voltijds huisvrouw of –man/ verantwoordelijke voor het alledaags winkelen en zorgen voor het huishouden 9 In opleiding (op school, universiteit, etc.)/student 10 Andere HH3a (ENQ.: START MET HET OUDSTE LID VAN HET GEZIN) Laten we het nu over de ANDERE gezinsleden hebben, te starten met de oudste... Is deze persoon een man of een vrouw? 1 Man 2 Vrouw IF (HH3b > 120) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. IF (HH3b=0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten HH3b Hoe oud is deze persoon geworden toen hij/zij het laatst jarig was? ___________ IF (HH3c= 1) & (HH3b <= 18) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd partner? IF (HH3c=2) & (HH2b<=(HH3b+14)) ‐‐> (W)Gewoon ter controle, hebt u gezegd kind? IF (HH3c=5) & (HH2b<=(HH3b+30)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kleinkind? HH3c (ENQ.: TOON KAART C) Welke relatie heeft u met deze persoon? Is dit uw.....? 1 Echtgeno(o)t(e) / partner 2 (stief)zoon/(stief)dochter 3 Ouder, stief‐ouder of schoonvader of –moeder 4 Schoondochter of schoonzoon 5 Kleinkind 6 Broer/zus (incl. half‐ of stiefbroer/zus) 7 Ander familielid (grootouders, tantes en ooms, enz.) 8 Een andere naaste, geen familielid HH3d (ENQ.: SHOW CARD D) Wat is de beroepsactiviteit van deze persoon? 1 Werknemer in loondienst of zelfstandig 2 Werknemer, op zwangerschaps‐ of ouderschapsverlof of ander verlof 3 In dienst als familielid in familiebedrijf of boerderij 4 Werkloos minder dan 12 maanden 5 Werkloos 12 maanden of meer 6 Niet in staat om te werken door langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid 7 Met pensioen 8 Voltijds huisvrouw of –man/ verantwoordelijke voor het alledaags winkelen en zorgen
voor het huishouden 9 In opleiding (op school, universiteit, etc.)/student 10 Andere HH3a (ENQ.: START MET HET OUDSTE LID VAN HET GEZIN) Laten we het nu over de ANDERE gezinsleden hebben, te starten met de oudste... Is deze persoon een man of een vrouw? 1 Man 2 Vrouw IF (HH3b > 120) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. IF (HH3b=0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten HH3b Hoe oud is deze persoon geworden toen hij/zij het laatst jarig was? _________ IF (HH3c= 1) & (HH3b <= 18) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd partner? IF (HH3c=2) & (HH2b<=(HH3b+14)) ‐‐> (W)Gewoon ter controle, hebt u gezegd kind? IF (HH3c=5) & (HH2b<=(HH3b+30)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kleinkind? HH3c (ENQ.: TOON KAART C) Welke relatie heeft u met deze persoon? Is dit uw.....? 1 Echtgeno(o)t(e) / partner 2 (stief)zoon/(stief)dochter 3 Ouder, stief‐ouder of schoonvader of –moeder 4 Schoondochter of schoonzoon 5 Kleinkind 6 Broer/zus (incl. half‐ of stiefbroer/zus) 7 Ander familielid (grootouders, tantes en ooms, enz.) 8 Een andere naaste, geen familielid HH3d (ENQ.: SHOW CARD D) Wat is de beroepsactiviteit van deze persoon? 1 Werknemer in loondienst of zelfstandig 2 Werknemer, op zwangerschaps‐ of ouderschapsverlof of ander verlof 3 In dienst als familielid in familiebedrijf of boerderij 4 Werkloos minder dan 12 maanden 5 Werkloos 12 maanden of meer 6 Niet in staat om te werken door langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid 7 Met pensioen 8 Voltijds huisvrouw of –man/ verantwoordelijke voor het alledaags winkelen en zorgen voor het huishouden 9 In opleiding (op school, universiteit, etc.)/student 10 Andere HH3a (ENQ.: START MET HET OUDSTE LID VAN HET GEZIN) Laten we het nu over de ANDERE
gezinsleden hebben, te starten met de oudste... Is deze persoon een man of een vrouw? 1 Man 2 Vrouw IF (HH3b > 120) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. IF (HH3b=0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten HH3b Hoe oud is deze persoon geworden toen hij/zij het laatst jarig was? __________ IF (HH3c= 1) & (HH3b <= 18) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd partner? IF (HH3c=2) & (HH2b<=(HH3b+14)) ‐‐> (W)Gewoon ter controle, hebt u gezegd kind? IF (HH3c=5) & (HH2b<=(HH3b+30)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kleinkind? HH3c (ENQ.: TOON KAART C) Welke relatie heeft u met deze persoon? Is dit uw.....? 1 Echtgeno(o)t(e) / partner 2 (stief)zoon/(stief)dochter 3 Ouder, stief‐ouder of schoonvader of –moeder 4 Schoondochter of schoonzoon 5 Kleinkind 6 Broer/zus (incl. half‐ of stiefbroer/zus) 7 Ander familielid (grootouders, tantes en ooms, enz.) 8 Een andere naaste, geen familielid HH3d (ENQ.: SHOW CARD D) Wat is de beroepsactiviteit van deze persoon? 1 Werknemer in loondienst of zelfstandig 2 Werknemer, op zwangerschaps‐ of ouderschapsverlof of ander verlof 3 In dienst als familielid in familiebedrijf of boerderij 4 Werkloos minder dan 12 maanden 5 Werkloos 12 maanden of meer 6 Niet in staat om te werken door langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid 7 Met pensioen 8 Voltijds huisvrouw of –man/ verantwoordelijke voor het alledaags winkelen en zorgen voor het huishouden 9 In opleiding (op school, universiteit, etc.)/student 10 Andere HH3a (ENQ.: START MET HET OUDSTE LID VAN HET GEZIN) Laten we het nu over de ANDERE gezinsleden hebben, te starten met de oudste... Is deze persoon een man of een vrouw? 1 Man 2 Vrouw
IF (HH3b > 120) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. IF (HH3b=0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten HH3b Hoe oud is deze persoon geworden toen hij/zij het laatst jarig was? ___________ IF (HH3c= 1) & (HH3b <= 18) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd partner? IF (HH3c=2) & (HH2b<=(HH3b+14)) ‐‐> (W)Gewoon ter controle, hebt u gezegd kind? IF (HH3c=5) & (HH2b<=(HH3b+30)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kleinkind? HH3c (ENQ.: TOON KAART C) Welke relatie heeft u met deze persoon? Is dit uw.....? 1 Echtgeno(o)t(e) / partner 2 (stief)zoon/(stief)dochter 3 Ouder, stief‐ouder of schoonvader of –moeder 4 Schoondochter of schoonzoon 5 Kleinkind 6 Broer/zus (incl. half‐ of stiefbroer/zus) 7 Ander familielid (grootouders, tantes en ooms, enz.) 8 Een andere naaste, geen familielid HH3d (ENQ.: SHOW CARD D) Wat is de beroepsactiviteit van deze persoon? 1 Werknemer in loondienst of zelfstandig 2 Werknemer, op zwangerschaps‐ of ouderschapsverlof of ander verlof 3 In dienst als familielid in familiebedrijf of boerderij 4 Werkloos minder dan 12 maanden 5 Werkloos 12 maanden of meer 6 Niet in staat om te werken door langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid 7 Met pensioen 8 Voltijds huisvrouw of –man/ verantwoordelijke voor het alledaags winkelen en zorgen voor het huishouden 9 In opleiding (op school, universiteit, etc.)/student 10 Andere HH3a (ENQ.: START MET HET OUDSTE LID VAN HET GEZIN) Laten we het nu over de ANDERE gezinsleden hebben, te starten met de oudste... Is deze persoon een man of een vrouw? 1 Man 2 Vrouw IF (HH3b > 120) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. IF (HH3b=0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten HH3b Hoe oud is deze persoon geworden toen hij/zij het laatst jarig was?
_________ IF (HH3c= 1) & (HH3b <= 18) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd partner? IF (HH3c=2) & (HH2b<=(HH3b+14)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kind? IF (HH3c=5) & (HH2b<=(HH3b+30)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kleinkind? HH3c (ENQ.: TOON KAART C) Welke relatie heeft u met deze persoon? Is dit uw.....? 1 Echtgeno(o)t(e) / partner 2 (stief)zoon/(stief)dochter 3 Ouder, stief‐ouder of schoonvader of –moeder 4 Schoondochter of schoonzoon 5 Kleinkind 6 Broer/zus (incl. half‐ of stiefbroer/zus) 7 Ander familielid (grootouders, tantes en ooms, enz.) 8 Een andere naaste, geen familielid HH3d (ENQ.: SHOW CARD D) Wat is de beroepsactiviteit van deze persoon? 1 Werknemer in loondienst of zelfstandig 2 Werknemer, op zwangerschaps‐ of ouderschapsverlof of ander verlof 3 In dienst als familielid in familiebedrijf of boerderij 4 Werkloos minder dan 12 maanden 5 Werkloos 12 maanden of meer 6 Niet in staat om te werken door langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid 7 Met pensioen 8 Voltijds huisvrouw of –man/ verantwoordelijke voor het alledaags winkelen en zorgen voor het huishouden 9 In opleiding (op school, universiteit, etc.)/student 10 Andere HH3a (ENQ.: START MET HET OUDSTE LID VAN HET GEZIN) Laten we het nu over de ANDERE gezinsleden hebben, te starten met de oudste... Is deze persoon een man of een vrouw? 1 Man 2 Vrouw IF (HH3b > 120) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. IF (HH3b=0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten HH3b Hoe oud is deze persoon geworden toen hij/zij het laatst jarig was? __________ IF (HH3c= 1) & (HH3b <= 18) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd partner? IF (HH3c=2) & (HH2b<=(HH3b+14)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kind? IF (HH3c=5) & (HH2b<=(HH3b+30)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kleinkind?
HH3c (ENQ.: TOON KAART C) Welke relatie heeft u met deze persoon? Is dit uw.....? 1 Echtgeno(o)t(e) / partner 2 (stief)zoon/(stief)dochter 3 Ouder, stief‐ouder of schoonvader of –moeder 4 Schoondochter of schoonzoon 5 Kleinkind 6 Broer/zus (incl. half‐ of stiefbroer/zus) 7 Ander familielid (grootouders, tantes en ooms, enz.) 8 Een andere naaste, geen familielid HH3d (ENQ.: SHOW CARD D) Wat is de beroepsactiviteit van deze persoon? 1 Werknemer in loondienst of zelfstandig 2 Werknemer, op zwangerschaps‐ of ouderschapsverlof of ander verlof 3 In dienst als familielid in familiebedrijf of boerderij 4 Werkloos minder dan 12 maanden 5 Werkloos 12 maanden of meer 6 Niet in staat om te werken door langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid 7 Met pensioen 8 Voltijds huisvrouw of –man/ verantwoordelijke voor het alledaags winkelen en zorgen voor het huishouden 9 In opleiding (op school, universiteit, etc.)/student 10 Andere HH3a (ENQ.: START MET HET OUDSTE LID VAN HET GEZIN) Laten we het nu over de ANDERE gezinsleden hebben, te starten met de oudste... Is deze persoon een man of een vrouw? 1 Man 2 Vrouw IF (HH3b > 120) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. IF (HH3b=0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten HH3b Hoe oud is deze persoon geworden toen hij/zij het laatst jarig was? ___________ IF (HH3c= 1) & (HH3b <= 18) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd partner? IF (HH3c=2) & (HH2b<=(HH3b+14)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kind? IF (HH3c=5) & (HH2b<=(HH3b+30)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kleinkind? HH3c (ENQ.: TOON KAART C) Welke relatie heeft u met deze persoon? Is dit uw.....? 1 Echtgeno(o)t(e) / partner 2 (stief)zoon/(stief)dochter
3 4 5 6 7 8
Ouder, stief‐ouder of schoonvader of –moeder Schoondochter of schoonzoon Kleinkind Broer/zus (incl. half‐ of stiefbroer/zus) Ander familielid (grootouders, tantes en ooms, enz.) Een andere naaste, geen familielid
HH3d (ENQ.: SHOW CARD D) Wat is de beroepsactiviteit van deze persoon? 1 Werknemer in loondienst of zelfstandig 2 Werknemer, op zwangerschaps‐ of ouderschapsverlof of ander verlof 3 In dienst als familielid in familiebedrijf of boerderij 4 Werkloos minder dan 12 maanden 5 Werkloos 12 maanden of meer 6 Niet in staat om te werken door langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid 7 Met pensioen 8 Voltijds huisvrouw of –man/ verantwoordelijke voor het alledaags winkelen en zorgen voor het huishouden 9 In opleiding (op school, universiteit, etc.)/student 10 Andere HH3a (ENQ.: START MET HET OUDSTE LID VAN HET GEZIN) Laten we het nu over de ANDERE gezinsleden hebben, te starten met de oudste... Is deze persoon een man of een vrouw? 1 Man 2 Vrouw IF (HH3b > 120) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. IF (HH3b=0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten HH3b Hoe oud is deze persoon geworden toen hij/zij het laatst jarig was? __________ IF (HH3c= 1) & (HH3b <= 18) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd partner? IF (HH3c=2) & (HH2b<=(HH3b+14)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kind? IF (HH3c=5) & (HH2b<=(HH3b+30)) ‐‐> (W) Gewoon ter controle, hebt u gezegd kleinkind? HH3c (ENQ.: TOON KAART C) Welke relatie heeft u met deze persoon? Is dit uw.....? 1 Echtgeno(o)t(e) / partner 2 (stief)zoon/(stief)dochter 3 Ouder, stief‐ouder of schoonvader of –moeder 4 Schoondochter of schoonzoon 5 Kleinkind 6 Broer/zus (incl. half‐ of stiefbroer/zus) 7 Ander familielid (grootouders, tantes en ooms, enz.)
8 Een andere naaste, geen familielid HH3d (ENQ.: SHOW CARD D) Wat is de beroepsactiviteit van deze persoon? 1 Werknemer in loondienst of zelfstandig 2 Werknemer, op zwangerschaps‐ of ouderschapsverlof of ander verlof 3 In dienst als familielid in familiebedrijf of boerderij 4 Werkloos minder dan 12 maanden 5 Werkloos 12 maanden of meer 6 Niet in staat om te werken door langdurige ziekte of arbeidsongeschiktheid 7 Met pensioen 8 Voltijds huisvrouw of –man/ verantwoordelijke voor het alledaags winkelen en zorgen voor het huishouden 9 In opleiding (op school, universiteit, etc.)/student 10 Andere IF ((HH2D = 3) or (HH2D = 4)or (HH2D=5)or (HH2D=6) or (HH2D=7) or (HH2D=8) or (HH2D=9) or (HH2D=10)) Q1 Heeft u ooit betaald werk verricht? 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) IF ((HH2D = 1) or (HH2D = 2)) Q2 Bent u voornamelijk ...? LEES ALLE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN VOOR – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK 1 Zelfstandige zonder werknemers 2 Zelfstandige met werknemers 3 Werknemer 4 Andere 5 (Weet niet) 6 (Weigering) IF ((HH2D = 1) or (HH2D = 2)) Q3 In je huidige job, heb je….. ENQ.: LEES VOOR – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK 1 Een contract voor onbepaalde duur 2 Een contract voor bepaalde duur, minder dan 12 maanden 3 Een contract van bepaalde duur van één jaar of langer 4 Een interimcontract 5 In een stageplaats of een andere vorm van opleiding
6 7 8 9
Zonder schriftelijk arbeidscontract Andere (Weet niet) (Weigering)
IF ((HH2D = 1) or (HH2D = 2)) Q4 Wat is uw huidige beroep? ENQ.: TOON KAART Q4/Q5 EN CODEER IN HET ROOSTER – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK OF NOTEER 12 INDIEN WEET NIET, 13 INDIEN WEIGERING 1 Managers/leidinggevende functies Zoals bedrijfsleider, directeur, financieel manager, sales‐ en marketingmanager, manager human resources, hoger administratief personeel in openbare diensten, bankdirecteur, hotelmanager, restaurant manager, fabriekseigenaar 2 Professional zoals arts, tandarts, gekwalificeerde verpleegkundige of verloskundige, advocaat, rechter, architect, wetenschapper, hoogleraar, leerkracht, ingenieur, IT‐ professional, journalist, psycholoog, accountant, kunstenaar 3 Technici en junior professionals zoals bouwopzichter, luchtverkeersleider, piloot, tandartsassistente, fysiotherapeut, junior verpleegkundige, opticien, makelaar, verzekeringsagent, gespecialiseerde secretaresse (zoals juridische of medisch secretaresse), politie‐inspecteur, douane‐inspecteur, telecommunicatie‐engineering, makelaar, kredieten en leningen kantoren, IT‐ondersteunend personeel, sportinstructeur, fotograaf, chef‐kok 4 Administratief personeel zoals secretaresse, telefoniste, salarisadministratie, typist, datatypist, postbode, kantoorbediende, boekhouder, receptionist(e) 5 Dienstverlener Zoals steward, kok, serveerster, kapper, conducteur, begrafenisondernemer, rij‐instructeur, conciërge, assistent in de gezondheidszorg, medewerker in de kinderzorg, leerkrachtassistent, brandweerman, politieman, cipier, bewakingsagent 6 Verkoopsmedewerker/winkelpersoneel Zoals winkeluitbater, winkelassistent, verkoper, tankstationbediende, kassier 7 Geschoolde landbouwers, bosbouwers en vissers Zoals tuinbouwer, arbeider in de landbouw‐ en veeteeltproductie, landbouwer, visser 8 Ambachtslieden Zoals metselaar, timmerman, elektricien, dakwerker, loodgieter, schilder, lasser, smid, gereedschapsmaker, mecanicien, stoffeerder, vloerenlegger, drukker, hersteller, werktuigmaker, ploegbaas, mecanicien van voertuigen, naaiwerker, bakker, beenhouwer, kleermaker, schrijnwerker, handarbeider 9 Bedieningspersoneel van machines en installaties, assembleurs Zoals mijnwerker,
fabrieksoperator, machinist, monteur elektronische apparatuur, bestuurder, heftruckbestuurder 10 Elementaire beroepen zoals schoonmaker, landarbeider, bouwvakker, inpakker, portier, ongeschoolde fabrieksarbeider, keukenhulp, straatveger, vuilnisman, boodschapper, meteropnemer, afvalsorteerder 11 Betrekking bij het leger/krijgsmacht 12 Weet niet 13 Weigering IF (Q1=1) Q5 Wat was uw laatst uitgeoefende beroep? ENQ.: TOON KAART Q5 EN CODEER IN HET ROOSTER – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK OF NOTEER 12 INDIEN WEET NIET, 13 INDIEN WEIGERING 1 Managers/leidinggevende functies Zoals bedrijfsleider, directeur, financieel manager, sales‐ en marketingmanager, manager human resources, hoger administratief personeel in openbare diensten, bankdirecteur, hotelmanager, restaurant manager, fabriekseigenaar 2 Professional zoals arts, tandarts, gekwalificeerde verpleegkundige of verloskundige, advocaat, rechter, architect, wetenschapper, hoogleraar, leerkracht, ingenieur, IT‐ professional, journalist, psycholoog, accountant, kunstenaar 3 Technici en junior professionals zoals bouwopzichter, luchtverkeersleider, piloot, tandartsassistente, fysiotherapeut, junior verpleegkundige, opticien, makelaar, verzekeringsagent, gespecialiseerde secretaresse (zoals juridische of medisch secretaresse), politie‐inspecteur, douane‐inspecteur, telecommunicatie‐engineering, makelaar, kredieten en leningen kantoren, IT‐ondersteunend personeel, sportinstructeur, fotograaf, chef‐kok 4 Administratief personeel zoals secretaresse, telefoniste, salarisadministratie, typist, datatypist, postbode, kantoorbediende, boekhouder, receptionist(e) 5 Dienstverlener Zoals steward, kok, serveerster, kapper, conducteur, begrafenisondernemer, rij‐instructeur, conciërge, assistent in de gezondheidszorg, medewerker in de kinderzorg, leerkrachtassistent, brandweerman, politieman, cipier, bewakingsagent 6 Verkoopsmedewerker/winkelpersoneel Zoals winkeluitbater, winkelassistent, verkoper, tankstationbediende, kassier 7 Geschoolde landbouwers, bosbouwers en vissers Zoals tuinbouwer, arbeider in de
landbouw‐ en veeteeltproductie, landbouwer, visser 8 Ambachtslieden Zoals metselaar, timmerman, elektricien, dakwerker, loodgieter, schilder, lasser, smid, gereedschapsmaker, mecanicien, stoffeerder, vloerenlegger, drukker, hersteller, werktuigmaker, ploegbaas, mecanicien van voertuigen, naaiwerker, bakker, beenhouwer, kleermaker, schrijnwerker, handarbeider 9 Bedieningspersoneel van machines en installaties, assembleurs Zoals mijnwerker, fabrieksoperator, machinist, monteur elektronische apparatuur, bestuurder, heftruckbestuurder 10 Elementaire beroepen zoals schoonmaker, landarbeider, bouwvakker, inpakker, portier, ongeschoolde fabrieksarbeider, keukenhulp, straatveger, vuilnisman, boodschapper, meteropnemer, afvalsorteerder 11 Betrekking bij het leger/krijgsmacht 12 Weet niet 13 Weigering IF ((HH2D = 1) or (HH2D = 2)) Q6 Werkt u in…….? ENQ.: TOON KAART Q6 EN LEES ALLE ANTWOODMOGELIJKHEDEN VOOR ‐ SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK 1 De centrale, regionale en lokale overheidssector 2 Overige publieke sector 3 De privésector 4 Andere 5 (Weet niet) 6 (Weigering) IF ((HH2D = 1) or (HH2D = 2)) IF (Q7 = 0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten IF ((Q7 > 120) and (Q7~998) and (Q7~999)) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q7 > 72) & (Q7 < 120)) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? Q7 Hoeveel uur werkt u normaal per week in uw belangrijkste baan, betaalde en onbetaalde overuren meegerekend? (ENQ.: NOTEER HET JUISTE AANTAL UREN ‐ INDIEN WEET NIET NOTEER DAN CODE 998, 999 VOOR WEIGERING) ___________ 998 WEET NIET 999 WEIGERING
IF ((HH2D = 1) or (HH2D = 2)) Q7a Heeft u in de afgelopen vier weken naast uw belangrijkste baan ook nog andere betaalde werkzaamheden verricht? 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) IF (Q7a=1) IF (Q7b = 0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten IF ((Q7b > 120) and (Q7b~998) and (Q7b~999)) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q7 b> 72) & (Q7 b< 120)) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? Q7b Hoeveel uur per week werkte u naast uw belangrijkste baan in deze bijkomende baan? Geef een gemiddeld cijfer voor de laatste vier werkweken ENQ.: NOTEER HET JUISTE AANTAL UREN‐ INDIEN WEET NIET NOTEER DAN CODE 998, 999 VOOR WEIGERING ____________ 998 WEET NIET 999 WEIGERING IF ((HH2D = 3) or (HH2D = 4) or (HH2D=5)or (HH2D=6) or (HH2D=7) or (HH2D=8) or (HH2D=9) or (HH2D=10)) Q7c Ongeacht of u op dit moment een job hebt of niet, willen we u enkele vragen stellen over werk en uw werkvoorkeuren Hebt u de afgelopen week gewerkt? Zelfs een uurtje betaald werk is genoeg om ja te antwoorden. 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) IF ((Q8 > 120) and (Q8~998) and (Q8~999)) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q8> 72) & (Q8< 120)) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? Q8 Indien u vrij uw aantal werkuren mocht kiezen, en rekening houdend met het feit dat u uw brood dient te verdienen, hoeveel uur zou u dan op dit moment per week willen werken? Indien u helemaal niet meer wilt werken, noteer dan nul. ENQ.: NOTEER HET AANTAL UREN PER WEEK OF 997 VOOR NIET VAN TOEPASSING, 998 VOOR WEET NIET, 999 VOOR WEIGERING uur per week
997 NIET VAN TOEPASSING 998 WEET NIET 999 WEIGERING IF (HH3c=1) AND ((HH3d=1) or (HH3d=2)) IF ((Q9 > 120) and (Q9~998) and (Q9~999)) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q9> 72) & (Q9< 120)) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? IF (Q9 = 0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten Q9 U zei dat uw partner deel uitmaakt van het gezin. Hoeveel uur per week werkt uw partner normaal, rekening houdend met betaald en onbetaald overwerk? ENQ.: NOTEER HET AANTAL UREN PER WEEK OF 997 VOOR NIET VAN TOEPASSING, 998 VOOR WEET NIET, 999 VOOR WEIGERING _ uur per week 997 NIET VAN TOEPASSING 998 WEET NIET 999 WEIGERING IF (HH3c=1) IF ((Q10 > 120) and (Q10~998) and (Q10~999)) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q10> 72) & (Q10< 120)) ‐‐> (W Weet u het zeker, dat lijkt hoog? Q10 Hoeveel uur per week zou u willen dat uw partner werkt? ENQ.: NOTEER HET AANTAL UREN PER WEEK OF 997 VOOR NIET VAN TOEPASSING, 998 VOOR WEET NIET, 999 VOOR WEIGERING _________uur per week 997 NIET VAN TOEPASSING 998 WEET NIET 999 WEIGERING IF ((HH2D = 1) or (HH2D = 2)) Q11 Zijn uw werkuren in het algemeen heel goed, goed, niet zo goed, helemaal niet goed te combineren met uw sociale en familiale verplichtingen buiten het werk? ENQ.: TOON KAART Q11 (antwoordcodes) – EEN ANTWOORD MOGELIJK 1 Heel goed 2 Goed 3 Niet heel goed 4 Helemaal niet goed 5 (Weet niet) 6 (Weigering)
IF ((HH2D = 1) or (HH2D = 2)) Q12 Hoe vaak zijn de volgende situaties de voorbije 12 maanden voorgekomen? ENQ.: LEES ALLE ANTWOODMOGELIJKHEDEN VOOR EN TOON KAART 12 ‐ SLECHTS ÉÉN ANTWOORD PER STELLING MOGELIJK Q12a Ik ben te moe thuis gekomen van het werk om sommige huishoudelijke taken die gedaan moesten worden, te doen 1 Meerdere keren per week 2 Meerdere keren per maand 3 Meerdere keren per jaar 4 Minder vaak/haast nooit 5 Nooit 6 Weet niet 7 Weigering Q12b Ik vond het moeilijk om aan mijn verantwoordelijkheden thuis te voldoen, door de hoeveelheid tijd die ik aan mijn werk besteedde 1 Meerdere keren per week 2 Meerdere keren per maand 3 Meerdere keren per jaar 4 Minder vaak/haast nooit 5 Nooit 6 Weet niet 7 Weigering Q12c Ik heb moeite gehad me op mijn werk te concentreren vanwege gezinsverantwoordelijkheden 1 Meerdere keren per week 2 Meerdere keren per maand 3 Meerdere keren per jaar 4 Minder vaak/haast nooit 5 Nooit 6 Weet niet 7 Weigering IF ((HH2D = 1) or (HH2D = 2)) Q13 Zijn in uw huidige job de volgende regelingen van de werktijden beschikbaar voor u? ENQ.: TOON KAART Q13 (stellingen) Q13a Ik kan de tijdstippen waarop ik begin en ophoud met werken aanpassen 1 Ja
2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q13b Ik kan (over)uren sparen voor verlof/vrije tijd 1 Ja 2 Nee 3 (Niet van toepassing) 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q13c Ik kan op korte termijn een vrije dag/verlofdag opnemen wanneer nodig 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) IF ((HH2D = 1) or (HH2D = 2)) Q14 Hoe nuttig zouden de volgende opties zijn voor u om u te helpen de juiste balans tussen uw werk en uw privéleven te vinden? INT.: KAART VRAAG 14 LATEN ZIEN (antwoordcodes) – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD PER UITSPRAAK TOESTAAN Q14a Meer controle hebben over de tijdstippen waarop ik begin en ophoud met werken 1 Erg nuttig 2 Redelijk nuttig 3 Niet nuttig 4 (Niet van toepassing) 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q14b Het aantal werkuren per week kunnen veranderen 1 Erg nuttig 2 Redelijk nuttig 3 Niet nuttig 4 (Niet van toepassing) 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q14c Op korte termijn een vrije dag/verlofdag kunnen opnemen wanneer nodig 1 Erg nuttig 2 Redelijk nuttig
3 4 5 6
Niet nuttig (Niet van toepassing) (Weet niet) (Weigering)
Q14d Beter toegang hebben tot ondersteunende diensten (bijv. kinderopvang, zorg voor een oudere persoon of langdurige zorg) 1 Erg nuttig 2 Redelijk nuttig 3 Niet nuttig 4 (Niet van toepassing) 5 (Weet niet) 6 (Weigering) IF ((HH2D = 1) or (HH2D = 2)) Q15 Hoe waarschijnlijk of onwaarschijnlijk is het dat u uw huidige baan verliest in de volgende 6 maanden? ENQ.: TOON KAART Q15 (antwoordcodes) – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK 1 Zeer waarschijnlijk 2 Eerder waarschijnlijk 3 Noch waarschijnlijk, noch onwaarschijnlijk 4 Eerder onwaarschijnlijk 5 Zeer onwaarschijnlijk 6 (Weet niet) 7 (Weigering) IF ((HH2D = 1) or (HH2D = 2)) Q16 Hoe waarschijnlijk is het dat u een baan met vergelijkbaar loon vindt indien u in uw huidige baan wordt ontslagen of ontslag neemt? ENQ.: TOON KAART Q16 (antwoordcodes) – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK 1 Zeer waarschijnlijk 2 Eerder waarschijnlijk 3 Noch waarschijnlijk, noch onwaarschijnlijk 4 Eerder onwaarschijnlijk 5 Zeer onwaarschijnlijk 6 (Weet niet) 7 (Weigering) IF (Q17= 0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten IF (Q17>15) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? Q17 Uit hoeveel kamers bestaat uw woning? Keuken, badkamer, hal, bergruimtes en
ruimtes die alleen gebruikt worden voor zakelijke doeleinden, worden niet meegeteld (ENQ. NOTEER HET JUISTE AANTAL KAMERS‐ INDIEN WEET NIET NOTEER DAN CODE 98; CODE 99 VOOR WEIGERING) _____________ 98 WEET NIET 99 WEIGERING Q18 Welke uitspraak is het meest van toepassing op uw woonsituatie? ENQ. TOON KAART Q16 ‐ LEES ALLE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN VOOR ‐ 1 ENKEL ANTWOORD MOGELIJK 1 Eigenaar zonder hypotheek/ lening (d.w.z hypotheek/ lening is afbetaald) 2 Eigenaar met hypotheek/ lening 3 Huurder, u betaalt huur aan een privé‐eigenaar 4 Huurder, u betaalt huur aan een woningbouwcorporatie of andere sociale instantie 5 Woning wordt bewoond zonder huur 6 Andere 7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q19 Kunt u me voor elk van de volgende problemen zeggen of u hiermee te maken hebt bij uw huidige woning? >(ENQ.:LEES VOOR) Q19a Gebrek aan ruimte 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q19b Schimmelplekken ter hoogte van de ramen, deuren of vloeren 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q19c Vocht of lekken in de muren of het dak 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q19d Ontbreken van een toilet binnenshuis 1 Ja
2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q19e Ontbreken van een bad of douche 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q19f Gebrek aan ruimte om buiten te zitten (bv. een tuin, een balkon, een terras) 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q20 Hoe waarschijnlijk of onwaarschijnlijk is het dat u uw woning in de komende zes maanden dient te verlaten, omdat u ze zich niet langer kunt veroorloven? Acht u die kans….? ENQ.: TOON KAART Q20 (antwoordcode) SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK 1 Erg waarschijnlijk 2 Tamelijk waarschijnlijk 3 Tamelijk onwaarschijnlijk 4 Erg onwaarschijnlijk 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q21 Hoe vaak doet u het volgende? ENQ.: TOON KAART Q21 (antwoordcodes) – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD PER STELLING MOGELIJK Q21a Een religieuze dienst bijwonen, afgezien van huwelijken, begrafenissen of doopvieringen 1 Dagelijks of bijna dagelijks 2 Minstens één keer per week 3 Eén tot drie keer per maand 4 Minder vaak 5 Nooit 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q21b Het internet gebruiken voor andere zaken dan voor het werk 1 Dagelijks of bijna dagelijks 2 Minstens één keer per week
3 4 5 6 7
Eén tot drie keer per maand Minder vaak Nooit (Weet niet) (Weigering)
Q21c Aan sport of aan lichaamsbeweging doen 1 Dagelijks of bijna dagelijks 2 Minstens één keer per week 3 Eén tot drie keer per maand 4 Minder vaak 5 Nooit 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q21d Deelnemen aan sociale activiteiten van een club, vereniging of stichting 1 Dagelijks of bijna dagelijks 2 Minstens één keer per week 3 Eén tot drie keer per maand 4 Minder vaak 5 Nooit 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q22 Lees de lijst van organisaties alstublieft zorgvuldig door.Hoe vaak heeft u de afgelopen 12 maanden onbetaald vrijwilligerswerk verricht voor deze organisaties? INT.: KAART VRAAG 22 LATEN ZIEN (lijst van organisaties en antwoordcodes) – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD PER UITSPRAAK TOESTAAN Q22a Gemeenschaps‐ en sociale diensten (bv. organisaties ten behoeve van ouderen, jongeren, gehandicapten of andere hulpbehoevenden) 1 Wekelijks 2 Maandelijks 3 Minder vaak/af en toe 4 Helemaal niet 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q22b Educatieve, culturele, sport‐ of beroepsorganisaties 1 Wekelijks 2 Maandelijks 3 Minder vaak/af en toe 4 Helemaal niet
5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q22c Sociale bewegingen (bijvoorbeeld voor het milieu, mensenrechten) of goede doelen (bijvoorbeeld geld inzamelen of campagne voeren) 1 Wekelijks 2 Maandelijks 3 Minder vaak/af en toe 4 Helemaal niet 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q22d Politieke partijen, vakbonden 1 Wekelijks 2 Maandelijks 3 Minder vaak/af en toe 4 Helemaal niet 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q22e Andere vrijwilligersorganisaties 1 Wekelijks 2 Maandelijks 3 Minder vaak/af en toe 4 Helemaal niet 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q23 Hebt u in de loop van de laatste 12 maanden …? INT.: LEES VOOR Q23a Deelgenomen aan een vergadering van een vakbond, politieke partij of politieke actiegroep 1 Ja 2 Neen 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q23b Deelgenomen aan een protest of betoging 1 Ja 2 Neen 3 (Weet niet) 4 (Weigering)
Q23c Een petitie ondertekend, met inbegrip van e‐mail‐ of onlinepetities 1 Ja 2 Neen 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q23d Contact opgenomen met een politicus of ambtenaar (afgezien van eventuele gebruikelijke contacten in het kader van het gebruik van openbare diensten) 1 Ja 2 Neen 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q24 Denkt u, in het algemeen, dat de meeste mensen te vertrouwen zijn, of dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn in de omgang met mensen? Wilt u een antwoord geven van 1 tot 10, waarbij 1 betekent dat je niet voorzichtig genoeg kunt zijn en 10 betekent dat de meeste mensen te vertrouwen zijn? ENQ,: DUID WEET NIET AAN ALS DE RESPONDENT HET NIET WEET, KLIK WEIGERING AAN ALS DE RESPONDENT WEIGERT OM TE ANTWOORDEN) 1 ‐ Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ De meeste mensen zijn te vertrouwen 11 Weet niet 12 Weigering Q25 In alle landen is er wel eens wrijving tussen sociale groepen. Hoe groot is in België de wrijving tussen de volgende groepen? ENQ.: LEES ALLE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN VOOR EN TOON KAART Q25 (antwoordcodes) ‐ 1 ENKEL ANTWOORD MOGELIJK) Q25a Arme en rijke mensen 1 Veel wrijving 2 Enige wrijving 3 Geen wrijving 4 (Weet niet) 5 (Weigering)
Q25b Management en werknemers 1 Veel wrijving 2 Enige wrijving 3 Geen wrijving 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q25c Mannen en vrouwen 1 Veel wrijving 2 Enige wrijving 3 Geen wrijving 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q25d Ouderen en jongeren 1 Veel wrijving 2 Enige wrijving 3 Geen wrijving 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q25e Verschillende etnische groeperingen 1 Veel wrijving 2 Enige wrijving 3 Geen wrijving 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q25f Verschillende religieuze groeperingen 1 Veel wrijving 2 Enige wrijving 3 Geen wrijving 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q25g Personen met verschillende sexuele geaardheden 1 Veel wrijving 2 Enige wrijving 3 Geen wrijving 4 (Weet niet) 5 (Weigering)
Q26 Mensen hebben vaak een verschillende mening over heel wat maatschappelijke kwesties. Wij zouden u graag twee vragen stellen over uw mening rond migratie. Wat denkt u van het gegeven dat mensen van andere landen naar België komen om hier te wonen en te werken? Welke van de volgende acties zou de overheid volgens u moeten ondernemen? ENQ.: TOON KAART Q26 –SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK 1 Iedereen die naar hier wil komen ook de kans geven om dat te doen 2 iedereen die naar hier wil komen de kans geven om dat te doen als er voldoende banen beschikbaar zijn 3 Het aantal personen dat naar hier komt om te werken strikt beperken 4 Personen verbieden om hier te komen werken 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q27 Kijk naar de volgende stellingen over immigranten (mensen van andere landen die in België wonen) en geef uw visie een plaats op deze schaal. ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q27A Q27a 1‐ Immigranten zijn niet geïntegreerd in onze samenleving 2 3 4 5 6 7 8 9 10‐ Immigranten zijn goed geïntegreerd in onze samenleving 11 (Weet niet) 12 (Weigering) Q27b 1‐ Immigranten zijn een last voor ons welvaartssysteem 2 3 4 5 6 7 8 9 10‐ Immigranten dragen meer bij aan ons welvaartssysteem dan ze ervan nemen 11 (Weet niet)
12 (Weigering) Q27c 1‐ Immigranten ondermijnen de cultuur van ons land 2 3 4 5 6 7 8 9 10‐ Immigranten verrijken de cultuur van ons land 11 (Weet niet) 12 (Weigering) Q28 Kunt u aangeven in welke mate u persoonlijk vertrouwen hebt in de volgende instellingen? Gebruik een schaal van 1 tot 10 om te antwoorden, waarbij [1] betekent dat 'u helemaal geen vertrouwen hebt' in de instelling in kwestie en [10] betekent dat 'u het volste vertrouwen hebt' in de instelling in kwestie. ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q28 (schaal) Q28a Het Belgische (federaal) parlement 1 ‐ Helemaal geen vertrouwen 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Het volste vertrouwen 11 (Weet niet) 12 (Weigering) Q28b Het rechtssysteem 1 ‐ Helemaal geen vertrouwen 2 3 4 5 6 7 8
9 10 ‐ Het volste vertrouwen 11 (Weet niet) 12 (Weigering) Q28c De pers 1 ‐ Helemaal geen vertrouwen 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Het volste vertrouwen 11 (Weet niet) 12 (Weigering) Q28d De politie 1 ‐ Helemaal geen vertrouwen 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Het volste vertrouwen 11 (Weet niet) 12 (Weigering) Q28e De Belgische (federale) regering 1 ‐ Helemaal geen vertrouwen 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Het volste vertrouwen
11 (Weet niet) 12 (Weigering) Q28f Het lokale bestuur (gemeentebestuur) 1 ‐ Helemaal geen vertrouwen 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Het volste vertrouwen 11 (Weet niet) 12 (Weigering) Q29 Kunt u me zeggen of u volledig akkoord, akkoord, noch akkoord, noch niet akkoord, niet akkoord of helemaal niet akkoord bent met de volgende uitspraken? ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q29 (antwoordcodes) ‐SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK PER STELLING Q29a Ik ben optimistisch over de toekomst 1 Volledig akkoord 2 Akkoord 3 Noch akkoord, noch niet akkoord 4 Niet akkoord 5 Helemaal niet akkoord 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q29b Ik heb meestal het gevoel dat wat ik in mijn leven doe de moeite waard is. 1 Volledig akkoord 2 Akkoord 3 Noch akkoord, noch niet akkoord 4 Niet akkoord 5 Helemaal niet akkoord 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q29c Ik vind dat ik vrij ben om te kiezen hoe ik mijn leven leid. 1 Volledig akkoord 2 Akkoord 3 Noch akkoord, noch niet akkoord
4 5 6 7
Niet akkoord Helemaal niet akkoord (Weet niet) (Weigering)
Q29d In mijn dagelijkse leven heb ik zelden de tijd om de dingen te doen die ik echt graag doe. 1 Volledig akkoord 2 Akkoord 3 Noch akkoord, noch niet akkoord 4 Niet akkoord 5 Helemaal niet akkoord 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q29e Ten opzichte van onze samenleving voel ik me een buitenstaander 1 Volledig akkoord 2 Akkoord 3 Noch akkoord, noch niet akkoord 4 Niet akkoord 5 Helemaal niet akkoord 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q29f Het leven is tegenwoordig zo ingewikkeld geworden dat ik het moeilijk vind om mijn eigen weg te vinden 1 Volledig akkoord 2 Akkoord 3 Noch akkoord, noch niet akkoord 4 Niet akkoord 5 Helemaal niet akkoord 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q29g Ik heb het gevoel dat de waarde van wat ik doe, niet erkend wordt door anderen 1 Volledig akkoord 2 Akkoord 3 Noch akkoord, noch niet akkoord 4 Niet akkoord 5 Helemaal niet akkoord 6 (Weet niet) 7 (Weigering)
Q29h Sommige mensen kijken neer op mij vanwege mijn werksituatie of inkomen 1 Volledig akkoord 2 Akkoord 3 Noch akkoord, noch niet akkoord 4 Niet akkoord 5 Helemaal niet akkoord 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q29i Ik voel me verbonden met mensen in de buurt waar ik woon. 1 Volledig akkoord 2 Akkoord 3 Noch akkoord, noch niet akkoord 4 Niet akkoord 5 Helemaal niet akkoord 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q30 Alles bij elkaar genomen, hoe tevreden bent u op dit moment met uw leven? Wilt u een antwoord geven van 1 tot 10, waarbij 1 betekent dat u helemaal niet tevreden bent en 10 betekent dat u zeer tevreden bent? ENQ.: TOON KAART (SCHAAL) EN VOER EEN SCORE IN OF WEET NIET OF WEIGERING 1‐ helemaal niet tevreden 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Zeer tevreden 11 (Weet niet) 12 (Weigering) IF (Q31=1) & (HH3c~1) or(HH3c2~1) or(HH3c3~1)or (HH3c4~1) or (HH3c5~1) or (HH3c6~1) or (HH3c7~1) or (HH3c8~1) or (HH3c9~1)) ‐‐> (W) IF (Q31=2) & (HH3c=1) or (HH3c2=1) or (HH3c3=1) or (HH3c4=1) or (HH3c5=1) or (HH3c6=1) or (HH3c7=1) or (HH3c8=1) or (HH3c9=1) ‐‐> (W) IF (Q31=3) & (HH3c=1) or (HH3c2=1) or (HH3c3=1) or (HH3c4=1) or (HH3c5=1) or (HH3c6=1) or (HH3c7=1) or (HH3c8=1) or (HH3c9=1) ‐‐> (W) IF (Q31=4) & (HH3c=1) or (HH3c2=1) or (HH3c3=1) or (HH3c4=1) or (HH3c5=1) or (HH3c6=1) or (HH3c7=1) or (HH3c8=1) or (HH3c9=1) ‐‐> (W) Dit stemt niet overeen met wat u me verteld hebt in het huishoudraster, weet u het zeker?
Q31 Ik ga nu enkele vragen stellen over uw burgerlijke staat. Welke van de volgende omschrijvingen is het beste op u van toepassing? Bent u ...? ENQ.: LEES VOOR ‐ 1 ENKEL ANTWOORD MOGELIJK 1 Getrouwd of samenwonend 2 (Van tafel en bed) gescheiden en niet samenwonend met een partner 3 Weduwe of weduwnaar en niet samenwonend met een partner 4 Nooit getrouwd geweest en niet samenwonend met een partner 5 (Weet niet) 6 (Weigering) IF ((Q32> 15) and (Q32~99)) ‐‐> (W) Mag ik controleren of het aantal kinderen correct is? Q32 Hoeveel kinderen heeft u van u zelf? ENQ.: NOTEER HET AANTAL EIGEN KINDEREN, INDIEN GEEN KINDEREN NOTEER CODE '00' EN CODE 99 VOOR WEIGERING __________ 00 GEEN KINDEREN 99 WEIGERING Q33 Indien u denkt aan de mensen die NIET IN UW HUISHOUDEN WONEN, hoe vaak ziet u hen persoonlijk...? ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q33 (antwoordcodes) – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD PER STELLING MOGELIJK ENQ.: Als er meerdere kinderen zijn, antwoord dan voor diegene waarmee de respondent het meeste contact heeft If (Q32>0) Q33a (Eén van) uw kind(eren) 1 Elke dag of bijna elke dag 2 Minstens één keer per week 3 Eén tot drie keer per maand 4 Minder vaak 5 Nooit 6 Heeft niet zulke relaties/relaties die buiten het huishouden wonen 7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q33b Uw moeder/vader 1 Elke dag of bijna elke dag 2 Minstens één keer per week 3 Eén tot drie keer per maand 4 Minder vaak 5 Nooit 6 Heeft niet zulke relaties/relaties die buiten het huishouden wonen
7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q33c Een broer, zus of een ander familielid 1 Elke dag of bijna elke dag 2 Minstens één keer per week 3 Eén tot drie keer per maand 4 Minder vaak 5 Nooit 6 Heeft niet zulke relaties/relaties die buiten het huishouden wonen 7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q33d Vrienden of buren 1 Elke dag of bijna elke dag 2 Minstens één keer per week 3 Eén tot drie keer per maand 4 Minder vaak 5 Nooit 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q34 Hoe vaak hebt u gemiddeld contact via telefoon, internet of post met vrienden of familie die niet tot het huishouden behoren? ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q34 (antwoordcodes) – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD PER STELLING MOGELIJK ENQ.: Als er meerdere kinderen zijn, antwoord dan voor diegene waarmee de respondent het meeste contact heeft IF ((Q32>0) & ((q33a =1) or (q33a = 2) or (q33a = 3) or (q33a = 4) or (q33a = 5) or (q33a = 7) or (q33a = 8))) Q34a Uw kind/Eén van uw kinderen 1 Elke dag of bijna elke dag 2 Minstens één keer per week 3 Eén tot drie keer per maand 4 Minder vaak 5 Nooit 6 Heeft niet zulke relaties/relaties die buiten het huishouden wonen 7 (Weet niet) 8 (Weigering) IF ((q33b =1) or (q33b = 2) or (q33b = 3) or (q33b = 4) or (q33b = 5) or (q33b = 7) or (q33b = 8))) Q34b Uw vader of moeder
1 2 3 4 5 6 7 8
Elke dag of bijna elke dag Minstens één keer per week Eén tot drie keer per maand Minder vaak Nooit Heeft niet zulke relaties/relaties die buiten het huishouden wonen (Weet niet) (Weigering)
IF ((q33c =1) or (q33c = 2) or (q33c = 3) or (q33c = 4) or (q33c = 5) or (q33c = 7) or (q33c = 8))) Q34c Een broer, een zus of een ander familielid 1 Elke dag of bijna elke dag 2 Minstens één keer per week 3 Eén tot drie keer per maand 4 Minder vaak 5 Nooit 6 Heeft niet zulke relaties/relaties die buiten het huishouden wonen 7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q34d Vrienden of buren 1 Elke dag of bijna elke dag 2 Minstens één keer per week 3 Eén tot drie keer per maand 4 Minder vaak 5 Nooit 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q35 Van wie zou u in elk van de volgende situaties hulp krijgen? Gelieve voor elke situatie de belangrijkste bron aan te geven ENQ: LEES VOOR EN TOON KAART Q35 (antwoordcodes) – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD PER STELLING MOGELIJK Q35a Als u hulp nodig hebt bij u thuis, wanneer u ziek bent 1 Familielid/verwante 2 Een vriend, een buur, of iemand anders die niet tot de familie behoort 3 Een dienstverlener, instelling of organisatie 4 Niemand 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q35b Als u raad nodig hebt in verband met een ernstig persoonlijk‐ of familieprobleem
1 2 3 4 5 6
Familielid/verwante Een vriend, een buur, of iemand anders die niet tot de familie behoort Een dienstverlener, instelling of organisatie Niemand (Weet niet) (Weigering)
Q35c Als u hulp nodig hebt bij het vinden van werk 1 Familielid/verwante 2 Een vriend, een buur, of iemand anders die niet tot de familie behoort 3 Een dienstverlener, instelling of organisatie 4 Niemand 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q35d Als u zich teneergeslagen voelt en u met iemand wilt praten 1 Familielid/verwante 2 Een vriend, een buur, of iemand anders die niet tot de familie behoort 3 Een dienstverlener, instelling of organisatie 4 Niemand 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q35e Als u snel 1000 euro nodig hebt om een onverwachte situatie het hoofd te bieden 1 Familielid/verwante 2 Een vriend, een buur, of iemand anders die niet tot de familie behoort 3 Een dienstverlener, instelling of organisatie 4 Niemand 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q36 Hoe vaak bent u niet‐beroepshalve bij elk van de volgende activiteiten betrokken? ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q36 (antwoordcodes) ‐ SLECHTS ÉÉN ANTWOORD PER STELLING MOGELIJK Q36a Zorgen voor uw kinderen, kleinkinderen 1 Elke dag 2 Enkele keren per week 3 Een of twee keer per week 4 Minder vaak 5 Nooit 6 (Weet niet)
7 (Weigering) Q36b Koken en/of huishoudelijk werk 1 Elke dag 2 Enkele keren per week 3 Een of twee keer per week 4 Minder vaak 5 Nooit 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q36c Zorgen voor ouderen of gehandicapte verwanten 1 Elke dag 2 Enkele keren per week 3 Een of twee keer per week 4 Minder vaak 5 Nooit 6 (Weet niet) 7 (Weigering) IF ((q36a = 1) or (q36a = 2) or (q36a = 3)) Het antwoord op vraag '%q' kan niet decimaal zijn IF (Q37a = 0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten If ((Q36a = 1) & ((Q37a>168) & (Q37a~=998) & (Q37a~=999))) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If (Q36a = 2) & ((Q37a>96) & (Q37a~=998) & (Q37a~=999))) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q36a = 3) & ((Q37a>48) & (Q37a~=998) & (Q37a~=999))) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q36a = 1) & ((Q37a >50) & (Q37a~=998) & (Q37a~=999))) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? If ((Q36a = 2) & ((Q37a >30) & (Q37a~=998) & (Q37a~=999))) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? If ((Q36a = 3) & ((Q37a >20) & (Q37a~=998) & (Q37a~=999))) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? Q37a Hoeveel uur per week besteedt u gemiddeld aan het zorgen voor uw kinderen, kleinkinderen? ENQ.:VOER HET AANTAL UREN IN, INDIEN WEET NIET VOER 998 IN, INDIEN WEIGERING VOER 999 IN. _______uren 998 WEET NIET 999 WEIGERING IF ((q36b = 1) or (q36b = 2) or (q36b = 3))
Het antwoord op vraag '%q' kan niet decimaal zijn IF (Q37b = 0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten If ((Q36b = 1) & ((Q37b>168) & (Q37b~=998) & (Q37b~=999))) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q36b = 2) & ((Q37b>96) & (Q37b~=998) & (Q37b~=999))) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q36b = 3) & ((Q37b>48) & (Q37b~=998) & (Q37b~=999))) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q36b = 1) & ((Q37b >50) & (Q37b~=998) & (Q37b~=999))) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? If ((Q36b = 2) & ((Q37b >30) & (Q37b~=998) & (Q37b~=999))) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? If ((Q36b = 3) & ((Q37b >20) & (Q37b~=998) & (Q37b~=999))) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? Q37b Hoeveel uur per week besteedt u gemiddeld aan koken en/of huishoudelijk werk? NQ.:VOER HET AANTAL UREN IN, INDIEN WEET NIET VOER 998 IN, INDIEN WEIGERING VOER 999 IN. ________uren 998 WEET NIET 999 WEIGERING IF ((q36c = 1) or (q36c = 2) or (q36c = 3)) Het antwoord op vraag '%q' kan niet decimaal zijn IF (Q37c = 0) ‐‐> (F) Nul is niet toegelaten If ((Q36c = 1) & ((Q37c>168) & (Q37c~=998) & (Q37c~=999))) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q36c = 2) & ((Q37c>96) & (Q37c~=998) & (Q37c~=999))) ‐‐> (F) Het antwoord op raag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q36c = 3) & ((Q37c>48) & (Q37c~=998) & (Q37c~=999))) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. If ((Q36c = 1) & ((Q37c >50) & (Q37c~=998) & (Q37c~=999))) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? If ((Q36c = 2) & ((Q37c >30) & (Q37c~=998) & (Q37c~=999))) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? If ((Q36c = 3) & ((Q37c >20) & (Q37c~=998) & (Q37c~=999))) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? Q37c Hoeveel uur per week besteedt u gemiddeld aan het zorgen voor bejaarde of gehandicapte familieleden? ENQ.:VOER HET AANTAL UREN IN, INDIEN WEET NIET VOER 998 IN, INDIEN WEIGERING VOER 999 IN. ________uren 998 WEET NIET 999 WEIGERING
If (houshold consists of at least 2 people aged 18 or over) Q38 Vindt u uw aandeel in het huishoudelijk werk ... ? ENQ.: LEES ALLE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN VOOR ‐ 1 ENKEL ANTWOORD MOGELIJK 1 Meer dan bij een eerlijke verdeling uw deel zou horen te zijn 2 Precies het deel dat bij een eerlijke verdeling uw deel zou horen te zijn 3 Minder dan bij een eerlijke verdeling uw deel zou horen te zijn 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q39 Ik lees nu enkele bezigheden in het dagelijkse leven voor waar u uw tijd aan kunt besteden. Kunt u voor elk van de volgende bezigheden aangeven of u denkt dat u hieraan de tijd besteedt die u zou willen of dat u er minder of meer tijd zou aan willen besteden? ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q39 ‐ SLECHTS één ANTWOORD MOGELIJK PER STELLING Q39a Contact met familieleden die inwonend zijn dan wel ergens anders wonen 1 Minder tijd besteden 2 Evenveel tijd besteden als ik nu doe 3 Meer tijd besteden 4 Niet van toepassing 5 Weet niet 6 Weigering Q39b Andere sociale contacten (maar niet familieleden) 1 Minder tijd besteden 2 Evenveel tijd besteden als ik nu doe 3 Meer tijd besteden 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q39c Persoonlijke hobby’s of interesses 1 Minder tijd besteden 2 Evenveel tijd besteden als ik nu doe 3 Meer tijd besteden 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q39d Vrijwilligerswerk 1 Minder tijd besteden 2 Evenveel tijd besteden als ik nu doe 3 Meer tijd besteden 4 (Weet niet)
5 (Weigering) IF ((HH2D=1) or (HH2D=2)) Q40 Kunt u mij vertellen op een schaal van 1 tot 10 hoe tevreden u bent over de volgende zaken, waarbij 1 betekent dat u helemaal niet tevreden bent en 10 betekent dat u zeer tevreden bent? ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q40 (Schaal). VOER EEN SCORE IN VOOR ELK ITEM OF WEET NIET/WEIGERING Q40a Uw opleiding 1 ‐ helemaal niet tevreden 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Zeer tevreden 11 Weet niet 12 Weigering Q40b Uw huidige baan 1 ‐ helemaal niet tevreden 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Zeer tevreden 11 Weet niet 12 Weigering Q40c Uw huidige levensstandaard 1 ‐ helemaal niet tevreden 2 3 4 5 6
7 8 9 10 ‐ Zeer tevreden 11 Weet niet 12 Weigering Q40d Uw woning 1 ‐ helemaal niet tevreden 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Zeer tevreden 11 Weet niet 12 Weigering Q40e Uw familiaal leven 1 ‐ helemaal niet tevreden 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Zeer tevreden 11 Weet niet 12 Weigering Q40f Uw gezondheid 1 ‐ helemaal niet tevreden 2 3 4 5 6 7 8
9 10 ‐ Zeer tevreden 11 Weet niet 12 Weigering Q40g Uw sociaal leven 1 ‐ helemaal niet tevreden 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Zeer tevreden 11 Weet niet 12 Weigering Q40h Economische situatie in België 1 ‐ helemaal niet tevreden 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Zeer tevreden 11 Weet niet 12 Weigering Q41 Alles bij elkaar genomen, hoe gelukkig zou u zeggen dat u bent op een schaal van 1 tot 10 waarbij 1 betekent dat u zeer ongelukkig bent en 10 betekent dat u zeer gelukkig bent? (ENQ.: DUID WEET NIET AAN ALS DE RESPONDENT HET NIET WEET, DUID WEIGERING AAN ALS RESPONDENT WEIGERT OM TE ANTWOORDEN) 1 ‐ Zeer ongelukkig 2 3 4 5 6 7
8 9 10 ‐ Zeer gelukkig 11 Weet niet 12 Weigering Q42 In het volgende deel zouden we u een aantal vragen willen stellen over uw gezondheid. Zou u uw gezondheid over het algemeen als … omschrijven? ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q42 1 Heel goed 2 Goed 3 Gemiddeld 4 Slecht 5 Heel slecht 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q43 Hebt u te kampen met een chronisch (langdurig) fysiek of psychisch gezondheidsprobleem, ziekte of handicap? Met chronisch (langdurig) bedoel ik gezondheidsproblemen die zes maanden of langer duren of verwacht worden te duren. 1 Ja 2 Neen 3 (Weet niet) 4 (Weigering) IF (Q43=1) Q44 Ervaart u enige beperking door dit fysieke of psychische gezondheidsprobleem, deze ziekte of handicap bij uw dagelijkse activiteiten? 1 Ja,veel 2 Ja, in zekere mate 3 Neen 4 Weet niet 5 (Weigering) Q45 Kunt u me voor elk van de volgende uitspraken zeggen, welke het dichtst aanleunt bij wat u de voorbije 2 weken voelde? ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q45 (antwoordcodes) Q45a Ik voelde me gelukkig en goedgemutst 1 Altijd 2 Meestal 3 Meer dan de helft van de tijd
4 5 6 7 8
Minder dan de helft van de tijd Soms Nooit (Weet niet) (Weigering)
Q45b Ik voelde me kalm en ontspannen 1 Altijd 2 Meestal 3 Meer dan de helft van de tijd 4 Minder dan de helft van de tijd 5 Soms 6 Nooit 7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q45c Ik voelde me actief en boordevol energie 1 Altijd 2 Meestal 3 Meer dan de helft van de tijd 4 Minder dan de helft van de tijd 5 Soms 6 Nooit 7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q45d Ik ben fris en goed uitgerust opgestaan 1 Altijd 2 Meestal 3 Meer dan de helft van de tijd 4 Minder dan de helft van de tijd 5 Soms 6 Nooit 7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q45e Mijn dagelijks leven was gevuld met dingen die me interesseren 1 Altijd 2 Meestal 3 Meer dan de helft van de tijd 4 Minder dan de helft van de tijd 5 Soms 6 Nooit
7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q46 Kunt u me voor elk van de volgende uitspraken zeggen, welke het dichtst aanleunt bij wat u de voorbije 2 weken voelde? ENQ.: LEES ALLE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN VOOR EN TOON KAART Q46 (antwoordcodes) Q46a heb ik me bijzonder gespannen gevoeld 1 Altijd 2 Meestal 3 Meer dan de helft van de tijd 4 Minder dan de helft van de tijd 5 Soms 6 Nooit 7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q46b heb ik me eenzaam gevoeld 1 Altijd 2 Meestal 3 Meer dan de helft van de tijd 4 Minder dan de helft van de tijd 5 Soms 6 Nooit 7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q46c heb ik me neerslachtig en depressief gevoeld 1 Altijd 2 Meestal 3 Meer dan de helft van de tijd 4 Minder dan de helft van de tijd 5 Soms 6 Nooit 7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q47 In welke mate werd u de laatste keer dat u een dokter of medisch specialist moest zien, al dan niet beperkt door elk van de volgende factoren? ENQ.: TOON KAART Q47 (antwoordcodes) EN LEES VOOR Q47a Afstand naar dokter, ziekenhuis of medisch centrum 1 Heel moeilijk
2 3 4 5 6
Een beetje moeilijk Helemaal niet moeilijk (Niet van toepassing/heb nooit een dokter nodig gehad) (Weet niet) (Weigering)
Q47b Vertraging in het krijgen van een afspraak 1 Heel moeilijk 2 Een beetje moeilijk 3 Helemaal niet moeilijk 4 (Niet van toepassing/heb nooit een dokter nodig gehad) 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q47c Wachttijd om de dokter te zien tijdens de afspraak 1 Heel moeilijk 2 Een beetje moeilijk 3 Helemaal niet moeilijk 4 (Niet van toepassing/heb nooit een dokter nodig gehad) 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q47d Kosten van het medisch bezoek 1 Heel moeilijk 2 Een beetje moeilijk 3 Helemaal niet moeilijk 4 (Niet van toepassing/heb nooit een dokter nodig gehad) 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q47e De tijd vinden door werk, zorg voor kinderen of voor anderen 1 Heel moeilijk 2 Een beetje moeilijk 3 Helemaal niet moeilijk 4 (Niet van toepassing/heb nooit een dokter nodig gehad) 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q48 Wat is het hoogste opleidingsniveau dat u heeft voltooid? Is dit…? ENQ.: TOON KAART Q48 EN VUL DE JUISTE CODE IN ‐ SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK 1 Lagere school niet afgemaakt 2 Lagere school diploma
3 4 5 6 7 8 9 10
Lager secundair onderwijs: Lager Beroeps Secundair Onderwijs (BSO) Lager secundair onderwijs: Lager Technisch Secundair Onderwijs (TSO) Lager secundair onderwijs: Lager Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) Hoger secundair onderwijs: Diploma Beroeps Secundair Onderwijs (BSO) Hoger secundair onderwijs: Diploma Technisch Secundair Onderwijs (TSO) Hoger secundair onderwijs: Diploma Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) Hoger niet universitair onderwijs van het korte type (2‐3 jaar) Hoger niet universitair onderwijs van het lange type (4 jaar) Universitair onderwijs: kandidaat of bachelor 11 Universitair onderwijs: licentiaat of master 12 Universitair onderwijs: doctoraat
9997 (Opleiding voltooid in het buitenland) 9998 (Weet niet) 9999 (Weigering) Q49 Als u uw woonlocatie moet beschrijven is dit dan… ENQ.: LEES ALLE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN VOOR ‐ 1 ENKEL ANTWOORD MOGELIJK 1 Het platteland 2 Een dorp of een kleine gemeente 3 Een middelgrote gemeente of grote gemeente 4 Een grote stad of een voorstad daarvan 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q50 Ik wil het nu hebben over de buurt waar u woont (hiermee bedoel ik de directe leefomgeving/woonbuurt). Heeft u in de buurt waar u nu woont veel, een beetje of geen problemen met het volgende? ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q50 (antwoordcodes) ‐ SLECHTS EEN ANTWOORD MOGELIJK PER STELLING Q50a Lawaai 1 Grote problemen 2 Een beetje problemen 3 Geen problemen 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q50b Luchtkwaliteit 1 Grote problemen 2 Een beetje problemen 3 Geen problemen 4 (Weet niet) 5 (Weigering)
Q50c Kwaliteit van het drinkwater 1 Grote problemen 2 Een beetje problemen 3 Geen problemen 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q50d Criminaliteit, geweld of vandalisme 1 Grote problemen 2 Een beetje problemen 3 Geen problemen 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q50e Vuil en afval langs de straten 1 Grote problemen 2 Een beetje problemen 3 Geen problemen 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q50f Files in uw buurt 1 Grote problemen 2 Een beetje problemen 3 Geen problemen 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q51 Nu even over het thema van fysieke toegang, afstand, openingstijden en dergelijke: hoe zou u uw toegang tot de volgende diensten beschrijven? Heeft u toegang tot… VOORLEZEN EN KAART VRAAG 51 (antwoordcodes) LATEN ZIEN ‐ SLECHTS ÉÉN ANTWOORD PER UITSPRAAK TOESTAAN Q51a Postdiensten 1 zeer moeilijk 2 eerder moeilijk 3 gemakkelijk 4 zeer gemakkelijk 5 gebruik de dienst niet 6 (Weet niet) 7 (Weigering)
Q51b Bankdiensten 1 zeer moeilijk 2 eerder moeilijk 3 gemakkelijk 4 zeer gemakkelijk 5 gebruik de dienst niet 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q51c Openbaar vervoer (bus, metro, tram, trein, enz.) 1 zeer moeilijk 2 eerder moeilijk 3 gemakkelijk 4 zeer gemakkelijk 5 gebruik de dienst niet 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q51d Bioscoop, theater of cultureel centrum 1 zeer moeilijk 2 eerder moeilijk 3 gemakkelijk 4 zeer gemakkelijk 5 gebruik de dienst niet 6 (Weet niet) 7 (Weigering) Q51e Recreatieve gebieden of groene zones 1 zeer moeilijk 2 eerder moeilijk 3 gemakkelijk 4 zeer gemakkelijk 5 gebruik de dienst niet 6 (Weet niet) 7 (Weigering) IF ((HH2D=1) or (HH2D=2) or (HH2D=9)) IF ((Q52 >720) & (Q52~998) & (Q52~=999)) ‐‐> (F) Het antwoord op vraag '%q' moet lager zijn dan %1. IF (Q52>300) & (Q52<720) ‐‐> (W) Weet u het zeker, dat lijkt hoog? Q52 Hoe lang (in minuten) bent u gewoonlijk ongeveer onderweg van huis naar uw werk of school en terug met behulp van uw gebruikelijke vervoersmiddel? INT: hierbij
mag u ook denken aan het van en/of naar school brengen van kinderen. INT: VOER DE TOTALE TIJD IN MINUTEN IN VOOR EEN HEEN ‐EN WEERREIS OP EEN NORMALE WEEKDAG OF 998 VOOR WEET NIET; 999 VOOR WEIGERING. INDIEN NIET VAN TOEPASSING (DE RESPONDENT PENDELT NIET), VUL DAN 000 IN. ___________ 998 WEET NIET 999 WEIGERING. 000INDIEN NIET VAN TOEPASSING Q53 In het algemeen, hoe waardeert u de kwaliteit van elk van de volgende openbare voorzieningen in België? U kunt op een schaal van 1 tot 10 een score geven, waarbij een 1 erg slechte kwaliteit aangeeft en een 10 erg goede kwaliteit aangeeft. INT: LEES OP EN TOON KAART Q53 (schaal). VUL VOOR ELK ITEM DE GEGEVEN SCORE IN OF WEET NIET/WEIGERT INT.: LANGDURIGE ZORG: DIENSTEN VOOR HULPBEHOEVENDE MENSEN ZOALS OUDEREN, CHRONISCH ZIEKEN OF GEHANDICAPTEN. DIENSTEN KUNNEN WORDEN VERLEEND BIJ DE PERSOON THUIS OF IN ZORGINSTELLINGEN. Q53a De gezondheidszorg 1 ‐ Erg slechte kwaliteit 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Erg goede kwaliteit 11 Weet niet 12 Weigering Q53b Het onderwijs 1 ‐ Erg slechte kwaliteit 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Erg goede kwaliteit 11 Weet niet 12 Weigering
Q53c Het openbaar vervoer 1 ‐ Erg slechte kwaliteit 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Erg goede kwaliteit 11 Weet niet 12 Weigering Q53d De kinderopvang 1 ‐ Erg slechte kwaliteit 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Erg goede kwaliteit 11 Weet niet 12 Weigering Q53e Diensten voor langdurige zorg 1 ‐ Erg slechte kwaliteit 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Erg goede kwaliteit 11 Weet niet 12 Weigering Q53f Sociale/gemeentelijke huisvesting
1 ‐ Erg slechte kwaliteit 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Erg goede kwaliteit 11 Weet niet 12 Weigering Q53g Het pensioenstelsel 1 ‐ Erg slechte kwaliteit 2 3 4 5 6 7 8 9 10 ‐ Erg goede kwaliteit 11 Weet niet 12 Weigering Q54 Kunt u zeggen of u of iemand in uw naaste omgeving de volgende zorgdiensten in de afgelopen 12 maanden heeft gebruikt of wenste te gebruiken? (meerdere antwoorden mogelijk) (meerdere antwoorden mogelijk) ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q54 (antwoordcodes) ‐ MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK Q54a Kinderopvang 1 Ik of iemand anders in mijn huishouden 2 Iemand in mijn naaste omgeving buiten het gezin 3 Niemand 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q54b Diensten voor langdurige zorg 1 Ik of iemand anders in mijn huishouden 2 Iemand in mijn naaste omgeving buiten het gezin 3 Niemand
4 (Weet niet) 5 (Weigering) IF ((Q54a = 1) or (q54a = 2)) Q55 In welke mate maakten de volgende factoren het al dan niet moeilijk voor u of voor iemand in uw naaste omgeving om een beroep te doen op kinderopvang? ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q55 (antwoordcodes) Q55a De kosten 1 Zeer moeilijk 2 Eerder moeilijk 3 Helemaal niet moeilijk 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q55b Beschikbaarheid (bv. wachtlijsten, gebrek aan diensten) 1 Zeer moeilijk 2 Eerder moeilijk 3 Helemaal niet moeilijk 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q55c Toegankelijkheid (bv. door afstand of openingsuren) 1 Zeer moeilijk 2 Eerder moeilijk 3 Helemaal niet moeilijk 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q55d Kwaliteit van de zorg 1 Zeer moeilijk 2 Eerder moeilijk 3 Helemaal niet moeilijk 4 (Weet niet) 5 (Weigering) IF ((Q54b=1) or (Q54b=2)) Q56 In welke mate maakten de volgende factoren het al dan niet moeilijk voor u of voor iemand in uw naaste omgeving om een beroep te doen op diensten voor langdurige zorg? ENQ..: LEES VOOR EN TOON KAART Q56 (antwoordcodes)
Q56a De kosten 1 Zeer moeilijk 2 Eerder moeilijk 3 Helemaal niet moeilijk 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q56b Beschikbaarheid (bv. wachtlijsten, gebrek aan diensten) 1 Zeer moeilijk 2 Eerder moeilijk 3 Helemaal niet moeilijk 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q56c Toegankelijkheid (bv. door afstand of openingsuren) 1 Zeer moeilijk 2 Eerder moeilijk 3 Helemaal niet moeilijk 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q56d Kwaliteit van de zorg 1 Zeer moeilijk 2 Eerder moeilijk 3 Helemaal niet moeilijk 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q57 Kunt u de financiële situatie van uw huishouden beoordelen? Hoe zou u ze omschrijven in vergelijking met de situatie van de meeste mensen in België? ENQ.: TOON KAART Q57 – SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK 1 Veel slechter 2 Eerder slechter 3 Noch slechter, noch beter 4 Eerder beter 5 Veel beter 6 Weet niet 7 Weigering Q58 Een huishouden kan beschikken over verschillende inkomensbronnen en meer dan één gezinslid kan bijdragen aan het totale inkomen van het huishouden. Als u nu aan al de inkomensbronnen waarover uw huishouden beschikt denkt, hoe makkelijk of moeilijk is het
voor uw huishouden om daarmee maandelijks rond te komen? Is dit…(ENQ. TOON KAART Q58 ‐ LEES ALLE ANTWOORDMOGELIJKHEDEN VOOR ‐ 1 ENKEL ANTWOORD MOGELIJK) 1 Erg makkelijk 2 Makkelijk 3 Vrij makkelijk 4 Met een klein beetje moeite 5 Met moeite 6 Met veel moeite 7 (Weet niet) 8 (Weigering) Q59 Er zijn zaken die men zich niet kan veroorloven ook al zou men dat graag willen. Kan u aangeven welke van de volgende zaken op deze kaart, uw gezin zich kan veroorloven indien u dat graag zou willen? ENQ.: LEES VOOR EN TOON KAART Q59 Q59a De woning goed verwarmen 1 Ja, kan ik veroorloven indien ik wil 2 Nee, kan ik niet veroorloven 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q59b Jaarlijks een week met vakantie gaan (geen verblijf bij familieleden) 1 Ja, kan ik veroorloven indien ik wil 2 Nee, kan ik niet veroorloven 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q59c Vervangen van oud meubilair 1 Ja, kan ik veroorloven indien ik wil 2 Nee, kan ik niet veroorloven 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q59d Om de twee dagen een warme maaltijd met vlees, kip of vis bereiden als u dat zou willen 1 Ja, kan ik veroorloven indien ik wil 2 Nee, kan ik niet veroorloven 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q59e Nieuwe kleding kopen (in plaats van tweedehands)
1 2 3 4
Ja, kan ik veroorloven indien ik wil Nee, kan ik niet veroorloven (Weet niet) (Weigering)
Q59f Ten minste één keer per maand vrienden of familie thuis uitnodigen voor een drankje of een maaltijd 1 Ja, kan ik veroorloven indien ik wil 2 Nee, kan ik niet veroorloven 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q60 Is uw huishouden de afgelopen 12 maanden op een bepaald moment niet in staat geweest om de volgende lasten op tijd te betalen? Q60a Huur of hypotheeklasten van uw woning 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q60b Rekeningen voor gas, elektriciteit of water 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q60c Betalingen die verband houden met consumentenleningen, met inbegrip van creditcardschulden (om elektrische apparaten, een auto, meubels enz. te kopen) 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q60d Terugbetalingen van informele leningen van vrienden of familieleden die geen deel uitmaken van uw huishouden 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) IF ((HH2D=1) or (HH2D=2)) Q61a=1
Q61 Hebt u of heeft een ander lid van uw gezin één van de volgende soorten van inkomsten genoten in de loop van de voorbije 12 maanden? U mag telkens antwoorden met 'ja' of 'neen'. Q61a Een loon of salaris 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q61b Een inkomen uit een zelfstandige of landbouwactiviteit 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q61c Een pensioen 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q61d Kinderbijslag (incl. onderhoudsgeld) 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q61e Een leefloon, een arbeidsongeschiktheidsuitkering of andere sociale uitkeringen 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering) Q61f Een ander soort van inkomen (bv. uit spaargeld, onroerende goederen of effecten) 1 Ja 2 Nee 3 (Weet niet) 4 (Weigering)
Q62 Als u de inkomsten uit alle bronnen voor alle leden van uw gezin nu op zou tellen, weet u hoeveel het totale maandelijkse netto gezinsinkomen bedraagt, d.w.z. het resterende inkomen na aftrek van alle belastingen? 1 Ja 2 Nee 3 (Weigering) IF (Q62=1) Q63 Kunt u mij alstublieft vertellen wat het NETTO‐inkomen per MAAND van uw huishouden is? Als u het exacte bedrag niet kent, geef dan een schatting. Bedrag maandelijks netto‐inkomen in nationale valuta INT: NOTEER BEDRAG OF 999998 INDIEN WEET NIET OF 999999 INDIEN WEIGERT _______________ 999998 WEET NIET 999999 WEIGERT IF ((Q63=999998) or (Q63=999999)) IF ((Q62=2) or (Q62=3)) Q64 Misschien kunt u bij benadering aangeven wat het maandelijks gezinsinkomen is? Gebruik het deel van de toonkaart waarmee u het meest vertrouwd bent: wekelijks, maandelijks of jaarlijks. ENQ.: TOON KAART Q64; ENQ.: DUID DE CODE AAN DIE OVEREENKOMT MET HET ANTWOORD VAN DE RESPONDENT (LETTER) 1 D‐ (WEKELIJKS) Minder dan €12 ‐ (MAANDELIJKS) Minder dan €50 ‐ (JAARLIJKS) Minder dan €600 2 B‐ (WEKELIJKS)€ 12 tot € 24 ‐ (MAANDELIJKS)€ 50 tot €99 ‐ (JAARLIJKS) €600 tot €1.199 3 I‐ (WEKELIJKS)€ 25 tot € 34 ‐ (MAANDELIJKS)€100 tot €149 ‐ (JAARLIJKS)€ 1.200 tot €1.799 4 O‐ (WEKELIJKS)€ 35 tot € 45 ‐ (MAANDELIJKS)€ 150 tot €199 ‐ (JAARLIJKS)€ 1.800 tot €2.399 5 T‐ (WEKELIJKS)€ 46 tot €59 ‐ (MAANDELIJKS)€ 200 tot €249 ‐ (JAARLIJKS)€ 2.400 tot €2.999 6 G‐ (WEKELIJKS)€ 60 tot €79 ‐ (MAANDELIJKS) €250 tot €349 ‐ (JAARLIJKS)€ 3.000 tot €4.199 7 P‐ (WEKELIJKS)€ 80 tot €99 ‐ (MAANDELIJKS)€ 350 tot €449 ‐ (JAARLIJKS)€ 4.200 tot €5.399 8 A‐ (WEKELIJKS)€ 100 tot €129 ‐ (MAANDELIJKS)€ 450 tot €599 ‐ (JAARLIJKS)€ 5.400 tot €7.199 9 F‐ (WEKELIJKS)€ 130 tot €169 ‐ (MAANDELIJKS)€ 600 tot € 749 ‐ (JAARLIJKS)€ 7.200 tot € 8.999 10 E‐ (WEKELIJKS)€ 170 tot €209 ‐ (MAANDELIJKS)€ 750 tot € 899 ‐ (JAARLIJKS)€ 9.000 tot € 10.799 11 Q‐ (WEKELIJKS)€ 210 tot €259 ‐ (MAANDELIJKS)€ 900 tot € 1.124 ‐ (JAARLIJKS)€ 10.800 tot € 13.499
12 H‐ (WEKELIJKS)€ 260 tot €309 ‐ (MAANDELIJKS)€ 1.125 tot € 1.349 ‐ (JAARLIJKS)€ 13.500 tot € 16.199 13 C‐ (WEKELIJKS)€ 310 tot €379 ‐ (MAANDELIJKS)€ 1.350 tot € 1.649 ‐ (JAARLIJKS)€ 16.200 tot € 19.799 14 L‐ (WEKELIJKS)€ 380 tot € 449‐ (MAANDELIJKS)€ 1.650 tot €1.949 ‐ (JAARLIJKS)€ 19.800 tot € 23.399 15 N‐ (WEKELIJKS)€ 450 tot € 524‐ (MAANDELIJKS)€ 1.950 tot €2.249 ‐ (JAARLIJKS)€ 23.400 tot € 26.999 16 R‐ (WEKELIJKS)€ 525 tot € 624‐ (MAANDELIJKS)€ 2.250 tot € 2.699 ‐ (JAARLIJKS)€ 27.000 tot € 32.399 17 M‐ (WEKELIJKS)€ 625 tot € 724‐ (MAANDELIJKS)€ 2.700 tot € 3.149 ‐ (JAARLIJKS)€ 32.400 tot € 37.799 18 S‐ (WEKELIJKS)€ 725 tot € 824‐ (MAANDELIJKS)€ 3.150 tot € 3.599 ‐ (JAARLIJKS)€ 37.800 tot € 43.199 19 K‐ (WEKELIJKS)€ 825 tot € 924‐ (MAANDELIJKS)€ 3.600 tot € 4.049 ‐ (JAARLIJKS)€ 43.200 tot € 48.599 20 U‐ (WEKELIJKS)€ 925 tot €1.024 ‐ (MAANDELIJKS)€ 4.050 tot € 4.499 ‐ (JAARLIJKS)€ 48.600 tot € 53.999 21 V‐ (WEKELIJKS€ 1.025 tot €1.249 ‐ (MAANDELIJKS)€ 4.500 tot € 5.499 ‐ (JAARLIJKS)€ 54.000 tot € 65.999 22 J‐ (WEKELIJKS)€ 1.250 of meer ‐(MAANDELIJKS)€ 5.500 of meer ‐ (JAARLIJKS)€ 66.000 of meer 23 (Weet niet) 24 (Weigering) Q65 Als u de huidige financiële situatie van uw huishouden vergelijkt met 12 maanden geleden, kunt u dan zeggen dat de situatie nu beter, slechter of dezelfde is? ENQ. : SLECHTS ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK 1 Beter 2 Hetzelfde 3 Slechter 4 (Niet van toepassing) 5 (Weet niet) 6 (Weigering) Q66 Wat verwacht u van de financiële situatie van uw huishouden in de komende 12 maanden? Zullen de volgende 12 maanden beter, slechter of hetzelfde zijn? ENQ.: 1 ENKEL ANTWOORD MOGELIJK 1 Beter 2 Hetzelfde 3 Slechter 4 (Niet van toepassing) 5 (Weet niet) 6 (Weigering)
Q67 Wat is uw nationaliteit? INT : CODEER ALLES WAT VAN TOEPASSING IS 1 Ik ben een Belgisch staatsburger 2 Ik ben een staatsburger van een andere EU‐lidstaat 3 Ik heb de nationaliteit van een land dat geen EU‐lidstaat is 4 (Weet niet) 5 (Weigering) Q68 Tot slot, voor interne controledoeleinden, kan u me de postcode voor dit adres geven? INT: VOER DE POSTCODE VOOR DIT ADRES IN OF 999998 VOOR WEET NIET OF 999999 VOOR WEIGERT _____________ 999998 WEET NIET 999999 WEIGERT END hh:mm __________ INTID Interviewer number: ___________ TELNR Tot slot, voor interne controledoeleinden, kan u me uw telefoonnummer vertellen? Voor 10 % van alle interviews wordt een back check gedaan. Dat betekent dat mijn supervisor 10 % van de mensen die ik heb geïnterviewd, zal opbellen, om na te gaan of ik hier was. INT.: VOER 999999999999 IN indien geen telefoonnummer in het huishouden. _______________ 999999999999 indien geen telefoonnummer in het huishouden. P11 Aantal personen aanwezig tijdens het interview, inclusief interviewer 1 twee (interviewer en respondent) 2 drie 3 vier 4 vijf of meer P12 Heeft iemand/iets uw gesprek met de respondent gestoord tijdens het interview (meerdere antwoorden mogelijk) 1 kinderen waren in de buurt (aan het spelen) 2 radio/tv stond aan 3 huisdieren waren in de buurt 4 telefoongesprekken tijdens het gesprek 5 de respondent was druk met een andere activiteit tijdens het gesprek
6 anders: …………………………………………. 7 we werden niet gestoord P14 Beoordeel de medewerking van de respondent tijdens het interview 1 Heel goed 2 Goed 3 Noch goed, noch slecht 4 Slecht 5 Heel slecht DATE (dd/mm/jj) _____________ HH02 INT.: VOER HET UNIEKE ID‐NUMMER OPNIEUW IN, dat de link is met het contactformulier: ________________