1
Het Zuidwestelijk deel van de Lampongse Districten
Figuur 1: De Semangka of Keizer-baai in 1916 met de kustplaats Kota Agoeng.
De kaart van figuur 1 komt uit het boek van Broersma 1 en laat westelijk van de Semangka of Keizer-Baai de meest zuidelijke uitloper van de residentie Benkoelen zien. In 1914 maakte de heer Broersma vanuit Telokbetoeng een tocht naar Kota Agoeng de hoofdplaats van de gelijknamige onderafdeling. Hij schrijft hierover het volgende: “Nog vóór men van Telokbetong komend de staatsspoorstad [Tandjongkarang] binnenrijdt, heeft men links den zijweg naar de Wai Lima-streek, welke begint bij Gedong Tataän. Alvorens dien kampong en het er tegenover gelegen kolonisatie-terrein te bereiken, leidt de weg tusschen de tuinen van enkele ondernemingen….Nabij Gedong Tataän begint de omgeving een vroolijker aanzien te dragen. Overal merkt men levend water op en hier en daar liggen sawah’s tusschen de pepertuinen, die, hoe verder de weg zuidoostwaarts leidt, er des te fleuriger uitzien. Schoon en frisch staan de rankende peperboomen in onafzienbare rijen….”
KOTAAGOENG Hij vervolgt zijn weg dan verder in zuidwestelijke richting naar het Poegoeng gebied juist ten noordoosten van Kota Agoeng. “Het lijdt geen twijfel, dat èn voor de Wai Lima èn voor de Poegoeng de verkeersgelegenheid allerminst een aansporing is geweest tot grooteren aanplant [van landbouwproducten], welke ook een ruimeren verkoop zou toelaten. De afvoer toch heeft plaats naar Telokbetong of naar Kota Agoeng en in beide richtingen is hij bezwarend….De bevolking in de onderafdeling Kota Agoeng bedraagt 22 à 23 duizend zielen, waaronder 5 Europeanen, 300 Chineezen, enkele honderden Bantammers en weinig Boegineezen. De overigen zijn Lampongers,…” Als hij deze reis maakt, heeft het plaatsje Kotaagoeng overigens al zo’n zes jaar een hulppostkantoor. Geopend op 1 oktober 1908, ressorteert het de eerste 24 jaar onder Telokbetong en vanaf 1932 onder Tandjongkarang 2, 3.
2
Als eerste stempel wordt een zwart naamstempel gebruikt en wij kunnen er twee incomplete voorbeelden van laten zien. De plaatsnaam van het kantoor wordt dan geschreven als KOTA-AGOENG en het tweede voorbeeld rechts in figuur 2 laat ook nog een gedeelte van een vierkantstempel van Teloekbetoeng uit het begin van de vorige eeuw zien (1912?).
Figuur 2: Het naamstempel KOTA-AGOENG.
Vervolgens is te Kotaagoeng in de periode van eind juni 1912 tot medio december 1916 het gebruik van een kortebalkstempel bekend 3. Dit stempel hebben wij slechts enkele keren met een incomplete afdruk gevonden en daarom tonen we u links in figuur 3 tevens het voorbeeld uit het stempelboek van de Rijks Munt te Utrecht. Hierin is duidelijk te zien dat het om een korte smalle balk gaat, met een gesloten buitenring, 10 verticale strepen in de beide segmenten en 3 # kruizen onder in de ring. De plaatsnaam wordt als een woord geschreven maar wel met een trema op de tweede A, dus als KOTAÄGOENG. De datum in het voorbeeld van de Rijks Munt is zoals gebruikelijk geantedateerd.
Figuur 3: Centraal tweemaal het kortebalkstempel KOTAÄGOENG gebruikt op 23 september 1914 en 3 april 1915. Rechts het kortebalkstempel met uurkarakters van KOTAAGOENG gebruikt op 18 september 1922.
Geheel rechts in figuur 3 staat dan het kortebalkstempel met uurkarakters van Kotaagoeng en dit stempeltype is bekend van oktober 1918 tot februari 1923 3. De plaatsnaam wordt weer als een woord geschreven, doch de trema op de tweede A ontbreekt nu. Bovendien heeft dit stempel een biffagerand. Vanaf 1917 worden dan successievelijk vier verschillende types van het langebalkstempel gebruikt: 1a, 1b, 1c en 6a (fig. 4). Hierbij valt op dat type 1b een relatief lange gebruiksperiode van ongeveer 14 jaar kent, terwijl de types 1a en 1c slechts één respectievelijk twee jaar in gebruik zijn geweest. Type 6a is van mei 1940 gebruikt tot aan de Japanse inval, maar daarover later meer 3. Voor een gedetailleerd verslag van de onderscheidende kenmerken van de verschillende types van het langebalkstempel van Kotaagoeng wordt verwezen naar de site van ZWP 3. Hier slechts de meest kenmerkende verschillen: 1) De types 1a, 1b en 1c hebben natuurlijk, in tegenstelling tot type 6a, alle drie een 12-uuraanduiding; 2) Bij type 1a zijn de
3
letters van de kantoornaam hoog en smal, bij de andere drie types zijn ze lager en breder; 3) De types 1c en 6a hebben een andere K: K=K#; en 4) Bij alle vier de types wordt de kantoornaam in een woord geschreven zonder trema en alle vier hebben een biffagerand.
Figuur 4: De langebalkstempels 1a, 1b, 1c en 6a van KOTAAGOENG gebruikt op 13 augustus 1918, in augustus 1925 en op 24 juni 1938 en 2 februari 1941.
De Japanse en Republikeinse jaren Gedurende de vooroorlogse periode wordt dus vanaf mei 1940 alleen nog het langebalkstempel type 6a gebruikt en men zou daarom verwachten, dat dit ook het type is dat gedurende de Japanse bezetting in gebruik is geweest. Feitelijk is dit ook wel zo, maar om de een of andere reden wordt de datumbalk bij de overgrote meerderheid van de afstempelingen na februari 1942 – dus na de Japanse inval – alleen nog handmatig ingevuld (fig. 5). Het lijkt wel of het doosje met de cijfers voor de datumbalk in het ongerede is geraakt. In de in 2013 verschenen DN-catalogus wordt vermeld, dat de laatst bekende datum met een regulier ingevulde datumbalk van januari 1942 is. In de DN-catalogus wordt het stempel type 6a een type 010 genoemd en het stempel met de handgeschreven invulling van de datumbalk krijgt dan de typering 015 4. Om de typering van beide studieverenigingen (ZWP en Dai Nippon) te combineren, stellen wij voor het een type 6a/015 te noemen. Wij hebben het eenmaal gevonden met een Japanse dynastieke datering uit september 1942 (links in figuur 5). Alle overige voorbeelden die wij u in figuur 5 kunnen laten zien tonen de Showa datering. De oranje pijl bij het meest rechtse object van figuur 5 vraagt extra aandacht voor een bijzondere variant van de Japanse opdruk DN 61z. Deze opdruk is namelijk dubbel aanwezig, hetgeen niet een ieder onmiddellijk zal zijn opgevallen.
Figuur 5: Het langebalkstempel 6a/015 van KOTAAGOENG gebruikt op 10 september 1942 (dynastiek), 25 januari, 11 maart en 16 maart 1944 (=19).
4 Vanaf 1944 is ook nog het Japanse stempel type 220 in gebruik genomen (fig. 6).
Figuur 6: Het Japanse stempel 220 van KOTAAGOENG (ユタアゲン ) gebruikt op 10 en 11 april en 27 mei 1944 (=19).
Kennelijk is het langebalkstempel type 6a/015 ook nog een tijdje gebruikt tijdens de jaren van het Republikeins Interim gezag. Wij hebben echter slechts drie, soms fragmentarische voorbeelden voor u kunnen vinden. De meest linkse afbeelding uit figuur 7 laat nog steeds een met de hand ingevulde datumbalk zien, maar nu uit september 1946. Bij het middelste voorbeeld lijkt de datumbalk in het geheel niet ingevuld te zijn en bij het meest rechtse object is met veel moeite onderin een klein stukje van het stempel leesbaar met de letters AAGOE. Zie verder het Post Scriptum aan het eind van dit hoofdstuk.
Figuur 7: Fragmenten van het langebalkstempel 6a/015 van KOTAAGOENG met alleen links een compleet leesbare kantoornaam en de datum – 9 – 46 – 3.
Van enig hersteld naoorlogs Nederlands gezag is naar onze mening in dit deel van de Lampongse Districten geen sprake geweest. Wij hebben er althans in de Officiële bescheiden betreffende de Nederlands-Indonesische betrekkingen 1945-1950 geen aanwijzingen voor kunnen vinden 5. Evenmin hebben wij postale stukken gevonden die deze bewering zouden kunnen logenstraffen.
De staat Indonesië Figuur 8 laat zien dat in de eerste jaren na de soevereiniteitsoverdracht te Kotaagoeng een langebalkstempel type 6 in gebruik was. Bij nauwkeurig vergelijk van het vooroorlogse type 6a uit de figuren 4 en 5 met dit naoorlogse type 6 blijkt echter, dat de letters van de kantoornaam nu hoog en smal zijn. Er is dus sprake van een nieuw langebalkstempel type 6, dat logischerwijs op de ZWP-site een type 6b wordt genoemd.
5
Figuur 8: Het naoorlogse langebalkstempel 6b van KOTAAGOENG gebruikt in mei 1950, juni 1951 en augustus 1953.
In figuur 9 staat dit nieuwe langebalkstempel type 6b van KOTAAGOENG – dus het type met de hoge en smalle letters – centraal en wordt beiderzijds geflankeerd door het vooroorlogse type 6a (links) en het type 6a/015 dat tijdens de Japanse bezetting is gebruikt (rechts). Voor alle duidelijkheid zijn de drie zegels in deze figuur enigszins vergroot afgebeeld. Naar onze mening zijn de stempels links en rechts feitelijk hetzelfde, doch zijn alleen de cijfertjes voor de datumbalk ooit zoek geraakt. Kennelijk heeft men in de naoorlogse jaren besloten een nieuw langebalkstempel type 6 te laten vervaardigen.
Figuur 9: Centraal het nieuwe naoorlogse langebalkstempel 6b van KOTAAGOENG met links het vooroorlogse type 6a en rechts het type 6a/015 van de Japanse bezetting.
Vanaf januari 1954 vinden we dan een nieuw langebalkstempel: nu type 6c waarbij de kantoornaam volgens de nieuwe spelling geschreven wordt als KOTAAGUNG (fig. 10).
Figuur 10: Het nieuwe naoorlogse langebalkstempel 6c van KOTAAGUNG gebruikt op 19 januari en 14 augustus 1954 en 22 juli 1960.
6
TALANGPADANG
Figuur 11: De Semangka-Baai met Kotaagoeng en wat meer landinwaarts Talangpadang.
Figuur 11 is een uitsnede van een bewerkte overzichtskaart van Sumatra (Technische Dienst te Batavia, 1934) en laat dezelfde weg van Telokbetong naar Kotaagoeng zien, die de heer Broersma in 1914 heeft beschreven 1. Op een afstand van ongeveer 35 km ten noordoosten van Kotaagoeng ligt het plaatsje Talangpadang (rode pijl). Dit plaatsje moet niet verward worden met het Talangpadang dat iets noordelijker in de residentie Palembang is gelegen tussen de plaatsen Kepahiang en Tebingtinggi (Zuid Sumatra), dus vlakbij de grens met de residentie Benkoelen. Bij het in het rode vierkant gemarkeerde punt 1 ligt bovendien de landbouwkolonie Giesting van het Indo-Europees Verbond (IEV), maar daarover later in dit hoofdstuk meer. In dit Talangpadang van de Lampongse Districten wordt in 1935 een hulppostkantoor geopend, dat ressorteert onder Tandjongkarang en dat vanaf het begin het langebalkstempel type 6 heeft gebruikt (fig. 12) 2,3.
Figuur 12: Het langebalkstempel 6 van TALANGPADANG gebruikt op 10 oktober 1935 en in november 1941 en februari 1942.
7
De Japanse en Republikeinse jaren Dit zelfde stempel is ook tijdens de eerste jaren van de Japanse bezetting in gebruik geweest. Figuur 13 toont het links tweemaal met de Japanse dynastieke jaartelling uit augustus en september 1942 en rechts tweemaal met de Showa datering uit oktober 1943 (=18) en maart 1944 (=19). Een Christelijke datering hebben wij niet gevonden.
Figuur 13: Het langebalkstempel 6 van TALANGPADANG gebruikt op 5 augustus en 1 september 1942 (dynastiek) en op 25 oktober 1943 (=18) en 8 maart 1944 (=19).
De in figuur 14 getoonde briefkaart is een interessante filatelistische puzzel. De datum van afstempeling is – helaas slecht leesbaar – in de dynastieke jaartelling 27. 2. 3. 4.: dus 27 februari 1943 om 4 uur ‘s morgens. De kaart is voorzien van de Japanse opdruk voor de Lampongse Districten in zwart (DN 61z). In 1942 was het binnenlands posttarief verlaagd tot 2 cent, hetgeen met de violette 2 wordt aangegeven. In januari 1943 was het tarief echter weer 3½ cent geworden en daar er geen postzegels van ½ en 1½ cent bestonden, moest er minimaal 2 cent worden bijbetaald. De bijgeplakte zegel van 2 cent is eveneens keurig voorzien van de opdruk DN 61z. Diagonaal midden over de kaart staat dan nog een zwart Japans censuurstempel met, naast een drietal Kanji tekens, ook nog de tekst Di preksa oleh Pemerentah NIPPON (gecensureerd door de Japanse overheid). De afzender de Jongh woonde kennelijk in februari 1943 nog op de voormalige IEV-landbouwkolonie Giesting. Deze kolonie lag op nog geen 20 km afstand van het plaatsje Talangpadang (fig. 11) en was vernoemd naar de in de nabijheid gelegen berg Goenoeng Gisting.
Figuur 14: Een briefkaart op 27 februari 1943 van Talangpadang verstuurd naar Bandoeng op Java.
8
In de crisisjaren van de vorige eeuw bezorgde de kolonisatie van de Lampongse Districten het Indische bestuur nogal wat hoofdbrekens. In de Volksraad had een aantal heren een lans gebroken voor de landbouwkolonisatie van “Indische Nederlanders”. In hun ogen was de belangstelling die de regering hiervoor toonde gering, zeker in het licht van de gouvernementele interesse voor de inlandse kolonisatie. In de Memorie van Antwoord stelde de regering dat met het transport van de 7000 kolonisten, die in de eerste maanden van 1932 naar Lampong waren overgebracht, een bedrag van ƒ18.500 was gemoeid. De heer Monod de Froideville, een van de pleitbezorgers in de Volksraad, was echter een groot voorstander van het geschikt maken van de Indo-Europese jeugd voor het boerenbedrijf en wees daarbij op de proefneming van de kolonie te Giesting: “Er bevindt zich daar een landbouwschool, waar enige jongelui naast theoretisch ook practisch landbouwonderwijs ontvangen”. Het gouvernement stelde daartegenover dat “Zoolang echter niet vaststaat, dat de op deze wijze opgeleiden zich in den landbouw een behoorlijk bestaan kunnen verschaffen, lijkt het der Regeering niet verantwoord om, door de stichting van meer dergelijke scholen in andere streken, de Indo-Europeesche jeugd aan te moedigen zich op groote schaal voor het boerenbedrijf te bekwamen”. Dit onderwerp verkeerde naar de mening van de Indische overheid “Nog al te zeer in het stadium van proefnemingen en overhaasting zou schaden”. Verder werd er nog fijntjes op gewezen dat er “Ten behoeve van de I.E.V. kolonie te Giesting, waar enkele tientallen gezinnen zijn gevestigd, opende zij [de regering], gelijk bekend, op zeer gemakkelijke voorwaarden een crediet van niet minder dan ƒ100.000” 6. De kolonisatie op Giesting is overigens geen groot succes geworden, waarschijnlijk als gevolg van de economische crisis in de jaren dertig en de daarna dreigende oorlogssituatie in zowel Europa als Zuid Oost-Azië. Hoe was de situatie nu bij het uitbreken van WWII? Van Dulm en medewerkers 7 stellen dat, nadat in Zuid Sumatra de meerderheid van de door de Japanners gevangen genomen Indo-Europeanen in juli 1942 was vrijgelaten, een deel van hen werd geïnterneerd in het Indo-gezinslandbouwkamp Giesting, op de voormalige IEV-kolonie van die naam ten noordoosten van Kota Agoeng. De ongeveer 100 overgebleven geïnterneerden werden later tussen half februari en eind september 1943 verzameld in de SintFranciscus-school te Telokbetong. De kolonie te Giesting is waarschijnlijk in de loop van 1943 gesloten. Vanaf 1944 is te Talangpadang ook nog het Japanse stempel type 220 in gebruik geweest (fig. 15).
Figuur 15: Het Japanse stempel 220 van TALANGPADANG (タランパダン ) gebruikt op 5 en 8 augustus 1944 (=19) en 2 april 1945 (=20).
9
Van de jaren van het Republikeins Interim gezag in Talangpadang kunnen wij u in de figuren 16 en 17 twee fraaie voorbeelden laten zien.
Figuur 16: Het vooroorlogse langebalkstempel 6 van TALANGPADANG gebruikt op 20 april 1946.
Figuur 16 is een digitale uitsnede van een briefkaart van Japanse makelij met in eerste instantie hetzelfde zegelbeeld als de briefkaart in figuur 14, maar nu natuurlijk wel met de tekst DAI NIPPON (Groot Japan) in plaats van NED. INDIE. Op 15 augustus 1945 was het posttarief echter verdubbeld, hetgeen door de violette 7 wordt aangegeven. Op 1 januari 1946 was het wederom verhoogd, nu tot 15 cent. Het zwarte, circulaire stempeltje met de hoofdletter T geeft aan dat dit laatste bedrag moest worden voldaan. Tenslotte ook hier het propagandastempel INDONESIA TETAP MERDEKA HINGGA KIAMAT (Indonesië blijft vrij tot de dag des oordeels). De betekenis van de met potlood geschreven tekst rechtsboven diterma tg 27-4-05 (ontvangen op 27 april 1945) is verwarrend. Hoewel wij niet over de achterzijde beschikken, kan deze kaart gezien de combinatie van de hierboven beschreven stempels en opdrukken niet in april 1945 zijn ontvangen. Hoewel we het vernietigingsstempel in figuur 17 nauwelijks kunnen ontcijferen, is ook dit toch een interessant filatelistisch object. Waarschijnlijk als onderdeel van een echt gelopen brief, toont het vijf Van Konijnenburg zegels van 10 c. (NVPH no. 274) voorzien van de machinale T-opdruk voor Sumatra (DN 92z) en de lokale Republikeinse opdruk NRI in klaverblad (DN 72z). De drie letters NRI staan voor Negara Republik Indonesia, hetgeen zoveel wil zeggen als “de staat Indonesië”. De zegels zijn afgestempeld met het langebalkstempel type 6 van Talangpadang met in de datumbalk: 10. 2. 4 . 8. 9., dus 10 februari 1948 om negen uur ’s morgens.
Figuur 17: Het vooroorlogse langebalkstempel 6 van TALANGPADANG gebruikt op 10 februari 1948.
10
De staat Indonesië Talangpadang is een van de plaatsen in de voormalige residentie Lampongse Districten waarvan we geen enkel materiaal uit de eerste jaren na de soevereiniteitsoverdracht hebben kunnen bemachtigen. Ons verhaal over dit kantoor moet hier dus helaas voortijdig worden beëindigd.
PRINGSEWOE
Figuur 18: Een moderne kaart van de Lampongse Districten met halverwege Bandar Lampung en Kotaagung het plaatsje Pringsewu.
In de zuidwesthoek van de voormalige residentie de Lampongse Districten ligt nog een plaatsje Pringsewoe dat onze aandacht vraagt. Op een meer moderne kaart van Zuid Sumatra ligt het plaatsje bij de rode pijl in figuur 18 – dan als Pringsewu geschreven – halverwege de verbindingsweg van Tanjungkemala in het westen en Gedong Tataan in het oosten. De hoofdverbinding van het op 50 km. gelegen Bandar Lampung naar het westen (Kotaagung) loopt ondertussen wat noordelijker dan op de kaarten van figuur 1 en 11. In dit Pringsewoe wordt in 1941 een hulppostkantoor geopend dat ressorteert onder Tandjongkarang en dat vanaf het begin een langebalkstempel type 6 heeft gebruikt 2,3 (fig. 19).
Figuur 19: Het langebalkstempel 6 van PRINGSEWOE gebruikt op 9 augustus, 27 september en 12 december 1941.
11
Dit stempeltype wordt ook gedurende de eerste jaren van de Japanse bezetting gebruikt en vanaf 1944 is ook nog het Japanse stempel type 220 in gebruik genomen (fig. 20 en 21).
Figuur 20: Het langebalkstempel 6 van PRINGSEWOE gebruikt op 29 september en 28 oktober 1943 (=18) en op 8 en 16 maart 1944 (=19).
Figuur 21: Het Japanse stempel 220 van PRINGSEWOE (プ リ ン ス ウ ) gebruikt op 12 april, 12 augustus en 20 september 1944 (=19).
De staat Indonesië Wij hebben van dit plaatsje geen materiaal gevonden uit de zeker wel drie jaar durende periode van Republikeins Interim gezag. Een digitale search in de bestanden van referentie 5 leverde geen aanwijzingen op dat Pringsewoe bij de 2e Politionele Actie tijdens de jaarwisseling 1948/1949 onder hersteld Nederlands gezag is komen te staan.
Figuur 22: De voor- en achterzijde van een envelop die op 29 september 1953 per luchtpost is verstuurd van Pringsewoe naar Den Helder in Nederland.
12
Figuur 22 laat echter zien dat het vooroorlogse, Nederlands Indische langebalkstempel type 6 in september 1953 nog gewoon in gebruik was. Althans pater A. Hermelink (S.C.J.) van de Congregatio Sacerdotum a Corde Iesu, ofwel de Priestercongregatie van het Heilig Hart van Jezus, liet de zegels van zijn kleurrijk beplakte envelop naar Nederland met een dergelijk stempel afstempelen.
Post Scriptum Na voltooiing van dit hoofdstuk werd ons met dank aan Leo Vosse de envelop van figuur 23 ter beschikking gesteld. Hoewel zwaar beschadigd en de meeste van de zegels door de vele opdrukken en stempels nauwelijks toonbaar zijn, wilden wij u dit object met in onze ogen een grote postaal historische waarde niet onthouden. De desbetreffende brief is in mei 1947 van Kotaagoeng verstuurd naar Batoe-Radja in de residentie Palembang en was min of meer volledig beplakt met in totaal vijfentwintig 10 c. Van Konijnenburg zegels (NVPH no. 274) welke voorzien zijn van zowel de Japanse machinale T-opdruk voor Sumatra (DN 92z) als de Republikeinse opdruk P.T.T. INDONESIA in kader voor Lampong (DN 62z). De zegels zijn vernietigd met het langebalkstempel type 6a/015 van KOTAAGOENG met lege datumbalk. In de digitale uitsnede ter rechter zijde is in het stempel, dat grotendeels op de envelop is geplaatst, een met potlood geschreven datum van 5 mei 1947 te lezen. Met andere woorden, begin mei 1947 was het defecte stempel 6a/015 van Kotaagoeng nog steeds niet vervangen door het naoorlogse langebalkstempel 6b van deze plaats. Vaag is te zien dat de envelop ook nog voorzien is van een diagonaal geplaatst stempel INDONESIA TETAP MERDEKA HINGGA KIAMAT.
Figuur 23: Een envelop op 5 mei 1947 van Kotaagoeng verstuurd naar Batoe-Radja. De envelop links is ongeveer 50% verkleind en de uitsnede rechts is 180° gedraaid.
13
Verantwoording Dit artikel had natuurlijk nooit gerealiseerd kunnen worden zonder de inzet en betrokkenheid van een aantal filatelisten. Met name is bij het verkrijgen van de vele scans dankbaar gebruik gemaakt van de verzamelingen van Jan Arts, Giel Bessels, Jan de Haan, Joop Hoogenboom, Fred Nash, Rob van Nieuwkerk, Piet van Putten, Peter Storm van Leeuwen en Leo Vosse. Natuurlijk mogen ook Maarten Severijn en de onvolprezen site van ZWP in dit verband niet worden vergeten.
Literatuur 1) R. Broersma; De Lampongsche Districten, Javasche Boekhandel & Drukkerij, Batavia /Rijswijk, 1916. 2) P. Storm van Leeuwen; Poststempelcatalogus Nederlands - Indië 1864 – 1942, Nederlandse Vereeniging van Postzegelhandelaren, 1995. 3) M.H. Severijn; Poststempelatlas, verschenen in 18 Bijlagen van het ZWP Mededelingenblad, 1999-2011. 4) J.R. van Nieuwkerk, L.B. Vosse; The Cancellations used during the Japanese Occupation of the Dutch East Indies and Repoeblik Indonesia, 1942-1949, Dai Nippon, 2013. 5) van der Wal; Digitale versie van de Officiële bescheiden betreffende de NederlandsIndonesische betrekkingen 1945-1950, Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, 1971. 6) De Indo-kolonisatie afgewezen. Door Regeerings-Gemachtigde voor B.B.: De Sumatra Post, maandag 29 augustus 1932. 7) J. Van Dulm, W.J. Krijgsveld, H.J. Legemaate, H.A.M. Liesker, G. Weijers, E. Braches; Geïllustreerde Atlas van de Japanse Kampen in Nederlands-Indië 1942-1945, Asia Major, Purmerend, november 2000. Rob Ackerstaff april 2015