1
De Lampongse Districten
Figuur 1: Een kaart van de Lampongse Districten begin jaren dertig van de vorige eeuw.
Ondanks een levendige handel in peper, hebben de Lampongse Districten gedurende de eerste eeuwen van het Nederlandse gezag in Indië niet echt in het centrum van de bestuurlijke belangstelling gestaan. De vertegenwoordigers van de Oost Indische Compagnie hielden vooral de inlandse rovers en de Engelse concurrenten in het oog en gedurende vele decennia was het gebied een onderafdeling van Bantam, de meest westelijke residentie op Java. Na het herstel van het Nederlandse bewind op Java in 1816 meldde J. De Bruin, de toenmalige resident van Bantam, dat de Lampongse districten nog in een droeve staat verkeerden. Pas in 1829 werd besloten dat de Lampongse districten een afzonderlijke residentie zouden worden met J.A. Du Bois als eerste resident. Broersma 1 schrijft verder: “De regeering kende het gewest nog zoo weinig, dat zij niet zeker was in de plaatsing van ambtenaren en zoo is er voortdurend wisseling geweest van standplaatsen en posten, zelfs nog in onze eeuw [20e eeuw]….Kruseman [assistent-resident] had Telokbetong als post gehad,…. Een tweede standplaats voor een Europeesch ambtenaar was Bornai aan de Semangka-baai. Du Bois begon daar, werd binnen een jaar naar Toelangbawang overgeplaatst, waar hij eerst te Menggala, weldra te Boemiagoeng zetelde. Als resident woonde hij te Tarabangi, maar na een periode van militair bestuur werd in 1847 Telokbetong weer als hoofdplaats aangewezen en in 1851 als zoodanig betrokken. Daarmee zijn niet alle wisselingen vermeld, het is echter genoeg.”
2
TELOKBETONG De toekomst van het plaatsje Telokbetong heeft begin vorige eeuw waarschijnlijk ook nog aan een zijden draad gehangen. De verslaggeving van de heer Broersma klinkt in ieder geval niet erg optimistisch: “Noch een voornamen noch een vriendelijken indruk maakt de hoofdplaats van het gewest. Het stadje met zijn bevolking van omstreeks 3000 zielen heeft een laag en drassig gedeelte, waar de Chineesche en inlandsche wijken liggen alsmede enkele kantoren voor handel en scheepvaart. De drassigheid ontstaat doordat de Koeripan en de Koepang, zand opwerpend aan haar monding, zichzelf den vrijen uitgang benemen en geen afvoer kunnen zijn voor de kuststrook nabij Telokbetong. Er vormen zich plassen, ruime broedplaatsen voor muskieten midden in het bewoonde terrein, vanwaar zich het gif van de malaria in den omtrek verspreidt. De Burgerlijke en Geneeskundige Dienst heeft er onderzoekingen gedaan, heeft er een buitengewoon hoog cijfer van vergroote milt aangetroffen en heeft niet verzuimd te wijzen op de wenschelijkheid en mogelijkheid van assaineering….Dat betreft Telokbetong zelf, de plaats die wellicht over eenige jaren zal zijn verlaten voor het gezondere Tandjongkarang en, wat de kantoren en pakhuizen betreft, voor Pandjang. De regeering dient thans al wel voor zich vast te stellen, wat zij in de toekomst wil: het behoud of het verlaten van Telokbetong”. Er zijn in zijn verhaal echter ook wel wat lichtpuntjes te beluisteren: De Europese wijk op een hoogte van 15 meter was wat gunstiger gelegen en het residentshuis en de sociëteit gaven eveneens door hun hogere ligging een “tamelijk fraaien aanblik”. De beeldvorming van het op zeeniveau gelegen Telokbetong blijft echter weinig rooskleurig en een verhuizing van bestuur en particulieren naar het hoger gelegen Tandjongkarang lijkt in 1916 nog steeds “redelijk en heilzaam”. Uit bovenstaand relaas kan dus worden geconcludeerd, dat er pas medio 19e eeuw definitief werd besloten het ongezonde Telokbetong toch tot hoofdplaats van de Lampongse districten te benoemen. Het is zelfs de vraag of dat, toen er in 1858 besloten werd in deze contreien een postkantoor te vestigen 2, al wel helemaal duidelijk was. Misschien ligt hierin wel de verklaring dat het eerste poststempel dat toen in gebruik werd genomen nog van de LAMPONGSCHE DISTRIKTEN spreekt (fig. 2). Dit stempel komt in rood en blauw voor, staat in een achthoekig kader, is 48 mm lang en 18 mm hoog en het gebruik is bekend tot in 1863. Wij hebben er geen gebruikt voorbeeld van kunnen vinden en de in figuur 2 getoonde afbeelding is afkomstig uit de catalogus van Wolff de Beer 3.
Figuur 2: Het stempel uit de eofilatelistische periode van de Lampongse Districten.
Als in 1864 het nieuwe reglement op de brievenposterij wordt ingevoerd, valt ook het postvervoer van en naar Telokbetong onder het gouvernementsmonopolie 4. Vanaf die datum zijn te Telokbetong - met uitzondering van het rond-francostempel, het langstempel, het grootrondstempel en het langebalkstempel met nummer - alle andere stempels van Nederlands Indië gebruikt. Deze stempels worden hier in chronologische volgorde besproken. Het postkantoor te Telokbetong wordt overigens in 1933 gedegradeerd tot een bijpostkantoor van Tandjongkarang 4.
3
Van het halfrond-francostempel hebben wij een fraai voorbeeld, gebruikt in de zestiger jaren van de 19e eeuw, kunnen bemachtigen (fig. 4). Van het rondstempel, dat eveneens nogal zeldzaam is, kunnen we u slechts een voorbeeld in zwart-wit laten zien (fig. 3). In beide stempels wordt de kantoornaam geschreven als TELOK BETONG.
Figuur 3: Het rondstempel van TELOKBETONG gebruikt op 11 april 1878.
In de jaren 1875-1893 gebruikt het kantoor te Telokbetong het puntstempel 58 en volgens Bulterman bestaat hier slechts één type van 5,6. Figuur 4 laat twee voorbeelden zien op NVPH no. 12 en 9.
Figuur 4: Het halfrond-francostempel en het puntstempel van TELOKBETONG. Het eerste stempel is gebruikt op 3 oktober 1869.
Figuur 5: Twee briefomslagen op 27 december 1880 en 11 februari 1890 verstuurd van Telokbetong naar Batavia. Links met het eerste type kleinrondstempel en rechts met het tweede. Over de zegels staat steeds puntstempel 58. Beide enveloppen zijn ongeveer 50% verkleind.
Het kleinrondstempel is dan het volgende stempeltype dat te Telokbetong in gebruik is geweest en hiervan bestaan twee verschillende types 9. In beide stempels wordt de naam als
4
TELOEKBETOENG geschreven. Echter bij het eerste type, dat in de beginjaren tachtig van de 19e eeuw al in gebruik is, wordt de naam weer met twee woorden en in het latere stempel daarentegen als één woord geschreven (fig. 5 en 6). Het kleinrondstempel van Telokbetong is overigens gebruikt tot in de jaren negentig.
Figuur 6: De twee types van het kleinrondstempel van TELOKBETONG gebruikt op 27 december 1880, 25 mei 1882, 17 mei 1886 en 15 januari 1888.
Voordat we echter verder gaan met de postale wederwaardigheden van deze regio moeten we eerst enige aandacht besteden aan een der grootste natuurrampen die Nederlands Indië heeft getroffen. Na een eerste waarschuwing in mei 1883, komt van 26-28 augustus de sinds eeuwen rustig gewaande vulkaan Krakatau plotseling tot een enorme explosie, waarbij vooral ten gevolge van de tsunami’s, met vloedgoven van soms wel 36 meter hoog, ruim 36.400 slachtoffers zijn te betreuren. Op Zuid Sumatra wordt het plaatsje Telokbetong vrijwel geheel van de aardbodem weggevaagd. Alleen het hoger gelegen residentiehuis, het fort en de gevangenis blijven gespaard, verder is alles verwoest, ook het post- en telegraafkantoor 12. Maar al een dag na de ramp wordt in het huis van de resident een kamer als tijdelijk postkantoor ingericht. Op 30 april 1885 kan dan een nieuw postkantoor in gebruik worden genomen. De destijds in gebruik zijnde punt- en kleinrondstempels waren bij deze calamiteit zoek geraakt en de heer Marlier de Routon, toenmaals postdirecteur te Telokbetong, heeft in kurk een nood vernietigingsstempel laten uitsnijden “teneinde de postverzending geregeld te kunnen doen doorgaan” 13. In zijn dienstnota van 4 september 1883 aan de hoofdinspecteur geeft hij zelfs een omschrijving van dit noodstempel: “De stempel bestaat uit grootere en kleinere strepen, aan drie zijden dubbel, aan eene zijde enkelvoudig. In het midden ’T B’ 13”.
Figuur 7: Links en rechts de voorzijde van een briefkaart verzonden van TELOKBETONG op 28 oktober 1883. Deze kaart is dus afgestempeld in het huis van de resident. Centraal het stempeltje NIETIG op NVPH no. P 4.
Het is niet geheel duidelijk hoe lang dit noodstempel is gebruikt, maar volgens een mededeling van J.B. Robert – destijds hoofdredacteur van het Nederlands Tijdschrift voor Postzegelkunde – zijn er ongeveer 160 brieven mee afgestempeld en verzonden, en had de
5
gebruikte inkt een blauwgrijze tint 15. De briefkaart uit figuur 7 laat dus zien dat het tweede type kleinrondstempel al eind oktober 1883 in gebruik was. Centraal in figuur 7 ook nog het stempeltje NIETIG dat direct na de ramp te Telokbetong op portzegels werd gebruikt als het te betalen bedrag niet kon worden geïnd en moest worden afgeschreven. Naast het kleinrondstempel moest natuurlijk ook het puntstempel 58 van Telokbetong worden vervangen. In tegenstelling tot Bulterman, menen andere experts dat het vroege en late type van het puntstempel wel degelijk kleine verschillen vertonen. Zo vermeldt een internet site 14, dat bij het eerste type het bovenste oog van de 8 kleiner is dan het onderste oog, terwijl bij het tweede type de ogen min of meer van gelijke grootte zijn. In de figuren 3, 4 en 5 is dat wel te zien. Bovendien is de krul van de oude 5 wat ronder en zijn de punten van het stempel iets anders geplaatst 13. In de periode 1893-1912 zijn volgens ten Geuzendam 7 te Telokbetong vier verschillende types van het vierkantstempel gebruikt. De belangrijkste onderscheidende kenmerken zijn: 1) Bij de types I, II en IV wordt de kantoornaam steeds als TELOEKBETOENG geschreven; 2) Bij type II is dit één woord en bij de types I en IV zijn het twee woorden; 3) Bij type III is de kantoornaam als TELOKBETONG geschreven; en 4) Tenslotte zijn ook de grootte, de vorm en de verdeling van de letters over de binnencirkel nog van belang. De typering van het Nederlands Indisch vierkantstempel is nogal specialistisch werk en eigenlijk zonder gebruik van de in de genoemde catalogus gecalqueerde afbeeldingen niet goed mogelijk. In figuur 8 staan de vier types in successievelijke volgorde afgebeeld en met enige goede wil zijn de verschillen wel te zien.
Figuur 8: De vier types vierkantstempel van TELOKBETONG gebruikt op 24 januari 1896, 25 augustus 1899, 27 januari 1908 en 14 augustus 1909.
Het is opvallend, dat er in deze plaats geen grootrondstempel is gebruikt 8. Een verklaring hebben wij hiervoor niet kunnen vinden.
Figuur 9: De drie types van het kortebalkstempel van TELOKBETONG gebruikt op 28 april 1913, 26 mei 1914 en 25 juli 1916.
Wel zijn er in de periode van september 1912 tot eind 1917 te Telokbetong drie verschillende types van het kortebalkstempel in gebruik geweest 9 en deze staan in figuur 9
6
afgebeeld: 1) Kortebalkstempel met smalle balk, gesloten buitenring, 10 verticale strepen in de segmenten en de drie kruizen in de stand X#X; 2) Kortebalkstempel met brede balk, gesloten buitenring, 12 strepen in de segmenten en 7+; en 3) Kortebalkstempel met smalle balk, een biffagerand, 10 strepen in de segmenten en 3 #. Het laatste type is dus het enige kortebalkstempel van dit kantoor met een biffage en bovendien staat het middelste kruis in de onderring een slagje anders dan bij type 1. In de rechter afbeelding van figuur 9 zijn de kruizen echter helaas niet zichtbaar.
Figuur 10: Het kortebalkstempel met uurkarakters van TELOKBETONG gebruikt op 1 augustus en 20 september 1918 en op 18 september 1919.
Vervolgens is van februari 1918 tot februari 1923 te Telokbetong het gebruik van het kortebalkstempel met uurkarakters bekend 9 (fig. 10). In alle hier beschreven kortebalkstempels – dus drie zonder en een met uurkarakters – wordt de kantoornaam steeds geschreven als TELOKBETONG. Vanaf begin 1917 (maart) zijn minstens acht verschillende types langebalkstempel, veelal naast elkaar, in gebruik geweest: 1a/1b, 2, 4, 6, 7, 9, 12 en 14. In de latere jaren van deze periode heeft men ook nog de puntvlakstempels type 1 en 2 (ZWP types 19 en 20) gebruikt. Deze tien verschillende stempels staan in de figuren 11 en 12 afgebeeld en voor een uitgebreide beschrijving van de onderscheidende kenmerken wordt verwezen naar de bijlage langebalkstempels van de ZWP-site 9. Hier volgen slechts de meest belangrijke kenmerken.
Figuur 11: De langebalkstempels 1a/1b, 2, 4, 7, en 9 van TELOKBETONG gebruikt in december 1917 en op 17 februari 1923, 22 mei 1931, 6 augustus 1937 en 6 maart 1935.
De kantoornaam wordt bij elk type van het langebalkstempel als TELOKBETONG geschreven. Bij de types 1, 2 en 4 wordt een 12-uuraanduiding en bij de andere zeven een 24uuraanduiding gebruikt. De types 4, 9, 12 en het puntvlakstempel type 1 hebben een gesloten buitenring, de andere zes tonen een biffagerand. De vorm en de grootte van de letters van de plaatsnaam zijn bij dit kantoor in het algemeen niet echt behulpzaam bij de typering. Verder valt op dat type 1a/1b met een aantal kleine variaties een relatief lange gebruiksperiode van
7
16 jaar (van maart 1917 tot maart 1933) kent en dat de types 6 en 14 en het puntvlakstempel type 2 in de vooroorlogse periode gebruikt zijn tot in de jaren 1941/1942.
Figuur 12: De langebalkstempels 6, 12 en 14 en de puntvlakstempels type 1 en 2 van TELOKBETONG gebruikt op 7 april 1938, 21 oktober 1936, 4 september 1941, 27 augustus 1936 en 10 november 1938.
Overigens was vijf jaar na de publicatie van de heer Broersma, dus al in 1921, het plaatsje Telokbetong via een vier kilometer lange zijlijn verbonden met de hoofdlijn van de Zuid Sumatra Spoorlijn (ZSS). De door hem voorziene teloorgang van Telokbetong is dan ook geen werkelijkheid geworden. In tegendeel, de plaatsen Telokbetong, Tandjongkarang en Oosthaven (Pandjang) zijn in de loop van de tweede helft van de vorige eeuw uitgegroeid tot een grote stedelijke agglomeratie met in het jaar 2014 een inwonersaantal van ruim 900.000, en in 1983 is de naam van de stad veranderd in Bandar Lampung.
De Japanse en Republikeinse jaren Op 25 februari 1942, dus tien dagen na de val van Singapore, werd Telokbetong door de Japanners bezet. Uit het voorgaande blijkt, dat in de jaren voor de Japanse invasie van het langebalkstempel de types 6, 14 en 20 nog in gebruik zijn geweest 9. Het is dan ook op zijn minst opvallend te noemen, dat we tijdens de Japanse bezettingsjaren zelf van de vooroorlogse, Nederlands Indische langebalkstempels alleen de laatste twee types (14 en 20) zijn tegen gekomen en dan type 20 nog aanzienlijk vaker dan type 14 (fig. 13 t/m 16). Met andere woorden, we hebben hier in Telokbetong het gebruik van het langebalkstempel type 6 tijdens de Japanse bezetting niet kunnen aantonen 10 .
Figuur 13: Een briefkaart op 11 augustus 1942 verstuurd van Telokbetong naar Koedoes. De zegels zijn afgestempeld met het langebalkstempel 20.
8
Figuur 13 toont een prachtige briefkaart die in augustus 1942 per expresse verstuurd is naar Koedoes op Java. De datum in het stempel laat zien, dat te Telokbetong al in augustus 1942 de dynastieke jaartelling was ingevoerd. Het jaar 1942 wordt dan 2602 en vaak wordt dit in het stempel ‘afgekort’ tot n 2. Ook de frankering en opdrukken op deze kaart vragen om enige tekst en uitleg. Kennelijk werd een Nederlands Indische briefkaart met een zegelwaarde van 3½ c. zonder Japanse opdruk in augustus 1942 niet meer geaccepteerd. Op de kaart wordt dit aangegeven met de rode potloodlijn om het zegelbeeld en daarom werd er een 3½ c. Kreisler zegel bijgeplakt (helemaal links in de rij). De briefkaart moest per expresse naar Koedoes en dat kostte destijds nog eens 25 c. extra. Tenslotte werd de beeltenis van koningin Wilhelmina, evenals bij de twee Kreisler zegels in figuur 14, middels een fraaie, rode Japanse bol zoveel mogelijk aan de waarneming onttrokken. Links van de middenlijn staat een Japans censuurstempel met verticaal de tekst Ken Etsu Sumi (済閲検, gecensureerd). Rechts daarnaast in violet een censuurstempel met dezelfde Kanji tekens nu horizontaal en in het Indonesisch de tekst DI PREKSA OLEH PEMERENTAH NIPPON, hetgeen betekent gecensureerd door de Japanse overheid 16.
Figuur 14: Het puntvlakstempel type 2 (ZWP type 20) van TELOKBETONG gebruikt op 24 augustus 1942 en op 9 april en 13 mei 1943
Figuur 14 laat nog drie voorbeelden van het langebalkstempel type 20 met de Japanse dynastieke jaartelling zien, zowel uit de tweede helft van 1942 als de eerste helft van 1943. In het midden een uitvergroting van de datumbalk die onder de daarboven afgebeelde zegels staat met als datum: 13. 5. n3. 18.
Figuur 15: Het puntvlakstempel type 2 (ZWP type 20) van TELOKBETONG gebruikt op 8, 13 en 23 maart 1944 (=19).
9
In figuur 15 zien we driemaal hetzelfde type 20, maar dan met een Showa datering uit de eerste maanden van 1944 (is het Showa-jaar 19). Uit de getoonde voorbeelden van de figuren 14 en 15 blijkt dus, dat te Telokbetong ergens tussen 13 mei 1943 en 8 maart 1944 de overgang van de dynastieke naar de Showa kalender heeft plaats gevonden. Figuur 16 laat twee voorbeelden zien van het vooroorlogse langebalkstempel type 14 van Telokbetong uit het laatste jaar van de Japanse bezetting. Beide tonen een Showa datering uit 1945 (=20).
Figuur 16: Het vooroorlogse langebalkstempel 14 van TELOKBETONG gebruikt op 5 en 6 maart 1945 (=20).
Vanaf 1944 is ook nog het Japanse stempel type 220 in gebruik genomen (fig. 17).
Figuur 17: Het Japanse stempel 220 van TELOKBETONG (テロッスベトン ) gebruikt in mei en augustus 1944 (=19).
Het in figuur 18 getoonde poststuk is afkomstig van de landbouwkolonie (JavanenKolonie) Taman-bogo nabij Metro en via Telokbetong naar Klakah bij Djember op Java verstuurd. Rechtsboven staat het nogal zeldzame censuurstempel van de Kempeitai te Telokbetong met een handgeschreven datum van maart 1943. De Kempeitai gebruikte uiteraard een Showa datering. Boven de datumbalk staat in het Japans 済閲検 (Ken Etsu Zumi), hetgeen betekent dat een Kempeitai medewerker het poststuk heeft bekeken en geautoriseerd. In het gedeelte onder de datumbalk staat in Katakana en Kanji schrift Telokbetong Kempeitai (テロッスベトン憲兵隊). De wervende teksten op deze vooroorlogse briefkaart zijn bedoeld voor Javanen en roepen vooral op om in het land aan de overkant de kolonisatie van stukken onontgonnen Sumatra ter hand te nemen.
10
Figuur 18: Een briefkaart met het censuurstempel van de Japanse militaire politie (Kempeitai) gebruikt op 14 maart 1943 (=18).
Daar Telokbetong pas tijdens de 2e Politionele Actie in januari 1949 door de Nederlandse troepen werd heroverd, hebben we hier dus te maken met een periode van ruim drie jaar waarin zich een Republikeins Interim gezag heeft kunnen vestigen. Opvallend is dat wij gedurende deze periode van de drie vooroorlogse, Nederlands Indische langebalkstempels – de types 6, 14 en 20 – alleen het gebruik van type 14 hebben kunnen aantonen (fig. 19 t/m 21).
Figuur 19: Het langebalkstempel 14 van TELOKBETONG gebruikt in augustus 1945 (=20). De envelop is ongeveer 90% van de ware grootte.
11
Figuur 19 toont een briefomslag die – waarschijnlijk op 3 augustus 1945, immers de dag is in de datumbalk niet helemaal goed te ontcijferen en dus twee weken voor de Indonesische onafhankelijkheidsverklaring – van Telokbetong verstuurd naar een sigarenfabriek te Magelang op Java. Het langebalkstempel 14 laat uiteraard nog de Showa datering zien. Figuur 20 toont hetzelfde vooroorlogse langebalkstempel type 14, maar dan gebruikt tijdens het tweede jaar van Republikeins Interim gezag (1947). De Christelijke jaartelling is dan weer ingevoerd.
Figuur 20: Het vooroorlogse langebalkstempel 14 van TELOKBETONG gebruikt op 25 april, 9 juli en 10 februari 1947.
Figuur 21 laat een envelop zien die, oorspronkelijk gemaakt voor het agentschap Palembang van de Nederlandsche Handel-Maatschappij N.V., in februari 1947 door de Bank Indonesia verstuurd is van Telo(e)kbetong naar Palembang.
Figuur 21: Het vooroorlogse langebalkstempel 14 van TELOKBETONG gebruikt op 4 februari 1947. De envelop is ongeveer 90% van de ware grootte.
12
Afgestempeld met het vooroorlogse, Nederlands Indische langebalkstempel 14 laat deze envelop tevens de ‘filatelistische nood’ zo’n anderhalf jaar na de Japanse capitulatie zien: 1) Linksboven een 30 c. Van Konijnenburg zegel (NVPH no. 279) voorzien van een machinale T-opdruk van Japanse makelij en een opdruk DN 62 (P.T.T. INDONESIA) 12 in kader van Republikeinse origine, beide in zwart; 2) Rechts daarnaast het gebruik van drie vooroorlogse, Nederlands Indische portzegels (NVPH no. 28 en 48) als frankeerzegel, voorzien van de Republikeinse opdruk DN 61 voor Lampong (P.T.T. INDONESIA zonder kader). De kleur van die laatste opdruk is zwart-violet 12. Deze portzegels zijn overigens niet voorzien van enige Japanse opdruk. De envelop zelf toont tenslotte nog het propagandastempel INDONESIA TETAP MERDEKA HINGGA KIAMAT (Indonesië blijft vrij tot de dag des oordeels).
Hersteld Nederlands gezag In januari 1949 wordt tijdens de 2e Politionele Actie een deel van het zuiden van Sumatra, waaronder ook de stad Telokbetong, door de Nederlandse troepen op de Republikeinen heroverd. Kortom ook hier een klein jaar (1949) van hersteld Nederlands gezag. Uit deze korte periode hebben wij drie voorbeelden van het gebruik van het vooroorlogse langebalkstempel type 14 gevonden (fig. 22).
Figuur 22: Het vooroorlogse langebalkstempel 14 van TELOKBETONG gebruikt in maart 1949 en op 7 juni en 8 oktober 1949.
De staat Indonesië In de eerste jaren na de soevereiniteitsoverdracht wordt dan naast het ondertussen welbekende puntvlakstempel type 2 (fig. 23) ineens ook weer het langebalkstempel type 6 in gebruik genomen (fig. 24). Waarschijnlijk is dit het vooroorlogse type 6 (links uit figuur 12) dat dan ineens weer boven water komt.
Figuur 23: Het vooroorlogse puntvlakstempel type 2 van TELKOKBETONG gebruikt in de beginjaren vijftig van de 20e eeuw.
13
Figuur 24: Het vooroorlogse langebalkstempel 6 van TELOKBETONG gebruikt in 1953 en 1954.
De twee laatst genoemde stempeltypes worden echter weldra vervangen door een nieuw type 6 van het langebalkstempel, dan echter met de kantoornaam in de nieuwe spelling geschreven als TELUKBETUNG (fig. 25).
Figuur 25: Het nieuwe langebalkstempel type 6 van TELUKBETUNG gebruikt op 10 mei 1954, 23 mei 1957 en 2 december 1955.
Verantwoording Dit artikel had natuurlijk nooit gerealiseerd kunnen worden zonder de inzet en betrokkenheid van een aantal filatelisten. Met name is bij het verkrijgen van de vele scans dankbaar gebruik gemaakt van de verzamelingen van Jan Arts, Giel Bessels, Jan de Haan, Joop Hoogenboom, Rob van Nieuwkerk, Piet van Putten, Peter Storm van Leeuwen en Leo Vosse. Natuurlijk mogen ook Maarten Severijn en de onvolprezen site van ZWP in dit verband niet worden vergeten. Een deel van de afbeeldingen uit de figuren 4 t/m 6 komen van de in referentie 14 genoemde site.
Literatuur 1) R. Broersma; De Lampongsche Districten, Javasche Boekhandel & Drukkerij, Batavia /Rijswijk, 1916. 2) P. Storm van Leeuwen; Nederlands-Indië voor en na 1864, ZWP Mededelingenblad nr. 166, 30-41, februari 2015. 3) W. S. Wolff de Beer; Poststempels in gebruik in Nederlands Oost Indië 1789-1864, J. L. Van Dieten, Den Haag, 1971. 4) P. Storm van Leeuwen; Poststempelcatalogus Nederlands - Indië 1864 – 1942, Nederlandse Vereeniging van Postzegelhandelaren, 1995. 5) P. R. Bulterman; De puntstempels van Nederlands-Indië, De Postzak, nr. 153, sep. 1987. 6) P.R. Bulterman; Poststempel Nederlands – Indië 1864 – 1950, DAVO B.V., Deventer, 1981. 5) P. R. Bulterman; De puntstempels van Nederlands-Indië, De Postzak, nr. 153, sep.
14
1987. 6) P.R. Bulterman; Poststempel Nederlands – Indië 1864 – 1950, DAVO B.V., Deventer, 1981. 7) A. W. ten Geuzendam; De vierkantstempels van Nederlands-Oost-Indië 1892-1916, Den Haag, 1976. 8) M.H. Severijn; De grootrondstempels van Nederlands-Oost-Indië en West Indië, Uitgave Studiegroep ZWP, juni 2014. 9) M.H. Severijn; Poststempelatlas, verschenen in 18 Bijlagen van het ZWP Mededelingenblad, 1999-2011. 10) J.R. van Nieuwkerk, L.B. Vosse; The Cancellations used during the Japanese Occupation of the Dutch East Indies and Repoeblik Indonesia, 1942-1949, Dai Nippon, 2013. 11) L. B. Vosse; Catalogue of the Postage Stamps of the Republic of Indonesia 17 august 1945 - 27 december 1949, Dai Nippon, 2005. 12) P. Storm van Leeuwen; Enige postale gevolgen van de uitbarsting van de Krakatau 100 jaar geleden, De Postzak, dec. 1983, nr. 138, 436-443. 13) P. Storm van Leeuwen; Vergeten oud nieuws betreffende de puntstempels van Nederlands-Indië; De Postzak, dec. 1988, nr. 158, 532-556. 14) www.puntstempels.nl/058 - Telok Betong typen.htm 15) J.B. Robert; Nederlands Tijdschrift voor Postzegelkunde, jaargang IX, 8-9, 1894. 16) T. Vrijdag; Handboek van postzegels en postwaardestukken, tijdens de Japanse bezetting gebruikt in Nederlands-Indië, 30 april 1942-25 oktober 1945, Dai Nippon, verschenen in 27 afleveringen1990-1996. Rob Ackerstaff maart 2015