Juni 2013
in dit nummer: pagina 2
pagina 4
Pand Nature’s Hightech Pride voorbeeld campus voor voor AGF-sector Thales
pagina 5
pagina 7
EPC vaak ondermaats
Bestaande woningen aansluiten op geothermie?
Het verschil tussen kijken en zien. installatie- en energieadvies
Energieneutraal bedrijfspand: een voorbeeld voor de AGF-sector Nature’s Pride is een van Nederlands grootste importeurs van exotische groenten en fruit. Het bedrijf bouwt in Maasdijk een nieuw distributie- en verwerkingscentrum. Het pand wordt een van de duurzaamste AGF-bedrijfspanden van West-Europa.
2
Denkwerk } juni 2013
Architectenbureau Paul de Ruiter heeft een gebouw ontworpen dat in logistieke zin maximaal efficiënt is en waarin de mens en duurzaamheid centraal staan. De achterliggende filosofie van het ontwerp is gebaseerd op openheid en inzichtelijkheid: het product valt te volgen vanuit het hele pand. Dit staat in zekere zin model voor hoe Nature’s Pride de hele distributieketen inzichtelijk wil maken voor zowel de werk-nemers als voor de consument, zodat er steeds meer bewustzijn is over waar ons voedsel vandaan komt.
De nieuwe huisvesting heeft naast menselijk welbevinden energieneutraliteit als belangrijk uitgangspunt. “Zeker binnen de AGF-sector is zo’n hoge ambitie uniek. Door het innovatief toepassen van diverse technieken zijn er out of the box-oplossingen gecreëerd om een uiterst duurzaam resultaat te bereiken. Aangezien voor dit type gebouwen normaliter geen BREEAM-NL certificaat kan worden afgegeven, is een speciale Bespoke-procedure gevolgd. Met succes: het pand heeft een BREEAM-NL Excellent label ontvangen”, aldus Daniël de Witte.
DWA is bij de nieuwbouw betrokken met zo’n beetje alle disciplines die zij in huis heeft: research, duurzaamheidsadvies, energieadvies, installatieadvies, bouwfysica, brandveiligheid, bouwkwaliteitmeting, BREEAM-certificering, monitoring en subsidieadvies. Procesmanager Daniël de Witte: “Het is voor ons een prachtig project waarin we onze expertise op allerlei terreinen goed kwijt kunnen. Daarbij komt dat het prettig samenwerken is met zo’n ambitieuze en inspirerende opdrachtgever die ons en de andere ontwerpteampartners stimuleert om alles uit het project te halen.”
Toekomstbestendig Het gebouw bestaat uit twee lagen. Beneden zijn de ontvangst en overslag van fruit gepositioneerd, boven bevinden zich de opslagcellen, rijpcellen, de ruimten voor verwerking en het kantoor. Nadrukkelijk is rekening gehouden met eventuele functiewijzigingen. Het casco is met minimale ingrepen aan te passen waardoor de flexibiliteit groot is. Vloersparingen kunnen probleemloos dichtgelegd worden en vluchttrappen kunnen op alternatieve posities worden gemaakt als er een andere indeling
Het casco is met minimale ingrepen aan te passen waardoor de flexibiliteit groot is.
nodig is. Ook is de vloer van de packafdeling geschikt om lokaal zwaarder belast te worden, waardoor het gehele gebouw, inclusief kantoor, een andere functie kan bekleden.
Vegetatiedak Parkeergelegenheid bevindt zich op het dak zodat hiervoor geen extra grondoppervlak benodigd is. Op het parkeerdek komen laadpalen voor het laden van elektrische voertuigen. Het hemelwater, afkomstig van het parkeerdak, wordt via olie-/benzineafscheiders en bezinkputten op het vuilhemelwaterriool aangesloten. Het hemelwater van de overige dakvlakken wordt via een grijswaterbuffer aangesloten op het
Door diverse ingrepen in proces- en gebouwtechniek is een indrukwekkende energiebesparing van meer dan 30% gerealiseerd.
schoonhemelwaterriool en onder de snelweg door op het oppervlaktewater geloosd. De inpandige grijswaterbuffer wordt ingezet voor de spoeling van toiletten, urinoirs en schoonmaakwerkzaamheden. Hiervoor wordt een separaat leidingnet aangebracht. Op het dak komt ook een vegetatiedak van ruim 2.000 m2, een bijenhotel, een insectenkast, vleermuiskasten en vogelhuisjes voor de gierzwaluw.
Windturbine Door diverse ingrepen in proces- en gebouwtechniek is een indrukwekkende energiebesparing van meer dan 30% gerealiseerd. Om het gebouw vervolgens energieneutraal te maken, moet er 3 MW elektrisch vermogen worden opgewekt. Aangezien deze hoeveelheid niet met pv op het dak kan worden opgewekt en andere oplossingen zoals geothermie in dit geval niet efficiënt bleken, is gekozen voor een windmolen zo dicht mogelijk bij het pand. Momenteel wordt in samenwerking met de gemeente en andere belanghebbenden overleg gevoerd over de realisatie ervan.
Besparing op transport Het laten rijpen en verpakken van exotische groenten en fruit brengt veel interne transportbewegingen met zich mee. Door bij de nieuwbouw slim te kijken naar het reduceren van het aantal en de afstand van de transportbewegingen wordt een algehele besparing van circa 25% behaald. In het ontwerpproces is bijvoorbeeld de toepassing van robots onderzocht. Dit was gezien de aard van de organisatie – Nature’s Pride wil kleine collies kunnen leveren – echter niet mogelijk. Dit kenmerkt het ontwerp- en realisatietraject dat Nature’s Pride doorloopt: de grenzen opzoeken van het proces en de bedrijfsvoering en zo tot het uiterste gaan in het verwezenlijken van duurzaamheidsambities.
Blikvanger De nieuwbouw van het pand belooft een markante blikvanger te worden langs de rijksweg A20. Als alles volgens plan verloopt wordt het nieuwe pand in november 2013 opgeleverd. Meer informatie: ir. Daniël de Witte, T 088 - 163 55 56, E
[email protected]. Denkwerk } juni 2013
3
Hightech campus voor Thales Thales Nederland is het grootste defensiebedrijf in Nederland en produceert geavanceerde radarinstallaties en communicatiesystemen. Thales Nederland is marktleider in marine radars en exporteert wereldwijd naar 60 landen. De hoofdvestiging in Hengelo gaat vrijwel volledig tegen de vlakte om plaats te maken voor een compleet nieuwe hightech campus. Een integraal team (DWA, LKSVDD architecten, MTD landschapsarchitecten, Reitsema & partners en Lucassen bouwconstructies) ontwierp de nieuwe campus.
In het magazijn van ongeveer 4.000 m2 worden alle ontwikkelde elektronische componenten opgeslagen en verpakt voor verzending. Dit pand wordt voorzien van hoogwaardige beveiliging en een sprinklerinstallatie.
Brandveiligheid
Monavisa
In het Shared Facility Center worden naast het gasten- en personeelsrestaurant, vergaderruimtes en lokalen opgenomen. Op de begane grond is een brandcompartiment van meer dan 1000 m² gecreëerd. In het bouwbesluit is opgenomen dat deze ruimtes
De centrale opwekinstallatie voor de drie gebouwen wordt geplaatst in het hoofdgebouw, met aanvullende piekvoorziening per gebouw. Koude en warmte wordt opgewekt door lucht/water warmtepompen, opgesteld op het dak, die daarnaast de restwarmte van de luchtbehandelingskasten benutten. Warmte en koude naar de andere gebouwen wordt door middel van terreinleidingen gedistribueerd. Het functioneren van de installatie wordt continu gemonitord met het door DWA ontwikkelde programma Monavisa.
BIM DWA realiseerde het technische ontwerp voor het hoofdgebouw, het Shared Facility Center en het magazijn. In samenwerking met installateur Linthorst is het technisch ontwerp verder uitgewerkt tot een uitvoeringsgereed ontwerp. De mogelijkheden die BIM biedt zijn hierbij maximaal benut. Het hoofdgebouw heeft een oppervlak van 12.500 m2 en wordt ingericht met hoofd4
Denkwerk } juni 2013
niet groter mogen zijn dan 1000 m². Aan de hand van de beheersbaarheid van de brand heeft DWA aangetoond dat de brandveiligheid van de begane grond gelijkwaardig is aan het bouwbesluit, waardoor geen sprinklerinstallatie noodzakelijk is.
zakelijk open kantoortuinen met een hoge interne warmtelast. Dit komt doordat medewerkers hier elektronica ontwikkelen en testen. De verwarming- en koelvraag wordt gerealiseerd door klimaatplafonds. Naast het klimaatsysteem wordt een datanetwerk aangelegd op basis van cat 7 bekabeling. De elektriciteit wordt gedistribueerd door middel van een railkoker installatie tot op de verdiepingsvloer. Aanvullend zijn voorzieningen opgenomen voor vreemde spanningen, voor bijvoorbeeld marine- en vliegtuigsystemen.
Het magazijn wordt voorzien van hoogwaardige beveiliging en een sprinklerinstallatie.
Meer informatie: ing. Ton Glashorst, T 06 - 22 91 47 61, E
[email protected].
EPC vaak ondermaats In bijna drie van de vier woningen wordt de beloofde energieprestatie niet gehaald. Ook bij utiliteit gaat het nodige mis. Dat blijkt uit onderzoek van DWA bij twaalf woningbouwprojecten en vijf utiliteitsbouwprojecten. Ze werden bij oplevering getoetst op de gerealiseerde energieprestatiecoëfficiënt (EPC).
Het doel van dit onderzoek was om ervaring op te doen met de nieuwe opnameprotocollen en een vrijwillige ventilatietoets. Het onderzoek vond plaats in opdracht van Agentschap NL en in nauwe samenwerking met de partners van Lente-akkoord. Bij alle projecten heeft de EPN-opnemer afwijkingen gevonden ten opzichte van de oorspronkelijke EPC-berekening. Veel voorkomende afwijkingen zijn de oppervlakte van de ramen, de Rc-waarden, U-waarden en de luchtdichtheid. Veel woningen en gebouwen in het onderzoek blijken dan ook niet volgens de opgegeven EPC te worden gebouwd. De grootste afwijking bedraagt één labelstap.
Leren van fouten “Dit beeld is niet acceptabel en niet nodig”, zegt onderzoeker Jaap Neeleman. “In de bouw kunnen we niet met droge ogen zeggen dat we bouwen wat we beloven, met het gebruik van het opnameprotocol kan dit wel.” Met de Neprom, Aedes, NVB en Bouwend Nederland maakt hij zich hard voor een verplichte oplevertoets die gekoppeld is aan het energielabel voor nieuwbouw. Dit is
in het belang van de consument en schept eerlijke kansen in de bouwwereld. “Of je het nu in de vorm van belonen of beboeten doet; er moet iets gebeuren”, stelt Neeleman. “Als je wilt dat de nieuwbouw fors energiezuiniger wordt, moet je willen leren van de gemaakte fouten. De oplevertoets voorziet hierin en gaat naar verwachting de eerste jaren voor een steile leercurve zorgen.”
Marge Bouwers en ontwikkelaars wordt aanbevolen om op korte termijn met een marge in de EPC-waarde te ontwerpen in plaats van scherp aan de grens van het Bouwbesluit. Hiermee wordt voorkomen dat door een enkele afwijking het gebouw niet meer aan het Bouwbesluit voldoet. Een aanbeveling is om rekening te houden met mogelijke kopersopties, zoals een dakkapel of uitbouw. Zonnepanelen of een betere ketel kunnen nodig zijn om het effect op de EPC te compenseren. Meer informatie: ing. Jaap Neeleman, T 088 - 163 53 49, E
[email protected].
“Als je wilt dat de nieuwbouw fors energiezuiniger wordt, moet je willen leren van de gemaakte fouten.”
Denkwerk } juni 2013
5
in de bongerd worden 34 energieneutrale woningen gerealiseerd.
Warmtenetten zowel groot- als kleinschalig interessant DWA werkt mee aan de ontwikke-
De Bongerd
ling, exploitatie en verbetering van
Samen met ERA Contour ontwikkelde DWA voor woningcorporatie Stadlander een concept voor 34 energieneutrale woningen. Naast een goede gebouwschil en een efficiënt ventilatieconcept voorzien we deze woningen van pv-panelen (circa 35 m² per woning) en van een collectieve verwarmingsinstallatie.
een groot aantal warmtenetten. Bij warmtenetten wordt vaak gedacht aan de grote stadsverwarmingsnetten. Ze worden echter ook op kleine schaal toegepast. Twee voorbeelden brengen we voor het voetlicht.
Naast het vastgoed van de TU sluiten mogelijk ook omliggende gebruikers aan. 6
Denkwerk } juni 2013
Het warmtenet wordt gevoed door een centrale installatie die bestaat uit warmtepompen (één luchtwarmtepomp en één bodemgekoppelde warmtepomp). Deze warmtepompen leveren met name het laagtemperatuur deel van de benodigde warmte. De elektriciteit voor de warmtepompen wordt geleverd door een minigasmotor (wkk). De restwarmte hiervan komt op een hoger temperatuurniveau vrij en kan dus prima ingezet worden voor de naverwarming van het warmtenet. Daarnaast wordt nog extra laagtemperatuur warmte uit de rookgassen teruggewonnen. Deze zetten we in voor de regeneratie van de bodemlussen van de warmtepomp. Met deze relatief kleinschalige warmteopwekking (totaal circa 200 kW) en de
pv-panelen op de woningen realiseren we per saldo een energieneutrale woonwijk. ERA Contour bouwt de woningen in een zeer kort tijdsbestek. Begin dit jaar is gestart met het ontwerp. Eind van het jaar moeten de woningen klaar zijn.
TU Delft Voor de TU Delft werken we aan een transitieplan voor het bestaande warmtenet van de TU-wijk. Op dit moment is dit een hoogtemperatuur warmtenet (130/80°C). Het is de bedoeling dat het warmtenet getransformeerd wordt naar middentemperatuur (85/40°C). Hierdoor is de weg vrij voor de verduurzaming van de warmteopwekking. Momenteel wordt gewerkt aan de planvorming van een geothermiebron. Naast het vastgoed van de TU sluiten mogelijk ook omliggende gebruikers aan (studentenhuisvesting, aanpalende onderwijsinstellingen, etc.). Om een idee te geven van de schaalgrootte: het warmtenet van de TU is circa 250 keer zo groot als dat van de Bongerd! Meer informatie: ing. Lambert den Dekker, T 088 - 163 53 32, E
[email protected].
Zijn bestaande woningen aan te sluiten op geothermie? Wat zou mooier zijn dan duurzame bronnen, zoals geothermie, te gebruiken om bestaande woningen te verwarmen? Bestaande bouw vraagt veel meer warmte dan nieuwbouw, dus de besparing op aardgas is navenant groter. Een lastig detail zijn de radiatoren waarmee de meeste woningen zijn uitgerust. Die werken in het algemeen op relatief hoge temperaturen en de temperatuur van het CV-water uit de radiatoren is hoger dan je zou willen. Voor dat laatste is een oplossing voorhanden in de vorm van een nieuw type radiatorventiel waarmee het waterdebiet en de temperatuur veel beter zijn te regelen. DWA deed een meetonderzoek naar dit ventiel. Het onderzoek werd uitgevoerd in twee appartementen die deel uitmaken van een aantal appartementencomplexen die mogelijk worden aangesloten op een naburig geothermiesysteem. De radiatoren in het ene appartement werden voorzien van de nieuwe ventielen, in het andere appartement bleven ze ongewijzigd en fungeerden als referentie. Op alle radiatoren werden continu de aanvoer- en retourtemperatuur gemeten. In de woonkamers werd tevens de ruimte-
temperatuur gemeten. De metingen werden uitgevoerd gedurende een aantal weken in het achterliggende stookseizoen.
Meetresultaten De meetgegevens werden per vijf minuten in een modem verzameld en via internet doorgestuurd naar Monavisa, het gereedschap om geautomatiseerd prestaties te monitoren. De resultaten laten zien dat de nieuwe ventielen een veel betere beheersing van de debieten en temperaturen opleveren. Voor bijvoorbeeld de radiator in de woonkamer was de ‘uitkoeling’ van het CV-water ruim tweemaal zo groot als bij het conventionele ventiel.
Vertaalslag naar geothermie De toepasbaarheid van geothermie wordt vooral bepaald door de retourtemperatuur uit de woningen. Hoe lager die is, hoe beter, want des te verder kan het geothermische water worden afgekoeld voordat het weer in
de bodem teruggebracht wordt. Een sterke afkoeling van het geothermische water betekent dat de geothermie veel verwarmingsvermogen levert en daardoor rendabeler wordt. Voor de betreffende woningen is uit de metingen gebleken dat de retourtemperatuur tot 45 à 50°C daalt, maar niet veel lager wordt. De ontwerptemperatuur is 80°C. Daarmee zit je op de grens van toepasbaarheid voor geothermie. Idealiter zou de temperatuur nog 10 à 15 graden lager zijn. Opties om dit te bereiken zijn: een cascadeschakeling met warmtevragers die een lage aanvoertemperatuur nodig hebben, zoals een zwembad, of een warmtepomp toepassen die warmte uit de retourleiding onttrekt, de retourtemperatuur verlaagt en daarmee de aanvoertemperatuur oppept. Meer informatie: ir. Hans Buitenhuis, T 088 - 163 53 43, E
[email protected].
De resultaten laten zien dat de nieuwe ventielen een veel betere beheersing van de debieten en temperaturen opleveren.
Denkwerk } juni 2013
7
Energiebesparing bij elektrische aandrijvingen Binnen de industrie is er veel vraag naar het verlagen van de kosten en het verhogen van de efficiency. DWA draagt hieraan bij door energiebesparing bij elektrische aandrijvingen inzichtelijk te maken, maatregelen te vertalen in realistische business cases, te coördineren bij de uitvoering en achteraf te verifiëren of het gewenste resultaat is behaald. Een elektrisch aandrijfsysteem is een energie-intensief systeem waarin veel elektrische energie wordt omgezet, en waarbij de energiekosten tijdens de levensduur hoog zijn in relatie tot de aanschafkosten. De (meer)investering in een besparingsmaatregel binnen het systeem leidt tot een aantrekkelijke reductie van de energiekosten en daarmee van de Total Costs of Ownership. Door de multidisciplinaire vakkennis die DWA bezit, kan snel worden beoordeeld welke maatregel het beste is. Voorbeelden van categorieën waar we naar kijken, zijn: het proces en de besturing, optimalisatie van het werktuig (pomp, ventilator, etc.), elektromotorvervanging, toerenregeling of netkwaliteitsverbetering. DWA heeft een standaard aanpak ontwikkeld om snel tot energiebesparingsmaatregelen te komen. De aanpak omvat een stappenplan dat gaat van inventarisatie tot business cases. Na elke stap kan een selectie worden gemaakt met de meest veelbelovende besparingskansen.
Het vervangen van de bestaande motoren door hoogrendementsmotoren verdient zich al snel terug, zeker als de motoren al gedeeltelijk afgeschreven zijn.
8
Denkwerk } juni 2013
Quickscan Sibelco Bij Sibelco in Geertruidenberg, waar mineralen worden gemalen, is een quickscan uitgevoerd. Hierbij zijn vooral de zware aandrijvingen onderzocht en is gekeken hoe het proces is te optimaliseren (bijvoorbeeld weerstandsreductie in het leidingwerk), wat er kan worden bespaard met de motor (toepassing hoogrendementsmotor) en met de regelaar (spanningsregeling of frequentieregeling).
Het vervangen van de bestaande motoren door hoogrendementsmotoren verdient zich al snel terug, zeker als de motoren al gedeeltelijk afgeschreven zijn. Besparingen tot 5% zijn mogelijk met terugverdientijden vanaf drie jaar. Een spanningsregeling levert bij de motoren in deellast een besparing op van circa 10%, met terugverdientijden van twee tot vijf jaar. Het toepassen van een frequentieregeling is vooral interessant voor de ventilatoren en pompen. Besparingen tot 40% zijn haalbaar, met terugverdientijden tussen de twee en zeven jaar. Meer informatie: ir. Martijn Berkhoff, T 088 - 163 53 15, E
[email protected].
ESCO: de oplossing voor elk duurzaamheidsvraagstuk? tegenaan dat de praktijk weerbarstig is: berekende besparingen blijken niet gehaald te worden, het binnenmilieu is toch niet ze geweldig als vooraf is bedacht en de installaties functioneren niet probleemloos. Door te denken vanuit de Total Costs of Ownership ontstaat een nieuw perspectief. Mits goed toegepast, kan een ESCO een oplossing zijn voor het zowel het financiële probleem als het probleem dat de vooraf gedefinieerde prestaties niet gehaald worden. Een ESCO rust op drie pijlers:
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: wat ons betreft niet! Maar, mits goed opgezet, biedt een Energy Service Company wel degelijk kansen om gebouwen sneller en beter te verduurzamen. Een ESCO is een hulpmiddel om duurzame ambities waar te maken die met een traditionele aanpak buiten bereik liggen.
Veel gemeenten hebben de ambitie geformuleerd om het maatschappelijk vastgoed de komende jaren energieneutraal te maken. Hun begrotingen bieden echter steeds minder ruimte om daadwerkelijk te investeren in de verduurzaming van de eigen panden. Het gevolg is dat de ambities bijgesteld worden en er uiteindelijk misschien helemaal geen stappen gezet worden. Jammer, want de lagere exploitatielasten van een duurzaam gebouw bieden op langere termijn voldoende financiële ruimte om de investering rendabel te maken. Organisaties die wel stappen zetten om het vastgoed te verduurzamen lopen er vaak
Definitie ESCO
ESCO-projecten DWA
Een entiteit waarmee op bedrijfsmatige wijze duurzame energie wordt geproduceerd/bespaard voor (eigen) vastgoed. Een ESCO creëert hiertoe de optimale organisatorische, juridische en financiële infrastructuur, toegesneden op een succesvolle realisatie en exploitatie van de duurzame energievoorziening.
DWA is betrokken bij diverse projecten waarbij (maatschappelijk) vastgoed wordt verduurzaamd middels ESCO’s: • Verduurzaming gemeentelijke gebouwen van zes gemeenten in Gelderland; • Verduurzaming scholen Enschede; • Verduurzaming gemeentelijk vastgoed Wageningen; • Strategische studies voor gemeente
• Z ekerheid dat de prestaties met betrekking tot energiebesparing en een goed binnenklimaat worden gehaald; • Financierbaar maken van de investeringen door middel van extern vermogen dat op basis van een transparante business case wordt aangetrokken; • Een goed gestructureerde beheersorganisatie. In verschillende projecten brengt DWA de kennis op het gebied van prestatieborging, financieringsmogelijkheden, juridische aandachtspunten en organisatievormen bij elkaar om vastgoed vergaand te verduurzamen. De ervaring leert dat alleen vanuit deze integrale benadering de ESCO een succesvolle tool is om verduurzaming een flinke impuls te geven.
Amsterdam en Havenbedrijf Rotterdam; • E nergie BV’s voor diverse woningcorporaties; • ESCO Servicecenter Noord-Holland: een door de EU en provincie gefund project waarbij gemeenten en corporaties worden ondersteund in het verduurzamen van hun vastgoed middels ESCO-contracten. Denkwerk } juni 2013
9
Wegener actief aan de slag met energiebesparing Eind 2012 is een groot aantal bedrijven uit de grafische industrie toegetreden tot het MJA3convenant, met als primair doel: energie besparen. Eén van de bedrijven die we ondersteunen bij het opstellen van het energieefficiency plan (EEP) is Wegener NieuwsDruk.
Dag na dag rollen kranten van de drukpers. Bij Wegener NieuwsDruk al meer dan een eeuw. Interessante vragen vanuit het oogpunt van energie zijn bijvoorbeeld: • Hoe verloopt dit drukproces? • Hoeveel energie kost het drukken van een krant en hoe kan hierop bespaard worden? • Blijven we de komende honderd jaar de krant op deze manier drukken of is er straks alleen nog een digitale krant?
Drukproces Het drukken van een krant verloopt kort gezegd in vier stappen. • Aanleveren van digitale krantenpagina’s; • Omzetten van digitale pagina’s naar platen voor de drukpersen (CTP); • Drukken van de kranten in de coldset persen; • Vouwen, nieten, stapelen en verpakken van de kranten.
Uit de brainstormsessies komen interessante en vaak rendabele maatregelen naar voren zoals het uitschakelen van de voorverwarming bij een aantal CTP-baden. 10
Denkwerk } juni 2013
Energiegebruik Eén van de eerste stappen om helder te krijgen waar er mogelijk te besparen valt, is het in kaart brengen van het energiegebruik. Hoeveel energie wordt er gebruikt in welk deel van het proces, hoeveel energie is nodig voor de klimatisering van de productieruimtes (verwarming, bevochtiging, ventilatie) en wat is het restant energiegebruik? Grofweg blijkt ruim 40% van het totale energiegebruik veroorzaakt te worden door
de persen en aanverwante apparaten, nog eens ruim 40% zit in het klimatiseren van de ruimtes en de resterende 15% wordt gebruikt voor de opwekking van utilities als perslucht, vacuüm en koude.
Energiebesparingen De volgende stap in het proces is het bepalen van de energiebesparende maatregelen, het uiteindelijke doel van het EEP. Hiervoor is per vestiging gebrainstormd over mogelijke besparingen, met in het achterhoofd het gegeven dat het productieproces en de klimatisering het leeuwendeel van het energiegebruik veroorzaken. Uit de brainstormsessies komen interessante en vaak rendabele maatregelen naar voren zoals het uitschakelen van de voorverwarming bij een aantal CTP-baden, het verhogen van de koelwatertemperatuur, het verminderen van ventilatie als er geen kranten worden gedrukt en het afschakelen van een gedeelte van het persluchtnet.
Toekomst Als het aan de drukkers van NieuwsDruk ligt, blijven we kranten drukken en wel met een steeds lagere milieubelasting. Het opstellen van het EEP draagt hier zeker aan bij! Meer informatie: ir. René Waggeveld, T 088 - 163 55 37, E
[email protected].
Dienstverlening DWA DWA helpt opdrachtgevers om hun ruimtelijke ambities voor wonen, werken en produceren te formuleren en te realiseren. Met bijzondere aandacht voor oplossingen die hoogwaardig en duurzaam zijn. DWA is actief in de volgende sectoren: Woningbouw Utiliteit Overheid Gezondheidszorg Onderwijs Monumenten Industrie Energiesector Agrarische sector
Vernieuwing proceskoelinstallatie SKF Nieuwegein SKF is een internationaal bedrijf en wereldmarktleider in de productie van lagers en smeersystemen. Andere producten zijn mechatronica, afdichtingssystemen en service. In Nieuwegein is onder meer het internationale Research Center gevestigd. Voor dit onderdeel van SKF
Colofon Locatie Bodegraven Postbus 274, 2410 AG Bodegraven Locatie Rijssen Postbus 136, 7460 AC Rijssen Locatie Ede Postbus 140, 6710 BC Ede Locatie Amsterdam Postbus 22864, 1100 DJ Amsterdam Zuidoost
wordt de proceskoelinstallatie vernieuwd.
T 088 - 163 53 00 F 088 - 163 53 01 E
[email protected] I www.dwa.nl
Reden voor de vervanging is dat het huidige systeem deels verouderd is en corrosieproblemen gaf. Door het systeem stroomt oppervlaktewater en door bacteriologische vervuiling deed zich putcorrosie voor.
Artikelen DWA
Hydraulische ontkoppeling Aangezien het koelen met oppervlaktewater energetisch gezien nog steeds de beste oplossing is, zal ook in de nieuwe situatie gebruik gemaakt worden van oppervlaktewaterkoeling. Er is gekozen om een centrale warmtewisselaar (TSA) op te stellen, waarmee een hydraulische ontkoppeling plaatsvindt van de testmachines en het oppervlaktewater. Door een gunstiger temperatuurregime in de warmtewisselaar tussen het oppervlaktewater en het proceskoelwater is er nu een minimale kans op putcorrosie en daarmee een lekkage.
Uitbreidingen De nieuwe proceskoelinstallatie dient voor het leveren van koeling aan de diverse opstellingen in het testcentrum. Tevens wordt rekening gehouden met uitbreidingen voor de toekomst. De opbouw van het koudedistributienet is zo opgezet dat nieuwe testopstellingen eenvoudig aangesloten kunnen worden op de daarvoor bestemde reserveaansluitingen. Aangezien het testcentrum continu in bedrijf is, wordt de uitvoering dusdanig gefaseerd dat de koudelevering aan de testmachines niet in gevaar komt en er een minimale downtime is. Naar verwachting is de vernieuwde proceskoelinstallatie in het derde kwartaal van 2013 bedrijfsklaar.
Beeldmateriaal ERA Contour, Jürgen Dott, DWA, LKSVDD architecten, Architectenbureau Paul de Ruiter, SKF, iStockfoto, Wegener. Ontwerp Hollands Lof, Haarlem Vormgeving D&DJ communicatie, Montfoort Druk Torendruk, Nijkerk Denkwerk is een uitgave van DWA. Informatie uit Denkwerk mag uitsluitend worden overgenomen met bronvermelding. Abonnement Wilt u Denkwerk niet meer ontvangen? Of juist (ook) abonnee worden? Stuur dan een e-mail (met uw gegevens) naar
[email protected] of meld u aan via www.dwa.nl.
Meer informatie: ing. Ane Marten de Vries, T 088 - 163 53 70, E
[email protected]. Denkwerk } juni 2013
11
EPC-spel geeft inzicht in optimale combinatie energiemaatregelen Bij het ontwikkelen van energiezuinige woningbouwconcepten dienen zich allerlei keuzes aan. Bijvoorbeeld: waar steek je vooral op in? Kostenefficiënt, levensduur, gebruikeronafhankelijk of all-electric? En voor welke maatregelen kies je? Warmtepomp, pv, isolatie? Het door DWA ontwikkelde EPC-spel helpt om strategische keuzes maken om het gestelde doel te bereiken. Het spel bestaat uit een bord en kaarten in de categorieën doel, strategie en maatregelen. Op de maatregelkaarten zijn het comfort, de investering en de EPC-winst van de betreffende maatregel weergegeven. Door de kaarten neer te leggen en te verschuiven wordt duidelijk wat de consequenties zijn van de beschikbare maatregelen en zijn diverse vragen concreet te beantwoorden. Bijvoorbeeld: wat is er maximaal aan energiebesparing mogelijk of welke rendementsverbeteringen zijn er te bereiken met minimale investeringen? Voor onder meer gemeenten, woningcorporaties en installateurs is het een leuke manier om te discussiëren over mogelijkheden tot verduurzaming. Het bordspel, ontwikkeld met financiële steun van OTIB, is beschikbaar in twee uitvoeringen, voor bestaande woningen en nieuwbouwwoningen. Meer informatie: Rik Altena, T 06 - 51 98 62 95, E
[email protected].
Energiecentrale AMC Amsterdam na renovatie operationeel In maart 2013 is het tweede deel van de warmtekrachtcentrale van het Academisch Medisch Centrum Amsterdam opgeleverd. Met deze fase is de renovatie van de energiecentrale afgerond. Het AMC beschikt nu over drie dual fuel warmtekrachteenheden (wkk) van elk 4 MWe. Deze produceren de elektriciteit en de warmte voor het hele AMCcomplex. Bij uitval van het openbare elektriciteitsnet is het AMC in staat om met haar dual fuel wkk’s alle benodigde energie te leveren voor het hele ziekenhuiscomplex. De noodstroomfunctie is inmiddels succesvol beproefd. Tijdens de renovatie van de centrale zijn tevens de koudevoorziening, de ademluchtvoorziening, de waterbehandeling en de stoom- en heetwaterketels
12
Denkwerk } juni 2013
vervangen of gerenoveerd. Een bijzonderheid hierbij is dat een deel van de koude geleverd wordt door ‘city cooling’ vanuit de Ouderkerker Plas. De koude wordt daar op een duurzame wijze geproduceerd. Meer informatie: ing. Egbert Klop, T 088 - 163 53 28, E
[email protected].