Het verleden vergt onderhoud
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Woord vooraf
De Ketelaar lezingen Dr. Maarten van Boven, Algemene Rijksarchivaris
Toegankelijkheid en publieksgerichtheid staan centraal in het werk
Op donderdag 13 oktober 2005 is de derde Ketelaar-lezing
van het Nationaal Archief. Het Nationaal Archief wil op verschillende
uitgesproken door prof. drs. Paul Scheffer. Zijn betoog heeft de titel
manieren een breed en gevarieerd publiek bereiken: liefhebbers van
Het verleden vergt onderhoud.
geschiedenis, onderzoekers naar het eigen verleden, wetenschappers, vakgenoten en ook mensen die algemeen cultureel geïnteresseerd
Het Nationaal Archief is de plaats waar vele bronnen voor de Neder-
zijn. Het instellen van een jaarlijkse lezing is een van de wijzen waarop
landse geschiedenis te vinden zijn. De collectie omvat meer dan 90
deze ambitie wordt uitgevoerd.
kilometer archief, 300.000 kaarten en tekeningen een miljoen foto’s en
Op 3 oktober 2002 is door het Nationaal Archief de Ketelaar-lezing
negatieven. Het beeld van ons verleden is voor een groot deel bepaald
ingesteld. Op die dag nam prof. dr. Eric Ketelaar, na een dienstverband
door de informatie die in die oorspronkelijke bronnen te vinden is.
van meer dan 30 jaar, afscheid van de Rijksarchiefdienst.
2
Als Algemene Rijksarchivaris in de jaren 1989-1997 en in diverse andere
In deze lezing houdt Paul Scheffer een pleidooi voor een betere omgang
functies heeft Ketelaar zich altijd ingezet voor de modernisering,
met het verleden. Hij analyseert de oorzaken van de toegenomen belang-
professionalisering en versterking van het Nederlandse archiefwezen.
stelling voor geschiedenis en beantwoordt de vraag hoe we met dit
Daarbij heeft de rol van de archieven van, in en voor de maatschappij
verleden zouden moeten omgaan. Hij mengt zich in het debat over de
van oudsher zijn aandacht. De naar hem genoemde lezing beoogt
canon van historische literaire teksten. Aan de hand van de omgang
bekendheid geven aan onderwerpen uit de sfeer van archieven in relatie
van Nederland met de islam in de afgelopen twee eeuwen illustreert
met de maatschappij en de dialoog tussen archiefwezen en maatschappij
hij de manier waarop geschiedenis betekenis zou kunnen hebben voor
te stimuleren. Bij de organisatie van de lezing wordt samengewerkt met
onze meningsvorming. Want de gebrekkige omgang met het verleden
de beroepsvereniging de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in
toont, volgens Scheffer, een algemener cultureel tekort, dat van grote
Nederland (KVAN).
betekenis is voor onze democratie. Ik wens U veel leesplezier. 3
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
Het verleden
KETELAAR-LEZING
vergt onderhoud Tijdens de presentatie van het eerste deel van de Verzamelde Werken van W.F. Hermans begreep ik het plotseling. In anderhalf uur waren we de overtreffende trap beklommen. Feestsprekers schuwden godzijdank de grote woorden niet: de uitgave van de vierentwintig delen was een belangrijk moment in de Nederlandse literatuurgeschiedenis, het betrof hier de meest monumentale schrijver van de voorbije eeuw, Multatuli werd bij herhaling aangehaald. Zo ging het maar door en ik was dan ook niet verrast toen bij de overhandiging van het eerste exemplaar aan de prins van Oranje heus trompetgeschal klonk. Daarna opende de panelen van het orgel en stroomde de Nieuwe Kerk vol zwaar aangezette klanken.
Waarvan we getuige waren was niet minder dan het literaire antwoord op de begrafenis van André Hazes. En het kon niet beter getimed zijn, want wanneer er geen mensen zijn die geloven dat een prachtige uitgave van het Verzamelde Werk van Hermans inderdaad noodzakelijk is en dat ook willen uitdragen, dan gebeurt er niets. Sterker nog, dan gaan we meemaken dat Hazes en de zijnen het enige cultuurgoed in W.F. Hermans (1921-1995)
4
dit land zijn dat nog met overgave wordt gekoesterd. 5
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Wanneer de levenden alleen gericht zijn op de toekomst dan verpieteren de doden
Er valt iets te verdedigen, niet tegen dreigingen van elders, maar tegen
zijn taal is van geen hoogere orde dan die van den Volendammer aan
de vergetelheid die zich in de bovenlaag van onze samenleving heeft
zijn wijde broek’. Had Van Bruggen gelijk gekregen, dan hadden we
geopenbaard. De Franse schrijver Péguy schreef ooit: de doden zijn
haar voorspelling enkel nog in vertaling kunnen lezen.
overgeleverd aan de levenden. En inderdaad: overgeleverd. Wanneer de levenden alleen maar gericht zijn op de toekomst dan verpieteren
Die geestig geformuleerde overtuiging is lange tijd overheersend
de doden. Er is toewijding en overtuiging voor nodig om dat verleden te
geweest en is dat misschien nog steeds. Zo verschenen er beschou-
onderhouden. Dat is veel te weinig gebeurd. Een soort van nonchalance
wingen over het belang van de Engelse taal en waarom het een veel
heeft zich meester gemaakt van het denkende deel van de natie, die
beter idee zou zijn om deze tot de voertaal in het hoger onderwijs te
zichzelf zonder enige bescheidenheid zijn gaan zien als niets minder
maken. Een mooi voorbeeld vormt de godsdienstwetenschapper
dan wereldburgers en zich niet meer verantwoordelijk voelen voor het
Peter van der Veer, die zich waagde aan de beschouwing Nederland
onderhoud van zoiets triviaals als de eigen cultuurgeschiedenis.
bestaat niet meer. In een luchtige polemiek betrekt hij de stelling dat de Nederlandse cultuur is verdampt in een transnationaal geheel. Een
6
Ze zijn allemaal opgegroeid in de geest van Carry van Bruggen, ook al is
typerende zin uit zijn artikel: ‘Mijn voorspelling is dat het met het
het onwaarschijnlijk dat de meesten ooit Vaderlandsliefde, Menschen-
Nederlands net zo gaat als met het Gronings van mijn jeugd, het wordt
liefde en Opvoeding uit 1916 hebben gelezen. Daarin schreef ze railleren-
een sentimenteel dialect’. De aanvaarding van het Engels als voertaal
de zinnen over de eigen taal: ‘In de gedachte dat er over een eeuw of
lijkt hem een vooruitgang, want in vergelijking met de Angelsaksische
twee eeuwen geen Hollandsch meer zal worden gesproken, ligt niets
literatuur stelt de Nederlandse maar weinig voor.
bedroevends en niets ontstellends. Er zijn ook allang geen trekschuiten
Die zelfrelativering kon gemakkelijk omslaan in zelfverheffing. Want
en geen trapgevels meer. De gehechtheid van den Nederlander aan
de achterliggende gedachte was al te vaak: andere landen worstelen 7
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Iedere Hollander heeft de pest aan Holland dat is onze nationale eigenschap
met hun identiteit, wij niet. Eigenlijk is Nederland het enige verlichte
In de roman De tranen der acacia’s opgenomen in het eerste deel van
land temidden van verkrampte naar binnen gerichte landen. Om te
de Verzamelde werken zegt de hoofdpersoon: ‘Iedere Hollander heeft
beginnen België, dat wordt verteerd door een onbegrijpelijke taalstrijd.
de pest aan Holland. Dat is onze kardinale nationale eigenschap’.
Wat kan er merkwaardiger zijn dan ruzie over taal? Nederland zag zich-
In een verhaal vlak na de oorlog geschreven beschimpt hij deze weg-
zelf lange tijd als gidsland, maar was niet bij machte om te begrijpen
werpende houding: ‘de Nederlander denkt: als ik een Nederlandse
dat de buitenwereld daar weinig anders in zag dan een vorm van
schrijver citeer, zal mijn publiek zeggen: Hij is maar een provinciaal…
nationale hoogmoed. We moeten op zoek naar een zelfrelativering die
hij weet niet wat er op de wereld te koop is’. Tegelijk laat hij niet na er
voortvloeit uit zelfkennis. Dat is de echte vorm van bescheidenheid:
op te wijzen dat de kwaliteit van de Nederlandse literatuur maar matig
inzicht in de eigen grenzen is ook begrip van de eigen bevangenheden.
is, te beginnen bij Vondel. Er is eigenlijk helemaal geen literaire canon,
De canonisering van Hermans laat al direct zien dat het bij de canon
daarvoor is er te weinig gepresteerd.
nooit kan gaan om een platte oefening in patriottisme. Diens verhou-
Havenaar vat de tegenstrijdige emoties van Hermans zo samen:
ding tot Nederland was zacht gezegd nogal weerbarstig. In het boek
‘ergernis dat Nederland niet meer respect voor zichzelf heeft, maar
van Havenaar over Hermans’ houding ten opzichte van zijn vaderland
ook neerslachtigheid over de futiliteit van de vaderlandse pretenties
met de veelzeggende titel Muizenhol is diens woede goed gedocumen-
en de vergeefsheid van zijn ambitie om boven dit niveau uit te stijgen’.
teerd. Een enkel voorbeeld kan de haat-liefde verhouding zichtbaar
Allemaal heel herkenbaar. Toch zal het de schrijver plezier hebben
maken. En dan hoeven we niet onmiddellijk te verwijzen naar het
gedaan dat zijn werk wel met respect wordt behandeld en zo fraai zal
besluit van de hoofdstedelijke bestuurders midden jaren tachtig om
worden uitgegeven in de komende jaren.
Hermans vanwege een bezoek aan Zuid-Afrika tot persona non grata te verklaren. 8
9
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Hoe minder er van Nederland over is, hoe meer er over wordt nagedacht
De poging om Hermans te vereeuwigen is een voorbeeld van een
de natiestaat als politieke eenheid af. Paradoxaal genoeg heeft dat
kentering die we kunnen waarnemen. Er is een enorme belangstelling
geleid tot een herwaardering van de natiestaat als culturele eenheid.
gegroeid voor het verleden, historische tijdschriften, tv programma’s
Daarin staat ons land zeker niet alleen, die verschuiving zien we overal
trekken een groot publiek. Een wassende stroom van biografieën
om heen. Je zou kunnen zeggen: hoe minder er van Nederland over is,
– neem dit jaar alleen al vuistdikke studies over Thorbecke, Nynke van
hoe meer er over wordt nagedacht. Wat zijn materiële grondslag steeds
Hichtum, Oldenbarnevelt en de gebroeders De Witt – ziet het licht.
meer verliest, zoekt naar symbolisch herstel, met alle mogelijkheden
Voeg daar nog eens tal van historische overzichtswerken bij – bijvoor-
en problemen.
beeld de negendelige Geschiedenis van Nederland, de vijfdelige Geschie-
10
denis van Amsterdam, de vierdelige Plaatsen der Herinnering – en we
Waar naar wordt gezocht is een nieuwe balans van erfgoed en openheid,
kunnen spreken van een ware hausse.
van loyaliteit en tolerantie. Na decennia waar, in het kielzog van de
Er zijn initiatieven als de Boulevard van het Actuele Verleden en her en
opstandige jaren zestig, alle nadruk werd gelegd op openheid en
der wordt gepleit voor een museum dat zich richt op de nationale ge-
tolerantie zien we nu een reactie, die alle risico’s van verkramping in
schiedenis. Na het vaak geproclameerde ‘einde van de geschiedenis’
zich draagt. Want het is duidelijk: een eenzijdige nadruk op het erfgoed
maken we nu een spectaculaire terugkeer van de geschiedenis mee.
en de loyaliteit kunnen ontaarden in een naar binnen gekeerde houding.
Het kan nauwelijks op en de eerste vraag die ons moet bezighouden
Waar het om gaat is hoe in tijden van globalisering en dus van soeve-
is: hoe kunnen we deze belangstelling verklaren?
reiniteitsverlies op een nieuwe manier de spanning van eigenheid en
Er zijn wel redenen te noemen voor dit verlangen naar het verleden.
openheid – zoals de historicus Niek van Sas het noemt – kan worden
Allereerst het soevereiniteitsverlies. Doordat Nederland steeds meer
volgehouden. Het gevaar is levensgroot dat beide houdingen uiteen-
verweven raakt met de Europese omgeving neemt het vermogen van
drijven en tot een verscheurend conflict aanleiding geven. 11
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
We kunnen niet iets van nieuwkomers vragen wat de gevestigden zelf niet bereid zijn op te brengen
De tweede reden waarom er sprake is van een oplevende belangstelling
den in een koestering van het verleden. De Amerikaanse historicus
voor de geschiedenis is de secularisering. Belangstelling voor het
Hayden White stelde het bondig vast: ‘Zonder god rest ons niets dan
verleden is een niet-religieuze manier om een verband tussen de
de geschiedenis’.
levenden en de doden te onderhouden. Misschien neemt de behoefte aan historisch bewustzijn daarom toe. De overigens gereformeerde
Een andere belangrijke oorzaak van de terugkeer van de geschiedenis
historicus Van Deursen zegt het op zijn eigen manier: ‘Geschiedenis
als onderwerp van publieke belangstelling en controverse is gelegen
gaat over liefde voor de medemens. Liefde houdt niet op bij de dood.
in de onzekerheid over de integratie van immigranten en hun kinderen.
Daarom moet aandacht voor het verleden blijven bestaan; niet omdat
Na jaren van betrekkelijke onverschilligheid wordt nu meer nadruk
je er beter van wordt. Als dat toch gebeurt, is het mooi meegenomen’.
gelegd op inburgering. En nu begrijpt men plotsklaps waarom die vraag jarenlang is vermeden. Want het is onontkoombaar: we kunnen
Als ongelovige kan ik me geheel in zijn woorden vinden. Sterker nog:
niet iets van nieuwkomers vragen wat de gevestigden zelf niet bereid
juist waar het religieuze wereldbeeld aan zeggingskracht heeft ver-
zijn om op te brengen. Wanneer wordt vastgesteld dat migranten weinig
loren, zou de terugkeer van de geschiedenis een vorm kunnen zijn om
weten van de grondwet, dan luidt de wedervraag volkomen terecht:
het ‘contract tussen de generaties’ te onderhouden. Het kan geen
‘maar wat weten jullie er zelf dan van?’ Wanneer een minister voorstelt
toeval zijn dat de belangstelling voor familiegeschiedenis zo is toe-
om bij gelegenheid van de verwerving van het Nederlandse staatsbur-
genomen. De behoefte om een verhouding te vinden tot degenen die
gerschap het Wilhelmus te zingen – van mij hoeft dat overigens niet –
ons zijn voorafgegaan is toegenomen. Je kunt daarin een teken van
dan slaat dat meteen op iedereen terug, want kent de doorsnee burger
nostalgie zien, je kunt ook zeggen de religieuze drijfveer om de grens
van dit land het volkslied dan wel? En is dat belangrijk?
tussen leven en dood te relativeren heeft een seculiere uitweg gevon12
13
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Betrouwbaar gedrag in het verleden vertegenwoordigt daarmee een eco nomische waarde voor de toekomst
Kortom, het kan geen toeval zijn dat uit het debat over de inburgering
legt in zijn boek Trust nadruk op die historische dimensie van goed
een algemeen debat is gegroeid over burgerschap. Ik zou burgerschap
functionerende markten: ‘Het vermogen om samen te werken is
eenvoudig willen omschrijven als het besef dat er iets aan je is vooraf
afhankelijk van reeds bestaande gewoonten, tradities en normen die
gegaan en dat er iets na je komt. Het inzicht dus dat je onderdeel bent
vorm geven aan de markt’. Vertrouwen is heel wat waard: het maakt
van een doorgaande geschiedenis. Denkend over de vraag wat migran-
een soepel economisch verkeer mogelijk omdat er tal van informele
ten aan kennis nodig hebben om hun weg hier te kunnen vinden liep
omgangsvormen zijn. Omgekeerd dwingt wantrouwen tot formalisering
het gesprek, naast allerlei sociaal-economische voorwaarden, al uit
van afspraken en juridische garanties.
snel op een nadere bepaling van de culturele voorwaarden van burgerschap, zoals taalbeheersing, kennis van de rechtsbeginselen en een
En denk vooral niet dat het om academische exercitie gaat: vertrou-
vermoeden van de geschiedenis. En uit die specifieke vraag kwam een
wenskapitaal kan worden opgebruikt. In de studie van de Nederlandse
algemene vraag voort naar de ontwikkeling van een canon. Dat is
Bank wordt terecht vastgesteld dat vertrouwen niet uit de lucht komt
waarom de kwestie van de integratie zo belangrijk is. Men kan niet aan
vallen: ‘Door herhaalde samenwerking ontstaat een gezamenlijke
nieuwkomers vragen om onderdeel te worden van een samenleving,
geschiedenis van interacties en gedrag’. En: ‘betrouwbaar gedrag in
waar men zelf eigenlijk geen onderdeel van wil zijn.
het verleden vertegenwoordigt daarmee een economische waarde voor de toekomst’. Maar ook een culturele waarde: zoals gezegd heeft bur-
Tenslotte wil ik wijzen op nog een andere reden: het gebrek aan vertrou-
gerschap alles te maken met de gedachte dat gedrag in het verleden
wen in onze instituties. Het gebrek aan vertrouwen heeft economische
gevolgen heeft.
en culturele betekenis. Het heeft alles te maken met het niet onderhouden van een gemeenschappelijke geschiedenis. Francis Fukuyama 14
Dat zijn samengevat de oorzaken van de herleefde belangstelling voor 15
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Molukse kamp Lunetten in Vught, voormalig concentratiekamp Vught, laatste barakkenkamp Zuid Molukkers, 16 juli 1984. Collectie ANEFO.
onze geschiedenis. Nogmaals, dat is een kentering die overal in Europa waarneembaar is. Merkwaardig genoeg wordt die omslag niet of nauwelijks gezien door tal van wetenschappers en schrijvers die zichzelf zien als wereldburger, maar nooit de moeite nemen om zich te verdiepen in wat zich afspeelt aan de andere kant van de grens. Dan zouden ze bijvoorbeeld hebben kunnen zien dat in Denemarken een uitvoerig debat is gevoerd over de canon van de Deense literatuur met een overigens magere uitkomst: een lijst van twaalf auteurs. In Amerika nam het Congres in het millennium jaar unaniem een resolutie aan om meer te investeren in geschiedenisonderwijs, omdat was vastgesteld dat het met de kennis van de gemiddelde Amerikaanse scholier en student schrikbarend was gesteld.
16
17
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
3 Wanneer het verleden zo belangrijk is, hoe moeten we daar dan mee omgaan?
De vraag die ons vervolgens moet bezighouden luidt: wanneer het
bedenkingen bij de gemakzucht van sommige van mijn critici, die ik zo
verleden zo belangrijk is, hoe moeten we daar dan mee omgaan?
nader zal bespreken.
Daarover wordt wat af gepolemiseerd. Sommigen maken gewag van zoiets als een ‘neo-patriottische’ beweging in Nederland – en ik word
Het is beter om eerst een eigen omschrijving te geven van de manier
daar ook gemakshalve toe gerekend – die als voornaamste motief zou
waarop we, niet alleen in het onderwijs maar in een meer algemene
hebben om mensen trots op het vaderland bij te brengen. Geschiedenis
zin, met het verleden zouden moeten willen omgaan. Allereerst gaat
als heldengalerij van Rembrandt tot Cruijff, van Piet Hein tot Anne
het om een zelfonderzoek, niet om een apologie. Dat zou een vanzelf-
Frank. Enfin, vult u maar in, het idee is duidelijk. Wat moet worden
sprekendheid moeten zijn. Het gaat om kennis van de hoogte- en
aangekweekt is een gevoel van plaatsvervangende trots: een volk dat
dieptepunten van de Nederlandse geschiedenis en alle middelmatig-
de zee heeft overwonnen, een volk dat in de oorlog moedig verzet heeft
heid die daar tussen ligt. Ik kan me geen serieuze aandacht voor het
geboden, een volk dat in de Oost iets groots heeft verricht.
verleden voorstellen zonder de collaboratie in de bezettingsjaren om maar een schrijnende episode te noemen. Daarbij gaat het overigens
U begrijpt het al, dit is niet mijn idee, en is natuurlijk ook nooit mijn
om ingewikkelde vragen van waarheidsvinding en morele afweging,
pleidooi geweest. Ik moet eerlijk bekennen dat een gevoel van malaise
want welke waren de vrijheidsgraden waarbinnen mensen konden
me niet vreemd is, wanneer ik de critici van dit veronderstelde ‘neo-
handelen in die jaren?
patriottisme’ weer op de trommels van hun eigen gelijk hoor roffelen.
18
Wat dreigt is dat we in een kringetje blijven ronddraaien en geen stap
Laat ik me hier beperken tot de naoorlogse jaren – de jaren van terug-
verder komen. Dat valt overigens ook wel weer mee, er is immers op
keer en verwachting, ook jaren van vrijheid en dus zonder excuus – en
veel gebieden een kentering vaststelbaar, maar toch, ik heb grote
enkel verwijzen naar de bittere epiloog van Presser in zijn Ondergang 19
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Welke waren de vrijheidsgraden waarbinnen mensen konden handelen in die jaren?
dat hij in 1965 publiceerde: ‘Lid van een groep, die aanvankelijk volkomen opgesplitst leek in enkelingen, zocht die Jood zijn weg, in een omgeving, die maar al te vaak weigerde hem op te vangen, waarin hij zich onwelkom moest voelen, die hem kwalijk nam dat hij recht deed gelden op zijn verloren plaats, zijn voormalige bezittingen, ja, die er zich simpelweg aan bleek te ergeren dat hij nog bestond, die hem niet zelden met wantrouwen, afkeer en verachting bejegende’.
Een afdaling in de geschiedenis gaat dan ook zeker niet alleen over plaatsvervangende trots, maar evenzeer om plaatsvervangende schaamte. Ik zou eerlijk gezegd woorden als trots en schaamte willen overstijgen en spreek liever over een gevoel van verantwoordelijkheid. Een verantwoordelijkheid die zich in ieder geval uitstrekt tot de herinnering aan de daden en wandaden van degenen die ons vooraf gingen. Kennis van de geschiedenis zou ik willen zien als een uitnodiging tot kritische zelfbespiegeling.
De manier waarop we me ons verleden omgaan kan er niet een zijn van zelfverheffing, maar ook niet van zelfverloochening. In Nederland 20
Anne Frank (1929-1945)
21
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
... de cruciale vraag wat het kolonialisme betekende voor de voorouders van de Indonesiërs van nu?
22
lopen die vaak ongemerkt in elkaar over. Luister maar naar Thorbecke’s
de koloniale geschiedenis, die onlangs schreven: “Als wij de Hollandse
variant van Nederland gidsland. In Een woord in het belang van Europa
bril niet afzetten, krijgen we geen beeld van de ontwikkeling van
uit 1830 schrijft hij zonder blikken of blozen: ‘De Nederlandsche Staat-
multiculturele handelssteden en migratiestromen, evenmin van de
kunde, zelve vrij van heerschzucht, is de billijkste oordeelaarster over
ontwikkeling en betekenis van de islam daar, etc. En zal er ruimte zijn
de heerschzucht van anderen’. Een zelfonderzoek dus om zo onbevan-
voor de cruciale vraag wat het kolonialisme betekende voor de voor-
gen mogelijk de loop van de gebeurtenissen te reconstrueren.
ouders van de Indonesiërs van nu? Wij vrezen het ergste. Zestig jaar
Vervolgens moet de Nederlandse geschiedenis altijd worden geplaatst
nadat de Indonesiërs hun onafhankelijkheid uitriepen, moeten onze
in een bredere context, maar dat betekent geenszins wereldgeschiede-
kinderen zich in de naam van de canon kennelijk een ‘vaderlandse’
nis als enige perspectief. Nemen we de huidige schoolboeken dan zien
wending eigen maken. Kunnen wij onze scholieren werkelijk niets
we wat er misgaat. Het geschiedenisboek dat mijn dochter in de vierde
beters voorzetten dan een opgewarmde portie koloniaal navelstaren?”
klas van het VWO moet bestuderen kent temidden van twintig hoofd-
Het gaat erom dat we kinderen leren, zoals een Amerikaanse historicus
stukken slechts een paar hoofdstukken die zijn gewijd aan de Neder-
zei, te kijken met het perspectief van Columbus die een continent
landse geschiedenis. Dat is de wereld op zijn kop, niet omdat die
ontsloot, maar ook met het perspectief van de Indianen die de ontdek-
wereld niet belangrijk is, maar omdat kennis van het land waarin we
kingsreizigers zagen arriveren.
leven en streven meer ruimte behoort te krijgen. Waar het veeleer om
Naast een andere verdeling van de aandacht, hebben we een herstel
gaat is een evenwichtiger verdeling van de aandacht tussen nationale,
van de chronologie nodig. Nu worden tijdvakken kris kras door elkaar
Europese en wereldgeschiedenis, niet om een terugkeer naar verouder-
behandeld. Juist een besef van periodisering kan behulpzaam zijn bij
de ideeën omtrent de vaderlandse geschiedenis.
het begrip van wederkerige beïnvloeding. Natuurlijk is Nederland niet
Ik ben het eens met Gert Oostindie en Schulte Nordholt, kenners van
te begrijpen binnen zijn eigen grenzen alleen, daarvoor dragen alleen 23
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Vergeten is een manier om het verleden uit te vlakken, maar herinneren een manier om het verleden te vervormen
al meer dan drie eeuwen koloniale politiek zorg. Maar ook de culturele
en een kritisch zelfonderzoek. Mag ik een voorbeeld geven uit eigen
en intellectuele ontwikkeling in Nederland is zo verweven met die van
ervaring? Een jaar of tien geleden werd ik gevraagd door het 4 en 5 mei
andere landen, allereerst onze drie grotere buren, maar ook België,
comité om het slothoofdstuk te schrijven voor een bundel met artikelen
dat het begrip van de Nederlandse geschiedenis diepgaand verstoord
om de oorlogsjaren, geschreven door mensen uit verschillende Euro-
zou worden door die in een isolement te behandelen. Maar die voor de
pese landen. Ik toog aan het werk en schreef een beschouwing waarin
hand liggende waarneming betekent nog niet dat die geschiedenis niet
ik de jaren 1933-1949 in hun samenhang behandelde: de periode van
te schrijven of te onderwijzen zou zijn.
de neutraliteit, van de bezetting, en tenslotte van de koloniale oorlog. Ik zag daarin de drie posities die Raul Hilberg onderscheidde: getuige
Uit het vorige vloeit voort dat de beoefening van de geschiedenis en
tijdens de neutraliteit, slachtoffer in de bezettingsjaren en dader in het
het onderwijs in dat vak niet bedoeld zijn om nationale mythes te
verre Indië. Om een lang verhaal kort te maken: de tekst werd geweigerd
versterken, maar juist om ze te ondermijnen. Kundera schrijft in zijn
omdat de koloniale oorlog ter sprake kwam en dat was onverteerbaar
recente essay Le Rideau dat vergeten een manier is om het verleden
voor de veteranen in het comité en meer in het algemeen omdat het
uit te vlakken, maar dat herinneren een manier is om het verleden te
zelfbeeld van Nederland als slachtoffer werd bekritiseerd.
vervormen. Daarom moeten we altijd met scepsis de collectieve her-
24
innering ondervragen, zonder te denken dat een samenleving het kan
Er is natuurlijk veel veranderd in het discours van de historici – denk
doen zonder gedeelde herinneringen of zonder rituelen om die herinne-
bijvoorbeeld aan de oratie van Hans Blom – en dat heeft met een ver-
ring gaande te houden. Monumenten en herdenkingen hebben een
traging van meer dan tien jaar wel degelijk zijn uitwerking gehad in de
belangrijke functie.
manier van herdenken. We kunnen de evolutie van dat zelfbeeld als
Er is natuurlijk een spanning tussen het geritualiseerde herdenken,
volgt samenvatten: aanvankelijk was de ondergang van de joden een 25
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Ideeën omtrent een canon van historische literaire teksten werden weggelachen
toespitsing van het slachtofferschap van een natie, toen kwam het lot
Wanneer we het eens zouden kunnen zijn over het belang van de
van de joden daar steeds losser van de staan als een verhaal op zich-
geschiedenis als kritisch zelfonderzoek, dan kan nu de vraag naar het
zelf en nu staat het in menig opzicht tegenover de lotgevallen van de
onderhoud van het verleden scherper worden gesteld. Daarbij is het
samenleving als geheel.
huidige debat over de canon interessant te noemen. Laat ik voorop stellen dat de omslag in het denken heel snel is gegaan. Ideeën
Samenvattend: al degenen die pleiten voor een kritisch burgerschap
omtrent een canon van historische literaire teksten werden enkele
kunnen niet zonder kennis van de geschiedenis. Hoe zou men zonder
jaren nog weg gelachen, nu is er een officiële regeringscommissie
enig inzicht aan hetgeen aan ons vooraf is gegaan een onafhankelijke
onder leiding van Frits van Oostrom die de zaak gaat onderzoeken. De
houding kunnen bevorderen? Hetzelfde geldt voor al degenen die
historici Bank en De Rooy deden een eerste voorstel voor wat betreft
zoveel nadruk willen leggen op de verwevenheid van ons land met zijn
de geschiedenis, enkele letterkundigen stelden een lijst samen van
internationale omgeving. Die onderlinge relaties vragen om enige besef
boeken ‘die iedereen gelezen moet hebben’.
van volgtijdelijkheid: wat kwam eerst, wat kwam later. Waar we hier voor pleiten is meer aandacht voor de Nederlandse geschiedenis en
Daarmee is het debat pas echt begonnen. De literaire criticus Cyriel
meer besef van chronologie, zonder dat we daarbij weer terugkeren
Offermans is buitengewoon sceptisch: ‘Dat zoveel mensen weer naar
naar de dagen van de traditionele vaderlandse geschiedenis.
een canon verlangen mag symptomatisch zijn voor de culturele verwarring die mensen zeggen te ervaren, het is niettemin een hoogst dubieus, want restauratief verlangen. Een canon hoort thuis in een gesloten, hiërarchische samenleving waarin het volk met doctrinaire middelen wordt ingepeperd welke gedachten het erop na moet houden
26
27
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Waar het om gaat is dat de belangrijkste fictie en non-fictie uit ons taalgebied beschikbaar is, óók voor gebruik in het onderwijs
en welke niet’. Kortom, de canon is een vorm van gewetensdwang, van
geldt deze worsteling met het eigen land voor vrijwel alle belangrijke
indoctrinatie en onvrijheid.
schrijvers. Daarom is het verwijt van een gesloten wereldbeeld dat ten grondslag zou liggen aan het idee van de canon zo ver bezijden de waar-
Maarten Doorman stelde in zijn oratie eind vorig jaar daar tegenover:
heid. Hoe kan men schrijvers als Douwes Dekker, Du Perron, Reve of
‘Niet het principe van de canon, maar haar inhoud dient ter discussie
in onze tijd Rosenboom van een eensluidend of louter instemmend
te staan. En dat met die inhoud ook de waarden van de eigen cultuur
idee over hun vaderland verdenken? Hetzelfde geldt natuurlijk voor de
ter discussie staan, is winst: het onderstreept dat de canon de context
belangrijke non-fictie schrijvers door de eeuwen heen: Busken, Huet,
biedt voor het onvermijdelijke debat over culturele identiteit en diversi-
Thorbecke, De la Court of Huizinga.
teit’. Daar is Offermans het niet mee eens: ‘Maar een open canon is een monstrum, zoiets als een pacifistische generaal’. Mijn opvatting in
Wat we zouden kunnen gebruiken is een reeks uitgaven in Nederland
deze ligt dichter bij die van Doorman: waarom zou een canon voor alle
die vergelijkbaar is met de Pleiade, met de Verlag Deutsche Klassiker of
tijden moeten gelden en waarom zou een canon niet innerlijk tegen-
eigenlijk het liefst nog met The Library of America. Niemand zal het in
strijdig kunnen zijn, dat wil zeggen een grote diversiteit van gezichts-
zijn hoofd halen om zulke indrukwekkende uitgaven te vereenzelvigen
punten of stijlen kunnen omvatten? Offermans verwart de canon als
met ‘een gesloten samenleving’ waar gewetensdwang wordt toegepast.
gesloten wereldbeeld, zoals in de christelijke theologie, met de canon
Waar het om gaat is dat de belangrijkste fictie en non-fictie uit ons
die een kennismaking wil zijn met de cultuurgeschiedenis in al zijn
taalgebied, goed ingeleid en geannoteerd, beschikbaar is, ook voor
diversiteit.
gebruik in het onderwijs, de universiteiten niet uitgezonderd. Vervolgens zou men scholen en leerlingen vrij kunnen laten in hun keuze,
We hebben al verwezen naar het geval van Hermans. Maar eigenlijk 28
waarbij een zekere spreiding over historische perioden in acht wordt 29
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Welke leerboeken men ook wil gebruiken, in het onderwijs wordt altijd gekozen
genomen. Waar het simpelweg op neer komt is dat in het onderwijs
in al mijn hoedanigheden aangesproken voelde – ‘in mijn boek leg ik
meer wordt gedaan om belangrijke elementen van onze cultuurge-
niet alleen uit dat dé vaderlandse geschiedenis niet bestaat – er bestaan
schiedenis over te dragen, niet meer en vooral ook niet minder. Laat
alleen interpretaties – maar ook dat geschiedenis geen zekerheden
een uitgeverij de Nederlandse Bibliotheek of de Bibliotheek van Neder-
schenkt en vooral niet in onzekere tijden. Daarom is het idee van een
land beginnen. Minstens vijftig delen non-fictie hebben we om te
culturele vaderlandse canon onzinnig. De pleitbezorgers daarvan zoals
beginnen nodig!
Paul Scheffer, Van Aartsen en Zalm, Jan Marijnissen hebben daar geen
Wat de critici van de canon overigens nooit zeggen is dat de afwijzing
oog voor’. Maar zo zegt de welwillende interviewer, het zijn toch historici
van de canon ook een canon is geworden. Anders gezegd: welk leer-
als Bank en Van Rooy die een idee over de canon hebben gelanceerd?
boek men ook wil gebruiken, in het onderwijs wordt altijd gekozen. Ook
‘Die zijn heus niet zo naïef, daar zijn het te goede historici voor’.
de studieboeken die een uitgesproken cultuurrelativisme vertegen-
Ieder zijn eigen zekerheden, maar de gedachte dat er onder historici
woordigen dragen een uitgesproken idee uit over hoe naar de wereld
verschillende interpretaties van de canon zouden kunnen bestaan
moet worden gekeken. Dat kan men een beter idee vinden, maar het is
komt bij deze aanhanger van een historisch relativisme niet op.
wel een idee. Er is geen ontsnappen aan canonisering in het onderwijs en dan is het beter om het bewust ter hand te nemen.
Laat ik voor mezelf spreken: zou het echt zo zijn dat ik denk dat er maar één interpretatie van de Nederlandse geschiedenis mogelijk is?
30
Maar zegt de historicus Peter Klein in een wat onbehouwen tirade
En welke zou dat dan zijn? Die van Groen of Thorbecke, die van Fruin
tegen ‘alle intellectuelen, half- en namaakintellectuelen, geleerden,
of Nuyens, die van Huizinga of Geyl, van Kossmann of Israel? We ver-
pseudo-geleerden, journalisten, columnisten, politici, volksmenners,
onderstellen dat Klein met zijn ‘er bestaan alleen maar interpretaties’
partij-ideologen en wijsgerige tinnegieters’ – u begrijpt dat ik me direct
geen extreem relativisme wil huldigen en nog steeds ervan uitgaat dat 31
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
De archieven hebben toch een vetorecht: ze sluiten tal van mogelijke interpretaties uit er historische feiten bestaan die voor velerlei uitleg vatbaar zijn. Anders
voorbeeld: de ontkenning van de holocaust zouden we toch niet als
gezegd: over het gegeven dat Van Oldenbarnevelt niet op een natuur-
een mogelijke interpretatie willen aanvaarden op gelijke voet met
lijke wijze in zijn slaap is overleden hoeven we niet van mening te ver-
andere interpretaties. Dat laat onverlet dat over de oorzaken van de
schillen, over de duiding van de oorzaken, de gevolgen en de betekenis
holocaust tot op de dag zeer uiteenlopend wordt gedacht.
ervan kunnen de lezingen uiteen lopen, zoals het recente boek van Van Deursen De last van veel geluk weer eens heeft bewezen.
De ravages die een ondoordacht relativisme aanricht – het is namelijk een dalend cultuurgoed – zien we terug in de hedendaagse geschiedenis-
32
Trouwens het postmoderne idee dat er alleen maar interpretaties
boeken. Laat ik een voorbeeld noemen: het lesboek Sprekend verleden.
bestaan is niet zo vanzelfsprekend. In zijn briljante polemiek met
Vanaf de eerste bladzijde slaat het relativisme je tegemoet: ‘Ieder
deze opvatting heeft de Britse historicus Richard Evans heeft in zijn
verhaal is afkomstig van iemand die alles vanuit zijn eigen standpunt
In Defence of History korte metten gemaakt met een zulk een relativisme:
bekijkt en beschrijft of vertelt’. Gezegd wordt dat iedereen dat wel kent
‘interpretaties kunnen worden onderzocht en bevestigd of verworpen
van een ruzie in de klas: iedereen zegt dat een ander is begonnen. En
door een beroep op historische bewijzen; in ieder geval is in een
zo is het ook in het groot. Iedereen bekijkt alles vanuit zijn eigen stand-
aantal gevallen mogelijk om aan te tonen dat de ene kant gelijk heeft
punt immers: dus de Turken zeggen dat de Armeniërs zijn begonnen en
en de andere kant in een dispuut niet. Wat als bewijs wordt aanvaard
de Armeniërs zeggen dat de Turken zijn begonnen. Zo eenvoudig is het.
is niet geheel en al afhankelijk van het perspectief van de historicus,
Om het probleem van Klein – de geschiedenis is een voortdurende
maar is onderwerp van een behoorlijke mate aan overeenstemming
strijd tussen interpretaties en biedt dus geen zekerheid – preciezer te
die het individu overstijgt’. De archieven hebben toch een vetorecht:
benoemen kunnen we meer opsteken door nog eens de oratie van Jan
ze sluiten tal van mogelijke interpretaties uit. Nemen we een extreem
Romein van oktober 1939 te herlezen. Die had als titel Het vergruisde 33
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Onzekerheid schept meer dan ooit de behoefte aan verankering in het verleden
beeld en handelde over het onderzoek naar de oorzaken van onze
van meningsverschillen over de plaats van gewestelijke privileges, de
opstand. Daarin polemiseert hij met Huizinga, die geloofde in een
religie, het nationale motief enzovoorts. Het geschiedbeeld is vergruisd
communis opinio ‘over een belangrijk deel van het gebied van de
en kan geen zekerheden meer bieden. Maar waarom zou de omgang
geschiedenis’. Nee, zegt Romein, over een kernmoment van onze ge-
met het verleden niet in het teken kunnen staan van een kennismaking
schiedenis, de Opstand, bestaat bijvoorbeeld geen overeenstemming.
met de verschillende interpretaties van de kernmomenten van de geschiedenis?
Sterker nog, de overeenstemming wordt steeds minder. Dat komt door
34
de verwetenschappelijking van de geschiedschrijving die heeft geleid
Romein zelf publiceerde onder meer De Lage Landen en Erflaters van
‘tot desintegratie van het geschiedbeeld en daarmee tot zijn ondergang
onze beschaving, inderdaad van ‘onze’ beschaving. Anders gezegd
als algemene cultuurwaarde’. Romein betreurt dat, want zo zegt hij,
inzicht wat betreft interpretatieverschil sluit pogingen tot een grotere
we leven in onzekere tijden en dat was in het najaar van 1939 beslist
synthese allerminst uit. Nu is de abstractiegraad van de geschiedenis
niet teveel gezegd: ‘Die onzekerheid schept meer dan ooit de behoefte
heel erg hoog, terwijl er zoveel verhalender mee om gegaan zou kun-
aan verankering in het verleden, wil ons cultuurbesef niet ondergaan
nen worden, zonder zekerheid te suggereren waar die niet is. De vrees
in de verwarring van het heden’. De oplossing die Romein zocht noem-
voor een eenduidig verhaal over de vaderlandse geschiedenis is niet
de hij ‘integrale geschiedschrijving’, voorbij de verbrokkeling van het
onbegrijpelijk, maar ik geloof eerlijk gezegd niet dat er veel mensen te
specialisme.
vinden zijn, ook niet in het parlement of de regering, die zo’n restaura-
Romein zag iets wezenlijks over het hoofd, kon dat in die tijd ook niet
tie willen nastreven. Een restauratie van wat eigenlijk? Afgaande op
zien. Hij benadrukte namelijk niet dat de Opstand als vanzelfsprekend
Romeins analyse kunnen we vaststellen dat er nooit een eenduidige
door iedereen als een belangrijke referentie werd ervaren, in weerwil
opvatting heeft bestaan over de oorzaken van onze Opstand. 35
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Het gaat niet om het vastleggen van de identiteit van Nederland,
maar om het vastleggen van de cultuurgeschiedenis
Ik geloof dat Van Oostrom het doel van een canon bij de installatie van zijn commissie op een mooie manier en ook nog eens diplomatiek heeft verwoord: ‘Dit wordt geen remedie tegen een nationale identiteitscrisis, geen instrument om nationale gevoelens mee te versterken en ook geen inburgeringcursus. Het gaat ons niet om het vastleggen van de identiteit van Nederland, maar om het vastleggen van de cultuurgeschiedenis’.'
En inderdaad we kunnen het verleden laten voor wat is en ons richten op de toekomst. Dat hebben we in de achter ons liggende decennia met volle overgave gedaan, maar nu dringt het inzicht door dat cultuur niet alleen leeft van creativiteit, maar ook van continuïteit. Traditie en vernieuwing moeten tegen elkaar schuren, op elkaar botsen, maar het een zonder het ander is steriel. Soms krijg je het gevoel dat het debat verstrikt raakt in het narcisme van de kleine verschillen, soms denk ik nee, er gaapt een afgrond. En toch, waarom zouden historici en anderen het er niet over eens kunnen zijn dat geschiedenis een verplicht vak is en dat een belangrijk onderdeel daarvan de overdracht van de eigen cultuurgeschiedenis zou dienen te zijn? 36
Multatuli, pseudoniem van E. Douwes Dekker (1820-1887) Collectie RVD
37
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Leren uit het verleden kan ons helpen bij het begrijpen en vormgeven van de toekomst
Laat ik na deze omweg langs de canon discussie, waarbij men zou
merkwaardigs dat ons verleden daarbij nauwelijks een rol speelt. Dat
mogen hopen dat de critici als Klein of Offermans eindelijk eens wat
geldt allereerst het gegeven dat Nederland lange tijd het bewind voerde
zorgvuldiger op ideeën daarover in zouden willen gaan, nog wat naders
over het grootste moslimland, Nederlandsch-Indië, het huidige Indonesië.
zeggen over de manier waarop de geschiedenis betekenis zou kunnen
De debatten die bijvoorbeeld in de negentiende, begin twintigste eeuw
hebben voor onze hedendaagse meningsvorming. Nut is een beperkte
zijn gevoerd zijn op zijn minst interessant.
vraag en heeft niet de bedoeling om als rechtvaardiging voor een canon
Om me hier tot een voorbeeld te beperken, de beschouwingen van de
te dienen. Want ook al zou de geschiedenis geen directe betekenis
Leidse oriëntalist Snouck Hurgonje, Nederland en den islam uit 1911. Hij
hebben voor de vragen waar we hier en nu mee worstelen, dan nog
stelt vast dat de regering jarenlang zich verder niet bekommerd heeft
heeft de geschiedschrijving een grote waarde, een intrinsieke betekenis.
om de bevolking en meer in het bijzonder niet over de godsdienst. En
Toch kunnen we ook iets leren uit het verleden, dat ons zou kunnen
die afzijdigheid slaat dan ineens om in bevoogding en dwingelandij, om
helpen bij het begrijpen en dus ook vormgeven van het heden. Van
de roep bijvoorbeeld om de pelgrimage naar Mekka terug te dringen.
Deursen heeft gelijk als hij zegt dat de geschiedenis moet worden beoefend ‘niet omdat je er beter van wordt’. Als dat wel zo is ‘dan is
Hoe dan wel om te gaan met de islam in Oost-Indië? Snouck Hurgronje
dat mooi meegenomen’. Dat is wel erg laconiek, ik geloof dat er wel
maakt een drieslag in zijn benadering, die me nog altijd redelijk modern
iets meer gevoel van urgentie opgebracht zou kunnen worden.
voorkomt, ook al bleef zijn denken binnen het koloniale paradigma. Hij pleit voor ‘de meest strikte en oprechte handhaving van de vrijheid van
Ik neem als voorbeeld het meest problematische en geladen onderwerp
godsdienst, zij het dan met belangrijk voorbehoud ten aanzien van de
in onze samenleving: de omgang met de islam. Het heeft namelijk iets
staatkundige zijde van het Moslimsche stelsel en met openhouding van alle wegen, die de Mohammedanen kunnen leiden tot maatschap-
38
39
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
De scheiding van staat en kerk; een beginsel dat voortdurend aan moslims wordt voorgehouden als ware het een vanzelfsprekendheid...
pelijke evolutie, ook boven het stelsel van hunnen godsdienst uit’.
voor onze tijd, maar wij vinden liever het wiel geheel en al opnieuw uit
Zijn streven was dus allereerst om religie en politiek te scheiden. De
en raden tegelijkertijd migranten aan zich beter in onze geschiedenis
religie mocht niets in de weg worden gelegd – ‘de meest strikte en
te verdiepen.
oprechte handhaving van de vrijheid van godsdienst’ – en alle pogingen tot bekering zouden op niks uitlopen, zo was zijn stellige overtuiging.
Een tweede element uit onze geschiedenis dat buitengewoon relevant
Tegelijk moesten alle vormen van de politieke islam, waaronder het
voor deze tijd is betreft de geschiedenis van de scheiding van staat en
pan-islamisme, worden bestreden als een gevaarlijke inmenging in het
kerk; een beginsel dat voortdurend aan moslims wordt voorgehouden
gezag van de overheid. In dat opzicht zou alle lijdelijkheid misplaatst zijn.
als ware het een vanzelfsprekendheid. Enige kennis van de geschiedenis leert al snel dat in de zeventiende en achttiende eeuw van die schei-
Verder leek hem een hervorming van de islamitische wet moeilijk
ding in de zin zoals we die nu opvatten geen sprake was. De studie van
voorstelbaar, maar juist het rigide karakter daarvan maakt duidelijk
Enno van Gelder uit 1972 laat dat in al zijn titel zien Getemperde Vrijheid.
dat het werkelijke leven zich daarvan zal losmaken: ‘De voor den
De zeventiende eeuw toont ons de worsteling tussen enerzijds het
nieuweren tijd en zijn verkeer al te knellende banden, die de Moslimse
beginsel van de gewetensvrijheid, dat al vroeg werd omarmd en ander-
wet om het leven der Islambelijders slingert, raken vanzelf los, zoodra
zijds het idee van de gereformeerde kerk als ‘publieke kerk’, die door
ons cultuurleven in een of ander opzicht hen krachtiger tot zich trekt’.
de overheid werd geprivilegieerd.
Tegen al te ambitieuze plannen in die richting voegde hij er aan toe:
40
‘De drang moet echter van binnen naar buiten werken en niet anders-
Uit de toenmalige constellatie kunnen we bijvoorbeeld leren dat de
om’. Want hij wist ‘alwat aan aanval blootstaat, stijgt in de waardering
scheiding van kerk en staat, niet alleen de staat moet waarborgen
van wie het bezit’. Alweer: deze oude debatten hebben zo hun betekenis
tegen inmenging door de kerk, maar evenzeer en soms nog meer, de 41
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Er kan in de gemeenschap slechts één oppergezag zijn dus is de kerk, als de minder algemene, ondergeschikt aan de staat
kerk moet beschermen tegen interventies door de staat. Hugo de Groot
gedoogd. Vrijheid van geweten wel, maar vrijheid van eredienst dus
bepleitte de ‘absolute soevereiniteit van de staat’: tussen de staat en
over het geheel genomen niet. Ook op andere gebieden was de vrijheid
kerk is er wat betreft het terrein van hun werkzaamheid – het politieke
beperkt: het huwelijk tussen christenen en joden was bijvoorbeeld
en het religieuze – een zekere complementariteit, maar geen neven-
verboden. Waar het hier vooral om gaat is dat in algemene zin de
schikking van macht: er kan in de gemeenschap slechts een opperge-
Republiek naar Europese maatstaven van die tijd voorop liep, maar dat
zag zijn en dus is de kerk, als de minder algemene, ondergeschikt aan
het de scheiding van staat en kerk niet praktiseerde.
de staat als hoeder van het algemene belang of nut. Dat de predikanten daarover anders dachten dan de regenten kan niemand verwonderen.
Die kwam na de gelijkstelling van de religies in de Napoleontische tijd,
Het algemene beeld is er een van een inderdaad zeer getemperde
pas werkelijk tot stand bij de Grondwet van 1848. Wat ik zou willen
vrijheid. Dat blijkt ook uit tal van praktische regelingen waar het de
benadrukken is de strijd die over dat beginsel werd gevoerd, want de
kerken betreft. Voor een nationale synode was toestemming van de
protestantse voorman Groen van Prinsterer was het daarover oneens
Staten-Generaal vereist en die was daar zeer terughoudend in; de
met de liberaal Thorbecke. Hij wilde aan de Hervormde Kerk een
bepaling dat de overheid de keuze der predikanten moest goedkeuren
bijzondere positie toekennen, Thorbecke daarentegen was van mening
en dus ook kan weigeren. Van Gelders’ samenvattende oordeel luidt
dat ‘de algemene voorwaarde dat godsdienstoefening binnen gebouwen
dan ook dat de publieke kerk zich ‘voornamelijk onvrij voelde’.
en besloten plaatsen blijve, is die van een bekrompen en onverdraagzaam of onverdraagzaamheid bekrachtigenden wetgever’. De April-
42
Hoe moet dat dan wel niet zijn geweest voor de katholieken en voor de
beweging van 1853 tegen het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie
joden? In alle gewesten was de katholieke eredienst verboden, ook na
herinnerde er nog eens aan dat de gelijkstelling van de godsdiensten
het einde van de oorlog in 1648, maar werd her en der tegen betaling
lang niet door iedereen werd aanvaard. 43
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Een groot verschil met de vroegere verzuiling is de etnische verdeeldheid van de moslimgemeenschap
De algemene conclusie moet luiden: de scheiding van staat en kerk is
moeilijkheden om een overlegorgaan te creëren. Dus mocht er al
lange tijd niet gepraktiseerd en zeer omstreden geweest. Die geschie-
verzuiling optreden, dan eerder langs nationale dan langs religieuze
denis is van betekenis voor het hedendaagse Nederland, omdat al te
scheidslijnen.
vaak normen worden voorgehouden zonder dat men de moeizame totstandkoming ervan benadrukt. En dus ook de kwetsbaarheid van
Een verwant probleem is de stelling dat etnische gemeenschappen
zulke beginselen.
makkelijk inpasbaar zijn in een land dat altijd veel minderheden heeft gekend en dus een zwakke nationale eenheid. Het is van belang om
44
Dat blijkt wel uit de derde kwestie die ik in dit verband kort wil noemen,
daar bij stil te staan, want de samenhang van de verzuilde verdeeld-
de verzuiling. Al te vaak hoort men pleidooien voor islamitische ver-
heid en de nationale eenwording is een bron van meningsverschil
zuiling, zonder dat men zich de vraag stelt of die verzuiling in onze tijd
tussen historici. De een beweert dat Nederland eigenlijk altijd een
toepasbaar is op de moslimgemeenschap. Voetsstoots wordt aan-
land was van minderheden en weinig samenbindend nationaal besef
genomen dat de samenhang van etnische gemeenschappen dezelfde is
had. Anderen zeggen dat juist de pogingen om het levensbeschouwe-
als bij de katholieke of protestantse zuil van vroeger. Hoe vaak hoor je
lijke verschil te organiseren en te overbruggen tot een bewustzijn van
niet als het over de islam gaat: dat kennen we uit onze eigen verzuilde
saamhorigheid leidde. Hoe het ook zij, dat zijn relevante vragen om te
geschiedenis. Maar de positie van de islam is niet zomaar te vergelij-
overdenken alvorens we islamitische zuilvorming zouden willen
ken is met die van de christelijke religies. Een groot verschil met de
bepleiten. Er waren voorwaarden waarom de verzuilde verdeeldheid
vroegere verzuiling is de etnische verdeeldheid van de moslimgemeen-
niet ontaarde in burgeroorlog, voorwaarden die niet zonder meer
schap: een Turkse moslim heeft op zichzelf niet veel te maken met
voorhanden zijn om de etnische verdeeldheid te overbruggen. Een
een Marokkaanse of een Surinaamse moslim. Dat blijkt ook uit de
gedeelde geschiedenis is niet voor handen, een gemeenschappelijke 45
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Er is eerder nagedacht over de omgangsvorm met de islam
taal vraagt om meer inspanning dan vroeger en de grondwet kan niet gemakkelijk worden ervaren als een gemeenschappelijk tot stand gebracht kader voor de oplossing van conflicten.
Samenvattend zou ik wil zeggen dat de koloniale tijd ons leert dat er eerder is nagedacht over de omgangsvorm met de islam, waarbij inzichten zijn geformuleerd die soms verrassend actueel zijn. De worsteling met de scheiding van staat en kerk leert ons dat die met moeite tot stand is gekomen en dat normen die nu als vanzelfsprekend gelden dat lange tijd helemaal niet zijn geweest. En tenslotte de geschiedenis van de verzuiling laat op zijn minst zien dat deze niet zonder meer kan worden toegepast op een nieuwe godsdienst als de islam. Er zijn zeker geen eenduidige conclusies uit de geschiedenis te trekken. En toch zou deze kennis een zekere bescheidenheid met zich mee kunnen brengen – inzicht namelijk in de langdurige strijd over de plaats van het geloof in de democratie – en tegelijk een grotere betrokkenheid omdat men de kwetsbaarheid van normen als de scheiding van staat en kerk in een open samenleving voor ogen heeft.
46
De islam (datum onbekend) Collectie RVD
47
HET VERLEDEN VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Buitenstaanders hebben er geen idee van hoezeer de ongeletterdheid binnen de scholen is opgerukt
Deze hele beschouwing over de omgang met het verleden staat niet op
een serieuze investering in het onderwijs. Staatssecretaris van Euro-
zichzelf, maar is onderdeel van een bredere diagnose over de ontwikke-
pese Zaken Nicolai, in een vorig leven betrokken bij de Raad voor
ling van onze samenleving. Daarmee ben ik begonnen en daarmee wil
Cultuur, werd in een vraaggesprek geconfronteerd met deze diagnose:
ik ook eindigen. Er is een onzekerheid die zijn sporen nalaat in het
‘Ik ben vóór een canon. Ik zet er alleen twee dingen naast. Allereerst
onderwijs, de media, de cultuur in een algemene zin. Dat is geen
ben ik geen cultuurpessimist. Videoclips zijn bijvoorbeeld een ver-
gemakkelijk pessimisme, maar wel degelijk een aanleiding tot zorg, al
rijking, die hebben echt een nieuwe manier van kijken gebracht. Ik zie
was het maar dat niemand kan ontkennen dat de democratie in onze
dus geen teloorgang van de cultuur, of een ‘cultureel tekort' zoals
contreien onder druk staat.
Scheffer dat noemt’.
Offermans schrijft: ‘Op de meeste scholen heerst een anti-intellectua-
Ik ben geen cultuurpessimist – al zou ik de bewijsvoering in deze niet
listisch klimaat, de leescultuur is er de facto afgeschaft. Het probleem
direct laten afhangen van videoclips. De reden waarom ik erover schrijf
is niet zozeer dat het gros van de leerlingen liever Giphart leest dan
is nu juist nieuwsgierigheid en de gedachte dat er iets te verbeteren valt.
W.F. Hermans, het probleem is dat ze liever helemaal niets lezen. En
48
dat kun je ze nauwelijks kwalijk nemen, de leraren lezen ook niet.
Nicolai heeft ook een ander bezwaar: ‘in het benadrukken van de eigen-
Zelfs jonge docenten hebben er vaak een uitgesproken hekel aan.
heid van de cultuur schuilt het risico dat we naar binnen gericht raken,
Buitenstaanders hebben er geen idee van hoezeer de ongeletterdheid
dat we provinciaals worden. De kracht van onze cultuur is juist dat we
binnen de scholen is opgerukt, de mensen die het kunnen weten
altijd veel elementen van buiten hebben verwerkt’. In de ontkenning
houden wijselijk hun mond’.
ligt de erkenning besloten: Nicolai spreekt over ‘onze cultuur’ en heeft
Deze onzekerheid onthult een groot tekort van regering en oppositie:
daar klaarblijkelijk een voorstelling van. Ik zou willen zeggen dat de
er is geen cultuurbeleid dat die naam verdient en ook geen sprake van
kracht van elke cultuur gelegen is in het vermogen nieuwe invloeden 49
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Het verval is niet aan de rand begonnen ... maar in het centrum langs de lijnen van een implosie
op te nemen, als men tegelijkertijd maar in staat is om iets nieuws
organisaties. ‘De openheid leidt bij de voorhoede en later ook bij de
terug te geven.
achterhoede tot een zekere voorkeur voor ontzuiling’.
Wat we kunnen waarnemen is dat het culturele tekort waarop ik doel,
Zo is het ook gegaan met het verval van de intellectuele voorhoede. Ik
en waarvan de omgang met de geschiedenis een belangrijk voorbeeld is
geloof dat een slecht begrepen relativisme daarin een voorname rol
dat ik vandaag hebben willen belichten, een algemene strekking heeft.
speelt. De vergaande relativering van de eigen cultuurgeschiedenis
Het is niet enkel een verwijt aan de politiek, maar eigenlijk de vast-
heeft tot een verkrampte reactie bijgedragen. Onvoldoende is gezien
stelling dat de politiek in dit opzicht een tamelijk getrouwe afspiegeling
dat het evenwicht tussen erfgoed en openheid onderhouden moet
is van een veel bredere maatschappelijk onzekerheid. De omroepen
worden. De eenzijdige nadruk op openheid heeft in menig opzicht het
zijn nu het slachtoffer, straks de kranten, het onderwijs is dat al langer.
tegendeel opgeroepen: het vastklampen aan een idee over het erfgoed, dat evenzeer weinig doordacht is.
50
In een bekend boek De wankele zuil heeft de Nijmeegse godsdienst-
Er zit ook nog een andere kant aan het cultuurrelativisme, namelijk de
socioloog Thurlings het verval van de katholieke zuil beschreven. Zijn
al te democratische verwarring van hoge en lage cultuur, van elitaire
belangrijkste stelling is dat het verval niet aan de rand is begonnen als
en populaire cultuur. Waar we niet vreemd van moeten opkijken is dat
een sluipend proces van erosie, maar in het centrum langs de lijnen van
we straks uit naam van een relativering van de hoge cultuur, die meer
een implosie. De elite van theologen en priesters verloor zijn geloofs-
en meer is losgezongen van een nationale bedding, straks een populaire
zekerheden en dat is beslissend geweest. Hij ziet een bevestiging van
cultuur als enige uiting van een nationaal cultureel leven overhouden.
de verbreiding van de crisis vanuit het centrum naar de rand in het
Daarmee is die cultuur niet verworpen – Hazes en Hermans kunnen
gegeven dat het aantal priesterroepingen sneller daalt dan de zondagse
naast elkaar bestaan – maar waar het om gaat is dat die niet het
kerkgang, die weer vlotter afneemt dan de deelname aan de verzuilde
alleenrecht zou moeten hebben. Dat kan een milde vorm aannemen 51
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Wie wil weten wat er in Nederland aan de hand is moet niet alleen de hoofdcommentaren van de NRC lezen
– wie wil weten wat er in Nederland aan de hand is moet niet alleen de
streven om in alle belangrijke landen van de uitgebreide Unie een
hoofdredactionele commentaren van de NRC lezen, maar zeker ook de
cultureel instituut te vestigen, naar analogie van het Institut Néerlan-
videobeelden van de begrafenis van André Hazes nog eens afdraaien.
dais in Parijs. We zijn daar mondjesmaat mee bezig, maar van een
Onschuldig genoeg, maar deze scheefgroei kan ook uitmonden in een
echte doorbraak is nog geen sprake. Toch is het juist voor Nederland
agressief soort populisme. We hebben het allemaal meegemaakt.
– en waarom niet samen met Vlaanderen – als relatief klein taalgebied
De Britse historicus Jonathan Israel presenteerde in zijn Pierre Bayle-
nodig om met meer betrokkenheid de voortbrengselen van de Neder-
lezing van vorig jaar een bijtende diagnose over de malaise in Neder-
landse cultuur uit te dragen, om te beginnen in Europa.
land. Het zijn niet zozeer de fundamentalisten die het land uitdagen,
Wat we nodig hebben is een afscheid van de omroepverenigingen, die
maar eerder de elites die een ‘culturele zelfmoord’ hebben gepleegd:
te lang het voertuig zijn geweest van partijpolitieke beïnvloeding. Een
‘principes als tolerantie, democratie, rechtvaardigheid, persoonlijke
nationale omroep die onafhankelijk is, dat is het principiële debat waar
vrijheid en vrijheid van meningsuiting kunnen slechts worden verdedigd
we te lang op wachten. Waarom Nederland als een van de weinige
door mensen die begrijpen wat deze principes betekenen, hoe ze ont-
Europese landen drie publieke netten nodig denkt te hebben en niet
staan en ontwikkeld zijn en waarom ze van belang zijn’. Hij ontzegde
twee zou daarbij eveneens ter sprake moeten komen. Beter een beperkt
de elite die opzichtig het onderhoud van het eigen verleden had ver-
aantal netten die echte kwaliteit kunnen brengen dan het eindeloze ver-
onachtzaamd dan ook het recht om krokodillentranen te huilen ‘om de
maak waar we nu avond aan avond ongevraagd belasting voor betalen.
plotselinge opkomst van een nieuwe barbarij, filisterij en fanatisme’. Hetzelfde culturele tekort zien we in de gesprekken over de toekomst
52
Laat ik tenslotte een paar elementen noemen van een actiever cultuur-
van de dagbladen in ons land. Nooit hoor je uit de mond van de direct
en onderwijsbeleid, bij wijze van voorbeeld. We zouden ernaar moeten
verantwoordelijken iets over de wezenlijke functie van het dagblad in een 53
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
De farce die we studiehuis noemen zou toch op zijn minst het voorwerp van een parlementaire enquête moeten zijn
54
democratie. De krant zorgt dagelijks voor een gedeelde leeservaring
om Tocqueville, Huizinga om Spengler en Multatuli om Joseph Conrad.
en zo voor gemeenschappelijke referenties die een betekenisvol
Vitale instituties van onze cultuur worden verschrikkelijk slecht onder-
meningsverschil mogelijk maken. De versnipperde informatie die de
houden. Waarom ontstaat er geen grotere woede in Nederland wanneer
digitale media bieden, hebben een geheel andere uitwerking. Daar
een overheid eindeloos en vooral richtingloos experimenteert met het
volgt de lezer vooral zijn individuele voorkeuren.
belangrijkste culturele en sociale kapitaal dat we hebben, namelijk het
Tenslotte bij wijze van voorbeeld het universitaire curriculum. Het
onderwijs. De farce die we studiehuis noemen zou toch op zijn minst
verhaal dat in het onderwijs wordt verteld over onze geschiedenis mag
het voorwerp van een parlementaire enquête moeten zijn. Eigenlijk
niet worden afgebroken op de drempel van de universiteit. Integendeel:
zou dertig jaar onderwijspolitiek, vooral van sociaaldemocratische
de cultuuroverdracht zou in deze fase juist moeten worden verhevigd.
snit, moeten worden onderworpen aan een gedegen verantwoording.
Juist academici in wording zouden terdege moeten worden ingeleid in
De journalisten Martin Sommer en Hans Wansink bepleitten dat al
de bredere cultuur waar ze deel van uitmaken. Met zo’n curriculum dat
eerder in een mooie reeks artikelen in de Volkskrant.
voor alle studenten verplicht is wordt een uitspraak gedaan over het-
Dat zijn niet meer dan voorbeelden. De gebrekkige omgang met het
geen men wezenlijk acht voor de algemene vorming van een academicus
verleden toont ons een algemener cultureel tekort, dat mijns inziens
en wordt voorkomen dat specialisme het laatste woord krijgt. Zo’n
van grote betekenis is voor onze democratie. Zeker, politici moeten
voor iedereen geldig programma – waarvoor ik eerder pleitte bij de
terughoudend zijn waar het over de inhoud van cultuur en onderwijs
opening van het academische jaar aan de Universiteit van Amsterdam
gaat, maar ze moeten beseffen dat het om een van de meest vitale
onder de titel De hoogste burgerschool – zou moeten gaan over de
onderdelen van regeringsbeleid gaat. De impasse die voor iedereen
cultuurgeschiedenis in een Europese context. Voor alle duidelijkheid:
waarneembaar is heeft niet alleen een sociale kant, maar ook een
die context behoort zwaar te wegen, dat wil zeggen Thorbecke vraagt
uitgesproken culturele strekking. 55
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Biografie Paul Scheffer
De publicist Paul Scheffer (1954) is medewerker van NRC-Handelsblad. Als bijzonder hoogleraar bekleedt hij sedert 2003 de Wibautleerstoel voor grootstedelijke problematiek van de Universiteit van Amsterdam. Scheffer studeerde psychologie, filosofie en politieke wetenschappen in Nijmegen en Parijs. Daarna was hij onder meer werkzaam als correspondent in Parijs en Warschau, wetenschappelijk medewerker van de Wiardi Beckmanstichting en universitair docent in Amsterdam en Groningen. Hij maakte de VPRO-series ‘Wachten op de barbaren, grenzen van Europa’ (1996) en ‘Leven en werken’ (samen met Michaël Zeeman, 1998-1999). Artikelen van zijn hand zijn verschenen in NRC-Handelsblad, Volkskrant, Groene Amsterdammer, Haagse Post en Vrij Nederland en in buitenlandse bladen, zoals Frankfurter Allgemeine Zeitung, Politiken, El Pais, Le Figaro, De Standaard en Gazeta Wyborcza. Hij publiceerde enkele boeken: ‘Een tevreden natie. Nederland in Europa’ (1988), ‘Het nut van Nederland. Opstellen over soevereiniteit en identiteit’ (1996) en ‘De greep van de eeuwige vrede’ (2000). Zijn artikel ‘het multiculturele drama’, uit januari 2000, gaf aanleiding tot een levendig debat. In het najaar van 2006 zal verschijnen ‘Het land van aankomst’, een kritische visie op de multiculturele samenleving. 56
57
H E T V E R L E D E N VERGT ONDERHOUD
KETELAAR-LEZING
Eerder verschenen
Gerard Rooijakkers
Peter Burke
Rituele depots. De droesem van het leven.
Palimpsests. Reflections on the Re-employment of Records.
Rooijakkers geeft een nieuwe kijk op de manier waarop met bronnen uit
Burke richt zich op het gebruiken van archieven. Hij wijst op de verschil-
het verleden wordt omgegaan. Hij prikkelt zijn publiek tot een andere
lende manieren waarop allerlei zaken in de maatschappij – straatnamen,
manier van denken. Zijn archiefdepots slechts rituele depots? Moeten we
stenen, afbeeldingen – voortdurend worden hergebruikt. Ook in de
ordelijk vergeten in plaats van ordelijk bewaren? Hij belicht op erudiete
archieven is ‘hergebruik’ te vinden. Het bekendste voorbeeld daarvan
wijze de manier waarop het verleden wordt ge(re)construeerd en de rol die
is de palimpsest, een vel perkament waarvan de oorspronkelijke tekst
archieven in dat proces hebben. Zijn verhaal gaat over selectie en archief-
is afgekrabd om het opnieuw te kunnen gebruiken. Maar Burke kijkt
vorming, onthouden en vergeten, erfgoed en afval.
over de traditionele grenzen heen. Vanuit een analyse van hergebruik
(2003) ISBN 90-74920-16-0
komt hij tot een wijze raad aan iedereen die met archieven wil werken. (2004) ISBN 90-74920-18-7
58
59