Het Verantwoord Beleggingsbeleid van Ahold Pensioenfonds INTRODUCTIE Ahold Pensioenfonds (APF) belegt op lange termijn en wereldwijd. Als belegger heeft APF de taak om het beste resultaat te behalen in het belang van zijn deelnemers. Verantwoord beleggen speelt daarbij een belangrijke rol. Het is een integraal onderdeel van de beleggingsuitgangspunten van APF, waarbij milieu en sociale aspecten en corporate governance zijn geïntegreerd in het beleggingsproces. Verantwoord beleggen heeft in de visie van APF een blijvende invloed op het risico en rendement van de beleggingsportefeuilles en behoeft derhalve permanente aandacht. Het verantwoord beleggingsbeleid van Ahold Pensioenfonds bestaat uit de volgende onderdelen: het uitoefenen van stemrecht, het toepassen van engagement en het uitsluiten van bedrijven betrokken bij controversiële wapens, bedrijven die op grove wijze UN Global Compact overtreden, hoog risicolanden en kritische grondstoffen. Het Bestuur van APF is verantwoordelijk voor het verantwoord beleggingsbeleid inclusief de toepassing en de controle daarop. De Beleggingscommissie adviseert hierbij. Bij het ontwikkelen van dit beleid is ernaar gestreefd aan te sluiten bij de Responsible Retailing strategie van Koninklijke Ahold. Hierbij is van belang dat Koninklijke Ahold de uitgangspunten van UN Global Compact heeft ondertekend. De UN Global Compact is een initiatief van de VN voor de ontwikkeling en toepassing van universele principes rondom mensenrechten, arbeidscondities, milieu en corruptiebestrijding. Het doel van verantwoord beleggen is het bevorderen van de best practices op dit punt en APF denkt dit te bereiken door zijn invloed als aandeelhouder aan te wenden. APF neemt zijn verantwoordelijkheid door: • • • •
Uitsluiting van controversiële wapens, UN Global Compact schendingen, vermijding van hoogrisicolanden en kritische grondstoffen in de beleggingsportefeuilles; Communicatie over de wijze waarop APF zijn rechten als aandeelhouder uitoefent; Het toepassen van een engagementstrategie; Controle of de externe vermogensbeheerders aan de gestelde verwachtingen voldoen.
Een belangrijke stap na het vaststellen van het verantwoord beleggingsbeleid is de implementatie door externe vermogensbeheerders. De uitvoeringsorganisatie ziet hierop toe. Het vermogen van APF wordt beheerd door de onderstaande externe vermogensbeheerders, onder toezicht van het Bestuur van APF. Categorie
Manager
Mandaat/beleggingsfonds
Aandelen Europa
Northern Trust
Mandaat
Aandelen Noord-Amerika
Northern Trust
Mandaat
Aandelen Pacific
Northern Trust
Mandaat
Aberdeen/Dimensional/BlackRock
Beleggingsfonds
AXA
Mandaat
Obligaties bedrijven
JP Morgan/Rogge/Wellington
Mandaat
Obligaties high yield
Nordea
Beleggingsfonds
Pimco/Stone Harbor
Beleggingsfonds
Aandelen opkomende markten Obligaties € staat
Obligaties opkomende markten
1
Vastgoed beursgenoteerd
Northern Trust
Mandaat
Diversen
Beleggingsfonds
Grosvenor CFIG
Mandaat
BlackRock/Northern Trust
Beleggingsfonds
BoA Merrill Lynch
Beleggingsfonds
Vastgoed niet-beursgenoteerd Private Equity Geldmarktfondsen Grondstoffen
Het Bestuur en de Beleggingscommissie worden periodiek geïnformeerd over de verantwoord beleggingsactiviteiten van APF. UITGESLOTEN BELEGGINGEN APF sluit de volgende 4 typen beleggingen uit: 1. Controversiële wapens De Nederlandse wetgeving verbiedt beleggingen in ondernemingen die betrokken zijn bij de productie, verkoop of distributie van clustermunitie. APF belegt niet in ondernemingen die direct, of door een eigendom van meer dan 50% van een dochteronderneming, betrokken zijn bij de productie, het gebruik, het overdragen of aanleggen van voorraden van ‘tegen personen gerichte mijnen of clusterbommen’. Deze controversiële wapens zijn verboden volgens respectievelijk de Ottawa conventie van 1997 en de Oslo conventie van 2008. Op kwartaalbasis wordt een uitsluitingslijst opgesteld. In een onderneming kan weer worden belegd wanneer de voorwaarden voor uitsluiting niet meer van toepassing zijn. 2. UN Global Compact In lijn met Koninklijke Ahold, een ondertekenaar van UN Global Compact, streeft APF ook na dat zijn beleggingen de principes van dit initiatief respecteren. Waar ondernemingen duidelijk en op grove wijze de principes van de UN Global Compact schenden, sluit APF deze ondernemingen uit van zijn beleggingsportefeuille. De 10 principes van de UN Global Compact op het gebied van mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en anti-corruptie worden wereldwijd onderschreven en zijn afgeleid van: a) b) c) d)
De universele verklaring van de rechten van de mens; The International Labour Organization's Declaration on Fundamental Principles and Rights at Work; The Rio Declaration on Environment and Development; The United Nations Convention Against Corruption.
2
Op kwartaalbasis wordt ook hiervoor een uitsluitingslijst opgesteld, waarbij geldt dat een onderneming is uitgesloten in geval van: 1. Een uitspraak van de rechtbank (of de onderneming erkent het zelf) van illegale praktijken, omkoping, corruptie met betrokkenheid van het topmanagement; 2. Schending van de mensenrechten, wet op de arbeidsomstandigheden (kinderarbeid of gedwongen arbeid), corruptie of fraude vastgesteld door officiële instanties (overheidsinstellingen, rechtbanken) waarbij duidelijk is komen vast te staan dat de onderneming schuldig is aan dit misbruik; 3. Ernstige gevolgen voor de bevolking, het milieu, de reputatie van het bedrijf waarbij de onderneming verzuimt de juiste maatregelen te treffen; 4. De onderneming geen acties onderneemt om deze praktijken te stoppen. In een onderneming kan weer worden belegd wanneer de voorwaarden voor uitsluiting niet meer van toepassing zijn. 3. Hoogrisicolanden APF realiseert zich dat er landen zijn die als corrupt en politiek riskant bekend staan. Het gaat hierbij om landen die in hoge mate betrokken zijn bij schending van mensenrechten en die corruptie en criminele activiteiten tolereren en als belastingparadijs fungeren. APF sluit staatsobligaties van deze hoogrisicolanden uit van zijn portefeuilles. Alle landen worden jaarlijks beoordeeld. Criteria voor de kwalificatie als hoogrisicoland zijn: a) Reputatiecriteria (politieke stabiliteit, corruptie, indicatoren van de Wereld Bank); b) Criteria voor effectiviteit (effectiviteit van de overheid, indicatoren van de Wereld Bank t.a.v. regulering); c) Het fungeren als belastingparadijs; d) Het negeren van internationale overeenkomsten op het vlak van mensenrechten, arbeidsrecht, biodiversiteit / klimaatverandering en wapens. Op basis van deze criteria wordt een uitsluitingslijst opgesteld. Landen die gestraft zijn door de internationale gemeenschap of onder embargo staan worden ook aan de uitsluitingslijst toegevoegd. 4. Grondstoffen APF is van mening dat de financiële sector niet zou moeten bijdragen aan een stijging van de voedselprijzen. Door potentiële tekorten is duurzaamheid van de voedselproductie en -voorziening een steeds grotere zorg. Om invloed op voedselprijzen en prijsfluctuaties te voorkomen zijn duidelijke principes bij het beleggen in grondstoffen gesteld: a) APF belegt niet direct in grondstoffen; b) APF belegt alleen in ruim gespreide grondstoffondsen; c) De beleggingsfondsen waarin APF investeert mogen geen speculatieve posities innemen die tot een verhoging van grondstofprijzen kunnen leiden; d) De beleggingsfondsen waarin APF belegt mogen geen fysieke levering aanvaarden van landbouwproducten; e) De beleggingsfondsen waarin APF belegt mogen niet (direct of indirect) beleggen in kwetsbare grondstoffen zoals gedefinieerd door Koninklijke Ahold.
3
Bij het selecteren van een vermogensbeheerder voor de grondstoffenportefeuille worden bovenstaande principes in acht genomen. Tot slot zal APF de ontwikkelingen op de grondstoffenmarkt nauwgezet volgen en zo nodig zijn positie in grondstoffen heroverwegen. IMPLEMENTATIE De uitsluitingslijst en criteria van controversiële wapens, UN Global Compact en hoogrisicolanden worden aan de externe vermogensbeheerders verstrekt. Er is sprake van dagelijkse controle van de mandaten en maandelijkse controle van de beleggingsfondsen. Op kwartaalbasis wordt er gerapporteerd over de naleving van de verantwoord beleggingsprincipes en de uitsluitingslijst (inclusief de uitgesloten kritische grondstoffen) door de geselecteerde vermogensbeheerders. UITOEFENEN VAN STEMRECHT APF is van mening dat een goede corporate governance een belangrijke basis is voor een stabiele ontwikkeling van een onderneming en het creëren van aandeelhouderswaarde op lange termijn. Daarom stelt APF hoge eisen aan corporate governance van ondernemingen waarin wordt belegd. APF heeft (inter)nationale richtlijnen gebruikt om zijn visie op de belangrijkste governance kwesties te ontwikkelen. Deze richtlijnen omvatten de International Corporate Governance Network’s (ICGN), Global Corporate Governance Principles, de Securities Lending Code of Best Practice, de OECD Corporate Governance Guidelines en ook nationale richtlijnen in relevante markten zoals de ‘Frijns Code’ in Nederland. 1. Effectief en evenwichtig leiderschap Het is de taak van het bestuur van een onderneming ervoor te zorgen dat de onderneming wordt geleid in het belang van alle aandeelhouders. Het bestuur moet eveneens rekening houden met de relatie die de onderneming heeft met verschillende belanghebbenden. APF is van mening dat alle bestuursleden een fiduciaire taak hebben om een onafhankelijk oordeel te tonen bij het toezicht houden op de zaken van de onderneming namens al zijn aandeelhouders. Een effectief bestuur is op de lange termijn essentieel om de onderneming tot een succes te maken en bestaat uit de juiste combinatie van personen met vaardigheden, competenties, ervaring en een onafhankelijk oordeel passend bij de lange termijn vereisten voor de onderneming. 2. Bescherming van de rechten van de belegger Het bestuur dient de rechten van aandeelhouders te beschermen. Deze rechten omvatten de bescherming van het economisch belang in de onderneming; het recht te besluiten over belangrijke wijzigingen in de onderneming zoals fusies en overnames in overeenstemming met relevante wet- en regelgeving. APF is van mening dat stemrecht in verhouding moet staan tot het economisch belang van aandeelhouders in een onderneming. Het bestuur moet waken voor maatregelen die trachten de uitoefening van stemrecht te beperken, te begrenzen of af te zwakken of het verstrekken van extra rechten aan bepaalde aandeelhouders ten koste van anderen. 3. Beloning in lijn met de bedrijfsdoelstellingen Het beloningsbeleid versterkt de bedrijfscultuur in plaats van het te ondermijnen. Het bestuur gebruikt het beloningsbeleid om de belangen van het management en aandeelhouders met elkaar in overeenstemming te brengen zodat motiverend gedrag ontstaat wat op de lange termijn de financiële gezondheid van de onderneming bevordert. Belangrijke aspecten van het beloningsbeleid worden ontwikkeld via formele en transparante processen en worden adequaat bekend gemaakt aan en goedgekeurd door aandeelhouders.
4
4. Transparantie Ondernemingen moeten ervoor zorgen dat aandeelhouders accurate, relevante en tijdige informatie ontvangen over zaken die impact hebben op de mogelijkheden van een bedrijf om zijn bedrijfsdoelstellingen te realiseren. APF verwacht van zijn externe vermogensbeheerders dat zij rekening houden met deze corporate governance principes in zijn besluitvormingsprocessen voor beleggingen en ook tijdens het stemmen op aandeelhoudersvergaderingen. Hoewel APF van ondernemingen verwacht dat ze zich houden aan de uitvoering van best practices, wordt onderkend dat afwijkingen in bijzondere omstandigheden gerechtvaardigd kunnen zijn. In zulke omstandigheden verwacht APF dat de betreffende ondernemingen de afwijkingen toelichten aan de vermogensbeheerders. APF ziet erop toe dat zijn vermogensbeheerders zich aan deze principes houden bij het stemmen namens APF op aandeelhoudersvergaderingen. Dit betekent dat de vermogensbeheerders: a) Stemmen op alle aandelen, waarbij het stembeleid in overeenstemming is met hun eigen stembeleidprincipes of de stemrichtlijnen van APF; b) Geen APF aandelen met bijbehorend stemrecht uitlenen aan een derde partij zonder voorafgaande toestemming van APF. Voor de mandaten heeft APF een securities lending programma met zijn bewaarbank en daarbij is het uitlenen van aandelen verboden indien de lener het uitoefenen van onderliggende stemrechten tijdens algemene vergaderingen beoogt. Ook verbiedt APF het uitlenen van aandelen als de doelstelling van de lener niet in overeenstemming is met het lange termijnbelang van aandeelhouders; c) Rapporteren over de resultaten van hun stembeleid. APF wordt door haar fiduciair manager geadviseerd over het door de vermogensbeheerders toegepaste stembeleid. Daarnaast wordt er twee keer per jaar gerapporteerd over de stemactiviteiten van de vermogensbeheerders. ENGAGEMENT Engagement is een strategie waarbij APF ondernemingen aanspreekt op hun beleid en activiteiten. Hiermee probeert APF verbeteringen op milieu-, sociaal en corporate governance gebied te realiseren vanuit de visie dat dit uiteindelijk bijdraagt aan een beter maatschappelijk en/of financieel rendement van zijn beleggingen. Het engagementproces ziet er als volgt uit: a) Engagement richt zich op maximaal vijf bedrijven tegelijk in de beleggingsportefeuille van APF, die verbeterpunten hebben op het punt van UN Global Compact. b) Per onderneming wordt een engagementproces gestart, dat maximaal 2 jaar duurt. c) Het engagementproces kent een aantal stappen. De eerste stap is het doen van een haalbaarheidsonderzoek waarbij de mogelijkheden om het gedrag van een bedrijf te beïnvloeden door middel van engagement worden onderzocht. Na instemming van het Bestuur van APF is de tweede stap het opstellen van een engagementplan. Daarna zijn de vervolgstappen onder meer het maken van afspraken met de onderneming om de engagementdialoog op te starten, tussentijdse evaluaties van de gesprekken en het maken van periodieke rapportages. De laatste stap is het vaststellen van de resultaten en de evaluatie van dit engagementproces na twee jaar. d) Ieder half jaar wordt de voortgang van het engagementproces gerapporteerd aan APF.
5
TOEZICHT OP DE VERMOGENSBEHEERDERS Een belangrijk element van het verantwoord beleggingsbeleid is het toezicht op de vermogensbeheerders. APF volgt de voortgang van zijn externe vermogensbeheerders bij het integreren van de verantwoord beleggingsuitgangspunten in hun beleggingsproces. APF verwacht van zijn vermogensbeheerders dat ze: a) De verantwoord beleggingsuitgangspunten integreren in hun eigen beleggingsbeslissingen; b) Zich houden aan relevante richtlijnen en codes of aangeven waarom zij zich hier niet aan houden; c) Jaarlijks rapporteren aan APF hoe zij zich houden aan de eisen van APF op het punt van verantwoord beleggen; d) De UN Principles voor Verantwoord Beleggen (UN PRI) ondertekenen. EEN DYNAMISCH VERANTWOORD BELEGGINGSBELEID De reikwijdte van het verantwoord beleggingsbeleid wordt in onderstaand overzicht weergegeven: Controversiële wapens
UN Global Compact
Aandelen Europa
Ja
Ja
Ja
Aandelen Noord-Amerika
Ja
Ja
Ja
Aandelen Pacific
Ja
Ja
Ja
Aandelen opkomende markten
Ja
Ja
Ja
Obligaties € staat
Ja
Obligaties bedrijven
Ja
Ja
Ja
Obligaties high yield
Ja
Ja
Ja
Obligaties opkomende markten
Ja
Vastgoed beursgenoteerd
Ja
Ja
Private Equity
Ja
Ja
Geldmarktfondsen
Ja
Ja
Categorie
Hoogrisicolanden
Grondstoffen
Stembeleid
Ja
Ja Ja
Vastgoed niet-beursgenoteerd
Grondstoffen
Ja Ja
Momenteel dekt het verantwoord beleggingsbeleid meer dan 96% van het vermogen (status juni 2014). Alleen voor de niet-beursgenoteerde vastgoedportefeuille moet dit beleid nog worden beschreven. APF zal op jaarbasis dit verantwoord beleggingsbeleid evalueren en waar nodig aanpassen. COMMUNICATIE NAAR DE DEELNEMERS Het verantwoord beleggingsbeleid wordt op de website nader toegelicht. Verder zal APF de resultaten van dit beleid twee keer per jaar publiceren. 6