Het succes van Tijdelijke Natuur Monitoring vier jaar Tijdelijke Natuur Eeserwold
Auteurs:
Mark Zekhuis, Adriaan de Gelder
Datum:
December 2013
Colofon Auteurs: Landschap Overijssel, Mark Zekhuis, Adriaan de Gelder, 2013 Gefinancierd door: Ministerie van Economische zaken & Team Natuurlijk! Ondernemen M.M.V.: Innovatie Netwerk en Roelofs Planontwikkeling. Deze monitoring is uitgevoerd in het kader van de Green Deal. Hierbij zijn de volgende partijen betrokken; Haven Amsterdam, Groningen Seaports, Roelofs Planontwikkeling, De 12Landschappen, Cascade, De Vlinderstichting en het Ministerie van Economische Zaken.
Inhoudsopgave
Samenvatting
4
1
Inleiding 1.1 Gebiedsschets 1.2 Tijdelijke Natuur 1.3 Beheer
6 6 6 7
2
Methode onderzoek
8
3
Resultaten 3.1 Broedvogels 3.2 Dagvlinders 3.3 Amfibieën 3.4 Zoogdieren 3.5 Libellen 3.6 Sprinkhanen 3.7 Flora en vegetatie
9 9 12 13 13 14 14 15
4
Conclusie en discussie 4.1 Totaal 4.2 Fauna 4.3 Flora en vegetatie 4.4 Synthese 4.5 Aanbevelingen
18 18 18 19 19 20
5
Literatuur
21
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Totaal broedvogels 2011-2013 Totaallijst fauna 2013 Totaallijst flora 2013 Toename broedvogels 2011-2013 Broedvogels van bedrijventerrein Eeserwold in 2013
22 24 25 27 28
Samenvatting
Het concept Tijdelijke Natuur wordt sinds 2010 als pilot toegepast op de locatie Eeserwold bij Steenwijk: een braakliggend bedrijven- en woonterrein van ongeveer 100 hectare. Uit de in 2011 gehouden inventarisatie op broedvogels kwam naar voren dat het gebied rijk is aan verschillende broedvogels, met name de soorten die gebonden zijn aan overjarige ruigte. In opdracht van het Ministerie van Economische Zaken is in 2013 een tweede monitoringsronde gehouden om de diversiteit aan soorten en de natuurwinst van Tijdelijke Natuur op Eeserwold in kaart te brengen. De volgende soortgroepen zijn onderzocht: broedvogels, dagvlinders, libellen, sprinkhanen, zoogdieren, amfibieën en planten. Drie professionals en zes vrijwilligers hebben de inventarisatie uitgevoerd. Daarnaast is gebruik gemaakt van openbare gegevens, zoals die van waarneming.nl. In totaal zijn er 53 soorten broedvogels vastgesteld, waarvan 7 Rode Lijst soorten. Daarnaast zijn 13 soorten dagvlinders, 9 soorten libellen, 9 soorten sprinkhanen en 197 plantensoorten gevonden. Ten opzichte van de broedvogelmonitoring in 2011 zijn in het gehele gebied 13 nieuwe broedvogels waargenomen en 2 soorten zijn niet meer waargenomen. We zien dat 25 vogelsoorten een toename laten zien, 7 soorten constant blijven en 4 soorten in aantal zijn afgenomen. Het totaal aan broedparen van de 7 Rode Lijst soorten is toegenomen van 36 naar 58. Opmerkelijk aan de waargenomen van broedvogels is dat dit grotendeels soorten zijn die afhankelijk zijn van overjarige voedselrijke ruigtes. Juist dit is veelvuldig aanwezig in het gebied. Ook opvallend zijn de hoge aantallen Bosrietzangers, Kleine karekieten, Gele kwikstaarten, Grasmussen en Rietgorzen. Naast het aantoonbaar succes bij de broedvogels zijn andere leuke en opmerkelijke waarnemingen gedaan van Otter, Velduil, Noordse winterjuffer, Knopsprietje en vele Hooibeestjes en Kleine vuurvlinders. Noemenswaardige planten en soorten die een bijzonder milieu indiceren zijn; Veenpluis, Snavelzegge, Tijmereprijs, Moeraswederik, Dotterbloem, Waterviolier en Zilverhaver. Dit onderzoek laat zien dat Tijdelijke Natuur een hoge en unieke natuurwaarde kan opleveren. De broedvogelsamenstelling in combinatie met de hoge dichtheden is voor Nederlandse begrippen uniek en zeldzaam! Voor vogelsoorten van ruigte en struweel is de Tijdelijke Natuur op Eeserwold een belangrijke kraamkamer.
Het succes van Tijdelijke Natuur
-4-
Citaat van Jan-Willem Vergeer, projectleider SOVON, Vogelonderzoek Nederland: “Binnen de huidige broedvogelbevolking van Eeserwold spelen twee ecologische soortgroepen een opvallende rol. De eerste bestaat uit een combinatie van kenmerkende soorten van waardevol open terrein, met weidevogels als Grutto en Wulp en pioniersoorten als Kleine plevier. De meest waardevolle broedvogel in deze categorie is de Watersnip, een soort die in Noordwest-Overijssel en de Friese veenweiden zijn belangrijkste bolwerken kent en die al jaren in aantal afneemt. De tweede groep bestaat uit kenmerkende soorten van natte ruigtes als Blauwborst, Sprinkhaanzanger en Rietgors en echte rietvogels als Kleine karekiet. Meest opvallend zijn de hoge dichtheden waarin vertegenwoordigers van deze soortgroep voorkomen. Het huidige beheer van het gebied biedt dus nadrukkelijk kansen aan deze voor Noordwest-Overijssel zeer kenmerkende soortgroep. In combinatie met de kansen voor weide- en pioniersoorten op de meer open terreindelen is derhalve sprake van een bijzondere rijkdom aan broedvogels, zoals die slechts zelden buiten natuurreservaten wordt aangetroffen.”
Het succes van Tijdelijke Natuur
-5-
1
Inleiding
1.1 Gebiedsschets Eeserwold ligt net ten noordoosten van Steenwijk, aan de autosnelweg A32 (Meppel – Leeuwarden). De grote nieuwbouwlocatie ligt rond het Eesermeer en is bedoeld voor de bouw van kantoren en woningen en recreatief gebruik. Momenteel zijn er circa 5 bedrijven en een zelfde aantal woningen op het terrein gesitueerd. Voor verdere informatie zie www.eeserwold.nl.
Figuur 1.1
B
Ligging van het pilotgebied Eeserwold (afgebakend door de blauwe arcering). Rechts onderin is de zandwinplas te zien, met daaromheen de Tijdelijke Natuur. De totale oppervlakte bedraagt 160 hectare waarvan circa 110 hectare Tijdelijke Natuur en 50 hectare zandafgraving.
1.2 Tijdelijke Natuur Braakliggende gronden worden vaak intensief gebruikt en beheerd om te voorkomen dat beschermde flora en fauna vestigen die het bebouwen van de grond kunnen belemmeren. Dit is de aanleiding geweest voor de ontwikkeling van het concept Tijdelijke Natuur. Op bouwlocaties wordt de natuur, inclusief de door de wet beschermde soorten, met rust gelaten en wordt het gebied natuurvriendelijk beheerd. Mochten er na de het toekennen van de ontheffing beschermde soorten gebruik gaan maken van de locatie, dan leidt de Flora- en faunawet niet (meer) tot vertraging van het bouwvoornemen. De nieuwe constructie wordt geformaliseerd in de vorm van een speciale ontheffing van de Flora- en faunawet. Sinds 2009 loopt een pilot van het concept Tijdelijke Natuur op Eeserwold bij Steenwijk. Om inzicht te krijgen in de potentie van Tijdelijke Natuur is dit gebied in opdracht van het Innovatienetwerk in 2011 geïnventariseerd. Er is toen hoofdzakelijk naar broedvogels gekeken. Hieruit kwam naar voren dat een groot aantal broedvogels zich had gevestigd, soms zelfs met aanzienlijke aantallen. Enkele
Het succes van Tijdelijke Natuur
-6-
bijzonderheden waren het voorkomen van de Rode Lijst soorten als Kneu, Graspieper en Gele kwikstaart. Verder was de aanwezigheid van broedterritoria van een groot aantal vogelsoorten, gebonden aan voedselrijke overjarige ruigte, opmerkelijk. Te noemen zijn; Bosrietzanger, Rietzanger, Kleine karekiet, Grasmus, Rietgors e.a. [Zekhuis & Weele, 2011] Een belangrijk onderdeel van de pilot Tijdelijke Natuur op Eeserwold is het onderzoeken van de natuurwinst. Om deze reden is besloten om in 2013 opnieuw een inventarisatie te doen. Tijdens deze monitoring is naast broedvogels ook gekeken naar dagvlinders, libellen, sprinkhanen en flora.
1.3 Beheer Figuur 1.2 geeft de bestemmingszonering weer. Op advies van de parkmanager en Landschap Overijssel zijn zones aangewezen waar gewas gemaaid en afgevoerd kan worden, waar begraasd gaat worden en waar niets gedaan wordt. Een deel van het gebied langs de Steenwijker Aa, de ecozone, is in eigendom gekomen van Landschap Overijssel.
Figuur 1.2 Zonering van het Eeserwold. Met geel is de zandwinplas weergegeven, met groen de zone waar een diverse bestemming op ligt, in grijs het bedrijventerrein en in blauw het woongedeelte. Zandwinplas – Hier wordt zand gewonnen, er vindt verder geen ecologisch beheer plaats. Bedrijventerrein – Hier vindt gedeeltelijk extensief hooibeheer plaats en worden sommige gedeeltes niet beheerd. Woongedeelte – Hier vindt maaibeheer (enkele keren klepelen) plaats. Divers – Hier vindt extensieve begrazing plaats (jaarrond) met Hereford runderen (11 GVE).
Het succes van Tijdelijke Natuur
-7-
2
Methode onderzoek
Broedvogels zijn volgens het Broedvogel Monitoring Project (BMP) van SOVON in kaart gebracht door vier mensen in minimaal vijf rondes. In opdracht van Landschap Overijssel is door een senior medewerker van Tauw de aanwezige flora in kaart gebracht (bron) en een soortenstreeplijst van FLORON gebruikt. Een medewerker van Landschap Overijssel heeft de vegetatietypes in kaart gebracht. Een tweetal vrijwilligers heeft actief geïnventariseerd op vlinders en libellen. Daarnaast zijn aanvullende gegevens van waarneming.nl gehaald, waaronder soortgegevens van dagvlinders, libellen en sprinkhanen.
Het succes van Tijdelijke Natuur
-8-
3
Resultaten
3.1 Broedvogels
Totaal In totaal zijn in het gebied 53 soorten broedvogels waargenomen, waarvan 48 in het deelgebied Tijdelijke Natuur. In bijlage 1 is hiervan een overzicht te zien. Onder de waarnemingen zijn 7 Rode Lijst soorten: Watersnip, Grutto, Tureluur, Veldleeuwerik, Graspieper, Gele kwikstaart en Kneu. Opvallend is dat dit allemaal water- en ruigtegebonden soorten zijn. Figuur 3.1 geeft de abundanties weer van de Rode Lijst soorten van 2011 en 2013 . Er is geen duidelijke trend van toe- of afname tussen de twee monitoringsjaren. Wel is een toename van individuele broedparen van Rode Lijst soorten, van 36 naar 58. Daarnaast zijn 10 nieuwkomers waargenomen in vergelijking met het vorige monitoringsjaar, 2011 (zie ook bijlage 1 en zie bijlage 2 voor een totaallijst van de fauna). De nieuwe soorten in het deelgebied Tijdelijke Natuur zijn: Kwartel, Waterral, Grutto, Winterkoning, Dodaars, Slobeend, Bergeend en Spreeuw.
Figuur 3.1 Aangetroffen Rode Lijst
25
2013
vogelsoorten broedend in 2011 en 2013 in Eeserwold
21
2011 20
17
15
12
op basis van BMP gegevens.
12
10 5 5
2
3
2 0
1
4
3 1
1
0 Watersnip
Grutto
Tureluur
Veldleeuwerik
Graspieper
Gele Kwikstaart
Ruimtelijke spreiding en dichtheid Figuur 3.2 geeft een overzicht van de verdeling van waargenomen broedvogelsoorten per biotoop in de Tijdelijke Natuur. Hier is te zien dat het merendeel van de soorten gebonden is aan ruigte en struweel (24%) en aan open water (20%). Ook soorten die zich thuis voelen in stedelijke omgeving (17%) en grazige milieus (22% nat grasland + weide) zijn goed vertegenwoordigd. Het succes van Tijdelijke Natuur
-9-
Kneu
Het percentage voorkomen
basis van BMP onderzoek in 2013 in deelgebied Tijdelijke
Watersoorten 20%
Bos 8%
van soorten broedvogels per biotoop op Eeserwold op
Overig 4%
Pionier 4%
Figuur 3.2
(Nat) grasland 11%
Natuur. (persoonlijke communicatie. Zekhuis, M.) Ruigte en struweel 24%
Weide 11%
Stedelijk 17%
Naast het aantal verschillende soorten broedvogels en de aanwezigheid van diverse Rode Lijst soorten op het Eeserwold zijn ook de gevonden dichtheden noemenswaardig. Figuur 3.3 geeft een overzicht van de broedvogeldichtheid per vierkante kilometer voor soorten in de Tijdelijke Natuur met een Rode Lijststatus, met een hoge dichtheid of die karakteristiek zijn voor een gebied als Eeserwold.
Figuur 3.3 Broedvogeldichtheid van soorten horend bij grazig grasland (blauw) ruigte en struweel (bruin) en pioniersvegetaties (geel) aanwezig in de Tijdelijke Natuur op Eeserwold.
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
40 29 25 13 1
1
2
2
10
10 5
1
27
6
5
8 4
5
Weergegeven in broedvogels per vierkante kilometer. Met name de hoge dichtheden van Bosrietzanger, Kleine karekiet, Grasmus en Rietgors zijn opvallend.
Opvallend is met name de dichtheid van ruigte- en struweelsoorten. Zo laten Rietgors (40 broedvogels/km2 of 0,4/ha), Bosrietzanger, Kleine karekiet, Grasmus en in mindere mate Blauwborst hoge tot zeer hoge dichtheden zien. Van de Rietgors is bijvoorbeeld in de Tijdelijke Natuur op Eeserwold op elke 2,5 hectare een broedend individu aangetroffen. SOVON Vogelonderzoek Nederland (Jan-Willem Vergeer) beaamt dat de huidige soortensamenstelling en dichtheden erg opmerkelijk zijn (zie citaat op pagina 10 en bijlage 5). Als we naar de spreiding kijken van de broedvogels van ruigte en struwelen vallen een aantal concentraties op, zie figuur 3.4. Clusters zijn te zien bij het keileemdepot,
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 10 -
op de rand van de zandwinning in de verlande sloten maar ook op het toekomstige bouwterrein en het gebied voor Tijdelijke Natuur. Op onderstaande kaart zijn met cirkels drie clusters aangegeven waar met name Grasmus, Blauwborst, Kneu en Gele kwikstaart voorkomen. Dit zijn juist de natte stukken waar al jaren geen maaibeheer is uitgevoerd. In het westelijke deel betreft het een gebied met een zeer extensieve begrazing. Figuur 3.4 Broedvogelterritoria ruigtesoorten Tijdelijke Natuur Eeserwold
Trend Tijdelijke Natuur 2011-2013 De globale trend over 2011-2013 is dat er meer broedvogelsoorten zijn (was 37 soorten en is nu 48 soorten) en dat qua absolute aantallen de totale broedvogelpopulatie ruim is verdubbeld (was 180 broedvogels en is nu 377 broedvogels). In 2013 zijn 13 nieuwe broedvogels waargenomen ten opzichte van 2011, waarvan de Grutto, Roodborsttapuit, Dodaars en Kwartel het meest tot de verbeelding spreken. De Torenvalk en Heggenmus, die in 2011 zijn waargenomen, zijn in 2013 niet meer gevonden. Met uitzondering van de nieuwkomers en afvallers zijn er ten opzichte van 2011 25 soorten toegenomen (69% van totaal), 7 soorten die constant blijven (19%) en 4 soorten die afnemen (11%). Figuur 3.5 geeft de top-15 weer van toename in absolute aantallen soorten, welke inzichtelijk maakt dat met name de broedvogels van ruigte en struweel het goed doen. Zo laten Rietgors, Bosrietzanger, Kleine karekiet en Grasmus een zeer sterke toename zien. Voor een totaal overzicht zie bijlage 4.
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 11 -
Figuur 3.5 Toename van Broedvogels tussen 2011-2013 in
30 25
deelgebied Tijdelijke Natuur
20
op Eeserwold. Alleen de top-
15
15 soorten is weergegeven.
10
De kleur van de staven laat
5
zien in welk biotoop de soort
0
24
21
21
19
19 11
10
9
6
6
5
5
5
5
voorkomt. Bruin = Ruigte en Struweel; Blauw = Open water; Grijs = Stedelijk; Geel = Pioniervegetatie; Groen = Bos.
3.2 Dagvlinders Tabel 3.1 op pagina 13 geeft de 13 waargenomen vlindersoorten weer in Eeserwold. Naast een aantal zeer algemene soorten (generalisten) komen meer specialistische soorten voor die zich thuis voelen in het ruige en grazige karakter van Eeserwold. Dit geldt voor met name het Zwartsprietdikkopje (zie onderstaand kader), Groot dikkopje en Distelvlinder. Daarnaast is het voorkomen van de Oranje luzernevlinder noemenswaardig. Deze soort is in de zomer van 2013 in heel Nederland veel waargenomen, vanwege een grote influx uit zuidelijk gelegen landen. In vergelijking met 2011 zijn er 6 nieuwe soorten bijgekomen. Omdat er op Eeserwold delen zonder beheer zijn, kunnen veel ruigtekruiden tot bloei komen en worden eitjes en rupsen niet met het gras afgevoerd. Naar alle waarschijnlijkheid zijn dus de voedsel en voortplantingsbiotopen van algemene soorten in ruime mate voorhanden.
Kader 3.1: Zwartsprietdikkopje Een typische bewoner van het Eeserwold. Dankzij de aanwezigheid van veel overjarige ruigte voelt deze soort zich hier thuis. Het dikkopje voedt zich met name met nectar van de Akkerdistel en Moerasrolklaver, welke veelvuldig aanwezig zijn in de Tijdelijke Natuur op het Eeserwold. (Vlindernet, 2013)
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 12 -
5
Tabel 3.1
Dagvlinders
Biotoop
Atalanta
Generalist
Dagpauwoog
Generalist
Gamma uil
Generalist
Klein geaderd witje
Generalist
Klein koolwitje
Generalist
Kleine vos
Generalist
Zwartsprietdikkopje
Grasland & overjarige ruigte
Groot dikkopje
Grasland & ruigte
Icarusblauwtje
Kruidenrijke vegetaties
Distelvlinder
Mozaïek van kale grond en ruigte
Oranje luzernevlinder
Open & kruidenrijke terreinen
Hooibeestje
Open grasland, heide en pioniervegetatie
Kleine vuurvlinder
Vrij open en droge terreinen
Waargenomen Dagvlinders in 2013 en soort biotoop
3.3 Amfibieën De aanwezigheid van de volgende amfibiesoorten is vastgesteld: Bruine kikker, Poelkikker (Rode Lijst soort), Meerkikker en Bastaardkikker. Het voorkomen van de Poelkikker is zeer indicatief voor de waterkwaliteit op Eeserwold. De Poelkikker is namelijk een zeer kritische soort die houdt van voedselarm en schoon water en profiteert van de aanwezigheid van tijdelijke ondiepe wateren. (Ravon, 2013.)
3.4 Zoogdieren Het voorkomen van de Europese otter is de meest opmerkelijkste zoogdierwaarneming in Eeserwold. In het terrein zijn diverse spraints (markeringen) gevonden en er is zelfs een zichtwaarneming. Een teken dat de Otter in het Eeserwold een woonplek heeft gevonden. Andere soorten die zijn waargenomen: Ree, Haas, Vos, Rosse woelmuis, Veldmuis, Konijn, Mol, Egel, Steenmarter en Bruine rat. Het aantal hazen dat tijdens een inventarisatieronde is geteld, ligt tussen de 17 en 25 exemplaren. Uit onderzoek uit het verleden is vastgesteld dat boven de zandwinplas ook foeragerende Meervleermuizen zijn vastgesteld.
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 13 -
3.5 Libellen Tabel 3.2 geeft een overzicht van de 9 waargenomen libellen op Eeserwold, met daarbij vermeld of de soort ook in 2011 is waargenomen. Het betreft hoofdzakelijk algemene tot zeer algemene soorten, met uitzondering van de Noordse winterjuffer, een zeldzame soort (Rode Lijst). Deze wordt besproken in kader 3.2. In vergelijking met 2011 is de Grote roodoogjuffer niet aangetroffen, evenals de Bruine glazenmaker, de Grote keizerlibel en de zeldzame Vroege glazenmaker.
Tabel 3.2 Waargenomen Libellen in 2013 en voorkomen in 2011
Soort
Aanwezig in 2011 (ja/nee)
Azuurwaterjuffer
Ja
Blauwe breedscheenjuffer
Ja
Gewone oeverlibel
Nee
Gewone pantserjuffer
Nee
Lantaarntje
Ja
Noordse winterjuffer - RL
Nee
Platbuik
Nee
Watersnuffel
Ja
Viervlek
Nee
Kader 3.2: Noordse winterjuffer Een zeldzame verschijning in Nederland, komt alleen voor in de Wieden, Weerribben en aangelegen laagveengebieden in Drenthe en het zuiden van Friesland. De soort plant zich voort in Laagveenmoerassen met lisdodde en riet en plassen met een brede rietkraag of andere laagveenachtige vegetatie. Om te overwinteren zoekt deze juffer onder andere half open (moeras)bossen op. (Libellennet, 2013)
3.6 Sprinkhanen De volgende 9 soorten zijn waargenomen: Krasser, Snortikker, Kustsprinkhaan, Ratelaar, Bruine sprinkhaan, Wekkertje, Grote groene sabelsprinkhaan, Gewoon spitskopje en Knopsprietje. Deze laatste soort wordt in onderstaand kader toegelicht.
Kader 3.3: Knopsprietje Het Knopsprietje is een goede kolonisator van nieuwe biotopen, wat Eeserwold tot een zeer geschikt habitat maakt voor deze soort. Het is een elegante, kleine veldsprinkhaan van droge, lage en open vegetaties. Hij is bruin, groen of zwart gestippeld en heeft een knotsvormig uiteinde op de antennes. Deze soort komt met name veel voor in de duinen en op heideterreinen. (Saltabel, 2013)
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 14 -
3.7 Flora en vegetatie Soortenrijke vegetatie Eeserwold is een gevarieerd gebied met een gevarieerde flora (zie bijlage 3 voor de totaallijst). Dat komt door de verschillen in de bodemopbouw in het gebied, de verschillen in de grondwaterstand en de verschillen in het beheer. De verschillen zijn niet verbazingwekkend in regionaal perspectief: dicht bij Eeserwold liggen immers de lemige gronden van de Steenwijkerstuwwal, dekzandgebieden en de veengebieden van de Wieden. Niet ondenkbaar is dat bij de werkzaamheden om het gebied geschikt te maken voor bebouwing, grond van diverse herkomst is gebruikt met daarin zaadmateriaal van wilde planten. Aangezien de bodem in Eeserwold niet overal egaal is opgehoogd, zijn binnen de percelen kleine verschillen in beschikbaarheid van vocht wat leidt tot verschillen in vegetatie. Daarnaast zijn oevers van waterpartijen in het gebied doorgaans flauw oplopend wat tot een grotere variatie in de vegetatie leidt dan bij steile oevers het geval is. Dit om de eenvoudige reden dat er meer ruimte is voor soorten van overgangsmilieus. En dan zijn er nog verschillen in het beheer. Delen van het gebied, met name de noordelijke delen waarop opties rusten of waarvoor anderszins op korte termijn bouwplannen worden verwacht, worden intensiever beheerd dan de meer natuurvriendelijke delen en de delen waarvoor nog geen concrete plannen zijn gemaakt (zie ook figuur 1.2 over het beheer). Dit betreft bijvoorbeeld de brede strook langs de Steenwijker Aa, het oostelijke deel van het plangebied nabij het fietspad naar de Aa en delen van de westelijke helft van het gebied. De soortenrijkdom van de vegetatie komt tot uiting in de aantallen aangetroffen plantensoorten. In totaal werden in het gebied tijdens het veldbezoek bijna 200 plantensoorten aangetroffen. Dit is verhoudingsgewijs hoog voor een toch niet zeer omvangrijk gebied als dit. Totaal Interessante waarnemingen waren onder andere: Veenpluis (een typische veensoort; zie kader 3.4), Oranje havikskruid (een soort gebonden aan stedelijk gebied). In bijlage 4 is een overzicht van de soorten te vinden. Hieronder wordt per bestemmingszone de vegetatie en aanwezige flora beschreven; (1) bedrijventerrein, (2) woongedeelte, (3) diverse bestemmingszone en (4) infrastructuur. Kader 3.4: Veenpluis
De plant groeit op vochtige, zure grond, zoals heide en veen. Plaatselijk vrij algemeen in het noordoosten van het land, in Noord-Brabant en in Noord-Limburg en vrij zeldzaam in laagveengebieden, in het midden en oosten van het land en op de Waddeneilanden. Elders zeer zeldzaam.
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 15 -
Bedrijventerrein In deze zone is de vegetatie overwegend hoog en vrij soortenrijk. Restanten van vroegere sloten zijn nog herkenbaar als laagten. Plaatselijk wordt de vegetatie gedomineerd door soorten als Rietgras, Rietzwenkgras, Kruipende boterbloem en in mindere mate Hennegras. Daartussen groeien diverse andere soorten, zoals Pitrus, Biezenknoppen en Gevleugeld hertshooi. Op natte plaatsen komt lokaal veel Snavelzegge voor, een zegge die van nature van zurige omstandigheden houdt. Met name langs het Eesermeer komt deze soort veel voor. Hieronder een impressie van de vegetatie op het bedrijventerrein.
Woongedeelte Door het regulier maaibeheer in deze zone, ten noorden van de zandwinplas, is de vegetatie over het algemeen laag. Qua soortenrijkdom en structuur is deze zone relatief laag in kwaliteit. Hieronder een impressie van de vegetatie in het woongedeelte.
Diverse bestemmingszone Ten oosten van de zandwinplas, richting Steenwijker Aa, is de vegetatie hoog opgaand en gevarieerder. Bepaald door morfologie, maar ook door de extensieve
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 16 -
begrazing, is er veel structuur en een rijke verscheidenheid aan gradiënten (open / gesloten, hoog / laag, droog/ nat) en plantensoorten. Langs de randen van de waterpartijen is op enkele plaatsen Veenpluis gevonden. In natte gedeelten werd lokaal Hazenzegge, Moerasspirea en Tijmereprijs gevonden. Op de drogere delen was Muizenoor een mooie waarneming. De oevers van de Steenwijker Aa lopen heel geleidelijk op, wat ruimte geeft aan diverse soorten van vochtige standplaatsen. Op een enkele plek werd Gewone dotterbloem en Moeraswederik gevonden. Hier en daar groeit ook Tijmereprijs. In de oevers zijn twee Egelskoppen gevonden, zowel de Kleine egelskop als de Grote egelskop In enkele sloten in het zuidelijke deel van het plangebied zijn Waterviolier en Drijvend fonteinkruid waargenomen, een soort van relatief bicarbonaatrijk water wat doorgaans wijst op een invloed van kwel.
Infrastructuur Een aparte eenheid vormen de diverse wegen die het gebied doorkruisen. De aangelegen bermen bestaan uit laag blijvende vegetatie van voedselarme zandgronden. Soorten die hier veel zijn aangetroffen zijn onder andere: Gewoon biggenkruid, Schapenzuring, Kleine leeuwentand en Zandmuur. Lokaal werd Gewoon langbaardgras, Zilverhaver en Hazenpootje gevonden.
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 17 -
4
Conclusie en discussie
4.1 Totaal Afgaand op de waargenomen soorten uit de diverse soortgroepen kan er gesteld worden dat Tijdelijke Natuur op Eeserwold een hoge natuurwaarde oplevert. In totaal zijn er 53 soorten broedvogels vastgesteld, waarvan zeven Rode Lijst soorten. Daarnaast zijn er 13 soorten dagvlinders, 11 soorten zoogdieren, 9 soorten libellen, 9 soorten sprinkhanen en 4 soorten amfibieën waargenomen. Hiervan zijn een viertal Rode Lijst soorten te noteren: Noordse winterjuffer, Meervleermuis, Otter en Poelkikker. De soortenrijkdom blijkt met name uit het aantal plantensoorten; maar liefst 197 plantensoorten zijn aangetroffen. In 2011 zijn 146 soorten waargenomen.
4.2 Fauna Het voorkomen van soorten op Eeserwold die steeds zeldzamer worden in het Nederlandse landschap (de Kneu, Veldleeuwerik, Graspieper en Gele kwikstaart) laat het belang zien van Tijdelijke Natuur. Nog meer in het oog springend zijn de hoge dichtheden broedvogels van met name Bosrietzanger, Kleine karekiet, Grasmus en Rietgors. Dergelijke dichtheden zijn zeldzaam in Nederland. De broedvogelsamenstelling in combinatie met de hoge dichtheden is voor Nederlandse begrippen uniek. Voor vogelsoorten van ruigte en struweel is de Tijdelijke Natuur op Eeserwold een belangrijke stapsteen en kraamkamer. Geschikte robuuste leefgebieden voor dergelijke soorten liggen namelijk op redelijke afstand, waaronder de Wieden en Weeribben in het Zuiden en Westen, het Brandeveen in het Oosten en de Lindebeekloop in het Noorden. Voor graslandvlinders en libellen is Eeserwold een zeer geschikt terrein, doordat een mozaïek van ruigte, open zand, bloemen, verlandend water en ruderaal terrein voorhanden is. De aanwezigheid van de zeldzame Oranje luzernevlinder en de Noordse winterjuffer onderstreept dit.
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 18 -
4.3 Flora en vegetatie Eeserwold heeft een grotere diversiteit aan structuur dan andere bouwlocaties. Dat is ook te zien aan de diversiteit van vegetatietypen en bijbehorende soorten. Een gevarieerd beheer (plaatselijk intensief of juist extensief) geeft hierin nog meer variatie. De afwisseling tussen begrazingsbeheer en maaibeheer zorgt voor extra variatie. Het beheer kan wellicht nog worden geoptimaliseerd; de mogelijkheden hiertoe moeten ook bezien worden in het licht van de wensen en mogelijkheden van de projectontwikkelaar. In de wetenschap dat Eeserwold een relatief beperkt oppervlak betreft en wat natuurwaarden betreft geïsoleerd in het agrarisch en bebouwd gebied ligt, mag de soortenrijke vegetatie gerust als waardevol worden beschouwd. Niet alleen wisselen open water en hogere delen met vegetatie elkaar af, ook kenmerkt Eeserwold zich door een verscheidenheid aan gradiënten: nat / droog, hoog / laag en daarnaast overgangen van schrale naar meer voedselrijke omstandigheden. Door deze gradiënten is een verscheidenheid aan standplaatsen aanwezig die heeft geleid tot een soortenrijke vegetatie. De hoog / laag gradiënt zorgt ook voor (lokale) kwelsituaties met op deze plekken de vaak wat schaarsere soorten als Holpijp en Waterviolier.
4.4 Synthese Overjarige ruigte en opgaande begroeiing op een schaal zoals die in Eeserwold wordt waargenomen, is in Nederland slechts plaatselijk aan te treffen in rivieruiterwaarden. De overige natuur (binnen en buiten gebieden) in Nederland wordt óf minimaal een keer per jaar gemaaid óf zit in het climaxstadium van bos. Daar komt bij dat het reproductiesucces (het aantal geslaagde broedsels) zeer waarschijnlijk erg hoog is. Dat komt door het extensieve beheer waardoor er gedurende het hele broedseizoen niet is gemaaid. De Tijdelijk Natuur op Eeserwold heeft een belangrijke functie op lokale en landelijke schaal, doordat het nabijgelegen populaties versterkt en kwetsbare soorten doet toenemen. Het succes van Tijdelijke Natuur wordt onderschreven door andere pilotlocaties in Nederland. Waaronder het Westelijk havengebied Westpoort in Amsterdam. Op deze locatie met veel pionier- en schrale vegetaties zijn meer dan 25 soorten dagvlinders, libellen en sprinkhanen gevonden, waaronder enkele Rode lijstsoorten! (Vliegenthart, A. 2012) Hoewel er maar twee jaar tussen de inventarisatierondes zit, kan met waarschijnlijkheid worden vastgesteld dat de ontwikkeling tot nu toe positief heeft uitgewerkt op de broedvogelsamenstelling en -dichtheid. De dynamiek binnen het gebied heeft er nog niet voor gezorgd dat veel broedvogelsoorten zijn verdwenen, daarentegen zijn er wel een aantal soorten bijgekomen. De komende jaren zullen met name vogelsoorten afhankelijk van korte en grazige vegetatie langzamerhand weer verdwijnen en plaats maken voor soorten die afhankelijk zijn van meer gesloten biotopen als opgaand struweel en bossages.
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 19 -
4.5 Aanbevelingen Een monitoringsverslag rapporteert in principe alleen de resultaten van het veldwerk. In dit rapport hebben we ook aandacht besteed aan wat de resultaten aan natuurwaarde indiceren. Hier blijkt dat Tijdelijke Natuur voor soorten van pioniermilieus en ruigtes erg waardevol is. Dit zijn soorten die schaars zijn en vaak landelijk in aantal afnemen. De hoge aantallen en grote diversiteit is mede te danken aan het relatief grote oppervlak van Eeserwold. Maar ook door de landelijke ligging van het gebied, het open landschap en de aanwezigheid van een plas met zandwinning. Maar we kunnen ook een directe relatie leggen met het gevoerde beheer. Zoals we zien in figuur 3.4 (pagina 11) is er een duidelijke relatie met de aanwezige broedvogels en het gevoerde beheer (zie ook figuur 1.2). In Eeserwold zijn veel soorten aangetroffen die juist profiteren van ruigtes en natte delen waar geen beheer wordt gevoerd, maar waar bosopslag voorkomen wordt. Met onze bevindingen willen we daarom nog een viertal inhoudelijke aanbevelingen doen en een communicatieaanbeveling die bruikbaar kunnen zijn bij de inrichting en het vervolgbeheer van en het creëren van draagvlak voor nieuwe initiatieven van Tijdelijke Natuur: 1. Succes is afhankelijk van de schaal, oppervlakte, ontsluiting en ligging. Hoe groter het terrein, hoe groter de diversiteit en hoe meer soorten zich kunnen vestigen. Positief is een landelijke ligging, het open karakter en de aansluiting met soortgelijke biotopen (natte moerasruigtes) in de omgeving. Ook de actieve zandwinning en de plas met kale oevers trekt extra soorten en aantallen dieren. Sommige soorten zijn erg gevoelig voor verstoring, bijvoorbeeld weidevogels. Uit de inventarisaties werden meer territoria gevonden als deze verder van de openbare wegen aflagen. Het is daarom wenselijke dat sommige delen niet toegankelijk zijn. 2. Het gebied moet niet gemaaid worden zodat overjarige ruigte kan ontstaan. Dit is zeer positief voor bijzondere broedvogels. Met name op de nattere delen loont dit, zelfs de watersnip weet dat jaarlijks te waarderen. De opslag van ongewenste bomen en struiken kunnen handmatig worden verwijderd. 3. Delen die jaarlijks een of meerdere keer worden gemaaid of geklepeld, zijn voor broedvogels minder aantrekkelijk. Voor sommige planten kan dit beheer gunstig zijn, om de standplaats langer geschikt te houden. Echter de meeste bijzondere planten werden aangetroffen op lage natte delen die niet gemaaid konden worden of op droge zandige delen die niet gemaaid hoefden te worden. 4. Extensieve, jaarrond begrazing is goed uitvoerbaar op grote gebieden. Praktisch is het moeilijk om het hele braakliggende gebied te begrazen als daar binnen nog werkzaamheden uitgevoerd worden. De begrazing zorgt binnen twee jaar al voor structuur en variatie in productieve ruigtevegetaties. Soorten als Gele kwikstaart of Graspieper maar ook verschillende vlinders reageren hier positief op. Pas wel op voor overbegrazing. Met intensieve begrazing voorkomt je nog steeds niet dat er opslag van houtige gewassen ontstaat. Wel verdwijnt daarmee veel structuur die juist nodig is in het voorjaar. 5. In tegenstelling tot wat het woord ‘Tijdelijk’ doet veronderstellen, is de natuurwinst van Tijdelijke Natuur verre van tijdelijk. Om weerstand te voorkomen en draagvlak te creëren voor een nieuw initiatief, is het van essentieel belang dit helder te communiceren (zowel naar de grondeigenaren als naar de omwonenden en gebruikers).
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 20 -
5 1. 2. 3. 4.
5. 6. 7. 8.
Literatuur
Zekhuis, Mark en Van der Weele, Jacob. Broedvogels van braakliggende Bedrijventerreinen, Vogels van Overijssel, 2011. Van Dijk A.J. & Boele A. 2011. Handleiding SOVON Broedvogelonderzoek. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. Jeurink, N. 2013. De natuurwaarde van Eeserwold. TAUW. Vliegenthart, A. (2012); Kwaliteit van tijdelijke natuur in de haven van Amsterdam. Rapport VS2012.022, De Vlinderstichting, Wageningen Persoonlijk commentaar A.J. van Dijk, 2013. Persoonlijk commentaar M. Zekhuis, 2013. Persoonlijk commentaar 2013. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. Waarneming.nl, 2013. www.waarneming.nl
Dankwoord Deze rapportage is mede te danken aan de persoonlijke inzet van Jacob van der Weele, Fleur de Graaff, Niels Jeurink, Marcel Grit, Nico Beun, Eibert Jongsma, Johan Niphuis, Gerard Spit, Arend van Dijk en Edwin Brouwer.
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 21 -
Bijlage 1
Totaal broedvogels 2011-2013
Soort
totaal 2011
Het succes van Tijdelijke Natuur
Zandafgraving 2013
2011
Tijdelijke natuur
2013
2011
2013
Dodaars
0
1
0
0
0
1
Fuut
9
9
7
5
2
4
Knobbelzwaan
2
2
2
2
0
0
Grauwe Gans
4
34
4
30
0
4
Nijlgans
0
3
0
3
0
0
Bergeend
0
1
0
0
0
1
Krakeend
1
8
1
7
0
1
Wilde Eend
16
53
4
22
12
31
Slobeend
0
4
0
1
3
3
Tafeleend
0
1
0
1
0
0
Kuifeend
3
14
2
8
1
6
Kwartel
0
1
0
0
0
1
Waterral
0
1
0
0
0
1
Waterhoen
1
4
1
4
0
0
Meerkoet
15
27
9
17
6
10
Scholekster
5
3
0
0
5
3
Kleine Plevier
3
2
1
0
2
2
Kievit
19
11
1
0
18
11
Watersnip - RL
2
2
0
0
2
2
Grutto - RL
0
1
0
0
0
1
Wulp
1
2
0
0
1
2
Tureluur - RL
5
3
0
0
5
3
Holenduif
2
5
1
2
1
3
Houtduif
3
6
1
0
2
6
Koekoek
1
2
1
1
0
1
Veldleeuwerik - RL
1
1
0
0
1
1
Oeverzwaluw
190
186
190
186
0
0
Graspieper - RL
3
12
1
1
2
11
Gele Kwikstaart - RL
21
17
2
3
19
14
Witte Kwikstaart
3
11
0
3
3
8
- 22 -
Het succes van Tijdelijke Natuur
Winterkoning
0
1
0
0
0
1
Blauwborst
14
17
5
6
9
11
Roodborsttapuit
2
8
2
3
0
5
Merel
7
21
3
7
4
14
Zanglijster
1
2
0
1
1
1
Sprinkhaanzanger
1
8
0
1
1
7
Rietzanger
3
8
1
2
2
6
Bosrietzanger
22
49
11
17
11
32
Kleine Karekiet
22
48
16
21
6
27
Grasmus
21
38
10
8
11
30
Tuinfluiter
3
6
2
1
1
5
Zwartkop
6
10
2
1
4
9
Tjiftjaf
12
10
7
0
5
10
Fitis
8
15
7
12
1
3
Koolmees
4
4
0
0
4
4
Zwarte Kraai
1
5
1
2
0
3
Spreeuw
0
1
0
0
0
1
Vink
3
14
3
3
0
11
Groenling
2
4
1
1
1
3
Putter
5
7
2
3
3
4
Kneu - RL
4
12
1
3
3
9
Geelgors
8
6
2
0
6
6
Rietgors
30
55
10
11
20
44
Torenvalk
1
0
0
0
1
0
Heggenmus
2
0
1
0
1
0
Kauw
1
0
1
0
0
0
Totaal
493
776
316
399
180
377
- 23 -
Bijlage 2
Soortgroep
Totaallijst fauna 2013
Soort
Soortgroep
Soort
Dagvlinders
Icarusblauwtje
Sprinkhanen
Snortikker
Dagvlinders
Oranje luzernevlinder
Sprinkhanen
Kustsprinkhaan
Dagvlinders
Klein koolwitje
Sprinkhanen
Ratelaar
Dagvlinders
Atalanta
Sprinkhanen
Bruine sprinkhaan
Dagvlinders
Distelvlinder
Sprinkhanen
Wekkertje
Dagvlinders
Dagpauwoog
Sprinkhanen
Grote groene sabelsprinkhaan
Dagvlinders
Kleine vos
Sprinkhanen
Gewoon spitskopje
Dagvlinders
Klein geaderd witje
Sprinkhanen
Knopsprietje
Dagvlinders
Gamma uil
Amfibieën
Poelkikker
Dagvlinders
Hooibeestje
Amfibieën
Bruine kikker
Dagvlinders
Zwartsprietdikkopje
Amfibieën
Meerkikker
Dagvlinders
Kleine vuurvlinder
Amfibieën
Bastaardkikker
Dagvlinders
Groot dikkopje
Zoogdieren
Ree
Libellen
Watersnuffel
Zoogdieren
Libellen
Gewone pantserjuffer
Zoogdieren
Woelmuis
Libellen
Lantaarntje
Zoogdieren
Konijn
Libellen
Gewone oeverlibel
Zoogdieren
Haas
Libellen
Noordse winterjuffer
Zoogdieren
Vos
Libellen
Azuurwaterjuffer
Zoogdieren
Meervleermuis
Libellen
Platbuik
Zoogdieren
Bruine rat
Libellen
Blauwe
Zoogdieren
Mol
Zoogdieren
Egel
Zoogdieren
Steenmarter
Otter
breedscheenjuffer Sprinkhanen
Het succes van Tijdelijke Natuur
Krasser
- 24 -
Bijlage 3
Wetenschappelijke naam
Het succes van Tijdelijke Natuur
Totaallijst flora 2013
Wetenschappelijke naam
Wetenschappelijke naam
Achillea millefolium
Carex paniculata
Festuca arundinacea
Achillea ptarmica
Carex pseudocyperus
Festuca pratensis
Agrostis capillaries
Carex riparia
Festuca rubra
Agrostis stolonifera
Carex rostrata
Filipendula ulmaria
Aira caryophyllea
Centaurea jacea
Galeopsis bifida
Alisma plantago-aquatica
Cerastium fontanum subsp. vulgare
Galeopsis bifida + G. tetrahit
Alnus glutinosa
Cerastium glomeratum
Galeopsis tetrahit
Alopecurus geniculatus
Cerastium semidecandrum
Galium aparine
Alopecurus pratensis
Ceratophyllum demersum
Galium palustre
Angelica sylvestris
Chenopodium album
Galium uliginosum
Anthoxanthum odoratum
Cirsium arvense
Glechoma hederacea
Anthriscus sylvestris
Cirsium palustre
Glyceria fluitans
Arenaria serpyllifolia
Cirsium vulgare
Glyceria maxima
Artemisia vulgaris
Convolvulus sepium
Gnaphalium uliginosum
Bellis perennis
Conyza canadensis
Hieracium aurantiacum
Berula erecta
Cornus sanguine
Hieracium pilosella
Betula pendula
Corylus avellana
Holcus lanatus
Bidens cernua
Crepis biennis
Holcus mollis
Bidens frondosa
Crepis capillaries
Hottonia palustris
Bidens tripartite
Dactylis glomerata
Hydrocharis morsus-ranae
Brassica napus
Deschampsia cespitosa
Hypericum tetrapterum
Brassica rapa
Eleocharis palustris
Hypochaeris radicata
Bromus hordeaceus
Elodea nuttallii
Iris pseudacorus
Calamagrostis canescens
Elytrigia repens
Jacobaea vulgaris subsp. vulgaris
Callitriche
Epilobium hirsutum
Juncus acutiflorus
Caltha palustris subsp. palustris
Epilobium parviflorum
Juncus articulates
Capsella bursa-pastoris
Epilobium tetragonum
Juncus conglomeratus
Cardamine hirsute
Equisetum arvense
Juncus effuses
Cardamine pratensis
Equisetum palustre
Lamium album
Carduus crispus
Erigeron annuus
Lapsana communis
Carex acuta
Eriophorum angustifolium
Lemna minor
Carex hirta
Eupatorium cannabinum
Leontodon autumnalis
Carex ovalis
Fallopia convolvulus
Leontodon saxatilis
- 25 -
Wetenschappelijke naam
Het succes van Tijdelijke Natuur
Wetenschappelijke naam
Wetenschappelijke naam
Leucanthemum vulgare
Polygonum aviculare
Sonchus arvensis
Linaria vulgaris
Populus x canadensis
Sonchus asper
Lolium multiflorum
Potamogeton natans
Sonchus oleraceus
Lolium perenne
Potamogeton pusillus + P. berchtoldii
Sorbus aucuparia
Lotus corniculatus var. corniculatus
Potentilla anserina
Sparganium emersum
Lotus pedunculatus
Prunus spinosa
Sparganium erectum
Luzula multiflora
Quercus rubra
Spergula arvensis
Lycopus europaeus
Ranunculus acris
Stachys palustris
Lysimachia thyrsiflora
Ranunculus bulbosus
Stellaria media
Lysimachia vulgaris
Ranunculus flammula
Symphytum officinale
Lythrum salicaria
Ranunculus repens
Tanacetum vulgare
Matricaria chamomilla
Ranunculus sceleratus
Taraxacum officinale
Matricaria discoidea
Rorippa amphibian
Trifolium arvense
Medicago lupulina
Rorippa austriaca
Trifolium dubium
Medicago sativa
Rorippa palustris
Trifolium hybridum
Mentha aquatic
Rorippa sylvestris
Trifolium pratense
Mentha arvensis
Rumex acetosa
Trifolium repens
Myosotis arvensis
Rumex acetosella
Tripleurospermum maritimum
Myosotis laxa subsp. cespitosa
Rumex crispus
Tussilago farfara
Myosotis scorpioides subsp. scorpioides
Rumex hydrolapathum
Typha angustifolia
Nasturtium microphyllum
Rumex obtusifolius
Typha latifolia
Nuphar lutea
Rumex x pratensis
Urtica dioica
Persicaria amphibia
Sagina procumbens
Valeriana officinalis
Persicaria hydropiper
Salix alba
Veronica arvensis
Persicaria lapathifolia
Salix caprea
Veronica serpyllifolia
Persicaria maculosa
Salix cinerea
Viburnum opulus
Phalaris arundinacea
Salix triandra
Vicia cracca
Phleum pratense subsp. pratense
Salix viminalis
Vulpia myuros
Phragmites australis
Sambucus nigra
Picea abies
Schoenoplectus tabernaemontani
Plantago coronopus
Senecio vulgaris
Plantago lanceolata
Silene dioica
Plantago major subsp. major
Silene flos-cuculi
Poa annua
Silene latifolia subsp. alba
Poa palustris
Sinapis arvensis
Poa pratensis
Solanum dulcamara
Poa trivialis
Solidago gigantea
- 26 -
Bijlage 4
Het succes van Tijdelijke Natuur
Toename broedvogels 2011-2013
- 27 -
Bijlage 5
Broedvogels van bedrijventerrein Eeserwold in 2013
“In het voorjaar van 2013 is een 51 hectare groot deel van het bedrijventerrein Eeserwold door de gekwalificeerde veldornithologen Mark Zekhuis en Arend van Dijk op alle soorten broedvogels onderzocht. Er werd gewerkt conform de normen van het landelijke, door Sovon Vogelonderzoek Nederland gecoördineerde BMP (Broedvogel Monitoring Project). De resultaten van het veldwerk zijn uitgewerkt met behulp van het door Sovon ontwikkelde automatische clusterprogramma, waarmee inmiddels een groot deel van de Nederlandse broedvogelkarteringen wordt uitgewerkt. De resultaten van de broedvogelkartering op het braakliggende deel van het bedrijventerrein zijn opmerkelijk te noemen. In totaal werden van 61 soorten broedvogels 791 territoria vastgesteld, een gemiddelde dus van 15,5 territorium per hectare. 11 van de 51 soorten staan op de Nederlandse Rode Lijst van bedreigde en kwetsbare soorten. Het gaat om 7 soorten in de categorie “gevoelig” (Grutto, Tureluur, Veldleeuwerik, Graspieper, Huismus, Ringmus, Kneu), 2 in de categorie “kwetsbaar” (Slobeend, Koekoek) en een soort (Watersnip) in de categorie “bedreigd”. Een dergelijk aantal Rode Lijst soorten wordt doorgaans alleen in natuurreservaten aangetroffen. In het gros van het agrarisch gebied, zowel landelijk als regionaal, ligt het aantal Rode Lijst soorten duidelijk lager. Bij 17 van de 51 broedvogels van Eeserwold werd in 2013 een dichtheid vastgesteld die hoger dan landelijk gangbaar is. In deze categorie springen vooral een aantal kenmerkende soorten van natte ruigte als Blauwborst, Sprinkhaanzanger, Bosrietzanger en Rietgors eruit. Wel is van deze soorten bekend dat ze snel kunnen profiteren van tijdelijk geschikte omstandigheden. Daar is in Eeserwold nadrukkelijk sprake van. 12 van de 51 vastgestelde vogelsoorten zijn op landelijke schaal (tamelijk) schaars. Dit geldt voor Dodaars, Slobeend, Tafeleend, Kwartel, Waterral, Kleine Plevier, Watersnip, Oeverzwaluw, Blauwborst, Roodborsttapuit, Sprinkhaanzanger, en Geelgors. Binnen de huidige broedvogelbevolking van Eeserwold spelen twee ecologische soortgroepen een opvallende rol. De eerste bestaat uit een combinatie van kenmerkende soorten van waardevol open terrein, met weidevogels als Grutto en Wulp en pioniersoorten als Kleine Plevier. De meest waardevolle broedvogel in deze categorie is de Watersnip, een soort die in Noordwest-Overijssel en de Friese veenweiden zijn belangrijkste bolwerken kent en die al jaren in aantal afneemt. De tweede groep bestaat uit kenmerkende soorten van natte ruigtes als Blauwborst, Sprinkhaanzanger en Rietgors en echte rietvogels als Kleine karekiet. Meest opvallend zijn de hoge dichtheden waarin vertegenwoordigers van deze soortgroep voorkomen. Het huidige beheer van het gebied biedt dus nadrukkelijk kansen aan deze voor Noordwest-Overijssel zeer kenmerkende soortgroep. In combinatie met de kansen voor weideen pioniersoorten op de meer open terreindelen is derhalve sprake van een bijzondere rijkdom aan broedvogels, zoals die slechts zelden buiten natuurreservaten wordt aangetroffen.”
Jan-Willem Vergeer, SOVON Vogelonderzoek Nederland, November 2013
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 28 -
In bijbehorende tabel zijn de broedvogels beoordeeld op hun zeldzaamheid en dichtheid.
soort
Het succes van Tijdelijke Natuur
N/100 ha
soort
RL
D
NL
2013
172 ha
ruigte
w
hoog
schaars
70
Dodaars
1
0,6
90
Fuut
9
5,2
1520
Knobbelzwaan
2
1,2
1610
Grauwe Gans
34
19,8
1619
Soepgans
1
0,6
1661
Grote Canadese Gans
1
0,6
1700
Nijlgans
3
1,7
1730
Bergeend
1
0,6
x
1820
Krakeend
8
4,7
x
1860
Wilde Eend
53
30,8
1869
Soepeend
1
0,6
1940
Slobeend
4
2,3
x
1980
Tafeleend
1
0,6
x
2030
Kuifeend
14
8,1
x
3700
Kwartel
1
0,6
x
x
4070
Waterral
1
0,6
x
x
4240
Waterhoen
4
2,3
4290
Meerkoet
27
15,7
4500
Scholekster
3
1,7
x
4690
Kleine Plevier
2
1,2
x
4930
Kievit
11
6,4
x
5190
Watersnip
2
1,2
x
3
5320
Grutto
1
0,6
x
1
5410
Wulp
2
1,2
x
5460
Tureluur
3
1,7
x
1
6680
Holenduif
5
2,9
6700
Houtduif
6
3,5
7240
Koekoek
2
1,2
x
2
8760
Grote Bonte Specht
1
0,6
9760
Veldleeuwerik
1
0,6
x
1
9810
Oeverzwaluw
186
108,1
x
10110
Graspieper
12
7,0
x
1
x
10171
Gele Kwikstaart
17
9,9
x
1
x
10201
Witte Kwikstaart
11
6,4
x
10660
Winterkoning
1
0,6
x
11060
Blauwborst
17
9,9
x
x
x
11390
Roodborsttapuit
8
4,7
x
x
x
11870
Merel
21
12,2
12000
Zanglijster
2
1,2
- 29 -
x
x
x 2
x x x
x x x
x
x
x
x
12360
Sprinkhaanzanger
8
4,7
x
12430
Rietzanger
8
4,7
x
12500
Bosrietzanger
49
28,5
x
x
12510
Kleine Karekiet
48
27,9
x
x
12750
Grasmus
38
22,1
x
x
12760
Tuinfluiter
6
3,5
x
12770
Zwartkop
10
5,8
x
13110
Tjiftjaf
10
5,8
13120
Fitis
15
8,7
14620
Pimpelmees
4
2,3
14640
Koolmees
4
2,3
15490
Ekster
1
0,6
15671
Zwarte Kraai
5
2,9
15820
Spreeuw
1
0,6
15910
Huismus
5
2,9
1
15980
Ringmus
1
0,6
1
16360
Vink
14
8,1
16490
Groenling
4
2,3
16530
Putter
7
4,1
16600
Kneu
12
7,0
x
18570
Geelgors
6
3,5
x
18770
Rietgors
55
32,0
x
791
Het succes van Tijdelijke Natuur
- 30 -
x
x
x
x 1
x x x
15
17
12