FYSIOLOGIE
Welke invloed heeft veroudering op het prestatievermogen? Is sporten gezond voor ouderen, of juist gevaarlijk, of allebei? Het laatste artikel in deze serie gaat over de risico’s van sporten op oudere leeftijd en over de vraag, hoe je je tegen die risico’s kunt wapenen.
Het seniorentoernooi Over veroudering, sport en gezondheid (deel 3)
Wim Burgerhout
Langs het parcours van de Boston
tenartikelen werd zelfs aangeraden om
Marathon staat een monument voor
marathons voor recreatieve lopers te
de atleet John Kelley. Kelley won
verbieden.2
deze marathon twee maal, in 1935 en omdat hij de marathon in 61 opeen-
Hoe gevaarlijk is een marathon eigenlijk?
volgende jaren heeft gelopen, voor
In Nederland sterft dagelijks 1 op
het laatst in 1992. Hij was toen 84 jaar
de 150.000 mensen aan een hart- of
en had bijna 6 uur nodig om de finish
vaatziekte. Dat valt niet op, tenzij
te bereiken (figuur 1). Kelley stierf in
die 150.000 mensen zich op één en
2004 op 97-jarige leeftijd.
dezelfde plek bevinden, bijvoorbeeld
Steeds meer ouderen nemen deel aan
op het Museumplein in Amsterdam.
duursportevenementen, zoals hele
Grote marathons trekken tienduizen-
en halve marathons. Niet iedereen is
den deelnemers. Op statistische gron-
daarbij zo geluk-
den is het daarom niet verwonderlijk,
kig als John Kel-
dat er soms mensen tijdens het lopen
ley. Tijdens een
van een marathon komen te overlijden.
duurloop overlij-
Redelmeier en Greenwald3 deden een
den sporters soms
retrospectief onderzoek naar het over-
als gevolg van een
lijdensrisico tijdens marathons in de
acute hartstilstand
Verenigde Staten. In de periode 1975-
en deze slachtoffers
2004 namen in totaal 3,3 miljoen men-
zijn vaak oudere
sen deel aan 750 marathons op Ame-
mensen. Inciden-
rikaans grondgebied. Er werden 26
ten met dodelijke
doden geregistreerd ten gevolge van
afloop krijgen veel
acute hartstilstand. Dat betekent 0,8
aandacht in de
sterfgeval per 100.000 deelnemers, of-
media. Zij leiden
wel ± 2 sterfgevallen per miljoen uren
steevast tot discus-
inspanning. Dit getal ligt in dezelfde
sies over de vraag,
orde als het gemiddelde sterfterisico
of een duurloop
per miljoen uren voor een man van
in 1945. Maar hij is vooral beroemd
Figuur 1. Finish van John Kelley in de Boston Marathon van 1992
wel zo gezond
is.1
In sommige kran-
middelbare leeftijd, onafhankelijk van zijn bezigheden. Autorijden is aanmer-
S p o r t g e r i c h t n r. 4 / 2 0 1 0 – j a a r g a n g 6 4
7
kelijk gevaarlijker. Bovendien is
aanwezigheid van risicofactoren
in de laatste decennia de kans
voor hartaandoeningen bij 108
gestegen, dat men een acute
gezonde mannelijke marathon-
hartstilstand tijdens een mara-
lopers van 50 jaar en ouder. Bij
thon overleeft. Dit is vooral te
36% van deze populatie werd
danken aan snellere communi-
verkalking van de kransslag-
catie met hulpdiensten (mobiele
aders geconstateerd. Datzelfde
telefoons) en de aanwezigheid
percentage werd gevonden in
langs het parcours van teams
een controlegroep van niet-
met defibrillatie-apparatuur.4
marathonlopers van dezelfde
Maar al is het risico klein, het is
Figuur 2. Dicht bij de eindstreep
niet voor iedereen gelijk. Bij een ana-
leeftijd. Bij 12% van de marathonlopers was bovendien sprake van
lyse van autopsiegegevens bleek, dat
datzelfde lagere belastingsniveau is
aantoonbare schade aan de hartspier.
bij 21 van de 24 marathondoden (van
het risico voor mannen nog steeds een
Intensieve duursport op oudere leef-
twee personen ontbraken de gegevens)
factor 10 tot 20 hoger.6 Een opvallend
tijd biedt dus kennelijk geen bescher-
sprake was van coronaire atheroscle-
feit, omdat vrouwen tot enkele tiental-
ming tegen atherosclerose. Duursport
rose (verkalking van de kransslag-
len jaren geleden niet aan een mara-
op jongere leeftijd mogelijk wel: veel
aders).3
thon mochten deelnemen. Het zou te
lopers met atherosclerose waren pas
gevaarlijk voor hen zijn!
op middelbare leeftijd intensief gaan
In een ander Amerikaans on-
derzoek zijn aanwijzingen gevonden dat het lopen van een marathon schade
sporten. Ook andere leefstijlaspecten
aan de hartspier kan veroorzaken,
Verstopte kransslagaders
kunnen een rol spelen: ruim de helft
vooral bij weinig getrainde personen.5
Coronaire atherosclerose (figuur 3) is
van de onderzochte lopers had in het
En ten slotte kon worden vastgesteld,
de belangrijkste risicofactor voor een
verleden gerookt en 5% van hen rookte
dat een hartstilstand tijdens de mara-
acute hartstilstand.7 Door vernauwing
nog steeds. Geen van de lopers, die
thon in ± 50% van de gevallen optreedt
van de kransslagaders is de bloedvoor-
allen ten minste 5 marathons hadden
in de laatste 1,5 km voor de eindstreep
ziening van het hart verminderd en
gelopen in de afgelopen drie jaar, had
(figuur 2). Dit suggereert een verband
zijn de vaatwanden kwetsbaar voor
ooit iets gemerkt van een hartpro-
met het inspanningsniveau.3
beschadiging. Tijdens zware inspan-
bleem. De auteurs wijzen op de moge-
Acute hartstilstand tijdens inspan-
ning kan zo’n bloedvat plotseling
lijkheid, dat symptomen van coronaire
ning is vooral een mannenprobleem.
volledig afgesloten raken, bijvoor-
atherosclerose bij duursporters worden
Bij vrouwen bedraagt het risico slechts
beeld door de vorming van bloedstol-
gemaskeerd door hun relatief goede
1 sterfgeval per 36,5 miljoen uren in-
sels (trombose) nadat de vaatwand is
fysieke conditie. Training verbetert
spanning, al heeft dit getal betrekking
gescheurd. Een deel van de hartspier
de microcirculatie in de hartspier. Dit
op gemiddeld lichtere vormen van
krijgt dan geen zuurstof meer. Dit leidt
zou de vernauwing van de kransslag-
inspanning dan de marathon. Maar op
tot stoornissen in de prikkelgeleiding,
ader kunnen compenseren, maar het
waardoor het hart tot stil-
risico van een hartstilstand of infarct
stand komt.
wordt er niet door verminderd. Vier
Atherosclerose komt
van de lopers bij wie atherosclerose
vooral voor bij oudere
was geconstateerd kregen binnen twee
mannen. Er zijn factoren
jaar na het onderzoek te maken met
die de kans erop vergro-
een hartaandoening, waarvan één met
ten, zoals roken, hyper-
een acute hartstilstand tijdens een 10
tensie (hoge bloeddruk)
km loop. Hij werd met succes gereani-
en obesitas (zwaarlijvig-
meerd.
heid). Möhlenkamp et al.8 publiceerden in 2008
Screening
een onderzoek naar de
Een marathon speelt zich af voor de ogen van een groot publiek. Maar de
Figuur 3. Gezonde slagader (boven) en slagader met verkalking (onder).
8
S p o r t g e r i c h t n r. 4 / 2 0 1 0 – j a a r g a n g 6 4
meeste slachtoffers vallen buiten het licht van de schijnwerpers, bijvoorbeeld tijdens het joggen.9 Dikwijls zijn
dit relatief ongetrainde personen van
deel te nemen aan competitieve spor-
been) en letsels ten gevolge van een
middelbare leeftijd. Voor deze groep is
ten met een hoge intensiteit. Daarnaast
val (o.a. botbreuken) komen het meest
daarom een screening (sportmedisch
kunnen adviezen worden gegeven
voor.17
onderzoek) aan te raden. Vaak wordt
voor het onder controle brengen van
Dat ouderen blessuregevoeliger zijn
hiervoor de richtlijn9 gevolgd die
risicofactoren, zoals een hoge bloed-
dan jongeren, betekent niet dat de
door de American Heart Association
druk of een te hoog lichaamsgewicht,
incidentie (het percentage sporters dat
(AHA) is opgesteld. In deze richtlijn
en over de trainingsopbouw. In Ne-
per jaar geblesseerd raakt) bij hen ook
wordt een sportmedisch onderzoek
derland kan men voor een screening
hoger ligt. Integendeel: uit een groot-
aanbevolen voor alle atleten vanaf 65
terecht bij een sportmedisch centrum.
schalig Duits onderzoek18 blijkt dat de blessure-incidentie bij mannelijke spor-
jaar en voor mannen vanaf 40 jaar en vrouwen vanaf 50 jaar met één of meer
Blessures
ters van 50 jaar en ouder slechts 4%
risicofactoren voor hartziekten, zoals
Vanwege hun potentieel levensbedrei-
bedraagt, tegen 16% voor de leeftijds-
een hoge bloeddruk (bovendruk > 140
gende karakter krijgen aandoeningen
groep van 18-30 jaar. Bij vrouwen zijn
mmHg, onderdruk > 90 mmHg), een
van het hart veel maatschappelijke
deze percentages resp. 2% en 5%. Dit
verhoogd cholesterolgehalte van het
aandacht. Maar ook andere organen
wordt toegeschreven aan het feit, dat
bloed of ernstige hartaandoeningen in
en lichaamsfuncties hebben bij het
ouderen (en vrouwen) minder vaak
de naaste familie.
ouder worden te maken met capaci-
kiezen voor ‘harde’ contactsporten met
De procedure bestaat uit een intakege-
teitsvermindering en toenemende kans
een explosief karakter, zoals voetbal,
sprek, het invullen van een vragenlijst
op stoornissen.13 Tekortschieten van
boksen of ijshockey, waarbij de kans
en een lichamelijk onderzoek, waarbij
de warmteregulatie (zweetproduc-
op blessures groot is. Ook zijn ouderen
onder andere de bloeddruk wordt ge-
tie, doorbloeding van de huid) of de
waarschijnlijk (gemiddeld!) minder
water- en zouthuishou-
prestatiegericht en houden zij meer
ding (nierfunctie) kan
rekening met hun fysieke grenzen, die
ouderen kwetsbaarder
ze uit ervaring kennen.
maken voor extreme derde longfunctie kan
Welke sport is geschikt voor ouderen?
leiden tot benauwdheid
Het blijkt dus dat ouderen vaak zelf
en luchtweginfecties,
al kiezen voor takken van sport die
vooral wanneer gepres-
relatief weinig kans geven op bles-
teerd moet worden in
sures. Dit zijn activiteiten waarbij het
een omgeving met ver-
belastingsniveau door de sporter zelf
ontreinigde lucht.15
goed kan worden ingesteld en waarbij,
De meeste problemen
in fysiek opzicht, weinig te duchten is
treden op in het be-
van tegenstanders. Voorbeelden zijn
wegingsapparaat.16
recreatief hardlopen of fietsen, golf en
Bij het ouder worden
bowling. Ook zwemmen is geschikt
neemt de spiermassa af en daarmee
voor ouderen, omdat de opwaartse
meten en harttonen worden beluisterd.
ook de spierkracht. Pezen, banden
druk van het water het belastende
Wanneer de resultaten daartoe aanlei-
en gewrichtskapsels worden minder
effect van de zwaartekracht teniet
ding geven kan een verdergaand on-
elastisch. Gewrichtskraakbeen wordt
doet. Vooral mensen met gewrichts-
derzoek worden uitgevoerd, bijvoor-
aangetast door artrose (figuur 4). Bot-
problemen hebben daar baat bij. Wel
hitte of kou.14 Vermin-
Figuur 4. Artrose van het heupgewricht.
inspannings-ECG10
of een
ten verliezen kalk en worden breek-
kan astma optreden ten gevolge van
onderzoek van hart en bloedvaten met
baarder. Daarnaast neemt ook het
blootstelling aan chloor in het zwem-
beeldvormende technieken zoals een
coördinatievermogen af, onder andere
bad.19 Open water is dus te prefereren,
echocardiogram5,
beeld een
CT-scan11
of
MRI.12
door degeneratie van propriosensoren
zolang het seizoen dit toelaat.
Op grond van de uitslagen krijgt de
(zintuigen voor het waarnemen van
Als ouderen aan sport doen, is dat
sporter een advies. Zo wordt atleten bij
houding en beweging). Het gevolg van
meestal duursport. Het trainingseffect
wie een aandoening van de hartslag-
dit alles is een grotere kans op bles-
bestaat vooral uit een toename (of ver-
aders is geconstateerd, ook zonder
sures. Distorsie (verstuiking) van de
minderde afname) van de aerobe capa-
klinische symptomen, afgeraden om
knie, gescheurde spieren (vooral in het
citeit. Op zich een goede zaak, want de
S p o r t g e r i c h t n r. 4 / 2 0 1 0 – j a a r g a n g 6 4
9
aerobe capaciteit is nauw verbonden met de kwaliteit van
leven.13
Maar ook
suregevoeligheid van ouderen wordt
Tot slot: is sporten voor ouderen nu ge-
veroorzaakt door een verminderd
zond of gevaarlijk? Allebei dus, maar
weerstandstraining (krachttraining,
aanpassingsvermogen van lichaams-
met de nadruk op ‘gezond.’ Deskun-
figuur 5), en dus ook krachtsport, kan
functies en een grotere kwetsbaarheid
digen zijn het erover eens, dat voor
daartoe bijdragen. Weerstandstraining
van het bewegingsapparaat. Een goede
ouderen de gevaren van lichamelijke
vermindert het risico om te vallen20 en
warming-up zou deze problemen kun-
beschermt tegen onder andere hart- en
nen verminderen. Men zou kunnen
inspanning in het niet vallen tegen de winst in gezonde levensjaren.9,23,25
vaatziekten, diabetes mellitus type 2
beginnen met lichte aerobe activiteit
Anders gezegd: sporten kan gevaarlijk
depressie.21
(joggen, fietsen enz.) gedurende 5-10
zijn, maar niet-sporten is veel gevaar-
Het gezondheidsbevorderende effect
minuten, waardoor longen, hart en
lijker!
van weerstandstraining staat los van
skeletspieren worden geactiveerd.
dat van duurtraining, maar het wer-
Vervolgens rekoefeningen om de flexi-
kingsmechanisme is nog niet duide-
biliteit van kapsels, pezen en banden
(‘ouderdomssuiker’) en
te vergroten en als afsluiting sportspecifieke bewegingspatronen uitvoeren en mentaal concentreren (focussen) op de taak ten behoeve van een betere coördinatie.25
Conclusie Bij het ouder worden neemt de kans op een hartstilstand bij zware inspanning toe. De belangrijkste oorzakelijke factor van acute hartstilstand is coronaire atherosclerose (verkalking van de kransslagaders). Deze aandoening komt bij ouderen (vooral mannen) veel voor en kan aanwezig zijn zonFiguur 5. Weerstandstraining voor ouderen.
der klinische symptomen. De meeste hartproblemen doen zich voor bij
lijk.22 Een combinatie van kracht- en
beginnende sporters of personen die
duurtraining geeft waarschijnlijk de
lange tijd niet hebben getraind. Voor
meeste bescherming. Ouderen kunnen
ouderen die (weer) gaan sporten is een
zonder bezwaar aan krachttraining
sportmedisch onderzoek daarom aan
doen, mits de weerstand geleidelijk
te bevelen.
wordt opgebouwd en de bewegingen
Ouderen zijn kwetsbaarder voor bles-
langzaam en gecontroleerd worden
sures dan jongeren. Dit komt door
uitgevoerd. Ook is het belangrijk dat
achteruitgang van lichaamsfuncties en
tijdens de oefeningen normaal wordt
verminderde kwaliteit van weefsels.
doorgeademd. Gedetailleerde aanwij-
In de praktijk is de incidentie van bles-
zingen zijn te vinden in de AHA-richt-
sures bij ouderen echter laag, omdat
lijn voor weerstandstraining.23
zij meestal kiezen voor relatief veilige sporten. Daartoe behoren joggen,
Warming-up
fietsen, zwemmen, bowling en golf.
Het nut van warming-up als middel
Ook krachtsport komt in aanmerking,
voor blessurepreventie staat al vele
mits uitgevoerd met de nodige voor-
jaren ter discussie.24 Er is nog geen
zichtigheid. De kans op blessures kan
direct bewijs voor een preventief effect
mogelijk worden verminderd door het
van warming-up bij ouderen. Op the-
uitvoeren van een goede warming-up.
oretische gronden is dit effect echter
Hiervoor bestaat echter nog weinig
wel aannemelijk. De verhoogde bles-
bewijs.
10
S p o r t g e r i c h t n r. 4 / 2 0 1 0 – j a a r g a n g 6 4
Endnotes
1. Bles W. van der (2005). Dood sporters: training voorkomt niet alles. Trouw, 15-08-2005. 2. Weinreb A. (2004). Toronto marathon should be banned. Canada Free Press, 20-10-2004. 3. Redelmeier D.A., Greenwald J.A. (2007). Competing risks of mortality with marathons: retrospective analysis. BMJ 335: 1275-1277. 4. Roberts W.O. (2005). Evidence for decreasing occurrence of sudden cardiac death associated with the marathon. J. Am Coll. Cardiol. 46: 1373-1374. 5. Neilan T.G., Januzzi J.L., Lee-Lewandrowski E. et al. (2006). Myocardial injury and ventricular dysfunction related to training levels among nonelite participants in the Boston marathon. Circulation 114: 2325-2333. 6. Whang W., Manson J.E., Hu F.B., Chae C.U., Rexrode K.M., Willett W.C., Stampfer M.J., Albert C.M. (2006). Physical exertion, exercise, and sudden cardiac death in women. JAMA 295: 1399-1403. 7. El-Sherif N., Kahn A., Savarese J., Turitto G. (2010). Pathophysiology, risk stratification, and management of sudden cardiac death in coronary artery disease. Cardiol. J. 17: 4-10. 8. Möhlenkamp S., Lehmann N., Breuckman F. et al. (2008). Running: the risk of coronary events. Eur. Heart J. 29: 1903-1910. 9. Maron B.J., Araújo C.G.S., Thompson P.D. et al. (2001). Recommendations for preparticipation screening and the assessment of cardiovascular disease in master athletes. Circulation 103: 327-334. 10. Sofi F., Capalbo A., Pucci N., Giuliattini J., Condino F., Alessandrini F., Abbate R., Gensini G.F., Califano S. (2008). Cardiovascular evaluation, including resting and exercise electrocardiography, before participation in competitive sports: cross sectional study. BMJ 337: 88-91. 11. Greenland P., Bonow R.O., Brundage B.H. et al. (2007): ACCF/AHA 2007 clinical expert consensus document on coronary artery calcium scoring by computed tomography in global cardiovascular risk assessment and in evaluation of patients with chest pain. Circulation 115: 402-426. 12. Nassenstein K., Breuckmann F., Lehmann N. et al. (2009). Left ventricular volumes and mass in marathon runners and their association
with cardiovascular risk factors. Int. J. Cardiovasc. Imaging 71: 71-79. 13. Burgerhout W.G. (2010). Het seniorentoernooi. Over veroudering, sport en gezondheid (deel 2). Sportgericht 64 (3): 7-11.
19. Cooper L.W., Powel A.P., Rasch J. (2007). Master’s swimming: an example of successful aging in competitive sport. Curr. Sports Med. Rep. 6: 392-396.
14. Kamijo Y., Nose H. (2006). Heat illness during working and preventive considerations from body fluid homeostasis. Industrial Health 44: 345-358.
20. Sherrington C., Whitney J.C., Lord S,R., Herbert R.D., Cumming R.G., Close J.C.T. (2008). Effective exercise for the prevention of falls: a systematic review and meta-analysis. J. Am. Geriatr. Soc. 56: 2234-2243.
15. Sharman J.E., Cockcroft J.R., Coombes J.S. (2004). Cardiovascular implications of exposure to traffic air pollution during exercise. QJM 97: 637-643
21. Phillips S.M. (2007). Resistance exercise: good for more than just grandma and grandpa’s muscles. Appl. Physiol. Nutr. Metab. 32: 11981205.
16. Powell A. (2005). Issues unique tot the master athlete. Curr. Sports Med. Rep. 4: 335-340.
22. Wolfe R.R. (2006). The underappreciated role of muscle in health and disease. Am. J. Clin. Nutr. 84: 475-482.
17. Kallinen M., Markku A. (1995). Aging, physical activity and sports injuries. An overview of common sports injuries in the elderly. Sports Med. 20: 41-52. 18. Schneider S., Seither B., Tönges S., Schmitt H. (2006). Sports injuries: population based representative data on incidence, diagnosis, sequale, and high risk groups. Br. J. Sports Med. 40: 334-339.
23. Williams M.A., Haskell W.L., Ades P.A., Amsterdam E.A., Bittner V., Franklin B.A., Gulanick M., Laing S.T., Steward K.J. (2007): Resistance exercise in individuals with and without cardiovascular disease: 2007 update: A Scientific statement from the American Heart Association council on clinical cardiology and council on nutrition, physical activity and metabolism. Circulation 116: 572-584.
24. Aaltonen S., Karjalainen H., Heinonen A., Parkkari J., Kujala U.M. (2007). Prevention of sports injuries: systematic review of randomized controlled trials. Arch. Intern. Med. 167: 1585-1591. 25. Vandervoort A.A. (2009). Potential benefits of warm-up for neuromuscular performance of older athletes. Exerc. Sports Sci. Rev. 37: 60-65.
Over de auteur
Dr. Wim Burgerhout is fysioloog. Hij is verbonden aan de Hogeschool Utrecht, Faculteit Gezondheidszorg als onderzoeksmedewerker aan het lectoraat Leefstijl en Gezondheid. E-mail:
[email protected]
(Advertentie)
S p o r t g e r i c h t n r. 4 / 2 0 1 0 – j a a r g a n g 6 4
11