info
Veilig werken op de Museumwerf Vreeswijk
‘Het roer moet om!’ Museumwerf Vreeswijk in Nieuwegein bestaat uit een binnen- en een buitenmuseum, waar naast een bestuur en enkele vaste werknemers, vooral veel vrijwilligers en leerlingen werken. Mede door het wat vrijblijvende karakter van de Museumwerf was het voorheen niet al te best gesteld met de arbeidsveiligheid. Hoog tijd dus voor een onderzoek en aanbevelingen. Ingrid Buurma
Op het terrein van de voormalige scheepswerf Buiten
Veiligheidsgedrag
weg aan de Vaartse Rijn in Vreeswijk (Nieuwegein),
Er is bij de Museumwerf Vreeswijk een begin gemaakt
bevindt zich sinds 2006 de Museumwerf Vreeswijk.
met het aanpakken van technische en organisatorische zaken, onder andere door het opstellen van een RI&E.
De werf bestaat uit een binnen- en een buitenmuseum.
Hieruit bleek dat het gedrag rondom veiligheid nog te
Binnen zijn exposities over de binnenvaart en de
vrijblijvend is.
geschiedenis van het schippersdorp Vreeswijk te bezichtigen. Buiten getuigen de helling, de ambach-
Een aantal technische zaken uit het plan van aanpak
telijke werfactiviteiten, de schepen in restauratie, de
is uitgevoerd. Met de gedragscomponent is nog niets
gebouwen en de historische schepen in de Museum
gedaan, hoewel dat hard nodig is. Immers: veilig werken
haven van de binnenvaartgeschiedenis. Naast het
is het totaal van de techniek, de organisatie en cultuur.
bestuur en vaste werknemers zijn er veel vrijwilligers
Belangrijkste doel van mijn onderzoek is dan ook te
betrokken bij de Museumwerf. Zij werken aan de
onderzoeken welke partijen een rol spelen en wat de
schepen, maar ontvangen ook bezoekers en geven
typische gedragscomponenten zijn. Waar mogelijk geef
rondleidingen. De vrijwilligers zijn over het algemeen
ik een aanwijzing voor een oplossingsstrategie.
50 jaar of ouder. Daarnaast zijn er leerlingen, die onder begeleiding werkzaamheden uitvoeren.
februari 2014 I 16
info
Werknemers
Vrijwilligers
De gemiddelde werknemer op de Museumwerf blijkt
Het overgrote deel van de vrijwilligers is ouder dan
voornamelijk gedrag te vertonen zoals men dat gewend
50 jaar. Ervaren en wijs dus. Maar ook bij hen is er te
is, dan wel zoals het getolereerd wordt. Winst wordt
weinig aandacht voor veiligheid. Hoe komt het dan
gehaald uit gemak of werksnelheid. Voornamelijk
dat de oudere vrijwilliger op de Museumwerf, met al
individuele voordelen. Toch is veiligheid (ook) een
zijn vakkennis niet genoeg aan veiligheid doet? De
groepsinspanning. Belangrijk is hier te komen tot veilige
geconstateerde, te vrijblijvende cultuur zal daar zeker
werkprocessen die kunnen rekenen op de betrok-
debet aan zijn. Ook speelt bij de inzet van vrijwilligers
kenheid van de werknemer. Betrokkenheid wordt ook
de gedachte: ‘Ik doe hier gratis vrijwilligerswerk, dus
gecreëerd door werknemers te laten meedenken over
niemand mag iets van mij eisen, en ‘Niemand hier is
oplossingen. Stel aan de werknemers vragen over de
mijn baas’. Of omgekeerd vanuit de leiding: ‘We moeten
veiligheid van hun handelen. Welke risico’s kennen zij?
maar niet zo streng zijn, anders gaan de vrijwilligers
Hoe kunnen zij zelf de risico’s verminderen?
weg.’ Dit geeft de ouderen een (machts)positie.
De werknemers (met uitzondering van de leerlingen)
Leeftijd kan een extra belemmerende factor zijn, door-
hebben voldoende technische vakkennis en ervaring.
dat ouderen lang en dus sterk geconditioneerd kunnen
Door afgebakende eigen en gezamenlijke verantwoor-
zijn in hun gedrag en door hiërarchisch besef. Hierdoor
delijkheid te geven, worden mensen uitgedaagd oplos-
komen zij extra moeilijk tot nieuw gedrag. Hoe nu
singen te bedenken. Samen met de leidinggevende
mensen te sturen waarmee geen arbeidsrelatie bestaat
motiveert het de werknemers om onveilige situaties te
en die geen deel uitmaken van de bedrijfshiërarchie?
signaleren. Grenzen stellen en uitdragen door management en Zo gaan werknemers zelf nadenken over veiligheid.
werknemers is belangrijk. Helder en in de trant van: ‘Het
Men voelt zich serieus genomen en verantwoordelijk voor het eigen handelen. Door werknemers zelf te laten benoemen wat er fout kan gaan, wat het gevolg kan zijn, wat ze zelf kunnen doen om dit te voorkomen en afspraken te maken om voortaan zo te werken, ontstaat automatisch meer gewenst gedrag en dus minder risico. Belangrijk is te realiseren dat werknemers pas goed functioneren als ze zich sociaal veilig voelen. De meest basale behoefte van de mens naast voedsel. Dit mechanisme moet ook worden gevoed bij deze verandering.
februari 2014 I 17
info
maakt niet uit of desnoods alle vrijwilligers weglopen,
Oplossingen
onveilig is onveilig en dat wordt niet getolereerd.’ Qua
Wat kunnen we doen om veilig werken een normaal
veiligheid geldt: regel is regel.
onderdeel van het (toekomstige) werkethos van de leerlingen te maken?
Spreek de oudere vrijwilliger aan vanuit gedeelde verantwoordelijkheid en ervaring, met als basis een
De volgende aspecten en motivaties zijn hierbij van
probleem en laat hen binnen beperkte parameters
belang:
meebeslissen. Daarna is ‘besloten ook besloten’ tot een
- Vertoon altijd het juiste voorbeeldgedrag in zijn
volgend evaluatiemoment.
omgeving en spreek ieder aan die dat nalaat. - Stel reële eisen aan het werk in termen van kwaliteit en
Benoemen van de winst van nieuw gedrag kan ook hier een positieve intrinsieke motivator zijn. Waarnaast, ook voor de oudere(n), controle de negatieve intrinsieke motivator is. Ook is de door hen beleefde rechtvaardigheid van maatregelen en controle belangrijk voor acceptatie en het uitdragen van nieuw (veilig) gedrag.
kwantiteit. - Betrek de leerling bij besluitvormingsprocessen. De leerling zal zich meer betrokken en daardoor meer gemotiveerd voelen. - Het werk moet betekenisvol zijn. Het gaat dan om de relatie tussen het totaal van de werkzaamheden en datgene wat de leerling mag doen.
Leerlingen
- Bied de leerling hulp en feedback. In een goede
De leerling werkt op de Museumwerf onder begeleiding
bedrijfscultuur zal de leerling zich gemotiveerd en
van de ervaren vakman, de leermeester. Deze specialist
veilig voelen, om hulp durven vragen en deze ook
brengt zo zijn vaardigheden op het vakgebied over op de onervaren leerling (het gildemeester principe). Het biedt de leerling de kans om reeds opgedane kennis in de praktijk te brengen.
krijgen. - Vermijd onzekerheid. Informeer de leerling over belangrijke gebeurtenissen. Daarmee voelt de leerling zich beter op zijn gemak. - Beloon de leerling en geef hem waardering.
Maar: kopieergedrag is de meest primaire vorm van leren. De leerling neemt al snel de gedragingen over van de werkenden om hem heen. Hij wordt mede gevormd door de heersende bedrijfscultuur. De geringe aandacht voor veilig werken zal de leerling dan ook overnemen. Bovendien wordt er onvoldoende instructie gegeven.
februari 2014 I 18
info Management, het roer moet om! Het gebrek aan veiligheidsbeleving is direct terug te voeren op het gevoerde beleid. Om gedragsverandering tot stand te brengen en uiteindelijk het veiligheids-
Veilig werken op de Museumwerf doen we samen!
bewustzijn te verbeteren, moet het (top)management achter de verandering staan en moet er tijd en geld voor
Risico-afweging
worden vrijgemaakt. Het management moet zichtbaar
Theoretisch: als hij de gevolgen, de kans om ‘betrapt’ te
zijn op de Museumwerf en altijd het goede voorbeeld
worden en de ‘straf’ aanvaardbaar acht in relatie tot de
geven. Er dient consequent leiderschap getoond te
winst van het onveilige gedrag. In de praktijk blijken niet
worden om gedragsverandering te bewerkstelligen,
eens al deze overwegingen een rol te spelen, maar is
zodat langzaam maar zeker opgeschaald wordt naar
alleen: ‘Ik vond het makkelijker zo’ vaak voldoende.
een bedrijfscultuur waarin veilig werken normaal gedrag is ofwel de norm is.
Pas daarna speelt het veiligheidsrisico een rol. Elke werkende heeft zijn eigen risico-afweging (risicopercep-
Kunnen en willen is ook snappen!
tie). De afweging is niet alleen afhankelijk van zijn ken-
De werkende heeft eigenlijk twee overwegingen
nis, maar ook van gewoontevorming en de (vermeende)
voordat hij het beoogde (veiligheids-)gedrag laat zien:
eigen invloed op de beheersbaarheid van het risico.
wil ik het en kan ik het? Voor- en nadelen van het gedrag spelen dan een belangrijke rol (de motieven van de
Er wordt veel energie gestopt in het ter discussie stellen
werkende).
van veiligheidsmaatregelen of het zoeken naar uitzonderingen om de regel niet van toepassing te verklaren. Een
Veilig kunnen werken is afhankelijk van de meer
leidinggevende kan deze afweging beïnvloeden door
algemeen beheersbare aspecten. Denk aan arbeids
voorlichtende gesprekken te hebben met alle groepen
omstandigheden en arbeidsmiddelen. Maar ook aan het
werkenden. De motieven voor hun gedrag spelen hierin
opleidings- en vaardigheidsniveau.
een cruciale rol.
Veilig willen werken is op persoonlijk niveau inherent
Weerstand
aan enerzijds sanctionering (extrinsieke motivatie) en
Dus, werkenden vinden veiligheid belangrijk en toch
anderzijds de intrinsieke motivatie (de winst van het
werken zij niet altijd veilig. De weerstand om het goede
gedrag snappen). Een werkende wil veilig werken als dit
te doen, kan verschillende oorzaken hebben. Door
aansluit bij zijn eigen houding en normen.
dit te onderzoeken en op te lossen geeft het mensen de ruimte tot gedragsverandering. Belangrijk is om een zodanig klimaat te creëren waarin mensen durven
februari 2014 I 19
info zeggen wat ze dwars zit zonder dat hier sancties op
Om vast te stellen dat veiligheidsgedragingen veran-
volgen. Goede waarneming en analysevermogen door
deren, zullen veiligheidsrondgangen moeten worden
de leidinggevende geeft hem de mogelijkheid in te zien
uitgevoerd. Van belang is om op een positieve manier
wat de weerstand zou kunnen zijn.
in gesprek te gaan met de werknemers. Het signaleren en analyseren van (on)veilige handelingen geeft inzicht
Leidinggevenden: alle hens aan dek
in het veiligheidsgedrag. Een eventuele trend kan
Op de werf houden de werfbaas en de VGM-
worden opgemerkt. Bij de veiligheidsrondgang kan
coördinator zich bezig met het toezicht op veiligheid.
worden gekeken of voorlichting en instructies worden
Zij zijn hiervoor niet geschoold. Beiden lopen soms een
opgevolgd. Het direct aanspreken van waarneembaar
ronde over het terrein. Op ongewenst gedrag worden
gedrag is van belang. Niet alleen negatief, maar juist
werkenden nauwelijks aangesproken. Deze rondes wor-
ook positief gedrag moet onder de aandacht worden
den niet vastgelegd en zijn niet structureel ingevoerd
gebracht. Geef zelf het goede voorbeeld en spreek
in de huidige bedrijfscultuur. Omdat het beleid niet is
mensen aan op hun (on)veilige gedrag. Zo creëert de
vastgelegd, is het voor de leidinggevenden moeilijk om
leidinggevende goede momenten om de werkenden te
in te grijpen bij onveilig werk.
betrekken bij het veiligheidsbeleid en het gesprek met hen aan te gaan.
Door verbreding van kennis over veiligheid bij de werfbaas en de VGM-coördinator kunnen risico’s
Check: Het veiligheidsbewustzijn van de werknemers
beter worden ingeschat en kunnen juist zij adviseren
wordt in deze fase opnieuw gemeten. Aan de hand van
rondom beheersmaatregelen. Bovendien kunnen zij hun
de resultaten kan het beleid worden bijgesteld.
voorbeeldgedrag nog beter tonen. Act: Via voorlichting en instructies kan worden De veiligheidsnorm die de direct-leidinggevende
bevestigd wat goed gaat en worden aangegeven wat
(bijvoorbeeld de werfbaas) laat zien, is het normatieve
aanvullend verwacht wordt. Zo wordt een werknemer
voorbeeldgedrag voor de groep. Een leidinggevende
geconditioneerd in het nieuwe veiligheidsbewustzijn.
moet dus altijd het juiste voorbeeldgedrag laten zien. Veilig werken kan alleen als alle betrokkenen – ongeacht In samenwerking met directie en relevante functionaris-
functie, dienstverband of aanstelling – meewerken. En
sen moet de nieuwe veiligheidsvisie omgezet worden in
als voornemens en visie via gepast overleg worden
beleidsregels en voorschriften. Zij zullen deze veilig-
vastgelegd in beleid. Beleid dat in voorbeeldgedrag
heidsregels moeten uitdragen en controleren.
en overleg consequent wordt uitgedragen. Waarbij werkenden met aandacht voor hun (arbeidsrechtelijke)
Op naar structurele gedragsverandering
positie gemotiveerd, gestimuleerd én gecontroleerd
De inspanning mag geen eenmalige actie worden, maar
worden op hun veiligheidsgedrag.
zal structureel moeten zijn. Er moet draagvlak gecreëerd worden voor veilig werken. Gedrag verandert het beste
Door blijvende meting en aandacht zal het gewenste
als de werkende intrinsiek gemotiveerd is en als er een
gedrag conditioneren, waardoor het veiligheidsbewust-
controlemechanisme is.
zijn een verankerd onderdeel wordt van de veiligheidscultuur van de Museumwerf Vreeswijk.
Vooraf moet dan uiteraard wel bekend zijn wat het gewenste veiligheidsgedrag is. Hulpmiddel hiervoor is het toepassen van de Deming-kwaliteitscirkel (Plan-Do-Check-Act). Plan: Eerst kijken we naar de huidige gedragingen en het veiligheidsbewustzijn van de werkenden. Er kan dan gesproken worden over de (noodzakelijke) gedragsveranderingen om veilig werkzaamheden uit te voeren. Do: Er moet duidelijk aan de werknemers uitgelegd worden wat er van ze verwacht wordt (gewenst veiligheidsgedrag). Dit kan door voorlichting te geven. De gewenste gedragsveranderingen worden geïmplementeerd binnen de lopende werkzaamheden.
februari 2014 I 20
Qua veiligheid geldt: regel is regel.