VEILIG WERKEN OP HOOGTE RICHTLIJN VAN DE ALGEMENE SCHOORSTEENVEGERS PATROONS BOND Voor wie is de richtlijn bedoeld? Deze richtlijn geldt voor alle werkenden (werkgevers, medewerkers, zelfstandig werkenden) in de schoorsteenveegbranche die werkzaamheden op hoogte uitvoeren of laten uitvoeren. Waarom deze richtlijn ? De richtlijn heeft als doel het realiseren van veiliger werksituaties en het minimaliseren van het risico op ongevallen. Algemeen De aard van de werkzaamheden van schoorsteenvegers brengt door het werken op een hoogte van meer dan 2,5 meter, een vergroot risico op valincidenten met zich mee. Valincidenten kunnen letsel, blijvende invaliditeit of de dood van het slachtoffer tot gevolg hebben. Door voldoende aandacht te besteden aan de aspecten die het veilig werken op hoogte kunnen verbeteren en door te werken volgens deze richtlijn, wordt het risico op vallen en/of ongelukken beperkt. Wat houdt deze richtlijn in? De richtlijn vloeit voort uit de Europese richtlijn “Werken op hoogte”, die per juli 2004 is ingevoerd in de Nederlandse regelgeving. De richtlijn stelt, dat werkzaamheden op hoogte alleen mogen worden uitgevoerd vanaf een veilige en ergonomisch verantwoorde steiger, stelling, bordes of werkvloer en dat het gebruik van de ladder als werkplek op hoogte, zoveel mogelijk wordt beperkt. Werken vanaf ladders en met valbeschermingsmiddelen en dergelijke is alleen toegestaan als het niet mogelijk is de werkzaamheden op een veilige en ergonomisch verantwoorde werkwijze uit te voeren. Wat dient de werkgever te doen om valgevaar tegen te gaan? De werkgever is verplicht alle maatregelen te nemen die de veiligheid en de gezondheid ten goede komen. Dit betekent dat de werkgever door de inzet van de juiste hulpmiddelen en beschermingsmiddelen, het risico op ongelukken minimaliseert en zorgdraagt voor een veilige werkomgeving. Te nemen maatregelen • Bij de voorbereiding van de werkzaamheden uitgaan van bronaanpak: hoe kunnen risico’s worden voorkomen en/of beperkt? • Het beschikbaar stellen van de juiste arbeidsmiddelen die geschikt zijn voor professioneel gebruik en voldoen aan de geldende Arbo regelgeving. • Het werken of laten werken met gebruikmaking van harnasgordel, verbindingslijn met val- of schokdemper en/of een montagepunt aan een vast gebouwdeel voor de verbindingslijn. • Waar nodig werken en laten werken met persoonlijke beschermingsmiddelen: o helm o veiligheidsschoenen o handschoenen o kleding • Zichzelf en zijn medewerkers laten voorlichten en opleiden bij een erkend instituut in het op een veilige manier uitvoeren van schoorsteenveegwerkzaamheden, met behulp van het juist gebruik van arbeidsmiddelen, en valbescherming- en persoonlijke beschermingsmiddelen.
• Controle en onderhoud van arbeidsmiddelen, valbescherming- en persoonlijke beschermingsmiddelen conform de daarvoor geldende normeringen en richtlijnen.
Wat dient de medewerker te doen om valgevaar tegen te gaan? De werknemer is verplicht om alle maatregelen te nemen die de veiligheid en de gezondheid van zichzelf en zijn collega’s ten goede komen. Te nemen maatregelen: • Zich op de hoogte stellen van de risico’s die het werken op hoogte met zich meebrengt. • Het volgen van voorlichting en scholing die binnen het kader van het veiliger werken op hoogte door de werkgever wordt aangeboden. • Zorgdragen voor de eigen veiligheid en gezondheid en die van zijn collega’s door zorg te dragen voor een veilige werkplek en het veilig uitvoeren van de werkzaamheden conform de daarvoor geldende richtlijnen en instructies. • Melden van gesignaleerde gevaren en gebreken aan direct betrokkenen en leidinggevenden. • Het juist gebruik van persoonlijke valbeschermingsmiddelen conform richtlijnen en instructies. • Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen conform geldende richtlijnen en instructies.
Wat dient de zelfstandig werkende te doen om valgevaar tegen te gaan ? De zelfstandig werkende is zowel werkgever en medewerker en heeft in die zin de verplichting om de hierboven genoemde maatregelen onder werkgever en medewerker voor zichzelf op te volgen. Toepassing op het werk Om ongevallen te minimaliseren is het noodzakelijk dat vooraf, tijdens de werkvoorbereiding aan de hand van de Risico Inventarisatie en Evaluatie, wordt nagegaan welk arbeidsmiddelen en beschermingsmiddelen dienen te worden ingezet. De keuze dient primair gebaseerd te zijn op veiligheidskundige overwegingen. Het gebruik dient te voldoen aan de richtlijn Arbeidsmiddelen. Deze richtlijn verplicht werkgevers en werknemers met zodanige arbeidsmiddelen (ladders, trappen, rolsteigers, (val)beschermingsmiddelen) te werken, dat de veiligheid en de gezondheid tijdens de werkzaamheden is gewaarborgd. Over deze arbeidsmiddelen zijn bijlagen bijgevoegd. Bij de werkvoorbereiding wordt op grond van een “Beoordeling keuze arbeidsmiddel” (zie bijlage) bepaald welk arbeidsmiddel voor het werken op hoogte wordt ingezet. Zie bijlage arbeidsmiddel Wanneer de conclusie uit deze beoordeling is dat er geen ander arbeidsmiddel ingezet kan worden dan de ladder, dient aan de hand van de “Beoordeling werkplek op ladder”te worden nagegaan of het verantwoord wordt geacht om de ladder in te zetten als meest geëigende arbeidsmiddel. Zie bijlage ladder. Algemene criteria voor het veilig werk op hoogte Het veilig werken op hoogte wordt bepaald door de wijze waarop onderstaande criteria worden ingevuld: • Het materiaal dat wordt gebruikt dient te voldoen aan alle geldende wetten en normen • Kwaliteitskeuringen dienen te worden uitgevoerd voor veilig gebruik: door middel van visuele inspectie voor het gebruik en periodieke keuringen. • Veilig en deskundig gebruik volgens bijgeleverde instructies en op basis van deskundigheid opgedaan tijdens gerichte training en scholing
Te gebruiken arbeidsmiddelen Arbeidsmiddelen waar een schoorsteenveger voor het werken op hoogte( boven 2,5 meter) gebruik van kan maken zijn: • Een hoogwerker • Een rolsteiger • Een ladder De keuze en toepassing van deze middelen worden nader omschreven in bijlagen. Werken met gebruik van een hoogwerker De inzet en het gebruik van een hoogwerker brengt bij ondeskundig en/ondeugdelijk materiaal grote risico’s met zich mee. Het gebruik dient veilig en deskundig plaats te vinden conform de geldende veiligheids- en bedrijfsvoorschriften. Specifiek van toepassing zijnde regels en normen • NEN-EN 280:2001 • Zie bijlage hoogwerker Werken met gebruik van een rolsteiger De risico’s op ongevallen die verbonden zijn aan het werken met een rolsteiger dienen te worden voorkomen door het gebruik van deugdelijk materiaal en te zorgen dat de opbouw van de steigers deskundig gebeurd. De inzet en het gebruik van rolsteigers dient veilig en deskundig plaats te vinden conform de instructies en richtlijnen. Van toepassing zijnde regels en normen • Uitvoering van rolsteigers: NEN-EN 1004 • Gebruikshandleiding van rolsteigers NEN-EN 1298 • NEN 2718 • Zie bijlage rolsteiger De ladder Wanneer het gebruik van rolsteiger of hoogwerker om technische, economische en operationele redenen niet haalbaar is, mag de ladder – eventueel in combinatie met persoonlijke valbeschermingsmiddelen – worden ingezet. Maar zelfs dan alléén indien wanneer de conclusie is dat het gebruik van de ladder als werkplek op hoogte verantwoord èn gerechtvaardigd is. Bij kortdurende werkzaamheden, zoals bij schoorsteenvegers veelal het geval is, is het gebruik van de ladder met gebruikmaking van persoonlijke valbeveiligingssmiddelen in de meeste gevallen het meest geëigende middel. Ongevallen met ladders en trappen zijn veelal een gevolg van onjuist gebruik en ondeugdelijke kwaliteit van het materiaal. De inzet en het gebruik van ladders dient conform de richtlijnen plaats te vinden zoals deze zijn vastgelegd in het Besluit draagbaar Klimmaterieel van de Warenwet. Toegestaan
RI&E/Overleg Stahoogte Statijd Fysieke kracht Maximale reikwijdte
Niet toegestaan 2.5-5.00 meter < 2 uur < 50 N < een armlengte
5.0 – 7.5 2-4 uur 50-100 N < een armlengte
> 7,5 m > 4uur > 100N > armlengte
Van toepassing zijnde normen en richtlijnen • Warenwet: Besluit Draagbaar Klimmateriaal • NEN 2484: Draagbaar klimmaterieel: Ladders en Trappen • Zie bijlage klimmaterieel • Zie bijlage ladder • Zie www.safeclick.nu voor het gebruik van de ladderlock als fixatiemiddel van de ladder
Het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen Uit de Risico Inventarisatie en Evaluatie dient duidelijk te worden of gebruik dient te worden gemaakt van persoonlijke beschermingsmiddelen zoals: • Hoofdbescherming • Bedrijfskleding • Handbescherming • Voetbescherming Hoofdbescherming: Helmen Het gebruik hoofdbeschermingsmiddelen is verplicht daar waar verwondingen kunnen plaatsvinden als gevolg van vallende, omvallende of wegschietende voorwerpen, vallende stoffen of door het stoten van het hoofd. Het werk van de schoorsteenveger brengt in meer of minder mate genoemde risico’s met zich mee. Het dragen van hoofdbescherming is daarom verplicht Van toepassing zijnde normen: NEN-EN 397/812 Bedrijfskleding: Kleding Schoorsteenvegers dienen zich in voorkomende gevallen tegen ongewenste weersinvloeden, zoals bijvoorbeeld kou en regen, met passende bedrijfskleding te beschermen. Van toepassing zijnde normen NEN-EN 342-343 Handbescherming: Handschoenen Het gebruik van handschoenen van een eenvoudig ontwerp is verplicht daar waar stoot- en/of schaafverwondingen op kunnen treden tijdens de werkzaamheden. Het schoorsteenvegen brengt genoemde risico’s met zich mee en het dragen van adequate handbescherming is derhalve verplicht. Van toepassing zijnde normen: NEN-EN 420/388 Voetbescherming: Schoeisel Het dragen van passend werkschoeisel is verplicht in situaties waar een vergroot risico is op verwondingen en ongevallen. De werkzaamheden van de schoorsteenveger brengen een vergroot risico op ongevallen met zich mee en het dragen van adequaat werkschoeisel is derhalve verplicht. Van toepassing zijnde normen Norm NEN-EN 347
Het gebruik van valbescherming In het merendeel van de situaties waar de schoorsteenvegers werkzaam zijn is het, om het risico op vallen
te minimaliseren, verplicht om persoonlijke valbeveiliging aan te brengen. Persoonlijke valbeveiliging dient te worden gebruik als men werkt op een hoogte van meer dan 2,5 meter en er een valrisico is, terwijl er geen collectieve beschermende voorzieningen zijn als borstweringen, hekwerken, netten etc. Als de valbeveiliging tijdelijk verwijderd moet worden voor het uitvoeren van specifieke werkzaamheden, dan zijn vervangende veiligheidsvoorzieningen verplicht. Zijn die er niet, dan mogen de werkzaamheden niet worden uitgevoerd. Valbeveiliging: de middelen Schoorsteenvegers dienen volgens het Arbobesluit persoonlijke valbeveiliging te gebruiken wanneer het gebruik van veiliger arbeidsmiddelen(steigers, hoogwerkers) niet gerechtvaardigd is. Gebruik dient te worden gemaakt van valbeveiliging met behulp van ankers en/of veiligheidshaken, twee lijnen en een harnas. Deze dienen te voldoen aan de volgende eisen. • Het gebruik van ankers of veiligheidshaken dient te voldoen aan daarvoor geldende wettelijke eisen en richtlijnen (conform de beoordelingsrichtlijn Verankeringsvoorzieningen(V.A.V.) t.b.v. het vastzetten van PBM’s tegen vallen van hoogte. Zie bijlage verankering ) • Er moet altijd gebruik worden gemaakt van twee afzonderlijk verankerde lijnen: een werklijn en een veiligheidslijn. Hiervan mag alleen in uitzonderlijke omstandigheden worden afgeweken als volgens een risico-evaluatie het gebruik van twee lijnen het werk gevaarlijker zou maken dan het gebruik van één lijn. • De werklijn moet voorzien zijn van een veilig stijg- en afdaalmechanisme en een zelfblokkerend mechanisme. • De veiligheidslijn moet een beweegbaar valbeveiligingsmechanisme hebben, dat de werknemer in zijn bewegingen volgt. • Het harnas moet verbonden zijn met de veiligheidslijn. De gereedschappen en hulpstukken van de werknemer moeten met het harnas verbonden zijn. • Men dient een erkende opleiding te hebben gevolgd • Voor lijnen moet een logboek bijgehouden worden waarin vermeld wordt wie welke lijnen gebruikt heeft en wat er met de lijn uitgevoerd of gebeurd is. Persoonlijke valbeveilingsmiddelen behoren tot de categorie III PBM's (Persoonlijke Beschermings Middelen). Voor deze categorie gelden afwijkende eisen t.o.v. andere PBM's. Nadere informatie en toepassing NEN-EN 795, NEN 3303, NEN-EN 354, NEN-EN 1891-B9. Verplichtingen De Algemene Schoorsteenvegers Patroons Bond (ASPB) stelt in het kader van de richtlijn: “Veilig werken op hoogte” de volgende richtlijnen verplicht voor alle werkenden (werkgevers, zelfstandig werkenden en medewerkers) in de schoorsteenveegbranche, die werkzaamheden op hoogte uitvoeren of laten uitvoeren. • Het volgen van een training veilig werken bij een erkend instituut, zoals b.v. PBN te Amsterdam.
Informatie Informatie bij: ASPB, Postbus 19, 5570 AA Bergeijk tel.: 0497-556 002, fax: 0497-556 112, e-mail
[email protected] Zie ook www.aspb.nl juni 2006