Het Profielwerkstuk Cohort 2010 - 2013
Gymnasium Novum
naam:
Inhoud Inleiding
2
De voorbereidende Novumdagen
3
Tijdpad profielwerkstuk klas 5 en 6
7
Hoe schrijf ik een profielwerkstuk?
9
Stappenplan Probleemstelling
10
De 4 fases en tussentijdse beoordelingen
14
Bronvermelding, hoe werkt dat?
18
De eindbeoordeling en presentatie
20
Do’s en dont’s per profiel
21
Bijlagen: - Het beoordelingsformulier
22
- Logboek
24
- Links en Tips PWS
25
1
Inleiding Voor je ligt de handleiding voor het schrijven van het profielwerkstuk. Net als op de universiteit, sluit je ook je middelbare schooltijd af met het schrijven van een scriptie. Je meesterproef als het ware. Bij voorkeur doe je dit in een groepje van twee of drie, bij uitzondering doe je dit in je eentje. Je moet zelf het onderwerp kiezen en zo veel als mogelijk het vakgebied waarbinnen je jouw scriptie wilt schrijven. Het is belangrijk dat je een onderwerp kiest waar je wat mee hebt, zodat je ook zin hebt (en houdt?!) om het onderzoek te doen. Je wordt opgeleid en voorbereid om wetenschappelijk onderwijs te gaan volgen en met het maken van het profielwerkstuk vragen wij je om op een wetenschappelijke manier je onderzoek op te zetten en op een wetenschappelijk verantwoorde manier daarvan verslag te doen. Tenslotte vragen wij je om “des Novums” het onderzoek te presenteren. Omdat het in de praktijk voor veel leerlingen een hele opgave blijkt om een goed werkstuk te schrijven of een goed experiment op te zetten en hiervan verslag te doen, willen wij de leerlingen van Gymnasium Novum zo veel mogelijk hierin trainen door eerst ideeën, oefeningen en handvatten aan te bieden en vervolgens een gerichte begeleiding te geven in het (achtereenvolgens) verwerven en verwerken van informatie, het schrijven (citeren, parafraseren,
annoteren)
en
het
schriftelijk
en
mondeling
presenteren
van
de
onderzoeksbevindingen. In deze Handleiding vind je enkele handvatten en een verslag van de eerste twee Novumdagen, waarbij wij ook geprobeerd hebben jullie enthousiast te maken voor het PWS: omdat het leuk is om je eigen ding te doen, omdat het belangrijk is om wetenschappelijk te leren denken en schrijven en omdat het vaak niet alleen een Proeve van Bekwaamheid blijkt, maar ook een voorproefje van de studierichting die je op wilt gaan. We wensen je heel veel plezier en succes bij het maken van je profielwerkstuk.
2
De voorbereidende Novumdagen
Op 2 november 2011 en op 3 februari 2012 zijn twee voorbereidende Novumdagen georganiseerd om jullie op weg te helpen met het Profielwerkstuk. Tijdens de startdag van dit schooljaar hebben jullie al informatie gekregen over de wettelijke eisen aan het PWS, een aantal praktische zaken en hebben jullie een paar presentaties gehoord van docenten op het Novum over het doen van onderzoek in het buitenland. Waar we naar toe willen op het Novum is dat we een kritische en zorgvuldige onderzoeksattitude opbouwen waarvan alle leerlingen kunnen leren, dat we kansen willen geven om te excelleren en dat we willen stimuleren om buiten de traditionele denkkaders om te denken: bijvoorbeeld door meer samenwerking op school en tussen school en de buitenwereld. Denk verder aan meer vakoverstijging, het schrijven in een moderne vreemde taal of het presenteren van de onderzoeksresultaten op een originele wijze. De eerste Novumdag stond in het teken van academische vorming en wetenschappelijk denken. Hiervoor hebben wij twee fantastisch leuke en goede gastdocenten kunnen inhuren, die in onze collegezaal een gastles hebben gegeven. De eerste les werd gegeven door een goede bekende bij ons op school, dr. Michel Buijs (Universiteit Utrecht en Universiteit Leiden). We leerden over de opzet van een goed onderzoek, het gebruik van internet en wij hoorden termen als plagiaat, fraude en annotering.( Ook wel eens gehoord van Stapel, Vonk en Poldermans ?....) De tweede les werd gegeven door Prof. Dr. Bas Haring, bekend filosoof en publicist (Universiteit Leiden). Haring bepleitte, aan de hand van talloze grappige voorbeelden, het stellen van de juiste vraag, bijvoorbeeld door de vraag “klein” te maken, waardoor hij wel goed te onderzoeken en te beantwoorden is. Bas Haring benadrukt dat wetenschap te maken heeft met nieuwsgierigheid. Je komt tot een goede onderzoeksvraag als je je dingen afvraagt. Dat kunnen de raarste dingen zijn. Zo
3
vertelde hij over een man die zich afvroeg hoeveel mensen een artikel te veel in hun mandje hebben bij de 10-artikelenkassa, of een onderzoekster die zich afvroeg hoe de Inuït aan gebarentaal doen (aangezien zij altijd wanten dragen buiten de iglo’s). Hij vertelde ook de twee voorwaarden waaraan een onderzoek moet voldoen om wetenschappelijk te zijn. Hij stelde dat: 1. Het antwoord op je vraagstelling moet falsificeerbaar zijn (dat wil zeggen dat het te weerleggen moet zijn: je moet kunnen bewijzen dat het niet waar is). 2. Je moet er heilig van overtuigd zijn dat jouw antwoord waar is (je moet er je Ipod en je scooter om durven verwedden). “Alle zwanen zijn wit" is een falsifieerbare bewering, omdat het bestaan van zwarte zwanen (de antithese) kan worden bewezen. Verder moet onderzoek voldoen aan de eisen van betrouwbaarheid en validiteit en moet je nadenken over jouw conclusies (relevantie, significantie, correlaties, causaliteit, generaliseerbaarheid).
In de ochtend hebben we verder via internet (TED, de site van Technology, Entertainment and Design) nog een verhaal gehoord van Steve Johnson (“Where good ideas come from”). Steven Johnson is in deze TED-talk op zoek naar een antwoord op de vraag: waar komen goede ideeën vandaan? In ieder geval niet door onder een boom te gaan zitten wachten tot er een appel op je hoofd valt, zodat je opeens – Eureka! – de theorie van de zwaartekracht kant en klaar in je hoofd hebt. Ideeën ontstaan juist langzamerhand, in verbinding met andere mensen, is Johnson’s conclusie. ‘Chance favors the connected mind’. Als je een briljante wetenschapper wilt worden, kun je dus maar beter naar allerlei bijeenkomsten gaan, dan alleen maar in je studeerkamer gaan zitten. En bedrijven die willen innoveren, moeten een open cultuur creëren, waarin veel uitwisseling plaatsvindt. Denk dus niet dat Het Perfecte Onderwerp voor je Profielwerkstuk op een zomeravond zomaar in je hoofd opkomt. Die kans is vrij klein. Praat er over met andere leerlingen, met je docenten,
4
ouders en vrienden en dan is de kans veel groter dat je na een poosje weet wat je wilt gaan onderzoeken. Deze Handleiding wil je slechts de meer technische handvatten bieden en misschien wat inspiratie terughalen. Na drie interessante lessen was het goed om in de Openbare Bibliotheek nog wat eigen denkwerk te verrichten. Jullie hebben een gratis leenpasje gekregen en konden zelfstandig kennis maken met deze mooie, uitgebreide en zeer toegankelijke bibliotheek. Verder lag de nadruk van deze middagsessie op “Het Brainstorm-gesprek”. We hebben jullie in kleine groepjes (zes of zeven man) verdeeld over negen docenten die volgens een vooraf opgemaakt format vragen stelden over jullie interesses en toekomstplannen. De bedoeling was dat jullie vooral elkaar gingen bevragen en zo tot een idee zouden komen voor een onderwerp voor het PWS. Nog even los van vakken, docenten en onderzoeksvragen: wat vind jij interessant?! Want dat is toch echt de eerste stap op weg naar een geslaagd PWS. De tweede Novumdag had tot doel om jullie te laten wennen aan het doorlopen van een stappenplan, op weg naar een goede probleemstelling
(onderzoeksvraag, deelvragen,
hypothese en verantwoording). We oefenden onder begeleiding het formuleren van een goede onderzoeksvraag naar aanleiding van het zien van de boeiende documentaire Übermensch (VPRO 2002). In deze documentaire over genetische selectie en manipulatie zitten voor elk profiel wel aanknopingspunten om vragen te stellen. Meer technisch, meer biologisch, meer maatschappelijk, historisch en economisch of meer filosofisch. Het ging er op deze middag om dat je in heel korte tijd probeert in te schatten waar de interessante punten zitten aan de door jou gekozen invalshoek of wetenschap. Wat is de stand van zaken, waar zitten de dilemma’s, problemen, vragen of discussie? En dan: hoe belangrijk is
5
het om precies te leren formuleren? Jouw onderzoeksvragen gaan namelijk het skelet van jouw analyse, onderzoek of experiment vormen. En dat skelet moet super stevig staan. Nog 1 extra TIP: Steven Johnson, dit maal met een filmpje (en een mindmap):
(Mindmapping by By Paloma Vazquez on September 21, 2010.) With Where Good Ideas Come From, Steven Johnson pairs the insight of his bestselling Everything Bad Is Good for You and the dazzling erudition of The Ghost Map and The Invention of Air to address an urgent and universal question: What sparks the flash of brilliance? How does groundbreaking innovation happen? Answering in his infectious, culturally omnivorous style, using his fluency in fields from neurobiology to popular culture, Johnson provides the complete, exciting, and encouraging story of how we generate the ideas that push our careers, our lives, our society, and our culture forward. http://www.youtube.com/watch?v=NugRZGDbPFU Ook leuk voor de inspiratie: alle filmpjes die je kunt vinden via de Koninklijke Nederlandse Akademie
voor
Wetenschappen,
en
dan
met
name
de
Jonge
Akademie:
http://www.fastfacts.nl/content/de-jonge-akademie-0 En dan gaan we nu over naar een niet onbelangrijk onderdeel: de planning.
6
Tijdpad profielwerkstuk klas 5 en 6 Wie
Wat
Alle lln.
Onderzoek en Na zomervakantie 25 aug PWS (Startdag 25 aug. )
Kennismaking wettelijke vereisten en mogelijkheden van onderzoek doen
Alle lln.
Wetenschap en PWS
Novumdag 1
2 nov
Alle lln.
Probleemstelling en PWS
Novumdag 2
3 febr
School
Koppeling leerling- Voor 27 febr docent voorjaarsvakantie Uitreiking Handleiding en format voor het inleveren van de probleemstelling. Onderwerp verder Na 27 maart uitwerken voorjaarsvakantie Stappenplan gebruiken voor eigen onderwerp
Kennis van goede opbouw onderzoek en het stellen van wetenschappelijke vragen Eerste gesprek over een onderwerp PWS Introductie Handleiding GN Oefening Stappenplan Probleemstelling Kiezen onderwerp Starten logboek Indeling lln-vak bekijken Z.s.m. indeling lln- begeleidend docent bekend maken
Leerling
Docent
Gesprek 1: reactie op probleemstelling
Leerling
Wanneer
Rondom Pasen
Data/ uiterlijk
Stap
Schriftelijk inleveren Probleemstelling (= de hoofdvraag, deelvragen, verantwoording keuze onderwerp, voorlopige keuze onderzoeksmethoden en globale planning)
10 april
Goedkeuring 1: Probleemstelling
Aan de slag met Vanaf Pasen onderzoek, tot en met analyse of proef- Zomervakantie experimenten!
11 aprilaugustus
Eerste onderzoekswerkzaamheden Verzamelen van materiaal en info!.
Docent
Gesprek 2: Voor reactie op eerste zomervakantie werkzaamheden en info verzamelen
2 juli
Goedkeuring 2: onderzoeksopzet en – methoden en planning
Leerling
Begin met schrijven
e
Na zomervakantie Voor 1 toetsweek: begin nov 2012
ü
Inleiding en H. 1 inleveren bij docent of: verslag van (proefexperimenten) en wetenschappelijke argumentatie inleveren bij docent
7
Docent
Leerling
e
Gesprek 3: reactie Na herfstvakantie Na 1 op tekst of toetsweek experimenten en wetenschappelijke onderbouwing e Concept af Na kerstvakantie Voor 2 toetsweek: medio jan 2013
Leerling + Gesprek 4: Docent Aanpassingen en verbeteringen Leerling
e
Na kerstvakantie Na 2 en vóór toetsweek: voorjaarsvakantie eind jan 2013
Goedkeuring 3: Inl. en H. 1 en/of experimenten en wetenschappelijke onderbouwing Inleveren concept tekst en/of verslag onderzoek bij docent
Goedkeuring 4: Concept goedgekeurd en presentatie besproken
PWS Presentable Vóór Presentaties: PWS + Presentatie is af maken voorjaarsvakantie half februari 2013
Plaats voor eigen aantekeningen na beoordelingen docent: Gesprek 1:
Gesprek 2:
Gesprek 3:
Gesprek 4:
8
Hoe schrijf ik een profielwerkstuk? Voordat we met de echte ‘Tips and Tools’ beginnen, hieronder nog een keer in een schema van wat je van het maken van een profielwerkstuk kan leren. Je doet onderzoek, moet vervolgens zorgvuldig en in correct Nederlands formuleren en beargumenteren en er tenslotte een presentatie van maken. De meeste stappen in onderzoek doen en in verslag doen van jouw bevindingen, gelden profiel-breed!
Als je een profielwerkstuk schrijft, doorloop je de volgende 7 stappen: –
Oriëntatiefase
–
Informatiefase
–
Vraagstellingsfase
–
Onderzoeksfase
–
Schrijf- en herschrijffase
–
Afrondingsfase
–
Presentatie
De oriëntatiefase heb je voor een deel al gehad tijdens de afgelopen Novumdagen. Deze fase en de informatiefase worden ook wel de belangrijkste fases van een onderzoek genoemd. Het is heel belangrijk dat zowel jij als jouw begeleider het onderwerp leuk vinden, zien zitten en uitvoerbaar achten! Hierna komt de vraagstellingsfase: hoe kom ik tot een goede probleemstelling?
9
De vraagstelling/probleemstelling: De Probleemstelling is eigenlijk een “aangeklede onderzoeksvraag”. -
het doel is een goede hoofdonderzoeksvraag
-
hiertoe formuleer je een paar deelvragen
-
je legt uit hoe je tot jouw onderwerp bent gekomen en waarom het
een
relevant
onderwerp
is
om
te
onderzoeken
(wetenschappelijk, maatschappelijk of meer persoonlijk: als je maar kan uitleggen waarom er iets valt te onderzoeken) -
je formuleert een hypothese
-
je geeft een indruk van jouw onderzoeksmethodes en
-
je geeft een globale planning van jouw onderzoek.
Dit alles doe je aan de hand van:
Stappenplan onderzoeksvraag (probleemstelling) Stap 1 Yes!
Kies een vakgebied en/of een onderwerp dat je leuk of interessant vindt. Denk aan school, omgeving, wensen vervolgopleiding, examen-onderwerpen, voorbeelden van vakoverstijging.
Onderwerp voor hoofdonderzoeksvraag:
Stap 2 Waar hebben we het over?
Bestudeer de theoretische kaders. Hiervoor moet je aansluiting zoeken bij een kennisgebied dat met eigen theorieën en begrippen werkt, zoals bijv. binnen de exacte (natuur-) of sociale en gedragswetenschappen, het recht, de economie of de filosofie (ethiek) of de talenstudies. Je kiest een denkkader/invalshoek van waaruit je het onderwerp gaat bekijken.
Wetenschappelijke oriëntatie:
In jullie geval: denk vanuit een zgn. groot schoolvak.
10
Ook: wat is technisch mogelijk, onmogelijk? Wat is de praktijk, de stand van zaken, wetenschappelijk of maatschappelijke discussie? Cijfers?!? Dit geldt voor alle profielen. N.b.: noteer hier alvast kort de bronnen die je gebruikt hebt. Stap 3 Wat zijn de ethische Spannend? dilemma’s, wat is de Dilemma’s publieke discussie? en discussies. Waar zitten pijn, Voor moeilijkheden, vragen, iedereen: dilemma’s of waarin zit EM en CM, het nieuwe, het maar ook bijzondere, het NT en NG spannende? Ook dit geldt voor alle profielen.
Wetenschappelijke en/of maatschappelijke relevantie onderzoek:
N.b.: noteer ook hier alvast kort de bronnen die je gebruikt hebt.
Stap 4 Voluit! Vragen verzinnen.
Wat zijn onderzoeksvragen die hierbij passen en die bij je opkomen?
Voorbeelden van verschillende onderzoeksvragen zijn:
11
Stap 5 Dié vraag?! Vragen formuleren
Kies één onderzoeksvraag.
Hoofdvraag:
Bijvoorbeeld: 1 hoofdvraag plus 3 of 4 deelvragen. De deelvragen helpen je de hoofdvraag te beantwoorden. Deelvraag 1:
Deelvraag 2:
Deelvraag 3:
Deelvraag 4:
12
Stap 6 Schieten op je zelf….
N.b.: Reflectie op de onderzoeksvraag:
Is voor jou exact duidelijk wat je te weten wilt komen?
Stap 7 Zó moet het en dat bedoel ik.
Spits de onderzoeksvraag toe: geen woord te weinig en geen woord te veel.
Is voor de lezer duidelijk wat je te weten wilt komen? Formuleer nu de vraag op z’n allermooist: en dus in correct Nederlands?! Hoofdvraag:
Deelvraag 1:
Deelvraag 2:
Deelvraag 3
Deelvraag 4:
13
De vier tussentijdse fases in je PWS Eerste beoordeling: groen licht op je probleemstelling? Aan de hand van het bovenstaande stappen/schema heb je de oriëntatiefase en een deel van de informatiefase doorlopen. Als je de onderzoeksvragen hebt opgeschreven en deze zijn voor jou helder, leg de vraag dan ook nog eens voor aan derden om feedback te krijgen. De probleemstelling moet je inleveren bij de begeleidend docent voor gesprek en goedkeuring nr. 1. Als het goed is heb je het nu skelet van je PWS al staan. Tweede beoordeling: de onderzoeksfase Als je een ‘go’ hebt gekregen van je begeleider, dan kun je verder. Je begint nu aan de onderzoeksfase. Als eerste maak je van het skelet een opzet van je profielwerkstuk. Je maakt een document in je computer, een raamwerk voor je werkstuk of verslag. Dat raamwerk bestaat uit de volgende onderdelen: v Voorblad, met ruimte voor de titel, plaatje(s), naam, klas, datum en begeleider v Inhoudsopgave met daarin globaal de hoofdstukindeling v Inleiding v Hoofdstukken met daarin heel kort wat er in dat hoofdstuk aan de orde zal komen of hypothese en verslag van diverse experimenten v (Voorlopige conclusie) v Literatuurlijst. Het
‘raamwerk’
lever
je
in
bij
je
begeleider:
dus
de
onderzoeksopzet, onderzoeksmethoden en planning en logboek tot nu toe, dit alles voor gesprek en goedkeuring nr. 2. Je gaat verder met je onderzoek. Denk eraan dat je altijd documenteert waar je je informatie vandaan haalt, zodat je niet na afloop nog alle voetnoten moet maken. Noteer bij alle informatie uit welk boek of van welke internetsite die info afkomstig
is
(inclusief
paginanummer)!
Dit
noemen
we
annotering ofwel bronvermelding, zie ook blz. 19 ev.
14
Derde beoordeling: de schrijf- en herschrijffase Nu kun je eindelijk beginnen aan het schrijven van je profielwerkstuk! Bij het schrijven denk je aan het volgende. We herhalen dat een goed werkstuk bestaat uit verschillende onderdelen: v Een voorwoord v De inhoudsopgave v De inleiding v Het betoog v De conclusie v Een nawoord en/of een reflectie v De literatuur- of referentielijst v Eventuele bijlagen. Toelichting: De inleiding: De inleiding is een korte introductie op je onderwerp. Eigenlijk jouw uitgebreide Probleemstelling. In de inleiding geef je kort aan waar het werkstuk over gaat. De inleiding bestaat uit de volgende onderdelen: §
De oriëntatie: Je geeft een context aan je vraagstelling, als het ware een kleine inleiding op de onderzoeksvragen. Hierbij deel je mee wat de lezer nodig heeft om de hoofdonderzoeksvraag te kunnen begrijpen. Dat kan bijvoorbeeld met een kleine anekdote, waarna je naar het onderzoek toe werkt. In je invulblad heb je dit opgeschreven bij stap 1 en 2.
§
De vraagstelling: De vraagstelling of onderzoeksvraag is een van de belangrijkste onderdelen van je werkstuk. Met de vraagstelling geef je richting aan je onderzoek. De vraagstelling is het vertrekpunt van je werkstuk. De vraagstelling moet de elementen wie, wat, waar, wanneer en waarom bevatten. Met je vraagstelling baken je je onderwerp af. Daarmee zorg je ervoor dat je onderwerp niet te groot wordt. Schrijf ook je deelvragen op.
§
De rechtvaardiging: hierbij geef je aan waarom je voor deze vraagstelling gekozen hebt. Wat is het nut van jou onderzoek? Dus waarom vind je juist deze vraagstelling zo interessant en waarom is het nuttig om dit nu te onderzoeken (bijvoorbeeld omdat het niet eerder gedaan is).
15
§
De verantwoording van de onderzoeksopzet: hierbij geef je uitleg over je hoofdstukindeling of de verschillende fases in een experimenteel onderzoek. Waarom kies je ervoor om het onderzoek op deze manier in te delen en in deze volgorde?
Het betoog: Het betoog is als het ware het verhaal. De opzet ervan is hetzelfde als die van ieder ander verhaal. Een sprookje begint met een 'er was eens', vertelt dan 'wat er toen gebeurde' en tenslotte hoe het afliep: 'en ze leefden nog lang en gelukkig'. Oftewel het verloopt in drie fasen: 1
het exposé
2
de verwikkeling
3
de ontknoping
Je zou een werkstuk met een toneelstuk kunnen vergelijken. Hoe zit zo'n toneelstuk in elkaar? In een toneelstuk worden de personages en hun problemen in een exposé aan het publiek voorgesteld. Bijvoorbeeld twee jonge geliefden en hun ouders die elkaar haten en de liefde verbieden. Dan volgt de verwikkeling: de gekwelde jonge minnaars komen in opstand tegen het verbod van hun liefde en besluiten elkaar in het geheim te ontmoeten. Aan het eind volgt de ontknoping. Zoals bijvoorbeeld in het stuk Romeo en Julia van William Shakespeare: als Romeo het ontzielde lichaam van Julia ziet liggen, berooft hij zichzelf van het leven. Julia (die in werkelijkheid nog leeft) ontwaakt, ziet de dode Romeo en pleegt op haar beurt ook zelfmoord. In je betoog zorg je voor een goede opbouw, die door de lezer goed te volgen is. Je neemt de lezer mee in je onderzoek en hoopt dat die daarmee tot dezelfde conclusie zal komen als jij. De conclusie: In de conclusie vat je het verhaal kort samen. Het belangrijkste: Je geeft antwoord op de in de inleiding gestelde vraag. In de conclusie mag je absoluut geen nieuwe informatie meer naar voren brengen. In je betoog heb je de bewijsvoering voor je vraag al gegeven. In je conclusie geef je nogmaals kort aan welke (deel-)antwoorden je in je betoog naar voren hebt gebracht.
16
Vierde beoordeling: de afrondingsfase Met een goed verhaal alleen ben je er nog niet. Het werkstuk moet ook volgens bepaalde regels worden aangekleed of vormgegeven. De volgende elementen horen in je werkstuk thuis (dit is iets anders dan het raamwerk of de opbouw van een werkstuk of verslag. Het gaat hier o.a. over de vormgeving): v De titelpagina: v De inhoudsopgave v De annotatie(voet- of eindnoten) v Plaatjes, foto's, tabellen en kaartjes Ieder plaatje, foto, tabel of kaartje dient te worden voorzien van een onderschrift. Hierin geef je aan wat er op het plaatje, foto, tabel of kaartje staat en waar je het uit hebt gehaald. Als je zelf een tabel hebt gemaakt, moet je aangeven waar je de informatie vandaan hebt. Deze dingen neem je op in je scriptie vóór je literatuurlijst in een bijlage, of, als ze onmisbaar zijn bij de tekst, naast of tussen de tekst. Let op: je gebruikt illustraties alleen als ze daadwerkelijk iets toevoegen aan de tekst. v Andere bijlagen Zoals bijvoorbeeld de vragenlijsten van de interviews die je gehouden hebt of een beschrijving van een proef die niet meteen in de hoofdtekst past. v De bronvermelding Hier noem je alle bronnen die gelezen én gebruikt zijn. De boeken en tijdschriften vermeld je in alfabetische volgorde, op achternaam van de auteur. Je vermeldt ook jaar en plaats van uitgave tussen haakjes. Tenslotte zorg je er voor dat je paginanummers invoegt en dat je werkstuk er mooi en netjes uitziet. Ook taalgebruik en spelling tellen mee. Het traject en de werkhouding vinden wij op school heel belangrijk, dus houd ook een goed logboek bij. In de bijlagen zie je een voorbeeld van een logboek.
17
Bronvermelding, hoe werkt dat? Er zijn twee soorten noten: verklarende noten en verwijzende noten. - Verklarende noten zijn noten waarin iets wordt uitgelegd of toegelicht. Deze noten moet je zo min mogelijk gebruiken (Je mag je conclusie namelijk niet baseren op informatie uit voetnoten). Voorbeeld: In een boek over arbeiders in het Westland staat het volgende: "de arbeiders zeiden tegen elkaar dat ze nog twee uur ballen moesten racen1 voordat ze naar huis konden gaan". In de noot zou de term 'ballen racen' kunnen worden verklaard: 1
Ballen racen is een term die arbeiders in de kassen van het Westland gebruiken voor
tomaten plukken. - Verwijzende noten zijn noten die verwijzen naar gebruikte literatuur of bronnen. Ze worden dan ook wel literatuurverwijzing of bronverwijzing genoemd. Verwijzende noten worden zeer veel gebruikt. Het gaat bij dit soort noten om de controleerbaarheid van hetgeen je beweert. De lezer moet kunnen nagaan of dat wat de schrijver zegt, juist is. Noten worden daarom geplaatst: §
Bij alle citaten (letterlijke uitspraken of tekst van iemand) en parafrasen (een uitspraak of tekst van iemand in je eigen woorden weergeven).
§
Als men een opvatting aan een auteur ontleent.
§
Op iedere plaats waar men kan verwachten dat de oplettende lezer denkt: 'ik zou wel eens willen weten waar de schrijver dat vandaan haalt'.
Het gebruik van verwijzende noten is erg ingewikkeld. Hieronder volgt de uitleg voor het gebruik van verwijzende noten. Het is de bedoeling dat je alvast kennis maakt met het gebruik van noten, aangezien je daar op de universiteit of hogeschool ook mee te maken krijgt. Artikelen die je gebruikt, dien je anders te annoteren dan boeken die je gebruikt. Een artikel waarin een door jou overgenomen idee stond op pagina 202, annoteer je als volgt:
18
Henk S. Versnel, 'Mens en magie. Vervloekinscripties (tabellae defixionum)', Hermeneus 55(3) (1983) 196-206, aldaar 202 Dus:
-
eerst de voornamen of voorletters van de auteur, daarna de achternaam
-
dan de titel van het artikel tussen '……'
-
de naam van het tijdschrift waarin het artikel is gepubliceerd schuingedrukt
-
het nummer van het tijdschrift
-
het jaar van verschijnen tussen (……)
-
de pagina's van het artikel in het tijdschrift
-
tenslotte de pagina waar je de informatie vandaan hebt: aldaar
…
Als je een boek hebt gebruikt, gaat het bijna hetzelfde, bijvoorbeeld: Thea Beckman, Kruistocht in spijkerbroek (Rotterdam 1971) 78
Dus:
-
eerst de voornamen of voorletters van de auteur, daarna de achternaam
-
dan de titel van het boek schuingedrukt
-
de plaats en het jaar van verschijnen tussen (……)
-
de pagina's van het artikel in het tijdschrift
-
tenslotte de pagina waar je de informatie vandaan hebt
Als je voor de tweede keer hetzelfde artikel of boek gebruikt, mag je het verkort annoteren, bijvoorbeeld: Versnel, 'Mens en magie.' 204 Beckman, Kruistocht in spijkerbroek 80-85 Dus:
-
Alleen de achternaam van de auteur
-
De titel tussen '…' bij een artikel en schuingedrukt bij een boek
-
De pagina('s) waar je de informatie vandaan hebt
Je mag zowel gebruik maken van eindnoten als voetnoten1.
1
Eindnoten: alle noten die je hebt gebruikt plaats je aan het einde van je scriptie op de eerste pagina na je conclusie. Voetnoten: voetnoten plaats je onderaan de pagina waar je de noot hebt geplaatst
19
Eindbeoordeling en presentatie Als je de definitieve versie van het verslag of werkstuk hebt ingeleverd, moet je ook al hebben nagedacht over de presentatie. Iedereen presenteert zijn/haar profielwerkstuk voor de begeleidend docent, andere docenten, ouders en leerlingen. Denk goed na over hoe je dat aan zou willen pakken, want de presentatie wordt uiteindelijk gebruikt om je cijfer mee af te ronden. Vaak ook dwingt het presenteren je om een heldere onderzoeks- en betooglijn uit te zetten. Een voorbeeld van het beoordelingsformulier vind je hierna. Bekijk dit tijdig! De presentatie mag zo’n 15 min. duren, met na afloop 5 min. discussie met de begeleidend docent en toehoorders uit het publiek. De presentatie is een soort samenvatting van je onderzoek, maar je mag hierin ook bepaalde aspecten meer benadrukken en toelichten. Je kunt allerlei soorten presentaties bedenken. Hieronder een aantal suggesties: v Powerpoint / prezi v Film of documentaire v Muziekstuk, boek of tijdschrift v Collage of tentoonstelling v Dramatische uitvoering of essay of lezing v Proeven of een deel van het experiment laten zien met een toelichting Maak de presentatie boeiend om naar de kijken, maar neem het wel serieus.
20
Do’s and dont’s per profiel?! Op deze plek kan je zelf invullen of aantekenen wat de bijzondere opmerkingen zijn van jouw begeleider. Dit omdat onderzoek doen, ondanks de vele gemeenschappelijke en minimale vereisten, ook wel verschillen kent per vakgebied, per vak en per docent, in die zin dat hij/zij bij een bepaald onderwerp een bepaalde opzet of verantwoording kan eisen. De begeleidend docent is immers de deskundige, die jou helpt specialist te worden op een deel van zijn/haar vakgebied.
21
A. Beoordeling Profielwerkstuk- verslag- algemeen deel: Criteria:
Elementen
Inhoud:
Opbouw Bevat het verslag een logische opbouw in de hoofdstukkenindeling en in de hoofdstukken zelf? Bevat het een voorwoord, inleiding, duidelijke analyse, conclusies en een reflectie of nawoord? Informatieve waarde tekst Gebruik van boeken, tijdschriften e.a. literatuur naast internet, originele bronnen. Is er sprake van feitelijke (on)juistheden, kritische blik, verbanden leggen, goede redenatie, eigen waardering literatuur en onderzoek(smethoden)? Vraag en antwoord Duidelijke en zorgvuldig omschreven probleemstelling (zie Handleiding), koppeling van de onderzoeksvraag en conclusie(s), uitleg correlaties, causaliteit, verklaringen, juist gebruik definities. Taalgebruik Zowel stijl als spelling. Vormgeving Correcte indeling verslag, functionele illustraties, voet/eindnoten, bijlagen, literatuurlijst, logboek. Verschijning.
Verzorging
TOTAAL:
WaarBeoordeling in woorden dering max. punten 2
Cijfer
3
3
1 0,5
0,5 10
Mindering met max. 1 punt n.a.v. onvoldoende voor werkhouding (planning, contact houden, overleg zoeken, te laat inleveren). Of: meerdering met max. 1punt n.a.v. bijzonder creatief en/of origineel proces/product/presentatie of: bijzonder zelfstandige en actieve werkhouding!
Deel-cijfer:
…
22
B. Beoordeling Profielwerkstuk- verslag- bijzonder profieldeel: Criteria:
Elementen
Onderwerp
Relevantie onderwerp voor het specifieke vak of vakgebied. Originaliteit onderwerp binnen het specifieke vak of vakgebied. Onderzoeks- Is vraag goed te vraag beantwoorden of te meten? Onderzoeks- Goede uitleg, gebruik en methoden verantwoording onderzoeksmethoden. Onderzoeks- Voldoet verslag of werkstuk verslag aan de eisen van het vakgebied en zoals door docent aangedragen? TOTAAL:
Waardering 1
Beoordeling:
Cijfer
1 1 1 1
5
Deel-cijfer:
…
C. Beoordeling Profielwerkstuk- communicatie en presentatie: Criteria:
Elementen
Uitleg onderzoek
Heldere en duidelijke uitleg en presentatie van inhoud van onderzoek, proces en reflectie hierop. Is in staat om vragen van de begeleidend docent en publiek voldoende adequaat te beantwoorden. Correct gebruik van Nederlands (of MVT). Juist gebruik van ICT, en/of ander materiaal dat presentatie ondersteunt.
Discussie
Taal Materiaal TOTAAL:
Waardering 2
Beoordeling:
Cijfer
2
0,5 0,5 5
Deel-cijfer:
…
A= 10 p. en 60%, B+C = 10 p. en 40 % van het eindcijfer
23
datum
Wat heb je gedaan?
Hoeveel tijd ?
Wat wil je vervolgens gaan doen?
Vragen aan de begeleider?
LOGBOEK van …………………..
24
Tips en links voor schrijven van PWS en meedoen aan wedstrijden (de voorbeelden gelden voor het cursusjaar 2011-2012): KNAW- alle profielen- aanmelden voor 15 maart Deze wedstrijd geldt als de meest prestigieuze wedstrijd met mooie prijzen?! Zie ook de site van de Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen: http://www.knawonderwijsprijs.nl/ SLO- alle profielen- aanmelden voor 15 maart: http://profielmeesterstuk.slo.nl/ Universiteit Twente- alle profielen- voor (11 en) 14 maart: http://www.twenteacademy.nl/wedstrijden/profielwerkstuk_wedstrijd/reglement2012.doc/ Rijksuniversiteit Groningen- C&M-profiel- aanmelden voor 1 maart: http://www.rug.nl/let/voorzieningen/alfasteunpunt/Alfasteunpuntprijs2012 idem: E&M-profiel: http://www.rug.nl/scholieren/profielwerkstukken/gammasteunpunt/penprijs idem: NT&NG-profiel (9 maart): http://www.rug.nl/sciencelinx/betasteunpunt/janKommandeur Wageningen University- plantenwetenschappen- aanmelden voor 2 april: http://www.wageningenuniversity.nl/NL/Informatie+voor/Studiekiezers_BSc/profielwerkstuk/Li naeusprijs/ Voorbeeld van een wedstrijd voor een bepaald vak, in dit geval MAW: http://nvlm.nl/nvlm/activiteiten/wedstrijd/ Voor het zoeken van achtergrondinfo, analyses, updates, nieuws en opinies: De krantenbank-service die alleen op school te raadplegen is!: http://academic.lexisnexis.nl/krantenbank/advancedsearch-form/ Tenslotte: Schooltv, digitale communities en kennisnet: http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/project/1860015/profielwerkstuk/2157356/nederlands/item/ 1878526/onderzoek-doen/ http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/project/1860015/profielwerkstuk/2157356/nederlands/item/ 2407782/tips-voor-je-werkstuk/
25