Het Profiel GMT Competentiebeschrijving HBO Grafimediatechnologie Cohort 2004 e.v.
Hogeschool Rotterdam Media aan de Maas Auteurs: H.P. Zweers, G. den Ouden, M. van Gooswilligen, R. Slootweg
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
Inhoudsopgave 1 Competentiebeschrijving Media aan de Maas ....................................................3 1.1 Toelichting bij het competentieprofiel GMT ..................................................3 1.2 Ordening van de competenties ......................................................................5 1.2.1 Opleidingspecifieke Competenties .........................................................5 1.2.2 Clusterbrede competenties......................................................................6 1.2.3 Generieke kernkwalificaties HBO-bachelor ..........................................8 1.3 Structuur.............................................................................................................9 1.3.1 Kwaliteitseisen (algemeen)......................................................................9 1.3.2 Niveauaanduidingen .................................................................................9 2 Competentieoverzicht Grafimediatechnologie ..................................................11 2.1 Opbouw van het overzicht.............................................................................11 2.2 Overzicht van opleidingspecifieke competenties GMT (Media ontwikkelaar) ..........................................................................................................12 2.2.1 Analyseren................................................................................................12 2.2.2 Adviseren..................................................................................................14 2.2.3 Technisch ontwerpen..............................................................................16 2.2.4 Interactie / interface ontwerpen.............................................................18 2.2.5 Realiseren ................................................................................................20 2.2.6 Opleveren .................................................................................................22 2.2.7 Usability onderzoek.................................................................................24 2.2.8 Usability engineering ..............................................................................26 2.3 Overzicht van clusterbrede competenties (Projectmedewerker) ............27 2.3.1 Communiceren ........................................................................................27 2.3.2 Plannen / organiseren ............................................................................30 2.3.3 Samenwerken ..........................................................................................31 2.3.4 Ondernemen ............................................................................................33 2.3.5 Creatief probleem oplossen...................................................................34 2.3.6 Onderzoeken............................................................................................36
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
2
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
1 Competentiebeschrijving Media aan de Maas Het document Beroepsprofiel GMT is bedoeld als leidraad bij je studie Grafimediatechnologie. Het geeft inzicht in jouw toekomstige rol als media ontwikkelaar in de media-industrie. Wat wordt er van je verwacht tijdens deze opleiding? Waar werk je naar toe? En hoe zorg je ervoor dat je jezelf ontwikkelt volgens een vooropgesteld plan: je persoonlijk opleidingsplan (POP). Het opleidingsprofiel van Grafimediatechnologie (GMT) is door het ontstaan van het nieuwe cluster van de Hogeschool Rotterdam enigszins gewijzigd. Deze wijzigingen hebben betrekking op alle cohorten die vanaf 2004 de opleiding zijn gestart. Binnen twee jaar zal de opleiding zijn aangepast naar het model zoals is terug te lezen in het Onderwijskundig visiedocument van het cluster Media aan de Maas1. De wijziging t.o.v. het vorige profiel heeft vooral te maken met een aanscherping van het opleidingsprofiel richting de techniek. Dit profiel geeft richting aan je studie en gebruik je in je gesprekken met de Studieloopbaancoach om je studie in te richten op jouw opleidingsbehoefte. Het curriculum GMT is voor een deel competentiegericht waardoor jij in staat bent om, uitgaande van je huidige competenties, gericht je opleidingsdoel voor komende periodes in te richten. Vanuit de feedback die je krijgt van docenten, bedrijfsbegeleiders en medestudenten, formuleer je een leervraag. Het kader hierbij is dit beroepsprofiel.
1.1 Toelichting bij het competentieprofiel GMT Het nieuwe profiel is gebaseerd op vier startdocumenten: - het competentieprofiel van het HBO-i-platform, - het ‘9 pillars’ model van Jesse James Garrett - de zogenaamde kernkwalificaties HBO-bachelor - de Dublin Descriptoren Deze vier documenten hebben geleid tot het GMT-beroepsprofiel. Dit profiel zal voorgelegd worden aan de Adviesraad 3 ter afstemming met de beroepsprofielen zoals die in het beroepenveld gehanteerd worden bij vergelijkbare functies. De opleiding is verantwoordelijk voor een juiste afstemming tussen deze twee profielen. Deze afstemming moet borg staan voor een curriculum dat zijn waarde kent voor zowel de student als het bedrijfsleven. Het beroepsprofiel is ingedeeld in drie rollen, die je in combinatie met elkaar uitvoert tijdens je werkzaamheden. Je hoofdrol is media ontwikkelaar, aangevuld met de rol van projectmedewerker / onderzoeker. Om je rol als media ontwikkelaar goed uit te kunnen voeren is het dus noodzakelijk om over vakkennis en vaardigheden te beschikken, maar tegelijkertijd pas je die toe in een projectteam, waar het vooral op de juiste attitude aankomt. Je vakkennis verwerf je, en je vaardigheden train je, in het zogenaamde kennisgestuurde onderwijs. Het curriculum stuurt je hiermee. Naast het kennisgestuurde onderwijs loopt het praktijkgestuurde onderwijs, waarin je aan de slag gaat met de vervaardiging van beroepsproducten, veelal in teamverband. In
1
Onderwijskundige visiedocument Media aan de Maas: http Adviesraad: een commissie samengesteld uit mensen uit het beroepenveld van de mediaindustrie 3
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
3
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
deze projecten wordt vooral gekeken naar je gedragsontwikkeling, en hoe je de kennis en vaardigheden hebt toegepast in de beroepspraktijk. Het curriculum van GMT is opgebouwd in een propedeusefase en een hoofdfase, waarbij we grofweg de leerjaren hebben gekozen als ondergrens bij een bepaald competentieniveau: - niveau 1: propedeuse gericht - niveau 2: stage gericht - niveau 3: afstuderen gericht - niveau 3+: specialisme gericht (vanuit de minor opgebouwde competenties). De propedeusefase wordt gebruikt om iedere student minimaal op het eerste niveau te krijgen. Je hebt daarvoor maximaal 2 jaar de tijd voor. Zodra je dit behaald hebt, start je hoofdfase. Daarin worden drie niveaus onderscheiden: stage(2), afstuderen(3) en minor(3 of 3+). Voor je hoofdfase staat maximaal 3 jaar4. In het curriculum zijn, volgens het ROM-model, drie leerlijnen te herkennen: - kennisgestuurde leerlijn - praktijkgestuurde leerlijn - studentgestuurde leerlijn De kennisgestuurde leerlijn omvat die modulen waarvan de opleiding vindt dat specifieke kenniscomponenten in je opleiding onder de aandacht moeten komen, en die je op een zeker niveau moet beheersen. We leren je, vanuit een beroepsituatie, kennis en vaardigheden toe te passen. Deze kennissturing is de basis om in het praktijkgestuurde deel van het curriculum toe te passen en uit te bouwen. De praktijkgestuurde leerlijn omvat al het projectonderwijs, maar ook stage en afstuderen, en je werkzaamheden in het leerwerkbedrijf van het cluster. Met name in deze leerlijn wordt je in de gelegenheid gesteld om je kennis en kunde te etaleren in een teamverband. Dat je hiermee extra vaardigheden traint mag duidelijk zijn. Tot slot is er de studentgestuurde leerlijn, waarin jij de regie krijgt over het onderwijsprogramma. Weten waar je goed in bent is hier het uitgangspunt. Koppel dit aan het beroepsprofiel en je gaat op zoek naar onderdelen van het competentieprofiel waarin je nog niet op niveau opereert. Samen met de Studieloopbaancoach vul je het onderwijsprogramma in: inschrijven voor seminars, workshops zijn enkele mogelijkheden om aan je ontwikkeling te werken.
4
Het invoeren van leerrechten kan met zich meebrengen dat je HBO-studie maximaal 5 jaar mag duren
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
4
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
1.2 Ordening van de competenties 1.2.1 Opleidingspecifieke Competenties Om de competenties van de opleidingen GMT, maar ook CMD en CDM, van het cluster Media aan de Maas te kunnen ordenen, zijn er twee modellen gehanteerd: - 9 pillars van J.J. Garrett - werkproces (HBO-i platform) Het eerste model, het zogenaamde 9 pillars model van Garrett 5, is gebruikt om de drie opleiding ten opzichte van elkaar te positioneren.
De verschillende opleidingen zijn als volgt geordend: - Communicatie Digitale Media heeft zijn focus op de pillars Content Strategy en Content Production. De volgende beroepsrol is in deze opleiding te herkennen: communicatie adviseur, - Communicatie & Multimedia Design heeft zijn focus op de pillars Site Strategy, Abstract Design en Concrete Design. De volgende beroepsrollen zijn in de opleiding te herkennen: product developer, interaction designer en visual interface designer, - Grafimediatechnologie heeft zijn focus op de pillars Technology Strategy en Technology Implementation. De volgende rol wordt in de opleiding GMT herkend: media ontwikkelaar. Dat elke opleiding een focus heeft bij een aantal pillars, wil niet zeggen dat per opleiding de andere pillars ongemoeid worden gelaten. Ook vanuit de andere pillars worden onderwerpen belicht. Zeker bij projectonderwijs kom je in aanraking 5
9 pillars , Jesse James Garrett, http://adaptivepath.com/publications/essays/archives/000242.php
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
5
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
met andere disciplines, en zal je bekend raken met andere methodieken om zaken uit te werken. Het model zoals op de vorige pagina is te zien, geeft ook aan dat vanuit elke ‘pillar’ een raakvlak is met een aantal andere ‘pillars’. Dit geeft aan dat je met andere beroepsrollen te maken krijgt bij de uitvoering van je werkzaamheden. Overleg en samenwerking ligt hier voor de hand. Uiteindelijk ben je lid van een multidisciplinair team.
1.2.2 Clusterbrede competenties Alle opleidingen richten zich ook op de pillars User Research en Projectmanagement. Dit wordt voor een groot deel vertaald in een clusterbreed opleidingsprogramma dat hier aandacht aan besteedt. Het clusterbrede onderwijsprogramma is opgebouwd uit de volgende leerlijnen: - ABV: algemene beroepsvaardigheden, waar je getraind wordt in de communicatieve vaardigheden, maar ook samenwerken. - Projecten: tijdens projecten leer je andere zaken dan de zogenaamde vakinhoudelijke zaken. Hier leer je samenwerken, plannen, organiseren. - MEDMEC: om je volledig te ontplooien is er een aparte leerlijn Media en Creativteit ontwikkeld. De manier waarop je tot oplossingen komt vraagt creatief vermogen. De modulen MEDMEC dagen je uit om zowel je creatieve als je ondernemende vermogen uit te bouwen. - SLC: het uiteindelijke cement van de onderwijsmodulen is de SLC-lijn. In deze module werk je samen met een SLC (studieloopbaancoach) en medestudenten aan je eigen ontwikkeling. Leidraad is het competentieprofiel, en samen werk je aan de ontwikkeling van de verschillende competenties. Jijzelf zorgt er daarbij voor dat je de ontwikkeling in kaart brengt: via feedback van docenten, praktijkbegeleiders en medestudenten formuleer je voor jezelf leervragen ((meta)-zelfreflectie). Ook het voorbereiden op een volgende fase in je carrière hoort bij SLC thuis. Bij de uitvoering van werkzaamheden worden in de praktijk allerlei beroepsproducten ontwikkeld. Per opleiding zijn deze beroepsproducten gebruikt als uitgangspunt bij de formulering van de competenties en de inrichting van het onderwijs. Deze vindt je dus ook terug in de competentiebeschrijvingen, met daarin aangegeven welke criteria er gelden voor zowel proces als product. Ook is er een competentie-niveauaanduiding achtergeplaatst, variërend van 1 tm. 3.
Het tweede model om de competenties te ordenen is het werkproces wat algemeen geldend is in de media industrie, en wat voor een deel ook is terug te lezen in het competentieprofiel volgens het HBO-i platform. Dit laatste profiel is de laatste jaren door GMT gebruikt om de competenties te ordenen. GMT is immers ontstaan uit een van de ICT opleidingen van de Hogeschool Rotterdam. Competentie
Beroepsproducten
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
6
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Analyse
Advies Ontwerp
Realisatie
Oplevering
Usability
Projectbeheersing
Media aan de Maas
Probleemanalyse Taakanalyse Doelgroepanalyse Informatieanalyse Risicoanalyse Impactanalyse Pakket van Eisen Adviesrapport Presentatie Informatie ontwerp Functioneel ontwerp Technisch ontwerp Database ontwerp Flowchart Wireframes Design document Prototype Debug test (Deel)producten: Website (interactief) DVD / Interactieve video / TV streams Applicatie (web/mobiel) Simulatie / game (2D/3D) Eindproduct Implementatie handleiding Gebruikershandleiding Technische documentatie Persona’s Wireframe testing Gebruikerstest Prototype testing Paper prototype Debrief Plan van aanpak Planning Schriftelijke communicatie (agenda/notulen/rapportages) Nacalculatie Evaluatie
De eerste vijf stappen vormen het werkproces van een GMT-er, de laatste twee stappen (usability / projectbeheersing) zijn continue aanwezig tijdens het werkproces.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
7
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
1.2.3 Generieke kernkwalificaties HBO-bachelor Elke HBO-opleiding in Nederland dient zich te richten op de hieronder vermelde kernkwalificaties. De 10 generieke kernkwalificaties HBO-bachelor (inclusief Dublin-descriptoren) zijn: A1: Brede professionalisering A2: Multidisciplinaire integratie A3: (Wetenschappelijke) toepassing A4: Transfer en brede inzetbaarheid A5: Creativiteit en complexiteit in handelen A6: Probleemgericht werken A7: Methodisch en reflectief denken en handelen A8: Sociaalcommunicatieve bekwaamheid A9: Basiskwalificering voor managementfuncties A10: Besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid Deze kernkwalificaties zijn bedoeld om het HBO-niveau te waarborgen. De verschillende deelkwalificaties die hieronder vallen worden uitgewerkt in proces- en kwaliteitseisen per beroepscompetentie. Deze kwaliteitseisen borgen het uiteindelijke niveau van de beroepsbeoefenaar: hoe je tot bepaalde producten komt (proces) bepaalt voor een groot deel impliciet de kwaliteit van het opgeleverde beroepsproduct. De Dublin Descriptoren worden door de Hogeschool Rotterdam in een bijlage uitgebreider beschreven. De opleiding stelt zichzelf tot taak je op te leiden tot een professionele beroepsbeoefenaar. De professionaliteit willen we enerzijds waarborgen door het curriculum zodanig op te zetten dat je voldoende kennis en vaardigheden verwerft. Dit organiseren we zo veel mogelijk via beroepsgerelateerde opdrachten en cases. Anderzijds willen we de professionaliteit ook via je beroepshouding tot uitdrukking laten komen: je attitude en sociaalcommunicatieve vaardigheden spelen hier een belangrijke rol, maar ook creativiteit en probleemgericht werken. Deze laatste component van je beroepsopleiding willen we borgen via de zogenaamde algemene beroepscompetenties. Deze competenties zijn te ordenen volgens de twee clusterbrede pillars: 1. projectmanagement: - communiceren (schriftelijk / mondeling / NED/ENG) (A1, A2, A4, A8) - plannen / organiseren (A9) - samenwerken (A9) - ondernemend (A1) 2. (user) research: - creatief probleem oplossen (A3, A5, A6, A7) - onderzoeken (A3, A7) Opgemerkt moet worden dat de algemene beroepscompetenties zich uiteraard voordoen in alle pillars. Voor een aantal competenties kan gesteld worden dat de focus in een van beide pillars liggen, maar dat ze weldegelijk ook in andere pillars voor komen. Het clusterbrede onderwijsprogramma moet zorgen voor de basis van deze competenties. Dit programma bevat onder andere de volgende onderdelen, ABV, Media en creativiteit, Projectonderwijs (projecten, stage, leerwerkbedrijf, afstuderen). Deze competenties worden met name in de projecten doorontwikkeld.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
8
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
1.3 Structuur De volgende beschrijvingen zijn nodig voor het beroepsprofiel van de (major) GMT-er, en hebben de volgende structuur:” 1. Rol in het beroep: welke rol neem ik in vanuit mijn opleiding? 1.1 Domein / pillars: vanuit welk domein / pillar opereer ik? 1.1.1 Domeinspecificatie/competentie: welk gedrag/handelingen vertoon ik in deze competentie? Deze indeling geeft voor de media ontwikkelaar een overzicht van 14 beroepscompetenties die elk via een korte toelichting verder aangeduid worden. In de beschrijving is ook te lezen welke specifieke eisen er gesteld worden rond: z gedrag: elke competentie is terug te herleiden tot de bouwstenen (algemeen/beroep) zoals die opgesteld zijn in overleg met bedrijfsleven z beroepsproducten: per competentie is helder beschreven aan welke beroepsproducten je werkt z kwaliteitseisen: welke kwaliteitseisen er gesteld worden aan zowel proces als product worden per competentie beschreven. De algemene kwaliteitseisen worden in de volgende paragraaf uitgewerkt. Het proces om tot een bepaald product te komen is vaak ook kenmerkend voor het niveau waarop je opereert. Dit heeft te maken met mate van complexiteit en context waarin het product is vervaardigd.
1.3.1 Kwaliteitseisen (algemeen) De algemeen geldende kwaliteitseisen aan product en proces zijn per competentie verder uitgewerkt. Hierbij ligt de nadruk op hoe je met bronnen en documentatie bent omgegaan. Op welke wijze documenteer je? Voldoe je aan gangbare eisen: hieronder vallen vorm- stijleisen (accesability), en in sommige gevallen misschien zelfs ISO-standaarden (bv. ISO 9241-11:1998 Part 11).
1.3.2 Niveauaanduidingen De niveaus van de competenties zijn voor een deel gerelateerd aan het opleidingscurriculum. Dit houdt in dat de niveaus het leerjaarmodel volgen. Dit houdt niet in dat elke student zich niet op een hoger niveau kan ontwikkelen dan hier onder beschreven. De indeling geeft de ondergrens aan, waaraan elke student op een gegeven moment in de studie zou moeten functioneren: Niveau 1: < propedeuse gericht> Steekwoorden: kennis maken met / theorie. Theorie kennen hoogste prioriteit. Het project is beperkt en gestuurd. Kennis van de meest gangbare technieken/ talen / methodes. Niveau 2: < stage gericht> 2a: competent vanuit de opleiding 2b: competent vanuit bedrijfssituatie Steekwoorden: kleinschalig, zelfstandig, verbreding. Theorie toepassen en beslissingen nemen in een beperkt (kleinschalig, niet complex) project. Keuzes verantwoorden. Toevoegen van complexere onderdelen van technieken / talen / methodes.
Niveau 3: < afstuderen gericht >
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
9
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
3a: competent vanuit de opleiding 3b: competent vanuit bedrijfssituatie Steekwoorden: ervaring, flexibiliteit, inzicht, kiezen uit de mogelijkheden. Realistische projecten behandelen. Complexe/grootschalige theorieën combineren en toepassen waarbij alle aspecten worden meegenomen zoals die ook in de realiteit gelden (zoals kostenplaatje, testing, oplevering, werking etc). Volledig zelf verantwoordelijk voor alle stappen/keuzes die gemaakt worden. De meest complexe onderdelen van technieken / talen / methodes toevoegen. Niveau 3+: < specialisme gericht > (alleen voor ‘verdiepende differentiaties’) steekwoorden: verdiepend, specialistisch.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
10
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2 Competentieoverzicht Grafimediatechnologie 2.1 Opbouw van het overzicht Hieronder is het overzicht van de 8 GMT-competenties, en de 6 clusterbrede competenties te lezen. Elke competentie wordt in een aparte paragraaf beschreven. Rol
Domein / pillar
1. Media ontwikkelaar
1.1 Technology Strategy
1.2 Technology Implementation
1.3 User research 2. Project medewerker
2.1 Projectmanagement
3. Onderzoeker
3.1 (User) research
Domeinspecificatie/competentie (bouwsteen) 1.1.1 Analyseren 1.1.2 Adviseren 1.1.3 Technisch ontwerpen 1.2.1 Interactie / Interface ontwerpen 1.2.2 Realiseren 1.2.3 Opleveren 1.3.1 Usability onderzoek 1.3.2 Usability engineering 2.1.1 Communiceren 2.1.2 Plannen / organiseren 2.1.3 Samenwerken 2.1.4 Ondernemen 3.1.1 Creatief probleem oplossen 3.1.2 Onderzoeken
De indeling zoals hierboven weergegeven suggereert dat de twee (drie) rollen apart uitgevoerd kunnen worden, terwijl de beroepspraktijk anders is. In de meeste gevallen werk je als media ontwikkelaar in een multidisciplinair team, wat impliceert dat je dus ook als projectmedewerker actief bent. Hieruit mag je concluderen dat je rol altijd media ontwikkelaar is, waarbij deze aangevuld wordt met je rol als projectmedewerker. Vanuit het 9 pillars-model van Garrett is af te leiden dat de opleidingen GMT, CMD en CDM elkaar aanvullen. Het zwaartepunt van de opleiding GMT ligt in de pillars Technology Strategy en Technology Implementation, alsook User research en Projectmanagement. Dit neemt niet weg dat je vanuit je rol als media ontwikkelaar ook actief bent in de overige pillars. Je maakt kennis met deze domeinen, vanwege het multidisciplinaire karakter van de opleidingen, maar ook omdat bij kleinschalige projecten je vaak ook werkzaamheden uitvoert die gelegen zijn in deze pillars.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
11
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.2 Opleidingspecifieke competenties GMT (mediaontwikkelaar) 2.2.1 Analyseren Rol : Media ontwikkelaar (1) Domein/pillar : Technology Strategy (1.1) Competentie : Analyseren (1.1.1) Competentiebeschrijving Je voert een analyse uit van processen, producten en informatiestromen in hun onderlinge samenhang en de context van de omgeving die gerelateerd is aan het (media) product of producten. Korte toelichting Je bent in staat om de behoeften, doelstellingen en wensen van de gebruiker, leidinggevenden en opdrachtgever objectief te inventariseren, verhelderen, (her-) definiëren en uiteindelijk te communiceren. Voordat een mediaproduct ontwikkeld kan worden is er een probleemanalyse uitgevoerd, vaak in overleg met andere betrokken deskundigen uit het werkveld. In een volgende stap zal er een beeld gevormd moeten worden van de toekomstige gebruikersgroep (doelgroepanalyse). Je hebt de beschikking over een doelgroepbeschrijving, vaak ook beschreven in de vorm van zogenaamde persona's. Daarmee ga je samen met de communicatiemedewerker en de product developer/interaction designer aan de slag om tot een totaalbeeld te komen van het probleem en mogelijke oplossingen. Hierbij maak je ook gebruik van een zogenaamde taakanalyse, die beschrijft wat de doelgroep met het mediaproduct moet kunnen uitvoeren. Deze analyses hebben betrekking op een aantal aspecten, zoals gebruikersbehoefte, financiële en economische ontwikkelingen, maar ook technologische ontwikkelingen. Je bent in staat een onderzoek op te stellen naar de haalbaarheid van een te ontwikkelen mediaproduct, waarbij je rekening houdt met (bedrijfs-)cultuur, financiële mogelijkheden en technische haalbaarheid. Je bent in staat om een SWOT-analyse uit te voeren voor een bedrijf rond de PD/M-combinatie (product-dienst-markt) van dat bedrijf. Je analyse wordt uiteindelijk vertaald in een zogenaamd pakket van eisen. Het pakket van eisen beschrijft de (bedrijfs-)processen en omvat zowel technische als (niet-)functionele eisen. Interactievormen worden in deze fase toegelicht middels professionele documentatie zoals bijvoorbeeld UML-diagrammen.
Beroepsproducten z probleemanalyse z SWOT-analyse z taakanalyse z doelgroepanalyse z procesanalyse z procesomschrijving z risicoanalyse z impactanalyse z pakket van eisen Criteria ten aanzien van het proces z heldere procesomschrijving en procesanalyse opstellen (1) z een onderzoek uitvoeren in een beperkte situatie (1)
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
12
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
z z z z z
z z z z
Media aan de Maas
gebruik maken van statische beschrijvingsmethoden (1) een onderzoek naar proces uitvoeren, zowel kwantitatief als kwalitatief een logische vragenlijst op te stellen o.b.v. missende details (2) analyse en modellen terug te koppelen naar klant en gebruikers (1), daarbij rekeninghoudend met de belevingswereld van zijn publiek (2) het toepassen van professionele gereedschappen om te komen tot een kwalitatief hoogstaande analyse (2) methodisch handelen, waarbij beheersmethodieken centraal staan (3) meerdere verschillende bedrijfsprocesanalyse-methoden kunnen toepassen (3) keuze verantwoorden van de bedrijfsprocesanalysemethode (3) een onderzoek ontwerpen en opzetten binnen een organisatie (3) (kiezen uit en kennis hebben van begrippen als: kwalitatief / kwantitatief)
Criteria ten aanzien van het product z specificaties op stellen aan de hand van de S.M.A.R.T.-methodiek (1) z een analyse modelleren in diagrammen (1) z specificaties indelen op functioneel / niet-functioneel niveau (1) z eisenpakket opmaken a.d.h.v. eenvoudige situatieschets (1) z inzicht in context (mensen / organisatie) waarin het product effectief is (2) z de analyse modelleren in diagrammen en overzichten (2) z eisenpakket opmaken a.d.h.v. complexe situatieschets (2) z ict-deelsystemen analyseren en relatie (interfaces) tussen systemen beschrijven , en hierbij rekening houden met mensen, middelen en mogelijkheden(2) z beschrijven van de workflow in een mediabedrjif (2) z een bedrijfsprocesanalyse uitvoeren (2) z situatieschets opstellen van het complex probleem (3) z formuleren van onderbouwde verbetervoorstellen voor een PD/M-combinatie van een mediabedrijf (3) z oplossingen formuleren die innovatief karakter in zich dragen (3) Kwaliteit van het resultaat z voldoet aan vorm- en stijleisen van het beoogde product z is in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven z is voldoende gericht op doelgroep en het doel z geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date z bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst z bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
13
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.2.2 Adviseren Rol : Media ontwikkelaar (1) Domein/pillar : Technology Strategy (1.1) Competentie : Adviseren (1.1.2) Competentiebeschrijving Je formuleert op basis van een analyse en in overleg met stakeholders een onderbouwd advies voor de herinrichting van processen en of informatiestromen en voor een nieuw te ontwikkelen of aan te schaffen (media) product. Je betrekt hierin financiële aspecten, tijdsaspecten, de organisatie(verandering), haalbaarheid, risico`s en mogelijkheden voor outsourcing. Korte toelichting Om duidelijkheid te brengen in een project en zekerheid te bieden aan de klant dat aan zijn wensen voldaan wordt, wordt er binnen een mediabedrijf gewerkt aan een advies op maat. De klant heeft een duidelijk beeld met betrekking tot vormgeving en het gemak dat het nieuwe product moet brengen, maar is niet in staat om technische aspecten en eventuele extra kaders te overzien. Ter ondersteuning van eventuele keuzes die worden gemaakt heeft het mediabedrijf een analyse gemaakt van de organisatie bij de klant en zaken die gerelateerd zijn aan het nieuw te brengen product. Op basis van de gemaakte analyse moeten er een presentatie en adviesrapport komen waarin een definitief advies wordt gebracht aan de klant. De media ontwikkelaar heeft de verantwoordelijkheid om in kaart te brengen welke kaders spelen bij de klant en die van invloed zijn op de ontwikkeling en het uiteindelijke gebruik van het nieuwe product. Aan de hand van de reeds bestaande analyse maakt de media ontwikkelaar beslissingen rekening houdend met zaken als: financiën, bedrijfscultuur, haalbaarheid, beschikbare ontwikkeltijd, doel en doelgroep, outsourcing, geografische aspecten etc. Naast de informatie die beschikbaar is over de situatie bij de klant en zijn wensen, kent de media ontwikkelaar de markt en de standaarden / standaard oplossingen die daarin worden gebruikt. De media ontwikkelaar is in staat voor een bedrijf P/D/M-combinatie te onderzoeken en daarover een advies uit te brengen hoe het mediaproduct een aanvulling/verbetering kan zijn op het bestaande pakket van producten en diensten. De media ontwikkelaar heeft, samen met de product developer, een SWOT-analyse uitgevoerd. Uiteindelijk is de media ontwikkelaar de verantwoordelijke die in verder overleg met de klant of superieuren komt tot een definitief rapport waarin de meest passende oplossing voor de klant wordt gecommuniceerd. Naast dit advies bereidt de media ontwikkelaar een aantal alternatieven voor, ingeval de klant zijn wensen en eisen bijstelt. De media ontwikkelaar is schrijver, co-schrijver of in ieder geval één van de auteurs van het rapport dat wordt opgeleverd en zorgt ervoor dat de schrijfwijze en stijl volledig aansluiten bij zijn publiek en doelgroep. Daarnaast is de media ontwikkelaar in staat om het advies en de daarbij behorende argumentatie in een presentatie te verwerken. Deze presentatie zal door zijn manager worden gebruikt om uiteindelijk de klant te adviseren over de optimale vorm van het te maken product.
Beroepsproducten z adviesrapport z presentatie Criteria ten aanzien van het proces
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
14
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
z in staat zijn om advies uit te brengen (geschreven / gesproken) aan de hand van een geschreven vraagstelling (1) z in staat om advies uit te brengen op basis van beperkte klantgesprekken, waarin de leiding genomen wordt in het verhelderen van de nodige aspecten voor een duidelijk advies (2) z in staat om advies uit te brengen over technische problemen (keuzes kunnen maken tussen technische oplossingen en deze duidelijk communiceren binnen de beleving van de doelgroep) (2) z onderzoek doen en op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen, o.a. op het gebied van nieuwe ontwikkelomgevingen / frameworks / programmeertalen voor vernieuwing en innovatie (3) z Alternatieven in kaart brengen (outsourcing, verschillende budgetten) (3) Criteria ten aanzien van het product z kennis hebben van de meest gangbare ontwikkelomgevingen / frameworks / programmeertalen, kennis van de sterktes en zwaktes van elk (2) z uitgebracht advies houdt rekening met (3): c Uitkomst analyse / Pakket van eisen c Financiële aspecten c Organisatie / veranderingen in de organisatie / bedrijfscultuur c Haalbaarheid c Tijdsaspecten c Beperkingen / mogelijkheden van geografische locatie c Alternatieven in kaart brengen (outsourcing, verschillende budgetten) c Vernieuwing / innovatie Kwaliteit van het resultaat z voldoet aan vorm- en stijleisen van het beoogde product z is in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven z is voldoende gericht op doelgroep en het doel z geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date z bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst z bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
15
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.2.3 Technisch ontwerpen Rol : Mediaontwikkelaar (1) Domein/pillar : Technology Strategy (1.1) Competentie : Technisch ontwerpen (1.1.3) Competentiebeschrijving Je ontwerpt een (media) product op basis van een architectuurbeschrijving (informatie/software/technische infrastructuur) en specificaties, in samenhang met een analyse en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie & beheer. Korte toelichting Bij het ontwerpen geef je vorm aan bijvoorbeeld databases en ‘object georiënteerde code’. Je leert verschillende modelleringtechnieken om de werking van het te ontwikkelen product duidelijk te maken. Je maakt gebruik van vastgelegde standaarden om het ontwerp zodanig vorm te geven dat voor alle betrokkenen duidelijk is hoe het uiteindelijke product er uit gaat zien en wat het allemaal zou moeten kunnen. In samenwerking met de Product Developer (CMD) en de Communicatie deskundige (CDM) bepaal je een strategie om te komen tot de beste oplossing, die rekening houdt met zowel gebruikers als eisen op het gebied van budget (financieel, tijd) en techniek. Daarbij kan je kiezen uit meerdere ontwerpmethodieken en bepaal je in overleg welke methodiek het beste is in de gegeven situatie. Beroepsproducten z taakbeschrijving z informatie ontwerp z functioneel ontwerp z technisch ontwerp z database ontwerp z flowchart z wireframes z design document z UML: Use Case, Class diagram, Sequence diagram, State-Transition Diagram Criteria ten aanzien van het proces z in staat zijn om uit een simpele situatieschets direct de nodige ontwerpen te maken voor een media- en / of softwareproduct (1) z in staat zijn om , in overleg met de Product Developer en Interaction Designer, technische specificaties op te stellen van een deelproces in een complex informatiesysteem(1) z gebruik maken van zowel objectgeoriënteerde (UML) als relationeel georiënteerde (ERD) schematechnieken (1) z meerdere ontwerpmethoden en -technieken kennen en minimaal een ontwerpmethode/-techniek toegepast hebben (1) z in staat zijn om aan de hand van de opgestelde specificaties, in samenhang met analyserapport en adviesrapport het ontwerp van een media- en / of softwareproduct op te stellen (2) z meerdere ontwerpmethoden en technieken kunnen toepassen (2) z beschrijven van interfaces tussen systemen en daarbij onderscheidt maken tussen functionele, niet-functionele en technische eisen z in staat om in samenspraak met de opdrachtgever specificaties op te stellen van een complex informatiesysteem (3)
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
16
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
z in staat om een beargumenrteerde keuze te maken tussen een of meerdere ontwerpmethodieken (3) z in staat om de integratie met bestaande (deel-)systemen te organiseren (3) Criteria ten aanzien van het product z kent de verschillende gebieden die moeten worden ontworpen bij een mediaen / of softwareproduct (1): c Database c Software / Logic c GUI / Grafische vormgeving zijn herkenbaar verwerkt z bevat de verschillende ontwerpproducten die worden verwacht bij en mediaen / of softwareproduct (1) z het ontwerp en de daarbij behorende principes die zijn ontwikkeld, zijn vastgelegd in een Design Document (overeenkomstig de gestelde kaders en standaarden voor dit document) (2) z Design Document bevat de volledige specificaties voor realisatie- en opleveringsfasen (3) z het ontwerp afstemmen op bestaande (deel-)systemen Kwaliteit van het resultaat z technische beschrijvingen voldoen behalve aan inhoudelijke eisen en gebruik van modelleringtechnieken ook aan vorm- en stijleisen van het beoogde product z is in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven z is voldoende gericht op doelgroep en voldoet volledig aan de requirements (PvE) z geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date z bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst z bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
17
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.2.4 Interactie / interface ontwerpen Rol : Mediaontwikkelaar (1) Domein/pillar : Technology Implementation (1.2) Competentie : Interactie / interface ontwerpen (1.2.1) Competentiebeschrijving Je ontwerpt interacties en interfaces voor een (media) product op basis van opgestelde specificaties, in samenhang met een analyse en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie & beheer. Toelichting Het terrein van interactie en interfaces beslaat alles wat met eindgebruik(ers) te maken heeft. De mediaontwikkelaar zal zich via diverse onderzoeksmethoden het gebruikersprofiel eigen maken. Bij de onderzoeksmethoden wordt onderscheid gemaakt in het analyseren van de doelgroep, het vaststellen van de gewenste of reeds bestaande functionaliteiten (met name de usability requirements) van een mediaproduct, het ontwikkelen van interactiemodellen, en deze via diverse testomgevingen valideren of afstemmen op de doelgroep. De uitkomst van dit traject zijn interfacevoorstellen die de interactie ondersteunen in het gebruik. Samen met de Interaction Designer en de Visual Interface Designer kom je tot een werkbare oplossing vanuit zowel technisch als esthetisch oogpunt. Beroepsproducten z paperprototype z schetsvoorstellen z prototype z taakbeschrijving z informatieontwerp z flowchart z wireframes z design document z UML: Use Case, Sequence diagram, State-Transition Diagram z Huisstijlgids Criteria ten aanzien van het proces z in staat zijn om uit een simpele situatieschets direct de nodige ontwerpen te maken voor een media- en / of softwareproduct (1) z in staat zijn om aan de hand van de opgestelde specificaties, in samenhang met analyserapport en adviesrapport het ontwerp van een media- en / of softwareproduct op te stellen (1) Criteria ten aanzien van het product z het interactie- / interfaceontwerp bevat een volledige uitwerking van de specificaties uit de analysefase (2) z de usability- en functionele specificaties komen volledig terug in het ontwerp (3)
Kwaliteit van het resultaat z technische beschrijvingen voldoen behalve aan inhoudelijke eisen en gebruik van modelleringtechnieken ook aan vorm- en stijleisen van het beoogde product
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
18
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
z is in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven z is voldoende gericht op doelgroep en voldoet volledig aan de requirements (PvE) z geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date z bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst z bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
19
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.2.5 Realiseren Rol : Mediaontwikkelaar (1) Domein/pillar : Technology Implementation (1.2) Competentie : Realiseren (1.2.2) Competentiebeschrijving Je bouwt en implementeert (media) producten op basis van een functioneel en technisch ontwerp en binnen de gestelde kaders voor kwaliteit, testen, beveiliging, doorlooptijd, budget en exploitatie & beheer. Toelichting Je hebt kennis van diverse ontwikkelomgevingen / frameworks / programmeertalen, voornamelijk op niveau van syntaxis, inhoud van libraries, toepasselijke design patterns en best practices voor de gekozen omgeving. Je bent in staat om deze kennis toe te passen om het ontwerp daadwerkelijk te realiseren en te implementeren. Je werkt volgens de principes prototyping, round-trip engineering en reverse-engineering. Je bent in staat om deze principes in te zetten tijdens de realisatie, indien noodzakelijk. Bij de realisatie van het mediaproduct spelen vakkennis en teamgeest een belangrijke rol. Om te komen tot een kwalitatief hoogstaande product werk je nauw samen met de Product Developer, Visual Interface Designer (CMD). Beroepsproducten z interactieve website z webapplicatie z webservices z DVD z Game z Mobiele applicatie Criteria ten aanzien van het proces z toepassen van diverse ontwikkelomgevingen / frameworks / programmeertalen, voornamelijk op niveau van syntaxis, inhoud van libraries, toepasselijke design patterns en best practices voor de gekozen omgeving z toepassen van termen / principes zoals: prototyping, round-trip engineering en reverse-engineering. Student is tevens in staat om deze principes in te zetten tijdens de realisatie, indien noodzakelijk Moet student bijv. bij Games de pedagogische functies ook ontwikkelen danwel samenwerken met een pedagoog? (zie visie Van Veen)? Criteria ten aanzien van het product z in staat zijn om (eigengemaakt) ontwerp (‘van scratch af’) te implementeren en te testen z in staat zijn om een bestaand product of deelproduct aan te passen / uit te breiden, aan de hand van een ontwerp z in staat zijn om technische documentatie te vervaardigen voor zowel de programmeercode als voor het beschrijven van de exacte implementatie van non-triviale principes uit het Design Document. Kwaliteit van het resultaat: z voldoet aan vorm- en stijleisen van het beoogde product z voldoet volledig aan de eisen uit technisch ontwerp resp. interactie- of interfaceontwerp
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
20
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
z is in voldoende mate getest z is in voldoende mate gedocumenteerd z de bijbehorende documentatie in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven z geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date z bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst z bevat toelichting en verantwoording van keuzes en (test-)methodieken.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
21
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.2.6 Opleveren Rol : Mediaontwikkelaar (1) Domein/pillar : Technology Implementation (1.2) Competentie : Opleveren (1.2.3) Competentiebeschrijving Je houdt bij het adviseren, ontwerpen en realiseren rekening met het beheer en onderhoud van (media) producten. Je zorgt voor invoeren, testen, integreren en inbedrijfstelling van een nieuw(e release van een) (media)product. Toelichting Bij de oplevering van een mediaproduct ben je verantwoordelijk voor het integreren en de inbedrijfstelling van het product. Je zorgt voor een omgeving waarin het product goed kan functioneren, zowel op technisch gebied als op gebruikersniveau. De oplevering omvat ook de benodigde documentatie voor onderhoud en ondersteuning van het mediaproduct. Je zorgt voor invoeren, testen, integreren en inbedrijfstelling van een nieuw(e release van een) (media)product. Verleent diensten die zijn overeengekomen ( in bv. een Service Level Agreement) binnen de gestelde kaders voor kwaliteit en financiën. Je zorgt in samenhang met ontwerp en bouw voor het onderhoud van (media) producten. Beroepsproducten z implementatieplan z gebruikershandleiding z technische documentatie z service level agreement z eindproduct Criteria ten aanzien van het proces: z kennen en hanteren van algemene methoden / principes die gangbaar zijn bij het testen van softwareproducten z in staat zijn om een acceptatietest uit te voeren op een product en kennis hebben van belangrijke aspecten die daarbij komen kijken z in staat zijn om afspraken te maken over opleveringen en het bieden van ondersteuning op een eigengemaakt product (=implementatieplan) z toepassen van verschillende besturingssystemen: Windows Server, Windows Mobile, Linux, Unix, MacOS voor opzetten/installatie van (media)producten en testomgevingen / ontwikkelomgevingen z toepassen van het opzetten van gestructureerde omgevingen voor het delen van digitale bestanden, binnen een project / binnen een organisatie Criteria ten aanzien van het product: z is volgens vastgestelde standaarden getest, houdt rekening met aspecten als: c Correctheid, compleetheid c Usability c Pakket van eisen (requirement tracing / acceptatietest) c Beveiliging c Acceptatiecriteria z wordt opgeleverd volgens implementatieplan z gebruikersdocumentatie is afgestemd op doelgroep en uitgevoerde taakanalyse
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
22
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
Kwaliteit van het resultaat z voldoet aan vorm- en stijleisen van het beoogde product z voldoet volledig aan de eisen uit technisch ontwerp resp. interactie- of interfaceontwerp z is in voldoende mate getest z is in voldoende mate gedocumenteerd z de bijbehorende documentatie in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven z geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date z bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst z bevat toelichting en verantwoording van keuzes en (test-)methodieken.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
23
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.2.7 Usability onderzoek Rol : Mediaontwikkelaar (1) Domein/pillar : User research (1.3) Competentie : Usability onderzoek (1.3.2) Competentiebeschrijving Je betrekt in het gehele ontwikkeltraject op gestructureerde wijze de gebruiker en draagt er zorg voor dat zijn mening wordt gehoord en aan zijn wensen wordt voldaan waar mogelijk (naast de eisen van de klant/opdrachtgever). Toelichting Je hanteert diverse usability testmethoden om in elk stadium van de ontwikkeling de noodzakelijke feedback te krijgen. Uiteraard bedenk je van te voren welke testmethoden je wilt gaan toepassen en zou moeten toepassen en verwerkt de verkregen resultaten tot minimaal een concrete aanbeveling. Je blijft op de hoogte van de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van usability engineering. Het terrein van usability beslaat alles wat met gebruikersgemak te maken heeft. De mediaontwikkelaar zal zich via diverse onderzoeksmethoden het gebruikersprofiel eigen maken. Bij de onderzoeksmethoden wordt onderscheid gemaakt in het analyseren van de doelgroep, het vaststellen van de gewenste of reeds bestaande functionaliteiten (met name de usability requirements) van een mediaproduct, het ontwikkelen van interactiemodellen, en deze via diverse testomgevingen valideren of afstemmen op de doelgroep. Van de mediaontwikkelaar mag worden verwacht dat deze de juiste houding heeft ontwikkeld daartoe behoort het omgaan met en analyseren van de doelgroep resp. de gebruikers. Daarbij is het nodig dat hij vaardigheden toepast om gebruikersbehoeften in kaart te brengen (interviewtechnieken, actief luisteren). Hij zal ook in staat moeten zijn om zijn ervaringen met anderen te delen, hen te inspireren en als rolmodel te kunnen functioneren. Hij moet een proactieve, ontwikkelingsgerichte aanpak hebben in het verder ontwikkelen van media, zich aan structuren houden die met elkaar zijn afgesproken, daar mede vorm aan geven, er kritisch naar kijken en streven naar ontwikkeling. Beroepsproducten z doelgroepanalyse z taakanalyse z onderzoeksopzet z vragenlijst z taakscenario’s z onderzoeksrapport z verbetervoorstellen Criteria ten aanzien van het proces: z tijdens interviews (of het opstellen van vragenlijsten) met toekomstige gebruikers van het product aannemen van een neutrale opstelling? z een proactieve houding naar (toekomstige) gebruikers z actief luisteren z in rapportages kom je neutraal over z buiten het eigenlijke product nadenken over usability aspecten, in de vorm van de omgeving, installatie, configuratie en onderhoud z het terugkoppelen van testresultaten met de testpersonen om te verifiëren of de testresultaten overeenkomen met de gebruikerswensen
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
24
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
Criteria ten aanzien van het product z de doelgroep is beschreven aan de hand van een uitvoerige doelgroepanalyse z de doelgroep is objectief beschreven volgens gestructureerd format (je maakt gebruik van tabellen, diagrammen etc.) z het kunnen beschrijven van de gebruikersbehoeften z het kunnen formuleren van een pakket van eisen: c in staat zijn om met andere ontwikkelaars functionaliteiten met name op het oog van usability te beschrijven (te specificeren) c in staat zijn om deze functionaliteiten te onderscheiden in verschillende groepen (technische, functionele, operationele) z het kunnen afstemmen van de gebruikersbehoeften met de interfacemogelijkheden van het media product z het testen van interfacevoorstellen tijdens diverse stadia van het ontwikkelproces z standaarden hanteren voor usability en kennis hebben om tijdens elke fase van softwareontwikkeling usability engineering toe te passen z gebruikt voor het testen van usability duidelijke en gestandaardiseerde testvormen en testmethoden z het vertalen van testresultaten naar verbetervoorstellen van de interface en interactie Kwaliteit van het resultaat z voldoet aan vorm- en stijleisen van het beoogde product z is in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven z is voldoende gericht op doelgroep en het doel z geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date z bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst z bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
25
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.2.8 Usability engineering Rol : Media ontwikkelaar (1) Domein/pillar : User research (1.3) Competentie : Usability engineering (1.3.3) Competentiebeschrijving Je stelt de gebruiker centraal tijdens de ontwikkeling van een nieuwe (release van een) (media) product, en past de ontwikkelingsmethodiek af op gebruiker en eindproduct. Toelichting Je analyseert de doelgroep en requirements van het systeem om de uiteindelijke gebruikerservaring vorm te geven. Je controleert dit gedurende de hele cyclus van realisatie van het (media)product (analyse, advies, ontwerp, realisatie, exploitatie) en stuurt continue bij op basis van verkregen feedback en inzichten. Deze feedback en inzichten verkrijg je door op de juiste momenten usability testen uit te voeren. De uitkomst van deze testen overleg je met andere betrokkenen in het ontwikkelproces zoals interface designers en content developers. Je levert handleidingen op. Beroepsproducten z doelgroepanalyse z taakanalyse z onderzoeksopzet z vragenlijst z taakscenario’s z prototypes z onderzoeksrapport z verbetervoorstellen z gebruikershandleiding Criteria ten aanzien van het proces z buiten het eigenlijke product nadenken over usability aspecten, in de vorm van installatie, configuratie en onderhoud z ontwikkelen producten / uitwerken concepten waarin hij de gebruiker centraal stelt Criteria ten aanzien van het product z kennis hebben en toepassen van standaarden voor usability engineering tijdens elke fase van softwareontwikkeling z bij het testen van usability gebruiken maken van duidelijke en gestandaardiseerde testvormen en testmethoden tijdens elke fase Kwaliteit van het resultaat z de producten zijn gedocumenteerd z de bijbehorende documentatie in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven z geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date z bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst z bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
26
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.3 Clusterbrede competenties (Projectmedewerker) 2.3.1 Communiceren Rol Domein / pillar Competentie
: Media ontwikkelaar / Projectmedewerker (2) : Projectmanagement (2.1) : Communiceren (2.1.1)
Competentiebeschrijving De student is in staat om op een inspirerende wijze verbaal en non-verbaal te communiceren. Korte toelichting Communicatie is een essentieel onderdeel van het ontwikkelen van een multimedia product voor een klant. Het is nodig voor het binnenhalen van opdrachten, maar ook om je ideeën aan een klant te ‘verkopen’ of te verduidelijken aan het projectteam dat de uitwerking van je ideeën op zich neemt. Beroepsproducten z projectdocumentatie z presentaties (mondeling en visueel) z rapportages Criteria ten aanzien van het proces z in staat zijn om ideeën over te brengen; overtuigend een verhaal kunnen neerzetten; in staat zijn om boeiend te vertellen en ideeën over het voetlicht te brengen z in staat zijn om goed te kunnen pitchen (1) z in staat zijn om snel en assertief te reageren z in staat zijn om jezelf representatief te presenteren, passend bij het imago van/als spreekbuis van de organisatie waarvoor je werkt z in staat zijn om een goede structuur in teksten en presentaties aan te brengen z snel tot de kern weten te komen; in staat zijn om doelen te formuleren; kunnen samenvatten en in staat zijn om snel to the point te komen z in staat zijn om communicatiemiddelen (zoals telefoon/e-mail) effectief in te zetten z weten wanneer je welk middel het best kan gebruiken Criteria ten aanzien van het product Presenteren: z een presentatie houden aan de hand van een format (begin, midden, eind) (1) z een gestructureerde, heldere presentatie kunnen houden afgestemd op de doelgroep (2) z in verschillende communicatieve situaties qua stijl, inhoud contact kunnen houden met de doelgroep (presentatie, discussie, vergadering) (3) Kennisoverdracht/instrueren: z een eenvoudige instructie geven (1) z een ander teamlid op heldere wijze complexe instructie kunnen geven (2) z aan groepen complexe en heldere instructies kunnen geven (2) z een trainingsbijeenkomst kunnen verzorgen (pakkettraining), waarbij aangesloten wordt op voorkennis van de doelgroep (3) z een voorlichting geven (1) z een uitgebreide voorlichting kunnen geven (2)
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
27
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
Vergaderen: z een standpunt naar voren brengen op een vergadering (1) z doorvragen als een boodschap niet helder is (1) z inzicht hebben in vergaderprocessen en –procedures (2) z de boodschap van de ander kunnen samenvatten (2) z inzicht gebruiken in vergaderprocessen en -procedures om eindresultaat positief te beïnvloeden (3) z samenvatten wat de ander zegt en dat betrekken bij het einddoel van het gesprek (3) Argumenteren: z in verschil van mening zijn eigen mening kunnen verwoorden (1) z in verschil van mening zijn eigen mening kunnen verwoorden en beargumenteren en daarbij feiten en meningen uit elkaar kunnen houden (2) z in complexere zaken eigen mening kunnen verkondigen en beargumenteren en hiermee anderen op zelfverzekerde wijze kunnen overtuigen (3) Telefoneren/emailen: z juiste formele/informele aanspreekvorm gebruiken, tutoyeren en vousvoyeren (1) z in staat zijn om bij het presenteren van ideeën de juiste tone of voice te gebruiken z in werksituatie eigen gedrag kunnen afstemmen op gebruiken en cultuur van klant, opdrachtgever (3) Conflicthantering: z eigen emoties in een conflict zakelijk uiteen kunnen zetten (1) z aandachtspunten bij conflicthantering kennen en zich bewust van eigen emoties (2) z bemiddelen bij een conflict(3) z in een conflict op een positieve manier reageren zonder de confrontatie uit de weg te gaan (3) Solliciteren: z een sollicitatiebrief schrijven met een cv (1) z deelnemen aan een sollicitatiegesprek (2) z zelf sollicitatiegesprekken mee voorbereiden en afnemen bij teamleden (3) Schriftelijke communicatie: z Ideeën en meningen staan in begrijpelijke en correcte taal op schrift (1) z een e-mail volgens de daarvoor geldende regels kunnen opstellen (1) z de bedoeling van de indeling van de rapportopbouw kennen en begrijpen (1) z de formats van rapporten kunnen toepassen (1) z schriftelijk werk volgens standaarden kort, bondig en correct opstellen (2) z een gestructureerde zakelijke brief volgens de aangeleverde briefconventies kunnen opstellen (2) z volgens format diverse soorten notities kunnen opstellen (2) z ingewikkelde teksten kunnen vertalen in taalgebruik en niveau van de doelgroepen (3) z een onderzoeksrapport, populair wetenschappelijk artikel kunnen schrijven (3) z een beleidsnotitie kunnen schrijven (3)
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
28
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
Engelse taalbeheersing: z een (Nederlands of Engels) vaktaalartikel in het Engels kunnen samenvatten (1) z een korte voordracht kunnen geven in het Engels en/of hierin een gesprek kunnen voeren over een onderwerp uit het vakgebied (2) z een zakelijke brief en een rapport kunnen opstellen in het Engels (3)
Kwaliteit van het resultaat z de producten zijn gedocumenteerd z de bijbehorende documentatie in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven z geraadpleegde bronnen zijn betrouwbaar en up-to-date z bevat literatuurverwijzingen waar nodig en een referentielijst z bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
29
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.3.2 Plannen / organiseren Rol Domein / pillar Competentie
: Media ontwikkelaar / Projectmedewerker (2) : Projectmanagement (2.1) : Plannen / organiseren (2.1.2)
Competentiebeschrijving Je bent in staat om een ontwerpproces, met verschillende stakeholders en teamleden, zodanig te organiseren en te plannen dat het te ontwikkelen multimedia product binnen de deadline en binnen het beschikbare budget wordt opgeleverd. Korte toelichting Multimedia ontwerpers en media ontwikkelaars ontwikkelen producten of concepten in opdracht van een klant. Dat doen zij in teamverband, op basis van een offerte, en met een deadline waarop het product of concept aan de klant moet worden opgeleverd. Je bent in staat om dit proces tot een goed einde te brengen. Beroepsproducten z offerte z planning Criteria ten aanzien van het proces z betrouwbaar zijn in het nakomen van afspraken z zorgvuldig en accuraat werken z in staat zijn om benodigde resources vrij te maken en de benodigde randvoorwaarden te creëren om een product binnen een budget op te leveren z in staat zijn om je eigen werk en dat van anderen te plannen (door aan time management te doen, door prioriteiten te bepalen, door vooruit te denken en lijnen uit te zetten, door risico’s te analyseren en in te schatten, door pragmatisch te werken, door taken te verdelen). z in staat zijn om teamleden aan hun planning te houden (door uitstelgedrag van anderen te herkennen, door te controleren of afspraken worden nageleefd en teamleden daarop aan te spreken en binnen boord te houden). z in staat zijn om de relatie met de opdrachtgever te onderhouden (door op gezette tijden de voortgang van het project te bespreken en draagvlak te zoeken voor gemaakte keuzes). Criteria ten aanzien van het product z in staat zijn om een offerte te maken; kostenbewust. z in staat zijn om een planning te maken op basis van heldere mijlpalen, en realistische doelen. Kwaliteit van het resultaat z de bijbehorende documentatie in correct en aantrekkelijk Nederlands of Engels geschreven z bevat toelichting en verantwoording van keuzes en methodieken.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
30
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.3.3 Samenwerken Rol Domein / pillar Competentie
: Media ontwikkelaar / Projectmedewerker (2) : Projectmanagement (2.1) : Samenwerken (2.1.3)
Competentiebeschrijving Je herkent de kwaliteiten van anderen en van jezelf en weet deze in te zetten, je bent bereid jezelf op de achtergrond te plaatsen of kwetsbaar op te stellen ten behoeve van het gezamenlijk doel waar het team naar streeft. Korte toelichting (aanvullen) Beroepsproducten (aanvullen) z projectplan met heldere omschrijving stappen en resultaten z omschrijving projectorganisatie z voortgangsmanagement en rapportage aan opdrachtgever Criteria ten aanzien van het proces z contact maken binnen het projectteam(1) z zelfverantwoordelijk aan eigen taken werken (1) z inzicht in fases en processen in samenwerken (1) z bewust zijn van eigen rol in samenwerking en de invloed daarop op anderen (1) z anderen respecteren (1) z contact maken binnen en buiten het projectteam (2) z gezamenlijke verantwoordelijkheid dragen bij taakuitvoering (2) z tijdens evaluatie eigen functioneren en groepsfunctioneren analyseren (2) z gedrag tonen dat getuigt van het onderkennen van de gevoelens van anderen (2) z in staat zijn om in een multidisciplinaire context te werken (2) z een open houding hebben en jezelf kunnen verplaatsen in de ander (2) z onbevooroordeeld zijn (2) z actief luisteren naar anderen (door vragen te stellen in plaats van direct met oplossingen of eigen denkbeelden te komen) (2) z op basis van evaluatie acties in de toekomst genereren (3) z relaties binnen en buiten het vakgebied kunnen onderhouden (netwerken) (3) z in staat zijn om intermediair te zijn tussen mensen met verschillende achtergronden en vakgebieden (3) z actief reageren en op een constructieve wijze reageren op ideeën van anderen en aansluiten op de kennis en kunde van teamleden (3) z dezelfde taal spreken als de ander waarmee je samenwerkt en/of in staat zijn en bereid zijn om je jargon aan de ander aan te passen (3) z eigen kwaliteiten (sterktes en zwaktes) kunnen herkennen en in staat zijn om deze in te zetten ten gunste van het team (3); z in staat zijn om de kwaliteiten van je teamleden in te schatten en te benutten; je eigen tekortkomingen kunnen inschatten en de kwaliteit van anderen weten in te zetten om deze tekortkomingen te complementeren (3) z constructief meedenken met anderen en verdiepen in andermans motivaties (3) z in diverse situaties constructief gedrag tonen naar anderen en anderen daarin helpen met adviezen (3) z integer zijn; eerlijk durven te zijn over je motivaties; je kwetsbaar durven op te stellen (3)
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
31
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
z een standpunt durven in te nemen; in staat zijn om je ideeën te delen en te communiceren; een standpunt helder kunnen formuleren en in staat zijn om anderen daarvan te overtuigen, maar ook ruimte geven aan andermans ideeën (3) z in staat zijn om op constructieve wijze feedback te geven en te ontvangen; kritiek kunnen incasseren (3) z stressbestendig zijn (3) z in crisissituaties goed kunnen acteren en in staat zijn anderen te motiveren (3) z kritiek kunnen incasseren en daarop goed weten te reageren (3)
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
32
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.3.4 Ondernemen Rol Domein / pillar Competentie
: Media ontwikkelaar / Projectmedewerker (2) : Projectmanagement (2.1) : Ondernemen (2.1.4)
Competentiebeschrijving Je herkent kansen, hebt visie en kan je ideeën via ingecalculeerde risico’s (of tegenslagen) omzetten in daden. Korte toelichting (aanvullen)
Criteria ten aanzien van het proces z in staat zijn om je omgeving te analyseren en te vertalen in kansen z in staat zijn om de juiste resources te vinden en in te schakelen z kansen herkennen en scheppen; je weet niches te vinden. Je hebt een goed gevoel voor nieuwe ontwikkelingen z in staat zijn om doelen te formuleren en de focus daarop te houden z in staat zijn om knopen door te hakken z in staat zijn om pragmatisch te zijn wanneer nodig z besluitvaardig zijn z in staat om zijn een visie te formuleren en uit te dragen z durven te dromen; je durft buitenmodaal te zijn, te pionieren en innovatief te zijn; je hebt lak aan wat anderen van je denken; je vindt uitdagingen leuk. Je durft grenzen te breken, mitsen en maren los te laten, je eigen context en wereldbeeld los te laten; Je durft risico’s te nemen z in staat zijn om te netwerken; coalities smeden en draagvlak creëren; in staat om anderen te enthousiasmeren z lef, assertief en eigenwijs, durft conflicten aan te gaan, heeft initiatief en een proactieve houding z in staat zijn om risico’s in te calculeren en in te schatten z veerkrachtig zijn; kan met tegenslagen omgaan, doorzettingsvermogen. z in staat zijn om meerdere taken/projecten naast elkaar uit te voeren z kunnen schakelen tussen verschillende taken.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
33
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.3.5 Creatief probleem oplossen Rol Domein / pillar Competentie
: Media ontwikkelaar / Onderzoeker (3) : (User) research (3.1) : Creativiteit (3.1.1)
Competentiebeschrijving Je bent in staat je eigen creatieve vermogens in te zetten om te komen tot oplossingen voor de vraagstukken die je jezelf stelt. Hierbij leg je nieuwe verbanden tussen bestaande delen informatie. En je toont durf, neemt risico en staat open voor nieuwe ideeën totdat je een bevredigende oplossing heeft. Je beheerst het proces van analyse naar inspiratie, naar combinaties maken en oplossingen zoeken. Bij het creatief oplossen van een probleem gaat het erom dat de oplossing een nieuw innovatief antwoord op de kern van het probleem oplevert. Korte toelichting Het multimedia vakgebied is voortdurend in verandering. Daarmee veranderen ook de vraagstukken die voorgelegd worden aan de professionals. Professionals met gedragselementen van de creatief probleemoplosser, nemen niet klakkeloos de vragen van de opdrachtgever over. Zij stellen vragen om zich een goed en volledig beeld te kunnen vormen van het voorliggende probleem. Of om het probleem opnieuw te formuleren. Zij zoeken de ruimte op binnen de vraagstelling en fungeren zo als sparring partner van de opdrachtgever. Creatief probleemoplossers hebben een attitude van risico, durf en openheid tav nieuwe ideeën. Geen idee is hen te dol. In ieder geval niet in eerste instantie. De reality check volgt later. In hun zoektocht naar oplossingen verzamelen zij veel informatie, afkomstig uit allerlei takken van sport. Zij combineren deze delen informatie op een nieuwe manier. Nieuwe technieken worden bijvoorbeeld ingezet om bestaande toepassingen te optimaliseren. Net zo lang todat zij een bevredigend antwoord hebben gevonden. Criteria ten aanzien van het proces z in staat zijn om een probleem vanuit verschillende invalshoeken te bekijken; kunnen analyseren en in staat zijn om daarbij de juiste vragen te stellen z een stap terug durven zetten; ‘kill your darlings’. In staat zijn om een probleem opzij te leggen en afstand te nemen; in staat zijn om meerdere malen door te gaan en oplossingen te herzien; in staat zijn om veranderingen aan te brengen z in staat zijn om inspiratiebronnen te benoemen en te herkennen. Je weet waar je energie van krijgt, je kan in een ‘vibe/flow’ raken, en series oplossingen opleveren z in staat zijn om goede ideeën te selecteren, oplossingen af te kijken, verschillende contexten met elkaar in verband te brengen ten behoeve van het komen tot een oplossing voor een probleem z creatieve technieken beheersen zoals het maken van mindmap, brainstormen, vrij associëren, divergent denken, lateraal denken z in staat zijn om intuïtie in te zetten (in tegenstelling tot ratio) z een positieve houding hebben; problemen als uitdagingen zien en denken in mogelijkheden in plaats van problemen. Geen remmingen hebben; een open mind hebben; vrij zijn; open staan voor nieuwe ideeën en geluiden; het afwijkende waarderen; een ‘prepared mind’ hebben z een onderzoekende houding hebben, voorbij je eigen horizon kunnen kijken z in staat zijn om out of the box te denken, om niet in hokjes te denken.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
34
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
z in staat zijn om verschillende creatieve technieken in te zetten bij het genereren en ontwikkelen van nieuwe ideeën: associëren, brainstormen, binnenstebuiten luisteren, idee transfereren en visualiseren. z in staat zijn om de basistechnieken van creativiteit toe te passen: divergeren (een veelheid aan oplossingen bedenken), convergeren (selectie van ideeën), vliegermodel (model waarin technieken van divergeren en convergeren elkaar aanvullen), uitstel van oordeel z bewust op zoek gaan naar nieuwe ervaringen en ontmoetingen z in staat zijn om inspiratiebronnen te herkennen en op te zoeken z vanuit verschillende perspectieven kunnen kijken naar een probleem, opdat nieuwe combinaties te maken zijn tussen bestaande concepten z niet kiezen voor de veilige weg. Durven te dromen van de meest prachtige oplossingen z omgaan kunnen gaan met onzekerheid, waarbij het vertrouwen op eigen kunnen blijft
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
35
Competentieprofiel Grafimediatechnologie
Media aan de Maas
2.3.6 Onderzoeken Rol Domein / pillar Competentie
: Media ontwikkelaar / Onderzoeker (3) : (User) research (3.1) : Onderzoeken (3.1.2)
Competentiebeschrijving Je richt je in je onderzoek op drie aandachtsgebieden: het product/ontwerp, de gebruiker en de opdrachtgever. Je hebt een onderzoekende houding en beheerst onderzoeksvaardigheden om deze drie aandachtsgebieden in kaart te kunnen brengen. Korte toelichting Het vakgebied van de multimedia is voortdurend in verandering. Je volgt alle ontwikkelingen op de voet. Je bent nieuwsgierig en brengt veel tijd door achter je computer, speurend op het Internet voor de nieuwste gadgets en ideeën. Daarnaast volg je toonaangevende blogs en neem je actief deel aan communities. Ook lees je vaktijdschriften en participeer je in seminars. Al je bevindingen leg je vast in woord en in beeld. Op basis van je onderzoek ben je in staat om relevante vraagstellingen te formuleren. Ook kan je voorspellingen doen over toekomstige ontwikkelingen, zodat een bedrijf innoverende producten kan ontwikkelen voor de markt. Criteria ten aanzien van het proces z Is nieuwsgierig z Verzamelt vele bronnen en weet deze te ordenen en op waarde te schatten z is in staat om onderzoeksvaardigheden te hanteren om de context van het product/ontwerp, de gebruiker en de opdrachtgever in kaart te brengen. Het gaat om kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden waarbij onder meer gewerkt wordt met vragenlijsten, interviews en observaties. z is in staat om een onderzoek op te zetten en uit te voeren: hij kan een onderzoeksvraag formuleren, onderzoeksgegevens verzamelen, de data analyseren en conclusies trekken op grond waarvan hij verbetervoorstellen doet voor een product. z is in staat om zijn onderzoeksresultaten vast te leggen in een rapportage. z heeft kennis van de vragen/de visie van waaruit een multimediaal product/ontwerp is ontstaan. z heeft kennis van technologische en multimediale ontwikkelingen. Hij is een gesprekspartner voor andere professionals. Hij signaleert trends en kan deze vertalen in innovatieve producten. z is in staat om de behoeften van de gebruiker te onderzoeken in het licht van maatschappelijke en culturele verschillen en/of achtergronden z heeft kennis van technologische en multimediale ontwikkelingen. Hij is een gesprekspartner voor andere professionals. Hij signaleert trends en kan deze vertalen in toekomstige behoeften van de gebruiker. z weet tot de kern van het probleem door te dringen en begrijpt de beweegredenen van de opdrachtgever om de vraag te stellen. z heeft kennis van technologische en multimediale ontwikkelingen. Hij is een gesprekspartner voor andere professionals. Hij signaleert trends en kan deze vertalen in kansen voor de opdrachtgever.
Conceptversie Cohort 2004 ev, maart 2007
36