Het ovariumcarcinoma
Het ovariumcarcinoma • • • • •
het ovarium epidemiologie preventie en screening bilan behandeling
Het ovarium • anatomie • histologie • metastasering
Anatomie van het ovarium
Histologie van het ovarium
Metastasering van het ovarium • exfoliatie in de peritoneale holte • lymfogeen • hematogeen
Het ovariumcarcinoma • • • • •
het ovarium epidemiologie preventie en screening bilan behandeling
Epidemiologie • 40 - 60 jaar • 1/70 Westerse vrouwen • stabilisatie incidentie: – orale anticonceptiva – profylactische ovariëctomie bij hysterectomie
• minst frequente doch meest dodelijke gynaecologische kanker
BELGIE 1995 Incidentie : 5 meest voorkomende tumorlokalisaties 1 long-bronchus (24,70%)
5 maag (4%)
3 colon+rectum (12.2%) 4 blaas (7.3%) 2 prostaat (17,7%)
borst (33,2%) 1
long-bronchus (4,5%) 5
colon+rectum (14.3%) 2 cervix (4,9%) 4 ovarium (5.0%) 3
Het ovariumcarcinoma • • • • •
het ovarium epidemiologie preventie en screening bilan behandeling
Preventie en screening
• beschermende factoren • risicofactoren
Beschermende factoren • • • • •
orale anticonceptivum zwangerschap borstvoeding (ringsterilisatie) (hysterectomie non radicalis)
Risicofactoren • • • •
leeftijd omgevingsfactoren reproductieve factoren familiale factoren
Risicofactoren • • • •
leeftijd omgevingsfactoren reproductieve factoren familiale factoren
Omgevingsfactoren • talkpoeder • asbest • dieet?
Risicofactoren • • • •
leeftijd omgevingsfactoren reproductieve factoren familiale factoren
Reproductieve factoren • infertiliteit • nullipariteit • ovariële stimulatie
Reproductieve factoren • “incessant ovulation” theorie • gonadotrofine theorie
Reproductieve factoren Geen éénduidige verklaring • nullipariae met infertiliteit weerstandig aan ovariële stimulatie • ovariële hyperstimulatie: onvoldoende bewezen
Risicofactoren • • • •
leeftijd omgevingsfactoren reproductieve factoren familiale factoren
Familiale factoren • < 10% • familiaal ovarium syndromen: tot 50% • familiaal borst- en ovariumcarcinoom – BRCA 1: tot 60%
Preventie en screening • Hoe? • Wie?
Hoe? • CA 125: – goedkoop en éénvoudig – lage sensitiviteit en specificiteit
• echografie: – hogere sensitiviteit – duurder en lage specificiteit
Wie? Familiaal risico: – orale AC buiten kinderwens. Jaarlijks CA 125 + transvaginale echo – vanaf 35 - 40 j: ovariëctomie + substitutie
Het ovariumcarcinoma • • • • •
het ovarium epidemiologie preventie en screening bilan behandeling
Bilan ovariumtumor • Diagnose • Staging
Diagnose (1) • Symptomen: – abdominaal ongemak, opzetting – orgaanspecifiek klachten
• Klinisch onderzoek: – ascites – klierstreken inguinaal & supraclaviculair
Diagnose (2) Technische onderzoeken • labo • CA 125: minder specifiek premenopauzaal minder sensitief stadium I • CT abdomen • CT thorax • botscan • ascites punctie
Diagnose (3) Exploratieve laparoscopie • tumorload nagaan • resectabiliteit • biopsiename
Staging Stage I Stage IA
Stage IB
Stage IC
growth limited to the ovaries growth limited to one ovary; no ascites present containing malignant cells; no tumor on the external surface; capsule intact. growth limited to both ovaries; no ascites present containing malignant cells; no tumor on the external surfaces; capsules intact Tumor either stage IA of IB, but with tumor on surface of one or both ovaries, or with capsule ruptured, or with ascites present containing malignant cells, or with positive peritoneal washings.
Stage II Stage IIA Stage IIB Stage IIC
growth involving one or both ovaries with pelvic extension extension and/or metastases to the uterus or tubes extension to other pelvic tissues tumor either stage IIA or IIB, but with tumor on surface of one or both ovaries; or with capsule(s) ruptured; or with ascites present containing malignant cells or with positive peritoneal washings.
Stage III
Stage IIIA
Stage IIIB
Stage IIIC
tumor involving one or both ovaries with histologically confirmed peritoneal implants outside the pelvis and/or positive retroperitoneal or inguinal nodes; superficial liver metastases equal stage III. Tumor is limited to the true pelvis, but with histologically proven malignant extension to small bowel or omentum. tumor grossly limited to the true pelvis, with negative nodes, but with histologically confirmed microscopic seeding of abdominal peritoneal surfaces, or histologically proven extension to small bowel or mesentery. tumor of one or both ovaries with histologically confirmed implants, peritoneal metastasis of abdominal peritoneal surfaces, none exceeding 2 cm in diameter; nodes are negative. Peritoneal metastasis beyond the pelvis > 2 cm in diameter and/or positive retroperitoneal or inguinal nodes.
Stage IV
growth involving one or both ovaries with distant metastases; if pleural effusion is present, there must be positive cytology to allot a case to stage IV; parenchymal liver metastasis equals stage IV.
Ovariële tumoren Goedaardige tumoren: cysten, matuur teratoma, … Borderline tumoren of cystadeno mas met laag maligne potentieel. Maligne tumoren: - epitheliale tumoren: 80 - 90% sereus cystadenocarcinoma mucineus cystadenocarcinoma endometroïd carcinoma clearcell adenocarcinoma ongedifferentieerd adenocarcinoma - niet-epitheliale tumoren stromale tumoren < 10% kiemcel tumoren < 5% Metastasen
Het ovariumcarcinoma • • • • •
het ovarium epidemiologie preventie en screening bilan behandeling
Behandeling • chirurgie • chemotherapie • hormonale behandeling
Operabiliteit van een vergevorderd ovariumcarcinoma • • • • •
totale tumorload (g): initieel, residueel peritoneale carcinomatosis lokalisatie van de metastasen hoeveelheid ascitesvocht (algemene conditie)
Operabiliteit van een vergevorderd ovariumcarcinoma
< 1000 g initiële tumorload < 1 g resttumor (optimaal)
Debulking Cytoreductieve chirurgie • primaire debulking interval debulking secundaire debulking • maximaal optimaal onvolledig
Strategie van de debulking (1) 0. Is optimale debulking mogelijk? 1. van oppervlakkig naar diep 2. van clean naar contaminated 3. van klein naar groot bloedingsrisico 4. eerst resectie dan reconstructie
Strategie van debulking (2) 1. Exploratie tumorspreiding - tumorload - schatting residuele tumorload. 2. Omentectomie 3. Li diafragma, milt, omentum minus, bursa omentalis, leverhilus 4. Para-aortische klierdissectie - ev. vriescoupe - ev. paraaortisch klierevidement 5. Dundarm van hoed van Treitz tot terminaal ileum 6. Colon van caecum tot sigmoïd
7. Linker paracolische goot en linker parietaal peritoneum 8. Rustpauze en verplaatsing instrumentiste en chirurg 9. Re diafragma en suprarenale streek 10. Re paracolische goot en rechter parietaal peritoneum 11. Resectie in het bekken 12. Anastomoses 13. Rustpauze 14 Kontrole hemostase - drainages - sluiten.
Behandeling • chirurgie • chemotherapie • hormonale behandeling
Chemotherapie • • • • •
Neoadjuverend consolidatie palliatie zeldzamere tumoren intraperitoneaal
Neoadjuverende chemotherapie Wie?
Wat? Voordeel?
Stadium IV stadium III: > 1000 g tumorload ontelbare peritoneale metastasen niet optimale debulking mogelijk Taxol-Carboplatinum 3 wekelijks. 3 cycli Evaluatie respons minder zware chirurgie en complicaties meer optimale debulking verbeterde OS ?
Consolidatie chemotherapie Wie?
na interval debulking na primaire debulking
Wat?
Taxol - Carboplatinum, / 3 wk 3 tot 6 cycli ifv. residuele tumorload en CA 125
Palliatieve chemotherapie • combinatie of mono • ifv. TTP.;performance; klachten
Zeldzame tumoren • stromaal: Sertoli-Leydig cel, … • kiemcel: teratoma, chorio, dysgerminoma R/: cfr. testistumoren goede prognose
Intraperitoneale chemotherapie • • • •
Cisplatinum gebaseerd peroperatief - postoperatief belangrijke toxiciteit nog steeds in experimentele setting
Behandeling • chirurgie • chemotherapie • hormonale behandeling
Hormonale behandeling • receptoren – oestrogeen: 60% – progesterone: 50% – androgeen: 70%
• wisselende concentraties • I: chemoresistentie of intolerantie
Hormonale behandeling • medroxyprogesterone (500 mg) • tamoxifen (20 mg) • GnRH agonisten
Prognose • < 100 g:
30 – 40%
100 – 1000 g: 20% > 1000 g:
30% 41%
10%
• Na optimale debulking: 30 – 50%