Verwijderen van de neusamandel / het doorprikken van het trommelvlies (Adenotomie en/of paracentese)
Afdeling Kindergeneeskunde
De keel-, neus- en oorarts (KNO-arts) heeft, in overleg met u, besloten de neusamandel bij uw kind te verwijderen. U wilt natuurlijk graag weten wat er met uw kind gaat gebeuren. De arts zal u daarover al het nodige verteld hebben en in deze informatiefolder kunt u dat nog eens rustig nalezen.
Waarom de amandelen eruit halen? Amandelen zijn een soort (lymfe)klieren achter in de keel. Ieder mens heeft twee keelamandelen en één neusamandel. Amandelen kunnen allerlei, door keel en neus binnenkomende, ziektekiemen (bacteriën en virussen) bestrijden en hebben daarom een nuttige functie. Soms worden de ziektekiemen onvoldoende vernietigd en raken de amandelen zelf ontstoken. De amandelen zijn nu de oorzaak van ziekteverschijnselen geworden en vervullen geen nuttige functie meer. Uw kind kan onder andere last krijgen van regelmatig terugkerende verkoudheden, snurken, middenoorontsteking, keelpijn, plotseling hoge koorts, hangerigheid, slecht slapen of een slechte eetlust. Wanneer de amandelen meer kwaad dan goed blijken te doen, stelt de KNO-arts voor deze eruit te halen. Het overige (lymfe)weefsel zal dan de taak van de amandelen overnemen.
Aandachtspunten vòòr de operatie De poli-assistente maakt afspraken met u voor de dag en het tijdstip van opname. Uw kind zal worden opgenomen op de Kinderafdeling. Nadat u met uw kind bij de KNO-arts bent geweest, gaat u naar het spreekuur van de Pre-operatieve polikliniek, zie blz. 9-10 uit het boekje “Opname dagbehandeling Kinderafdeling”. Leg uw kind thuis duidelijk uit wat er gaat gebeuren, zie blz. 9 uit het boekje “Dagbehandeling Kinderafdeling”. Het is belangrijk dat het kind goed weet wat er gaat gebeuren. Er is ook een voorbereidingsmiddag waarin alles wordt uitgelegd m.b.t. de narcose en de operatie, zie blz. 8 uit het boekje “Dagbehandeling Kinderafdeling”. Het is belangrijk dat u en uw kind goed voorbereid zijn op de opname en operatie. U kunt uw kind vertellen dat hij/zij: • van de operatie zelf niks voelt. • na de operatie keelpijn heeft, er wat bloed uit de neus/mond kan komen en dat slikken zeer doet. • ondanks de keelpijn goed moet drinken om de pijn te verzachten. • misselijk kan zijn en evt. moet overgeven doordat het bloed heeft ingeslikt. • dat u steeds in de buurt bent.
Voor vragen over de opname kunt u de poli-assistente bellen, telefoonnummer (0299) 457 550.
De opnamedag Op de ochtend van de opnamedag moet de temperatuur van uw kind worden gemeten. Als de temperatuur boven de 38°C is, moet u contact opnemen met de Kinderafdeling, telefoonnummer (0299) 457 480. Het kan zijn dat de operatie uitgesteld moet worden. Verder vragen wij u uw kind te wegen. Heeft uw kind (verschijnselen van) waterpokken dan kan de operatie niet doorgaan en verzoeken wij u contact op te nemen met de Kinderafdeling. De operatie zal ’s morgens worden uitgevoerd. Het tijdstip van opname is 7.15 uur. Het is niet de bedoeling dat broertjes/ zusjes meekomen bij de opname. Bezoek is deze ochtend niet toegestaan. Maximaal 2 begeleiders per kind.
Het nuchter houden Vanaf 2.00 uur ’s nachts mag uw kind geen vast voedsel. Tot 6 uur ’s morgens mogen nog wel heldere vloeistoffen (thee, water, appelsap) gedronken worden. Baby’s mogen tot 4 uur vóór de operatie borst- of flesvoeding drinken.
Wat neemt u mee? • Een pyjama of t-shirt dat uw kind na de operatie aan kan doen. • U kunt uw kind het beste goed wasbare kleren aandoen. • Een geliefd speeltje, boekjes e.d. • Eigen beker of flesje, waaruit uw kind na de ingreep kan drinken.
Opname en begeleiding Op de afgesproken dag en tijd komt u met uw kind naar het ziekenhuis. U meldt zich op de Kinderafdeling (B3). Voor de ingreep krijgt uw kind evt. een drankje, een zetpil (Paracetamol) en het een OK-jasje aan. Van het drankje krijgt uw kind een droge mond. Hierna wordt uw kind naar de operatiekamer gebracht waar de ingreep onder narcose zal plaatsvinden. Eén van de ouders mag op de operatiekamer aanwezig te zijn bij het in slaap brengen van uw kind. Na de ingreep gaat uw kind naar de uitslaapkamer. Hier mag ook weer één van de ouders bij het kind. De ander mag buiten wachten tot de verpleegkundige u beiden weer op komt halen om naar de afdeling te gaan. Zwangere moeders kunnen niet op de operatiekamer bij het in slaap brengen zijn, maar wel bij het wakker worden op de uitslaapkamer. Wij verzoeken u eerst de voorlichtings-
middag over het toedienen van de narcose bij te wonen; meer informatie hierover krijgt u van de poli-assistente, zie blz. 8 boekje “Dagopname op de Kinderafdeling”. Het is op de operatiekamer niet toegestaan om te filmen of te fotograferen. Op de afdeling stellen we het op prijs als u het eerst vraagt voordat u opnames maakt
Na de operatie Als uw kind terug is op de afdeling zal het meestal huilen, verdrietig zijn en klagen over keelpijn. Verder komt er soms nog wat bloed uit de neus en/of mond. Zodra uw kind goed wakker is, moet u proberen het wat te laten drinken, ook al zal dat in het begin een beetje pijn doen. Het is echter van groot belang dat u uw kind aanspoort tot drinken, omdat hiermee de pijn sneller verdwenen is en de kans op bloedverlies wordt verkleind. Het kan zijn dat uw kind na de ingreep bloed heeft ingeslikt, daardoor misselijk wordt en evt. oud bloed spuugt (dit is donkerbruin van kleur). Voordat uw kind naar huis kan, komt de KNO-arts nog even langs. Wanneer uw kind een prikje door het trommelvlies heeft gekregen en er vocht achter vandaan is gezogen, kan er ook nog wat vocht of bloed uit het
oortje lopen en kan het een beetje oorpijn hebben. Voordat uw kind naar huis kan, komt de KNO arts nog even langs. Soms moet er een controleafspraak gemaakt worden. Voor een andere afspraak kunt u bellen met telefoonnummer (0299) 457 144.
Het ontslag Wij adviseren u om niet met het openbaar vervoer naar huis te gaan. Gaat u met eigen vervoer naar huis, dan zult u merken dat uw kind ook aandacht nodig heeft tijdens het vervoer naar huis. Wanneer u niet over eigen vervoer beschikt dan kan voor een taxi worden gezorgd. De taxikosten zijn voor eigen rekening.
Weer thuis Meestal zijn kinderen niet erg ziek van deze operatie. Thuis gaan ze vaak weer snel spelen. Uw kind hoeft niet in bed te blijven, maar moet de dag van de ingreep wel binnenshuis blijven. Veel kinderen willen de volgende dag weer naar school, waartegen geen bezwaar is. Uw kind mag naar behoefte alles eten en drinken (na het verwijderen van de neusamandel mag dat niet warm zijn en moet het zacht zijn). Na ongeveer 1 week is het wondje achterin de neus genezen. De verkoud-
heden, het snurken, de mondademhaling en andere klachten van uw kind kunnen nog enkele weken na de operatie aanhouden. In principe hoeft uw kind niet meer op controle te komen tenzij anders door de arts aangegeven. Zijn de klachten 6 weken na de operatie niet sterk verminderd, maak dan een afspraak met uw KNO-arts. Wanneer er een trommelvliespunctie heeft plaatsgevonden mag uw kind 1 week niet zwemmen of in bad met het hoofd onder water. Douchen mag wel! U mag geen watten in de oortjes van uw kind stoppen. De oortjes mogen niet gereinigd worden met wattenstokjes! Dit mag eigenlijk nooit! Een nabloeding kan de gehele dag van de operatie optreden. Er komt dan bloed uit de neus en/of mond. Wij raden u aan in dat geval contact op te nemen met het ziekenhuis. Wanneer uw kind over pijn blijft klagen, zodat het niet wil drinken of als het koorts mocht krijgen, dan mag u een zetpil Paracetamol geven (dosering naar gewicht). Mochten er zich overdag problemen voordoen na de ingreep, dan kunt u de
polikliniek KNO bellen, telefoonnummer (0299) 457 550. Wanneer er zich ’s avonds of ’s nachts na de ingreep problemen voordoen, dan kunt u contact opnemen met de afdeling Spoedeisende Hulp, waar de gegevens van uw kind bekend zijn, telefoonnummer (0299) 457 457 of (0299) 457 625.
A
Colofon Dit is een publicatie voor patiënten van het Waterlandziekenhuis Informatie www.waterlandziekenhuis.nl e-mailadres:
[email protected] 09881 januari 2013