Het nieuwe beschermingsstatuut Dr. Tim Wuyts Adjunct-adviseur Kamerfractie CD&V Wetenschappelijk medewerker KU Leuven
Inleiding • Plan van de lezing 1. Stand van zaken 2. Waarom een nieuwe wet? 3. Structuur van de nieuwe wet 4. Wat zijn de krachtlijnen? 5. Het nieuwe beschermingsstatuut 6. De uitvoering in de praktijk 7. De private stichting en het bewind
1. Stand van zaken • Oorspronkelijk wetsvoorstel-Goutry c.s. • Globaal amendement in de vorm van een werktekst behandeld in subcommissie familierecht (legislatuur 52) • Omgezet in wetsvoorstel (nr. 53-1009) • Hoorzittingen (maart-mei 2011) • Raad van State (advies begin november 2011) • Aangenomen in de plenaire vergadering Kamer (juli 2012) • Geëvoceerd door Senaat (oktober 2012) • Geamendeerd aangenomen door Senaat (januari 2012) • Definitief aangenomen door Kamer (28 februari 2013)
2. Waarom een nieuwe wet? • Problemen met de huidige statuten – Het voorlopig bewind is beperkt tot vermogensrechtelijke handelingen; – De onbekwaamverklaring, de bijstand door een gerechtelijk raadsman en de verlengde minderjarigheid zijn (sterk) verouderde statuten
• Een nieuwe kijk op gehandicapten: VN Verdrag 13 december 2006 (vgl. IVRK)
2. Waarom een nieuwe wet? • VN Verdrag van 13 december 2006 Artikel 1. Doelstelling “Doel van dit Verdrag is het volledige genot door alle personen met een handicap van alle mensenrechten en fundamentele vrijheden op voet van gelijkheid te bevorderen, beschermen en waarborgen, en ook de eerbiediging van hun inherente waardigheid te bevorderen. (…)”
2. Waarom een nieuwe wet? • VN Verdrag van 13 december 2006 Artikel 3. Algemene beginselen a. Respect voor de inherente waardigheid, persoonlijke autonomie, met inbegrip van de vrijheid zelf keuzes te maken en de onafhankelijkheid van personen; b. Non-discriminatie; c. Volledige en daadwerkelijke participatie in, en opname in de samenleving; (…)
3. Structuur van de nieuwe wet • Burgerlijk Wetboek (boek 1) Hoofdstuk II. Beschermde personen (art. 488/1493) Afdeling 1. Toepassingsgebied (art. 488/1-488/2) Afdeling 2. Buitengerechtelijke bescherming (art. 489-490/2) Afdeling 3. Rechterlijke bescherming (art. 491493)
3. Structuur van de nieuwe wet • Burgerlijk Wetboek (boek 1) Hoofdstuk II/1. Het Bewind (art. 494-502) Afdeling 1. Definities (art. 494) Afdeling 2. Ontstaan van het bewind (art. 495) Afdeling 3. Organisatie van het bewind (art. 496) Afdeling 4. De werking van het bewind (art. 497501) Afdeling 5. De beëindiging van het bewind (art. 502)
3. Structuur van de nieuwe wet • Burgerlijk Wetboek (boek 1) Afdeling 4. De werking van het bewind Onderafdeling 1. Algemene bepalingen (art. 497) Onderafdeling 2. Bijstand (art. 498) Onderafdeling 3. Vertegenwoordiging en beheer (art. 499) Onderafdeling 4. Het bewind uitgeoefend door de ouders (art. 500) Onderafdeling 5. Vertrouwenspersoon (art. 501)
3. Structuur van de nieuwe wet • Gerechtelijk Wetboek (deel IV) Hoofdstuk X. Beschermde personen Afdeling 1. Rechterlijke bescherming (art. 12381249/2) Afdeling 2. Het bewind (art. 1250-1252) Afdeling 3. Administratief dossier (art. 12531253/1)
3. Structuur van de nieuwe wet • Wijzigingen diverse wetten – Terminologie – Uitgangspunt van de bekwaamheid – Maatwerk – Betekeningen en kennisgevingen – Juridisch-technisch (verwijzingen) – Zeer uiteenlopende wetten (BW, Ger.W., Kieswet, bio-ethiek, W.Reg., Kansspelwet, Sw, Sv, enz.)
3. Structuur van de nieuwe wet • Diverse bepalingen – Informatiebrochure (art. 223) – Evaluatiebepaling (art. 224) – Machtiging Koning om andere wettelijke bepalingen in overeenstemming te brengen (art. 225)
4. Krachtlijnen Huidige regelingen • Lastgeving (buitengerechtelijk) • Gerechtelijke onbekwaamverklaring • Toevoeging van een gerechtelijk raadsman • Verlengde minderjarigheid • Voorlopig bewind
Toekomstige regelingen • Lastgeving (buitengerechtelijk), maar soepel omkaderd • Het bewind over de persoon en/of de goederen
4. Krachtlijnen a. Een duidelijk onderscheid tussen meerderjarigen en minderjarigen - Symbolisch: de autonomie stimuleren - Feitelijk: er bestaan veel verschillen tussen een minderjarige en een beschermde meerderjarige - Gevolg: geen gelijkstelling meer met een minderjarige (onder de leeftijd van 15 jaar)
4. Krachtlijnen b. Het voorlopig bewind als basis voor het nieuwe statuut - Een soepel, flexibel statuut - Enkele aanpassingen en verduidelijkingen werden doorgevoerd - Bijzondere aandacht wordt besteed aan de rol van de ouders van de beschermde persoon
4. Krachtlijnen c. Eerbied voor het onderscheid tussen handelingen m.b.t. de persoon en de goederen - Bewindvoerder over de persoon bewindvoerder over de goederen: in beginsel één persoon, twee opdrachten - Bijzondere aandacht bij de onbekwaamverklaring op persoonsrechtelijk vlak
4. Krachtlijnen d. Aandacht voor de terminologie - Gericht op deelname aan het maatschappelijk leven - Twee functies: juridisch en symbolisch => evenwicht tussen vinden - “bewindvoerder”: goed gekend en aanvaarde benaming - “beschermde persoon”: meest neutrale en algemene term
4. Krachtlijnen E. Opwaardering van de figuur van de vertrouwenspersoon - Verruiming van de mogelijkheden tot aanstelling van een vertrouwenspersoon - Versterking van zijn opdracht - Zonder het statuut zelf te verzwaren: het blijft een informeel en laagdrempelig statuut
4. Krachtlijnen F. Actieve betrokkenheid van de beschermde persoon stimuleren - Vgl. art. 12 IVRK, W. Patiëntenrechten - Verruiming van de mogelijkheden m.b.t. voorafgaande wilsverklaringen - Rekening houden met de wensen en verlangens bij de uitoefening van de opdracht - Sterkere betrokkenheid van de beschermde persoon
4. Krachtlijnen F. Actieve betrokkenheid van de beschermde persoon stimuleren “Art. 497. … De bewindvoering heeft tot doel de belangen van de beschermde persoon te behartigen. Zij bevordert, in de mate van het mogelijke, de autonomie van de beschermde persoon.”
4. Krachtlijnen F. Actieve betrokkenheid van de beschermde persoon stimuleren “Art. 499/1. (…) § 3. De bewindvoerder neemt bij de uitoefening van zijn opdracht zoveel mogelijk de beginselen in acht waarvoor de beschermde persoon overeenkomstig artikel 496, tweede lid, heeft gekozen. (…)”
4. Krachtlijnen F. Actieve betrokkenheid van de beschermde persoon stimuleren “Art. 499/1. (…) § 3. … De bewindvoerder betrekt de beschermde persoon zoveel mogelijk en in verhouding tot diens begripsvermogen bij de uitoefening van zijn opdracht. Hij pleegt bij de uitvoering van zijn opdracht op regelmatige tijdstippen overleg met de beschermde persoon of diens vertrouwenspersoon.”
4. Krachtlijnen F. Actieve betrokkenheid van de beschermde persoon stimuleren “Art. 499/1. (…) § 3. … De bewindvoerder brengt de beschermde persoon op de hoogte van de handelingen die hij verricht. In bijzondere omstandigheden kan de vrederechter hem vrijstelling verlenen van deze verplichting. (…)”
4. Krachtlijnen G. Het vertrekpunt is de bekwaamheid VN Verdrag van 13 december 2006 Art. 5 Gelijkheid en non-discriminatie “1. De Staten die partij zijn, erkennen dat eenieder gelijk is voor de wet en zonder onderscheid recht heeft op dezelfde bescherming door, en hetzelfde voordeel van de wet.”
4. Krachtlijnen G. Het vertrekpunt is de bekwaamheid VN Verdrag van 13 december 2006 Art. 12 Gelijkheid voor de wet “1. De Staten die Partij zijn bevestigen opnieuw dat personen met een handicap overal als persoon erkend worden voor de wet. 2. De Staten die Partij zijn erkennen dat personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen in alle aspecten van het leven rechtsbekwaam zijn.”
4. Krachtlijnen H. De buitengerechtelijke bescherming wordt omkaderd - Beperkt tot vermogensrechtelijke handelingen, geen invloed op de persoon (bv. wet patiëntenrechten) - Waarom een omkadering? 1° rechtszekerheid (+ stimuleren) 2° misbruiken voorkomen
- Aanbeveling Raad van Europa dd 9 december 2009: stimulering zelfbeschikking en autonomie - Geniet voorrang boven rechterlijke bescherming, kan ook gecombineerd worden
5. Het nieuwe beschermingsstatuut a. Het toepassingsgebied (art. 488-488/2 BW) – Niet in staat om de eigen belangen behoorlijk waar te nemen wegens de gezondheidstoestand – Staat van verkwisting
Twee beginselen die gelden in alle gevallen: 1° maatwerk: “indien en voor zover de bescherming van de belangen vereist is” 2° informele bescherming primeert
5. Het nieuwe beschermingsstatuut a. Het toepassingsgebied (art. 488-488/2 BW) - Meerderjarig - Wegens gezondheidstoestand - Geheel of gedeeltelijk - Tijdelijk of definitief - Niet in staat zijn zonder bijstand of andere beschermingsmaatregel - Zijn belangen van vermogensrechtelijke of nietvermogensrechtelijke aard - Zelf behoorlijk waar te nemen - Kan onder bescherming geplaatst worden
5. Het nieuwe beschermingsstatuut a. Het toepassingsgebied (art. 488 BW) - Het statuut kan ingericht worden vanaf de leeftijd van 17 jaar; - Verkwisters: - niet gedefinieerd (cf. rechtspraak nu); - beperking tot bijstandsregime blijft behouden + beperking in kring titularissen van de vordering;
5. Het nieuwe beschermingsstatuut a. Het toepassingsgebied (art. 488 BW) Elementen die bij de beoordeling van belang zijn: - De impact van de gezondheidstoestand op het functioneren - Het bestaan van een gepaste omkadering en ondersteuning - Het sociale netwerk en de spanningen binnen dit netwerk - De mening van de betrokkene => Indicatiespiegel (www.oikondebrugge.be)
5. Het nieuwe beschermingsstatuut b. De buitengerechtelijke bescherming - Wat? 1° voortzetting lastgeving ofwel 2° aanvatting lastgeving - Mogelijkheid om beginselen van uitvoering aan te geven + wie op de hoogte brengen - Voorwaarden: - Registratie (opname in centraal register door bemiddeling notaris of griffie); - Lasthebber: juridisch handelingsbekwaam + tot bewindvoerder aangesteld kunnen worden
5. Het nieuwe beschermingsstatuut b. De buitengerechtelijke bescherming - De lastgeving eindigt automatisch ingeval niet voldaan is aan de gestelde eisen; - Sanctie ingeval lastgeving niet voldoet aan eisen en de lasthebber wist of gronden had om aan te nemen dat lastgever kennelijk wilsonbekwaam was: - Alle RH gesteld door lastgever kunnen vernietigd worden, rekening houdende met derde te goeder trouw; - Relatief: op vraag van lastgever of wettelijke vertegenwoordiger; - Onverminderd aansprakelijkheidsvorderingen.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut b. De buitengerechtelijke bescherming - Elke belanghebbende kan vrederechter vatten voor een uitspraak over: 1° is de lastgever wilsonbekwaam en zijn de bepalingen van de buitengerechtelijke bescherming dus van toepassing? 2° de uitvoering van de lastgeving; 3° de vraag of een rechterlijke bescherming met (gedeeltelijke) onbekwaamverklaring of een gecombineerd regime niet beter de belangen dient.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut b. De buitengerechtelijke bescherming - Wat kan de vrederechter doen? 1° de verdere uitvoering bevelen; 2° bepaalde pleegvormen (cf. rechterlijke bescherming met dezelfde sancties) of voorwaarden opleggen; 3° een gehele of gedeeltelijke rechterlijke beschermingsmaatregel bevelen of een gecombineerd regime; 4° vaststellen dat de lastgever niet wilsonbekwaam is op dat tijdstip en er dus geen reden is voor een buitengerechtelijke bescherming; 5° vaststellen dat de lastgever wel wilsonbekwaam is, maar de lastgeving niet voldoet aan de eisen van de wet.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut b. De buitengerechtelijke bescherming - De uitvoering: - Gewone regels inzake lastgeving zijn van toepassing; - Uitoefening: persoonlijk en in het belang van lastgever + betrokkenheid lastgever + naleving opgegeven beginselen; - Belangentegenstelling: lasthebber ad hoc - Vermogensafscheiding; - Procedure geschillen tussen meerdere lasthebbers.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut c. De rechterlijke bescherming - Procedure (art. 1239 e.v. Ger.W.): - Voor de vrederechter van verblijfplaats of woonplaats (art. 628, 3° Ger.W.) - Ambtshalve adiëring of eenzijdig verzoekschrift - Omkadering medisch getuigschrift + quid in geval van absolute onmogelijkheid? - Suggesties opgenomen in het verzoekschrift - Model van verzoekschrift met schets sociaal netwerk - Verplichte bevraging omgeving - Mogelijkheid tot afzonderlijk horen van de betrokkene
5. Het nieuwe beschermingsstatuut c. De rechterlijke bescherming (art. 492 e.v. BW) - Verhouding rechterlijk buitengerechtelijk (combinatie kan); - De beoordeling van de bekwaamheid: - Persoon en goederen afzonderlijk; - De rechter wijst de handelingen aan waarvoor de beschermde persoon onbekwaam wordt; - De rechter bepaalt de opvang van de onbekwaamheid: bijstand of vertegenwoordiging?
5. Het nieuwe beschermingsstatuut c. De rechterlijke bescherming - Het gemeen recht: - Persoon: bekwaam, de vrederechter moet uitdrukkelijk uitspraak doen over een lijst gewichtige handelingen - Goederen: bekwaam, de vrederechter moet uitdrukkelijk uitspraak doen over een lijst gewichtige handelingen - Bijstand als beginsel, vertegenwoordiging als uitzondering
5. Het nieuwe beschermingsstatuut Persoon (bekwaam/regime)
Goederen (bekwaam/regime)
• • • • • • • • •
• • • • • • • • • •
Keuze van de verblijfplaats Huwen Echtscheiding Nietigverklaring huwelijk Scheiding tafel en bed Erkenning kind Afstammingsvorderingen Uitoefening ouderlijk gezag Verklaring wettelijke samenwoning
Vervreemden van goederen Aangaan van een lening Pand/hypotheek/.. Nalatenschap aanvaarden Schenking aanvaarden Optreden voor de rechtbank Onverdeeldheid organiseren Dading en arbitrage Voortzetten handelszaak Berusten in vordering OR
5. Het nieuwe beschermingsstatuut Persoon (bekwaam/regime)
Goederen (bekwaam/regime)
• Verklaring Belgische nationaliteit • Uitoefening rechten verwerking persoonsgegevens • Naam- en voornaamwijziging • Patiëntenrechten • Toestemming experiment op de persoon • Orgaandonatie • Recht op weigering autopsie kind
• Pacht, handelshuur, lange huurcontracten • Schenken onder levenden • Huwelijkscontract • Testament • Het beheer van de goederen van de minderjarige • Dagelijks beheer: budgettair kader (zelfstandigheid binnen beschermend kader)
5. Het nieuwe beschermingsstatuut Persoon (bekwaam/regime) • Andere handelingen die niet staan opgesomd: bv. uitoefening politieke rechten
Goederen (bekaam/regime) • Andere handelingen die niet staan opgesomd: bv. sluiten huurovereenkomst voor meer dan 9 jaar
5. Het nieuwe beschermingsstatuut (hoogst)persoonlijke rechtshandelingen Rechtshandeling => • Erkennen/afstamming =>
• • • •
Wettelijke samenwoning => Huwen => Echtscheiding/nietigvkl => Schenken=>
• Testament opmaken => • Huwelijkscontract =>
Opvang onbekwaamheid • Beschermde persoon (BP) na machtiging • BP na machtiging • BP na machtiging • BP na machtiging • BP na machtiging, uitzonderlijk plvv schenking • BP na machtiging • BP na machtiging, uitzonderlijk bewindvoerder
5. Het nieuwe beschermingsstatuut (hoogst)persoonlijke rechtshandelingen Rechtshandeling • Toestemming erkenning=> • Verzet afstamming => • Toestemming adoptie =>
Opvang onbekwaamheid • BP of vertrouwenspersoon wordt gehoord • BP of vertrouwenspersoon wordt gehoord • BP of vertrouwenspersoon wordt gehoord => Passend belang wordt gehecht aan mening
5. Het nieuwe beschermingsstatuut (hoogst)persoonlijke rechtshandelingen Rechtshandeling => • Keuze gezinswoning • Beschikking gezinswoning • Uitoefening ouderlijk gezag
Opvang onbekwaamheid • Echtgenoot/echtgenote oordeelt • Echtgenoot/echtgenote oordeelt • Andere ouder oefent alleen ouderlijk gezag uit
5. Het nieuwe beschermingsstatuut (hoogst)persoonlijke rechtshandelingen Rechtshandeling => • Echtscheiding onderlinge toestemming • Uitoefening persoonlijkheidsrechten • Uitoefening recht op weigering om autopsie uit te voeren • Uitoefening politieke rechten
Opvang onbekwaamheid • Rechtsonbekwaamheid, tenzij aanpassing statuut • Rechtsonbekwaamheid, tenzij aanpassing statuut • Rechtsonbekwaamheid, tenzij aanpassing statuut • Rechtsonbekwaamheid, tenzij aanpassing statuut
5. Het nieuwe beschermingsstatuut (hoogst)persoonlijke rechtshandelingen Rechtshandeling => • Uitoefening patiëntenrechten • Toestemming experiment op persoon
Opvang onbekwaamheid • Zelf als geneesheer oordeelt wilsbekwaam te zijn, zoniet: cascade • Zelf als geneesheer oordeelt wilsbekwaam te zijn, zoniet: cascade
5. Het nieuwe beschermingsstatuut • Verduidelijking vijfde regime: aanpassing wet patiëntenrechten - uitoefening 1. Beschermde persoon zelf en zelfstandig als arts oordeelt wilsbekwaam is; 2. Gekozen vertegenwoordiger; 3. Bevoegde bewindvoerder na machtiging; 4. Cascaderegeling: samenwonende partner, enz. In alle gevallen wordt de patiënt betrokken bij de uitoefening van diens rechten. Hypothese feitelijke en juridische onbekwaamheid (art. 13 en 14) samen gebracht in één bepaling. Voorafgaandelijke beoordeling bekwaamheid is niet vereist.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut • Verduidelijking vijfde regime – wet patiëntenrechten – Actueel is de bewindvoerder nooit bevoegd om op te treden (wel rechtspraak contra legem) – Voortaan kan de vrederechter de bewindvoerder wél daartoe bevoegd maken (bij de beoordeling van de bekwaamheid beschermde persoon) – Opdat de bewindvoerder effectief kan optreden moet eerst gekeken worden naar de bijzondere wetgeving (lex specialis) en vervolgens 1° mandaat? 2° machtiging? – Machtiging tot optreden kan algemeen zijn (één behandeling) of niet nodig zijn (dringend noodzakelijk, maar met kennisgevingsverplichting)
5. Het nieuwe beschermingsstatuut (hoogst)persoonlijke rechtshandelingen Rechtshandeling => • Keuze verblijfplaats • Verweer tegen nietigverklaring huwelijk, echtscheiding, afstamming • Afleggen verklaring Belgische nationaliteit • Naamsverandering • Orgaandonatie • …
Opvang onbekwaamheid • Bewindvoerder over de persoon treedt op
5. Het nieuwe beschermingsstatuut c. De rechterlijke bescherming - Tijdstip van aanvang: afhankelijk van de aard van de rechtshandeling machtiging behoevend (tijdstip publicatie in BS) of niet (indiening verzoekschrift) - De rechterlijke beschermingsmaatregel kan te allen tijde aangepast worden op verzoek van ieder belanghebbende - Verplichte evaluatie binnen twee jaar na het uitspreken van de maatregel - Uitzonderingen voor gezondheidstoestanden bepaald bij KB getroffen na overleg met Hoge Raad Gehandicapten en Orde van geneesheren (bv. coma) => Enkel voor vermogensrechtelijke handelingen en beoordeling op maat is steeds mogelijk.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut c. De rechterlijke bescherming - Publiciteit (art. 1249 Ger.W.) - In het Belgisch Staatsblad (uittreksel) - Aantekening in het bevolkingsregister - De bewindvoerder wordt vermeld in het rijksregister - Geen publiciteit op de identiteitskaart (zichtbaar) - Koning kan bijkomende publiciteitsmaatregelen organiseren t.b.v. derden
5. Het nieuwe beschermingsstatuut c. De rechterlijke bescherming - Bewindsforum (art. 628 Ger.W.) - verblijfplaats, of bij gebreke daaraan, woonplaats - in beginsel onveranderlijk - uitzondering: duurzame vestiging hoofdverblijfplaats in ander kanton - ambtshalve of op verzoek (cf. art. 1246, § 2 Ger.W.)
5. Het nieuwe beschermingsstatuut c. De rechterlijke bescherming - Het bewindsdossier (art. 1253 Ger.W.) - Omvat een afschrift van alle verslagen, beschikkingen en briefwisseling - Bijgehouden op de griffie van het vredegerecht tot 5 jaar na het beheer - Bij wijziging van het bewindsforum wordt het overgezonden naar (nieuw) bevoegd vredegerecht
5. Het nieuwe beschermingsstatuut c. De rechterlijke bescherming - Het bewindsdossier – inzage (art. 1253/1 Ger.W.) - Regeling voor inzage – tijdens het bewind: - De beschermde persoon, de vertrouwenspersoon, de bewindvoerder en de procureur hebben recht op inzage; - Derde belanghebbenden: na gemotiveerd verzoek gericht aan de vrederechter die een belangenafweging doorvoert. Bij inwilliging moet de vrederechter aangeven welke documenten kunnen ingezien worden.
- Regeling voor inzage – na overlijden: - Erfgenamen, procureur en belaste notaris; - Derde belanghebbenden: zelfde procedure.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut c. De rechterlijke bescherming - Het bewindsdossier – afschrift (art. 1253/1 Ger.W.) - Ieder persoon die recht heeft op inzage, heeft recht op afschrift; - Vrederechter bepaalt dit uitdrukkelijk voor derde belanghebbenden; - Koning bepaalt maximumbedrag dat per gekopieerde pagina mag gevraagd worden (cf. wet patiëntenrechten)
5. Het nieuwe beschermingsstatuut c. De rechterlijke bescherming - Sanctionering (handelen in strijd met handelingsonbekwaamheid) (art. 493 BW) - Geldt ook bij de niet-naleving van de gestelde voorwaarden en ongeacht het regime; - Persoon: rechtens nietig; - Goederen: - Machtigingbehoevend: rechtens nietig; - Andere handelingen: benadeling aantonen. De rechter beschikt beoordelingsruimte en kan ipv nietigverklaring de verbintenissen ook verminderen, er wordt rekening gehouden met derde te goeder trouw en het nut of de nutteloosheid van de uitgaven.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut c. De rechterlijke bescherming - Sanctionering van handelingen gesteld vóór de start van het bewind? Ja, - Ingeval de oorzaak van de maatregel kennelijk bestond ten tijde dat die handelingen zijn verricht (vgl. art. 503 BW); - Na de dood kan dit niet, dan voor zover de rechterlijke bescherming was uitgesproken of gevorderd voor het overlijden, tenzij het bewijs van wilsonbekwaamheid uit de betwiste handeling zelf voortvloeit (vgl. art. 504 BW).
5. Het nieuwe beschermingsstatuut c. De rechterlijke bescherming - Sanctionering - De nietigheid is relatief (te vorderen door de beschermde persoon, erfgenamen of bewindvoerder); - Verjaring: 5 jaar (vanaf kennisname of betekening) - Bevestiging is mogelijk door de bewindvoerder (cf. art. 1338 BW), eventueel na machtiging. - Quid na nietigverklaring?: er moet enkel datgene teruggegeven worden wat beschermde persoon “tot voordeel” heeft gestrekt.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind (art. 494 e.v. BW) - Verband handelingsonbekwaamheid en bewind (art. 494-495 BW) - Elke handelingsonbekwaamheid moet opgevangen worden of dit leidt tot rechtsonbekwaamheid (= burgerlijke dood); - Algemene keuze: vertegenwoordiging (= iemand treedt volledig in de plaats op) of bijstand (= beschermde persoon treedt zelf op, maar met bijstand van iemand die zijn goedkeuring geeft).
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Sommige rechtshandelingen zijn zo persoonlijk dat zij nooit door de bewindvoerder gesteld kunnen worden: zie lijst in art. 497/2 BW Bv. uitoefening ouderlijk gezag, huwen, uit de echt scheiden, een testament opmaken, enz.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Ik richt zelf het bewind in (art. 496 e.v. BW) - Hoe: verklaring afleggen bij notaris of vrederechter op tijdstip dat ik nog wilsbekwaam ben; - Wat: - Keuze bewindvoerder persoon/goederen - Keuze vertrouwenspersoon - Keuze beginselen hoe de bewindvoerder opdracht moet uitvoeren
- (familiale) bewindvoerder of vertrouwenspersoon kunnen opvolger aanduiden
4. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Keuze van de bewindvoerder - De vrederechter duidt in dalende volgorde aan: - De gekozen bewindvoerder, tenzij ernstige redenen m.b.t. het belang van de beschermde persoon dit verhindert (uitdrukkelijk gemotiveerd); - De ouder(s), echtgenoot, wettelijke samenwoner, persoon met wie beschermde persoon feitelijk gezin vormt, een lid van de naaste familie, de aangeduide lasthebber, de personen die beschermde persoon en omgeving begeleiden, de aangeduide lasthebber (goederen alleen) of private stichting die zich uitsluitend inzet voor de beschermde persoon; - Een professionele bewindvoerder; - Telkens rekening houdende met mening te beschermen persoon, de persoonlijke omstandigheden, samenstelling vermogen en gezinstoestand.
4. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Keuze van de bewindvoerder - Beginsel: bewindvoerder over de persoon = bewindvoerder over de goederen; - Uitzondering: strijdig met het belang van de beschermde persoon of ingeval er geen vertrouwenspersoon werd aangeduid.
4. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Keuze van bewindvoerder - Met uitzondering van de ouders: één bewindvoerder over de persoon; - Meerdere bewindvoerders over de goederen mogelijk (bv. combinatie mogelijk bewindvoerder over persoon + dagdagelijks beheer en bewindvoerder over gewichtige vermogenshandelingen), te moduleren door vrederechter
4. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Keuze van de bewindvoerder - Kunnen niet optreden als bewindvoerder: 1° zij die zelf onder bescherming geplaatst werden; 2° bestuurs- of personeelsleden van instelling van verblijf; 3° bewindvoerder over goederen: zij die niet zelf over hun goederen kunnen beschikken (collectieve sn-regeling, faill.); 4° personen die volledig ontzet zijn uit het ouderlijk gezag. - De private stichting opgericht voor een gehandicapt kind kan wél als bewindvoerder optreden. Andere rechtspersonen niet. - Facultatief (weigering homologatie): zij die geen bewijs van goed zedelijk gedrag kunnen voorleggen.
4. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vervanging bewindvoerder/wijziging opdracht: - Kan te allen tijde; - Bij gemotiveerde beschikking na bewindvoerder gehoord te hebben; - Op verzoek van elke belanghebbende en ambtshalve door vrederechter; - Vrederechter kan ook waarborgen eisen.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Opdracht (art. 497 e.v. BW): - Vrijwillig - Persoonlijk - Behartiging van de belangen van de beschermde persoon - Bevordering van de autonomie, in de mate van het mogelijke
- Koning kan de uitoefening van het beroep van bewindvoerder afhankelijk maken van voorwaarden: bv. opleiding of max. dossiers
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Opdracht (art. 497 e.v. BW): – Bijzonder vraagstuk: hoeveel dossiers per bewindvoerder? • Bij KB te bepalen na onderhandeling; • Afhankelijk van aard en complexiteit van de dossiers (meer of minder arbeidsintensief); • Afhankelijk van meer of minder betrokkenheid beschermde persoon en omgeving; • Afhankelijk van samenwerkingsverbanden en organisatie bewindvoering (mogelijkheden tot nakoming verplichtingen); • Afhankelijk van de impact van het aantal dossiers op de werkingskosten.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Opdracht (art. 497 e.v. BW): - Bijzonder vraagstuk: nood aan opleiding • • • • •
Bij KB te bepalen; Rol van de Gemeenschappen bij uitvoering; Erkenning en deontologie (vgl. bemiddelaars)? Juridische, boekhoudkundige en sociale vaardigheden ; Geen vermoeden van competentie bij juridisch beroep (vgl. collectieve schuldenregeling).
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Geschillen tussen bewindvoerders worden op verzoek beslecht door de vrederechter in het belang van de beschermde persoon (cf. art. 1252 Ger.W.) - Gemengde rechtshandelingen (art. 497/3 BW): - Gezamenlijk optreden (toestemming beide bewindvoerders) - Vermoeden van instemming t.a.v. derden te goeder trouw wat betreft niet machtiging behoevende handelingen
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Belangentegenstelling (art. 497-5 BW) - Aanstelling bewindvoerder ad hoc - Op verzoek van elke belanhebbende of ambtshalve door rechter bij wie zaak aanhangig is - Procedure: art. 1250 Ger.W.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vergoeding (art. 497/5 BW) - Bezoldiging - Na goedkeuring verslag en met bijzondere redenen omklede beslissing - Max. 3% van de inkomsten - Rekening houdende met een aantal factoren - Koning kan inkomsten bepalen die als basis dienen voor begroting (zie bv. advies HRJ en NHR personen met een handicap) - Bezoldiging bewindvoerder over de persoon + bewindvoerder over goederen mag niet meer zijn dan max. Vrederechter bepaalt aandeel - Als sanctie: verlaging of niet-toekenning bezoldiging - Ouders-bewindvoerders krijgen in beginsel geen bezoldiging
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vergoeding (art. 497/5 BW) - Bezoldiging – spanningsvelden • Financiële last nood aan bewindvoerders • Berekening bezoldiging op inkomsten besteding inkomsten in het welzijn van de beschermde persoon • Billijke spreiding dossiers: hoe? • Nood aan professionele bewindvoerders: geen geschikte kandidaten, spanningen in familie, professioneel optreden vereist
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vergoedingen - Onkosten - Verantwoorden en controle; - Koning kan kosten op forfaitaire wijze begroten (cf. HRJ en enkele initiatieven).
- Buitengewone ambtsverrichtingen - = Materiële en intellectuele prestaties die niet kaderen in het dagelijkse beheer; - Na overlegging van met redenen omklede staten; - Koning kan wijze bepalen waarop buitengewone ambtsverrichtingen worden begroot.
- Verbod om daarbuiten enig voordeel te ontvangen. Voor professionele bewindvoerders geldt bovendien verbod tot ontvangen om niet van beschermde persoon (art. 908 BW)
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Informeringsbevoegdheid vrederechter (art. 497/7 BW): - Onderzoeksbevoegdheid materiële toestand en leefomstandigheden - Onderzoek door Parket laten verrichten
- Communicatieverplichting (art. 497/8 BW): - Tussen bewindvoerders en vertrouwenspersoon - M.b.t. de handelingen gesteld in uitvoering van opdracht - Functioneel te bekijken (privacy): datgene wat nodig is voor goede werking bewind
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Beperkingen in consultatie, mededeling verslagen, enz. (art. 497/8 BW) ingeval de beschermde persoon gezondheidstoestand heeft vastgesteld bij KB getroffen na advies orde geneesheren en Hoge Raad voor personen met Handicap (bv.coma)
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Bijstand (art. 498 BW) - Beschermde persoon stelt zelf de handeling, maar niet zelfstandig: de bewindvoerder moet akkoord gaan - Bijstand = moduleerbaar door vrederechter - Bijstand = in beginsel de mede-ondertekening van het geschrift of de verlening van een voorafgaande toestemming - De toestemming voor een bepaald doel = schriftelijk
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Bijstand - Bijstand moet geweigerd worden als de handeling de belangen van de beschermde persoon “kennelijk” schaadt (persoonlijk) of (vermogensrechtelijk) schaadt - Betrokkenheid beschermde persoon bij uitoefening opdracht bewindvoerder
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Bijstand - Aansprakelijkheid bewindvoerder: - Enkel voor bedrog en zware schuld - Wordt minder streng toegepast ingeval de bewindvoerder om niet (geen bezoldiging) de opdracht waarneemt
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Verslaggeving bij bijstand - Persoon - Vrederechter kan moduleren; - Zoniet: jaarlijks, te overhandigen aan vrederechter, beschermde persoon, vertrouwenspersoon en bewindvoerder goederen; - Een aantal elementen moeten in verslag staan; - Koning stelt een model van verslag ter beschikking.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Verslaggeving bij bijstand - Goederen: - Jaarlijks; - Te bezorgen aan vrederechter, beschermde persoon, vertrouwenspersoon en bewindvoerder over de persoon; - Verplicht aantal te vermelden gegevens; - Koning stelt model ter beschikking; - Bij meerdere bewindvoerders: precisering door vrederechter.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Verslaggeving bij bijstand - Vrederechter keurt verslag goed of af - Vrederechter kan opmerkingen formuleren waar bewindvoerder rekening mee moet houden en jaar erop over moet berichten - Bij beëindiging: eindverslag, te bezorgen aan ofwel de gewezen beschermde persoon ofwel nieuwe bewindvoerder, vertrouwenspersoon en beschermde persoon - Vrederechter kan eindverslag afkeuren. In voorkomend geval moet hij vermelden waarom
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer (art. 499 BW) - Uitoefening: - Zoveel als mogelijk eerbiediging van de gekozen beginselen; - Betrokkenheid beschermde persoon bij uitoefening opdracht en verplichting tot overleg; - Kennisgevingsplicht over de gestelde handelingen.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer (art. 499/1 e.v. BW) - Opdrachten bewindvoerder goederen: - Besteding inkomsten aan onderhoud, verzorging en welzijn - Toepassing sociale wetgeving vorderen - Stelt na overleg met beschermde persoon en vertrouwenspersoon zakgeld ter beschikking (niet nodig als er een budgettair kader is bepaald bij inrichtingsbeschikking) - Onverminderd bijzondere wetgeving
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Verplichting tot afscheiding van vermogens; - Bijstand bij de uitoefening is mogelijk, maar bewindvoerder blijft eindverantwoordelijke; - Vrederechter kan bank aanduiden voor beheer kapitalen en waardepapieren + stelt voorwaarden van beheer. Bank behoeft in beginsel geen machtiging voor vervreemding. - Budgettair kader bewindvoerder: vrederechter bepaalt bedrag dat bewindvoerder mag afhalen of overschrijven zonder machtiging en de tijdspanne
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer – Beginsel: volheid van bevoegdheden – Uitzondering: naleving van een aantal pleegvormen • Bij wet bepaald: machtiging voor bepaalde handelingen, verslaggevingsplichten • Door de rechter opgelegd
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Opstelling aanvangsverslag binnen één maand na aanstelling; - Lijst met machtigingbehoevende handelingen (limitatief, bijzonder en voorafgaand): - Lijst voor de persoon; - Lijst voor de goederen; - Bijzondere procedure bij gemengde rechtshandelingen.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Lijst machtigingbehoevende handelingen persoon (geldt onverminderd bijzondere wetgeving): - Wijziging verblijfplaats beschermde persoon; - Uitoefening patiëntenrechten. Vrederechter kan algemene machtiging geven voor een bepaalde medische behandeling. Geen machtiging nodig in geval van dringende noodzakelijkheid, wel kennisgevingsverplichting; - Vordering in rechte inleiden.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Lijst met machtigingbehoevende handelingen (goederen): - Vervreemding, uitzondering: vruchten en onbruikbare goederen of beheer toevertrouwd aan bank; - Lening aangaan; - Hypothekeren van goederen, in pand geven, toestemmen in doorhaling hypothecaire inschrijving, met of zonder kwijting, overschrijving bevel uitvoerend beslag zonder betaling en ontslag van ambtshalve inschrijving hypotheek;
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Vervolg lijst machtiging goederen: - Pachtcontract, handelshuur, gewone huur van meer dan negen jaar en hernieuwing handelshuur; - Aanvaarding of verwerping van een nalatenschap en algemeen legaat/legaat algemene titel. Aanvaarding kan in beginsel enkel onder voorrecht van boedelbeschrijving. Uitzondering: gemotiveerde beschikking vrederechter onder voorwaarden.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Vervolg lijst machtiging goederen: - Aanvaarding schenking of bijzonder legaat; - Vertegenwoordiging in rechte als eiser, met uitzondering van zegellegging, boedelbeschrijving, minnelijke verdeling, huurcontracten, bezetting ter bede en vordering toepassing sociale wetgeving; - Overeenkomst van onverdeeldheid sluiten; - Onroerend goed aankopen; - Dading aangaan of arbitrageovereenkomst sluiten; - Voortzetting handelszaak. Vrederechter kan bijzondere bewindvoerder aanduiden;
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Vervolg lijst machtiging goederen: - Souvenirs en andere persoonlijke voorwerpen zelfs met geringe waarde vervreemden (uitzondering op vruchten en onbruikbare voorwerpen); - Berusten in een vordering betreffende onroerende rechten; - De betalingsdiensten te machtigen om op de betaalinstrumenten van de beschermde persoon enig onderscheidingsteken aan te brengen.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer – Procedure tot machtiging (art. 1250 Ger.W.): • Eenzijdig verzoekschrift • Ondertekend door bewindvoerder of advocaat • Bewindvoerder, beschermde persoon en vertrouwenspersoon worden gehoord of om hun mening gevraagd • Vrederechter wint alle nuttige inlichtingen in
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Procedure gemengde rechtshandelingen: - Machtiging tot alleenoptreden naast machtiging om handeling te stellen; - Andere bewindvoerder wordt bij procedure betrokken; - Bewindvoerder die alleen optreedt met machtiging brengt onverwijld andere bewindvoerder op de hoogte.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Plaatsvervangende schenking: - Na bijzondere machtiging; - Ingeval de beschermde persoon zelf niet wilsbekwaam is daartoe; - De wil tot schenken van de beschermde persoon moet bewezen worden a.d.h.v. vroegere schriftelijke/mondelinge verklaringen; - De schenking moet in verhouding staan tot het vermogen; - De schenking mag de beschermde persoon of zijn onderhoudsgerechtigden niet behoeftig dreigen te maken; - Let op: professionele bewindvoerders worden onbekwaam tot ontvangen van giften (art. 908 BW).
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Bijzondere beschermingsmaatregelen – enkel bij volstrekte noodzakelijkheid kan vervreemd worden (= behoud leefkader en omgeving): - De woning van de beschermde persoon en de huisraad; - Souvenirs en andere persoonlijke voorwerpen; - Beschermde persoon en vertrouwenspersoon worden gehoord.
5. Het nieuwe beschermingsstatuut - Vertegenwoordiging en beheer – Criteria machtiging • Beginsel: belang van de beschermde persoon • Uitzondering: – volstrekt noodzakelijk (souvenirs en andere persoonlijke voorwerpen) of noodzakelijk (gezinswoning en huisraad) – bijzondere betrokkenheid beschermde persoon, vertrouwenspersoon en bewindvoerder over de persoon
5. Het nieuwe beschermingsstatuut - Vertegenwoordiging en beheer – Wat is belang van de beschermde persoon (geest van de wet: autonomie ex art. 497 BW)? • Mening beschermde persoon en/of eerder uitgedrukte wensen en verlangen (= leidraad) • In voorkomend geval, mening vertrouwenspersoon • Materiële en morele belangen zijn relevant • Is de handeling welzijnsgericht? Wat zijn de gevolgen? • Normale voorwaarden voor het sluiten van overeenkomsten • Behoud van de financiële onafhankelijkheid, ruimte tot beschikking binnen dat kader
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Beginselverbod tot verkrijging of huur van goederen van de beschermde persoon door bewindvoerder, uitzondering: machtiging vrederechter of in enkele bijzondere gevallen - Betekeningen en kennisgevingen gebeuren aan woonplaats of verblijfplaats bewindvoerder voor zover de betekening of kennisgeving verband houdt met de opdracht van de bewindvoerder - Betekeningen en dagvaarding in strafzaken: beschermde persoon én bewindvoerder
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Quid met bepaling verblijfplaats bij afwezigheid van bewindvoerder over de persoon (art. 499/11 BW)? - Beschermde persoon oordeelt zelf - Hij behoeft evenwel instemming van de bewindvoerder over de goederen - Bij weigering kan hij of elke belanghebbende zich wenden tot de vrederechter die oordeelt over het belang van de beschermde persoon (cf. art. 1252 Ger.W.)
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Quid bij handelen zonder voorafgaande machtiging (art. 499/13 BW)? - Voor nietigverklaring vatbaar - Rechtens: eens verzocht, moet uitgesproken worden - Op verzoek van de beschermde persoon of bewindvoerder ad hoc - Bevestiging mogelijk, mits machtiging tot bevestiging - Na nietigverklaring: enkel teruggeven wat tot “voordeel heeft gestrekt” - Nietigverklaring belet aansprakelijkheidsvordering tegen bewindvoerder niet
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Verslaggeving door bewindvoerder over persoon: - Door vrederechter te bepalen - Bij afwezigheid van enige regeling: jaarlijks, schriftelijk, mee te delen aan vrederechter, beschermde persoon, vertrouwenspersoon en bewindvoerder over de goederen - Aantal verplicht op te nemen gegevens - Koning stelt model ter beschikking - Vrederechter keurt verslag goed. Hij kan opmerkingen formuleren waar de bewindvoerder rekening mee moet houden
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Verslaggeving door bewindvoerder over goederen - Jaarlijks, schriftelijk, gericht aan vrederechter, beschermde persoon, vertrouwenspersoon en bewindvoerder over persoon - Verplicht te vermelden gegevens - Bijvoeging fotokopie laatste rekeninguittreksel en attest van financiële instelling m.b.t. belegde kapitalen - Koning stelt model van schriftelijk verslag ter beschikking - Bewindvoerder voert vereenvoudigde boekhouding volgens model door Koning bepaald (minstens mutaties contact geld of op rekeningen). Vrijstelling hiervan mogelijk
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Verslaggeving door bewindvoerder goederen - Vrederechter kan bij ernstige aanwijzingen op tekortkomingen deskundige aanstellen die advies over de rekeningen moet uitbrengen - Kosten kunnen ten laste van de bewindvoerder worden gelegd ingeval deze “kennelijk” tekortschoot in verslaggevingsplicht of in de uitoefening van zijn opdracht - Vrederechter keurt verslag goed en kan eventueel opmerkingen formuleren waar bewindvoerder rekening moet houden - Bij meerdere bewindvoerders: vrederechter bepaalt de wijze van verslaggeving
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Kwijting tijdens beheer: - aanstelling bewindvoerder ad hoc - procedure art. 1250 Ger.W. - Eventuele kosten komen ten laste van de bewindvoerder
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Bij vervanging worden rekeningen afgesloten op de dag waarop de nieuwe bewindvoerder zijn opdracht aanvaardt - Eindverslag binnen een maand na beëindiging opdracht, overhandiging aan (gewezen) beschermde persoon of nieuwe bewindvoerder in aanwezigheid vrederechter - Goedkeuring of afkeuring door vrederechter met opgave van de redenen - Eventueel ook kwijting
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Verbod tot het afsluiten van overeenkomsten tussen gewezen beschermde persoon en gewezen bewindvoerder tot zolang rekening niet is goedgekeurd - Bijzondere procedure ingeval bewind eindigt door overlijden: beëindiging opdracht bewindvoerder 2 maanden na overlijden en in die periode kan hij lopende verrichtingen afhandelen. Hij legt ook binnen deze termijn definitief verslag neer ter griffie
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Goedkeuring rekening doet geen afbreuk aan aansprakelijkheidsvorderingen tegen bewindvoerder - Bedrag dat bewindvoerder verschuldigd is aan beschermde persoon brengt van rechtswege interest op vanaf goedkeuring rekening en ten laatste 3 maanden na beëindiging van bewind - Vorderingen tegen bewindvoerder betreffende feiten en rekeningen bewind verjaren na 5 jaar te rekenen vanaf de beëindiging van de opdracht van de bewindvoerder
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Vertegenwoordiging en beheer - Administratief beheer door bewindvoerder: - Vernietiging alle stukken 5 jaar na beëindiging bewind - Tijdens bewind: alle stukken die geen rechtstreeks verband houden met voorgeschreven verplichtingen (briefwisseling, facturen) mogen vernietigd worden na 5 jaar bewaring
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - Uitoefening door de ouders (art. 500 BW) - Vrederechter bepaalt tijdstip of omstandigheden evenals wijze van verslaggeving na ouders, beschermde persoon en vertrouwenspersoon te hebben gehoord - Aan dezelfde pleegvormen onderworpen - Gezamenlijke uitoefening + vermoeden van instemming - Procedure van geschillenregeling is van toepassing (art. 1252 Ger.W.), maar de voorkeur gaat naar bemiddeling - Rekenschap en verantwoording bij beëindiging enkel op uitdrukkelijke vraag van (gewezen) beschermde persoon of erfgenamen
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - De bewindvoering door een echtgenoot Niet in het bijzonder omkaderd Regels van huwelijksvermogensrecht samenlezen met die van bewindvoering Bewind = gemeen recht Probleem: bewind en gemeenschap van aanwinsten?
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - De vertrouwenspersoon (art. 501 BW) - Recht op (fysieke) bijstand door een vertrouwenspersoon - Aanwijzing: - Door de te beschermen persoon zelf (cf. art. 496 BW), tenzij er ernstige redenen zijn m.b.t. het belang van de te beschermen persoon - Op verzoek van de beschermde persoon of belanghebbende - De vrederechter kan desnoods ambtshalve een vertrouwenspersoon aanwijzen
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - De vertrouwenspersoon - Kunnen niet aangesteld worden tot vertrouwenspersoon: - De bewindvoerder - Een bloedverwant tot en met de tweede graad als ouders bewindvoerder zijn tenzij belang van de beschermde persoon dit eist - Beschermde personen - Personen ontzet uit het ouderlijk gezag - Rechtspersonen - (facultatief) zij die geen bewijs van goed zedelijk gedrag kunnen voorleggen
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - De vertrouwenspersoon – In het belang van de beschermde persoon kunnen meerdere vertrouwenspersonen aangesteld worden – In voorkomend geval wordt de wijze waarop de bevoegdheden worden uitgeoefend bepaald
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - De vertrouwenspersoon - Vervanging - Kan te allen tijde in het belang van de beschermde persoon - Ambtshalve of op verzoek van bewindvoerder of procureur - Bij gemotiveerde beschikking (procedure art. 1246 Ger.W.)
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - De vertrouwenspersoon - Opdracht -
Vrijwillig Fysieke bijstand (ondersteuning) Onderhouden van nauwe contacten met beschermde persoon Regelmatig overleg plegen met bewindvoerder(s) Ontvangt alle informatie en kan alle nuttige informatie inwinnen bij bewindvoerder(s) - Drukt wens uit van de beschermde persoon als advies in de door de wet bepaalde gevallen (afstamming, adoptie) of ondersteunt de beschermde persoon in het uiten ervan - alarmbelfunctie bij kennelijke tekortkomingen van bewindvoerder: moet de vrederechter vatten
5. Het nieuwe beschermingsstatuut d. Het bewind - De vertrouwenspersoon - Aansprakelijkheid: beperkt tot bedrog en zware schuld => Functie wordt laagdrempelig en informeel gehouden.
6. De uitvoering in de praktijk Overgangsrecht - beginselen - Nieuw regime lastgevingen is van toepassing op lastgevingen verleend na inwerkingtreding wet - De handelingsonbekwaamheid van de beschermde persoon gaat er door deze wet niet op achteruit - Als er een nieuwe rechterlijke beschermingsmaatregel wordt getroffen, eindigt het oude statuut - Oude bepalingen blijven (voorlopig) van toepassing op oude statuten
6. De uitvoering in de praktijk • Het overgangsrecht – bij afwezigheid van nieuwe rechterlijke beschermingsmaatregel - Voorlopig bewind - Automatische omzetting in bewind over de goederen 2 jaar na inwerkingtreding wet - Bij algemeen voorlopig bewind: handelingsonbekwaam m.b.t. alle vermogensrechtelijke handelingen + vertegenwoordiging - Verplichte evaluatie handelingsonbekwaamheid binnen twee jaar na omzetting - Het bewindsforum wijzigt in beginsel niet
6. De uitvoering in de praktijk Het overgangsrecht – bij afwezigheid van nieuwe rechterlijke beschermingsmaatregel - Onbekwaamverklaring en verlengde minderjarigheid - automatische omzetting 5 jaar na inwerkingtreding wet - Onbekwaamheid: volledig en algemeen goederen en volledig voor alle persoonsrechtelijke handelingen opgesomd in de checklist - Verplichte evaluatie binnen 2 jaar na omzetting - Dezelfde vrederechter blijft in beginsel bevoegd
6. De uitvoering in de praktijk • Het overgangsrecht – bij afwezigheid van nieuwe rechterlijke beschermingsmaatregel - Bijstand door gerechtelijk raadsman dooft van rechtswege uit 5 jaar na inwerkingtreding wet
6. De uitvoering in de praktijk Inwerkingtreding • De eerste dag van de twaalfde maand na publicatie in het Belgisch Staatsblad • Samenhang met: – De oprichting van een familierechtbank – De hervorming van justitie
• Diverse uitvoeringsbesluiten vereist • Informatiebrochure met goede praktijken inzake bewindvoering (code of good practices)
6. De uitvoering in de praktijk • Diverse bepalingen – Evaluatie van de wet 8 jaar na inwerkingtreding door de minister van justitie en de minister bevoegd voor de gezinnen wat betreft o.a. buitengerechtelijke bescherming, het bewind en de werklast vredegerechten (art. 224) – Handleiding FOD opgesteld in samenspraak met het middenveld over nut en werking bescherming, inclusief voorbeelden van goede praktijken inzake bewindvoering en modelverslagen (art. 223) – Technische aanpassing oude bepalingen door Koning (art. 225)
6. De uitvoering in de praktijk • In de nieuwe wet wordt er meer informatie verstrekt: – Modellen inzake verzoekschrift (met opgave sociaal netwerk) – Modellen inzake verslaggeving – Model vereenvoudigde boekhouding – De Koning kan een informatiebrochure opstellen met deze modellen en goede praktijken inzake bewindvoering. Dit wordt opgesteld in samenspraak met het middenveld – Belet niet dat Gemeenschappen initiatieven dienaangaande nemen
6. De uitvoering in de praktijk • Verhouding tot andere wetten – Wetgeving in het BW = gemeen recht – Bijzondere wetten met afwijkende bepalingen gaan voor (lex specialis derogat lex generalis) – Bijgevolg moet de wetgeving inzake bewind samen gelezen worden met o.a.: • • • • • •
Wet patiëntenrechten; Wet bescherming persoon geesteszieke; Huwelijksvermogensrecht; Wet collectieve schuldenregeling; Private stichting (/stichting openbaar nut); …
6. De uitvoering in de praktijk • Uitvoeringsbesluiten – Uniforme modellen van verzoekschrift, verslagen, boekhouding, medisch getuigschrift; – Opname verklaringen in centraal register; – Kwaliteitseisen bewindvoerder; – Verduidelijking inkomsten (bezoldiging), kosten en buitengewone ambstverrichtingen; – Informatiebrochure met goede praktijken.
6. De uitvoering in de praktijk • Aandachtspunten – Verantwoordelijkheid van alle betrokken actoren – Nood aan goede informatie, structurele uitwisseling goede praktijken, overleg en samenwerking – Zorgvuldigheid vereist – Informele omkadering primeert: geen tussenkomst rechter als dit niet nodig is
6. De uitvoering in de praktijk • Zorgvuldig optreden – instrumenten tot naleving – – – – – – – – – – –
Naleving deontologie die van toepassing is Vervanging bewindvoerder Vermindering/afschaffing bezoldiging Tenlastelegging van kosten onderzoek rekeningen Aansprakelijkheidsprocedures Inzage- en afschriftrecht dossier, verplichting tot bewaring stukken voor 5 jaar Verplichting afscheiding vermogens en verbod tot ontvangen van enig voordeel (geen gift aan professionele bewindvoerder mogelijk) Aanwenden rechtsmiddelen (hoger beroep, derdenverzet, wraking) Klachtenprocedure bij Hoge Raad voor de Justitie http://www.hrj.be/nl/inhoud/klachten Klacht bij het Parket (toezicht regelmatigheid rechtspleging) Klacht bij tuchtrechtelijke overheid
7. De private stichting en het bewind • De private stichting staat los van het bewind: – Leidt niet (automatisch) tot het bewind – Kan de noodzaak om een bewind te organiseren (sterk) doen dalen – Een buitengerechtelijke regeling die het minst ingrijpt op de bekwaamheid van de beschermde persoon geniet steeds voorrang
7. De private stichting en het bewind • Wanneer blijft de inrichting van het bewind noodzakelijk? – als de handelingsbekwaamheid moet ingeperkt worden – als het eigen vermogen van het kind te uitgebreid is in omvang en/of te complex in aard (bv. effecten, onroerend) – als er ernstige risico’s bestaan op misbruiken
7. De private stichting en het bewind • Kan een private stichting los van het bewind functioneren? – De private stichting heeft een eigen vermogen – De bewindvoerder heeft uitsluitend bevoegdheden m.b.t. het eigen vermogen van de beschermde persoon
7. De private stichting en het bewind • Heeft de werking van de private stichting een invloed op het bewind? – Ja, beide gericht op het welzijn – Wat is in het welzijn van het kind en hoe wordt dit besloten? – Goede verstandhouding tussen bewindvoerder en private stichting kan vereist zijn
7. De private stichting en het bewind • Kan de private stichting tot bewindvoerder worden aangewezen? – Ja, zowel bewindvoerder over de goederen als bewindvoerder over de persoon – Dit opent mogelijkheden – Let op: verslaggevings- en rekenschapsverplichting als bewindvoerder + verslaggevingsverplichting als private stichting
7. De private stichting en het bewind • Hoe kunnen eventuele problemen in de verhouding private stichting-bewind worden voorkomen? – Voldoende aandacht in de statuten voor het maatwerk en een eventueel bewind: controle bij machtiging – De aanstelling van de private stichting als bewindvoerder