Het Muiderslot
Beleef zeven eeuwen geschiedenis in het echt!
Annick Huijbrechts & Yvonne Molenaar
Het Muiderslot
Beleef zeven eeuwen geschiedenis in het echt! Annick Huijbrechts & Yvonne Molenaar
© 2013 Stichting Rijksmuseum Muiderslot
Colofon
Auteur: Annick Huijbrechts (Turtle Art) Tekst- en beeldinbreng: Yvonne Molenaar Tekstredactie: Ida Schuurman Vormgeving: Endeloos Grafisch Ontwerp Fotografie: Mike Bink, Kropot en Endeloos Grafisch Ontwerp © 2013 Stichting Rijksmuseum Muiderslot
Partners
Deze uitgave is mogelijk gemaakt met steun van:
Inhoud
0 Inleiding: de roerige geschiedenis van het Muiderslot Zeven eeuwen vol trots, tragiek en temperament
5
1 Floris de Vijfde – de held van het volk Grondlegger van het Muiderslot
8
2 Het mooiste middeleeuwse kasteel van Nederland De bouw van het Muiderslot
14
3 Vernuftig bouwwerk vol onaangename verrassingen Muiderslot als verdedigingsburcht
19
4 Er was eens… een romantisch kasteel Muiderslot als woonhuis in de middeleeuwen
23
5 Bloed, angstzweet en ijselijke kreten Muiderslot als rechtbank en gevangenis
27
6 Gedichten en liederen galmen tussen de slotmuren Muiderslot als toonaangevende, inspirerende plek
31
7 Pracht en praal in het Hoge Huys te Muiden Muiderslot als woonkasteel in de Gouden Eeuw
37
8 Tot in de pruimentijd! De tuinen en boomgaarden van het Muiderslot
41
9 Te koop voor de sloop Muiderslot als verwaarloosde steenklomp
47
10 Van kasteel tot volwassen rijksmuseum Museum Muiderslot: architectuur, interieur en collectie
51
11 Water als vriend en vijand Muiderslot in strijd tégen maar vooral mét het water
57
12 Beleef de geschiedenis in het echt! Rijksmuseum Muiderslot: levendiger, transparanter en veelzijdiger dan ooit
61
Slotwoord Levendiger, transparanter en veelzijdiger dan ooit!
63
Bijlage 1 Feiten (op schrift) met betrekking tot het Muiderslot
65
Bijlage 2 Bouwheer en baljuwen van Amstelland, van Naarden en Gooiland, drosten van Muiden, kasteleins en slotvoogden en bestuurders van het Slot te Muiden.
68
4
0
INLEIDING: DE ROERIGE GESCHIEDENIS VAN HET MUIDERSLOT Zeven eeuwen vol trots, tragiek en temperament
Zeven eeuwen staat het Muiderslot in het water, uitkijkend over de Vecht, de Zuiderzee (nu het IJsselmeer), delen van Amsterdam, weilanden, molens en de bedrijvigheid in de haven en het stadje Muiden. Gedurende die jaren kreeg het Muiderslot kanonskogels te verduren en brandden haardvuren in de schouwen. Angst- en ridderzweet en de heerlijkste geuren van gebraden vlees met kruiden zweemden rond. IJselijke kreten van gemartelde gevangenen echoden tussen de dikke muren, evenals de klanken van sonnetten en vrolijk meerstemmig gezongen liederen. Tegenwoordig klinken vooral de opgewonden stemmen van kinderen die zich even ridder en jonkvrouwe wanen. Het Muiderslot was immer omringd door water: een gevaarlijke vijand, maar bovenal een goede vriend en bondgenoot. Soms werd het Slot verwaarloosd door de mens, dreigde het verloren te gaan. Vaker werd het echter liefdevol verzorgd en opgeknapt. Zodat het nu staat te glimmen van trots voor de mensen die meer willen weten over zijn roerige bestaan.
Jan Abrahamsz. Beerstraaten schilderde in 1658 dit winterlandschap met Muiderslot, zonder spits op de Noordertoren. Beerstraaten is lichtzinnig met de topografie omgesprongen: links zou Muiden behoren te liggen en rechts de Zuiderzee. Photo © The National Gallery, London
5
6
7
1
1
FLORIS DE VIJFDE – DE HELD VAN HET VOLK Grondlegger van het Muiderslot
Het verhaal van het Muiderslot begint – hoe kan het ook anders – in de middeleeuwen. De legendarische graaf Floris V gaf in 1285 de opdracht tot de bouw van de burcht. Hij koos een mooi, strategisch punt aan de rivier de Vecht, vlakbij de Zuiderzee. Vader vermoord
Machtige vorst
Floris was twee jaar toen zijn vader, rooms-koning Willem II – de beoogde keizer van het Noord-Europese Rijk – in 1256 werd vermoord in zijn strijd tegen de West-Friezen. Dit maakte diepe indruk op hem. De jonge Floris kreeg les van de beroemde schrijver Jacob van Maerlandt, die hem voorbereidde op zijn leven als koningszoon. Samen lazen ze over de heldendaden van Alexander de Grote en hoe deze zijn vermoorde vader wreekte. Sindsdien wist Floris wat hem te doen stond!
Met man en macht veroverde Floris de fatale vijand van zijn vader: West-Friesland. Hij liet in West-Friesland vijf dwangburchten bouwen om het volk te overheersen en zijn macht te handhaven. In Medemblik kun je nog een deel van kasteel Radboud vinden; de andere vier burchten bestaan niet meer. Net als zijn vader werd Floris een machtige vorst. Hij heerste over de gebieden die we nu Holland, West-Friesland en Zeeland noemen en had invloedrijke bondgenoten zoals Koning Edward van Engeland.
Eerwraak!
Gravenportret van Willem II en Floris V, dubbelportret uit een reeks Hollandse Gravenportretten in het stadhuis van Haarlem.
Op zijn twaalfde was Floris meerderjarig en kon hij zich officieel graaf van Holland noemen. Tien jaar later werd hij tot ridder geslagen tijdens een toernooi in Den Bosch. De Nederlanden bestonden in die tijd uit vele kleine gebieden, ieder met hun eigen machthebber. Een mooie uitdaging voor de ambitieuze ridder Floris. Meerdere grondgebieden kreeg hij in handen, maar dat was voor hem niet genoeg. Hij wilde eerwraak! De dood van zijn vader moest worden gewroken.
West-Friesland omstreeks 1300 met de dwangburchten van Floris V; onder meer bij Egmond aan de Hoef, in de omgeving van Alkmaar, bij Wijdenes en kasteel Radboud in Medemblik.
Graf van zijn vader
Niemand wist waar Willem II, de vader van Floris, begraven was. Floris zette alles op alles om het graf te vinden. Hij vond het en bracht zijn vaders lichaam naar Middelburg, om het daar in de kerk opnieuw te begraven.
8
Tol betalen
Floris kon zakelijk een plaag zijn. Wie de rivier wilde bevaren, moest voortaan eerst flink tol betalen bij het Muiderslot. Dat zal de machtige bisschop van Utrecht - zijn grote vijand - niet leuk hebben gevonden. Daarmee kon Floris namelijk meteen controleren wie en wat er allemaal het bisdom van Utrecht in- en uitging.
Oudste stukje papier met ‘Amstelredam’
Voor sommige schippers maakte Floris een uitzondering. Zo ook voor de ‘mensen die wonen bij Amstelredam’. Zij hoefden geen tol te betalen, schreef hij in een brief. Een beroemde brief, want het is het oudste stukje papier waarop de naam Amsterdam staat; toen nog een klein dorpje met de naam Amstelredam. De originele brief is te vinden in het Stadsarchief van Amsterdam.
Grote broer in Den Haag
Het Muiderslot kreeg er een ‘grote broer’ bij, die nóg beroemder zou worden in de wereld: het Haagse Binnenhof met zijn imposante Ridderzaal. In 1290 maakte Floris dit paleis van zijn vader af, naar voorbeeld van de Westminster Hall in Londen. Daarmee had hij de eer van zijn vader definitief gered. Kaart van Holland omstreeks 1300 met waterwegen. Je ziet onder meer de rivier de Vecht tussen Utrecht en de Zuiderzee kronkelen.
De held van het volk
Wanneer Floris V het Muiderslot bezocht, kon hij rekenen op een groot feestmaal in de Ridderzaal. Hij was geliefd op het Slot en wist in korte tijd ook de bevolking voor zich te winnen. Dappere boeren en burgers verhief hij in de adelstand en gaf hij belangrijke bestuurstaken. Dit tegen het zere been van de heersende adel. ‘Schandalig!’ De slimme Floris legde dijken en wegen aan om het handelsverkeer te bevorderen en stelde sommige burgers vrij van belasting. Daardoor werden de boeren en burgers rijker en machtiger. Zo werd Floris V al gauw een held van het volk. Hij werd wel ‘der keerlen god’ (god van de boeren) genoemd.
Bouwtekening van de Ridderzaal.
9
Ridderorde
In 1279 had Floris zijn eigen ridderorde gesticht: de Souvereinde Orde van St. Jacob in Holland. De ridderslag van de eerste 12 ridders van de Orde vond plaats in Floris’ eigen Ridderzaal in Den Haag.
Vijanden van Floris
Intussen maakte Floris ook vijanden. Sommige edelen waren niet gecharmeerd van zijn vriendschap met het gewone volk. Bovendien pikte hij Amstelland (met het latere Amsterdam) en Nedersticht (waaronder Woerden) in van zijn aartsvijand de bisschop van Utrecht. Die kon zijn bloed wel drinken!
Gevangene in zijn eigen Muiderslot
De gevaarlijkste vijanden van Floris bleken dichterbij dan hij kon vermoeden. Een groep belangrijke edelen die voor Floris werkten, beraamde in 1296 een complot tegen hem, in samenwerking met zijn voormalige bondgenoot de Engelse koning. Floris was namelijk overgestapt naar de Fransen! Gijsbrecht van Amstel, Herman van Woerden en Gerard van Velsen nodigden Floris uit voor een valkenjacht.
De Ridderzaal in Den Haag, nog altijd het hart van het Haagse Binnenhof waar de Nederlandse regering zetelt. Iedere derde dinsdag van september – Prinsjesdag – rijdt de koning in zijn gouden koets naar deze imposante zaal om namens de regering de troonrede voor te lezen. Daarin staan onder andere de beleidsplannen voor het komende jaar.
Thuis in Den Haag
Wanneer hij niet rondreisde door zijn rijk, woonde Floris V als een koning in Den Haag. Hij was getrouwd met Beatrijs van Vlaanderen en samen hadden zij zeven kinderen. Van alle kinderen werd alleen zoon Jan ouder dan tien jaar. Wie Den Haag bezoekt, vindt een standbeeld van ‘Jantje’ naast de Hofvijver. Hij wijst naar het Binnenhof, waar tegenwoordig de Nederlandse regering zetelt.
Dag mijn lieve Jantje!
Nog steeds zingen Nederlandse kinderen dit liedje over Jantje: “In Den Haag daar woont een graaf en zijn zoon heet Jantje. Als je vraagt waar woont je pa, dan wijst hij met zijn handje. Met zijn vingertje en zijn duim, op zijn hoed draagt hij een pluim. Aan zijn arm een mandje, dag mijn lieve Jantje!”
Graaf Floris denkt op valkenjacht te gaan, maar wordt in plaats daarvan gevangen genomen. Schoolplaat gemaakt door Nederlands bekende historieschilder J.H. Isings. Schoolplaten werden gebruikt als illustratie bij verhalen.
10
Van Amstel en Van Woerden vluchtten daarna naar het buitenland en verloren al hun bezittingen. Gerard van Velsen werd gevangen genomen, hij bekende en werd berecht. Vermoedelijk is hij geradbraakt; een pijnlijke doodstraf waarbij de veroordeelde op een rad werd gebonden en zijn ledematen werden gebroken.
Floris was daar uiteraard voor in, het was zijn geliefde hobby. Plotseling namen de drie mannen Floris gevangen en werd hij vijf dagen opgesloten in een kamer van… zijn eigen Muiderslot!
Met zwaardsteken vermoord
Dappere boeren hadden dit nieuws gehoord en trokken met een groot leger richting het Muiderslot om hun graaf te bevrijden. Snel sloegen de ontvoerders met Floris op de vlucht, maar ver kwamen ze niet. Tien kilometer verderop, bij het dorp Muiderberg, wachtte een groep boeren uit Naarden hen op. De geboeide Floris V probeerde te ontsnappen, maar zijn paard viel in een sloot. Op dat moment heeft één van de edelen – vermoedelijk Gerard van Velsen – hem lafhartig met zwaardsteken vermoord.
Muiderslot verwoest
Na zijn dood werd zoon Jan de volgende graaf, maar Jan verbleef nog in Engeland. Floris’ grootste vijand de bisschop van Utrecht zag zijn kans schoon. Hij haastte zich naar Muiden, bestormde het Slot en maakte het naar verluidt ‘met de grond gelijk’. Gelukkig viel dat mee en werd het zo’n tachtig jaar later weer opgebouwd, anders zou dit verhaal nu uit zijn.
Het allereerste Nederlandse geschiedenisboek
Floris V wilde graag dat mensen over de geschiedenis konden lezen in gewone volkstaal. Tot dan toe verschenen boeken in het Latijn. In zijn opdracht werd het allereerste Nederlandstalige geschiedenisboek geschreven. Spieghel Historiael door Jacob van Maerlant. Na zijn dood zette de beroemde schrijver Melis Stoke dit werk voort. Hij beschrijft in het Rijmkroniek van Holland tevens het leven en de gewelddadige dood van Floris V.
De geboeide Graaf Floris V wordt bruut vermoord bij Muiderberg.
Valkenjacht en vrouwenjacht
De valkenjacht was een grote happening, verbonden met vermaak, plezier en ‘vrouwenjacht’. In groot gezelschap reden de adellijke dames en heren uit op hun paarden, vergezeld door hun dienaars en de valkenier met zijn knechten. Je status bepaalde de vogelsoort die je meenam: een adelaar voor de keizer, giervalken voor een koning of koningin en slechtvalken en haviken voor de edelmannen en vrouwen. Aan een lange leren veter werden de getrainde roofvogels eropuit gestuurd om wild te vangen. Daarna barstte het feest los.
11
2
2
HET MOOISTE MIDDELEEUWSE KASTEEL VAN NEDERLAND De bouw van het Muiderslot
Vandaag de dag is het Muiderslot wereldberoemd als het mooiste én best bewaarde middeleeuwse kasteel van Nederland. Het begon zijn bestaan echter als een eenvoudige waterburcht: vier dikke muren met hoektorens, omringd door een slotgracht. In de loop van de tijd verwierf het Slot zijn vernuftige bouwdetails en bijzondere staaltjes van vakmanschap. Handboor, hakbijl en zaag
Scheve toren van Muiden
In zijn eerste vorm was het Muiderslot een soort ommuurd kampement met vier hoektorens. De dikke muren boden bescherming aan de krijgstenten van de soldaten op de binnenplaats. De bouw van het oorspronkelijke Muiderslot duurde nog geen tien jaar. Dat is snel, als je bedenkt dat alles puur handwerk was. Er waren geen elektrische liften of hijskranen; de duizenden stenen, bouwmaterialen en gereedschappen moesten omhoog gehesen worden met touwen en katrollen. Een gat boren? Een balk op maat maken? Dat kostte wat zweetdruppels met handboor, hakbijl of zaag.
De Westertoren linksachter is de oudste, hoogste én scheefste toren van het Slot. Je moet maar liefst 83 treden omhoog, om de top te bereiken. Opvallend in de lager gelegen hoge torenkamer zijn de verticale houten balken tussen de muren, die moesten voorkomen dat de muren scheefzakten. Desondanks is de Westertoren behoorlijk scheefgezakt; vorige eeuw dreigde de toren zelfs af te scheuren! De slotgracht werd toen gedempt en het gehele gebouw kreeg een zwaar cementen korset. Sindsdien is de toren scheef maar wel stevig.
Dikke muren en ronde torens
In 1285 begon de bouw op de zandgrond bij de rivier. Zandgrond is een solide, natuurlijke ondergrond waarop veel kastelen zijn gebouwd. Eerst legden de bouwers een stenen ondergrond van 32x35 meter, bijna een half voetbalveld. Daarna volgden de dikke muren, op sommige plekken wel 1,5 meter dik! Iedere hoekpunt kreeg een ronde toren die wat uitstak, zodat de wachters vanuit de torens de omgeving én de buitenmuren van het kasteel goed konden zien. Geen vijand kon ongezien naar boven klimmen.
Voorburcht met boerderijen en huisjes
Voor de ingang van het kasteel, op de plek waar nu de tuinen zijn, bevond zich in de middeleeuwen een voorburcht: stallen, schuren, boerderijen en huisjes van werklieden met muren eromheen. Rondom het kasteel en de voorburcht kwam een dubbele gracht. De enige manier om in het kasteel te komen was via de voorburcht, over de houten ophaalbrug, door de grote poort. Plattegrond van de bel-etage met restauraties in rood door architect Berden uit 1895.
14
Gebouwd, verwoest, vernieuwd en versleuteld De bouw van het Muiderslot begon eenvoudig: vier torens met muren ertussen. Daarna kreeg het enkele woonvertrekken. De wraak van de bisschop van Utrecht zorgde voor vergaande verwoesting van het bouwwerk rond 1296. Circa 80 jaar was het Slot niet meer dan een ruïne. Daarna (rond 1370) begon graaf Hertog Albrecht weer aan de opbouw van het kasteel tot de huidige vorm. In de daaropvolgende eeuwen werd het Muiderslot continu verbouwd, vernieuwd en versleuteld. Zo kreeg het Slot hogere torens, een tweede woonvleugel en - omstreeks 1450 - leistenen daken in plaats van de kwetsbare rietdaken.
15
Een vliegende steiger of duiventil
Bij sommige vensters vind je gaten in de buitenmuur, zogeheten kortelingsgaten. Daardoor kun je een balk (korteling of hordijs) naar buiten schuiven. Klim maar uit het raam, leg een plank over de balken en je hebt een vliegende steiger of balkon. Handig! Zo had je bij een vijandelijke aanval een extra weergang voor de verdediging. In rustigere tijden ook prima uit te bouwen als duiventil of buitengemak.
Bouwpakket voor de doe-het-zelver
De kap van de Westertoren werd gebouwd in de 14e eeuw. Dit was een precies werkje met kruisende balken en verbindingsbalken die als de spaken van een wiel de muren bijeen moesten houden. Iedere pen-en-gat had zijn eigen maat en alles moest precies in elkaar passen. Dat konden de knappe ambachtslui wel in die tijd! Als een bouwpakket leverden zij de materialen aan vanuit hun werkplaats. De aanwijzingen - de zogeheten ‘telmerken’- zijn nu nog zichtbaar; ze werden gekrast in het hout, zodat een beetje doe-het-zelver het geheel precies in elkaar kon zetten.
Overdekte weergang met kromme spantbenen van eikenhout en hordijzen in de muren.
Puntdak met isolatie
Waarom kreeg het woonhuis zo’n hoge steile houten kap? Dat was om te voorkomen dat water, sneeuw of hagel door het dak sloeg. Het glijdt nu gewoon naar beneden. De ruimte onder de kap was tevens een prima isolatielaag: in de zomer werd het zo niet te warm, in de winter niet te koud.
Duurzaam bouwen
Zelfs in de middeleeuwen werd al duurzaam gebouwd. Een goed voorbeeld daarvan zijn de traptreden die je op sommige plekken tegenkomt. Stenen (wenteltrap)treden, met daarop ingelegd houten planken. Bij slijtage bleven de stenen liggen en hoefden alleen de planken vervangen te worden.
Bos met kromme bomen
Opvallend in de overdekte weergang boven de Slotkeuken zijn de gebogen balken (spantbenen) onder de kap. Deze zogeheten ‘krommers’ werden gemaakt door eikenbomen met warmte te bewerken of door de bomen van jongs af aan krom te trekken. Dat moet een vreemd gezicht zijn geweest, zo’n bos met kromme bomen! Vanaf 1550 werd deze techniek alleen nog gebruikt in de scheepsbouw.
16
Buitengemak aan de Noordertoren, gemaakt met behulp van uitschuifbare balken ofwel kortelingen. Gravure uit de 18e eeuw van C. Pronk.
17
3
3
VERNUFTIG BOUWWERK VOL ONAANGENAME VERRASSINGEN Muiderslot als verdedigingsburcht
Vanaf het begin kreeg het Muiderslot een belangrijke taak mee: verdedigen! Het moest bescherming bieden aan de bewoners en het omringende land, dus vijanden buitenshuis houden. Daartoe bevat het Slot heel wat doortrapte bouwtechnieken en slimme vondsten. Het leek een eenvoudig kasteel, totdat je het probeerde te veroveren! meer uit, wat nóg beter zicht geeft op de buitenmuren en de weg naar het Slot. Niemand kon ongemerkt dichtbij komen. In de torenmuur zitten veel kijk- en schietgaten en zelfs een zeldzaam dubbel uitgevoerd kijkgat: deze biedt tegelijk zicht op het begin- én het eindpunt van de ophaalbrug. Daarnaast bevindt zich een schietgat voor een haakbus, een middeleeuws handkanon.
De kogels en pijlen suizen je om de oren
Dapper ga je ten strijde, maar onopvallend het Slot naderen is onmogelijk. Zodra de wachters jou zien aankomen, blazen ze alarm en halen ze de houten ophaalbrug op. Even rustig nadenken ‘wat nu?’ is er niet bij, aangezien maar liefst 48 schietgaten op je zijn gericht. De kogels en pijlen suizen je om de oren!
Kantelen met slimme schietgaten
Muren vol kijk- en schietgaten
Een kasteel is geen kasteel zonder kantelen. Bovenop de muren en torens vind je deze ‘blokken’ van steen, waarachter de soldaten zich konden verschuilen. In de kantelen zijn schietgaten gemaakt. Deze zijn in het midden iets ronder en ze lopen scherp toe. De ronding geeft het wapen meer bewegingsvrijheid om goed te kunnen richten.
De wachters van het Muiderslot woonden in de Zuidertoren, die daarvoor was uitgerust met strozakken, een schouw en een gemakje (wc). Deze Zuidertoren - als je voor de poort staat de toren linksvoor - is niet rond zoals de overige drie torens, maar expres ovaal gebouwd. Daardoor steekt hij iets
Dat is pas een warm welkom!
Terwijl je met je soldaten de brug oversteekt, hoor je boven je gegniffel. ‘Dat is vreemd’, denk je nog. Dan klinkt een commando en… Splash! Een stortvloed van hete smurrie en stenen valt over jullie heen. Paniek breekt uit; het enige wat je kunt denken is: wegwezen!
Mezekouw uniek in Nederland!
De Poorttoren vormde het hart van de verdediging van het Muiderslot. De regiekamer, van waaruit de soldaten werden gecontroleerd en instructies kregen. Topstuk van de Poorttoren is de mezekouw recht boven de poort: drie grote werpgaten waardoor de vijand letterlijk op een warm onthaal werd getrakteerd. In plaats van hete olie en pek zal vaker een De mezekouw van het Muiderslot: qua omvang en grootte uniek in Nederland!
19
lading keien, bakstenen en hete keukenbrij naar beneden zijn gestort. Dat was immers goedkoper. Qua omvang is deze mezekouw uniek in Nederland. Ernaast zit bovendien nog een verborgen werpgat. Niet zichtbaar van onderen, maar dankzij een knik in het kanaal ook precies doeltreffend.
Nu is het een makkie, denk je.
Je staat op de binnenplaats en denkt: ‘Nu is het een makkie. Ik loop de Zuidertoren in, versla de wachters daar. Daarna storm ik via de weergang door naar de Poorttoren, sabel ook daar de soldaten neer, dan heb ik de complete verdediging verslagen. Mijn troepen kunnen daarna fluitend het Slot binnenwandelen en innemen.’ Dat had je gedacht!
Gefopt! geen deur of trap te vinden!
Om te voorkomen dat de vijand bij een overval het gehele kasteel in één keer kon overmeesteren, was het kasteel in stukken opgedeeld. Niet overal was een doorgang. Wie zich bijvoorbeeld de Poorttoren had binnengevochten en dacht door te stormen naar de strategisch gelegen Zuidertoren, kwam van een koude kermis thuis. Geen deur te vinden aan het eind! De weergang naar de Zuidertoren liep expres dood tegen de muur. Liep je beneden de Zuidertoren in, het verblijf van de brugwachter, dan kon je ook meteen weer omkeren. Er was geen trap naar boven! Met een beetje pech belandde je zelfs via het luik in de vloer in de vergeetkerker.
Zelfs de wenteltrap is doortrapt
De Zuidertoren was alleen maar te bereiken via de Westertoren. En laat de Westertoren nou ‘toevallig’ de lastigst inneembare toren zijn! De Westertoren is de hoogste toren en is duidelijk ook gebouwd voor de verdediging. Zelfs de wenteltrap is ‘doortrapt!’ Deze nauwe trap bevat maar liefst 83 ongelijke(!) treden en draait rechtsom. Dat is geen toeval. Probeer als vijand, met je zwaard in je rechterhand, maar eens soepel omhoog te klimmen op zo’n trap, terwijl je tegelijkertijd de klappen van bovenaf moet afweren.
Onhandige trap? Ja! Speciaal voor de verdediging!
20
Zo werkt een haakbus
‘Schuif het losse kruit in de loop, goed aanstampen en met een prop op zijn plek houden. Duw dan de stenen kogel ervoor, steek de lont aan en KABOEM! O ja, zoek eerst dekking!’ Kanonnen waren bijna net zo gevaarlijk voor de schutters als voor de vijand. Een kleine vergissing met het buskruit kon een enorme ontploffing opleveren. Een ander gevaar vormde de enorme terugslag na de explosie. Daarom zat er een haak aan de loop van het kanon. Deze drukte je vast in de houten balk van het schietgat, om zo de terugslag te beperken.
Kloten gaan dwars door de muren
Aan het eind van de middeleeuwen, rond 1500, kwamen de zogeheten ‘kloten’ in gebruik: stenen kanonskogels met een vernietigende slagkracht. Daar was geen kasteelmuur tegen opgewassen. De eerste kogels drukten de steenmassa los en de volgende serie kogels brak er dwars doorheen. Daarmee verloor het Muiderslot zijn belangrijke verdedigende taak.
Havenstad Amsterdam
Vanaf 1477 nam de stad Amsterdam de verantwoordelijkheid voor het onderhoud en de bezetting van het Slot. Het ging dienen ter beheersing van Amsterdam en het omringende gebied. Ook bewaakte het de toevoerweg vanuit het oosten naar de stad. Daardoor kon Amsterdam uitgroeien tot belangrijke havenstad.
De Zeemeermin van Muiden
Een middeleeuwse legende luidt: Een stel vissers uit Muiden vingen op een dag een zeemeermin in hun netten. Zij weigerden haar de vrijheid terug te geven. De zeemeermin wist te ontsnappen en sprak al zingend een vloek uit over Muiden, waardoor Muiden altijd klein zou blijven en Amsterdam groot zou worden: Muden sal Muden bliven Muden sal noit becliven (groter worden) Een grooter wasdom (groei) blijft alleen An Y en Amstelstadt verpand
21
22
4
ER WAS EENS… EEN ROMANTISCH KASTEEL Muiderslot als woonhuis in de middeleeuwen
Het klinkt als een sprookje: wonen in een kasteel als een ridder of jonkvrouwe. Een kasteel in de middeleeuwen was echter totaal niet spannend of romantisch; het was vooral koud, donker, tochtig en saai. Niet bepaald de droomplek voor ‘ze leefden nog lang en gelukkig’. Ramen van varkensblaas
De dikke bakstenen muren werden vaak vochtig en de ramen waren niet van glas, maar van varkensblaas gemaakt. Daglicht en frisse lucht kwamen spaarzaam naar binnen via de smalle schietgleuven. ’s Winters kon je daar een plank voor plaatsen of een lap koeienhuid tegen de kou, maar het bleef tochten.
Op zoek naar warmte en licht
Omdat het moeilijk was een ruimte warm en aangenaam te maken, werd een beperkt aantal kamers van het Slot ingericht als woonruimte. Deze kamers kregen een open vuurplaats, de schouw. Mensen kropen bij de warmte en het licht van de schouw bijeen, vertelden elkaar verhalen en gingen vroeg slapen. Voor extra verlichting kon je fakkels en olielampjes branden en potjes met varkensvet; al gaven die laatste niet veel licht. Ze stonken vooral. Een grote zaal als de Ridderzaal (inhoud van 600 m3) was imposant, maar lastig te verwarmen. Alleen bij speciale gelegenheden werd de grote zaal warm gestookt, uitbundig versierd en gevuld met muziek, eten, drank en mensen.
Stevige, functionele meubelen
De zalen van het kasteel waren kaal en de schaarse meubelen stevig en functioneel. Iedereen zat op houten banken, alleen de adel bezat luxere zetels. In de vensteropeningen waren letterlijk ‘vensterbanken’ gemaakt, waarop de mensen konden zitten om met elkaar te babbelen bij daglicht. Kasten bestonden nog niet, spullen en kleding werden bewaard in grote houten kisten. Het lijkt schemerig, maar de huidige Bisschopskamer is nu goed verlicht vergeleken met toen, dankzij grote ramen. De vensterbanken vormden zomers een prima zitplek dankzij het binnenvallende licht en het mooie uitzicht.
23
Op je gemakje zitten
Om je vingers bij af te likken
Bij de woonruimten hoorden gemakjes oftewel wc’s. Het Muiderslot heeft er nu nog negen. Gemakjes hingen buitenboord en hadden doorgaans geen deur. Mensen deden hun behoefte dus open en bloot met elkaar. Op het gemakje kon je gesprekken gewoon voortzetten. Tegelijkertijd plonsde alles naar beneden de slotgracht in als voedsel voor de vissen. Bij vrieskou bleef het een tijdje lekker stinken op het ijs. Regelmatig kwam een veegploeg de gracht stevig uitbaggeren. Dat was hard nodig!
De geur van vers brood zweemde dagelijks vanuit de bakkerij door de gangen en kamers. Zo gebruikten de koks bijvoorbeeld ronde hompen brood als bord, daarop werden sauzen, soepen en jus gegoten waarna je de maaltijd met bord en al kon opeten. Om je vingers bij af te likken! Letterlijk, want bestek kwam je weinig tegen in die tijd. Vlees werd lekker van het bot gekloven en je kon in het door water omgeven Muiderslot vast ook veel verse vis van de graat happen.
Bijzondere waterput
De waterput op de binnenplaats – in de muur bij de stenen trap – voorzag in redelijk schoon regenwater, op natuurlijke wijze gefilterd door het zand. Het was een bijzondere put, want hij was vanuit drie punten bereikbaar: vanaf de binnenplaats uiteraard, maar ook vanuit de bakkerij in de kelder én vanuit de daarboven gelegen keuken. Een slimme vorm van waterleiding. Om het water drinkbaar te maken, kon je het koken en aanlengen met bier of wijn. Vaker werd tegen de dorst gewoon pure wijn gedronken, zowel door de volwassenen als de kinderen. Dat zal een vrolijke boel zijn geweest.
Poepen, slapen en vrijen met z’n allen
De mensen in de middeleeuwen hadden een heel ander idee over wat ‘privé’ was. Of eigenlijk: er was helemaal geen privacy. Slapen deed je gezamenlijk – met meerdere bewoners - in een groot bed in de woonkamers. Lekker warm, dat wel. Ook jezelf wassen, naar de wc gaan en vrijen gebeurde in aanwezigheid van anderen. Voor afzondering waren de mensen zelfs angstig. In je eentje kon je verleid worden door de duivel, waardoor je in de hel kwam. Samen met anderen kon je de verleidingstechnieken van de duivel beter weerstaan.
24
Bij gebrek aan kranen en leidingen, toch een efficiënte manier om water te verspreiden.
De baljuw, hoofdbewoner van het Slot
Al in de tijd van Floris diende het Slot als ambtswoning van de ‘baljuw’, de plaatsvervanger van de graaf of landsheer. De baljuw moest het gebied besturen en beschermen. Hij was belast met de rechtspraak, het innen van boetegeld en het tijdelijk opsluiten van misdadigers. Daarnaast was hij ‘kastelein’, oftewel gastheer en beheerder van het Slot. Zo’n vijf eeuwen lang, tot het jaar 1795, hebben meer dan vijftig baljuws met hun familie het Muiderslot bewoond. Voltijds of deeltijds. Sommige betrokken het Slot alleen in de zomermaanden. Zij lieten ’s winters de honneurs waarnemen door een slotbewaarder.
De heraut
In de middeleeuwen herbergde het Slot ook soldaten. Personeel en arbeiders woonden in het Slot of in de voorburcht. Een andere belangrijke bewoner van het kasteel was de heraut. Deze verbleef in de poorttoren. De heraut wist alles van wapenschilden en vlaggen. Zijn kennis schreef hij op en tekende hij in een wapenboek. De heraut wist dus ook – aan de kleding, wapenschilden en pluimen op de helmen te zien – welke vriend of vijand eraan kwam, zodat deze op passende wijze verwelkomd kon worden.
De kapelaan
Als het Muiderslot een slotkapelaan heeft gehad, verbleef die direct boven de poort in de zogeheten ‘Michaelskapel’. Michael is immers de bewaker van de hemelpoort. Het was reuzehandig, zo’n huiskapel waar de edellieden meteen konden biechten. Of je nu vloekte, andermans vrouw verleidde of te veel dronk, het was allemaal geen ramp. Na wat gebeden of het betalen van een boete aan de kerk was je geweten weer zuiver en de duivel verdreven. Het familiewapen van Floris V herken je aan de leeuw en de kleuren rood en geel. In het Muiderslot vind je deze uiteraard in de Herautenkamer.
25
De kerker onderin de hoge Westertoren.
26
5
5
BLOED, ANGSTZWEET EN IJSELIJKE KRETEN Muiderslot als rechtbank en gevangenis
Zo moeilijk als je als vijand het Muiderslot in kwam, zo lastig kwam je er ook uit. Een ideale gevangenis! Door de eeuwen heen zijn heel wat bloedspetters, tranen en zweetdruppels gevallen in het Slot. Als je goed luistert, hoor je nog de ijselijke kreten tussen de muren echoën. Ontsnappen was onmogelijk
Het bewijs der bewijzen
Had graaf Floris V geweten dat hij zelf nog eens gevangene zou zijn in zijn eigen kasteel, dan had hij vast wat geheime uitgangen laten bouwen! Helaas hadden zijn bouwers perfect werk geleverd. Ontsnappen was onmogelijk. Graaf Floris werd, net als gevangenen van adel en gijzelaars, in een torenkamer van het kasteel opgesloten. Een gijzelaar was bijvoorbeeld een edelman die tijdens een gevecht gevangen was genomen en werd teruggegeven tegen losgeld of grondgebied.
“Jij zegt dat je onschuldig bent? We zetten duimschroeven op je duimen en draaien die eens flink aan tot ze blauw zien. Je vindt jezelf nog steeds onschuldig? Dan rekken we je eens flink uit op de pijnbank zodat je je spieren en pezen voelt afscheuren. Weet je nog steeds zeker dat je onschuldig bent..?” De kans is groot dat je – tussen al je geschreeuw en gehuil door – toch maar bekent. Logisch! Bizar genoeg werd zo’n bekentenis na marteling juist beschouwd als ‘het bewijs der bewijzen’.
Donkere, kille kerkers
De meeste gevangenen belandden in de donkere, kille kerkers van het Slot. Wie hier zat was meestal in afwachting van zijn vonnis en definitieve straf. Lange opsluiting kwam eigenlijk niet voor. Je kunt je voorstellen dat zelfs de stoerste mannen hier vol angstzweet in de boeien hebben gezeten.
Lichte straffen
In de Ridderzaal was het niet altijd feest, er hebben zich ook heel wat spannende momenten voorgedaan. De rechtspraak! Wie schuldig werd bevonden aan een licht vergrijp, kreeg een boete, werd (tijdelijk) verbannen of moest vergiffenis vragen. Soms moest de schuldige betalen in goederen; nieuwe stenen voor de kapotte kasteelmuur bijvoorbeeld. Dan droeg hij letterlijk ‘zijn steentje bij’.
Gloeiende vuurpook
In de middeleeuwen werd volop gemarteld. Alleen kinderen onder de 14 en zwangere vrouwen werden ontzien. Had je een ander geloof of afwijkende manier van leven? Dan brachten ze je op andere gedachten door bijvoorbeeld een gloeiende vuurpook op je huid te laten schroeien en inbranden. Ook een bekentenis werd vaak met martelen afgedwongen.
Zeg maar dag met je handje
Straffen voor zwaardere vergrijpen waren niet misselijk. In de middeleeuwen werden zogeheten ‘spiegelende straffen’ opgelegd. Oog om oog, tand om tand. Probeerde je te vluchten? Hup, je voet werd afgehakt. Diefstal? Zeg maar dag met je handje! Lijfstraffen als geseling, brandmerken, het afhakken van ledematen en de strop (doodstraf) waren alledaags, en zorgden ervoor dat je wel twee keer nadacht voordat je een misdaad beging. Voor de bezoekers van het Muiderslot is de kerker tegenwoordig verlicht. Op de voorgrond zie je een voetklem waarin de gevangene met zijn voeten werd vastgezet.
27
Langdurige opsluiting, daar deden ze niet aan in de Middeleeuwen. De voorkeur ging uit naar – veelal pijnlijke – spiegelende straffen.
Iemand op de pijnbank leggen
Er stond vroeger een pijnbank in de keuken van het Muiderslot. Aan zijn handen en voeten werd de gevangene steeds verder uit elkaar gerekt. Tegenwoordig betekent de uitdrukking ‘iemand op de pijnbank leggen’ nog steeds: iemand pittig ondervragen. Doorgaans zonder de fysieke kwellingen die daarmee gepaard gingen.
Laat ik mijn geld rollen, of mijn hoofd?
Vrijwel iedere straf was afkoopbaar, als je maar genoeg geld neertelde. In de Ridderzaal staat nu nog een houten betaaltafel met kalkstenen blad. Het verschil tussen een munt van zilver en eentje van nikkel is daarop goed hoorbaar. Valsemunters werden dus meteen ontmaskerd.
28
De vergeetkerker
In de vloer van de Zuidertoren zit een luik. Onder dat luik bevindt zich een zogeheten vergeetkerker. Via een rond gat onder het luik, het ‘Angstloch’, werden gevangenen voor onbepaalde tijd opgeborgen. Ontsnappen was onmogelijk.
De bloedvlek van Floris
Graaf Floris V zat volgens de oude verhalen gevangen in de torenkamer die nu de Floriskamer heet. ‘Zijn bloed blijft altijd in de vloer zitten: hoe je ook poetst en boent, de bloedvlek komt altijd weer terug’, werd later verteld. Spannend! Maar het is een mooi fantasieverhaal. Deze torenkamer bestond nog niet in zijn tijd; bovendien werd Floris niet in het Slot, maar buiten gedood.
De versterkte deur naar de Floriskamer.
Opgeborgen onder de grond, onzichtbaar en onhoorbaar. Als gevangene zul je doodsbang zijn dat je vergeten wordt. 29
De P.C. Hooftkamer op de bel-etage van de Oostertoren.
30
6
6
GEDICHTEN EN LIEDEREN GALMEN TUSSEN DE SLOTMUREN Muiderslot als toonaangevende, inspirerende plek
Vrolijke tijden braken aan voor het Muiderslot met de komst van P.C. Hooft. Het Slot kreeg een hoognodige opknapbeurt, werd van binnen comfortabel ingericht en gedichten, sonnetten en liederen galmden tussen de oude slotmuren. Buiten spreidden tuinen en boomgaarden zich uit. P.C. Hooft was niet alleen de beroemdste bewoner van het Slot, hij is ook de voornaamste reden dat het Muiderslot vandaag de dag nog bestaat. De Hollandse Shakespeare
Pieter Corneliszoon Hooft was de zoon van de Amsterdamse burgemeester C.P. Hooft. In mei 1609 werd hij benoemd tot drost van Muiden en baljuw van het Gooiland. Hij bewoonde het Muiderslot gedurende 38 jaar en schreef vele brieven en documenten. Daardoor weten we veel van zijn tijd. Het moment dat Hooft wordt beëdigd tot drost van Muiden. Ten overstaan van oudburgemeester van Muiden Lammert Rijckxz. Schildering: A.B.J. Sterck (1865) In het rustgevende, inspirerende Muiderslot groeide P.C. Hooft uit tot ‘De Hollandse Shakespeare’. Van achter zijn lessenaar in zijn werkkamer in de Oostertoren had hij prachtig uitzicht op de toenmalige Zuiderzee en op de jonge aanplant van de tuinen en boomgaarden rondom het kasteel. Hier schreef hij zijn beroemde gedichten, sonnetten, geschiedenisboeken, brieven en toneelstukken. Feesten, muziek, zang en spel Een bonte verzameling van literaire vrienden, geleerden en kunstenaars bezocht het Muiderslot, vooral tijdens de zomer. P.C. Hooft nodigde zijn vrienden veelvuldig uit, want vergeleken met Amsterdam was het op het Slot nogal stil en eenzaam. Of In dit werkvertrek van P.C. Hooft ontstonden beroemde gezoals hij in een van zijn brieven schreef: ‘De eene dagh is gelijck dichten, sonnetten, toneelstukken en vele andere werken den ander’. van Hooft.
31
Later zouden deze individuele, toonaangevende schrijvers, wetenschappers, bestuurders, rechtsgeleerden en kunstenaars als een culturele groep worden beschouwd; ze gingen in de 19e eeuw de Nederlandse cultuurgeschiedenis in als de ‘Muiderkring’.
In de Ridderzaal werd naar hartenlust poëzie voorgedragen, gezongen, muziek gemaakt, toneel gespeeld, gediscussieerd en - naar het zich laat raden - voortreffelijk gedineerd. Alle gasten lieten zich graag betoveren en inspireren door deze prachtige omgeving.
‘Neêrlands Dicht’rei, vereenigd bij den ridder Hooft, op het Slot te Muiden’. Dit monumentale stuk van portretschilder J.A. Kruseman werd in 1852 tentoongesteld in Amsterdam. De belangrijkste dichters en geleerden uit de vriendenkring van Hooft: v.l.n.r. Jacob Cats, Constantijn Huygens, Laurens Reael, Anna Roemersdochter Visscher, P.C. Hooft, Joost van den Vondel, Roemer Visscher, Maria Tesselschade, Caspar van Baerle en Daniël Heinsius.
32
Muiderkring
De latergenoemde Muiderkring werd gevormd door onder andere: Koopman en dichter Roemer Pieterszoon Visscher, zijn dochter Maria Tesselschade (Tesseltje), dichteres en graveerster, en haar zus de dichteres Anna Roemer Visscher. Vooral Maria was veelvuldig op het Muiderslot te vinden en middelpunt van de bijeenkomsten. Muzikanten als Dirk Sweelinck, organist van de Oude Kerk in Amsterdam en zangeres Francesca Duarte zorgden voor de muzikale aankleding. Constantijn Huygens – een van de grootste dichters uit de 17e eeuw, tevens geleerde, componist en diplomaat – kon het goed vinden met P.C. Hooft en Maria Tesselschade. Huygens was secretaris van drie prinsen van Oranje (Frederik Hendrik, Willem II en Willem III). Jacob Cats, volksdichter van Nederland, jurist en politicus. Schreef o.a. didactische gedichten. Het Catshuis in Den Haag – waar hij tot aan zijn dood verbleef – is nu de ambtswoning van de Nederlandse minister-president. Hugo de Groot, rechtsgeleerde en schrijver, in Europa ook beroemd als de geleerde Grotius. Belangrijk adviseur van raadpensionaris Van Oldenbarnevelt. Schreef (in 1625) ’Over het recht van oorlog en vrede’. Daarin legt hij de basis voor het volkenrecht. Hugo de Groot zat sinds 1619 voor landverraad gevangen in Slot Loevestein en wist spectaculair te ontsnappen in een boekenkist. Deze kist was vermoedelijk van Hugo de Groot’s vriend Gerardus Vossius, theoloog, geleerde en goeverneur van NederlandsIndië. Hij richtte samen met zijn vriend Casper Barlaeus in 1631 de illustere school, het Athenaeum Illustre van Amsterdam op. Dit wordt algemeen beschouwd als de voorloper van de Universiteit van Amsterdam. Deze dichter en schrijver Caspar van Baerle, Casparus of Casper Barlaeus was tevens zeer goed bevriend met P.C. Hooft. Hij was weduwnaar en (evenals Huygens en Bredero) ‘aanbidder’ van Maria Tesselschade. Later bekoelde de vriendschap met Hooft; Van Baerle leed aan depressies en waanbeelden en pleegde vermoedelijk zelfmoord. Hij werd begraven in de Nieuwe kerk op de Dam in Amsterdam. Joost van den Vondel schreef zijn grafschrift: Hier sluimert Baerle neffens Hooft. Geen zerk hunn’ glans noch vrientschap dooft. Joost van den Vondel was kousenverkoper in de Amsterdamse Warmoesstraat, maar vooral beroemd dichter en toneelschrijver. Beroemdste toneelstukken zijn o.a. Gijsbrecht van Aemstel en Lucifer. Hij schreef veel religieuze en hekeldichten. Het Vondelpark in Amsterdam is naar hem vernoemd. Ook gerekend tot de Muiderkring: Laurens Reael, bewindhebber van de VOC en lid van de Rederijkerskamer d’Eglantier en de jong overleden dichter en toneelschrijver Gerbrand Bredero.
33
Opvissen van portiervrouw en zoete broodjes bakken
P.C. Hooftprijs
Het was de 17e eeuw, oftewel de ‘Gouden Eeuw’ en de mensen en het land werden rijker. Uit brieven weten we dat de slimme P.C. Hooft telkens weer een nieuwe strategie verzon om geld los te weken vanuit de Haagse rekenkamer. Daarmee kon hij zijn Slot verder opknappen. Zo schonk hij de rekenmeesters kostbare Braziliaanse suikerbroden om ze gunstig te stemmen - hij bakte dus letterlijk ‘zoete broodjes’. Bovendien vroeg hij extra beloning voor activiteiten die officieel niet tot zijn taak behoorden. Eén daarvan: het opvissen van de portiersvrouw uit de slotgracht!
Pieter Corneliszoon Hooft heeft veel betekend voor de Nederlandse literatuur. Niet voor niets is de belangrijkste prijs voor Letterkunde in Nederland naar hem vernoemd: de P.C. Hooftprijs. Dé oeuvreprijs voor Nederlandstalige schrijvers en dichters.
Gouden eeuw dankzij VOC
Hollanders waren avonturiers en ontdekkingsreizigers. Ze reisden met hun schepen de hele wereld rond, ontdekten nieuwe gebieden en lieten daar hun vermaarde handelsgeest op los. In 1602 bundelden de handelscompagnieën en kooplieden hun krachten in de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Daarna groeide de handel in specerijen, koffie, suiker, tabak en andere inheemse gewassen explosief. De Republiek groeide uit tot een zeer welvarend land. Ook schilderkunsten, wetenschap en letteren floreerden als nooit tevoren.
P.C. Hooftstraat in Amsterdam
Je komt de naam P.C. Hooft nog regelmatig tegen in het dagelijkse leven. Wie Amsterdam bezoekt, moet zeker even een kijkje nemen in de P.C. Hooftstraat. Het is de beroemdste, meest luxe winkelstraat van Nederland. Hier komen Nederlandse en buitenlandse beroemdheden om te winkelen en gezien te worden. Schouw met een blazoen van rederijkerskamer d’Eglantier. Rederijkerskamer was de benaming voor een dichtgenootschap van burgers (rederijkers) in de 15e en 16e eeuw. Het wapenschild bevat de lijfspreuk ‘In Liefde Bloeyende’; verwijzend naar het lijden van Christus én naar de bloei van de eglantier.
34
Sonnet van Hooft (opgedragen aan zijn afwezige verloofde Christina van Erp, met wie Hooft in 1610 in het huwelijk zou treden)
Geswinde Grijsart die op wackre wiecken staech, De dunne lucht doorsnijt, en sonder seil te strijcken, Altijdt vaert voor de windt, en ijder nae laet kijcken, Doodtvijandt van de rust, die woelt bij nacht bij daech; Onachterhaelbre Tijdt, wiens heten honger graech Verslockt, verslint, verteert al watter sterck mach lijcken En keert, en wendt, en stort Staeten en Coninckrijcken; Voor ijder een te snel, hoe valtdij mij soo traech? Mijn lief sint ick v mis, verdrijve’ jck met mishaeghen De schoorvoetighe Tijdt, en tob de lange daeghen Met arbeidt avontwaerts; vw afzijn valt te bang. En mijn verlangen can den Tijdtgod niet beweghen. Maer ‘t schijnt verlangen daer sijn naem af heeft gecreghen, Dat jck den Tijdt, die jck vercorten wil, verlang.
35
36
7
7
PRACHT EN PRAAL IN HET HOGE HUYS TE MUIDEN Muiderslot als woonkasteel in de Gouden Eeuw
De dag dat P.C. Hooft zijn intrek nam in het Muiderslot, was het kasteel in slechte toestand. Hij liet meteen onderhoud uitvoeren aan de beschadigde daken, goten, muren en ramen. Met de komst van zijn tweede vrouw, Leonora Hellemans, werd de oude middeleeuwse burcht verbouwd tot een mooi woonkasteel, aangepast aan het wooncomfort van de Gouden Eeuw. Liefkozend noemde Hooft zijn vernieuwde woning: het Hoge Huys te Muiden. Aangename luxe en comfort!
De schouw als pronkstuk
Beide echtelieden waren gewend aan het comfort van hun Amsterdamse herenhuizen op de Keizersgracht (ter hoogte van het huidige nummer 65). Zij wensten dezelfde luxe van hun ‘zomerverblijf’ in Muiden. Het Slot kreeg grote ramen waar eerst schietgleuven zaten, helderwitte binnenmuren en kloosterkozijnen. Op de binnenplaats kwam een overdekte wachtruimte.
Centrale plek in de woonkamers was nog steeds de schouw, de belangrijkste bron van warmte en licht. In deze tijd vooral ook een echte blikvanger! Zo hingen bij de schouw vaak prachtige festoenen van bloemen uit de tuin. Dankzij houten banken met omklapbare rugleuning kon je zelfs kiezen of je met je rug of met je gezicht naar het warme vuur wilde zitten. Zonder het meubel te hoeven verschuiven. Voor het branden van de houtblokken werd gebruik gemaakt van koperen vuurbokken. Raar maar waar: deze brandijzers waren vaak de meest kostbare voorwerpen in een vertrek!
Rechts de overdekte wachtruimte die in 1631 op verzoek van Hooft werd gebouwd. Deze ‘galerije’ werd eind 19e eeuw weer afgebroken om het Slot in zijn middeleeuwse vorm terug te brengen. Tekening: A. Rademakers.
Woonkamers en pronkkamers
De Gouden Eeuw was een rijke tijd en dat was zichtbaar aan het interieur van het Hoge Huys te Muiden. De best ingerichte, decoratieve kamers waren voor de gasten, zoals de Prinsenkamer, waarin Prins Maurits verbleef (1618) en later ook Prins Johan Maurits van Nassau (1672). De ‘Hooftjes’ zelf woonden in de meer huiselijke, informele vertrekken in de Oostertoren. Het begrip ‘slaapkamer’ bestond nog niet, in alle woonkamers werd zowel gewoond als geslapen.
De Prinsenkamer grenst direct aan de Ridderzaal. Het is aannemelijk dat deze werd gebruikt als voorzaal, voor het informeel ontvangen van gasten. Tegenwoordig bevat de kamer een prachtig gedecoreerde beddenkoets en kinderledikant.
37
Je eigen portret aan de muur
Tapijten vormden een geliefde wandbekleding in het 17e-eeuwse kasteelinterieur. En schilderijen uiteraard. Vooral het portret behoorde tot de topstukken van een woning. Je was eigenlijk niemand, zolang je niet met je gezicht aan de muur hing. Dat betekende urenlang – vaak dagenlang – stilzitten. De moeite waard, want het resultaat bleef eeuwenlang goed! Pieter Corneliszoon Hooft en zijn vrouw lieten zich eveneens ‘vereeuwigen’. Hooft kon kiezen uit verschillende schilders, waaronder Rembrandt van Rijn. De bekende hofschilder Michiel van Mierevelt zou uiteindelijk het beroemde portret maken van Hooft, waarop hij de ambtsketen draagt dat hij had gekregen van de Franse koning.
Nare nacht van benauwde drie jaren
In 1624 stierf Hoofts eerste vrouw Christina, nadat hun vier kinderen haar waren voorgegaan. Wat volgde was een – zoals Hooft het omschreef – ‘naere nacht van benaude drie jaren’. De zon brak weer door met zijn tweede vrouw Leonora Hellemans: ‘lachend licht, lieve leven’. Zij was zijn buurvrouw op de Keizersgracht in Amsterdam, tevens een aantrekkelijke, welgestelde Vlaamse weduwe. Hooft deed flink zijn best om haar te veroveren en uiteindelijk viel ze voor zijn charmes. Leonora had twee dochters en samen kregen ze nóg twee kinderen, Arnout en Christina.
Pracht en praalinterieurs
Portret van Hooft door M. van Mierevelt.
Grote spiegels waren in de 17e eeuw nog moeilijk te vervaardigen en daardoor zeer kostbaar. De grootste in de mooiste ebbenhouten lijsten hingen uiteraard in de beste kamers. Een ander paradepaardje was de koperen kroonluchter. Zo’n kroon met brandende kaarsen was een must voor de praalkamer. Verder verlichtte Hooft de kamers met kandelaars, olielampen (‘snotneuzen’), lantaarns en wellicht hingen er ook toortsen. Om de pracht en praal compleet te maken schitterden op de tafels en buffetkasten velerlei zilveren voorwerpen. Ul-
Omnibus Idem
Op de schouw in de Prinsenkamer staat in gouden letters de lijfspreuk van P.C. Hooft: ‘Omnibus Idem’. Met in het midden de zon als blazoen. Deze spreuk kwam uit Italië, waar hij had rondgereisd. Het betekent: ‘Voor allen hetzelfde’. Daarmee doelde Hooft op gelijke behandeling. Zoals de zon voor allen gelijk schijnt, zo meende Hooft recht te spreken zonder aanzien des persoons.
38
de eettafel uitstaken, moesten ze blijven staan tijdens het eten. Dat hoorde zo, daar werd je groot en sterk van. Praten mochten ze waarschijnlijk ook niet. Leonora en P.C. Hooft hebben vermoedelijk veel houten kisten vervangen door modernere kasten en kabinetten.
tieme statussymbolen en tegelijkertijd een goede belegging: in moeilijke tijden kon je ze eenvoudig omsmelten tot betaalmiddel.
Op je babbelstoel zitten
De familie Hooft en hun gasten zaten begin 17e eeuw op Spaanse stoelen, met leer of stof bekleed en meestal voorzien van een los stoelkussen. Deze kussens – gedecoreerd met het familiewapen bijvoorbeeld – waren veel duurder dan de stoelen zelf. Er waren praktische stoelen met een ‘bewaarbak’ voor voorwerpen en de dames praatten bij op een zogeheten ‘babbelstoel’ of ‘praatstoel’; een comfortabele stoel met hellende rugleuning. Tafels waren van eiken- of notenhout en konden vaak uitgetrokken of uitgeklapt worden. Zodra de kinderen boven
Klepperdeklep... het water kookt!
In de Slotkeuken van het Hoge Huys vond je tal van prachtige gebruiksvoorwerpen rondom de bakstenen keukenschouw. Zoals wafelijzers, een slabak (voorloper van het vergiet), blaaspijpen, vuurbokken en pottenkijkers. De klepperdeklep gaf via zijn klepperende deksel aan dat het water kookte. En Hooft’s goede vriend Constantijn Huygens vond de ‘voorganger’ van de magnetron uit: een braadspit met opwindmechanisme. Wanneer de braadtijd voorbij was klonk een overduidelijke ‘ping!’
Spreuken uit de oude keuken
Veel voorwerpen van vroeger duiken nog steeds op in de Nederlandse taal. Denk bijvoorbeeld aan de volgende uitdrukkingen:
Heet hangijzer
In de schouw hangt een hangijzer, waaraan je een pot of ketel kunt hangen. Deze kan heet worden, je kunt er letterlijk je handen aan branden. Tegenwoordig kun je over een netelige kwestie zeggen: ‘dat is een heet hangijzer’. Daar kun je dus figuurlijk je vingers aan branden.
Pottenkijkers
Bij de schouw zie je twee gietijzeren korfjes, de zogeheten pottenkijkers. Bij donker kon de kok hierin een stuk brandend hout plaatsen om zijn potten en pannen bij te lichten. Een pottenkijker is nu iemand die nieuwsgierig is.
Peperduur
Peper werd in de keuken niet veel gebruikt, want deze was duur. Peperduur. De specerij moest van verre per VOC-schip worden gehaald. Peperkorrels werden ook wel als betaalmiddel gebruikt. Peperduur betekent nog steeds: buitensporig duur. Zout werd in de 17e eeuw eveneens gebruikt als betaal- of ruilmiddel. Het woord ‘salaris’ betekent letterlijk ‘zoutrantsoen’.
Snotneus!
Een olielampje met lange tuit waaruit soms wat olie kon druppelen. Nu: een kind dat zijn neus nog niet droog kan houden, dat nog niet meetelt.
39
De berceau (loofgang) doorsnijdt de Kruidhof en de Warmoeshof. 40
8
8
TOT IN DE PRUIMENTIJD! De tuinen en boomgaarden van het Muiderslot
P.C. Hooft was dol op bomen en planten. Hij liet prachtige tuinen aanleggen en rondom het Slot kwamen boomgaarden met fruit- en notenbomen, iepen, abelen en pruimen. Vanuit zijn werkkamer in de Oostertoren had hij een goed zicht op de tuinen en boomgaarden. Toorentjen
Mogelijk heeft Hooft zelfs een tuinhuisje gehad waarin hij zomers werkte en schreef. Veel van zijn brieven vanaf de zomer van 1628 signeerde hij vanuit het ‘Toorentjen’ dat tot ‘zyn boekkamer strekte, waar hy las en schreef’. Of zoals zijn goede vriend, de beroemde dichter Joost van den Vondel het teder beschreef: een ‘zeskant huisken, zijn afgescheiden kluisken’.
Sappige, verse vruchten
Hooft ontving zijn gasten voornamelijk tijdens de zomermaanden. Hij serveerde hen vol trots de opbrengsten van het land en zijn tuinen – een lekkere stamppot van groente, vlees en kruiden bijvoorbeeld - en nodigde ze ook van harte uit om zelf pruimen, perziken en aardbeien te plukken. De sappige, verse vruchten vonden gretig aftrek bij zijn vrienden uit de stad, vooral de pruimen uit de omvangrijke boomgaard achter het kasteel. Niet voor niets eindigde de kasteelheer zijn brieven met ‘Tot in de pruimentijd!’, een nog steeds gebezigde groet op het Muiderslot.
Nuttig, sierlijk & symmetrisch
Koken vergde een goede voorbereiding. Vlak voor ‘sluit’ de supermarkt binnenrennen was er niet bij. Het Muiderslot lag ver van de groentemarkten van Amsterdam en moest zichzelf zo veel mogelijk voorzien van groenten, fruit en kruiden. Daarnaast was een tuin belangrijk voor de status van de eigenaar; het was immers de 17e eeuw! Hooft koos daarom voor een nutstuin mét een siertuin, een gangbare combinatie voor HolL. Moritz schetste in 1847 een realistisch beeld van de Ridderzaal en Hooft’s gasten. ‘Een feestmaal op het slot te Muiden, het oogenblik voorstellende dat Maria Tesselschade een door haar gegraveerden beker, vergezeld van eenige dichtregels, aan mevrouw de Groot (Maria van Reigersberch) overhandigt’.
41
landse buitenplaatsen. Vergeleken met het buitenland was de aanleg eenvoudig: pronkzucht werd door de calvinistische Hollanders vermeden.
Hollands classicisme
Kenmerkend voor die tijd was de cultuurstijl van het Hollands classicisme in gebouwen, tuinen en landschappen. Belangrijkste behartiger van het Hollands classicisme naar Italiaans voorbeeld was Hooft’s goede vriend Constantijn Huygens. Het classicisme refereert aan de Griekse en Romeinse kunst, waarbij rust en stilte beschouwd worden als de essentie. Dit uitte zich in eenvoudige, rechthoekige vormen, symmetrie en een harmonische lengte- en breedteverhouding ‘waarmee de van oorsprong volmaakte schepping zichtbaar werd gemaakt’.
Bloemen en festoenen
Veelkleurige bloemperken fleurden de tuinen op en leverden vrolijke versiering voor de Slotkamers. Tijdens de zomermaanden kon je de kamers ook lekker parfumeren door kruiden, takken of fijne blaadjes groen in het vuur te gooien. Een graaggeziene gaste op het kasteel ten tijde van Hooft was de dichteres Maria Tesselschade. Zij had een groot talent voor het maken van bloemsierkunst. Vaak versierde zij bij speciale gelegenheden de schouw van de Ridderzaal met bloemrijke bloemenslingers, oftewel ‘festoenen’. Dit gebeurt tegenwoordig nog steeds op het Slot, dankzij de hedendaagse ‘Muzen‘ of bloemvrijwilligers van het Muiderslot.
Warmoeshof (moestuin)
Tomaten, pompoenen, uien, aardappels, kolen, wortelen, peulen... Je vond ze allemaal in de moestuin, of Warmoeshof. Er was een koolkwartier, een blad- en warmoeskwartier, een wortelkwartier en een gemengd kwartier. De tuinmannen hadden hun handen vol aan het bewerken van de grond en de gewassen. De huidige tuinen van het Muiderslot komen zoveel mogelijk overeen met de tuinen die P.C. Hooft liet aanleggen omstreeks 1620. Ook de pruimenboomgaard is terug, met maar liefst 18 historische pruimensoorten! In 1956 werd dit ontwerp voor de Cruydhof van J. Mezger en A. Kipp uitgevoerd. Het torentje van Hooft, dat in het midden is getekend, werd niet gerealiseerd. [tekening: P.J. Aerts]
De Cruydhof (kruidentuin)
Hier zullen de koks van het kasteel handenwrijvend doorheen hebben gewandeld, op zoek naar de heerlijkste smaken en aroma’s voor hun spijzen: rozemarijn voor in de wijn, kervel voor de palingsoep en peterselie en laurierblad voor een overheerlijke runderstaartschotel. Nuttig waren ook de geneeskrachtige kruiden - zoals de ontsmettende goudsbloem en zeepkruid - en de verfstoffen. Als je bijvoorbeeld de wortel van de meekrap droogde en verpulverde had je een mooie rode verfkleur voor wol en garen.
Van Olifantspoot tot Aardbeispinazie… Alle (historische) gewassen krijgen dagelijkse verzorging van de hedendaagse warmoezeniers van het Muiderslot.
42
De beroemde pruimenboomgaard van P.C. Hooft achter het kasteel.
Recept stokvis (16e-17e eeuw) Een smakelijk recept voor de visliefhebbers. Alle ingrediënten waren aanwezig in de tuinen van het Slot. Alleen voor de vis moest je even een hengeltje uitwerpen. 400 gram stokvis 1 kilogram aardappelen 2 uien 1 prei tijm 1 teen knoflook venkelzaad 4 tomaten peper en zout 4 el. olijfolie Laat de stokvis ongeveer 12 uur weken, daarna goed laten uitlekken. Verwijder vellen en graten. Snij de stokvis in stukken. Schil de aardappelen en snij deze in dikke plakken. Verwarm de olie en fruit daarin de gesneden ui en prei met knoflook en tijm. Voeg, zodra de ui kleur heeft, de gesneden tomaten, het venkelzaadjes en de stukken stokvis toe. Giet er een glas water op en laat de schotel 45 minuten stoven. Voeg de aardappelen toe en laat het geheel nog ongeveer 30 minuten stoven tot de stokvis en aardappelen gaar zijn.
Een hoofd als kool
De legende van de bakker van Eeklo is gevangen in dit unieke schilderij dat te vinden is op het Muiderslot. Ontevreden mensen lieten bij deze Vlaamse wonderbakker hun hoofd opnieuw bakken. Terwijl ze wachten op het resultaat hadden ze een kool als tijdelijk hoofd. Het overbakken was niet zonder risico’s. De kans bestond dat je uiteindelijk een heethoofd, een misbaksel of een halvegare werd. Kortom: ijdelheid heeft zo zijn risico’s.
Beplanting van vestingwallen
Op de omringende vestingwallen kwam je een gezellig hoekje met tulpen en kruiden niet tegen. Wel stonden er iepen, noten en abelen om de wind te breken. Doorgaans diende de beplanting van vestingwallen 3 doelen: 1. Behoefte aan hout – hoge bomen met veel hakhout, zoals els, eik, es, wilg. 2. Tegenhouden van aanvallers – dichte doornstruiken. 3. Maskering, aan het oog onttrekken – bladerrijke bomen als olm, iep, eik en noten.
44
Allereerste foto van het Muiderslot, gemaakt door A.J. Hansen in 1875.
46
9
9
TE KOOP VOOR DE SLOOP Muiderslot als verwaarloosde steenklomp
Na de vrolijke jaren met P.C. Hooft werd het Muiderslot nog anderhalve eeuw door andere slotvoogden bewoond. Daarna kwam het plotseling in zwaar weer terecht. Ruwe patriotten, Franse soldaten, gevangenen en kilo’s buskruit vulden de kamers, terwijl het Slot compleet werd verwaarloosd. Een ruïne bleef over. Porselein vloog de gracht in
trotse en machtige Muiderslot was inmiddels compleet verwaarloosd en in verval geraakt. Torens brokkelden af, muren raakten overwoekerd en zelfs de vloeren dreigden te bezwijken.
Patriotten togen in 1787 vanuit Amsterdam naar Muiden en bezetten het Slot, dat eigendom van de staat was, dus van de vijand. Hardhandig verjaagden zij de slotvoogd en vernielden en plunderden het kasteel. Al het kostbare porselein vloog door de ramen de gracht in! Sindsdien werd het Slot niet meer bewoond. Tenminste, niet meer door een baljuw, drost of slotvoogd. Niet lang daarna (1795) kwamen de Nederlanden in handen van Frankrijk, onder aanvoering van de machtige Lodewijk Napoleon.
Wat een vernedering!
Een absoluut dieptepunt volgde in 1825: het Muiderslot werd te koop aangeboden voor de sloop. Wat een vernedering! Het regende protesten, vooral van schrijvers en dichters. Zij vonden dat het kasteel bewaard moest blijven ter herinnering
Arm en nederig is mijn slotje
‘Al wat maar eenigszins mooi was werd in 1787 door de Pruisen, in 1795 door de Sans-Culotten, en later door diversen gestolen, verbrand of vernield, en ik zou gevoeglijk kunnen zingen: Arm en nederig is mijn Slotje’, zo treurde de latere slotbewaker Taunay.
Maar liefst 90.000 pond buskruit
Franse soldaten namen hun intrek in het Slot, evenals gevangenen; voornamelijk opstandige Amsterdammers. Dat was even wat anders dan de fijngevoelige dichters en zangers van weleer! Het Slot werd opslagplaats voor wapens en het herbergde op last van Keizer Napoleon Bonaparte maar liefst 90.000 pond buskruit! Een zorgzame kasteelheer en liefdevolle vrouw des huizes waren niet meer aanwezig. Niemand keek om naar het aftakelende Slot, niemand pleegde onderhoud.
Het Slot is er slecht aan toe; de Zuidertoren is een bouwval zonder spits. Het gebouw op het voorplein is half afgebeeld, van tuinaanleg is geen sprake meer. Gemaakt rond 1783-1785 door P. van Loo.
Vernedering des vaderlands
‘En wat wordt nu de bestemming van “’t eerbiedwaardige Muiderslot” in den Bataafschen en Franschen tijd? ’t Volgde de vernedering des Vaderlands: nu een kazerne voor Sans-Culottes, dan een cachot voor woelgeesten, dan een magazijn voor kruid en kogels!’, aldus de geschiedvorser Jan ter Gouw (1862).
Vloeren dreigden te bezwijken
Nadat Napoleon in 1813 was verslagen, werden de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden (later Nederland en België) één koninkrijk, geregeerd door Koning Willem 1. Het voorheen zo
47
aan Pieter Corneliszoon Hooft, de ‘Hollandse Shakespeare’ én de beroemdste bewoner. Het Muiderslot was immers een belangrijk historisch monument van kennis, beschaving en levenswijsheid.
Hoera, het Muiderslot was gered!
Uiteindelijk vond ook koning Willem I dat het Muiderslot als gedenkteken van oudheid en grootheid behouden moest blijven. Hoera, het Muiderslot was gered! Maar van restauratie was nog lang geen sprake. Ideeën waren er genoeg: het Muiderslot als invalidenhuis voor zeevarenden, als kuuroord met zeebaden, als kostschool voor jonge dames… Er gebeurde echter niks want de bodem van de schatkist bleef continu zichtbaar. Intussen leidden de slotbewaarder en zijn gezin gratis geïnteresseerde bezoekers rond door de ‘begroeide binnenplaats, droefmakende zalen en holle lege vertrekken waarin de voetstap weerklonk op den houten vloer’, aldus de ‘laaiend enthousiaste’ omschrijving van een van de bezoekers.
Van ruïne tot trots kasteel
De grote ommekeer vond plaats in 1878, toen de dienst Domeinen het Muiderslot overdroeg aan de afdeling Kunsten en Wetenschappen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Het Muiderslot was nu officieel een Rijksmuseum; een van de eerste Rijksmusea in Nederland. Een nieuwe, meer harmonieuze bestemming lonkte! Om te beginnen kwam een bedrag voor restauratie vrij, waarmee de verwaarloosde steenklomp kon worden verzorgd en opgeknapt.
Met dit aanplakbiljet werd de verkoop van het Muiderslot aangekondigd. Door de verkoop van Domeinen (eigendommen van de staat) hoopte men de staatsschuld te saneren. Het ‘Amortisatiesyndicaat’ zoals dat bovenaan vermeld staat, was de naam van een fonds dat daartoe was opgericht door Koning Willem 1.
48
Rond 1900 kreeg het Slot een eerste ingrijpende facelift waardoor het weer voldeed aan het ideaalbeeld van een middeleeuwse burcht. Zo kreeg het – dankzij architecten J.H.W. Berden en P. Cuypers – de waterput, nieuwe kantelen en hogere torenspitsen. Een stenen boogbrug verving de houten slotbrug. Eindelijk stond er weer een gezond, middeleeuws kasteel dat zich vol trots kon tonen aan de buitenwereld!
Ingrijpende herstelwerkzaamheden tijdens de eerste grote uitwendige restauratie van het Muiderslot gedurende de periode 1895 tot 1909, onder leiding van restauratie-architect J. W. Berden.
49
50
R. Akhnetichine schilderde zijn mystieke visie op het Muiderslot in 1996.
50
10
10
VAN KASTEEL TOT VOLWASSEN RIJKSMUSEUM Museum Muiderslot: architectuur, interieur en collectie
Van buiten kreeg het Slot rond 1900 een complete make-over, maar van binnen was het nog leeg. De ontwikkeling tot een volwassen Rijksmuseum ging niet zonder slag of stoot, het waren moeilijke tijden. Gelukkig droegen vele mensen bij aan deze nieuwe invulling van het Muiderslot. Lege kamers, kale muren
aangekleed. Een daverend succes! Er was veel belangstelling voor de literaire helden en het kasteel. Liefhebbers van Hooft en het Muiderslot vormden daarop een Commissie voor de Inwendige Restauratie van het Muiderslot. Besloten werd het Slot in te richten tot een monument voor de Muiderkring, met P.C. Hooft als middelpunt.
Sinds het Slot een Rijksmuseum was (1878), begon het verzamelen van meubelen en schilderijen. Het Muiderslot was echter geen familiebezit waarbij erfstukken van generatie op generatie overgingen. Geen fraaibewerkte wc-pot waarvan de beroemde betovergrootvader al gebruik maakte. Ook geen Mingvazen die eeuwenlang – met de barst naar de muur gedraaid – pronkten op het dressoir. Bewoners hadden er tijdelijk gezeten en bij vertrek namen ze hun eigendommen weer mee. Daarbij hadden de roerige perioden hun tol geëist: de kamers waren leeg, de muren kaal.
Middeleeuws of zeventiende eeuws?
Architect Pierre Cuypers kreeg de opdracht om de Ridderzaal van het Slot in 17e-eeuwse stijl te herstellen, als gedenkteken voor P.C. Hooft en de Muiderkring. Daarmee werd de buitenkant van het Slot middeleeuws en het interieur (grotendeels) 17e-eeuws. Verwarrend? Nee hoor. In de 21e eeuw is dit nog steeds dé manier waarop de veelzijdigheid van de geschiedenis van het Muiderslot tot zijn recht komt. Wie het kasteel heeft bezocht, weet precies wat we bedoelen.
Oorlog gooit roet in het eten
In het kader van de 100-jarige onafhankelijkheid van de Nederlanden werd in 1913 enthousiast een speciale tentoonstelling georganiseerd, met 17e-eeuwse meubelen, klein huisraad en schilderijen. Deze waren bijna allemaal door liefhebbers in bruikleen gegeven. Velen lieten de voorwerpen na de tentoonstelling in bruikleen achter in het Slot, zodat de zalen van Hoofts Hoge Huys mooi aangekleed bleven. Er leken goede jaren in het verschiet. Helaas, de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) gooide al gauw roet in het eten. Voorwerpen in bruikleen waren niet verzekerd tegen oorlogsrisico. En ook al bleef Nederland neutraal, de oorlog dreigde. Bovendien werd het Slot tijdelijk gesloten voor publiek vanwege de opslag van munitie in de kelders. Een grote overstroming in 1916 deed ook een duit in het zakje. Kortom: de mensen wilden hun eigendommen terug en het museum verloor zijn glanzende aankleding.
Pentekening van Gerrit Lambers toont een fragment van de kale Ridderzaal anno 1838.
Feesten in Amsterdam voor literaire helden
Eind van de 19e eeuw waren er in Amsterdam uitbundige feesten ter ere van Nederlands beroemdste dichter Joost van den Vondel en later P.C. Hooft’s 300e geboortedag (1881). Voor de gelegenheid werd ook het Muiderslot versierd en stijlvol
51
Ter gelegenheid van de 300e geboortedag van P.C. Hooft werd onder meer de Ridderzaal (Groote Zaal) gerenoveerd. Van het ontwerp van P.J.H. Cuypers maakten de Gebroeders Reimeringer deze penlitho; afgebeeld in de Kunstbode 2 (1880).
De overwegend 17eeeuws ingerichte Ridderzaal - naar de periode van P.C. Hooft. De wandvullende Muiderkringcollectie uit de 19e eeuw maakt de weergave van de cultuurgeschiedenis compleet.
52
M U S E U M in metershoge letters
cordaantal aan bezoekers op. Nu kon niets of niemand het museum meer tegenhouden! Nadat de waterlinies werden opgedoekt, kon het militaire terrein plaatsmaken voor tuinen en parkeerplekken. De taveerne werd in gebruik genomen, feesten en culturele evenementen vulden de zalen en terreinen. In korte tijd groeide het Muiderslot uit tot een van de beroemdste monumentale hoogtepunten van de Lage Landen.
Vooruitlopend op de Tweede Wereldoorlog werd in 1939 in verband met de mobilisatie - de Nieuwe Hollandse Waterlinie waar het Muiderslot deel van uitmaakte, in stelling gebracht. Iedereen was bezorgd: als het Slot toch maar niet platgebombardeerd zou worden! Dit leidde tot een creatief plan: van wit geschilderd hout werden metershoge letters getimmerd tot het woord ‘MUSEUM’. De reuzeletters werden aan weerszijden op het dak van het Slot geplaatst tegen dreigende luchtaanvallen. Zandkisten en emmers water stonden klaar op de zolders. Gelukkig is een bombardement uitgebleven.
Zeven eeuwen geschiedenis en kunsten
Het middeleeuwse kasteel – met al zijn bouwkundige rijkdommen – kreeg uiteraard de hoofdrol in de collectie. Daarnaast vormde het de basis voor een toonaangevende presentatie van zeven eeuwen geschiedenis en kunsten. De bijgebouwen, de vestingwallen, de historische tuinen, de boomgaard, de bijzondere collectie wapentuig en alle voorwerpen uit het interieur dragen bij een aan compleet beeld van de ontwikkelingen die zich 700 jaren lang hebben voorgedaan in en rondom het Slot. Waarbij de 17e eeuw van P.C. Hooft een prominente positie inneemt. De inrichting van het Hoge Huys - met overwegend 17e-eeuwse meubelen, siervoorwerpen, schilderijen en huishoudelijke artikelen - geeft een uniek beeld van het Hollandse interieur in de Gouden Eeuw.
Muiderslot als schoolgebouw en speelplaats
Datzelfde jaar kreeg het museum een opvallende nevenfunctie, dankzij een list van de slotbewaarder. Het Slot zou bezet worden, maar de slotbewaarder wees het leger op de nabijgelegen school. Nederlandse soldaten bezetten daarop het schoolgebouw in Muiden in plaats van het museum. Maar waar moesten de schoolkinderen nu naartoe? Zelfs de landelijke pers kwam verslag doen toen de schoolgaande jeugd opvang vond in het Slot. Tot mei 1940 klonken de kinderstemmen door de zalen en op de binnenplaats. Totdat de capitulatie plaatsvond en de Duitsers Nederland bezetten. Toen kon de Muidense jeugd weer terecht in de eigen schoolgebouwen en werd het kasteel weer opengesteld als museum.
Meer zalen en kamers open voor publiek
Rond de millenniumwisseling kreeg het Muiderslot nog een flinke opknapbeurt en in 2003 vierde het groots zijn 125-jarig jubileum als Rijksmuseum Muiderslot. Een bijzondere reeks 19e-eeuwse historiestukken en portretten van de vermaarde Muiderkring sieren sindsdien de Ridderzaal. Met de renovatie van 2006 zijn meer zalen en kamers van het Muiderslot opengesteld en ingericht voor het publiek.
Amerikaanse, Engelse en Canadese helden
Na de bevrijding bezochten veel Amerikaanse, Engelse en Canadese soldaten het Muiderslot ter ontspanning en inspiratie. Zo’n vesting spreekt toch tot de verbeelding! Eindelijk was de tijd aangebroken van vrijheid, educatie en vermaak. En dat betekende allesbehalve stilzitten. De mensen rondom het museum gingen vol bezieling aan de slag.
Vele kwetsbare boeken, prenten, tekeningen en textiele voorwerpen zijn momenteel ondergebracht in het depot van Rijksmuseum Amsterdam. De komende jaren zal ook dit deel van de collectie meer en meer (deels virtueel) toegankelijk worden voor het publiek.
Niets kon het museum meer tegenhouden
In 1947 werd de 300e sterfdag van Hooft herdacht met een grootse Hoofttentoonstelling. Dat leverde meteen een re-
53
‘Nieuwe Muiderkring ontstaan’ kopte De Telegraaf 22 september 1939. ‘De Bijbelsche schilderijen, met ietwat onpaedagogische motieven, de zwaar bewerkte eiken kisten en de alcoof met roode gordijnen passen niet bij de gele banken’, maar de jeugd genoot: ‘Fijn, we kunnen net op den dijk zien.’
54
De indrukwekkende wapencollectie in de Wapenzaal, op de eerste verdieping van het hoofdgebouw.
Het deels verzonken Waterschild Paviljoen, achter het kasteel in de pruimenboomgaard, is gebouwd op de plek van één van de 19e-eeuwse bomvrije gebouwen van de Hollandse Waterlinie. 56
11
1
WATER ALS VRIEND EN VIJAND Muiderslot in strijd tégen maar vooral mét het water
In 2012 is het spectaculaire Waterschild Paviljoen opgeleverd. Dat vertelt de geschiedenis van het Muiderslot in strijd tégen maar vooral mét het water. Zijn hele bestaan werd het Muiderslot omringd door water. Het IJsselmeer - wat voorheen de Zuiderzee was - en de rivier de Vecht liggen uitgestrekt aan de zuid- en oostkant. De vestinggracht aan de westkant. Het water vormde geregeld een bedreiging voor het Slot, maar was vooral een trouwe vriend en bondgenoot. Kolkende golven tegen de dijken
Het water bedwingen
Dankzij de uitgestrekte watervlakte kon een vijand niet ongezien het Slot besluipen. Het water vormde echter ook een bedreiging: de kolkende golven beukten voortdurend tegen de dijken rondom het Slot. Deze raakten beschadigd, werden gerepareerd en versterkt, om tijdens de volgende grote storm weer volledig te worden weggeslagen. Zo ging het maar door. Na zo’n overstroming was het Slot soms maandenlang onbereikbaar over land.
Het leek dweilen met de kraan open. Maar daar kwam enigszins verandering in. Het Muiderslot stond immers in Holland! Dé plek op de wereld waar water dag in dag uit overwonnen moest worden. De volhardende Hollanders kregen noodgedwongen steeds meer verstand van water. Ze leerden het water te bedwingen en maakten het tot een bondgenoot.
De vijand komt: zet de boel onder water!
In de 15e eeuw kwam ruim rondom het Slot een omwalling met palissaden (lange palen). Tijdens de 80-jarige oorlog met Spanje (in 1577) werden de vestingwerken van het Muiderslot verder versterkt met bastions (vijfhoekige uitbouwen). Daarmee bleef het water beter buiten de deur, evenals de vijand. Zodra een vijandelijk leger in de buurt kwam, zetten de troepen expres het gehele omliggende gebied enkele decimeters onder water. Te diep om doorheen te lopen of te rijden, maar niet diep genoeg om te bevaren. Dit In 1632 verscheen de atlas ‘Tonneel der steden van Hollandt’ van Marcus Zuerius Boxhorn, met daarin deze plattegrond van Muiden en het Muiderslot.
57
expres onder water zetten van land ter verdediging noemen we ‘inundatie’. De eerste experimenten hiermee vonden plaats in 1624. In 1629 kwam de eerste formele instructie tot inundatie, vanuit de Utrechtse waterlinie.
Verdediging van Holland
Water werd het allerbelangrijkste wapen ter verdediging van Holland! Voor het Muiderslot was hierin een belangrijke rol weggelegd. Van 1629 tot 1952 zou de Muiderslotvesting deel uitmaken van maar liefst vier waterlinies ter verdediging van Holland en Amsterdam: de Utrechtse waterlinie, de Oude en de Nieuwe Hollandse waterlinie en de Stelling van Amsterdam. Deze waterlinies zijn wereldberoemd geworden.
Waterlinies
In het rampjaar 1672 kwamen het Slot en Muiden door inundatie op een eiland te liggen. Het Slot (linksboven afgebeeld) hoort thuis op de letter A in de tekening. 180° gedraaid, om precies te zijn.
Een waterlinie was een strook van aaneengesloten forten en versterkingen, met water als het belangrijkste verdedigingswapen. Als de vijand naderde werden over de gehele linie stroken weiland onder water gezet. Daardoor kon de vijand grote delen van het land, of bijvoorbeeld de steden Amsterdam en Utrecht, niet bereiken. De nog begaanbare wegen werden onder schot gehouden vanuit de forten. Geen vijand kwam er langs!
Belangrijk voor Amsterdam
Maar liefst anderhalf jaar bleef de polder onder het zoute water staan. Het Slot en het plaatsje Muiden lagen op een eiland; onbereikbaar over land. Een ramp voor de bewoners, maar voor de bescherming van Amsterdam heel belangrijk. De stad Amsterdam stuurde veel extra manschappen, grof geschut, kruit, lood, timmerlieden en geld richting Muiden om te helpen. De wallen werden versterkt en voorzien van extra bolwerken en palissaden. De Franse legers trokken zich uiteindelijk terug en het Muiderslot kwam niet in de vuurlinie terecht.
Boze boeren en verwoest land
Aan inundatie kleefden grote nadelen. P.C. Hooft moest bij voorbeeld in 1629 – tegen zijn zin in – de omliggende landerijen onder water zetten om de Spaanse aanvallers te weren. Dat was nog een hele klus. Boze boeren maakten de dijken ’s nachts telkens weer dicht. Het zoute water verwoestte namelijk hun land en maakte het jarenlang onvruchtbaar. Daar ging hun broodwinning! De Spanjaarden zouden uiteindelijk niet in de buurt komen.
Sluizen en een beer
Met zijn grote zeesluis werd Muiden in 1674 de sleutel, het sluitstuk van de zogeheten inundaties. Een nauwkeurig gecontroleerde onderwaterzetting was nu mogelijk. Veel later, in 1851, werd in de zeewering bij het Muiderslot ook nog een stenen dam gebouwd; een zogeheten ‘beer’. Daarmee was het inundatiesysteem nog verder verbeterd: drie sluisdeuren beheersten vanaf toen het in- en uitlatende water.
Rampjaar 1672, Muiden onder water
In 1672 vielen Franse legers het land binnen onder aanvoering van Lodewijk XIV. Ook legers uit Engeland, Keulen en Münster kwamen aanstormen. Prins Johan Maurits van Nassau verbleef destijds in het Muiderslot en gaf bevel de dijken op verschillende plekken door te steken. Verder werd de sluis opengezet. Binnen vijf dagen stond al het land rondom Muiden onder water.
58
Vliegtuigen: het einde van een tijdperk
Waterbeheersing bleef eeuwenlang de succesvolle basis van de Hollandse landsverdediging. Zo was het in de Eerste Wereldoorlog reden voor Duitsland om niet aan te vallen. De hoop dat deze vorm van defensie voldoende zou blijven, werd in mei 1940 door de Duitse bezetter echter hard de bodem ingeslagen. Vliegtuigen lieten zich niet tegenhouden door ondergelopen weilanden! Daarmee had de Hollandse Waterlinie zijn verdedigingswaarde verloren. Het einde van een tijdperk. Sinds 1952 maakt Muiden officieel geen deel meer uit van de Nationale verdedigingswerken. De Stelling van Amsterdam behoort nu tot Wereld Erfgoed.
Waterschild Paviljoen
Tegenwoordig kunnen de bezoekers van het Muiderslot de strijd met en tegen het water zelf beleven. Hiervoor moeten ze het water letterlijk trotseren in het Waterschild Paviljoen. Het Waterschild Paviljoen is in 2012 gebouwd op de fundamenten van een oud bomvrij gebouw, naast de pruimenboomgaard. Het dak ziet er uit als een schild dat gedeeltelijk is opgetild; een verwijzing naar Floris V. Je loopt de trap af en komt in een ruimte waar je op tijdlijnen aan de wand aan de ene kant water als ‘vriend’ en aan de andere kant water als ‘vijand’ van het Muiderslot kunt zien. Zo ontdek je het verhaal van meer dan zeven eeuwen waterdefensie van het Muiderslot, de vesting en de linies. Het verhaal over Hollands eeuwenoude strijd mét en tégen het water.
De Zuiderzee was levensgevaarlijk
De Zuiderzee was een grote binnenzee in Nederland. De zee kende veel stromingen en een heftig getij en was vaak levensgevaarlijk. Regelmatig hielden de dijken het niet en stroomden de vele dorpjes rondom de Zuiderzee over. Ook voor Muiden en het Muiderslot bleef dit een voortdurende dreiging. Tijdens een grote watersnoodramp in 1916 braken op tientallen plaatsen rondom de Zuiderzee de dijken door. Water overspoelde het land en vijftig mensen kwamen om het leven. Op de binnenplaats van het Muiderslot stond het water tot 1,5 meter hoog. Het was duidelijk: er moest iets gebeuren. Op dat moment werd besloten tot de bouw van de Afsluitdijk.
Afsluitdijk: Zuiderzee getemd & omgedoopt tot IJsselmeer
Duizenden Nederlanders werkten vanaf 1927 mee aan dit megaproject, de Afsluitdijk tussen Friesland en NoordHolland. In 1932 was het zover: de 30 kilometer lange dijk was voltooid. Geen eb en vloed meer of hoge waterstanden. De Zuiderzee was getemd en werd omgedoopt tot IJsselmeer. Geleidelijk aan zou het zoute water zoet worden. Een deel van het IJsselmeer werd drooggelegd of ingepolderd. Al met al een ijzersterk staaltje van waterbeheersing, waar Nederland trots op kan zijn.
59
60
12
12
BELEEF DE GESCHIEDENIS IN HET ECHT! Rijksmuseum Muiderslot: levendiger, transparanter en veelzijdiger dan ooit
Oei, je hebt bij binnenkomst 48 schietgaten op je gericht! Overwin je je angst en loop je door, dan valt er heel wat te beleven! Het Muiderslot laat vandaag de dag alle aspecten van zijn roerige bestaan zien. Dwalend door de zalen, gangen en torens ontdek je zelf de avonturen die zich hier hebben afgespeeld in de afgelopen eeuwen. Geschiedenis in het echt! Hoe was het leven op een middeleeuws kasteel?
De Ridderroute voert je naar de nok van de hoogste toren van het kasteel, de Westertoren. Het uitzicht over het IJmeer en in de verte Amsterdam en Pampus is adembenemend! Onderweg ontdek je het middeleeuwse, avontuurlijke leven tussen de harnassen, maliënkolders, hellebaarden, kruisbogen en zwaarden. In de Kemenade kunnen jeugdige bezoekers zich verkleden als schildknaap of jonkvrouwe. Heel even voel je je Floris V: je springt te paard voor een spannend Toernooispel en laat je in de Jachtkamer tot ridder slaan.
Een wandeling door de Gouden Eeuw
Samen met een gids stap je de Gouden Eeuw binnen, de tijd van de beroemdste bewoner van het kasteel: P.C. Hooft. Dit deel van het museum bevat prachtig ingerichte werk- en woonkamers vol schilderijen, sierlijke meubelen, beddenkoetsen, bewerkte schouwen en veel pracht en praal. De gids van het Muiderslot vertelt je over het leven en de bijzondere gewoonten in de Gouden Eeuw.
Omvallen van vermoeidheid
Een harnas was wel 20 à 25 kilo zwaar! Probeer daar maar eens een sprong mee te maken, of te vechten. Dat houd je niet lang vol. Ridders van adel hadden regels. Zij daagden elkaar uit voor georganiseerde gevechten op een toernooi. Daarbij mochten ze om de beurt de ander slaan of stoten. Vaak verloor degene die uiteindelijk met zijn zware ijzeren pak omviel van vermoeidheid. Die werd dan gevangen genomen en vrijgelaten tegen losgeld of grondgebied.
Slimme bouwkunsten ter verdediging
Tijdens de Torenroute ontdek je alle slimme trucs, bouwkunsten en verrassingen die het Muiderslot voor de vijand in petto had. Van de strategisch gelegen Poorttoren tot de doodlopende weergang en het verborgen werpgat. Sluip achter de kantelen, loer door de schietgaten en gooi virtueel stenen naar de vijand via de beroemde mezekouw boven de brug.
61
Bastion met valkenier
Hoogtepunten van de Gidsroute zijn zeker Hooft’s werkkamer en de Slotkeuken met al zijn merkwaardige en soms hilarische gebruiksvoorwerpen. En natuurlijk de indrukwekkende Ridderzaal!
In de zomermaanden is op het Bastion vaak de Slotvalkenier te vinden. De valkenier traint valken – de populairste jachtvogels – en andere roofvogels om op bevel wild te vangen. Als je de valkenier aantreft kun je kennismaken met diverse roofvogels, zoals een uil of een buizerd of een valk met een rustgevend kapje (huif) op zijn kop. Je komt van alles te weten; vragen staat vrij. Voel ook eens de zachte veertjes of staar diep in de scherpe ogen van deze prachtdieren.
Even op adem komen…
In de filmzaal van het museum draait een film over de enerverende bouw- en bewonersgeschiedenis van het Muiderslot. Je kunt ook plaatsnemen op het terras van de taveerne, met een drankje, een broodje en prima uitzicht op de binnenplaats en de mensen die voorbij wandelen. De Museumshop aan de binnenplaats bevat ridderpakken, speelgoed, boeken, kaarten en veel meer cadeaus die met het Muiderslot en zijn historie te maken hebben. Zoek je iets bijzonders? Kijk dan eens bij de zakjes met zeldzame zaden en peulvruchten van plantjes van weleer uit de eigen tuinen.
Tuinen en boomgaarden
Slenterend rondom de grote etagelinde komen de geuren van de historische tuinen je tegemoet. De prachtig onderhouden tuinen bij het Muiderslot zijn, zoals gebruikelijk was in de 17e eeuw, voor de sier en voor de kweek. De Cruydhof bevat keukenkruiden, geneeskrachtige kruiden en verf- en sierkruiden. In de Warmoeshof vind je originele, historische groenteplanten. De Warmoezeniers vertellen je graag en met trots over de tuin en de gewassen die zij verbouwen. Uiteraard mag een bezoek aan de beroemde pruimenboomgaard achter het kasteel niet ontbreken!
Zeven eeuwen waterdefensie
Naast de pruimenboomgaard staat de allernieuwste aanwinst van het museum: het Waterschild Paviljoen. Binnen zie en hoor je een mooi overzicht van de strijd met en tegen het water. Je kunt ter plekke ook zelf het water trotseren! Een wandeling over de vestigwallen rondom het kasteel biedt een fantastisch uitzicht op de waterrijke omgeving en het forteiland Pampus. Je treft veel sporen aan van zeven eeuwen waterdefensie. Van de rustig kabbelende Slotgracht tot de 19e-eeuwse Stenen Beer.
62
SLOTWOORD
Levendiger, transparanter en veelzijdiger dan ooit! Het Muiderslot is zeven eeuwen oud, maar gaat nog steeds mee met zijn tijd. Het is zelfs levendiger, transparanter en veelzijdiger dan ooit! Levendiger bijvoorbeeld dankzij de actieve spellen waarmee vooral de jonge bezoekers zich vol overgave storten op vriend en vijand en al spelend interessante kennis over de geschiedenis opdoen. Levendiger ook dankzij prachtige tentoonstellingen en podiumactiviteiten op het gebied van muziek, toneel, literatuur en poëzie. Daarbij won het Slot aan transparantie doordat de laatste jaren meer zalen en kamers opengesteld zijn voor het publiek. Bezoekers kunnen nu zelf rondzwerven door een groot deel van het kasteel. Met het Waterschild Paviljoen heeft een belangrijk hoofdstuk uit de geschiedenis van het Muiderslot – de strijd met en tegen het water - een prominente plaats in het museum gekregen. De komende jaren zal het Muiderslot zich verder blijven ontwikkelen en het publiek met nieuwe ervaringen verrijken. In Rijksmuseum Muiderslot beleef je de geschiedenis in het echt!
Bert Boer – Directeur Stichting Rijksmuseum Muiderslot
63
Detail van een geëtst Milanees pronkharnas uit de 16e eeuw.
64
BIJLAGE 1
Feiten (op schrift) met betrekking tot het Muiderslot 1281 1285 1296
1297 1370 1373
1386 1418
1432 1443
1462
24 januari. Bisschop van Utrecht verpandt de steden Muiden en Weesp aan graaf Floris V. (Pandacte) 27 oktober. Zoenbrief tussen de gebroeders van Amstel enerzijds en de bisschop van Utrecht en graaf Floris V anderzijds. 4 oktober. Eerste uitdrukkelijke vermelding van het Muiderslot als bestaande burcht, door Melis Stoke, klerk aan de kanselarij van graaf Willem II. Stoke schreef in zijn Rijmkroniek over de moord op graaf Floris V: “Si voeren te Muden, metten Grave – Ten huse, dat hi met siere have – Hadde ghecocht ende doen maken” Willem van Mechelen, bisschop van Utrecht, belegert, bestormt en neemt het kasteel in en sloopt het tot op de grondvesten. Herbouw Slot op oude grondvesten, in opdracht van hertog Albrecht. Rekening en verantwoording over het bepleisteren en ‘berapen’ (met mortel bedekken en eventueel gladstrijken) van de kamers boven en beneden. Rekening en verantwoording van de bouw van de Noordoostelijke vleugel. 11 maart. De Stede van Naerden en de Gemeente van Ghoyland krijgen het Privilege (recht) van hertog Jan van Beyeren om hen die schade aanrichten aan bossen en venen op te pakken en naar het Muiderslot (“op onze Slote van Muyden”) te sturen. Splinter van Nyenrode laat de dijk om het Slot repareren. Lodewijk van Montfoort laat opnieuw en grondig “den dyck die voirden huyse tot Muyden leyt” herstellen. De kapel krijgt gebrandschilderde ramen.
1471 1472-1473 1475-1477
1477 1480 1488 1506 1508
1508
1510
65
25 augustus. Karel van Bourgondië (Karel de Stoute) tekent een Handvest “in onsen Slote van Muyden”, waarin hij onder meer verklaart dat hij en zijn nakomelingen het Slot nooit meer zullen afnemen van de grafelijkheid van Holland. De kop van de Zuidertoren wordt vernieuwd. Gheret van Berckenrode laat 97 roeden dijk versterken. (1 Amsterdamse roede is 13,52 m2) Een commissie uit de Rekenkamer bezoekt het Slot en constateert dat de toestand slecht is. De grote toren helt zodanig, dat boven aan de daklijst van het zaalblok een scheur van twee voet breedte is ontstaan. Voorstel: de houten voorpoort door een stenen poort vervangen. De Stad Amsterdam wordt verantwoordelijk voor het onderhoud en de bezetting van het Muiderslot. De dijk wordt opnieuw verhoogd “dat men dair droechs voets mochte overgaen.” Kastelein Dirk van Swieten moet 17 man leger-personeel aannemen. Het Slot is in slechte staat. De poort en enkele torens dreigen in de gracht te storten. Door “storm ende onwieder” wordt een gat van 85 roeden lang in de dijk geslagen. Deze wordt voor drie stuivers per roede gerepareerd. Hertog Karel van Gelder neemt het slot in, bij verrassing. 10 december volgt het Verdrag van Vrede te Kamerijk: Karel van Gelder moet het Slot ontruimen. Dat doet hij, in 1509. 6 maart. Overeenkomst tussen de Stad Amsterdam en Hyman Jacobszoon, waarbij de laatste belooft “tot sijner laste ende anxte
1793-1795
te bewaeren ’t Huis te Muyden“. Hij doet dat met 8 man inwonend personeel. 1527 Het Slot wordt slechts door een onderkastelein en twee of drie man bezet. Men weigert hulp van gewapende mannen onder bevel van de Amsterdamse burgemeester aan te nemen. 1576 Mei. Diederik Sonoy (geuzenleider in de 80-jartige oorlog) tracht tevergeefs voor Willem van Oranje het Muiderslot in te nemen. 1577 In opdracht van prins Willem van Oranje legt ingenieur en fortificatiemeester mr. Adriaen Anthoniszoon de fortificatie (vestingwerken) aan rondom het Slot. 1587 De graaf van Leycester laat het Muiderslot door Overste Jan Bax bezetten, om mede hierdoor Amsterdam in bedwang te houden. Amsterdam weet hem te verwijderen. 1609 4 juni. P.C. Hooft beëdigd als “Casteleyn van Muyden ende Bailluw van Ghoylant”. Dat gebeurde in Muiden “op ’t hooft van de Brugge, bij rijzende sonne naar ouder gewoonte”. 1618 Het treurspel Isabella van dr. Samuel Coster wordt “in de grote zaal tot onthaal van Zyn Excell. Prince van Orangen ghespeelt”. 1630-1631 Hooft laat een overdekte galerij of voorzaal bouwen voor de keuken en de Ridderzaal; zodat de zaale vrijblijft voor de “besoignen” (zaken) en maaltijden. 1647 21 mei P.C. Hooft overleden. 1672 Graaf Joan Maurits van Nassau laat de wallen om de stad en het Slot van palissaden voorzien en betrekt zelf de Blauwe kamer (Prinsenkamer). 1739-1742-1784 Restauraties aan het Slot. 1787 September. De patriottische stadsbezetting plundert het Slot en gooit het servies van de prinsgezinde slotvoogd Nicolaas Warin in de slotgracht.
1795 1798-1813 1824 1825 1825 1831 1840
1878
1881
1895-1909 1913
1947
66
Het Slot dient tot staatsgevangenis, onder meer voor de graaf van Bylandt. Het Slot dient tot kazerne voor Franse ‘Sansculottes’. Het Slot wordt gebruikt als gevangenis, als kazerne en als magazijn van oorlog. Het slot komt onder “Domeinen”. 28 juni. Het Muiderslot wordt voor afbraak te koop aangeboden. 12 juli. Op hoog bevel wordt aangekondigd dat de verkoop bij provisie geen voortgang zal vinden. Het Slot komt onder beheer van de Provinciale Waterstaat van Noordholland, wordt opgemeten en in kaart gebracht. 18 januari. Melding dat de zorg van de Hoge regering niet verder kan reiken dan het Slot zo veel en zo lang mogelijk in de bestaande staat in stand houden. Augustus. Het Slot gaat van Provinciale Waterstaat over naar het departement van Binnenlandse Zaken, afdeling Kunsten en Wetenschappen. Vanaf dat moment worden met een klein jaarlijks bedrag de meest dringende herstellingen aan daken en muren verricht. Feestelijke viering van de 300ste geboortedag van P.C. Hooft. Oprichting van de Commissie voor de Inwendige Restauratie van het Muiderslot. Grote restauratie onder leiding van J.W.H. Berden, Ridderzaal door P.J.H. Cuypers. Afbraak galerij op de binnenplaats. Februari. Tentoonstelling, georganiseerd door de Commissie voor de Inwendige Restauratie. 40.204 bezoekers. Opvoering “Gerard van Velsen”. Herdenking van de sterfdag van Hooft (21 mei 1647). Voortzetting van de restauratie door de Rijksgebouwendienst. Herinrichting
1948 1951 1954
1955
1956-1962 1960-1961 1963 1968
1981
1984
Slot met originele stukken. Start van muziek- en andere kunstzinnige avonden en ontvangsten. (Herstel van dit 17e-eeuwse gebruik, onder P.C. Hooft). 21 mei. Eerste keer dat de P.C. Hooftprijs ( jaarlijkse Staatsprijs voor letterkunde) in het Muiderslot wordt uitgereikt. Maart. Proefgraving door de Rijksdienst van het Oudheidkundig Bodemonderzoek (onder leiding van J.G.N. Renaud) Hieruit blijkt dat het Slot in het 4e kwartaal van de 13e eeuw is gebouwd. April. Stichting “Vrienden van het Muiderslot” opgericht. Mei. Oprichting cultureel genootschap “De Muiderkring”. Overdracht van de omliggende terreinen door het Ministerie van oorlog aan het ministerie van Onderwijs, Kunst en Wetenschap. Stenen remises en houten loods voor het Slot worden opgeblazen. Reconstructie van de wallen. Beplanten en uitpalen van het hof en de wallen. Tweede grote inwendige restauratie van het Muiderslot. Planten van de pruimenboomgaard. Aanleg oprijlaan en parkeerterrein. Versteviging van de gehele fundering. De spitsbogen van de open weergang worden vervangen door rondbogen. Met de oplevering van het Poortgebouw als woning voor de Slotbewaarder, komt definitief een einde aan de bewoning van het Muiderslot. Viering van de 400ste geboortedag van P.C. Hooft. Onthulling van een bronzen plaquette van P.C. Hooft door Loeki Metz, aangebracht aan de pleingevel van de noordoostvleugel van het kasteel.
1989 1991
1995 1996
1999 2003-2004 2004-2005 2005-2006
2012
67
Renovatie van de Kruidhof naar een ontwerp van hortulanus H. Boers. Herinrichting van de Wapenzaal als functioneel wapendepot. Met het vertrek van de slotbewaarder komt een definitief einde aan de bewoning van het Poortgebouw en krijgt het gebouw een kantoorfunctie. Verzelfstandiging Stichting Rijksmuseum Muiderslot. Met het verplaatsen van de kassa naar de stenen coupure wordt het vestingterrein beter afsluitbaar. De eerste beeldententoonstelling wordt gerealiseerd in het nieuwe ‘buitenmuseum’. Aanleg Warmoeshof, een gereconstrueerde renaissance groentetuin, naast de kruidhof op de plek van de voormalige voorburcht. De pruimenboomgaard wordt gerooid en een jaar later herplant met verschillende 17e-eeuwse pruimenrassen. Renovatie Poortgebouw en realisatie van een nieuw kassagebouw naast de stenen coupure. Derde grote inwendige restauratie en herinrichting van het Muiderslot. Grote delen van het kasteel worden ontsloten middels twee vrij toegankelijke, middeleeuwse publieksroutes. De begeleide Gidsroute wordt teruggebracht tot de bel-etage. Oplevering Waterschild, een betonnen bezoekerspaviljoen in de Pruimenboomgaard, op de fundamenten van voormalig bomvrij gebouw A.
BIJLAGE 2
Bouwheer en baljuwen van Amstelland, van Naarden en Gooiland, drosten van Muiden, kasteleins en slotvoogden en bestuurders van het Slot te Muiden. 1285 Floris V, graaf van Holland en Zeeland, bouwheer 1305 Berend van den Dorenweerd 1317 Gerrit van Heemskerk 1327 Arst van der Horst 1333 Willem Kuser, bastaard van graaf Willem, baljuw van Rijnland 1341 Florens van der Boechorst 1351 Heynrick van Heemskerk 1354 Gerrit de Boele 1358 Ridder Gijsbert van IJsselstein 1373 Coen van Oesterwijk 1380 Willem van Brederode 1388 Jan van den Poele 1396 Jan van Heenvliet van Cattendyke 1399 Arend van Leyenburg 1407 Ridder Jan van Beverwaarde 1416 Reinoud van Brakel 1418 Dirk van Assendelft 1420 Johan van Nyenrode 1421 Jan en Splinter van Nyenrode 1424 Splinter van Nyenrode 1443 Lodewijk van Montfoort, heer van Hazerswoude 1446 Gijsbrecht, heer van Nyenrode 1468 Johan van Nyenrode 1476 Dirk, bastaard van Nyenrode 1477 Henderick Ackerman 1482 Anthonis van den Abeele 1484 Joost van Ameijde, heer tot Abeele 1488 Dirk van Zwieten, heer Arentsz. heer van Leyenburg bij Heukelom 1500 Evert van Lennep
1506 Joost van Zwieten 1509 Hyman Jacobszoon van OuderAmstel 1513 Anthonis van Lalaing, heer van Montigny tot Culemborg 1515 Frans van Mercke 1516 Willem van Diest 1523 Jan van Alkemade 1529 Cornelis van Borsselen 1536 Jan de Chami 1545 Jan de Flauw 1546 Wouter van Matenesse 1555 Vincent van Leeuwensteyn 1558 Van Drunen 1562 Paulus van Loo 1579 Jhr. Willem van Zuylen van Nijevelt, heer van Bergambacht en Heeraertsbergen 1609 Pieter Corneliszoon Hooft 1649 Gerard Bicker, heer van Engelenburg 1666 Nicolaas van Vlooswijck Ridder, heer van Papekop, Diemerbroek en Raephorst 1675 Martinus Fonteyn 1691 Hendrik Hooft Hzn. 1707 Mr. Hendrik Hooft 1717 Pieter Anthony de Huybert, heer van Cruyningen en Rilland 1740 Mr. Jan Berend Bicker Hzn. 1750 Bertram Philip Sigismund Albrecht, graaf van Gronsveld, Diepenbroek, heer van Wijngaerden en Ruigbroek 1772 Dirk, baron van Boetselaar, heer van Kijfhoek enz.
68
1782 Mr. Nicolaas Warin 1789 Mr. Gerrit Corver Hooft 1795 Mr. Samuel Iperusz. Wiselius weigert zijn benoeming tot Drost en Baljuw van Muiden 1874 L. D. Taunay 1903 K. Th. E. van Bevervoorde 1909 J. L. de Raadt, burgemeester van Muiden 1943 H.P. Baard, wetenschappelijk assistent bij het Rijksmuseum 1948 Ton Koot, algemeen secretaris van het Rijksmuseum 1972 Mr. S.P. baron Bentick, Rijksslotvoogd 1975 M. van Hoogstraten, Hoofd Rijksdienst Kastelenbeheer 1979 G. Heuff, hoofd van de Rijksdienst Kastelenbeheer 1992 Drs. H.J. Olthof, interimdirecteur Rijksdienst Kastelenbeheer 1 oktober: O. van Slooten, directeur Rijksdienst Kastelenbeheer 1995 mw. W. ’t Hooft, directeur Stichting Rijksmuseum Muiderslot 1999 mw. B.E.J.H.I.E.M. HilgersMichiels van Kessenich, directeur Stichting Rijksmuseum Muiderslot 2012 Drs. B. Boer, directeur Stichting Rijksmuseum Muiderslot
Het Muiderslot - Beleef zeven eeuwen geschiedenis in het echt!
Het Muiderslot heeft de afgelopen zeven eeuwen heel wat meegemaakt: van ridders, graaf Floris, samenzweringen, slimme bouwtrucs en martelingen tot literaire feesten, P.C. Hooft, dichters en kunstenaars, vrolijk gezang, oorlogen, overstromingen, sloop en renovatie en de geleidelijke groei naar een volwaardig Rijksmuseum. Lees over de vele indrukwekkende hoogte- en dieptepunten in de roerige geschiedenis van dit mooiste middeleeuwse kasteel van Nederland.
www.muiderslot.nl