DeKlippER NANNIE in haar korte jurkje, even snel als een paard in galop, haar hand uitgestoken naar de staart. Naar dit door Burns opgeroepen beeld is later een schilderij gemaakt, en toen in november 1869 de Cutty Sark te water werd gelaten in de River Clyde, droeg de klipper onder de boegspriet een vrijwel identiek uitgevoerd boegbeeld van Nannie. Alleen haar sark werd wat langer gemaakt, maar daar staat tegenover dat de jurk van boven, zoals dat bij boegbeelden past, de borsten volledig vrijlaat, de tepels puntig vooruitgestoken, als anticiperend op de kille zeewind die haar boezem nog jarenlang zou strelen en striemen. De bemanning van de klipper breidde de vergelijking met het gedicht over Tam en Nannie nog verder uit. In het topje van de hoofdmast hing men, bij de vlag, een ijzeren cutty sark, en wanneer het schip een haven naderde stopte men een staart van paardehaar in Nannie's uitgestoken vuist. Reder Willis, voor wiens rekening de Cutty Sark gebouwd werd, gaf bovendien de beeldhouwer Hellver, die het originele boegbeeld vervaardigde, 7 de opdracht om in de achtersteven en in het houtwerk van de boeg het complete gedicht uit te snijden. De bijna-naakte heksen die Hellyer op de boeg achter Tam liet aanjagen waren echter in de dagen van Koningin Victoria teveel van het goede, en Willis liet het kunstwerk tenslotte nog vóór de eerste vaart verwijderen.
over kon steken als mascotte voor een schip dat de wereldzeeën moest bevaren. Willis zal ongetwijfeld het goede argument gehad hebben dat een jongedame die kon draven als een paard het symbool bij uitstek was voor een klipper die al haar rivalen in de theehandel moest gaan verslaan. Jarenlang had Willis met lede ogen moeten aanzien hoe de Engelse en yankee klippers zijn Whiteadder op snelheid hadden geklopt. Met Cutty Sark moest de hegemonie in de theeraces in Schotse handen komen.
H
C U T T Y S A R K IN V O L L E ZEE
Kapitein John canny wee mon, of Old White Hat Willis, eigenaar van de Cutty Sark, was, als iedere rechtgeaarde Schot, een gewiekst zakenman en toegewijd student van het werk van Robert Burns. De keuze van de naam en het boegbeeld lijkt echter toch enigszins paradoxaal: een 'heks' die nog geen rivier
ET MODEL van de Cutty Sark werd ontworpen door Hercules Linton. Hij had in 1868 samen met William Dundas Scott de firma Scott en Linton, Scheepsbouwers, opgericht, nadat hij jarenlang werkzaam was geweest als inspecteur van de Londense firma Lloyds. Linton en Scott huurden een werf, de Woodyard, in Dumbarton, en nadat ze daar een viertal kleinere stoomschepen hadden vervaardigd kregen ze achtereenvolgens de opdrachten voor grotere en duurdere zeilschepen Invereshie en Cutty Sark. De snelheid van een klipper is afhankelijk van een groot aantal faktoren. De vorm van de boeg, voor- en achtersteven en het midscheeps; het aantal masten, hun hoogte en de precieze plaatsing ervan; het aantal, de oppervlakte en de vorm van de zeilen; de mogelijkheid om, als het weer dat toelaat, extra zeilen bij te zetten. Het zou te ver voeren hier te beschrijven hoe Hercules Linton op al
HERCULES LINTON, CUTTY'S ONTWERPER
JOHN
'OLD WHITE H A T '
APRIL,1980
WILLIS
S C H E T S V A N H. L I N T O N
KAPITEIN MOODIE
35
deze vitale onderdelen kleine maar belangrijke verbeteringen aanbracht.8 Hij moet, kort gezegd, een geniaal ontwerper zijn geweest die van de Cutty Sark, zijn enige voltooide klipper, een synthese van gestroomlijnde elegantie en kracht heeft gemaakt. Wat Brooklyn Bridge voor de bruggenbouw is geweest, is Cutty Sark voor de bouw van de klippers. Ze is meer dan zestig meter lang, met een diepte dek tot kiel van bijna elf meter. Haar zeilen beslaan meer dan 3000 vierkante meter waarmee ze in staat is tot een topsnelheid van 17 knopen (ongeveer 31 kilometer) per uur, waarvoor een motor van 3000 PK nodig zou zijn. Voor de bouw werd gebruik gemaakt van zeer verschillende materialen, al naar gelang ze het meest geschikt werden geacht. Dat Linton daarbij een uitstekende keuze deed blijkt uit het feit dat Cutty Sark de enige klipper is die nog steeds bestaat. Voor de kiel Amerikaans
van ijzerdraad en blijft, om de stroomlijn niet te onderbreken, binnen de reling; het lopend touwwerk (brassen, schoten en geitouwen) is van touw. Hoewel ze uitstekende scheepsbouwers waren, hadden Linton en Scott weinig verstand van de zakelijke kant van hun onderneming. Na de Cutty Sark zouden ze nog één kleinere THERMOPYLAE: SNELLER? schoener bouwen, Linn Fern, iepehout; voor het onderste gedeelte van voor hun firma failliet werd verklaard. de drie masten en de boegspriet ijzer, voor Linton heeft daarna nog een aantal het bovenste deel en de ra's vurehout uit functies bekleed op diverse andere werven Oregon; het geraamte van de romp werd maar klippers heeft hij nooit meer kunnen vervaardigd van ijzer en met teakhout bouwen. betimmerd; de kiel werd beschermd door koper de zogenaamde loden MAANDAG 22 november 1869 dubb eling en koperen nagels versterken de romp onder de waterlijn; het grootste deel van haar staand touwwerk (want, stagen, pardoens) is
Een CUKY Sark bouwen Zelf- een Cutty Sark bouwen voor op de schouw of het bureau kan op twee verschillende manieren. Een bouwpakket kopen, of, wat verreweg het mooiste maar ook het moeilijkste is, alles zelf maken. Het bouwpakket Cutty Sark wordt op de markt gebracht door de Duitse firma Reveil. Er zijn diverse maten, in prijs variërend van 25 tot meer dan 100 gulden. Hoe groter het model, hoe meer onderdelen, hoe preciezer de details. Dat laatste laat bij de kleinste Revell-uitvoering nogal wat te wensen over. Aangezien dit AUTEUR: KLOPT B O U W P A K K E T ? model van 40,6 centimeter het goedkoopste is en dus waarschijnlijk het meest verkochte, hebben we dat eens beoordeeld en vergeleken met de bouwplannen van Hercules Linton en de Cutty Sark zelf zoals ze in Greenwich ligt.
Men kan nu twee dingen doen. Een groter model kopen of een eigen boot bouwen. Voor het laatste is gedegen instructie vereist. Die wordt geboden door het boekje Modelling the Cutty Sark van Edward Bowness. Aan de hand van foto's en zeer precieze tekeningen zet I Bowness stap voor stap uiteen welke materialen men moet gebruiken, : hoe men het eenvoudigst het gewenste effect kan bereiken en wat men \ beslist niet moet doen. Uiteraard is een goed resultaat alleen weggelegd • voor de bouwer die een enorm geduld kan kombineren met ' vaardigheden in het houtsnijden en -draaien, het plakken en timmeren \ in het klein. Het resultaat zal dan een schitterend uitgevoerd model zijn. ;
In het algemeen klopt het model heel goed met de werkelijkheid. De forse verkleining zal de ware Cutty Sark-liefhebber echter zeer teleurstellen. Het boegbeeld meet maar amper vijf millimeter en veel onderdelen verliezen aan duidelijkheid doordat ze geheel zijn voorgegoten: het staand tuigwerk bijvoorbeeld. Afgezien daarvan verdient het aanbeveling het schip zonder de voorgestanste zeilen, die erg lelijk zijn geworden, op te bouwen. Daardoor zal Cutty's complexe tuig- en mastwerk beter tot zijn recht komen. De volgende details kunnen gelden als gebreken in de weergave. Er zijn slechts drie reddingsboten, terwijl dat er vier moeten zijn. Hun vorm is bovendien ovaal in plaats van afgeplat aan de achterkant. Het grote, in koper gevatte kompas ontbreekt, evenals de twee zesponder kanonnen die gebruikt werden om signalen te geven. Het meest serieuze manco: de decoratie van de achtersteven, waar zich onder andere de prachtig gesculptuurde 'Star of India' en het motto 'Where theres a Willis away' bevinden, is nergens te vinden.
36
F U R O R E 15
werd de Cutty Sark te water gelaten door Mevrouw Moodie, de echtgenote van de eerste kapitein, George Moodie. Vanuit Dumbarton werd het schip opgesleept naar de werf van Leven, waar het mastwerk werd opgebouwd, en van daaruit naar Greenock waar een gespecialiseerde firma het lopend touwwerk aanbracht. Op 13 januari 1870 vertrok ze naar Londen waar ze twee weken later in het East India Doek voor de eerste keer werd geladen. Het zou echter nog ruim twee jaar duren voordat kapitein Moodie zijn eerste kans kreeg om te bewijzen dat zijn Cutty dankzij Lintons scheepsbouwersvernuft inderdaad de snelste klipper ter wereld was geworden. Samen met haar grootste rivale Thermopylae lag Cutty Sark begin juni 1872 in de haven van Shanghai om beladen met thee naar Engeland terug te varen. Thermopylae was op dat moment in het bezit van de blue riband, het lint dat slechts door de winnaar van de jaarlijkse theerace mocht worden gedragen. Men besloot om van Shanghai-Londen een officiële wedstrijd te maken. Het zou Cutty's beste en tegelijk meest teleurstellende theerace worden. in de middag van 17 juni werd de laatste kist thee aan boord gebracht en om zeven uur 's avonds liet Moodie het anker lichten. Dat gaf hem één getijde voorsprong op Thermopylae onder bevel van kapitein Kemball, maar nog voor de loods het schip had kunnen verlaten kwamen beide klippers in een dichte mist terecht die de reis de eerste drie dagen enorm vertraagde. Op 26 juni passeerden beide klippers vrijwel gelijktijdig Hong Kong, de volgende dagen liep
CUTTY'S NOODROER
Thermopylae enigszins uit. De moesson en de windstoten teisterden vooral Cutty Sark die in één week vier gescheurde zeilen opliep. Pas op 15 juli, ter hoogte van Direction Island, kwam Thermopylae weer in zicht en nam Cutty de leiding over. Drie dagen later werd ze echter door windhozen beschadigd, waardoor Moodie gedwongen werd zeil in te nemen en van de ideale koers af te wijken. Voor de kust van Anjer, waar Moodie enige uren aan land ging, nam Thermopylae weer over. Na haar vertrek uit Anjer kwam Cutty Sark onmiddellijk terecht in een stevige, gunstige wind. De volgende drie dagen legde ze 987 zeemijlen af en Thermopylae verdween voorgoed uit het zicht. Om één uur 's middags van de zevende augustus nam deze gunstige wind plotseling af en gedurende de volgende dagen hingen de zeilen vrijwel werkeloos tegen de masten. Het was, zoals men dat noemt, de stilte voor de storm.
De lucht was zwart, het water raasde, bliksem van zij tot zij. Op de dertiende brak de storm in volle hevigheid los. Twee zeilen werden van de ra's gescheurd en op het hoogtepunt sloeg de zee onder het schip en rukte het roer weg. In volle zee gaf Moodie de opdracht om van één van de reservemasten een nieuw roer te maken. Robert Willis, de broer van White Hat Willis, die voor zijn gezondheid met Cutty Sark was meegevaren, verzette zich fel tegen dit besluit en was van mening dat Moodie de dichtstbijzijnde Afrikaanse haven op moest zoeken. De twee kregen hooglopende ruzie maar Moodie bleef weigeren aan land te gaan. Vier dagen lang waarin het schip geen mijl vooruitkwam werd onder moeilijke omstandigheden door de bemanning getimmerd en gesmeed, daarbij geholpen door twee verstekelingen waarvan de één toevallig timmerman en de ander smid bleek te zijn. Het noodroer werd provisorisch bevestigd, het slechte weer hield aan en de snelheid moest laag worden gehouden. Van 11 tot 31 augustus legde Cutty slechts 1027 mijl af, een afstand die onder normale omstandigheden binnen vier dagen onder haar kiel voorbijgleed. Hoe het gedurende die drie weken Thermopylae verging is nooit precies bekend geworden aangezien Kemball later geweigerd heeft inzage te geven in zijn logboek. Door vergelijking van de logboeken van een tweetal schepen die Thermopylae voor de Afrikaanse kust passeerden, is echter vast komen te staan, dat Cutty Sark op het moment waarop ze haar roer verloor drie tot vier dagen zeilen voor lag. Cutty's noodroer
HERCULES LINTON'S SCHETS V O O R H E T C U T T Y SARKBOEGBEELD
yHmd /lolfc/cstd h held ihe more's èo//. ( Tam o' Shonfers mare)
4 ( Forked outriggêr ta bring Bobstoy deor of f fg ure
Lejt arm mode portable, ond remored nhen necessary toovo/d domooB.
y ébe APRIL,1980
'OcroÏÏworfr /n rè-/f'ef,y/'/dedy onblacK bacMgroundj sing/e iine trocery is inc/sed andjf/'/ded. Npme boordpattems and /etters in square re/ie/} Cf/'/ded.
Cutlu •Sar'k. T{emainder af jr'gure ai/ white except for giided hém at bottom of /ówergarrnent a/sc.
KAPITEIN WAL.LACE
38
KAPITEIN E. M O O R E
KAPITEIN WOODGET
FURORE
15
bleef intact tot 20 september, één dag nadat men Sint Helena was gepasseerd. Toen lieten de bouten weer los en verloor Moodie opnieuw 24 uur met de reparatie. Op 18 oktober 1872 gleed Cutty tenslotte uitgeput haar Londense dok binnen, één week na de Thermopylae. Thermopylae had gewonnen maar Cutty Sark, kapitein Moodie en de bemanning kregen de meeste lof. Ze hadden de reis tussen Shanghai en Londen in 122 dagen gemaakt en dat bijna voor de helft 54 dagen met een noodroer dat een hoge snelheid onmogelijk maakte. Ter vergelijking: de kortste passage kwam dat jaar op naam van de Taitsung in 114 dagen, gevolgd door Thermopylae en Undine in 115, Argonaut met 117, en de volkomen intacte Doune Castle, net als Cutty Sark in 122 dagen. Zonder averij, daar was men het over eens, zou Cutty de wedstrijd glansrijk hebben gewonnen en waarschijnlijk ook de beste overtocht van het jaar hebben gemaakt. Op de theeroute heeft ze echter nooit meer de gelegenheid gekregen Thermopylae in een officiële wedstrijd te bestrijden en te bewijzen dat ze inderdaad de allersnelste was. Dat kwam voornamelijk omdat de klippers in de jaren 1870 hun betekenis voor de vaart op China steeds meer gingen verliezen. In 1869 werd het Suezkanaal opengesteld dat in 1875 overging in Engelse handen en alleen bevaren kon worden door stoomschepen. Die konden zodoende de grote omweg rond de Kaap afsnijden en kregen een enorme voorsprong op de zeilschepen. Cutty Sark en de meeste andere klippers zochten andere opdrachten en vonden die voornamelijk in de minder lucratieve wolhandel met Australië. Het spektakel en de heroïsche sfeer waarmee de theeraces gepaard gingen behoorden weldra tot het verleden.
K
APITEIN MOODIE nam na de race tegen Thermopylae zijn ontslag naar aanleiding van de ruzie op zee met de broer van zijn werkgever. Door het zwakke beleid van zijn opvolgers zou de glamour van de Cutty Sark de komende jaren langzaam maar zeker, zij het tijdelijk, verbleken. In 1880 bereikte Cutty het dieptepunt in haar geschiedenis gedurende een reis van Londen via Singapore naar New York, die sedertdien bekend staat ais de Hell-ship voyage10 Toen het schip Engeland verliet, geladen met steenkool voor de Amerikaanse vloot in de Stille Oceaan, stond het onder bevel van Kapitein J.S. Wallace, die enorme moeilijkheden had ondervonden bij het rekruteren van zijn bemanning en zich tevreden had moeten stellen met een internationaal gezelschap uitschot van vijf Engelsen, drie Denen, drie negers, twee Grieken en één Italiaan. Vechtpartijen aan boord waarbij Wallace soms gewapend moest ingrijpen leidden APRIL,
1980
Uiteindelijk ging Cutty Sark op tien april in New York voor anker onder de bijna voltooide Brooklyn Bridge in de dokken van the street ofships, South Street. Daar werd opnieuw een aanklacht tegen Bruce ingediend, deze keer met succes. Bruce kon de terugreis meemaken als passagier.
K
IJZEREN CUTTY SARK
tenslotte tot de moord op één van de bemanningsleden. Toen Wallace in de haven van Anjer de moordenaar hielp ontvluchten kwam de bemanning in opstand en zag hij zich genoodzaakt zijn vaste staf te bewapenen en vier van de matrozen in de boeien te sluiten. Het reisdoel was Yokohama, maar al vier dagen na het vertrek uit Anjer waren de spanningen zo hoog opgelopen dat Wallace geen uitweg meer zag en overboord sprong. Cutty Sark moest haar reis onderbreken en ging op 18 september in Singapore naast een ander schip zonder kapitein, de Jeddah, voor anker. 9 Daar werd de lading verkocht en er volgde een proces waarbij de tweede maat tijdelijk de leiding werd toevertrouwd in afwachting van de nieuwe kapitein. Dat was Bruce, een alcoholist, afkomstig van een ander Willis-schip, de Hallowe'en, die op dat moment in Hong Kong lag. De eerste reis naar Shanghai werd voor de bemanning een ware beproeving. Bruce terroriseerde zijn matrozen en bleek een totaal onbekwaam zeeman. In Shanghai liepen de meeste bemanningsleden bovendien cholera op en werd de Cutty Sark drie weken in quarantaine gehouden. In de volgende haven, Zebu, probeerde de bemanning tevergeefs Bruce te laten ontslaan door de Britse consul. Van Zebu naar Anjer bedronk hij zich zodanig dat men zich genoodzaakt zag hem eerst totaal laveloos te voeren en daarna de rest van zijn ruime drankvoorraad overboord te gooien. In Anjer kreeg Bruce de opdracht koers te zetten naar New York. Daarmee begon de laatste etappe van de Hell-ship voyage, die behalve door Bruce's dronkenschap en incompetentie ook werd gekenmerkt door een groot gebrek aan levensmiddelen. Bruce moest, in volle zee, het schip verlaten om op een passerend oorlogsschip nieuwe mondvoorraad te lenen.
APITEIN W.F. MOORE werd in New York Cutty's nieuwe gezagvoerder. Hij was afkomstig van Blackadder, één van Willis' langzamere klippers, maar was er niettemin in geslaagd om met dit schip de overtocht van de Straat van Sunda naar New York acht dagen sneller te maken dan Bruce met Cutty Sark. Onder Moore's leiding zou Cutty Sark een begin maken met het herstel van haar reputatie als raceklipper. In 1884 maakte ze de snelste overtocht tussen Newcastle (Australië) en Deal: 82 dagen, met La Hogue en Cimba ex aequo op de tweede plaats in 107 dagen. De terugtocht naar Newcastle later in hetzelfde jaar deed ze in 79 dagen en de race rond de jaarwisseling werd opnieuw door Cutty gewonnen, nu in 80 dagen met Mermerus als tweede in 84 dagen. 10 Ondanks deze successen werd Moore door Willis hierna overgeplaatst naar The Tweed en vervangen door kapitein Woodget van Coldstream. Met Woodget begonnen haar tien laatste en tegelijk meest succesvolle jaren. Woodget was een geniaal zeeman, een keiharde werker, een durfal, een bijbelkenner die niet gelovig was, een dierenliefhebber die zijn drie collies meenam op reis en in Anjer twee apen kocht, en een fervent amateurfotograaf aan wie we een aantal unieke foto's van de Cutty Sark te danken hebben. In tegenstelling tot zijn meeste collega's droeg hij nooit een hoge hoed maar altijd de Schotse pet die tam-o-shanter wordt genoemd. Zijn eerste vaart naar Port Jackson was meteen een nieuwe race waarin Cutty Sark onder andere Samuel Plimsoll, City of York, Cimba, Pengwern en Sir Walter Raleigh met groot gemak achter zich liet. LONG J O H N SILVER-COL.LECTIE
39
maatschappij Ferreira & Co. Het tijdperk van de klippers als winstgevende koopvaardijschepen was voorgoed voorbij en ook Willis zag zich genoodzaakt op stoom over te gaan. Thermopylae werd één jaar later aan de Portugese regering verkocht die haar als opleidingsschip ging gebruiken; Sir Lancelot en Leander gingen in 1895 in cyclonen op de Indische Oceaan vermoeid ten onder. Alleen Cutty Sark zou, na veel omwegen, de ondergang van de klippers overleven, al ontsnapte ze in 1916 maar tenauwernood uit een cycloon voor de Afrikaanse kust; de gouden sark uit de hoofdmast ging daarbij verloren. Ferreira zette haar in op de kortere routes vanuit Lissabon naar New Orleans (25 dagen), of naar Rio (36 dagen). Onder de naam Ferreira en Maria do Amparo. Haar Portugese bemanning bleef haar echter El Pequina Camisola noemen, wat Portugees is voor korte jurk. In 1922 kwam ze toevallig weer terecht in de haven van Falmouth en daar werd ze
gezien door kapitein Wilfred D o w m a n , " Hij kocht haar voor 3750 pond terug en restaureerde haar. Toen hij in 1936 stierf werd ze door zijn weduwe geschonken aan het Incorporated Thames Nautical Training College, dat haar als opleidingsschip heeft gebruikt. Dit college schonk haar in 1952 aan de Cutty Sark Preservation Society12 die haar in haar originele toestand terugbracht en in Greenwich, vlak bij het Maritiem Museum in haar laatste dok onderbracht. 1 3 Daar ligt ze nog, een museumstuk dat op haar beurt is ingericht als museum, haar ruimen niet gevuld met thee of wol maar met de boegbeelden van haar oude rivalen 14 , de foto's van haar kapiteins, haar logboeken en tientallen andere souvenirs uit haar rijke historie. Ook de verloren gewaande gouden sark is er te zien. Hij werd in 1956 bij toeval teruggevonden op de veiling van een Londense antiquair en behoort met het originele boegbeeld tot de pronkstukken van de collectie.
'EL P E Q U I N A C A M I S O L . A '
De uitslag van de reis terug had daarom bij voorbaat al vastgestaan, ware het niet, dat op 1 oktober Cutty's oude rivale Thermopylae Port Jackson binnenliep. Deze keer echter besloot Cutty Sark de wedstrijd definitief in haar voordeel. Ondanks zwaar weer in de 'Roaring Forties' en last van ijsbergen bij Kaap Hoorn liep Woodget de elf dagen eerder gestarte Patriarch in, brak hij en passant het record tussen Kaap Hoorn en de evenaar dat met 21 dagen op naam van Heather Bell stond met één dag, en arriveerde hij in de recordtijd van 73 dagen in Londen. Thermopvlae was verslagen met een volle week. Voor Cutty Sark op 17 februari 1886 aan haar volgende reis begon, presenteerde White Hat Willis de bemanning een vergulde Cutty Sark om deze overwinning te vieren. En het was bij deze gelegenheid, toen de sark boven in de mast werd bevestigd, dat Willis Tam o'Shanter's woorden heeft herhaald: 'Weel done, Cutty Sark.' TN AUGUSTUS 1895 werd in Lloyd's *• Shipping Index de naam Cutty Sark voorzien van een asterisk, met als verklaring: See Ferreira. Willis had zijn favoriete schip voor 2100 pond verkocht aan de Portugese 40
THESTARcrlNB, Goid &Hfi &Sêjr 3/tte r/'bh&n tit'thgold edqes and let ten nq. '" Redjjrounti for Star.
Naar Cuttv Sark De Cutty Sark is als volgt bereikbaar vanuit Londen: Met de Underground naar Surrey Docks. Dan één van de volgende bussen: IA (op zondag), 70 (ma-vrij), 188 (ma-vrij op spitsuren en zaterdag en zondag). Of per bus naar New Cross: bus 177 of 180 A (Zo).
'ÉM
U7W4/-
Grtemici 3
v
Cfwr > *
Cutty 5a f s \o ?i 7 UL LÜ c dag geoptn > \u i i is , u / in de win'ti jk < f s ' *> c i zondag (oor- t se i ^ /-TL uur(17ui> ' cti ife nucüt J > dag van il tot 18 uur. Goede Vrijdag en B o x i n g Day 14.30-17 uur. Gesloten op 24 en 25 december. Behalve Cutty Sark is in Greenwich ook opengesteld voor het publiek: de Gipsy Moth IV, het National Mar/time Museum, het Old Royai Observatory, het Planetarium en het Royai Naval College.
F U R O R E
15