Het Mannschaftswunder
Van Raf Willems zijn verschenen bij De Arbeiderspers: Europese topclubs. Meer dan een spel (2009) Manchester United, rebels & betoverend (2007) Van Jesse Owens tot Lornah Kiplagat. Topsporters met een missie (2008) in samenwerking met Guus van Holland
Raf Willems Het Mannschaftswunder Waarom de Duitsers de besten zijn
Uitgeverij De Arbeiderspers · Utrecht Amsterdam · Antwerpen
Copyright © 2012 Raf Willems Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Franz Lisztplantsoen 200, 3533 jg Utrecht. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from bv Uitgeverij De Arbeiderspers, Franz Lisztplantsoen 200, 3533 jg Utrecht. Omslagontwerp: Woodhouse Productions Omslagfoto: © Pics United isbn 978 90 295 8346 6 / nur 320 www.arbeiderspers.nl
Zoals steeds: voor Leen, Senne, Charlotte Uit sympathie en respect voor het Duitsland van Bensemann, Brandt, Bajramaj. Als fan van Günter Netzer en het Mannschaftswunder 1972 (Europameister in Brussel).
Inhoud
Verantwoording – Sociaal engagement: Sönke Wortmann en de Duitse voetbaldroom 9 Ten geleide – Sociaal engagement: Streetfootballworld: met de bal van de straat naar de wereld 15 1 – Steffi Jones en haar zomerdroom: over het wereldkampioenschap vrouwenvoetbal 2011. Die Zukunft des Fussballs ist weiblich – Sociaal engagement: Discover Football Berlijn, het vrouwelijke perspectief. Het sociale wereldkampioenschap. 22 2 – Het vrije voetbal volgens Joachim Löw: de droom van het perfecte spel. – Sociaal engagement: Het sociale engagement van de Duitse voetbalbond: integratie met de Mercedes 36 3 – Walther Bensemann en de verborgen geschiedenis van het joods-humanistische voetbal tijdens het Interbellum (1919-1939) – Sociaal engagement: De Julius Hirsch Preis 56 4 – Das Wunder von Bern: West-Duitsland wereldkampioen 1954. – Sociaal engagement: De Sepp Herberger Stiftung: wegnemen van barrières en geloven in de tweede kans in het leven 82 5 – Helmut Schön, Günter Netzer & Franz Beckenbauer: het wonder van Wembley, de machtsstrijd van München. Europees (1972) en wereldkampioen (1974)! – Sociaal engagement: De Bundesliga Stiftung als Frankfurter Fussball Schule? 112
6 – Franz Beckenbauer, portret van de chef-coach in vijf bedrijven – Sociaal engagement: De Deutsche Akademie für Fussballkultur: van Franz Beckenbauer tot Walther Bensemann 158 7 – Twee tegenstrijdige wereldbekerhelden, twee beelden: Unser Uwe Seeler & Oliver King Kahn – Sociaal engagement: Uwe Seeler Stiftung helpt kinderen met een beperking 172 8 – Jürgen Klinsmann: de vrolijke dissident van de wereldbekerzomer van 2006 – Sociaal engagement: Wereldbeker 2006 – de wereld te gast bij vrienden, een party vol voetbal en geluk 179 9 – Das Mannschaftswunder 2012: het vrije, vrolijke voetbal van das Traumteam – Sociaal engagement: Duurzaamheid: de Duitse voetbaltoekomst kleurt groen! 197 10 – The future of football is feminine. Lira Bajramaj: modieuze moslima op rode voetbalschoenen. Van vluchteling tot wereldkampioen. – Sociaal engagement: Discover Football Berlijn, het vrouwelijke perspectief. Het sociale wereldkampioenschap. 218 11 – Een mijmering over een gesprek met Willi Lemke – Sociaal engagement: Voetballen voor de vrede op The Flanders Fields 229 Ter afronding – Retourtje Sankt-Pauli: een voetbalculturele wandeling door Duitsland – Sociaal engagement: Het fanproject: supporters willen de macht! 234 Bronnen 269
Verantwoording
het mannschaftswunder – waarom de duitsers de besten zijn Dit boek over het Mannschaftswunder tracht uit te leggen waarom de Duitsers de besten zijn. Het is sinds 1995 mijn 25ste boek over voetbal, dit keer met een nog nadrukkelijker knipoog naar de samenleving en de geschiedenis, en steeds het principe propagerend van voetbal, ambiance & solidariteit. Anno 2012 zijn de Duitsers namelijk niet alleen de besten op het veld – wat betreft voetbalkunst – niet langer puur qua resultaat, maar ook buiten het veld, wat betreft het maatschappelijke aspect. Waarom zijn de Duitsers de besten? Ze hebben een droom, een zomerdroom, een voetbalzomerdroom. Met daarin denkers, dichters en fanfeesten. Duitsland is gids-, cultuur‑ en moederland van het voetbal geworden. De Deutscher Fussball-Bund (dfb) – met meer dan zes miljoen leden de grootste sportbond ter wereld – vaart sindsdien én dankzij het Weltmeisterschaft 2006 op een duidelijk kompas. De dfb heeft in de jeugdopleiding het accent van de artistieke voetbalintelligentie verankerd: das schöne Spiel. In zijn statuut heeft de bond het principe vastgelegd van het maatschappelijk verantwoord ondernemen: das soziale Engagement. Voeg daar nog aan toe een in enthousiasme badende voetbalatmosfeer, dankzij het concept van das Fanfest. Dat verklaart waarom de Duitsers de besten zijn: het mooie spel, het sociale engagement, het fanfeest. Voetbal, solidariteit, ambiance. Het is de Duitse zomerdroom van denkers en dichters.
9
De Duitsers hebben niet alleen een droom, ze hebben ook een systeem. Bundesliga’s booming! Om te beginnen mag een club hooguit voor 49 procent in handen zijn van een eigenaar of een belangengroep. Vervolgens bracht het internationale onderzoeksbureau A. T. Kearnay in de herfst van 2010 interessante gegevens aan het licht met zijn uiterst moderne methode om de stand van zaken in het hedendaagse voetbalbedrijf te peilen. Om de wereldwijde invloed daarvan te meten, kijkt Kearney verder dan de clichés. Het verlegt de grenzen en onderzoekt het voetbalgebeuren op de parameters ‘sportief ’, ‘economisch’, ‘sociaal’ en ‘duurzaam’. Op die manier wordt een totaalbeeld neergezet van de sector ‘voetbal’. Om een lang verhaal kort te maken: de Bundesliga voert de ranglijst van de Europese topcompetities aan. Vóór de Engelse Premier League, de Spaanse Primera Division en de Italiaanse Serie a. De Bundesliga is nummer één inzake economisch beleid – lees: financiële fair play en toeschouwersaantallen – en op het gebied van de duurzaamheid (ecologie en mobiliteit). Ze neemt de tweede positie in voor wat betreft de ‘sociale’ dimensie (na de Premier League) en staat wat betreft sportieve kwaliteit op de derde plek (op twee staat de Primera Division en op een de Premier League). Als de uefa haar beoogde nieuwe reglementering op het gebied van financiële fair play vanaf 2013 inderdaad correct toepast, dan zullen de Duitsers – vanwege de voetbalgerelateerde inkomsten van entreegelden – op korte termijn de Engelsen en de Spanjaarden naar de kroon steken. De machtswissel is al volop aan de gang. De Bundesliga piekt niet alleen met een gemiddelde van 42.000 toeschouwers per wedstrijd – ter vergelijking: in de Premier League zijn dat er gemiddeld 32.000 en Primera Division en Serie a volgen op nog grotere afstand – maar breekt ook alle doelpuntenrecords. Vrijwel elke Bundesligacoach kiest op zijn manier voor aanvallend voetbal. Met Kurzpassspiel, tempowisselingen of het uitoefenen van veel druk ‘vooruit’. Spektakel troef. Men betreedt het veld om het publiek te vermaken. Ziedaar, waarom de Duitsers de besten zijn. Het wk van 2006 vormde een scharniermoment, was een katalysator. Allereerst voor het land zelf: die Welt zu Gast bei Freunden! De wereld leerde het vriendelijke, gezellige Duitsland kennen. Het 10
ondernemende, sociale en ecologische. Het land der ideeën, in de ban van de bal, mét die bal als cultuurdrager. Bijzonder boeiend is het werk van de Deutsche Akademie für Fussballkultur (daff), boven de doopvont gehouden in 2004, in functie vanaf het wk 2006, en intussen op weg naar de tiende verjaardag. De bedoeling van het gezelschap is om op zowel grappige, inhoudelijke als mediagenieke wijze alle culturele en sociale elementen van het Duitse (en deels) internationale voetbal in beeld te brengen en te bundelen. Via honderden activiteiten per jaar – in het hele land – in de vorm van tentoonstellingen, studiedagen, debatavonden, leuke voetbalmomenten en publicaties, moedigt daff alle vormen van onderzoek naar de maatschappelijke functie van het voetbal aan. En met jaarprijzen voor het beste boek, de grappigste quote, het sterkste sociale project en de interessantste persoonlijkheid scoort men voortdurend, in de media én in de diepte, aan de basis. Vervolgens voor het voetbal zelf: sinds de toewijzing van het wk in de zomer van 2000 koos men resoluut voor de weg van de techniek, de snelheid en het intellect. Een citaat uit het slotrapport van het wk 2006 biedt een goed inzicht: ‘German clubs are fully benefitting from the investment made for the 2006 World Cup, particulary the modernised stadiums. The clubs also invest close to 100 million euro a year in football academies to develop new talents, reducing future transfers and somewhat limiting the salary bills.’ Voor de goede orde: dat geld is afkomstig uit de ‘wereldbekerwinstpot’ van voetbalbond en profliga. Precies die jeugdopleiding heeft het nationale elftal grondig vernieuwd. Vandaag is de Mannschaft het vrolijke paradepaardje van de natie. Het oude krachtvoetbal van weleer werd vervangen door het improviserend vernuft. Dat element is de afgelopen honderd jaar overigens altijd al aanwezig geweest in het Duitse voetbal, zij het in een meer dissidente vorm, op een verborgen wijze als het ware. Al kwam het met de regelmaat van de klok naar boven: Fritz Walter (1954), Günter Netzer, Franz Beckenbauer (1972), 11
Jürgen Klinsmann (1990). Tegenwoordig zijn Mesut Özil en Lira Bajramaj de beste spelers van respectievelijk het nationale mannen‑ en vrouwenteam. Beiden zijn moderne moslims, kinderen van migranten en oorlogsvluchtelingen. Honderd jaar geleden werden drie kerngedachten door de joodse humanist en verlichte voetbaldenker Walther Bensemann Duitsland binnengesmokkeld: ‘burgerschap via voetbal’, ‘entertainment in het stadion’ en ‘het kunstzinnige spel’. Journalist Bensemann richtte in 1920 het weekblad Der Kicker op. Maar de herinnering aan zijn joodsliberale voetbalfilosofie raakte in de verdrukking en verdween zelfs helemaal. Met zijn beleidskeuze voor das schöne Spiel, das soziale Engagement en das Fanfest heeft de dfb die filosofie in ere hersteld. Zo hoort voetbal anno 2012 te zijn. Ook dat verheldert waarom de Duitsers de besten zijn. Het verklaart tevens mijn keuze voor dit onderwerp: de lezer inzicht geven in het interessantste en sterkste Europese voetbalfenomeen van het ogenblik. Ik reisde het afgelopen decennium langs de belangrijkste voetbalmetropolen van onze oosterburen. Op zoek naar een verklaring voor het Mannschaftswunder. Op zoek naar een verklaring waarom de Duitsers de besten zijn. Dit boek is dus een wandeling langs zowel de actuele gebeurtenissen van het begin van de eenentwintigste eeuw als langs onbekende paden van de rijke Duitse voetbalgeschiedenis. Het staat stil bij het schone spel en het fanfeest. Telkens met een bis-hoofdstuk, in cursief, over het sociale engagement. Ik dank uitgever Peter Nijssen voor het vertrouwen en de uitermate kundige begeleiding. Raf Willems, Nijlen, 1 april 2012
12
Sociaal engagement sönke wortmann en de duitse voetbalzomerdroom Sönke Wortmann. Deutschland, ein Sommermärchen. Duitsland, een zomerdroom, een voetbalzomerdroom. Een bioscoopdocumentaire over de wereldbeker van 2006 in het knotsgekke land. Meer dan 120 minuten, gebaseerd op ruim honderd uur filmmateriaal in het gezelschap van de Mannschaft, tussen de tienduizenden feestende Duitsers. Wortmann volgde bondscoach Klinsmann en zijn spelers gedurende het hele toernooi en filmde ook de festiviteiten in de steden. Vier miljoen bioscoopbezoekers, een record, een enorm succes. Sönke Wortmann (1959) maakte met Deutschland, ein Sommer märchen een tijdloze prent die toch een precies beeld geeft van de geest van de tijd: de wereld te gast bij vrienden, die Welt zu gast bei Freunden. Ik ga op zoek naar Sönke Wortmann, internationaal gelauwerd regisseur en producer, voormalig semiprofessioneel voetballer en speler bij de Duitse Autorennationalmannschaft. Steunend lid van de democratische beweging Dein Fussball Club: meer dan 30.000 Duitsers betalen jaarlijks een contributie van 39,95 euro in ruil voor inspraak in het beleid. Ik probeer Sönke Wortmann te pakken te krijgen, dat is een schier onmogelijke opdracht. Hij bevindt zich altijd ergens te land, ter zee of in de lucht voor een nieuwe opname. Sönke Wortmann is zowel een cultheld als een commerciële hit in Duitsland. Mijn geduld wordt beloond na een vriendelijke correspondentie – met dank aan Maria – met zijn managementbureau Little Shark Entertainment. Ik krijg tien minuten voor een telefonisch interview tussen alle bedrijvigheid door. Hallo Sönke? Vertel eens over Weltmeisterschaft 2006. En inderdaad, Sönke Wortmann bestaat echt! Daar gaat ie: ‘De wereldbeker van 2006? Woodstock in Duitsland! Voor mij was dit een bijzondere verrassing. Gelukkig hadden we goed weer en een leuk elftal, desondanks, al moet er ergens ook al iets in de lucht hebben gehangen. De Duitse bevolking, die deze vorm van extase en geluk bereikt en dat ook kon delen met de rest van de wereld. Ik verwachtte de hype niet. World Cup 2006 13
was a moment of change! Zowel in de samenleving als in de voetballerij. Het heeft Duitsland zeker ten goede veranderd. De Duitsers ontdekten dat ze konden feesten. Ze werden losser en presenteerden zich als vriendelijke en ontspannen mensen aan de wereld. Werkelijk: die Welt zu Gast bei Freunden! We gedroegen ons als een goede gastheer en de wereld heeft dat geaccepteerd. Sindsdien zitten we beter in ons vel. We genieten van euforie, we houden onze emoties niet krampachtig voor onszelf en het mag best gezellig zijn. We presenteerden ons als een land met ideeën. De wereldbeker van 2006 was ook een sociaal en cultureel evenement. Het voetbalbestel onderging een grondige metamorfose. Bondscoach Jürgen Klinsmann was de man die de verandering mogelijk maakte: de creator. Zonder hem zouden we dit niet hebben gekund. In 2002 knokte de Mannschaft zich nog met troosteloos voetbal naar de finale tegen Brazilië. We schaamden ons eigenlijk voor ons eigen succes. Het Duitse publiek voelde zich veel beter bij de derde plaats van 2006 – met avontuurlijk en experimenteel spel – dan bij de tweede plek – met vervelend en afwachtend gedoe – van 2002. Mijn persoonlijke beste herinnering aan 2006? Het doelpunt tegen Polen, in de laatste minuut van de tweede wedstrijd (1-0). De Mannschaft voerde voortdurend de druk op maar leek niet te kunnen scoren. Toen dat alsnog gebeurde, volgde een enorme ontlading: bij het publiek, bij de spelers, bij de coaches en ook bij mezelf als regisseur. Vanaf dat moment leefde het gevoel dat alles mogelijk was. Het mooie voetbal dat de huidige bondscoach Joachim Löw vandaag laat opvoeren, grijpt terug op de uitgangspunten van Klinsmann. De Generation 2012, das Mannschaftswunder, kan een gouden generatie worden omdat we talentvolle voetballers hebben als gevolg van het nieuwe opleidingssysteem sinds 2000. Mario Götze is hét voorbeeld. De negentienjarige spelmaker van Borussia Dortmund is het grootste talent van het land, hij is écht volkomen gevormd door dit systeem. Hij doet me een beetje denken aan mijn persoonlijke favoriet: Günter Netzer, de voetbalrebel uit mijn jeugd met zijn lange, blonde haren. Ik keek naar hem op en wilde zijn zoals hij. Met fantasie en spelvreugde won zijn Mannschaft in 1972 het Europees Kampioenschap. Wordt deze prestatie veertig jaar later herhaald? Dan is het misschien tijd voor een vervolg op Deutschland, ein Sommermärchen.’ 14
Ten geleide
1 Het voetbalvisioen van een joodse humanist: de wals tussen Weimar en het Weense Wunderteam 1914: Walther Bensemann haatte vanuit zijn joods-humanistische visie de oorlog. Hij geloofde in de vredelievende kracht van het spel om de bal. Zes jaar later richtte hij het voetbalweekblad Der Kicker op. Hij vuurde het idee aan van ‘burgerschap door voetbal’ en steunde volop de artistieke stijl: ein System der Freiheit. Hij gaf het jonge Duitse voetbal een gezicht: dat van de dissidente tegenstroom, van de vrije meningsuiting en van het jeugdige individualisme. Hij hoopte op het voetbal als die Religion der Völker. Dankzij zijn daadkracht brak de jeugdige sporttak door tijdens het Interbellum. Er was tussen 1920 en 1933 sprake van een gepassioneerde voetbalcharleston. Het publiek zocht naar amusement en vond dat in nieuwe muzikale stromingen – zoals de jazz en de charleston – maar ook in het voetbal. Opvallend: duizenden vrouwen bezochten de stadions. De prettig-gestoorde-voetbalgekte was een aangenaam verschijnsel in de bizarre tijden van de Weimarrepubliek. Weimar omhelsde het Weense Wunderteam en gaf de voorkeur aan de schone Donauschool boven het Sturm und Drang. En het was Walther Bensemann, die het spel van dat Oostenrijkse wonderelftal als ideaaltype voorhield aan de Duitse publieke opinie. Het was het product van zijn vriend en coach Hugo Meisl, sterspeler Matthias Sindelar en veldtrainer Jimmy Hogan. De Donaurevolutie, zo heette het voetbalevangelie – balcontrole, dribbelkunst én gevarieerd samenspel – dat door liberale joden werd verspreid in Wenen, Boedapest en Praag. Ze was gebaseerd op de voetbalver15
halen van Jimmy Hogan, laten we hem omschrijven als de voorloper van Wiel Coerver. Hogan werd geboren in de buurt van Manchester, zijn stamboom had Ierse wortels. Hij droeg de Schotse passing game uit, een uitvinding van voornamelijk Celtic Football Club, die in die tijd door de Europese voetbalpers werd omschreven als ‘the finest footballmachine on earth’. Hogan coachte in Boedapest en Wenen en kwam ook de blijde boodschap van het vrije voetbal in Duitsland verkondigen. Hij belandde op het einde van de jaren twintig in Dresden en leidde er de toen vijftienjarige Helmut Schön op. Dit alles onder het motto: de bal, het brein, de benen.
2 Das Wunder von Bern 1954 Bondscoach Sepp Herberger (1936-1964) adoreerde in stilte het Wunderteam. Hij was heimelijk jaloers op de technische Weense hoogbegaafdheid en hoopte de wereldbeker van 1938 te winnen door, na de Anschluss, ‘Duitse kracht’ aan ‘Oostenrijkse klasse’ te paren. Maar de Mannschaft van het Derde Rijk faalde deerlijk. Herberger bestreed tussen 1936 en 1944 min of meer de harde hand – discipline – en de agressieve methodes – brutaliteit – van het nationaal-socialistische voetbaldogma. In 1954 werd WestDuitsland wereldkampioen in Zwitserland, mede dankzij bedreven, snelle en slimme spelers als Fritz Walter en Helmut Rahn. Das Wunder von Bern wordt door Duitse sociologen en politieke waarnemers beschouwd als het beginpunt van de democratische Bondsrepubliek, als het moment waarop West-Duitsland met zijn oorlogsverleden in het reine raakte, zich verbond met de westerse democratie en het economische Wirtschaftswunder zich voltrok. Was getekend: Konrad Adenauer, de zakelijke én antifascistische christen-democratische bondskanselier.
16
3 Das Wunder von Wembley 1972 In 1964 nam Helmut Schön het stokje over van Sepp Herberger. Hij droomde van aanvallend en sierlijk voetbal, naar het voorbeeld van... zijn grote voorbeeld Jimmy Hogan. West-Duitsland liet gewaagd en opwindend spel op de grasmat zien ten tijde van de wereldbekers van 1966 (tweede) en 1970 (derde). De Mannschaft speelde het beste voetbal na het Portugal van Eusebio in 1966 en het Brazilië van Pelé in 1970. De architect van het elftal was de jonge Franz Beckenbauer. Op het ek van 1972 haalde de vertolking een operaniveau: West-Duitsland creëerde het mooiste voetbal sinds het ontstaan van de Mannschaft. Het elftal werd Europees kampioen, ten koste van de Sovjet-Unie (3-0), na een demonstratie in Londen in de kwartfinale tegen Engeland (1-3): das Wunder von Wembley. Het waren de fabuleuze bewegingen van de flower powerachtige voetballer Günter Netzer die de internationale pers lyrische uitspraken ontlokte. Het Franse L’Equipe schreef over ‘de wedergeboorte van het aanvallende voetbal en de spelvreugde’. De Engelse The Times oordeelde: ‘Het is een plezier om naar de Mannschaft te kijken: elegant en creatief voetbal.’ Helmut Böttiger, biograaf van Netzer en literair criticus/historicus van de Frankfurter Allgemeine ontleedde het moment: ‘Die Welt erkannte bei den Deutschen die Möglichkeit der Kunst, der Eleganz, der Phantasie.’ Ook in de politiek sloeg de vernieuwing toe. De sociaal-democratische bondskanselier Willy Brandt ontvouwde het diplomatieke charmeoffensief van de ‘Duitse Lente’ en ontving de Nobelprijs voor de Vrede.
4 Das Wunder von Rom 1990 Na de val van de Berlijnse Muur in november 1989 volgde ook in het voetbal de stroomversnelling: op de wereldbeker van 1990 trad 17
de ‘verenigde’ Mannschaft aan. Bondscoach Franz Beckenbauer ruilde de stress van het oefenkamp in voor een ontspannende omgeving en gooide deuren en vensters open voor vrouwen en vriendinnen. Hij baseerde het elftal op een vijfmansverdediging maar schonk ook ruimte voor het verrassende voorhoedespel van Jürgen Klinsmann. Op dit als ultradefensief bekendstaande wereldkampioenschap was Duitsland toch goed voor vijftien doelpunten in zeven wedstrijden. De sfeer onder de supporters was leuk en deed denken aan de plezante protesttoestanden bij de Berlijnse Muur. Richard von Weizsäcker, het eerste staatshoofd van het verenigde Duitsland, probeerde op psychologische wijze de oude tegenstellingen te overbruggen.
5 De Zomerdroom van 2006. Die Welt zu Gast bei Freunden! Ziedaar de wijze waarop het moderne Duitsland van de 21ste eeuw zich heeft aangeboden. Het wk van 2006 bracht het beste van ‘blauw, rood & groen’ bij elkaar: innoverende ondernemersgeest, sociale activiteiten en ecologische duurzaamheid. Met als bindmiddel: het fanfeest, das Fanmeile. Het woord werd door de ernstige raad voor Literatuur uitgeroepen tot ‘begrip van het jaar 2006’. Jürgen Klinsmann en zijn assistent Joachim Löw kruisten de degens met de onverbiddellijke typering door Franz Beckenbauer van de Duitse voetballer: ‘Der Deutsche kann keinen brillanten Fussball spielen. Das ist ein Ausfluss seines Grundcharakters. Der Deutsche muss arbeiten um erfolgreich zu sein.’ De Mannschaft van Klinsmann gooide het oude adagium overboord en behaalde, eerder op enthousiasme dan op kwaliteit, toch de derde plaats.
18
6 Een vrolijke Mannschaft. Het vrije voetbalconcept van Joachim Löw 2010-2012 Tweede plaats op het ek 2008 en derde op het wk 2010. Vooral in Zuid-Afrika werd Duitsland alom bejubeld om zijn uitstekende spel. Jonge voetballers schreven het verhaal. Met onvergetelijke wedstrijden tegen Engeland (4-1) en Argentinië (4-0). Mesut Özil, een kind van Turkse migrantenouders in Gelsenkirchen, werd de draaischijf op het middenveld. Joachim Löw bevestigde dat hij zijn eerste voetbalinspiratie opdeed bij... de Mannschaft van 1972, met Günter Netzer in een glansrol. Duitsland sloot ook de kwalificatieronde van het ek 2012 triomfantelijk af: tien zeges op tien wedstrijden, imponerend voetbal, een lust voor het oog. 7 Die Zukunft des Fussballs ist weiblich. Weltmeisterschaft Frauen Fussball 2011 Duitsland als voetbalmoederland: meer dan één miljoen vrouwelijke voetballers. Vijftien miljoen televisiekijkers voor wedstrijden van de Mannschaft. Lira Bajramaj is de toekomst van het Duitse vrouwenvoetbal én de mediafiguur van 2011. Ze ontvluchtte in 1994 samen met haar familie het gewapende conflict in Kosovo. Ze haat oorlog en discriminatie. Ze kiest vol overtuiging voor het schone spel. Ze gelooft in de emancipatorische kracht van het voetbal. Anno 2012. Het is het voetbalvisioen van een moderne moslima.
19
Sociaal engagement streetfootballworld: met de bal van de straat naar de wereld De wereld van het straatvoetbal. Op de wereldbeker van 2006 trof het mij. Ik toerde wat rond tussen Keulen en Dortmund en sommige flyers doken telkens weer op. Ze kondigden activiteiten aan van Streetfootballworld. Ik werd nieuwsgierig naar deze mij onbekende organisatie en nam contact op met communicatieverantwoordelijke Sarah Bagel. Ze zetelde in Berlijn en legde mij ontstaan en doelstellingen uit. In het midden van de jaren negentig deed de Duitse socioloog Jürgen Griesbeck in de achterbuurten van de Colombiaanse hoofdstad Medellin een authentieke vondst. Hij bekeek het voetbal als een mogelijkheid om straatkinderen van geweld en drugs weg te houden. Hij probeerde het uit, overwon de onvermijdelijke problemen en zag dat het goed was: het hielp! Eenmaal weer thuis bedacht hij een variant. In Brandenburg begon hij met Strassenfussball für Toleranz. Het was de zomer van 2000. Duitsland had net het wereldkampioenschap van 2006 toegewezen gekregen. Het was de start van een opwindende periode. Streetfootballworld zat niet bij de pakken neer en bestudeerde en stimuleerde het aspect van ‘the other dimension of the game’. In 2005 sloot men een zogenaamde strategische alliantie met de fifa ter promotie van ‘ontwikkeling door voetbal’. De grote doorbraak volgde tijdens het Fussball-Weltmeisterschaft 2006. Vanaf dat moment nam Streetfootballworld een hoge vlucht. In de winter van 2012 polste ik opnieuw Sarah Bagel hoe het ervoor stond: ‘Streetfootballworld coördineert intussen wereldwijd 90 organisaties die vanuit de kracht van het voetbal ijveren voor de aanpak van geweld tussen jeugdbendes, een gezonde levensstijl, sociale integratie, vredesopbouw, milieubescherming, seksegelijkheid, aids-preventie en opvang en bescherming van thuislozen. Streetfootballworld gelooft dat je een team nodig hebt om een wedstrijd te winnen. Door een platform te creëren van, voor en met professionele voetbalorganisaties, bedrijven, regeringen, ngo’s en maatschappelijke stichtingen zoeken we wereldwijd steun voor het oplossen van urgente lokale problemen. Vanuit de gedachte: Think Global, Play Local.’ Via de 20
website van het kenniscentrum kom ik te weten dat er onder meer hoopgevende resultaten werden geboekt in de strijd tegen hiv/aids in Zuid-Afrika; in het realiseren van gezondheidsopvoeding in de Verenigde Staten; in het proces van vredesopbouw in het MiddenOosten en de ontwikkeling van jeugdzorg in Latijns-Amerika. De straatvoetbaltoernooien tijdens evenementen zoals het Europees Kampioenschap en de wereldbekert zijn een aparte attractiepool. Ik proefde even van de sfeer bij een antiracistische happening en stond op een trapveldje te schutteren tussen jongens en meisjes in de buurt van het stadion van Borussia Dortmund. Ik was zesenveertig, de ballen vlogen me om de oren. Een illusie armer omtrent de eigen fysieke paraatheid, maar een ervaring rijker aangaande het inzicht in het meest eenvoudige én educatieve spelplezier: het koppelen van de bal aan vorming, een kleine stap naar de ontvoogding. Die kleine stap naar ontvoogding draagt de handtekening van Streetfootballworld. Met de bal van de straat naar de wereld. Het is de wereld van het straatvoetbal.
21
1 – Steffi Jones en haar zomerdroom: over het wereldkampioenschap vrouwenvoetbal 2011. Die Zukunft des Fussballs ist weiblich
Frankfurt. Hauptstadt des Frauenfussballs. Frankfurt. Herz des Frauenfussballs. Hoofdstad en hart van het vrouwenvoetbal. Frankfurt is het allebei, het is hoofdstad en hart tegelijk, en zo heeft het zich ook geafficheerd tijdens fifa Frauen Weltmeisterschaft van 2011. Als hoofdstad én hart, als denker én dichter. Mét een fanfeest, mit Partystimmung. Meer dan 450.000 toeschouwers bezochten de Frankfurtse Fanmeile. En als Duitsland de laatste vier had bereikt, dan was de mijlpaal van het half miljoen feestende mensen vast wel gehaald. Ik stap door het woud naar het Wald Stadion, het is een aparte ervaring. Met enige overdrijving waan je je in een soort oerbos, terwijl boven je hoofd het ene vliegtuig na het andere daalt of stijgt. Frankfurt Airport is een van de drukste luchthavens van Europa. De stalen vogels, want daar lijken ze hier echt op, schijnen rakelings over het Wald Stadion te scheren. Ik neem een kijkje op het veld van Eintracht Frankfurt. Daar overhandigde ze op de hoofdtribune na de finale van 17 juli 2011 tussen de Verenigde Staten en Japan de wereldbeker. Steffi Jones aan Homare Sawa. Zij, Jones, de organisatrice van het wk, die Kaiserin, met een knipoog naar Franz Beckenbauer. Zij, Sawa, de captain van Japan. Van deze operatie werd gezegd: the future of football is feminine. Die Zukunft des Fussballs ist weiblich. Ik volgde ze voor mijn tweewekelijkse rubriek op de website www.meerdanvoetbal.nl van de Nederlandse Stichting Meer dan Voetbal, die geloofde én beloofde: Voetbal heeft méér dan twee doelen. Dat vond ik tof en ik bedacht er zo’n 120 veertiendaagse weblogs voor over een tijdspanne van vijf seizoenen. Ik bezocht wm 2011-evenementen in de speelsteden Leverkusen, Mönchengladbach en Berlijn. De finale in Franfurt bekeek ik op televisie. 22
Ik zag dus hoe Steffi Jones de World Cup overhandigde aan Homare Sawa. Ik wijdde er mijn laatste column aan. Homare. Sawa. Ik wenste haar een sakura toe. In de Japanse cultuur heeft deze bloem een bijzondere betekenis. De sakura of sierkers straalt een zekere filosofie uit: het intens genieten van de bloei van het leven, in het besef dat het van korte duur is. Deze sensatie heeft Sawa tijdens fifa Frauen Weltmeisterschaft 2011 meegemaakt, ondergaan en vooral zelf geopenbaard. Homare Sawa! De vrouwelijke Xavi! Het is vooral de eigen speelsheid – op het veld – en soberheid – in de dagelijkse omgang – die treft. Ze droeg voor Japan de aanvoerdersband tijdens de lange weg naar het goud. Ze werd onderscheiden met de Goldener Ball – beste voetbalster – en de Goldener Schuh – meeste doelpunten – van het toernooi. Niemand kon tippen aan de spirituele leidster van de nadeshiko. Deze bijnaam van het Japanse nationale vrouwenteam heeft een dubbele betekenis: prachtige bloem, meer bepaald de roze anjer, en perfecte vrouw. De drieëndertigjarige Sawa scoorde in de finale met een sublieme ééntijdse en vanzelfsprekend lijkende intikker drie minuten voor tijd de gelijkmaker tegen de Verenigde Staten (2-2). Het was haar tachtigste doelpunt in 172 interlands. Ze verdiende haar eerste oproep op haar vijftiende, tegen de Filippijnen. Sawa nam deel aan vijf wereldbekers. Ze bepaalde het ritme van de kunst van het middenveldspel van Japan: tiki taka, passing game, kurzpassspiel, beau jeu, futebol arte zoals het nog niet eerder was getoond in het vrouwenvoetbal. Ze was de drijvende kracht achter de aanval maar dacht tevens vanuit defensieve lijnen. Ze bekwaamde zich in de beslissende pass: ze verkiest de subtiele toets – breed of diep – die de tegenstander misleidt, op het moment dat het te laat is om nog in te grijpen. Zie haar heerlijke steekpass op Karina Maruyama die in de tweede verlenging van de kwartfinale de Duitse achterhoede te kijk zette voor een recordpubliek van 17 miljoen verdwaasde televisiekijkers. Na het eindsignaal ontrolde het ontroerde Japanse gezelschap de slogan To our friends around the world: thank you for your support. Dat herhaalden ze tot in de finale. Ze brachten de slachtoffers van de aardbeving en de tsunami van 11 maart 2011 in herinnering. 23
De coach haalde de beelden van de tragedie stilzwijgend al eens boven om zijn elftal te motiveren. Daarom vertolkten Sawa en haar gemiddeld tien jaar jongere ploeggenoten niet zomaar enkele voetbalwedstrijden. Ze speelden in Duitsland voor het helen van de wonden, vanuit de liefde voor het bedroefde land. Met deze boodschap wonnen ze sympathie in de rest van de wereld. Die palmden ze vervolgens ook in met hun natuurlijke nonchalance – die zo schril afstak tegen het opgefokte Amerikaanse teambuildingsgoeroegedoe – en met hun technische meesterschap in het zich immer herhalende samenspel. De briljante balschool kenmerkt zich door de klassieke Japanse noblesse: een vorm van door Homare Sawa uitgedragen authentiek adeldom, met zijn eigenaardige combinatie van schuchterheid, discretie en zelfbewustzijn. Ik dacht aan de bloem van de hevige maar kortstondige levenskunst. Ik wenste Sawa een sakura toe. Zou Steffi Jones dat ook hebben gedaan? Ze had uiteindelijk beteuterd toegekeken hoe Japan – met een imponerende Sawa – Duitsland uit de kwartfinale kegelde. Slip of the tongue: ‘Dit hadden we niet verwacht.’ Dat zei ze zo, zo had ze het gezegd. Steffi Jones (1972) was de voetbalvrouw van de vrouwelijke voetbalhoofdstad: het meisje van de straatdribbel, de vedette van het wereldbekerteam. Een slordige vijf landstitels, vier bekerschalen en twee Europacups met de ffc Frankfurt. Met nog eens een titel daarbij met de fsv Frankfurt en Europees kampioen (2001, 2005) én de beste van de globe met de Mannschaft (2003). Ze droeg maar liefst 111 keer het magische witte shirt met de zwarte streepjes. Die Steffi Jones werd dus voorzitster van het zogenaamde Local Organisation Comittee fifa Frauen Weltmeisterschaft 2011. Een hele mond vol, reflecteerde ik en ik vermoedde dat deze aanspreektitel niet enkele keren snel na elkaar viel af te ratelen. Ze nam haar taak bijzonder serieus en reisde de wereld rond, bezocht de zestien deelnemende landen. Ze ontving ook het vrouwenteam van het niet-geplaatste Rwanda. In het kader van een oefenstage bij de Deutscher Fussball-Bund, met vriendschappelijke wedstrijden en culturele uitwisseling. Het werd haar keur24