Het mandaat inzake financiële stabiliteit Brussel, 21 oktober 2015
Thomas Schepens Grégory Nguyen
DEEL 1 : Functies van het financieel systeem en voornaamste financiële risico's
2
Definitie van "financiële stabiliteit" Er is geen algemeen aanvaarde definitie van "financiële stabiliteit": Definitie a contrario : financiële stabiliteit = afwezigheid van financiële instabiliteit Eurosysteem (ECB) - definitie van een stabiel financieel systeem : "financieel systeem (financiële instellingen, markten en infrastructuren) dat kan weerstaan aan grote schokken en aan de afwikkeling van macroeconomische onevenwichten, waardoor het risico op een verstoring van de financiële intermediatie tussen spaarders en investeerders wordt beperkt." 3
Belang van "financiële stabiliteit" Moderne economieën presteren niet goed zonder een performant financieel systeem Crisissen in het financieel systeem zijn zelden beperkt tot deze sector alleen : spanningen slaan over op andere sectoren van de economie, via weerslag op : economische groei prijzen van financiële activa overheidsfinanciën
4
Illustraties
5
Illustraties
6
Illustraties
7
Functies van het financieel systeem Organisatie van het betalingsverkeer Rol van bankdeposito's Infrastructuren voor betalingsverkeer
Financiële intermediatie Kwalitatieve transformatie van financiële activa Krediet-, liquiditeits- en renterisico's
Hulp bij beheer van onzekere toekomst Verzekeringsmechanismen Co-financiering van risicovolle investeringsprojecten
Bepaling financiële prijzen : rentevoeten, .... 8
1. Organisatie van het betalingsverkeer Instrument = geld Chartaal geld : bankbiljetten, muntstukken Giraal geld : bankdeposito's Gemiddeld aantal betalingen in 2014 : 5,1 miljoen per dag
De uitvoering van betalingen tussen bankcliënten vraagt een groot aantal interbank-transacties : Het banksysteem is in hoge mate verweven (de verzwakking van één bank kan via domino-effecten instabiliteit verder uitbreiden) Belang van robuuste infrastructuren voor het betalingsverkeer (UCV, Target 2) : Rol van centrale banken Toezicht en controle op de betaalsystemen en betalingsinfrastructuur 9
2. Financiële intermediatie Instrument = financiële activa Schulden : leningen, obligaties, deposito's, .... Gestructureerde producten : CDOs, .... Hybride instrumenten (half aandeel, half schuld) Aandeel : gewone aandelen, preferente aandelen, ....
Directe intermediatie (markten) en indirecte intermediatie (financiële instellingen)
10
2. Financiële intermediatie Te overwinnen of te beheersen obstakels : Kredietrisico : gaat de debiteur terugbetalen ? Verscheiden voorkeuren van leners en ontleners tav de wezenlijke kenmerken van de financiële activa [Asymmetrische informatie]
11
2. Financiële intermediatie Obstakel 1 - kredietrisico: sommige debiteurs betalen hun lening niet terug Prikkel voor indirecte intermediatie : De financiële instelling die, als tussenpersoon, het spaargeld aantrekt en de uiteindelijke investering financiert, neemt de wanbetalingsverliezen op zich
Rol van de kredietrating-agentschappen in de directe intermediatie : de kredietrating geeft een inschatting van het risico van wanbetaling
12
2. Financiële intermediatie Obstakel 2 - Verscheiden voorkeuren van leners en ontleners : Spaarders geven bij beleggingen doorgaans de voorkeur aan veiligheid (weinig of geen kredietrisico) en liquiditeit (spaargeld opvraagbaar op korte termijn) De ontleners verkiezen meestal leningen met een lange looptijd en een vaste rentevoet
13
2. Financiële intermediatie Prikkel voor indirecte intermediatie : De financiële instelling gaat aan de leners en ontleners verschillende financiële instrumenten aanbieden en op die wijze wordt een kwalitatieve transformatie van financiële activa gerealiseerd
14
2. Financiële intermediatie
15
2. Financiële intermediatie Een kwalitatieve transformatie van financiële activa stelt de kredietinstellingen bloot aan verschillende financiële risico's : kredietrisico liquiditeitsrisico : mismatch tussen de gemiddelde looptijd van activa en passiva renterisico : mismatch tussen de gemiddelde gevoeligheid van activa en passiva aan veranderingen in de (markt-)rentevoeten
16
2. Financiële intermediatie Financiële risico's zijn inherent aan de activiteit van financiële intermediatie en een goed beheer van deze risico's is van primordiaal belang
17
2. Financiële intermediatie Evolutie van het bankkrediet aan Belgische huishoudens en niet-financiële ondernemingen
18
Samengevat : Financiële intermediatie Via de financiële markten en de financiële instellingen (kwalitatieve transformatie van de financiële activa) bevordert het financieel systeem de financiële intermediatie De kwalitatieve transformatie van de financiële activa stelt de financiële instellingen bloot aan risico's die zorgvuldig moeten beheerd worden Enkele cijfers (situatie eind maart 2015) Financiële activa van de huishoudens : 1223 miljard Schulden van de huishoudens : 250 miljard Kredieten geregistreerd in de Centrale voor kredieten aan de ondernemingen : 206 miljard 19
3. Hulp bij beheer van onzekere toekomst Geconfronteerd met onzekerheid over de toekomst, wordt de homo economicus verondersteld te kiezen voor een zekere uitkomst (in de hypothese dat al het andere gelijk is). Economische agenten zijn bereid om iets te betalen om de negatieve gevolgen van mogelijke, maar onzekere, toekomstige gebeurtenissen beter te beheersen. Bijvoorbeeld een verzekeringspremie
20
3. Hulp bij beheer van onzekere toekomst Het samenbrengen (pooling) in één portefeuille van veel gelijkaardige, niet-perfect-gecorreleerde risico's stelt verzekeringsmaatschappijen in staat om "catastrofale" verliezen van verzekerden te vergoeden (in ruil voor premie en franchise) Het principe van een wafel- en ijsjesverkoper
In aard deels overeenkomend, vindt men ook bij veel kredietverleningsoperaties risicopremies en franchises (in het geval van verliezen) terug.
21
3. Hulp bij beheer van onzekere toekomst Voorbeeld : Financiering van bouw van appartementencomplex De ondernemer financiert 30 % van het project door middel van de inbreng van aandelen in de vennootschap opgericht om het project te realiseren De bank is bereid om 70 % van het project te financieren door een lening aan de vennootschap. De lening heeft een looptijd van 4 jaar en een rentevoet van 7 % (hetgeen een premie van 4 % betekent ten opzichte van de risicovrije rente van 3 %)
22
3. Hulp bij beheer van onzekere toekomst Als het project slaagt : De appartementen worden verkocht De lening van de bank wordt terugbetaald De winst die overblijft, hoort toe aan de eigenaar van de aandelen van de vennootschap (= ondernemer)
23
3. Hulp bij beheer van onzekere toekomst Als het project mislukt omdat de appartementen slechts 50 % van de verwachte prijs opleveren : De terugbetaling van de bank heeft voorrang. Indien de financiële middelen niet volstaan om de lening terug te betalen, is de vennootschap failliet en zullen de aandeelhouders het geïnvesteerde kapitaal kwijt zijn (maar niet meer). De bank recupereert zoveel als mogelijk, maar deelt wellicht in de verliezen van het gefinancierde project.
24
Samengevat : beheer onzekere toekomst In ruil voor de betaling van een verzekerings- of risicopremie, kan het financieel systeem de economische agenten helpen om de negatieve gevolgen van onzekere toekomstige gebeurtenissen te milderen (aanbod van verzekeringspolissen, verstrekking van risicokapitaal) Verzekeringscontracten (ook onder de vorm van "afgeleide financiële instrumenten" op de financiële markten) zijn indekkingsinstrumenten tegen mogelijke toekomstige verliezen Financiële activa met een kredietrisico helpen ondernemers om risicovolle investeringsprojecten te financieren en te realiseren Het vermogen van het financieel systeem om verliezen te absorberen is evenwel begrensd (cf crisis 2007 - ...) 25
4. Bepaling van financiële prijzen Rentevoeten Risicovrije rentevoet Rentevoeten met risicopremie(s) Looptijden-gamma (dag-op-dag, ..., 30 jaar, ...) Verschillende munten
Aandelenkoersen Wisselkoersen Grondstoffenprijzen Afgeleide instrumenten : swaps, opties, futures, ... 26
DEEL 2 : Overzicht van de financiële sector in België
27
Overzicht v/d financiële sector in België Financiële activiteiten en verzekeringen 2007 15,8 5,1% 127 3,5%
2013 21,3 6,0% 120 3,2%
Aantal ingeschreven kredietinstellingen naar Belgisch recht naar buitenlands recht (bijkantoren)
2007 110 52 58
2014 103 37 66
Balans Totaal Activa Thesaurietegoeden en interbankvorderingen
2007 1402 30%
2014 1129 21%
Vorderingen op cliënten
37%
39%
Effecten Overige activa
19% 15%
20% 20%
1995 16645 76541
2013 7138 57204
2007 106 24048 220
2014 81 23662 281
Bruto toegevoegde waarde (miljard €) in % van het totaal van de Belgische economie Loontrekkenden (duizendtallen) in % van het totaal van de Belgische economie Belgische banksector
Aantal bankkantoren Aantal werknemers
2007 1402 37%
2014 1129 15%
Schulden tegenover cliënten
41%
56%
In schuldbewijzen belichaamde schulden Eigen vermogen Overige passiva
6% 4% 12%
5% 5% 19%
Totaal Passiva Interbankschulden
Verzekeringsmaatschappijen Aantal maatschappijen Aantal werknemers (contract van onbepaalde duur) Totaal Activa
cijfer voor 2013
Bron : NBB (Statistisch Bulletin), Febelfin (Statistisch Vademecum), Assuralia (Balans & Vooruitzichten)
28
De Belgische banksector
29
De Belgische banksector
30
De Belgische verzekeringssector
31
De Belgische verzekeringssector
32
DEEL 3 : Organisatie van het prudentieel toezicht en verscherping van de vereisten
33
Organisatie van het toezicht en de crisisCrisis 2008-2011 beheersing Micro-prudentieel toezicht : Spitst zich toe op de controle van de individuele financiële instellingen Elke wagen moet over goede remmen beschikken
Remsystemen dienen verbeterd te worden Ongelukken kunnen ook andere oorzaken hebben dan een gebrekkig remsysteem
Macro-prudentieel toezicht : Spitst zich toe op de bewaking van de stabiliteit van het financieel systeem in zijn geheel en op de “collectieve” handelingen van individuele instellingen die tot instabiliteit kunnen leiden Hoewel alle wagens uitgerust zijn met goede remsystemen, gebeuren er ongelukken
Crisisafwikkeling : Spitst zich toe op hoe men zich kan voorbereiden op individuele of systemische schokken Hoe men de hulpverlening dient te organiseren als er een ongeval gebeurt 34
Er moet een betere ongevallenpreventie en een grondiger wegentoezicht komen
De verschillende vormen van hulpverlening moeten over de geschikte middelen beschikken, en daarnaast ook beter gecoördineerd worden
Bestanddelen van het toezicht Regelgeving Specifiek juridisch kader (Wetten, KBs, Circulaires,...) Domeinen : Aandeelhouders en bestuurders Reglementaire coëfficiënten Solvabiliteit Financiële risico's
Periodieke informatieverstrekking en boekhoudregels Deugdelijk bestuur en interne controle Richtlijnen voor risicobeheer Kredietrisico's, liquiditeitsrisico's, renterisico's, ...
Witwassen .... 35
Hervorming van het bankentoezicht Versterking van de regelgeving CRD IV (2013) – CRR (2013) – Bankwet (2014)
Versterking van de mechanismen voor crisisbeheersing BRRD (2014) – Bankwet (2014)
Beperking van bepaalde bankactiviteiten BSR (in onderhandeling) – Bankwet (2014)
Europese coördinatie van toezicht en crisisbeheersing Bankenunie (2014)
36
De Bankenunie berust op drie pijlers Bankenunie Gemeenschappelijk toezichtsmechanisme ECB + Nationale toezichtshouders
Gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad + Nationale afwikkelingsautoriteiten
Harmonisatie depositogarantiestelsels
Principe De belangrijke banken worden gecontroleerd op Europees niveau – de andere op nationaal niveau 37
Filosofie en instrumenten van het toezicht Het nemen van risico’s is eigen aan het bankwezen Deze risico’s moeten berekend, beheerd en gecontroleerd worden Risico’s Solvabiliteitsrisico Onvoldoende middelden hebben om je verplichtingen na te komen Bv.door verliezen die verbonden zijn aan kredietverlening, marktactiviteiten, rentetransformatie, of een operationeel risico
Liquiditeitsrisico Geen beschikbare middelen hebben om je verplichtingen na te komen op de vervaldag Bv. omdat teveel kortlopende passiva (deposito’s) dienen voor de financiering van langlopende activa (hypotheekleningen) 38
Opvangen van risico’s – verscherpen van de vereisten (CRD IV) Solvabiliteitsrisico
39
Opvangen van risico’s – verscherpen van de vereisten (CRD IV) Solvabiliteitsrisico Versterking van het niveau van de kapitaalsvereisten Anticyclische buffer, kapitaalconserveringsbuffer, ‘systemic risk buffers’ ‘Leverage ratio’/hefboomratio (ingeval de risicowegingen tot te lage kapitaalsvereisten leiden)
Versterking van de kwaliteit van het eigen vermogen Eigen vermogen Vaste activa Schulden op LT
Vlottende activa
40
Schulden op KT
Opvangen van risico’s – verscherpen van de vereisten (CRD IV) Liquiditeitsrisico Liquiditeitsvereisten Op 1 maand: voldoende vlottende activa hebben om de mogelijke uitgaande kasstromen in een crisissituatie op te vangen
Op 1 jaar : voldoende stabiele financieringsbronnen hebben in verhouding tot het liquiditeitsprofiel van de activa
Eigen vermogen Vaste activa Schulden op LT
Vlottende activa
Eigen vermogen Vaste activa Schulden op LT
Vlottende activa
41
Schulden op KT
Schulden op KT
Opvangen van risico’s – verscherpen van de vereisten (BRRD) De mogelijkheid hebben om, in het geval van een crisis, kapitaal- en schuldinstrumenten in waarde te laten dalen of te converteren (bail-in) Vereiste m.b.t. het aanhouden van passiva die in aanmerking komen voor een bail-in Eigen vermogen Vaste activa Schulden op LT
Vlottende activa
42
Schulden op KT
zijn uitgesloten: - gewaarborgde deposito’s (spaargeld van de gezinnen) - verplichtingen gewaarborgd door actiefelementen - interbankschulden < 7 dagen - …
Dank u voor uw aandacht
43
Bijlage 1 : Organisatie van het betalingsverkeer
44
1. Organisatie van het betalingsverkeer
45
1. Organisatie van het betalingsverkeer
46
1. Organisatie van het betalingsverkeer
47
1. Organisatie van het betalingsverkeer
België : Uitwisselingscentrum en Verrekening (UCV)
48
Bijlage 2 : Structuur van het spaargeld, de leningen en de financiële verplichtingen van particulieren
49
2. Financiële intermediatie Structuur van de financiële activa in het bezit van de Belgische gezinnen (in miljard euro) Eind maart 2015 Financiële activa in het bezit van de particulieren Biljetten en munten Gereglementeerde spaardeposito's Andere deposito's Obligaties Beursgenoteerde aandelen Niet-genoteerde aandelen ICB's Verzekeringstechnische voorzieningen Andere TOTAAL Bron : NBB Statistisch Bulletin
50
38,9 239,4 94,3 73,8 55,2 258,6 166,5 278,8 17,2 1222,7
2. Financiële intermediatie Structuur van de financiële verplichtingen van de Belgische gezinnen (in miljard euro) Eind maart 2015 Financiële verplichtingen van de particulieren Leningen voor ten hoogste één jaar Hypothecaire leningen Consumptiekredieten voor meer dan een jaar Andere verplichtingen TOTAAL
Bron : NBB Statistisch Bulletin
51
12,0 190,8 19,4 28,0 250,1
2. Financiële intermediatie Structuur van de kredieten geregistreerd bij de Centrale voor kredieten aan de ondernemingen (in miljard euro) Eind maart 2015 Kredieten geregistreerd bij de Centrale voor kredieten aan de ondernemingen Omloop van de opgenomen bedragen Financiële activiteiten en verzekeringen Groot- en detailhandel Exploitatie van en handel in onroerend goed Industrie Openbaar bestuur en defensie Bouwnijverheid Andere bedrijfstakken TOTAAL Bron : NBB Statistisch Bulletin
52
29,7 26 24 13,6 12,3 18,1 82,4 206,2