Het maken van glasvezelgewapende polvestervormstukken. Producten van met glasvezelgewapende polyesterhars kunnen volgens diverse technieken worden vervaardigd. De meest toegepaste hiervan is de handverwerkingsmethode (handlay-up methode). Grote investeringen in machines en gereedschap zijn hierbij namelijk niet nodig. Volgens deze methode kan men met betrekkelijk geringe kosten enkele stuks resp. kleine series van polyestervormstukken vervaardigen. De handlay-up methode komt in het bijzonder in aanmerking voor het maken van boten, bakken, beschermkappen, bloembakken, benzinetanks, meubilair, carrosserieën, koepels, bouwelementen, containers etc. In dit informatieblad wordt uitvoerig op de te gebruiken materialen en de verwerking hiervan ingegaan. Benodigde materialen. -
Een mal (negatieve vorm) waarin of waarop (positieve vorm) het produkt wordt gemaakt.
-
Losmiddelen om te verhinderen, dat het voorwerp zich aan de mal zal hechten.
-
Gelcoathars, een slag- en stootvaste polyesterhars voor het verkrijgen van een glad en een eventueel gekleurd oppervlak van het produkt.
-
Constructie- of Bouwhars voor het impregneren van het versterkingsmateriaal.
-
Topcoathars voor de afwerking van de niet gelcoatzijde (glasvezelzijde) van het produkt.
-
Katalysator en (Versneller) voor het uitharden van de vloeibare polyesterharsen.
-
Versterkingsmaterialen zoals glasmat, geweven roving, glasweefsel, glasvlies, koolstof – en aramide weefsels voor het wapenen van de polyesterhars.
-
Pigmentpasta voor het kleuren van de harsen.
-
Schoonmaak middel voor het reinigen van rollers, kwasten e.d.
-
Kwasten en Rollers voor het opbrengen van de harsen, het impregneren en ontluchten van het laminaat.
-
Maatcylinders of doseerflessen voor het doseren van de katalysator en versneller.
-
Mengbeker, eventueel met maatverdeling voor het aanmaken van de harsen. Ook geschikt zijn blikken, jampotjes, plastic emmertjes of dergelijke.
Mallen. Een mal kan worden gemaakt van gips, hout, hardboard, spaanplaat, meubelplaat, metaal maar ook van polyester - of epoxyhars. Voor het maken van vlakke platen kan bijv. ook een glasplaat of gepolijste staalplaat dienen. Soms wordt ook van bestaande voorwerpen bijv. boten een mal getrokken. De vorm van de mal moet zodanig worden gekozen, dat deze zelflossend is, tenzij men ze na het gebruik wil slopen. Scherpe hoeken moeten iets worden afgerond. Bij het gebruik van poreus materiaal, zoals hout of gips, verdient het aanbeveling hierop eerst enkele lagen G4 of een twee componentenlak (PC Coating) aan te brengen. Het oppervlak van het in of op de mal gemaakte vormstuk geeft een getrouwe afspiegeling van het maloppervlak. Zorg er dus voor, dat deze zo glad en glanzend mogelijk is. De lossing van een product gemaakt op een poreuze of ruwe mal gaat bovendien veel moeilijker. KNS – Iepersestraat 163 – 8800 ROESELARE Tel: 051/250.400 Fax: 051/250.401 Chemische en technische adviezen, schriftelijk dan wel mondeling, worden geheel vrijblijvend en naar beste weten verstrekt. Zij zijn slechts te beschouwen als richtlijnen, waarvoor door ons geen enkele aansprakelijkheid wordt aanvaard.
Losmiddel. Polyesterharsen hechten redelijk tot goed op de meeste materialen. Door vooraf op de mal een losmiddel of een gecombineerd systeem van losmiddelen aan te brengen is het mogelijk het vormstuk te lossen zonder de mal en/of het product te beschadigen. Als losmiddel komen in aanmerking: Losmiddelen: FORMULA FIVE MIRROR GLAZE
Vaste resp. halfvaste wassen met poriënvullende eigenschappen. Wordt met een doek opgebracht en kan na korte tijd met een polijstvacht of wollen doek tot een vrij hoge glans worden gepolijst.
Losmiddel PRIMER
Een wasemulsie op basis van zeer snel verdampende oplosmiddelen. Bijzonder geschikt voor mallen vervaardigd van staal, aluminium, glas, hardplastic e.d. Losmiddel PRIMER kan worden opgebracht met een doek, kwast of met de spuit. De film kan op dezelfde wijze als bij de loswas worden gepolijst.
TRENNLACK Mat en blinkend Op PVA basis
Een kleurloze lak op water/alcohol basis, vormt na droging een gladde en glanzende film. De TRENNLACK kan ook worden gebruikt om poriën af te sluiten van hout, gips, hardboard e.d. Bij grote vormstukken bijv. boten of moeilijk te lossen produkten wordt meestal een gecombineerd systeem toegepast, met een loswas of PRIMER als basis en daaroverheen Lossingsm. TRENNLACK. De TRENNLACK wordt opgebracht met een doek, spons of kwast. Eventueel kan Losmiddel TRENNLACK met een heel klein beetje water worden verdund. Restanten losmiddel op het produkt kunnen met lauw water worden weggewassen. De droogtijd van de TRENNLACK is afhankelijk van de temperatuur en laagdikte 15 - 45 min. Controleer alvorens de gelcoat wordt aangebracht zorgvuldig of de film 100% droog is, ook in de hoeken en diepere plaatsen in de mal. Lossingsmiddel TRENNLACK kan niet worden gepolijst.
Opmerking. Behalve de hierboven genoemde losmiddelen zijn nog enkele lossingsystemen leverbaar. Documentatie hierover is op aanvraag beschikbaar. Gelcoat. Na het losmiddel wordt een zogenaamde gelcoathars aangebracht. Dit is een ongewapende meestal ingekleurde harslaag, die de functie heeft de hierna aan te brengen glasvezelgewapende lagen af te schermen en tevens het produkt een fraaier, gladder en eventueel gekleurd oppervlak te geven. Gelcoatharsen zijn in de meeste gevallen thixotroop ingesteld (d.w.z. ze geven op verticale vlakken geen zakkers), terwijl ze bovendien een grotere slag- en stootvastheid en soms een betere chemicaliënbestandheid hebben dan de normale harsen. Gelcoats kunnen in alle RAL en NCS kleuren geleverd worden. Voor het zelf inkleuren van blanke gelcoat zijn pigmentpasta’s afzonderlijk beschikbaar. Voor een goede dekking is, afhankelijk van de kleur, is een toevoeging van 10% - 20% pigmentpasta nodig. Receptuur gelcoat. Polyesterharsen, waaronder ook gelcoats, worden met behulp van een katalysator en eventueel een versneller uitgehard. De katalysator is de eigenlijke verharder, terwijl de versneller, die vaak al voor gemengd is in de gelcoat, zoals het woord reeds zegt, de werking van de katalysator activeert. Versneller alleen kan de polyesterhars niet doen uitharden. Pas als de katalysator wordt toegevoegd begint het uithardingproces.
Attentie Katalysator en versneller nooit onderling mengen.Elke component afzonderlijk aan de hars toevoegen en grondig inmengen. Een algemeen bruikbare receptuur voor gelcoathars bij een temperatuur van 18 à 20 °C is: Gelcoat (Neogel)
100 gewichtsdelen
+ Katalysator (bijv. Butanox M50)
1 - 3 gewichtsdelen
Dit mengsel is bij bovengenoemde temperatuur ca. 10 min. verwerkbaar. Nooit meer aanmaken dan in dit tijdsbestek kan worden verwerkt. Denk er aan dat polyesterhars in dikke lagen en dus ook de grote massa in de aanmaakpot veel sneller uithart, dan de relatief dunne filmlaag op de mal, waar tijdens het uithardingproces ontwikkelde warmte veel sneller wordt afgevoerd. Algemene aanwijzing voor de verwerking van gelcoats. Controleer zorgvuldig of het losmiddel 100% droog is. Zorg dat de gelcoathars zelf goed op temperatuur is (ca. 20 °C), de hars is bij lagere temperatuur stroperiger en moeilijker strijkbaar, terwijl de uitharding ook trager verloopt. Gebruik maximaal 5% styreen voor het verdunnen van de gelcoat, vaak is het beter om de strijkbaarheid te verbeteren een kleine hoeveelheid constructiehars bij te mengen. Gebruik een brede lakkwast, zorg ervoor dat deze geen reinigingsmiddelen, zoals aceton meer bevat. Wanneer meer kleuren worden verwerkt, voor elke kleur een aparte kwast gebruiken. Een gelijkmatige opdracht in twee kruiselings over elkaar liggende lagen tot een max. laagdikte van 0,6 mm is het meest aan te bevelen. Beter tweemaal dun dan eenmaal dik. De tweede laag gelcoat of de op de gelcoat volgende glasvezelversterkte lagen pas aanbrengen wanneer de voorgaande laag voldoende uitgehard is. Dit op diverse punten, ook op het diepste punt van de mal, controleren door met de vingertoppen over de gelcoatlaag te strijken Wanneer de harsfilm vast aanvoelt en op de vingers geen hars achterblijft kan de volgende laag worden aangebracht. Werk niet bij te lage temperaturen, vermijd tocht en een te hoge vochtigheidsgraad in de werkruimte. Nooit in de felle zon werken, bij hoge temperaturen het percentage versneller verminderen en/of kleinere hoeveelheden aanmaken. Het tijdbestek tussen het aanbrengen van de tweede gelcoatlaag of het aanbrengen van de versterkingslagen niet te lang nemen, daar anders de onderlinge hechting onvoldoende wordt. Bij drukken met de vinger op een bepaalde plaats moet de gelcoatlaag nog iets pikkend zijn, maar niet nat afgeven.
Onreqelmatiqheden in de gelcoat en mogelijke oorzaken.
Scheuren of barsten
- gelcoat te dik angebracht, - teveel afgedund.
Gaatjes in de gelcoat
- gelcoat te dik, iets verdunnen, - te snelle uitharding.
Slechte doorharding
- nat lossingsmiddel, - katalysator en/of versneller slecht gemengd, - te lage temperatuur, - te weinig katalysator en/of versneller, - luchtvochtigheid te hoog, - tocht, - te koude mal, - te koude hars.
Rimpels, kraaienpoten
- niet goed uitgehard, - gelcoat te dun, - te weinig katalysator en/of versneller, - tocht.
Wapening zichtbaar
- wapening te snel aangebracht, - te dunne gelcoat, - te dikke glasmat.
Bonte vlekken en zakkers
- gelcoat te dik aangebracht, - niet snel genoeg uitgehard, - gelcoat te veel afgedund.
Blazen
- luchtinsluiting tussen gelcoat en laminaat.
Afspringen v.d. gelcoat
- gelcoat te hard, te lang gewacht met aanbrengen laminaat.
De glasvezelgewapende laqen. Polyesterharsen vertonen bij de overgang van de vloeibare naar de vaste vorm een gemiddelde volumekrimp van 5 - 8%. Bij temperaturen van ca. 18 à 20 °C duurt het ongeveer 6 - 10 weken voordat een maximum uithardinggraad is bereikt. Bij gebruik achter de gelcoat van een te grove glasmat of glasweefsel ontstaat door de krimp van de gelcoat een aftekening van het glasvezel- of weefselpatroon. Wanneer men dit meestal ongewenst effect wil vermijden is het raadzaam voor de eerste glasvezelgewapende laag een glasmat met fijne structuur of oppervlaktevlies te gebruiken. Glasweefsels zijn duurder dan glasmat, de impregnering met hars en de verwerking in ingewikkelde mallen is doorgaans ook moeilijker dan bij gebruik van glasmat. Door de glasmat te scheuren of de randen uit te kammen kan bovendien een vloeiender overgang van de verschillende banen worden gekregen. Voor het impregneren van de oppervlaktemat en alle eventuele volgende lagen wordt een dun vloeibare constructiehars (ook wel genoemd impregneerhars of lamineerhars) gebruikt.
Receptuur constructiehars. Het aanmaken van de hars: Alle harsen moeten om ze te doen verharden worden vermengd met een katalysator (en versneller). Sommige harsen zijn reeds van een versneller voorzien. Raadpleeg hiervoor het etiket of de gebruiksaanwijzing.
Waarschuwing: Katalysator en versneller steeds afzonderlijk d.w.z. na elkaar aan het hars toevoegen en goed in roeren. Beide producten nooit in direct contact met elkaar brengen, dit kan namelijk tot vuurverschijnselen en explosies leiden. Gebruik aparte maatcilinders. Door in de toe te voegen percentages katalysator en speciaal de versneller, variaties aan te brengen wordt de uitharding van de polyesterhars geregeld. Bij lage temperaturen is meer katalysator en/of versneller nodig, bij hogere temperaturen minder. Bij voorkeur niet beneden 10 °C werken. Een algemene bruikbare receptuur bij ca. 18 °C is: Polyesterhars (Synolite 8388 of Palatal 541) 100
gewichtsdelen
Verharder ( bijv. Butanox M50)
1-3
gewichtsdelen
Versneller (NL 49P) indien nodig
0,5 -1 gewichtsdelen
Zodra aan het hars styreen en / of pigmentpasta wordt toegevoegd dient de toevoeging van katalysator en versneller op de totale hoeveelheid van het nieuw mengsel te worden gebaseerd. Wanneer het gelleren en de uitharding van de hars bij lagere temperaturen te traag verloopt kan bijv. 4% katalysator en 2 of 3% versneller worden gebruikt. Verloopt bij hogere temperaturen het hardingsproces te snel of wil men een langere verwerkingstijd hebben, dan kan het percentage versneller worden teruggebracht tot bijv. 0,5 of 0,3%. Het percentage katalysator in principe niet verder terugbrengen dan 1 %. Als maximum voor katalysator geldt een toevoeging van 4%. Versneller minimaal 0,3% en maximaal 3% toevoegen. Vocht heeft een vertragende werking op de uitharding van polyesterhars. Vermijdt het werken op een vochtige ondergrond of bij een te hoge vochtigheidsgraad van de lucht. De versneller wordt meestal als eerste aan de hars toegevoegd. De houdbaarheid van hars voorzien van versneller is zeer ruim. Vaak zijn de harsen in de fabriek al voorzien van een versnellersysteem. Waardoor het niet nodig is om zelf de versneller toe te voegen. Pas na het toevoegen van de katalysator begint het uithardingproces. De katalysator derhalve pas direct voor gebruik toevoegen. Tijdens het uithardingproces ontstaat een hoeveelheid warmte waardoor de uitharding wordt versneld. Door de grotere massa in de aanmaakpot verloopt de uitharding hierin soms veel sneller dan in een relatief dunne laag op de ondergrond, waarbij de ontwikkelde warmte veel sneller wordt afgevoerd. Maak dus nooit meer aan dan in een tijdsbestek van 10 à 20 min. kan worden verwerkt. Het impregneren van de glasvezelwapening. Het oppervlak wordt nu met het aangemaakte hars ingestreken. Het hars royaal en gelijkmatig opbrengen. Voor 1 m2 glasmat van 450 g/m2 is ca. 1,2 kg hars nodig. Het glasvezelmateriaal wordt nu in het bed van vloeibare hars gelegd. Door tamponneren met de kwast en/of aanrollen met een impregneer rol en ontluchtingsroller wordt dit verder doordrenkt. Een goede impregnering van het glasvezelmateriaal is bereikt wanneer dit een geheel glasachtig min of meer transparant aanzien krijgt en alle witte plekken verdwenen zijn. De kwast steeds rechtstandig op het materiaal laten neerkomen, niet heen en weer
strijken. Hardnekkige witte plekken of luchtbellen door opbrengen van wat nieuwe hars en flink tamponneren wegwerken. Niet teveel hars opbrengen anders gaat de mat "zwemmen". In principe moet men er van uitgaan, dat het hars van onderuit door de glasvezel moet komen en niet andersom. In het eerste geval drijft het hars a.h.w. automatisch de lucht uit het glasvezelmateriaal hetgeen het impregneren aanzienlijk vergemakkelijkt. Bij het werken met kwast of vachtrol ontstaan veel luchtbellen. Het is daarom aan te raden het aangebrachte laminaat met een harde ontluchtingsrol na te rollen. Voor hoeken kan een schotelrol worden gebruikt. Om een goede controle te hebben op eventuele luchtinsluitingen tussen de gelcoat en de eerste glasvezellaag is het beter de constructiehars voor het impregneren van deze laag niet in te kleuren. Voor een goede door en door kleuring kan aan de hars van de volgende glasvezelgewapende lagen 2 à 3% pigmentpasta van dezelfde kleur als de gelcoat worden toegevoegd. Eventueel kan hiervoor ook wat overgebleven gelcoat worden gebruikt. De tweede en eventueel volgende glasvezelgewapende lagen kunnen in principe zonder wachttijd op dezelfde wijze als de eerste laag worden aangebracht. Wanneer ca. 3 lagen vrij snel zogenaamd "nat op nat" worden aangebracht moet om verbranden van het laminaat te voorkomen een tussenpauze worden ingelast. Voor de verdere opbouw wordt in de meeste gevallen een 450 grams glasmat en/of een geweven roving gebruikt. Bij voorkeur geen twee lagen glasweefsel en/of geweven roving op elkaar laten volgen. Omwille van de zogenaamde interlaminaire sterkte (tussen de lagen onderling) is het beter een laag weefsel af te wisselen met een laag glasmat.
Stijfheid verhogen.
Tussen de verschillende lagen glasvezelwapening kunnen, om de stijfheid te vergroten of om bevestigingspunten te krijgen, platen multiplex, latten, p.v.c.-electrapijp e.d. worden opgenomen. Metalen zijn hiervoor minder geschikt wegens het verschil in uitzettingscoëfficient tussen metalen en kunststof. Alle verstijvingen bij voorkeur zover mogelijk van de gelcoatzijde inlamineren, daar anders aftekening in de gelcoat kan ontstaan. Om een grote plaatselijke stijfheid bij een laag gewicht te bereiken kan koolstofweefsel en/of koolstofband worden gebruikt.
Afwerking van het laminaat oppervlak.
De niet gelcoat zijde van een product blijft als gevolg van de structuur van het gebruikte versterkingsmateriaal altijd enigszins ruw. Vaak vormt dit voor het gebruik van het product geen probleem. Waar dit wel het geval is, is een afwerking met topcoat noodzakelijk. Om een mooi strak oppervlak te krijgen is de voorbehandeling van de ondergrond van groot belang. Het gewapende polyesterlaminaat is vaak enigszins ruw en er kunnen hier en daar nog uitstekende of niet geheel in de hars opgenomen glasvezel zitten. Wanneer dit het geval is moet het oppervlak worden geschuurd, waarbij eventuele grotere oneffenheden worden weggewerkt met polyesterplamuur. Wanneer de glasvezels niet geheel in de hars zijn ingebed moet bij voorkeur nog een extra laag constructiehars, bij verticale vlakken thixotroop gemaakt met aerosil, worden opgebracht. Ook kan voor dit doel gelcoathars worden gebruikt. Polyester topcoat is net als de gelcoathars een thixotroop ingesteld hars (geeft op verticale vlakken geen zakkers), dat in naturel voor het zelf inkleuren met pigmentpasta's en in alle RAL en NCS-kleuren wordt geleverd. De meeste types zijn reeds voorzien van 2% cobaltversneller. Raadpleeg hiervoor steeds het etiket. Topcoats nooit verwerken beneden 18 °C, op een vochtige ondergrond of bij een te hoge vochtigheidsgraad van de lucht. Indien buitenshuis bij voorkeur niet in de felle zon of bij veel wind werken. Wanneer de werktemperatuur aan de lage kant is dan iets meer kobaltversneller en/of katalysator toevoegen. Zie hiervoor de aanwijzingen onder "receptuur gelcoat". Gelcoats zijn niet zonder meer als topcoat bruikbaar. Om naplakken bij uitharding aan de lucht te voorkomen wordt 3 à 4% van een anti-kleefmiddel leverbaar onder de naam "paraffine oplossing" toegevoegd. Om de glasmat of weefselstructuur af te dekken kan in de topcoat een 30 grams glasvlies worden ingewerkt. De toplaag wordt hiermee bovendien extra versterkt.
Het lossen van het vormstuk. Polyesterharsen zijn bij temperaturen rond 20 °C na enige uren meestal wel zover doorgehard, dat de hiermee gemaakte producten uit de mal kunnen worden gelost. Producten zonder profileringen en scherpe hoeken kunnen meestal zeer gemakkelijk uit de mal worden verwijderd. Bij grotere vormstukken kan men, vooral wanneer pva-losmiddel is toegepast, warm water tussen de mal en het Vormstuk laten lopen. Wanneer beschikbaar kan perslucht ook uitstekend voor dit doel worden toegepast. Bij grote of moeilijk te lossen vormstukken worden dikwijls ontluchtingsventielen voor aansluiting op perslucht in de mal ingebouwd.
Algemene aanwiizingen. Buiten de mal uitstekende randen van geheel of gedeeltelijk geïmpregneerde glasvezelwapening kunnen met een diamentzaag, ijzerzaag of fijngetande découpeerzaag worden verwijderd. Het is ook mogelijk, wanneer het hars volledig gegéleerd maar nog niet doorgehard is, de uitstekende rand met een zogenaamd afkantmes te verwijderen. Dit laatste vereist enige handigheid, terwijl ook het juiste moment moet worden gekozen, daar anders de glasvezels worden meegetrokken. De randen kunnen verder worden bewerkt met een diamantfrees, rasp, schuurblok, schuurschijf of schuurpapier. Voor het boren van gaten kan een diamantboor of een ijzerboor worden gebruikt. Diamantgereedschap is door zijn enorme duurzaamheid het meest economisch, al het andere gereedschap verliest door de aanwezigheid van de glasvezels zeer snel zijn scherpte.
Berekening benodigde materialen. Losmiddel
-
Loswas Formula Five : ca. 12 m2 p. kg. TR en Mirrorglaze produkten. Losmiddel PRIMER, ca. 12 m2 per kilo. Lossingsm. TRENNLACK ca. 10 m2 per kilo.
Gelcoathars en
- ca. 500 gram per m2
Topcoathars Constructiehars
- 300 grams glasmat, ca. 1000 gram per m2, - 450 grams glasmat, ca. 1.200 gram per m2, - 600 grams glasmat, ca. 1.800 gram per m2.
Het verbruik is sterk afhankelijk van het feit of er "nat in nat" wordt gewerkt. Weefsels van vergelijkbaar gewicht vragen iets minder dan glasmat. Katalysator
- ca. 2% van de totale hoeveelheid gelcoatconstructie- en topcoathars.
Versneller
- ca. 1 - 2% van de totale hoeveelheid gelcoatconstructie- en topcoathars.
Pigmentpasta
- 10 - 20% gemeten op de hoeveelheid gelcoat- en topcoathars. Wordt het constructiehars ook ingekleurd dan 2 - 3% gemeten op de hoeveelheid constructiehars extra nemen.
Aceton
- ca. 10% van de totaal te verwerken hoeveelheid hars.
Pc coating
- ca. 150 - 200 gram per m2.
Gereedschap
- rollers - kwasten - maatcylinders - mengbekers.
Verdunning
- styreen, doorgaans niet nodig, daar de meeste harsen gebruiksklaar worden geleverd
Plamuur
- polyesterplamuur.
Chemisch bestendiqe harsen.
De bestandheid van de normale polyesterharsen tegen oplosmiddelen, zuren en zwakke alkaliën is over het algemeen vrij goed. Voor producten die in contact komen met agressieve chemicaliën vaak ook nog in combinatie met hoge temperaturen zijn speciale harstypen met een grote chemische en/of warmtebestendigheid beschikbaar
Vlamvertragende harsen.
Deze harsen hebben vlamvertragende eigenschappen, aangezien zij b.v. antimoontrioxyde en gechloreerde paraffine bevatten, of op speciale grondstoffen zijn gebaseerd, zoals "HET-acid".
Lichtqestabiliseerde harsen.
Deze harsen bevatten een product, dat de ultraviolette stralen absorbeert. Ze vergelen veel minder in diffuus licht of zonlicht.
Schoonmaken van gereedschappen en handen.
Uitgeharde hars is zeer moeilijk op te lossen. Gereedschap daarom direct na gebruik schoonmaken in aceton. Kwasten en rollers ook tijdens het werk regelmatig schoonspoelen. Hiervoor bij voorkeur twee bussen, plastic emmers of dergelijke gereed zetten voor eerste en tweede spoeling. Handen wassen met warm water en zeep.
Wenken voor de opslaq van polyesterharsen en katalysatoren.
Polyesterharsen zijn mits ze koel en donker worden opgeslagen vrij lang houdbaar, de meeste typen minimaal 6 maanden, gel- en topcoats minimaal 3 maanden. Op een koude plaats opgeslagen harsen moeten, alvorens ze worden verwerkt, in de werkruimte enige tijd acclimatiseren. De verpakking nooit langdurig laten openstaan, daar bij een te grote verdamping van het styreen de uitharding trager zal verlopen of zelfs onvoldoende kan zijn. Katalysatoren bij voorkeur koel en donker, in ieder geval niet in de onmiddellijke omgeving van warmtebronnen of directe zonnebestraling bewaren. De activiteit van katalysator gaat bij langere opslag langzaam achteruit. Wanneer het materiaal aan hogere temperaturen wordt blootgesteld gaat dit proces veel sneller. Katalysator in de oorspronkelijke (plastic) verpakking laten. Nooit overgieten in hermetisch gesloten flessen. Door de gasvorming kan anders een gevaarlijke overdruk in de verpakking ontstaan. Voor meer informatie zie de betreffende veiligheidsbladen. De overige te gebruiken materialen zijn over het algemeen zeer ruim houdbaar. Glasvezelmateriaal vooral goed droog houden.
Veiligheidsvoorschriften Vuur. Polyesterhars, katalysatoren, verdunnings- en reinigingsmiddelen zijn zeer brandbaar. Rook niet en pas op voor vonken veroorzaakt door gereedschap en ander open vuur. Ruim gemorste hars, katalysator, versneller of oplosmiddel direct op. Houd de werkvoorraad in de werkplaats zo klein mogelijk om bij een eventuele brand snelle uitbreiding van het vuur te voorkomen. Blussen kan met poeder - of schuimblusser of met zand. De brandbaarheid van uitgehard polyesterhars is vergelijkbaar met die van hout.
Huid. Ter bescherming van de huid van handen en armen zijn zogenaamde barrier crèmes in de handel. Dit zijn in feite huidbeschermende zalven, die verhinderen, dat hars e.d. in de huid dringen, terwijl ze tevens een antiseptische werking hebben. Aan te raden is behalve de huidcrème ook nog plastic handschoenen te dragen. Het reinigen van de huid met oplosmiddelen moet worden ontraden, daar hierdoor de huid sterk wordt ontvet en zeer vatbaar wordt voor infecties. Katalysator werkt etsend op de huid. Pas vooral op voor spatten in de ogen. Wanneer dit onverhoopt mocht gebeuren, dan onmiddellijk het oog rijkelijk spoelen met schoon water. Zo spoedig mogelijk een dokter raadplegen.
Informatie t.b.v. arts: Chemische benaming van meest gebruikte katalysator is methylethylketonperoxyde. Spoelen met een 2% oplossing van natriumbicarbonaat (soda-oplossing) of een 10% ascorbinezuuroplossing. Glasvezels zijn niet gevaarlijk voor de gezondheid, wel kunnen op de huid achterblijvende vezeltjes jeuk veroorzaken. Nooit wrijven dit verergert alleen de irritatie. Wassen met water en zeep geeft het beste resultaat. Werkruimte. Bij de verwerking van polyesterharsen verdampt een klein gedeelte van het styreen (gaslucht). Het is het zaak voor voldoende ventilatie te zorgen. Styreendampen zijn zwaarder dan lucht, dus beneden afzuigen en van boven verse lucht toevoeren. Proefstuk. Wanneer men geheel onbekend is met de eigenschappen en de gedragingen van deze materialen is het bijzonder nuttig voor men het grotere werk gaat beginnen eerst op een glasplaatje, hardplasticplaat of ander plaatmateriaal een proefstukje te maken.
Al deze informatie gegevens zijn bedoeld ter oriëntatie en gelden niet als garantie. Zij werden verkregen als resultaat van uitgebreide onderzoekingen en proefnemingen en zijn mede op de praktijk gebaseerd.
Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder schriftelijke toestemming van KNS ROESELARE