Het leven van alledag in het huis van de barbier-chirurgijn
Handvatten voor de nieuwe medewerker De winkel/werkplaats van de barbier-chirurgijn ademde - om het met een moderne term te zeggen - de sfeer van zorg en welzijn, het is een huis van gezondheid. Het is het huis voor het lichamelijk welzijn voor de gezonde mens en de zorg voor de zieke mens. Stel je niet te veel voor van deze zorg, de middelen waren beperkt. Antibiotica waren er bijvoorbeeld niet en goede pijnbestrijding was erg lastig te verkrijgen, kostbaar en vaak giftig. De chirurgijn was een ambachtsman die zowel apotheker, dokter/heelmeester, kapper en tandarts was. Zijn kennis en kwaliteiten werden onder andere bepaald door zijn afkomst en vooropleiding die in iedere stad anders was. De sfeer De barbier-chirurgijn van Gravendam was samen met de koopman een van de rijke mensen. Hij had in Gravendam erg veel gezondheidsspullen voor gebruik en verkoop. In het huis ruikt het bijzonder en overal zie je exotische dingen die de heelmeester heeft meegenomen van zijn reizen: zeep uit Aleppo, kaneel en specerijen uit Azië die zijn ingekocht in Venetië, exclusieve oliën, harsen en gommen en overal liggen verbandjes die voor veel doeleinden geschikt zijn. Verder zie je overal medische instrumenten en hulpmiddelen. Het gilde of ambachtensysteem Je moet je de werkplaats annex winkel voorstellen als een soort familiebedrijf waar verschillende mensen met elkaar leren en werken. De meester-chirurgijn is de persoon die leiding geeft aan deze groep. Hij, werkt er samen met zijn vrouw, zijn ouders, kinderen, leerlingen en gezellen. Leerlingen worden opgeleid in de diverse onderdelen van het vak. Na deze opleiding wordt een leerling erkend als vakman met de titel gezel en na het doen van de meesterproef krijgt hij uiteindelijk de titel ‘meester’. Het chirurgijnsgilde, gewijd aan de heiligen Cosmas en Damianus (zie de schildering op de schouw) behartigt de belangen van de gildeleden en beschermt hen. De gildemeester heeft het alleenrecht op het uitoefenen van het vak barbier-chirurgijn, wat zorgt voor de zekerheid van kwaliteit van het werk. De mensen in het huis en de rol die je aan kunt nemen De meester-chirurgijn werkt er samen met zijn vrouw, zijn ouders, kinderen, leerlingen en gezellen. De meester is vaak op reis, meestal naar Italië voor zijn studie of om spullen te kopen in Venetië. Hij heeft leerlingen en gezellen in dienst die een brede basisopleiding krijgen en zich kunnen specialiseren tot bijvoorbeeld kapper, crudener (specerijenhandelaar) of heelmeester. Als bewoner van het huis kun je de rol van een leerling aannemen die bezig is met zijn opleiding. Je vertelt dan over je leven als student en hoe moeilijk, interessant of ook saai sommige zaken zijn. Als je de Latijnse taal voor een deel beheerst, kun je daarover vertellen. Of je bent de vrouw van de barbier-chirurgijn, die weer eens op reis is naar verre landen. Als vrouw ben je in principe niet naar school geweest, maar in de loop der jaren heb je veel kennis en vaardigheden van je man overgenomen en dus kan je er vrijelijk over praten.
Bedrijvigheid en de activiteiten die je kunt doen. In de winkel/werkplaats is het een komen en gaan van mensen die bijvoorbeeld hun haar geknipt willen hebben, hun baard geschoren krijgen of een geplande aderlating ondergaan. Urine wordt geschouwd, een open been wordt behandeld. Alles door elkaar en zonder veel privacy zodat het hele stadje van elkaar weet hoe het gesteld is met je gezondheid en je leven. Zo ligt momenteel meester Roelof op tafel. Hij is van de trap gevallen en heeft onfortuinlijk zijn been gebroken. Het gaat nu goed, want hij heeft geen koorts, maar nog wel veel pijn. De meester durft hem nu nog niet te vervoeren, maar morgen kan het weer anders zijn. Zo gaat dat! Je speelt in op een of meerdere objecten die aanwezig zijn en waar je de achtergrond van weet. Zo kun je een verhaal vertellen dat de meester bezig is met het bereiden van een zalf en dat jij de benodigde grondstoffen en ingrediënten verzamelt en prepareert. Je neemt een van de kruiden uit een van de zalfpotten, waarvan de afkorting in het Latijn beschreven staat, en maalt het ingrediënt tot een fijne poeder in de mortier. Hoe fijner het poeder wordt des te beter wordt de kwaliteit. Het bezoek mag je voorzichtig helpen, maar ze moeten het wel goed doen want anders krijg jij op je kop!
Achtergrondinformatie bij het beroep De basis; de humorenleer De humorenleer is de basis en het uitgangspunt van de antieke geneeskunde die eigenlijk nog steeds voortleeft, maar ook grotendeels verlaten is in de westerse cultuur. De inzichten zijn beschreven door de Griek Hippocrates (460 tot 437 v. Chr.) en vervolmaakt door de Romein Galenus (131-210 na Chr.). Het idee van Galenus is beschreven in de schematische cirkel die aan de muur hangt. Basis voor de humorenleer zijn de vier elementen: lucht, aarde, vuur en water. Deze elementen zien we terug in alles wat bestaat als de vier lichaamssappen met tegenovergestelde eigenschappen. Tegenover elkaar staan bloed of sanquis (heet en vochtig), zwarte gal of melanchos (koud en droog) en gele gal of cholera (heet en droog), slijm of phlegma (koud en nat). Bloed en gele gal worden in de lever gemaakt, zwarte gal, waarvan we niet precies weten wat het is, wordt in de milt gemaakt en slijm in je hoofd/hersenen. Als de vier sappen in evenwicht zijn dan is er gezondheid. Het streven van de barbier-chirurgijn is om dit evenwicht of eucrasie te bewaren, te bewaken of te herstellen.
De sappen zijn bij iedereen uniek en anders samengesteld. Het is belangrijk om deze samenstelling te weten. Onder andere met het schema van Galenus stelt de chirurgijn deze samenstelling vast. De zes gezondheidsregels; Om dat evenwicht, de balans, te handhaven of te herstellen dient de mens zich te houden aan zes gezondheidsregels (Het onderhouden van deze regels werd door Hippocrates hygiënisch genoemd)
-De lucht die men inademt moet schoon en zuiver zijn -De uitscheiding moet regelmatig en goed zijn maar niet te veel of te weinig -Er moet evenwicht zijn in slapen en waken -Er moet evenwicht zijn in arbeid en rusten -Er moet evenwicht zijn in eten en drinken -Er moet evenwicht zijn in de ziel of de emoties Alle spullen in het huis staan ten dienste van het bewaren van dit evenwicht. Alle kruiden, specerijen, oliën, harsen en gommen hebben hun eigen specifieke samenstelling en worden alleen of samengesteld gebruikt in voeding en drank en in medicijnen. Instrumenten hebben vooral een heelkundige functie.
Uitleg van attributen en instrumenten. Het aderlaatbekken, de vlijm en laatkoppen. Aderlating is een van de hygiënemaatregelen die verricht werden om het evenwicht tussen de lichaamssappen te herstellen. Aderlaten was gebonden aan strikte regels. Diverse attributen waren nodig om een aderlating te verrichten. Het bekken diende ook als scheerbekken om het scheerwater op te vangen. De vlijm was het instrument om een prik in een van de aders in het lichaam te maken zodat het bloed af kon lopen en opgevangen kon worden, vergelijkbaar met het huidige bloedprikken. Wanneer het niet toegestaan was om een ader te laten kon er een (laat)kop gezet worden. De glazen laatkop diende ervoor om het bloed naar de oppervlakte te brengen (door vacuüm te zuigen) zodat het afgebroken (?) kon worden en dus het lichaam kon verlaten.
De aderlaatstok, Deze hangt aan de gevel als teken van de barbier-chirurgijn. Er is een aderlaatbekken aan bevestigd. De kleuren zijn rood van het bloed en wit van het verband dat na een aderlating om de arm gebonden werd. Aderlaten werd naast het gebruik van kruiden en specerijen gezien als een van de belangrijke ondersteunende handelingen. Het verschil kennen tussen aders en slagaders en de plaats benoemen van de bloedvaten die geschikt zijn voor het aderlaten is een van de eerste en belangrijke zaken die een leerling barbier-chirurgijn moet kennen en is altijd onderdeel van het examen. Zalfpotten en flessen. Op diverse plaatsen staan en hangen spullen die nodig zijn voor de bereiding van medicijnen. Achter de Latijnse afkortingen op de schappen staan diverse zalfpotjes, kleine bakjes met specerijen, olie, wijn en verschillende vetten als dragers van de fijngemaakte plantaardige en dierlijke grondstoffen. Op een apart schap staan verfijnde oliën uit Italië. Scheerspullen. Aluin (een dubbelzout delfstof) scheerzeep, een schaar en het scheermes zijn attributen voor het scheren en/of haren snijden. Aluin werd gebruikt om bloedende scheerwondjes te stelpen maar ook als deodorant bij transpireren.
Pompboor en trepaan. De pompboor is ouderwets en die gebruikt de chirurgijn niet meer. Hij heeft in Salerno geleerd dat de trepaan veel sneller werkt. Het doel van deze instrumenten is om een gat ter grootte van een muntje in de schedel te boren, meestal aan de rechterkant tussen nummer twee en drie (het wandbeen en het
slaapbeen). Haast is namelijk geboden want de zieke heeft ten gevolge van bloed en vocht (gekneusde hersenen) een hoge druk in zijn hoofd waardoor de hersenen ingeklemd dreigen te worden en de zieke bewusteloos raakt. Door een gat te boren kan bloed en vocht aflopen waardoor de druk in het hoofd zakt. In het gat wordt een zilveren muntje gelegd omdat men weet dat dit pus kan tegen- gaan. Het woord ontsmetting wordt nog niet genoemd. Hoofdpijn is een symptoom en geen oorzaak en dus geen reden om een trepanatie te verrichten. De spons, de tandextractietang en het middeleeuwse schaartje. De zeespons wordt voor vele zaken gebruikt. de barbier-chirurgijn zal zijn klanten adviseren om zich goed te verzorgen, regelmatig te wassen, haren te kammen en te laten knippen, kleren te luchten, tanden te poetsen enzovoorts. Met de spons kan de mens zijn lichaam reinigen. De chirurgijn gebruikt de spons als slaapspons waarover later meer.
Het is niet aangetoond dat mensen hun tanden gepoetst hebben met stokjes. Tandenstokers werden gebruikt en het wrijven met blaadjes langs tanden en tandvlees wordt beschreven. Tanden trekken werd niet snel gedaan, vooral niet als de tanden of kiezen nog vastzaten. De behandeling van gaten in de tanden bestond uit het doden van de worm. Spoelen met verschillende kruiden, spoelen met warm of koud water of beroken was gebruikelijk. Uroscopie of piskijken. Piskijken (schouwen op kleur, samenstelling en/of bezinksels) was een van de belangrijke externe observaties die de barbier-chirurgijn verrichtte. Zo ook polsvoelen, beluisteren van de borstkas, observeren van zwellingen en de gelaatskleur, inspectie van de huid en van de tong, kleur en wijze van stolling van aderlaatbloed. In eerste instantie werd dit gedaan om te beoordelen welke humor dominant was.
Amputaties. Het afzagen van ledematen moest vroeger vaker plaatsvinden dan nu. De oorzaak was meestal het gebrek aan antibiotica waardoor er vaker ernstige complicaties als gangreen of koudvuur voorkwamen. De techniek van amputatie is nog grotendeels hetzelfde als vandaag al hebben wij wel instrumenten van hoogwaardig roestvrij staal en kunnen we mensen onder narcose brengen. Cauteriseren. Op tafel staat een bakje met houtskool en diverse instrumenten. Deze werden gebruikt om wonden of bloedvaten dicht te branden. Ook het doden van de tandworm gebeurde met een cauter. Cauteriseren, zo heet die techniek, werd door de Arabische artsen en chirurgijns gebruikt om aandoeningen in vooral de buik te genezen door bijvoorbeeld bij een leverabces de huid te verschroeien. We hebben veel van de Arabieren overgenomen, dit echter niet!
De schedel. Deze staat op tafel omdat de leerlingen en gezellen van de barbier-chirurgijn moeten weten hoe de verschillende botjes in het lichaam van de mens en dus ook in de schedel heten. De oren en de neuspunt zijn bij dode mensen verdwenen. Je kunt het publiek aan hun neus en oren laten trekken en hen te laten zeggen dat het kraakbeen is. Bij de schedel zijn de oren weg en alleen het neusbeen is over (ook laten voelen). Een niet bewezen veronderstelling is dat de kleur van de schedel bruin is doordat het lichaam in enige grond heeft gelegen; het is een aanname waar we geen bewijs voor hebben gevonden. Ook het geslacht en de leeftijd van deze mens zijn niet helemaal met zekerheid vast te stellen. Zekerheid hebben we wel over de leeftijd: alle tanden zijn doorgekomen, ook de verstandskiezen, dus een leeftijd boven de 20-25 jaar is waarschijnlijk. De grootte van wenkbrauwbogen en achterhoofdknobbel kunnen wijzen op een man. Zekerheid is er echter niet.
De slaapspons. De slaapspons is een Griekse uitvinding die door de Arabieren overgenomen is. Opium, alruin, scheerling en/of monnikskap werden opgelost in heet water. De spons werd vervolgens in de oplossing gelegd en zoog het medicijn op. Bij een ernstig letsel werd een stukje spons natgemaakt en de zieke moest het medicijn opzuigen of opsnuiven. Een gevaarlijke methode waar de chirurgijn erg terughoudend mee was. Het enkele uren kauwen op een takje van de wilg (daar zit aspirine in, maar dat wist men natuurlijk niet) hielp ook een beetje. De tobbe en de mantel horen bij elkaar. In de middeleeuwen werden veel geneesmiddelen op verschillende manieren lokaal toegediend. Een van de toepassingen was het oplossen van de geneesmiddelen in heet water. Deze pot met water werd in de tobbe geplaatst waarna de zieke plaatsnam in de tobbe, de mantel werd zo omgeslagen dat hij de hele tobbe omsloot. Verantwoording Dit document zal je helpen om bij het verblijf in dit huis en bij het geven van rondleidingen een juist verhaal te vertellen, blijf bij je eigen manier van overdracht maar neem deze informatie mee. Deze verhandeling over het huis van de chirurgijn is een zo zorgvuldig mogelijke beschrijving van zaken. Ik ben uitgegaan van mijn eigen verhalen die vooral gebaseerd zijn op diverse middeleeuwse bronnen. Aanbevolen literatuur als je nog meer wilt weten: Arno C. Tacuinum sanitatis Medieval Health handbook Berg van den W. Antidotarium Nicolai Daem Marcel Van baardemaker tot barbier Daems W.; Boec van medicinen in Dietsche Daems W. Geneeskruiden 2 deeltjes Huizenga E.; Bitterzoete balsem, Huizenga E. Tussen autoriteit en empirie/ Regimen sanitatis di Salerno Laleh Bakthiar The Canon of Medicine Avicenna Leersum E; de Cyrurgie van meester Jan Yperman (digitaal DNB) Leersum E; De Medicina van meester Jan Yperman (digitaal DNB) Rosenman L ; The Major Surgery of Guy de Chauliac Spink M Lewis G ; Albucasis On surgery and instruments Van der Wiele ; Het liber Magistri d’Avicenna en de Herbarijs