/ legionellabeheersplan
HET LEGIONELLABEHEERSPLAN Wat moet er zeker instaan? Een leidraad* / versie mei 2014
*
Dit document heeft als doel een oplijsting te maken van de onderdelen die zeker aan
bod moeten komen in een risicoanalyse en beheersplan in het kader van het Legionellabesluit. Er worden voorbeelden gegeven van te bekijken elementen. Deze zijn niet limitatief en kunnen worden uitgebreid naargelang dit in de praktijk nodig blijkt.
1
Een beheersplan is een praktisch bruikbaar document.
de informatie moet vlug terug te vinden zijn ze moet op maat van de eigen inrichting geschreven zijn de risico’s moeten duidelijk omschreven zijn de beheersmaatregelen moeten overzichtelijk zijn, met aanduiding van uitvoerder en eindverantwoordelijke
Deel 1: Beschrijvend gedeelte A. IDENTIFICATIE- EN CONTACTGEGEVENS
naam van de inrichting adres van de instelling aard van de inrichting (rusthuis, serviceflat, …) naam en functie exploitant contactgegevens contactpersonen (inhoud beheersplan, technisch luik,...) coördinaten opsteller beheersplan (naam, adres, telefoon, …) datum van de eerste versie en de herzieningsdatums (let op: er wordt aangenomen dat een beheersplan/risicoanalyse regelmatig en minstens om de 5 jaar wordt herzien) coördinaten waterbedrijf (naam, adres, telefoon, …) coördinaten laboratorium (naam, adres, telefoon, …) coördinaten onderhoudsfirma’s, …
B. PLANNEN
algemeen bouwplan (as built) (per type flat en globaal) sanitair bouwplan (as built) bij gebrek aan bovenstaande plannen: gedetailleerd principeschema per type flat.
De plannen en schema’s maken deel uit van het beheersplan en moeten samen kunnen worden ingekeken.
2
C. TECHNISCHE BESCHRIJVING koudwatercircuit
aard (putwater, leidingwater, …) buffertanks en andere (tussen)opslagmogelijkheden transport (materiaal buizen/ bouwjaar/ isolatie/ afstanden/ keerkleppen/ pompen/ filters/…)
warmwatercircuit
productie (boiler, platenwisselaar, …) opslag transport (materiaal buizen/ bouwjaar/ isolatie/ afstanden/ circuits/ debieten/ keerkleppen/ expansievaten/pompen/filters/…)
algemeen
opsomming van alle tappunten opgesplitst in de verschillende types (aerosolvorming of niet, koud/warm) waterbehandelingstoestellen (ontharders/ ontijzeraars/ …)
brandleidingen
Deel 2: Risicoanalyse A. PRESTATIE-AUDIT SANITAIRE INSTALLATIE Risico-evaluatie temperatuur: Warmwaterproductie
productietemperaturen vertrek: minstens 60°C retour: minstens 55°C
Tappunten
temperatuuraudit:
Een temperatuuraudit heeft twee belangrijke doelen:
3
Beheersmaatregel (12)
Gebruik Frequentie D-W-M-Z-N
(9)
(8)
Risico (7)
Na 90 seconden (4)
Na 60 seconden (6)
Na 30 seconden
(5)
Na 90 seconden (4)
Na 60 seconden (3)
Na 30 seconden
Maximum (2)
Onmiddellijk (1)
Tappunt
Risico
Risicoanalyse tappunten per flat met geïntegreerde temperatuuraudit: Temperatuurmeting Temperatuur Risico koud meting Aerosol Warm vorming
Totaal risico
Hot-spots opzoeken op het koudwaternet. Dit doe je door de temperatuur aan een representatief aantal plaatsen op elke deelkring minstens één keer op te meten. Je noteert de starttemperatuur (meestal de kamertemperatuur), de maximum-temperatuur (die mag niet hoger zijn dan de starttemperatuur) en verder na 30, 60 en 90 seconden. Het is de bedoeling dat het koude water binnen de 60 seconden minder dan 25°C warm is (beter nog is dat er een temperatuur van minder dan 20°C wordt bekomen).
(11)
2.
Risico
Nagaan of het warme water ook effectief alle warmwaterleidingen in de ganse inrichting doorspoelt. Om dit na te gaan moet je minstens één keer de temperatuur op een representatief aantal plaatsen op elke deelkring gaan opmeten. Het is de bedoeling dat je binnen de 60 sec. een temperatuur van meer dan 55°C bereikt. Om een goed beeld te krijgen registreer je de temperatuur na 30, 60 en 90 seconden. Houd bij de interpretatie van de resultaten wel rekening met het tijdstip: op momenten met heel veel afname van warm water kan je de doelstelling misschien nipt niet halen. Meet dan opnieuw op een rustiger moment en vergelijk de beide resultaten.
(10)
1.
1) 2) 3) 4)
meestal gelijk aan de kamertemperatuur indien hoger dan de starttemperatuur is er sprake van een hotspot temperatuur moet onder 25°C zijn geeft een idee over de omvang van het probleem wanneer de temperatuursvereisten niet gehaald zijn 5) duid aan met “X” als (3) niet gehaald wordt en/of als er een hotspot is 6) temperatuur moet minstens 60°C bedragen (let op tijdstip!) 7) duid aan met “X” als (6) niet gehaald wordt 8) duid aan met “X” als er risico is op aerosolvorming 9) dagelijks – (minstens)wekelijks – maandelijks – zelden – nooit 10) duid aan met “X” als de gebruiksfrequentie > wekelijks 11) eventueel kan hier een gradatie vermeld worden van het totaalrisico vb.: geenlaag-midden-hoog OF 0-1-2-3 … OF 12) indien risico bij (11) hier beknopt de te nemen maatregel(en) beschrijven Mogelijke oorzaken en oplossingen:
Warmwatertemperaturen worden niet gehaald warmwaterproductie-eenheid is te beperkt warmwaterproductie-eenheid staat te laag afgesteld 4
het warme water geraakt niet overal: verkalkte leidingen, te lange leidingen, … slecht geïsoleerde leidingen
Koudwatertemperaturen worden niet gehaald slecht geïsoleerde leidingen overgedimensioneerde buizen, te weinig afname koudwaterleiding loopt langs een verwarmingselement koudwaterleiding loopt langs, of staat stil (buffervat) in een te warme (technische) ruimte koudwaterleiding wordt opgewarmd door de zon mengkranen met defecte kleppen waardoor er warm water in het koudwatercircuit terecht komt en omgekeerd …
Gebruiksfrequentie van alle tappunten leidingdelen waarvan de inhoud niet wekelijks wordt ververst, worden opgenomen in een spoelschema, heel belangrijk hierbij is dat het plan echt alle tappunten weergeeft, ook die in gemeenschappelijke ruimten, in de kelder, op de zolder, buiten, …
Risico-evaluatie transport: niet-doorstroomde leidingen of delen ervan
niet-doorstroomde expansievaten niet-doorstroomde bypasses dode leidingen (niet-doorstroomde delen met een afstand van meer dan 10 cm lengte) brandblussystemen zonder keerklep (de keerklep moet zo dicht mogelijk bij de aftakking geplaatst worden!) wachtleidingen aan collector …
B. OPLIJSTEN RISICOPLAATSEN VOOR GROEI schematisch overzicht gekoppeld aan een infrastructurele en/of beheersmaatregel:
dode leidingen worden zo vlug mogelijk verwijderd of “spoelbaar” gemaakt niet-doorstroomde expansievaten worden op termijn vervangen door doorstroomexpansievaten bypasses worden doorstroomd of droog uitgevoerd temperatuursafwijkingen worden gecorrigeerd …
5
C. OPLIJSTEN RISICOPLAATSEN OP VERSPREIDING (AEROSOLVORMING) schematisch overzicht gekoppeld aan een infrastructurele en/of beheersmaatregel
OVERZICHT VAN MINIMAAL UIT TE VOEREN BEHEERSMAATREGELEN. DEZE MAATREGELEN WORDEN GEFORMULEERD AAN DE HAND VAN DE OPGELIJSTE RISICOPLAATSEN. Controlemaatregelen
minimaal wekelijks controle van de temperaturen bij vertrek en retour van het warm water minimaal maandelijks controle van de temperatuur van het koud en het warm water op de meest representatieve plaatsen minimaal jaarlijkse staalname/analyse op Legionella pneumophila op de meest representatieve plaatsen op het warm- en het koudwatersysteem. jaarlijkse kalibratie van de controlethermometers
Voorkomingsmaatregelen
jaarlijks onderhoud van de sanitaire installaties en waterbehandelingsinstallaties (reinigen boilers, reinigen buffertanks, reinigen ontkalkers, controleren kleppen, ….) keerkleppen worden best om de 10 jaar vervangen minimaal jaarlijks ontkalken van douchekoppen (ook als er een ontkalker op het systeem geplaatst is!) minimaal wekelijks spoelen van weinig gebruikte leidingen/ tappunten (houdt ook rekening met een leegstand van meer dan een week: bijvoorbeeld een rusthuisbewoner die een week of langer in een ziekenhuis of een herstellingsoord verbleef)
Correctieve maatregelen
1
1
procedure bij temperatuursafwijkingen procedure bij overschrijding van de drempelwaarden voor Legionella pneumophila conform het legionellabesluit van 9 februari 2007 maatregelen om het risico op verbranding van personen te voorkomen bij (periodieke) thermische desinfectie
In een procedure wordt duidelijk vermeld welke acties ondernomen moeten worden en wie deze moet uitvoeren. 6
E. REGISTER
bewijs van uitvoering van alle structurele maatregelen (na november 2007 volgens BBT en met bijhorend conformiteitsattest) oplijsting van alle ingrepen met een impact op het waterleidingnet (warm en koud) bijhouden van alle uitgevoerde beheersmaatregelen spoelen van koude en warme leidingen (volgens een duidelijk spoelprogramma met aanduiding van uitvoerders en verantwoordelijken) dit kan via kopie verslagen bewonersraad, kopie contract of bewonersregelement stalen nemen (volgens een duidelijk staalnameplan met aanduiding van de eindverantwoordelijken) temperatuursregistratie (volgens een duidelijk plan voor temperatuurcontrole met aanduiding van de eindverantwoordelijke) onderhoudsschema’s
7
Contactgegevens afdeling Preventie Afdeling Preventie Antwerpen Lange Kievitstraat 111-113, bus 31 2018 ANTWERPEN Tel. 03-224 62 04 Fax. 03-224 62 01 E-mail:
[email protected]
Afdeling Preventie Limburg Koningin Astridlaan 50, bus 7 3500 HASSELT Tel. 011-74 22 40 Fax. 011-74 22 59 E-mail:
[email protected]
Afdeling Preventie Oost-Vlaanderen Koningin Maria Hendrikaplein 70, bus 55 9000 GENT Tel. 09-276 13 80 Fax. 09-276 13 85 E-mail:
[email protected]
Afdeling Preventie Vlaams-Brabant Diestsepoort 6, bus 52 3000 LEUVEN Tel. 016-66 63 50 Fax. 016-66 63 55 E-mail:
[email protected]
Afdeling Preventie West-Vlaanderen Koning Albert I laan 1-2, bus 53 8200 BRUGGE Tel. 050-24 79 00 Fax. 050-24 79 05 E-mail:
[email protected]
Coördinatiecel Afdeling Preventie Koning Albert II-laan 35, bus 33 1030 BRUSSEL Tel. 02-553 36 71 E-mail:
[email protected]
///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// 17.04.2014
Het legionellabeheersplan
8/8