Het Kinderrechten lespakket want ieder kind kan de wereld in beweging brengen
Multiple choice quiz Op www.kidsrights.nl/scholen vindt u quizvragen met multiple choice antwoorden, die uitnodigen tot doorpraten en discussiëren. De vragen worden kort ingeleid. Onderwerpen zijn kinderrechten, zoals het recht op onderwijs, het recht op bescherming tegen kinderarbeid en het recht op een veilig en gezond leven en de Internationale Kindervredesprijs. U kunt de vragen klassikaal bespreken, maar de kinderen kunnen uiteraard ook de vragen individueel beantwoorden. Vervolgens kunt u de antwoorden klassikaal bespreken. Natuurlijk kunnen de kinderen de vragen ook individueel beantwoorden. U kunt de quiz inzetten als klassikale warming-up, als actief tussendoortje of om de les mee af te sluiten. Hieronder vindt u de toelichting op de quizvragen, zodat u iets meer over elk onderwerp kunt vertellen, en bij eventuele vragen van leerlingen makkelijk en snel een antwoord paraat hebt.
Vraag 1 Waarom bestaan er kinderrechten? a. Om kinderen te beschermen. b. Om kinderen de ruimte te geven zich te ontwikkelen. c. Omdat kinderen nog klein en kwetsbaar zijn. d. Antwoord a, b en c zijn goed. Antwoord op vraag 1 Antwoord d is goed. Kinderen zijn kwetsbaarder dan volwassenen en moeten zich kunnen ontwikkelen. Daarom besloten de Verenigde Naties om een speciaal Verdrag voor de Rechten van het Kind op te stellen. Dit is een verdrag dat kinderen extra beschermt. De VN heeft het Comité van de Rechten van het kind opgedragen toe te zien dat landen het verdrag ook echt nakomen en hen erop aan te spreken als ze kinderrechten niet naleven.
Vraag 2 Waar gelden kinderrechten? a. Alleen in Nederland. b. In alle landen ter wereld. c. Alleen in arme landen. d. Alleen in landen waar oorlog is. Antwoord op vraag 2 Antwoord b is goed. Kinderrechten gelden wereldwijd en in alle landen. Alle landen ter wereld hebben het Verdrag voor de Rechten van het Kind (met daarin alle kinderrechten) ondertekend. Alleen de Verenigde Staten, Somalië en Zuid-Sudan hebben het Verdrag niet ‘geratificeerd’. Dit betekent dat dit de enige landen zijn waar het Verdrag niet bindend is voor de Staat.
Vraag 3 Voor wie gelden de kinderrechten? a. Iedereen onder de 21 jaar. b. Iedereen onder de 18 jaar. c. Iedereen onder de 16 jaar. d. Iedereen onder de 12 jaar. Antwoord op vraag 3 Antwoord b is goed. De kinderrechten gelden voor alle kinderen ter wereld. Want alle kinderen zijn gelijk. De kinderrechten gelden dus voor iedereen onder de 18 jaar.
Vraag 4 Wereldwijd sterven steeds minder kinderen op jonge leeftijd. Hoe komt dat? a. Meer kinderen hebben schoon drinkwater en wc’s. b. Er zijn meer goedkope en goede medicijnen tegen ziekten gekomen. c. Hulporganisaties en regeringen hebben beter hun best gedaan. d. Antwoord a, b en c zijn goed. Antwoord op vraag 4 Antwoord d is goed. Je inzetten voor kinderrechten werkt! Dingen kunnen écht veranderen en wereldwijd wordt aan naleving van kinderrechten gewerkt. Dagelijks sterven er nog steeds veel kinderen door bijvoorbeeld honger of slechte sanitaire voorzieningen. Een grote afname in kindersterfte is echter haalbaar. De belangrijkste oorzaken van kindersterfte wereldwijd zijn longontsteking, diarree en malaria. En die worden vaak weer veroorzaakt door ondervoeding. Vandaar dat onder meer goede zorg, goede voeding en schoon drinkwater zo belangrijk zijn.
Vraag 5 Wat is géén kinderrecht? a. Het recht om te stemmen bij nationale verkiezingen. b. Het recht op zorg bij een handicap. c. Het recht op een eigen naam en nationaliteit. d. Het recht om op te groeien bij je eigen ouders. Antwoord op vraag 5 Antwoord a is goed. Mogen stemmen is een belangrijk recht. Maar niet voor kinderen. In Nederland mag je pas stemmen als je 18 jaar of ouder bent. Wel heeft elk kind het recht op participatie. Dat is het recht om mee te praten en mee te beslissen over dingen die hem of haar aangaan. Ook moeten kinderen het kunnen aangeven als iets niet goed gaat.
Vraag 6 Welke uitspraak is wáár? a. Kinderen mogen zelf weten of ze in het leger gaan. b. Ouders mogen hun kinderen opgeven voor het leger. c. De regering mag kinderen oproepen om in het leger te gaan. d. Antwoord a, b en c zijn allen niet waar. Antwoord op vraag 6 Antwoord d is goed. Nog steeds leven veel kinderen in landen waar oorlog is. Zij verdienen extra bescherming. De regering moet ervoor zorgen dat kinderen niet het leger in gaan, zelfs als ze dat zelf zouden willen of als ouders dat zouden stimuleren.
Vraag 7 Wat houdt het recht op onderwijs in Nederland in? a. Kinderen mogen zelf weten of ze naar school gaan. b. Kinderen moeten naar school en dat is gratis voor iedereen. c. Kinderen mogen zelf weten hoe laat ze naar school gaan. d. Alleen kinderen die het kunnen betalen, mogen naar school. Antwoord op vraag 7 Antwoord b is goed. In Nederland is basisonderwijs verplicht en gratis. Alle kinderen moeten tot hun 18e jaar naar school of tot zij (al eerder) een startkwalificatie hebben gehaald. Dat is een havo-, een vwo- of een mbo-diploma (op minimaal niveau 2) of hoger.
Vraag 8 Kindervredesprijswinnaar Malala strijdt voor het recht op onderwijs voor meisjes. Waarom gaan er veel meisjes in Pakistan niet naar school? a. Omdat het onveilig is voor meisjes. b. Omdat van de regering alleen jongens naar school toe mogen. c. Omdat meisjes pas vanaf 12 jaar naar school gaan. d. Omdat Pakistaanse meisjes school niet leuk vinden. Antwoord op vraag 8 Antwoord a is goed. Jongens en meisjes hebben allebei evenveel recht op onderwijs. Toch worden meisjes in veel landen achtergesteld. Kindervredesprijswinnaar 2013 Malala Yousafzai voert actie tegen het feit dat heel veel meisjes in Pakistan niet naar school gaan, omdat het onveilig is en hen soms de toegang wordt ontzegd. Malala hield hierover een blog bij. In 2012 werd zij op weg naar school in haar hoofd geschoten door de Taliban. Ze overleefde de aanslag en woont nu in Engeland. Daar gaat zij naar school. Nog steeds zet zij zich in voor toegang tot onderwijs voor meisjes wereldwijd. In 2014 won zij de Nobelprijs voor de Vrede.
Vraag 9 Kindervredesprijswinnaar Om Prakash strijdt tegen kinderarbeid. Welke uitspraak is waar? a. Alleen bij kinderen onder de 12 jaar kan sprake zijn van kinderarbeid b. In Nederland is geen sprake van kinderarbeid c. 168 miljoen kinderen wereldwijd verrichten kinderarbeid d. Kinderen die kinderarbeid verrichten krijgen niet betaald, ook niet een beetje Antwoord op vraag 9 Antwoord c is goed. Volgens de cijfers van de ILO (International Labour Organisation) verrichten inderdaad 168 miljoen kinderen wereldwijd kinderarbeid. Er is over het algemeen sprake van kinderarbeid als het mentaal, fysiek, sociaal of moreel gezien gevaarlijk is voor kinderen en wanneer ze niet naar school kunnen. Hoewel er andere regels gelden voor kinderen van bijvoorbeeld 15, kan er ook bij deze leeftijd sprake zijn van kinderarbeid. Kinderen die kinderarbeid verrichten krijgen soms helemaal niet betaald en soms een heel klein beetje.
Vraag 10 Kindervredesprijswinnaar Nkosi kwam op voor de rechten van kinderen met hiv/aids. Regeringen moeten… a. zorgen dat kinderen met hiv/aids toegang tot dezelfde rechten krijgen als andere kinderen. b. zwangere vrouwen met hiv/aids medicijnen geven om de baby te beschermen. c. zorgen dat kinderen die hun ouders hebben verloren aan hiv/aids worden opgevangen. d. Antwoord a, b en c zijn waar. Antwoord op vraag 10 Antwoord d is goed. Hiv/aids is wereldwijd een groot probleem. Hiv, het virus dat het menselijke afweersysteem afbreekt, is goed te behandelen - hoe eerder nadat je het oploopt, hoe beter. Zonder behandeling met medicijnen krijgt iemand met hiv uiteindelijk aids. Aids is een dodelijke ziekte. Kinderen met het virus of de ziekte worden in veel landen gediscrimineerd: ze hebben lang niet altijd toegang tot medicijnen en gaan minder naar school. Ook hebben ze vaak geen ouders meer, omdat die ook aids hadden: als een besmette vrouw zwanger wordt, wordt het kindje vaak met hiv geboren. De Zuid-Afrikaanse Nkosi Johnson zette zich in voor kinderen met hiv/aids. Nkosi Johnson was zelf geboren met hiv. Hij heeft ervoor gezorgd dat kinderen met hiv/aids naar school kunnen in Zuid-Afrika. Voor zijn inzet kreeg hij in 2005 postuum de eerste Internationale Kindervredesprijs.
Vraag 11 Kindervredesprijswinnaar Mayra strijdt tegen het geweld in haar woonwijk. Hoeveel kinderen op de wereld zijn jaarlijks slachtoffer van geweld? a. 107 kinderen. b. 8.000 kinderen. c. 40.000.000 kinderen. d. Meer dan 500.000.000 kinderen. Antwoord op vraag 11 Antwoord d is goed. Geweld komt voor in vele vormen. Van geweld in de favela’s van Mayra tot oorlogsgeweld tot kindermishandeling. Hieronder valt fysiek geweld en seksueel misbruik, maar ook pesten op school, verwaarlozing of vernedering. Veel gevallen zijn onbekend. Naar schatting krijgt 500 miljoen tot 1,5 miljard hebben jaarlijks te maken met geweld; bij een groot deel gaat het om huiselijk geweld. Dit gebeurt overal ter wereld, ook in Nederland.
Vraag 12 Kindervredesprijswinnaar Chaeli komt op voor de rechten van kinderen met een lichamelijke beperking. Kinderen in een rolstoel… a. moet je altijd helpen. b. mogen altijd voor. c. moeten net als alle andere kinderen behandeld worden. d. moeten naar speciaal aangepaste scholen. Antwoord op vraag 12 Antwoord c is goed. Elk kind heeft recht op aangepaste zorg en onderwijs, al is dat bij kinderen met een handicap soms wat lastiger. Chaeli Mycroft zit in een rolstoel en won in 2011 de Internationale Kindervredesprijs voor haar inzet voor kinderen met een handicap in Zuid-Afrika. Jaarlijks helpt zij meer dan 3.000 kinderen-met-een-handicap aan apparatuur en fysiotherapie. Daarnaast komt ze op voor hun rechten en acceptatie als gelijk persoon in de maatschappij.
Tip: bekijk het filmpje over Chaeli Mycroft op www.kidsrights.nl/scholen.
Vraag 13 Kindervredesprijswinnaar Kesz komt op voor de rechten van straatkinderen. Waar gaan die rechten over? a. Het recht op gezondheidszorg. b. Het recht op bescherming. c. Het recht op een huis. d. Antwoord a, b en c zijn goed. Antwoord op vraag 13 Antwoord d is goed. Kinderen hebben recht op een fatsoenlijke levensstandaard. Dat betekent onder andere een dak boven je hoofd en bescherming. Kinderen die op straat leven lopen gevaar met betrekking tot hun gezondheid; ze hebben vaak geen beschikking tot schoon drinkwater, het leven op straat is niet hygiënisch en is gevaarlijk.
Vraag 14 Waarom is het goed dat de Internationale Kindervredesprijs bestaat? a. Zodat de winnaar zijn of haar verhaal kan vertellen. b. Om te laten zien dat kinderen zélf de wereld in beweging kunnen brengen. c. Om aandacht te vragen voor kinderrechten. d. Antwoord a, b en c zijn goed. Antwoord op vraag 14 Antwoord d is goed. De Internationale Kindervredesprijs is een initiatief van stichting KidsRights. De prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een kind dat zich op bijzondere wijze heeft ingezet voor de rechten van het kind. Met de uitreiking van de prijs wordt niet alleen de winnaar onder de aandacht van de wereld gebracht, maar ook het kinderrecht waar hij of zij zich voor inzet.
Tip: bekijk het filmpje over de Internationale Kindervredesprijs op www.kidsrights.nl/scholen.
Vraag 15 Wat kun JIJ doen om aandacht te vragen voor kinderrechten? a. Een spreekbeurt houden. b. Een artikel schrijven in de schoolkrant. c. Een actie opzetten en deze delen via sociale media. d. Antwoord a, b en c zijn goed, maar je kunt natuurlijk nog veel meer acties bedenken. Antwoord op vraag 15 Antwoord d is goed. Het is niet alleen belangrijk dat kinderen weten wat kinderrechten zijn. Zij hebben óók de mogelijkheid om zélf de wereld in beweging te brengen. Net zoals de winnaars van de Internationale Kindervredesprijs dat gedaan hebben. Ze kunnen bijvoorbeeld met de klas een actie opzetten tegen misstanden in de buurt.