Het Kamp van Brasschaat in Beeld. KVVOO heeft een boek uitgegeven!! Jos Janssens heeft een aanzienlijke collectie postkaarten over het leven in het Kamp van Brasschaat uit de periode 1900-1950 bijeengebracht. Een deel van deze verzameling, voorzien van commentaar van onze voorzitter, is nu in boekvorm uitgebracht. Het werd een werk van 96 bladzijden, waarin, naast een korte historiek van het Kamp, reproducties van honderden postkaarten opgenomen zijn - vaak verrassende beelden! Voor de uitgave hebben we kunnen rekenen op de steun van het Bataljon Artillerie en van de vzw Koninklijke Verbroedering van de Rijdende Artillerie. De prijs bedraagt 18 € en het boek kan alleen bekomen worden in het Artilleriemuseum of bij Jos Janssens. Hieronder ter illustratie, enkele bladzijden uit het boek.
HET KAMP VAN BRASSCHAAT IN BEELD
Verantwoordelijke uitgever: vzw Koninklijke en Vaderlandslievende Vereniging van Oprustgestelde Officieren (KVVOO) Maatschappelijke zetel: Militair Kwartier West 2930 Brasschaat Met de steun van: Bataljon Artillerie
vzw Koninklijke Verbroedering van de Rijdende Artillerie (KVRA)
De geschiedenis van het kamp van Brasschaat aan de hand van postkaarten uit de collectie van kapiteincommandant b.d. Jos Janssens met teksten van generaal-majoor b.d. John Schellemans.
Inhoudstafel. Ten geleide... Voorwoord. Het Kamp van Brasschaat van 1820 tot 1970. Deel I: De infrastructuur en de eenheden. 1. De eerste gebouwen (1852-1910). 2. Uitbreiding van het Kamp (1910-1970). 3. Klein en Groot Schietveld. 4. Het vliegveld of het kwartier Noord. 5. DRA (Dépôt Remonte de l'Armée). 6. Niet-artillerie-eenheden. 7. De Ruiterijschool of het kwartier Oost. 8. De buren: Hoogboom en Kapellen. Deel II: Het leven in het Kamp. 9. Uitrusting, logement en voeding. 10. Wachten en karweien. 11. Onderhoud van de paarden. 12. Basistraining en sport. 13. Ontspanning.
Deel III: De artillerie. 14. De veldartillerie tot wereldoorlog I. 15. De veldartillerie in het interbellum. 16. Het materieel van de veldartillerie na WO II (tot 1970). 17. De vestingartillerie. Deel IV: Contacten met de civiele sector. 18. Maria-ter-Heide. 19. Open Deur. 20. Burgerwacht. Nawoord. Het Kamp van Brasschaat na 1970. Bijlagen. 1. Schoolcommandanten. 2. Bibliografie. Kaarten van het Kamp in 1878, 1939 en 1994 (in aparte map).
Opmerking. De commentaar bij de afgebeelde postkaarten wordt voorafgegaan door een jaartal. Vaak is dat het jaar van de poststempel op de kaart. Vermits de kaarten jarenlang in omloop bleven en soms zelfs meermaals werden herdrukt, kan het zijn dat dit jaartal niet helemaal overeenstemt met dit waarop de foto is genomen.
Ten geleide...
D
e eerste geïllustreerde postkaart werd waarschijnlijk in de VSA uitgegeven in het jaar 1893. Het fenomeen verspreidde zich snel naar Europa en werd hier in het begin van de 20 e eeuw een echte rage, zeker als de postdiensten toelating gaven om deze kaarten te versturen zonder omslag. Verzamelaars van postkaarten noemen de periode 1898 - 1918 de Golden Age. In deze periode werd letterlijk alles op postkaart gezet, ook en vooral "taferelen uit het dagelijkse leven" - vaak in genummerde reeksen -, waardoor ze een niet te onderschatten bron en studiemateriaal vormen voor geschiedkundigen en heemkundige kringen. De taferelen werden soms wel in scène gezet door de fotograaf, waardoor ze aan echtheid verloren.
Aanvankelijk mocht op de achterzijde enkel het adres van de bestemmeling voorkomen. Op de voorzijde werd daarom (meestal rechts en onderaan) plaats gelaten om wensen of mededelingen te schrijven. Vanaf 1906 werd de achterzijde in twee verdeeld: links mocht een tekst geschreven worden, de rechterhelft bleef voorbehouden voor het adres. Veel uitgevers lieten onder de afbeelding aanvankelijk nog wat plaats voor een supplementaire tekst. Later werd een witte rand van enkele mm standaard. Kaarten zonder rand dateren meestal van na 1930. Kaarten in kleur werden mode vanaf de jaren '50. Na de eerste wereldoorlog hebben de postkaarten nooit meer het succes bereikt van de beginperiode. Tot 1950 werden ze wel nog als communicatiemiddel gebruikt, maar de geïllustreerde kaarten raken stilaan in onbruik en vanaf 1970 beperkt het gebruik zich meestal tot een snelle groet vanuit een vakantieoord op een kaart met toeristische motief. Dit boek is een kijkboek! Het heeft niet de pretentie een referentiewerk te zijn voor de geschiedenis van het Kamp van Brasschaat, die in het voor- en nawoord slechts summier wordt weergegeven. Het is er eerder een aanvulling, een illustratie ervan. De postkaarten in dit boek stammen uitsluitend uit de privécollectie van Jos Janssens, conservator van het Artilleriemuseum. In de loop der jaren heeft hij honderden kaarten verzameld die het leven in de kazernes van Brasschaat illustreren. Deze selectie uit zijn verzameling zal bij de velen, die ooit in het Kamp gediend hebben, herinneringen oproepen aan "de goede oude tijd". Maar iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van Brasschaat Polygoon vindt hier wel zijn gading... Bedankt, Jos!
2
Voorwoord. Het Kamp van Brasschaat van 1820 tot 1970. Op 18juni 1815 werden de legers van Napoleon in Waterloo verslagen. Enkele maanden later werden, op initiatief van het Verenigd Koninkrijk, Noord- en Zuid-Nederland en Luxemburg samengebracht in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden met Willem I als vorst. Prins Frederik, zoon van Willem I, werd benoemd tot Grootmeester der Artillerie en Bevelhebber van de Troepen in België. De legerleiding van het nieuwe land zocht naar geschikte oefenterreinen voor zijn troepen en op 25 april 1820 werd bij Koninklijk Besluit de "Brescaatse heide" aangeduid als plaats voor de "practische Exercitien" van de artillerietroepen uit het garnizoen Antwerpen. De heidegronden ten westen van de weg Antwerpen - Breda, ter hoogte van het latere Maria-ter-Heide, bleken uitermate geschikt en boden voldoende plaats voor het kantonneren van ongeveer 2000 man. Na de onafhankelijkheid in 1830 gaf het Belgisch leger in eerste instantie de voorkeur aan de uitbouw van het Kamp van Beverlo als bescherming van zijn noordergrens. Maar de Brasschaatse Heide bleef in gebruik voor de artillerie. De gronden werden gepacht van verschillende eigenaars. Aanvankelijk waren de installaties voor de troepen op oefening ronduit primitief: er stonden enkel tenten en strohutten ter beschikking. De legerleiding wilde immers geen stenen gebouwen op de terreinen, hoogstens wat stallen voor de paarden, omdat ze vreesde dat de huur anders te hoog zou oplopen. De enige vaste constructie was het (verdwenen) paviljoen van de bevelhebber. Een sobere koperen plaket op de resten ervan in de intussen overgroeide IJzerlaan (de dreef van de "Hollandse Poort" naar de mess officieren) markeert de plaats. Ze draagt volgende tekst:"Eerste gebouw van het Polygoon. Grondvesten v/h landhuis, waarrond het eerste Kamp van Brasschaet gevestigd werd (1820)." Figuur 1 - De plaket in de IJzerlaan.
3
1. De eerste gebouwen (1852-1910). Vóór 1852 waren er geen logementen voorzien voor de troepen op oefening. De eenheden installeerden zich in een bivak in tenten. Later werden de tenten vervangen door barakken, gebouwd door genietroepen. Eens de beslissing genomen (1852) om een permanent kwartier in te richten ging het relatief snel. Op de kaart van 1878 krijgt men een goede indruk van de inplanting van de gebouwen op dat ogenblik. Men vindt op deze kaart de meeste gebouwen terug die op de volgende bladzijden worden getoond. Telkens als mogelijk wordt verwezen naar de huidige nummering van de blokken, zoals die terug te vinden is op de meer recente plannen.
1902 - Artillerie op bivak.
1899 - Barakkenkamp in Beverlo. Waarschijnlijk werden in het Kamp van Brasschaat vóór 1852 ook dergelijke (tijdelijke) logementen gebouwd.
±1900 - De genie was belast met het bouwen van logementsbarakken. 4
1910 - De nieuwe mess (met torentje) dateert van 1906 (A55).
1920 - Het torentje - potentiële uitkijkpost voor de vijand! - werd in 1914 afgebroken.
1910 - De grote eetzaal in de mess
1910 - Bij mooi weer werden de maaltijden in de veranda geserveerd. 5
1905 - Een ballon die door scherven werd geraakt tijdens een oefening.
1906 - De kogelballons werden gestuurd met trekkabels. Een zware karwei..!
1905 -. Onder de ballon hing een mand (hier staat ze nog op de grond) met een waarnemer, die via telefoon zijn waarnemingen en bevelen doorgaf. 6
1926 - De grote binnenkoer. Het gebouw achteraan (C17) zal na WO II bezet worden door het Centrum voor Technische Studies.
1926 - De mess officieren van het kwartier Oost (C 36) werd vernield in 1945 door de V2's..
1923 - De ruime hindernissenbaan...voor paarden uiteraard!
1945 - De Ruiterijschool na de aanval met de V2's. 7
1910 - Een typische karwei: "patattenjassen".
1910 - Een "aardappelschilmachine" maakte de karwei wat gemakkelijker (?)
1910 - Het aanmaken van "korven" (Frans: "fascinages" of "gabions"). Ze dienden om de schootsstellingen van (voornamelijk) de vestingartillerie te versterken.
1909 - Een weinig benijdenswaardige karwei: de latrines ruimen! 8
13. Ontspanning. Als ontspanning kwam natuurlijk in de eerste plaats de kantine in aanmerking. De eerste kantine stond in de Kapellei en werd later omgebouwd tot een familielogement. Vaak werd na de diensturen ook ludieke bezigheden georganiseerd: toneelstukjes of competities waarbij dikwijls met de rekruten de draak werd gestoken. De ontspanning van de officieren en onderofficieren speelde zich grotendeels af in hun messes. Soms werden ook sportieve wedstrijden georganiseerd, zoals bvb een paardenkoers of een Paper Hunt, waarbij men op "jacht" ging naar een verborgen document i.p.v. op wild.
1906 - De kantine was de enige "officiële" drankgelegenheid.
1906 - De kantine stond in de Kapellei (L14). De poort links gaf toegang tot een petanquebaan. 9
1905 - De verplaatsing gebeurde meestal met de trompetters op kop!
1910 - Aankomst in het Klein Schietveld. Op de achtergrond de "Batterie haute".
1910 - Tijdens schietoefeningen moest de ambulance op de stelling aanwezig zijn.
1908 - In het Klein Schietveld werd een veiligheidstelefoonlijn aangelegd.. Let op de betonnen blokken achteraan: het waren de "schietschijven" voor de artillerie. 10
1920 - België behield van de buitgemaakte spoorwegartillerie 12 stukken: 6 kanonnen 170 mm, 5 kanonnen 280 mm (niet 380 mm!) en 1 houwitser 304 mm.
1921 - Dit is het grootste kaliber spoorwegartillerie (houwitser 12" of 304 mm). Het enige exemplaar werd in 1940 ingezet. Men had toen nog 124 (!) granaten.
1920 - De spoorwegkanonnen 280 mm waren gemonteerd op gepantserde wagons met 6 assen en 36 wielen.
1924 - De zware kalibers van de veldartillerie (hier een kanon 25 cm) werden ook vaak per trein vervoerd. 11
1908 - De grote kalibers (24, 25 en 28 cm) werden getest op een speciale stand rechts van de koepels. Hier een houwitser 25 cm na een experimenteel vuur.
1906 - Na een experimenteel vuur moesten de projectielen in de zandheuvel opgegraven worden voor verder onderzoek.
1906 - De kanonnen moesten voor die testen getransporteerd worden. Dit gebeurde meestal met een span van 12 paarden of soms met een tractor.
1907 - Het transport van het zwaarste kaliber (kanon 28 cm) was telkens een spektakel. 12
18. Maria-ter-Heide. In 1830 was de Brasschaatse Heide, ten noorden van de gemeente, nagenoeg onbewoond. Er liepen slechts 3 straten door de heide: de Bredabaan, de Essensteenweg en de Brechtsebaan. Er woonden zo'n 500 mensen met als opvallendste gebouw het Bellenhof, gebouwd (1770-1779) door baron Fréderick de Beelen-Bertholff, griffier van de Raad van Financiën. De komst van een militair kamp versnelde de uitbouw van het gebied: vanaf 1852 werd het de onafhankelijke parochie Maria-ter-Heide. In 1887 werd de eerste stoomtramlijn naar Antwerpen aangelegd. De grote groei kwam er na WO I en liep parallel met de uitbouw van het militair kwartier. In WO II werd het gehucht grotendeels verwoest, maar tussen 1950 en 1970 werd de parochie nieuw leven ingeblazen. In 1970 woonden er al 3500 mensen - nu ongeveer 4500. Dat Maria-ter Heide in de volksmond meestal Brasschaat-Polygoon genoemd wordt, toont de verbondenheid met het Kamp . Vele militairen woonden er en de troepen op kamp brachten er hun vrije tijd door in de vele cafés. 1905 - Het niet-militaire gedeelte van de Kapellei.
1912 - Een van de vele cafeetjes vlakbij de ingang van het kwartier.
1908 - Militairen en burgers verbroederen op een terrasje. 13
14