Dit is één van de vele verhalen uit het boek ‘Delina’, dat Gordon van Veelen schreef over het opmerkelijke leven van zijn vrouw Henny Delina van Veelen - Bos (1928 -2007). In het eerste deel van het boek is Henny zelf aan het woord en vertelt zij haar levensverhaal. In het tweede deel over de periode 1974-2007 vertelt Gordon verder. De volgende geschiedenis speelde zich af in 1991. In deze periode gebruikten wij alle onze vakanties om onderwijs te geven aan Spaanse zigeuners. Het is de bedoeling dat dit hoofdstuk u stimuleert om het hele boek aan te schaffen.
TOM VOLMER Toen kwam het jaar van de eerste Golfoorlog (1991). Ik werkte al een aantal jaren voor de ‘Studiebijbel’, die door ‘In de Ruimte’ werd uitgegeven. Zoals gebruikelijk namen wij onze vakantie eind april, begin mei, wanneer het huis van Piet en Ricky Verhoef in Rosas vrij was. We kregen het weer heel druk met spreekbeurten in de gemeenten van Figueras, Rosas en Gerona. Vanwege alles wat er in de voorafgaande maanden was gebeurd, besteedde ik veel meer aandacht aan Gods plan met het volk van de Joden. Israël en de Zigeuners We kwamen er achter dat de zigeuners eigenlijk niets over de geschiedenis van Israël wisten en evenmin over het plan dat God met dit volk heeft. Het Oude Testament werd zeker in de prediking gebruikt, maar logischerwijs alleen toegepast op de eigen situatie. Sommige zigeuners denken (of hopen) dat zij
behoren tot de verloren stammen van het volk van Israël. Veel aanwijzingen hebben ze daar niet voor. Een aantal stamgebruiken hebben ze met Israël gemeen, zoals de verplichting van het meisje om als maagd het huwelijk in te gaan. Net als bij het volk Israël behoort de maagdelijkheid van de bruid bewezen te worden door het met bloed besmeurde laken van het huwelijksbed te tonen.
Bij onze zigeunervrienden thuis v.l.n.r. Johnny, Michaela, Vittoria, Juan en Henny Delina
Dit gebruik is echter helemaal niet typisch voor het joodse volk, want de meeste Semitische volken kennen dit gebruik. En de zigeuners kunnen dit op hun lange reis vanuit India richting Europa van ieder volk hebben opgepikt. Hun tweede argument is dat zij net als de Joden in de Tweede Wereldoorlog gruwelijk zijn vervolgd en letterlijk in het lot van de Joden hebben gedeeld. Nu dat laatste is inderdaad opvallend. Mocht het zo zijn dat de zigeuners genetisch van Israël afstammen, dan is met de opwekking onder de zigeuners het beloofde geestelijk herstel van Israël dus allang begonnen. Maar over de geschiedenis van Israël wisten zij bijzonder weinig. Toen ik dan ook daarover begon te onderwijzen, kwam
direct het verzoek om hier meer over te vertellen. Ons verblijf in Rosas was maar heel kort. “Kunnen jullie niet nog een keer komen in dit jaar?” vroegen sommigen. Wij voelden daar wel wat voor. Alleen zouden we dan geen gebruik kunnen maken van het huis van Piet en Ricky en we moesten dus een ander onderkomen zoeken. We gingen dus een aantal mogelijkheden langs, bezochten een aantal kamerverhuuradressen in Rosas en een paar campings in de regio, waar men stacaravans of huisjes verhuurde. Bij onze uitstapjes kwamen we ook in Estartit, waar we twee campings bezochten. Deze vielen eigenlijk af, omdat ze te ver weg lagen van Figueras. Wij moesten ook op onze financiën letten, want ik werkte op uurloonbasis. Extra vakantie betekende dus geen inkomen. Bovendien werd het huren van huisvesting met het vorderen van het seizoen steeds duurder. Zonder besluit keerden we dus naar Nederland terug. Wel informeerden we bij Herman ter Welle, de directeur van ‘In de Ruimte’, waar ik toen aan het ‘Studiebijbel’ project werkte, of hij er bezwaar tegen had, wanneer ik mijn werkzaamheden nog een keer zou onderbreken. Dat was op zichzelf geen probleem. De Heer spreekt: “Ga naar Estartit”. We waren al weer twee weken thuis, toen de Heer tot Henny ging spreken. Ze stond onder de douche, toen ze bijna hoorbaar de stem van de Heer vernam. De Heer sprak: “Ga naar camping ‘El Deseo’ in Estartit, want ik wil jullie daar gebruiken voor de leiding”. Henny protesteerde: “Ja, maar Heer, die camping ligt ongunstig. Ze ligt te ver van Figueras vandaan. We moeten dan ‘s avonds veel te lang reizen. En bovendien, als we gaan, dan gaan we voor de zigeuners en niet ook nog eens voor de leiding van een camping”. Toen ze uit de douche kwam, vertelde ze me wat de Heer gezegd had en ook wat voor gedachten ze er zelf over had.
Bovendien vond ze dat onze financiële situatie eigenlijk niet toeliet dat we nog een reis naar Spanje maakten. Ik was heel resoluut: “Wanneer de Heer gesproken heeft over die camping, dan gaan we dat gewoon doen”. En zo gebeurde het dat ik contact opnam met camping ‘El Deseo’ in Estartit om daar een kleine stacaravan te huren. Er was in juni nog wel iets vrij. Twee weken later reisden we opnieuw naar Spanje naar Estartit om daar een van de meest bijzondere avonturen met God mee te maken.
De stenen stacaravan op camping El Deseo in Estartit
Toen we op de camping aankwamen, meldden we ons bij het kantoor en ontvingen daar de sleutel van een soort stacaravan. We bekeken de receptionist, een Nederlandse jongen, onderzoekend. Hoorde hij tot de leiding van de camping, waarover de Heer gesproken had? We wisten het niet. We vonden het bouwsel dat we hadden gehuurd. Het was tot onze verbazing van beton, witgekalkt en met een rood pannendak. De indeling was echter helemaal die van een ouderwetse stacaravan met vaste dinettes. Eigenlijk ging het om een betonnen container, met de vorm van een stacaravan, die eenvoudig op een dieplader getakeld kon worden en dus ook makkelijk verplaatsbaar was.
Toen we onze spullen hadden uitgepakt en het huisje een beetje hadden ingericht, ontdekten we dat de gasfles leeg was. Ik meldde me bij het kantoortje en vertelde: “Het gas is op”. “Daar gaan wij niet over”, zei de receptionist, “Het gedeelte met de stacaravans is eigendom van iemand anders. Wij regelen alleen de sleuteloverdracht. Maar ik zal de eigenaar zo wel roepen en dan brengt hij u een andere gasfles”. Na een kwartiertje kwam een iets oudere man - ik schatte hem een jaar of 60 - met een gasfles op zijn schouders ons paadje oplopen. Wij deden de deur open en hij stelde zich voor: “Ik ben Tom Volmer. Ik ben de eigenaar van dit gedeelte van de camping en van deze stacaravans”. Hij zette de gasfles neer en keek naar ons en naar onze auto. “Jullie zijn christenen, hè? Ik zie het aan de sticker op jullie auto”. Op dat moment begreep Henny dat dit de man moest zijn, waarover de Heer tot haar had gesproken. Ze zei: “Meneer Volmer, ik moet iets tegen u zeggen. Wij zijn hier niet zomaar toevallig. Drie weken geleden sprak de Heer tot mij. Ga naar camping El Deseo in Estartit, want ik wil jullie daar gebruiken voor de leiding van de camping. En de leiding van de camping, dat bent u!” Ik zag, hoe de man verbleekte. Hij zei niets, maar vluchtte weg zonder nog achterom te kijken. Henny keek een beetje sip. “Heb ik het nu verkeerd gedaan? Heb ik iets verkeerds gezegd?” “Ik geloof het niet. De dingen van de Heer zijn wel eens vaker confronterend”, antwoordde ik. We zagen meneer Volmer de volgende twee dagen niet meer. Inmiddels waren we ‘s avonds al het hele eind naar Figueras gereden om in de gemeente verder onderwijs te geven over het volk Israël. Wat waren ze blij dat ze ons terugzagen. Voor onze vrienden was dit ook het bewijs dat wij werkelijk om hen gaven. Op de derde dag stond ineens Tom Volmer aan onze deur. “Ik wil praten”, zei hij. Hij vroeg Henny nog een keer te herhalen wat ze had gezegd. “Ga naar camping El Deseo in Estartit, want Ik wil jullie daar gebruiken voor de leiding van de cam-
Tom Volmer in gesprek met Henny
ping”. Hij knikte en de tranen stonden in zijn ogen. Toen zei hij: “Ik heb van mijn leven een grote puinhoop gemaakt. Ik was getrouwd en had een gezin, maar mijn huwelijk is op de klippen gelopen. Ik heb in mijn leven ongeveer alles gedaan wat niet mag. En nu zit ik hier, ver van mijn land, ver van mijn gezin. Drie weken geleden zag ik het helemaal niet meer zitten. Ik liep over het braakliggende terrein hier achter de camping en ik riep het uit: God als U bestaat en U met mijn leven nog iets kunt aanvangen, geef me dan een teken! Op dat moment leek het wel of de hemel verkleurde. Ik dacht: Dat is verbeelding. Maar toen jullie ineens voor mijn neus stonden en je vrouw zo doodleuk zei, dat de Heer drie weken geleden tot haar gesproken had: Ga naar camping El Deseo in Estartit en ik wil je daar gebruiken voor de leiding van de camping; toen schrok ik geweldig. En ineens wist ik: God heeft mijn roep gehoord en mijn naam en mijn adres zijn bij Hem bekend!” Die middag mochten we met Tom het zondaarsgebed bidden. Hij werd een kind van God en het was feest in de hemel. De dagen die erop volg-den, voerden wij vele lange
gesprekken met Tom. Er moest heel wat in zijn leven op orde gebracht woorden. We vertelden de zigeuners wat er gebeurd was en zij leefden intens met de zaak mee en ondersteunden die gesprekken met hun gebed. Een dikke week later hebben we Tom gedoopt in een zwembad van een van de huizen, die hij beheerde. We zochten voor hem een passende gemeente en vonden in La Escala een vrij nieuwe internationaal georiënteerde Pinkstergemeente. Hij werd heel hartelijk opgevangen. Geld terug Op de laatste dag van ons verblijf in Estartit kwam hij nog even naar ons toe. Hij zei: “Ik heb mijn hele leven lang nog nooit iets weggegeven. Maar de huurprijs van de stacaravan, die jullie van mij gehuurd hebben, geef ik jullie graag terug”. Hij overhandigde mij het geld. Onze financiële zorgen waren daarmee opgelost. Wij keerden weer terug naar huis, geweldig bemoedigd. Henny had Gods stem verstaan. Wij waren gehoorzaam geweest en het had gefunctioneerd. Een heerlijk avontuur met God. Een aantal maanden later kreeg Tom een hartaanval en werd opgenomen in het ziekenhuis van Gerona. De gelovigen van de gemeente in La Escala zochten hem dagelijks op, totdat hij weer was opgeknapt. Na zijn ziekenhuisopname keerde Tom Volmer eerst naar Nederland terug. Hij kwam ons nog een keer bezoeken en vertelde dat hij weer naar Spanje zou gaan. Wij zijn een paar jaar later nog een keer op de camping in Estartit geweest om hem op te zoeken, maar toen woonde hij daar al niet meer. Onlangs kwam ik er achter, dat hij in 2006 op 73 jarige leeftijd is overleden.