Het Gulden Cabinet stelt voor
CLARA PEETERS Aan tafel!
TENTOONSTELLING ROCKOXHUIS 18.06.2016 – 02.10.2016
B E Z O E K E R S G I D S
In de schoot van Het Gulden Cabinet organiseren het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) en het Rockoxhuis enkele kleinschalige tentoonstellingen. Clara Peeters. Aan tafel! is de zesde in de rij.
Met dank aan Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen Mauritshuis, Den Haag Museo Nacional del Prado, Madrid Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen Museum Rockoxhuis, Antwerpen Privéverzameling, Antwerpen Privéverzameling, Rusland Privéverzameling, Spanje
Het Gulden Cabinet stelt voor
CLARA PEETERS Aan tafel! 18.06.2016 – 02.10.2016
Een samenwerking van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, het Rockoxhuis en het Museo Nacional del Prado, Madrid
In de schoot van Het Gulden Cabinet organiseren het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) en het Rockoxhuis enkele kleinschalige tentoonstellingen. Clara Peeters. Aan tafel! is de zesde in de rij.
Met dank aan Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen Mauritshuis, Den Haag Museo Nacional del Prado, Madrid Museum Mayer van den Bergh, Antwerpen Museum Rockoxhuis, Antwerpen Privéverzameling, Antwerpen Privéverzameling, Rusland Privéverzameling, Spanje
Het Gulden Cabinet stelt voor
CLARA PEETERS Aan tafel! 18.06.2016 – 02.10.2016
Een samenwerking van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, het Rockoxhuis en het Museo Nacional del Prado, Madrid
CLARA PEETERS
A A N TA F E L !
Inleiding Clara Peeters was een pionier in het schilderen van stillevens, en een van de weinige vrouwelijke schilders in het vroegmoderne Europa. We weten maar heel erg weinig over haar leven. Ze werkte wellicht in Antwerpen, en haar eerste gedateerde schilderij is van 1607. Momenteel zijn er een veertigtal schilderijen van haar bekend. Ze lijkt het meest actief geweest te zijn in de jaren 1611-1612, en haar laatste gedateerde schilderij is uit 1621. Peeters hanteerde een stijl die het werkelijke uitzicht van de dingen benadrukt. Dit stond haaks op het hoge idealisme van Rubens, dat tijdens haar leven de hele artistieke scène in Antwerpen domineerde. Met die keuze toont ze hoe vooruitstrevend ze in werkelijkheid was: het realisme was op dat moment hoogst avant-gardistisch in de Europese schilderkunst. Voor zover we weten was zij bovendien de eerste kunstenaar die visstillevens schilderde – een onderwerp dat later erg populair zou worden – en een van de eersten die stillevens met een jachtthema schilderden. De schilderijen van Clara Peeters zijn elegant en hoogst nauwkeurig geschilderd. Dankzij het contrast met de bruine achtergrondtinten lijken de voorwerpen op de voorgrond te gloeien. Maar ze stellen ons, de 21e-eeuwse toeschouwer, ook voor een hoop raadsels. Want waar kijken we nu precies naar in deze stillevens? Wat betekende een porseleinen schaal voor iemand rond 1610? En een artisjok, of een schelp? En waarom plaatste ze die voorwerpen samen? Waarom schilderde ze überhaupt? Met deze tentoonstelling willen we een antwoord bieden op deze vragen, en tegelijk de verwezenlijkingen van deze obscure maar uitzonderlijke kunstenares in de verf zetten. Om Clara Peeters in een context te kunnen plaatsen, begint de tentoonstelling met een aantal schilderijen van tijdgenoten die ook voortreffelijke luxueus gedekte tafels hebben geschilderd. Eigentijdse voorwerpen die we in rijke patriciërskamers terugvonden, brengen ons dichter bij de leefwereld van het vroegzeventiende-eeuwse Antwerpen.
1
Jeremias van Winghe (Brussel 1578 – Frankfurt-am-Main 1645) Stilleven met bekerschroef, zilveren schaal en kreeftjes Rechts onderaan het monogram en de datum: IvW 16(07) Koper, 46 x 39,7 cm Antwerpen, Privécollectie
De Brusselaar van Winghe kreeg een opleiding als portretschilder en vestigde zich, na een kort verblijf in Italië, in Frankfurt. Samen met de bekendere Georg Flegel stond van Winghe aan de wieg van het zelfstandige eetstilleven. In 1616 huwde hij de dochter van een juwelier-edelsmid en vanaf dan leek hij minder te schilderen. Pas in de jaren 1640 nam hij het penseel weer op. Dat verklaart deels waarom zijn oeuvre bijzonder klein is. Zijn grotere keukenstukken liggen volledig in de lijn van de kunstwerken van Pieter Aertsen, Joachim Beuckelaer en Lucas van Valckenborch. Het hier getoonde kleinere stilleven schilderde van Winghe op koper, een ondergrond die zich bijzonder goed leent voor fijn schilderwerk. Let op de zilveren tazza met snoepgoed en de luxueus uitgevoerde bekerschroef in verguld zilver, versierd met kameleons, zwanen en cherubijnen (een werk van zijn schoonvader?), met daarop een roemer die half gevuld is met witte wijn. Het grote observatievermogen van de kunstenaar blijkt verder uit de reflecties van de twee kreeftjes op de zilveren schaal, de manier waarop de kameleons de voet van de roemer vasthouden en de beschadigde rand van het tafelblad.
1
2
CLARA PEETERS
A A N TA F E L !
Inleiding Clara Peeters was een pionier in het schilderen van stillevens, en een van de weinige vrouwelijke schilders in het vroegmoderne Europa. We weten maar heel erg weinig over haar leven. Ze werkte wellicht in Antwerpen, en haar eerste gedateerde schilderij is van 1607. Momenteel zijn er een veertigtal schilderijen van haar bekend. Ze lijkt het meest actief geweest te zijn in de jaren 1611-1612, en haar laatste gedateerde schilderij is uit 1621. Peeters hanteerde een stijl die het werkelijke uitzicht van de dingen benadrukt. Dit stond haaks op het hoge idealisme van Rubens, dat tijdens haar leven de hele artistieke scène in Antwerpen domineerde. Met die keuze toont ze hoe vooruitstrevend ze in werkelijkheid was: het realisme was op dat moment hoogst avant-gardistisch in de Europese schilderkunst. Voor zover we weten was zij bovendien de eerste kunstenaar die visstillevens schilderde – een onderwerp dat later erg populair zou worden – en een van de eersten die stillevens met een jachtthema schilderden. De schilderijen van Clara Peeters zijn elegant en hoogst nauwkeurig geschilderd. Dankzij het contrast met de bruine achtergrondtinten lijken de voorwerpen op de voorgrond te gloeien. Maar ze stellen ons, de 21e-eeuwse toeschouwer, ook voor een hoop raadsels. Want waar kijken we nu precies naar in deze stillevens? Wat betekende een porseleinen schaal voor iemand rond 1610? En een artisjok, of een schelp? En waarom plaatste ze die voorwerpen samen? Waarom schilderde ze überhaupt? Met deze tentoonstelling willen we een antwoord bieden op deze vragen, en tegelijk de verwezenlijkingen van deze obscure maar uitzonderlijke kunstenares in de verf zetten. Om Clara Peeters in een context te kunnen plaatsen, begint de tentoonstelling met een aantal schilderijen van tijdgenoten die ook voortreffelijke luxueus gedekte tafels hebben geschilderd. Eigentijdse voorwerpen die we in rijke patriciërskamers terugvonden, brengen ons dichter bij de leefwereld van het vroegzeventiende-eeuwse Antwerpen.
1
Jeremias van Winghe (Brussel 1578 – Frankfurt-am-Main 1645) Stilleven met bekerschroef, zilveren schaal en kreeftjes Rechts onderaan het monogram en de datum: IvW 16(07) Koper, 46 x 39,7 cm Antwerpen, Privécollectie
De Brusselaar van Winghe kreeg een opleiding als portretschilder en vestigde zich, na een kort verblijf in Italië, in Frankfurt. Samen met de bekendere Georg Flegel stond van Winghe aan de wieg van het zelfstandige eetstilleven. In 1616 huwde hij de dochter van een juwelier-edelsmid en vanaf dan leek hij minder te schilderen. Pas in de jaren 1640 nam hij het penseel weer op. Dat verklaart deels waarom zijn oeuvre bijzonder klein is. Zijn grotere keukenstukken liggen volledig in de lijn van de kunstwerken van Pieter Aertsen, Joachim Beuckelaer en Lucas van Valckenborch. Het hier getoonde kleinere stilleven schilderde van Winghe op koper, een ondergrond die zich bijzonder goed leent voor fijn schilderwerk. Let op de zilveren tazza met snoepgoed en de luxueus uitgevoerde bekerschroef in verguld zilver, versierd met kameleons, zwanen en cherubijnen (een werk van zijn schoonvader?), met daarop een roemer die half gevuld is met witte wijn. Het grote observatievermogen van de kunstenaar blijkt verder uit de reflecties van de twee kreeftjes op de zilveren schaal, de manier waarop de kameleons de voet van de roemer vasthouden en de beschadigde rand van het tafelblad.
1
2
CLARA PEETERS
2
A A N TA F E L !
Osias Beert (Antwerpen 1580? – 1624) Stilleven met vruchten geserveerd in een tazza, tinnen borden en een gelakte schotel Olie op paneel, 54 x 74,5 cm Antwerpen, Rockoxhuis, 2006.1
Osias Beert speelde een belangrijke rol in de vroege ontwikkeling van het stilleven in NoordEuropa. Hij schilderde vooral bloemstukken en banketjes. Hij was een tijdgenoot van Clara Peeters, misschien wel haar mentor of inspiratiebron. Het exquise tafelgerei verraadt een dure smaak. De tazza kwam tijdens de renaissance in zwang bij de adel en aan vorstelijke hoven en was geïnspireerd op Italiaanse voorbeelden. Een tazza is een ondiepe drinkschaal die ook gebruikt werd om fruit of lekkernijen op uit te stallen, en die doorgaans vervaardigd werd uit zilver, kristal of vermeil. Een ander opmerkelijk voorwerp is de gelakte schotel waarin druiven geschikt zijn. Deze schotel van Japanse, Thaise of Javaanse makelij getuigt van de commerciële en culturele uitwisseling met het Verre Oosten. De rijkelijk gevulde dis met vruchten uit de Zuidelijke Nederlanden staat in schril contrast met het eenvoudige tafelblad.
3
3
Floris van Schooten (ca. 1585/88 – Haarlem 1656) Een Hollands Ontbijt Monogram op het mes: F.V.S. Olie op paneel, 50 x 82 cm Antwerpen, KMSKA, 836
Floris van Schooten was de zoon van een welgesteld katholiek gezin uit Haarlem. In 1612 huwde de schilder met de dochter van de rijkste brouwer van de stad. In 1639 werd hij verkozen tot deken van de schildersgilde. Van Schooten schilderde stillevens voor de lokale markt. Hij produceerde niet alleen grotere keukenstukken in de traditie van Pieter Aertsen en Joachim Beuckelaer, maar legde zich ook toe op ontbijtjes en banketjes zonder personages. Die tendens sluit aan bij het werk van eigentijdse Haarlemse schilders als Floris van Dijck, Pieter Claesz. of Roelof Koets. Kenmerkend voor van Schooten is het motief van het kraakverse broodje dat weerspiegeld wordt in een tinnen bordje. Net als Clara Peeters signeerde hij met een monogram op een mesheft. Het zilveren zoutvaatje, het pasteitje en de sappige vruchten wijzen op economische voorspoed, net als de licht- en donkerkleurige brokkelkazen en de boter uit Edam, Gouda, of Alkmaar: ‘Het ooft dat Spaenjen sent [wijn] en is maer eens te pluncken, / En is maer op een jaer voor eenmael uyt te druncken: / Maer dat het Koe-beest schenckt is vry al rijcker schat, / Want tweemael op een dagh soo geeft het edel nat [melk]’, aldus Jacob Cats.
4
CLARA PEETERS
2
A A N TA F E L !
Osias Beert (Antwerpen 1580? – 1624) Stilleven met vruchten geserveerd in een tazza, tinnen borden en een gelakte schotel Olie op paneel, 54 x 74,5 cm Antwerpen, Rockoxhuis, 2006.1
Osias Beert speelde een belangrijke rol in de vroege ontwikkeling van het stilleven in NoordEuropa. Hij schilderde vooral bloemstukken en banketjes. Hij was een tijdgenoot van Clara Peeters, misschien wel haar mentor of inspiratiebron. Het exquise tafelgerei verraadt een dure smaak. De tazza kwam tijdens de renaissance in zwang bij de adel en aan vorstelijke hoven en was geïnspireerd op Italiaanse voorbeelden. Een tazza is een ondiepe drinkschaal die ook gebruikt werd om fruit of lekkernijen op uit te stallen, en die doorgaans vervaardigd werd uit zilver, kristal of vermeil. Een ander opmerkelijk voorwerp is de gelakte schotel waarin druiven geschikt zijn. Deze schotel van Japanse, Thaise of Javaanse makelij getuigt van de commerciële en culturele uitwisseling met het Verre Oosten. De rijkelijk gevulde dis met vruchten uit de Zuidelijke Nederlanden staat in schril contrast met het eenvoudige tafelblad.
3
3
Floris van Schooten (ca. 1585/88 – Haarlem 1656) Een Hollands Ontbijt Monogram op het mes: F.V.S. Olie op paneel, 50 x 82 cm Antwerpen, KMSKA, 836
Floris van Schooten was de zoon van een welgesteld katholiek gezin uit Haarlem. In 1612 huwde de schilder met de dochter van de rijkste brouwer van de stad. In 1639 werd hij verkozen tot deken van de schildersgilde. Van Schooten schilderde stillevens voor de lokale markt. Hij produceerde niet alleen grotere keukenstukken in de traditie van Pieter Aertsen en Joachim Beuckelaer, maar legde zich ook toe op ontbijtjes en banketjes zonder personages. Die tendens sluit aan bij het werk van eigentijdse Haarlemse schilders als Floris van Dijck, Pieter Claesz. of Roelof Koets. Kenmerkend voor van Schooten is het motief van het kraakverse broodje dat weerspiegeld wordt in een tinnen bordje. Net als Clara Peeters signeerde hij met een monogram op een mesheft. Het zilveren zoutvaatje, het pasteitje en de sappige vruchten wijzen op economische voorspoed, net als de licht- en donkerkleurige brokkelkazen en de boter uit Edam, Gouda, of Alkmaar: ‘Het ooft dat Spaenjen sent [wijn] en is maer eens te pluncken, / En is maer op een jaer voor eenmael uyt te druncken: / Maer dat het Koe-beest schenckt is vry al rijcker schat, / Want tweemael op een dagh soo geeft het edel nat [melk]’, aldus Jacob Cats.
4
CLARA PEETERS
A A N TA F E L !
5 Vierdeurskast Antwerpen, 17e-eeuw Eikenhout Antwerpen, Rockoxhuis, xxxx
Met de volgende luxevoorwerpen:
Frederik Hildebrand Pronkbeker 16e eeuw Vermeil Antwerpen, Rockoxhuis, 77.57 Helder wijnglas à la façon de Venise Luik, midden 17e eeuw Antwerpen, Museum Rockoxhuis, 2002.02 Vleugelglas à la façon de Venise Antwerpen, midden 17e eeuw Antwerpen, Rockoxhuis, 2002.01
4
Jacob Foppens van Es (ca. 1596 – Antwerpen 1666) Stilleven van kreeft, oesters, kaas en artisjokken in een koelvat Signatuur links onderaan op de tafelrand: IACOB. VAN ES Olie op doek, 109,5 x 176 cm Antwerpen, KMSKA, 5030
Chinese schotel Wanli-periode (1563 – 1620) Kraakporselein Antwerpen, Rockoxhuis, 77.80
Van Es werd voor het eerst in het register van de Antwerpse Sint-Lucasgilde vermeld in 1617. Hij huwde in datzelfde jaar. De leertijd van de schilder is niet gedocumenteerd, wat doet vermoeden dat hij uit een andere stad kwam. Jacob van Es genoot zeker aanzien, want onder de dooppeters van zijn kinderen bevinden zich Jacob Jordaens en Cornelis Schut. Van Es schilderde voornamelijk banketjes en enkele bloemenguirlandes. Meestal combineerde hij vruchten, brood, oesters, schaaldieren en vis met een eenvoudig glas of een kruikje. Bij hem geen duur porselein, pronksmeedwerk of façon de Venise-glazen. Zijn composities zijn doorgaans overzichtelijk en eerder horizontaal geordend. Een felle belichting en een gedempt palet van grijs-, oker- en bruintinten bezorgen de volumes van de voorgestelde objecten een ingetogen monumentaliteit. Het hier getoonde werk behoort tot zijn meer ambitieuze stukken. Artisjokken duiken nog op in enkele andere schilderijen van zijn hand. De wijnkoeler op het schilderij gebruikte hij ook als rekwisiet in een ander stilleven, dat de datum 1631 draagt.
5
Kan met tinnen deksel Raeren, 16e eeuw Aardewerk Antwerpen, Rockoxhuis, 77.44 Schijfkandelaar 17e eeuw Geelkoper Antwerpen, Rockoxhuis, 77.143
6
CLARA PEETERS
A A N TA F E L !
5 Vierdeurskast Antwerpen, 17e-eeuw Eikenhout Antwerpen, Rockoxhuis, xxxx
Met de volgende luxevoorwerpen:
Frederik Hildebrand Pronkbeker 16e eeuw Vermeil Antwerpen, Rockoxhuis, 77.57 Helder wijnglas à la façon de Venise Luik, midden 17e eeuw Antwerpen, Museum Rockoxhuis, 2002.02 Vleugelglas à la façon de Venise Antwerpen, midden 17e eeuw Antwerpen, Rockoxhuis, 2002.01
4
Jacob Foppens van Es (ca. 1596 – Antwerpen 1666) Stilleven van kreeft, oesters, kaas en artisjokken in een koelvat Signatuur links onderaan op de tafelrand: IACOB. VAN ES Olie op doek, 109,5 x 176 cm Antwerpen, KMSKA, 5030
Chinese schotel Wanli-periode (1563 – 1620) Kraakporselein Antwerpen, Rockoxhuis, 77.80
Van Es werd voor het eerst in het register van de Antwerpse Sint-Lucasgilde vermeld in 1617. Hij huwde in datzelfde jaar. De leertijd van de schilder is niet gedocumenteerd, wat doet vermoeden dat hij uit een andere stad kwam. Jacob van Es genoot zeker aanzien, want onder de dooppeters van zijn kinderen bevinden zich Jacob Jordaens en Cornelis Schut. Van Es schilderde voornamelijk banketjes en enkele bloemenguirlandes. Meestal combineerde hij vruchten, brood, oesters, schaaldieren en vis met een eenvoudig glas of een kruikje. Bij hem geen duur porselein, pronksmeedwerk of façon de Venise-glazen. Zijn composities zijn doorgaans overzichtelijk en eerder horizontaal geordend. Een felle belichting en een gedempt palet van grijs-, oker- en bruintinten bezorgen de volumes van de voorgestelde objecten een ingetogen monumentaliteit. Het hier getoonde werk behoort tot zijn meer ambitieuze stukken. Artisjokken duiken nog op in enkele andere schilderijen van zijn hand. De wijnkoeler op het schilderij gebruikte hij ook als rekwisiet in een ander stilleven, dat de datum 1631 draagt.
5
Kan met tinnen deksel Raeren, 16e eeuw Aardewerk Antwerpen, Rockoxhuis, 77.44 Schijfkandelaar 17e eeuw Geelkoper Antwerpen, Rockoxhuis, 77.143
6
CLARA PEETERS
6
A A N TA F E L !
(Toegeschreven aan) Rombout de Raisier (Antwerpen ca. 1573 – voor 1638) Van Nispenschaal
9
Geeraert De Rasier (ca. 1535 – 1587) Zoutvat op arendsvoetjes
17e eeuw, vermeil Antwerpen, Museum Rockoxhuis, 2007.01
De Van Nispenschaal is een tazza, oorspronkelijk een drinkbeker, maar hier als een pronkbeker ontworpen voor Balthasar Van Nispen, de provoost van de Munt van Brabant. Wellicht heeft Van Nispen de tazza zelf laten vervaardigen om het bezoek van de aartshertogen Albrecht en Isabella te vereeuwigen. Een andere mogelijkheid is dat de munters de tazza aan Van Nispen geschonken hebben naar aanleiding van zijn huwelijk in 1621. De schaal is een sterk staaltje van zilverdrijfwerk en toont ons het interieur van een muntatelier waar op de voorgrond munters aan het werk zijn. In het midden van de schaal staat van Nispen zelf. Hij reikt de aartshertogen Albrecht en Isabella vermoedelijk een penning aan.
7
Wijnkoeler Antwerpen, 17e eeuw, gedreven rood koper Antwerpen, Rockoxhuis, 79.9
Een wijnkoeler werd gevuld met ijs om wijn te koelen. Enkel welgestelden konden zich in de zomer ijs aanschaffen dat in de winter opgeslagen werd in speciaal daartoe uitgeruste ijskelders. Zo werd de wijnkoeler een begeerd statussymbool.
8
Linnenpers Antwerpen, 17e eeuw, eik en ebbenhout Antwerpen, Rockoxhuis, 77.77
De vroegzeventiende-eeuwse linnenpers is een van de weinige voorwerpen die ons vandaag herinneren aan het onderhoud van 17e-eeuws textiel. Een linnenpers werd gebruikt om tafel- en bedlinnen na het strijken nog een extra behandeling te geven door het tussen de bladen van de pers samen te drukken. In de 17e eeuw was een strakke vouwlijn zeer belangrijk in het linnen, zoals op enkele van de tentoongestelde stillevens te zien is.
7
1580/81, zilver Turnhout, Begijnhofmuseum, B 07080
Gelijkaardige renaissancezoutvaten werden regelmatig op stillevens afgebeeld, zoals op die van Clara Peeters (cat. 12) en Floris van Schooten (cat. 3). De cilinder van het zoutvat op die schilderijen is versierd met decoratieve elementen. Dit exemplaar heeft een reliëffries met Het offer van Abraham. Het zoutvat rust op kleine arenden met gespreide vleugels. Omdat zout voordat er industriële productiemethoden ontstonden zo duur was, behoorden zoutvaatjes eeuwenlang tot de duurste voorwerpen op tafel. Zout werd gebruikt om vlees en vis te conserveren, om kaas te maken en om olijven in te leggen. Geraffineerd zout werd in een zoutvaatje op de eettafel gezet. Elke gast nam wat zout met de punt van een mes zoals dat op het schilderij en legde het op zijn individuele broodplankje.
10 Anoniem
Bruidsbestek met zilveren heften begin 17e eeuw Antwerpen, Museum Vleeshuis (in langdurig bruikleen van DIVA, Antwerpen), A 1920 006.1/006.2
Net zoals het zoutvat hoorden ook messen bij een banket. Het mes van het hier tentoongestelde bruidsbestek lijkt op het mes uit een schilderij van Clara Peeters (cat. 12). In het begin van de zeventiende eeuw waren het mes en de lepel de twee belangrijkste onderdelen van het bestek – vorken waren toen nog maar net geïntroduceerd en werden voornamelijk door de hogere elite gebruikt. Messen werden niet ter beschikking gesteld door de gastheer, maar door de gasten meegebracht naar een diner. Gewone messen werden gemaakt van ijzer en staal, maar de duurste hadden een zilveren heft. Het einde van de heften is open en uitgesneden rondom een ovaal. Daarin is aan de ene kant een pelikaan met jongen afgebeeld en aan de andere kant een gekroond hart. Het ovaaltje van de vork is versierd met ineengestrengelde handen en een hoorn des overvloeds. Op de platten van het bestek zijn Bijbelse taferelen gegraveerd waaronder Adam en Eva en De aanbidding der wijzen.
8
CLARA PEETERS
6
A A N TA F E L !
(Toegeschreven aan) Rombout de Raisier (Antwerpen ca. 1573 – voor 1638) Van Nispenschaal
9
Geeraert De Rasier (ca. 1535 – 1587) Zoutvat op arendsvoetjes
17e eeuw, vermeil Antwerpen, Museum Rockoxhuis, 2007.01
De Van Nispenschaal is een tazza, oorspronkelijk een drinkbeker, maar hier als een pronkbeker ontworpen voor Balthasar Van Nispen, de provoost van de Munt van Brabant. Wellicht heeft Van Nispen de tazza zelf laten vervaardigen om het bezoek van de aartshertogen Albrecht en Isabella te vereeuwigen. Een andere mogelijkheid is dat de munters de tazza aan Van Nispen geschonken hebben naar aanleiding van zijn huwelijk in 1621. De schaal is een sterk staaltje van zilverdrijfwerk en toont ons het interieur van een muntatelier waar op de voorgrond munters aan het werk zijn. In het midden van de schaal staat van Nispen zelf. Hij reikt de aartshertogen Albrecht en Isabella vermoedelijk een penning aan.
7
Wijnkoeler Antwerpen, 17e eeuw, gedreven rood koper Antwerpen, Rockoxhuis, 79.9
Een wijnkoeler werd gevuld met ijs om wijn te koelen. Enkel welgestelden konden zich in de zomer ijs aanschaffen dat in de winter opgeslagen werd in speciaal daartoe uitgeruste ijskelders. Zo werd de wijnkoeler een begeerd statussymbool.
8
Linnenpers Antwerpen, 17e eeuw, eik en ebbenhout Antwerpen, Rockoxhuis, 77.77
De vroegzeventiende-eeuwse linnenpers is een van de weinige voorwerpen die ons vandaag herinneren aan het onderhoud van 17e-eeuws textiel. Een linnenpers werd gebruikt om tafel- en bedlinnen na het strijken nog een extra behandeling te geven door het tussen de bladen van de pers samen te drukken. In de 17e eeuw was een strakke vouwlijn zeer belangrijk in het linnen, zoals op enkele van de tentoongestelde stillevens te zien is.
7
1580/81, zilver Turnhout, Begijnhofmuseum, B 07080
Gelijkaardige renaissancezoutvaten werden regelmatig op stillevens afgebeeld, zoals op die van Clara Peeters (cat. 12) en Floris van Schooten (cat. 3). De cilinder van het zoutvat op die schilderijen is versierd met decoratieve elementen. Dit exemplaar heeft een reliëffries met Het offer van Abraham. Het zoutvat rust op kleine arenden met gespreide vleugels. Omdat zout voordat er industriële productiemethoden ontstonden zo duur was, behoorden zoutvaatjes eeuwenlang tot de duurste voorwerpen op tafel. Zout werd gebruikt om vlees en vis te conserveren, om kaas te maken en om olijven in te leggen. Geraffineerd zout werd in een zoutvaatje op de eettafel gezet. Elke gast nam wat zout met de punt van een mes zoals dat op het schilderij en legde het op zijn individuele broodplankje.
10 Anoniem
Bruidsbestek met zilveren heften begin 17e eeuw Antwerpen, Museum Vleeshuis (in langdurig bruikleen van DIVA, Antwerpen), A 1920 006.1/006.2
Net zoals het zoutvat hoorden ook messen bij een banket. Het mes van het hier tentoongestelde bruidsbestek lijkt op het mes uit een schilderij van Clara Peeters (cat. 12). In het begin van de zeventiende eeuw waren het mes en de lepel de twee belangrijkste onderdelen van het bestek – vorken waren toen nog maar net geïntroduceerd en werden voornamelijk door de hogere elite gebruikt. Messen werden niet ter beschikking gesteld door de gastheer, maar door de gasten meegebracht naar een diner. Gewone messen werden gemaakt van ijzer en staal, maar de duurste hadden een zilveren heft. Het einde van de heften is open en uitgesneden rondom een ovaal. Daarin is aan de ene kant een pelikaan met jongen afgebeeld en aan de andere kant een gekroond hart. Het ovaaltje van de vork is versierd met ineengestrengelde handen en een hoorn des overvloeds. Op de platten van het bestek zijn Bijbelse taferelen gegraveerd waaronder Adam en Eva en De aanbidding der wijzen.
8
CLARA PEETERS
11
A A N TA F E L !
Clara Peeters Stilleven met bloemen, vergulde beker, amandelen, gedroogd fruit, snoepjes, koekjes, wijn en een tinnen kan
12
1611 Olie op eiken paneel, 52 x 73 cm Linksonder gesigneerd en gedateerd: ‘CLARA. P. A.º 1611.’ Madrid, Museo Nacional del Prado, P1620
De precieze weergave van de details, texturen en volumes zijn kenmerkend voor Clara Peeters. Op de vergulde beker en de tinnen kan schilderde de kunstenares meerdere keren haar zelfportret. Die overvloed van weerspiegelde zelfportretten op de schilderijen van Peeters is een vorm van zelfbevestiging voor een vrouwelijke schilder in een door mannen gedomineerd beroep. De weerspiegelingen dragen ook bij tot de illusie dat het schilderij écht is, net zoals de half opgegeten krakeling, die suggereert dat iemand zonet nog aan de tafel zat te eten. De voorwerpen in deze scène werden geassocieerd met maatschappelijk aanzien. Het type fluitglas à la façon de Venise op de achtergrond, bijvoorbeeld, werd aan het einde van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw in Antwerpen gemaakt door Italiaanse glasblazers. De rode wijn in het glas en de rozijnen werden geïmporteerd, wellicht uit Frankrijk, Italië of Spanje. De vergulde beker komt uit Duitsland en de grote schaal uit aardewerk is wellicht afkomstig uit Faenza, Italië.
9
Clara Peeters Tafel met kleed, zoutvat, vergulde staande schaal, pastei, kan, porseleinen bord met olijven en bereid gevogelte ca. 1611 Olie op eiken paneel, 55 x 73 cm Op de rand van het mesheft gegrift: ‘. CLARA . PEETERS .’ Madrid, Museo Nacional del Prado, P1622
Opmerkelijk voedsel en tafelgerei liggen op een tafel, bedekt met een duur linnen damasten tafelkleed met vierkante plooien, wat een rijk en net huishouden impliceert. Geraffineerd zout was bijzonder duur, en werd in een zoutvat op de eettafel gezet, zoals we hier zien. De gasten namen elk wat zout met de tip van hun mes. Het porseleinen bord met de geïmporteerde olijven is van een type dat aan het einde van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw gemaakt werd in de Chinese provincie Jianxi. Porselein verschafte de verzamelingen waarin het werd uitgestald een kosmopolitische look. De kruik achteraan is afkomstig uit Siegburg in WestDuitsland. De vormrelatie die gecreëerd wordt tussen het puntige patroon van het oppervlak van de kruik en het patroon van de pastei er vlak voor vormt een van de meest uitmuntende kenmerken van dit schilderij.
10
CLARA PEETERS
11
A A N TA F E L !
Clara Peeters Stilleven met bloemen, vergulde beker, amandelen, gedroogd fruit, snoepjes, koekjes, wijn en een tinnen kan
12
1611 Olie op eiken paneel, 52 x 73 cm Linksonder gesigneerd en gedateerd: ‘CLARA. P. A.º 1611.’ Madrid, Museo Nacional del Prado, P1620
De precieze weergave van de details, texturen en volumes zijn kenmerkend voor Clara Peeters. Op de vergulde beker en de tinnen kan schilderde de kunstenares meerdere keren haar zelfportret. Die overvloed van weerspiegelde zelfportretten op de schilderijen van Peeters is een vorm van zelfbevestiging voor een vrouwelijke schilder in een door mannen gedomineerd beroep. De weerspiegelingen dragen ook bij tot de illusie dat het schilderij écht is, net zoals de half opgegeten krakeling, die suggereert dat iemand zonet nog aan de tafel zat te eten. De voorwerpen in deze scène werden geassocieerd met maatschappelijk aanzien. Het type fluitglas à la façon de Venise op de achtergrond, bijvoorbeeld, werd aan het einde van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw in Antwerpen gemaakt door Italiaanse glasblazers. De rode wijn in het glas en de rozijnen werden geïmporteerd, wellicht uit Frankrijk, Italië of Spanje. De vergulde beker komt uit Duitsland en de grote schaal uit aardewerk is wellicht afkomstig uit Faenza, Italië.
9
Clara Peeters Tafel met kleed, zoutvat, vergulde staande schaal, pastei, kan, porseleinen bord met olijven en bereid gevogelte ca. 1611 Olie op eiken paneel, 55 x 73 cm Op de rand van het mesheft gegrift: ‘. CLARA . PEETERS .’ Madrid, Museo Nacional del Prado, P1622
Opmerkelijk voedsel en tafelgerei liggen op een tafel, bedekt met een duur linnen damasten tafelkleed met vierkante plooien, wat een rijk en net huishouden impliceert. Geraffineerd zout was bijzonder duur, en werd in een zoutvat op de eettafel gezet, zoals we hier zien. De gasten namen elk wat zout met de tip van hun mes. Het porseleinen bord met de geïmporteerde olijven is van een type dat aan het einde van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw gemaakt werd in de Chinese provincie Jianxi. Porselein verschafte de verzamelingen waarin het werd uitgestald een kosmopolitische look. De kruik achteraan is afkomstig uit Siegburg in WestDuitsland. De vormrelatie die gecreëerd wordt tussen het puntige patroon van het oppervlak van de kruik en het patroon van de pastei er vlak voor vormt een van de meest uitmuntende kenmerken van dit schilderij.
10
CLARA PEETERS
13
A A N TA F E L !
Clara Peeters Stilleven met taart, zilveren tazza met snoepgoed, porselein, schelpen en oesters ca. 1612–13 Olie op paneel, 51,2 x 84,2 cm Op de rand van het mesheft gegrift: ‘. CLARA . PEETERS .’ Rusland, privécollectie
Op een tafel zien we voorwerpen uitgestald die de elite uit die tijd waardeerde, en etenswaren die ze haar gasten voorschotelde. Exotische schelpen, zoals we die hier links zien, werden verzameld en gebruikt als geschenken. De porseleinen kom vlakbij staat op een vergulde staander, waardoor zijn kostbare status nog verhoogd wordt. Het design van de staande schaal of tazza is geïnspireerd op Italiaanse prototypes. Er ligt gekonfijt fruit en snoepgoed in – het witte knoopsnoepje is gedecoreerd met bladgoud. Het zilveren mes op de voorgrond is hetzelfde mes dat we terugvinden op vijf andere schilderijen van Peeters. Haar naam is erin gegrift en het is van een type dat gewoonlijk als huwelijksgeschenk werd gegeven. De grote taart is versierd met kunstbloemen en takjes rozemarijn, waaraan oorringen hangen in de vorm van een aardbei. Versierde taarten werden gemaakt voor speciale gelegenheden, zoals huwelijksfeesten; het schilderij zou dan ook kunnen verwijzen naar een huwelijksbanket.
11
14
Clara Peeters Stilleven met fruit in een mand, dode vogels en een aap ca. 1615–21 Olie op eiken paneel, 47,4 x 65,6 cm Linksonder gesigneerd: ‘CLARA P[…]’ Antwerpen, privécollectie
Op een houten oppervlak staan een mand boordevol fruit, een doodshoofdaapje dat een hazelnoot eet, en diverse dode vogels (twee goudvinken, een ijsvogel, een papegaai en een gedeeltelijk zichtbare vink). Het spel van groene en rode tinten van de vruchten en de vogels domineert de hele scène. Alles is geschilderd met een nauwgezette aandacht voor detail, van het stoffige residu op de druiven, over de rode veren, tot de vezelige doppen van de hazelnoten. Apen in schilderijen hebben soms een symbolische betekenis, maar in dit geval werd hij wellicht geschilderd als een exotisch huisdier. Doodshoofdaapjes werden vanuit Amerika naar Europa verscheept. Uit tal van portretten en documenten weten we dat ze als huisdier gehouden werden. Isabella Clara Eugenia, bijvoorbeeld, die als aartshertogin heerste over de Zuidelijke Nederlanden, bedankte in 1605 in een brief de hertog van Lerma in Madrid voor de aap die hij haar gestuurd had. Ze noemde het “het beste geschenk dat je me had kunnen geven”.
12
CLARA PEETERS
13
A A N TA F E L !
Clara Peeters Stilleven met taart, zilveren tazza met snoepgoed, porselein, schelpen en oesters ca. 1612–13 Olie op paneel, 51,2 x 84,2 cm Op de rand van het mesheft gegrift: ‘. CLARA . PEETERS .’ Rusland, privécollectie
Op een tafel zien we voorwerpen uitgestald die de elite uit die tijd waardeerde, en etenswaren die ze haar gasten voorschotelde. Exotische schelpen, zoals we die hier links zien, werden verzameld en gebruikt als geschenken. De porseleinen kom vlakbij staat op een vergulde staander, waardoor zijn kostbare status nog verhoogd wordt. Het design van de staande schaal of tazza is geïnspireerd op Italiaanse prototypes. Er ligt gekonfijt fruit en snoepgoed in – het witte knoopsnoepje is gedecoreerd met bladgoud. Het zilveren mes op de voorgrond is hetzelfde mes dat we terugvinden op vijf andere schilderijen van Peeters. Haar naam is erin gegrift en het is van een type dat gewoonlijk als huwelijksgeschenk werd gegeven. De grote taart is versierd met kunstbloemen en takjes rozemarijn, waaraan oorringen hangen in de vorm van een aardbei. Versierde taarten werden gemaakt voor speciale gelegenheden, zoals huwelijksfeesten; het schilderij zou dan ook kunnen verwijzen naar een huwelijksbanket.
11
14
Clara Peeters Stilleven met fruit in een mand, dode vogels en een aap ca. 1615–21 Olie op eiken paneel, 47,4 x 65,6 cm Linksonder gesigneerd: ‘CLARA P[…]’ Antwerpen, privécollectie
Op een houten oppervlak staan een mand boordevol fruit, een doodshoofdaapje dat een hazelnoot eet, en diverse dode vogels (twee goudvinken, een ijsvogel, een papegaai en een gedeeltelijk zichtbare vink). Het spel van groene en rode tinten van de vruchten en de vogels domineert de hele scène. Alles is geschilderd met een nauwgezette aandacht voor detail, van het stoffige residu op de druiven, over de rode veren, tot de vezelige doppen van de hazelnoten. Apen in schilderijen hebben soms een symbolische betekenis, maar in dit geval werd hij wellicht geschilderd als een exotisch huisdier. Doodshoofdaapjes werden vanuit Amerika naar Europa verscheept. Uit tal van portretten en documenten weten we dat ze als huisdier gehouden werden. Isabella Clara Eugenia, bijvoorbeeld, die als aartshertogin heerste over de Zuidelijke Nederlanden, bedankte in 1605 in een brief de hertog van Lerma in Madrid voor de aap die hij haar gestuurd had. Ze noemde het “het beste geschenk dat je me had kunnen geven”.
12
CLARA PEETERS
15
A A N TA F E L !
Clara Peeters Stilleven met een slechtvalk en zijn prooi ca. 1612–21 Olie op eiken paneel, 33,3 x 45,7 cm Linksonder gesigneerd: ‘CLARA P’ Antwerpen, privécollectie
Een jonge mannelijke slechtvalk zit op een grijze patrijs. In de rieten mand liggen een spreeuw, een goudvink en drie vinken, en op de voorgrond liggen een goudvink en een ijsvogel – hun rode en blauwe veren voegen wat kleur toe aan de overheersend bruine tinten. Naast de mand ligt een houtsnip. Zijn hoofd strekte oorspronkelijk verder naar rechts uit, en werd bij nader inzien aangepast door de kunstenares. Dit stilleven zinspeelt op de valkerij, een type jacht dat sinds de middeleeuwen geassocieerd wordt met koninklijke huizen en de adel, en dat zijn aantrekkingskracht en prestige in de zeventiende eeuw nog niet verloren had. In 1613 werd er in de Zuidelijke Nederlanden een wet doorgevoerd die bedoeld was om het exclusieve recht van de adel op de jacht ‘de plume avec plume’ te vrijwaren. Dit schilderij moet in die culturele context bekeken worden.
13
16
Clara Peeters Stilleven met sperwer, gevogelte, porselein en schelpen 1611 Olie op eiken paneel, 50,4 x 71 cm Gesigneerd en gedateerd, op het rode aardewerken bord: ‘CLARA, P A.º 1611’ Madrid, Museo Nacional del Prado, P1619
Op de rand van een rieten mand zit een vrouwelijke Europees-Aziatische sperwer, een type vogel dat gebruikt werd voor de elitaire valkerij. In de mand ligt een mannelijke wilde eend, en achter de mand ligt een haan, zijn staartveren nog nauwelijks zichtbaar op de achtergrond. Er liggen twee jonge duiven op een rood bord. Ze werden alvast geplukt om bereid te worden. De kleine rode vogel rechts is een mannelijke gewone goudvink – Peeters koos hem waarschijnlijk vanwege zijn opvallende rode kleur, die prachtig is in combinatie met het groene hoofd van de wilde eend. De zachte lijfjes en veren van de vogels worden gecontrasteerd door de harde, fijne oppervlakken van het kraakporselein en de vier exotische schelpen. Het web van relaties op basis van de gelijkenissen en de verschillen tussen de vormen, kleuren en texturen, tussen de schelpen, de porseleinen schaaltjes en de vogels, is kenmerkend voor de kunst van Clara Peeters.
14
CLARA PEETERS
15
A A N TA F E L !
Clara Peeters Stilleven met een slechtvalk en zijn prooi ca. 1612–21 Olie op eiken paneel, 33,3 x 45,7 cm Linksonder gesigneerd: ‘CLARA P’ Antwerpen, privécollectie
Een jonge mannelijke slechtvalk zit op een grijze patrijs. In de rieten mand liggen een spreeuw, een goudvink en drie vinken, en op de voorgrond liggen een goudvink en een ijsvogel – hun rode en blauwe veren voegen wat kleur toe aan de overheersend bruine tinten. Naast de mand ligt een houtsnip. Zijn hoofd strekte oorspronkelijk verder naar rechts uit, en werd bij nader inzien aangepast door de kunstenares. Dit stilleven zinspeelt op de valkerij, een type jacht dat sinds de middeleeuwen geassocieerd wordt met koninklijke huizen en de adel, en dat zijn aantrekkingskracht en prestige in de zeventiende eeuw nog niet verloren had. In 1613 werd er in de Zuidelijke Nederlanden een wet doorgevoerd die bedoeld was om het exclusieve recht van de adel op de jacht ‘de plume avec plume’ te vrijwaren. Dit schilderij moet in die culturele context bekeken worden.
13
16
Clara Peeters Stilleven met sperwer, gevogelte, porselein en schelpen 1611 Olie op eiken paneel, 50,4 x 71 cm Gesigneerd en gedateerd, op het rode aardewerken bord: ‘CLARA, P A.º 1611’ Madrid, Museo Nacional del Prado, P1619
Op de rand van een rieten mand zit een vrouwelijke Europees-Aziatische sperwer, een type vogel dat gebruikt werd voor de elitaire valkerij. In de mand ligt een mannelijke wilde eend, en achter de mand ligt een haan, zijn staartveren nog nauwelijks zichtbaar op de achtergrond. Er liggen twee jonge duiven op een rood bord. Ze werden alvast geplukt om bereid te worden. De kleine rode vogel rechts is een mannelijke gewone goudvink – Peeters koos hem waarschijnlijk vanwege zijn opvallende rode kleur, die prachtig is in combinatie met het groene hoofd van de wilde eend. De zachte lijfjes en veren van de vogels worden gecontrasteerd door de harde, fijne oppervlakken van het kraakporselein en de vier exotische schelpen. Het web van relaties op basis van de gelijkenissen en de verschillen tussen de vormen, kleuren en texturen, tussen de schelpen, de porseleinen schaaltjes en de vogels, is kenmerkend voor de kunst van Clara Peeters.
14
CLARA PEETERS
17
A A N TA F E L !
Clara Peeters Stilleven met vis, kaars, artisjokken, krabben en garnalen 1611 Olie op eiken paneel, 50 x 72 cm Linksonder gesigneerd en gedateerd: ‘CLARA. P. A.º 1611.’ Madrid, Museo Nacional del Prado, P1621
In deze scène worden een koperen vergiet met een schuimspaan en twee artisjokken, gekookte krabben en garnalen, diverse zoetwatervissen, een beker van donker glas en een koperen kandelaar met een kaars zonder vlam met elkaar geharmoniseerd en gecontrasteerd. Weerspiegeld op het deksel van de Rijnlandse aardewerken kan zien we een zelfportret van de kunstenares. Dit is het vroegst bekende gedateerde stilleven met vissen. Dat wijst erop dat Clara Peeters een innovator was, wat wordt ondersteund door haar toewijding om realistische stillevens te schilderen, een nieuw genre in die tijd. Vis werd zeer veel gegeten in de Zuidelijke Nederlanden, gedeeltelijk doordat de kerkinstanties beperkingen oplegden in verband met het eten van vlees, soms zelfs tot drie dagen per week. Artisjokken waren tot kort daarvoor erg zeldzaam, en werden algemeen beschouwd als een afrodisiacum. In 1599 schreef een Engelse commentator dat ze “heel smakelijk zijn, en de urine en Venus prikkelen”. Veel schilders kozen ervoor artisjokken te schilderen.
15
18
Clara Peeters Stilleven met vissen, garnalen, oesters en rivierkreeften ca. 1612–21 Olie op eiken paneel, 37,7 x 49,9 cm Linksonder gesigneerd: ‘CLARA. P’ Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, inv. 834
Een karper ligt bovenop andere vissen in een rood aardewerken vergiet. Errond liggen twee gezouten haringen (de enige zoutwatervissen in het schilderij), drie gekookte rivierkreeften, garnalen, oesters en twee windvoorns. Al deze producten komen frequent voor in de rivieren en kustwateren van de Zuidelijke Nederlanden, waar Clara Peeters werkte. Er waren diverse redenen waarom schilderijen van vissen aantrekkelijk waren aan het begin van de zeventiende eeuw. Zo was er de interesse in het afbeelden van dieren en planten, die zich ontwikkeld had in het kielzog van de heropleving van het wetenschappelijke onderzoek. Op de feestdagen die opgelegd werden door de Christelijke doctrine, op bijna een derde van de dagen van het jaar, werd de voorkeur gegeven aan vis. Haring moest vanwege zijn hoge vetgehalte, waardoor hij snel rot, meteen na de vangst gepekeld worden. Zoetwatervissen werden op de vismarkten levend verkocht en vers gegeten.
16
CLARA PEETERS
17
A A N TA F E L !
Clara Peeters Stilleven met vis, kaars, artisjokken, krabben en garnalen 1611 Olie op eiken paneel, 50 x 72 cm Linksonder gesigneerd en gedateerd: ‘CLARA. P. A.º 1611.’ Madrid, Museo Nacional del Prado, P1621
In deze scène worden een koperen vergiet met een schuimspaan en twee artisjokken, gekookte krabben en garnalen, diverse zoetwatervissen, een beker van donker glas en een koperen kandelaar met een kaars zonder vlam met elkaar geharmoniseerd en gecontrasteerd. Weerspiegeld op het deksel van de Rijnlandse aardewerken kan zien we een zelfportret van de kunstenares. Dit is het vroegst bekende gedateerde stilleven met vissen. Dat wijst erop dat Clara Peeters een innovator was, wat wordt ondersteund door haar toewijding om realistische stillevens te schilderen, een nieuw genre in die tijd. Vis werd zeer veel gegeten in de Zuidelijke Nederlanden, gedeeltelijk doordat de kerkinstanties beperkingen oplegden in verband met het eten van vlees, soms zelfs tot drie dagen per week. Artisjokken waren tot kort daarvoor erg zeldzaam, en werden algemeen beschouwd als een afrodisiacum. In 1599 schreef een Engelse commentator dat ze “heel smakelijk zijn, en de urine en Venus prikkelen”. Veel schilders kozen ervoor artisjokken te schilderen.
15
18
Clara Peeters Stilleven met vissen, garnalen, oesters en rivierkreeften ca. 1612–21 Olie op eiken paneel, 37,7 x 49,9 cm Linksonder gesigneerd: ‘CLARA. P’ Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, inv. 834
Een karper ligt bovenop andere vissen in een rood aardewerken vergiet. Errond liggen twee gezouten haringen (de enige zoutwatervissen in het schilderij), drie gekookte rivierkreeften, garnalen, oesters en twee windvoorns. Al deze producten komen frequent voor in de rivieren en kustwateren van de Zuidelijke Nederlanden, waar Clara Peeters werkte. Er waren diverse redenen waarom schilderijen van vissen aantrekkelijk waren aan het begin van de zeventiende eeuw. Zo was er de interesse in het afbeelden van dieren en planten, die zich ontwikkeld had in het kielzog van de heropleving van het wetenschappelijke onderzoek. Op de feestdagen die opgelegd werden door de Christelijke doctrine, op bijna een derde van de dagen van het jaar, werd de voorkeur gegeven aan vis. Haring moest vanwege zijn hoge vetgehalte, waardoor hij snel rot, meteen na de vangst gepekeld worden. Zoetwatervissen werden op de vismarkten levend verkocht en vers gegeten.
16
CLARA PEETERS
19
A A N TA F E L !
Clara Peeters Stilleven met snoepgoed, granaatappel, vergulde beker en porselein ca. 1612
20
Olie op eiken paneel, 45,5 x 33 cm Linksonder gesigneerd: ‘CLARA PEETERS’ Privécollectie
Sommige historici geloven dat schilderijen van dit type bedoeld waren als een waarschuwing tegen rijkdom, en als herinnering dat men moet kiezen tussen het spirituele en het materiële. Het is echter veel waarschijnlijker dat ze beschouwd werden als de geschilderde versies van elegante uitstallingen, geschikt om bijvoorbeeld in de eetkamer van een welgestelde familie te hangen. Volgens een zestiende-eeuws Italiaans kookboek moet een formele maaltijd het volgende bevatten: “gouden en zilveren borden, porseleinen schalen en bekers, vruchten en andere koude zaken, marsepeincreaties in diverse vormen, suikergoed, koekjes, altijd opgerolde wafels, granaatappels, en nog veel andere etenswaren”. Het lijkt wel een beschrijving van dit schilderij. Het koekje in de vorm van de letter ‘P’ verwijst vermoedelijk naar de naam van de kunstenares. Op het opgerolde wafeltje (sigaar) zie je de ingebakken afdruk van het wafelijzer. Wafels waren moeilijk te maken en werden daarom voorbehouden voor speciale gelegenheden. Peeters gebruikte de verguld zilveren beker en de kraakporseleinen borden in diverse van haar schilderijen.
17
Clara Peeters Stilleven met haring, kersen, artisjok, kruik en een porseleinen schaaltje met boter 1612 Olie op eiken paneel, 45,5 x 33,5 cm Linksonder gesigneerd en gedateerd: ‘CLARA P. Ao 1612’ Privécollectie
Op een plank ligt een assortiment etenswaren klaar om opgegeten te worden. Er ligt een gerookte en gesneden haring op een rood aardewerken bord. Bovenop een donker brood staat een wit bordje van Chinees kraakporselein met boterkrullen erop. Wie porselein bezat, werd als kosmopolitisch en ‘trendy’ beschouwd. Kersen werden al sinds de Romeinse tijd gekweekt in Noord-Europa. Hun heldere rode kleur past bij het rode bord met de haring. Peeters schilderde artisjokken op diverse van haar schilderijen. Ze waren zeldzaam tot de tweede helft van de zestiende eeuw, en werden algemeen beschouwd als een afrodisiacum. Dit type aardewerken kan werd gemaakt in Raeren, en werd meestal gebruikt om bier te serveren. Op zijn metalen deksel zien we een vaag zelfportret van de kunstenares. Peeters schilderde vaak vergelijkbare beelden van haarzelf in haar schilderijen, als een vorm van zelfbevestiging.
18
CLARA PEETERS
19
A A N TA F E L !
Clara Peeters Stilleven met snoepgoed, granaatappel, vergulde beker en porselein ca. 1612
20
Olie op eiken paneel, 45,5 x 33 cm Linksonder gesigneerd: ‘CLARA PEETERS’ Privécollectie
Sommige historici geloven dat schilderijen van dit type bedoeld waren als een waarschuwing tegen rijkdom, en als herinnering dat men moet kiezen tussen het spirituele en het materiële. Het is echter veel waarschijnlijker dat ze beschouwd werden als de geschilderde versies van elegante uitstallingen, geschikt om bijvoorbeeld in de eetkamer van een welgestelde familie te hangen. Volgens een zestiende-eeuws Italiaans kookboek moet een formele maaltijd het volgende bevatten: “gouden en zilveren borden, porseleinen schalen en bekers, vruchten en andere koude zaken, marsepeincreaties in diverse vormen, suikergoed, koekjes, altijd opgerolde wafels, granaatappels, en nog veel andere etenswaren”. Het lijkt wel een beschrijving van dit schilderij. Het koekje in de vorm van de letter ‘P’ verwijst vermoedelijk naar de naam van de kunstenares. Op het opgerolde wafeltje (sigaar) zie je de ingebakken afdruk van het wafelijzer. Wafels waren moeilijk te maken en werden daarom voorbehouden voor speciale gelegenheden. Peeters gebruikte de verguld zilveren beker en de kraakporseleinen borden in diverse van haar schilderijen.
17
Clara Peeters Stilleven met haring, kersen, artisjok, kruik en een porseleinen schaaltje met boter 1612 Olie op eiken paneel, 45,5 x 33,5 cm Linksonder gesigneerd en gedateerd: ‘CLARA P. Ao 1612’ Privécollectie
Op een plank ligt een assortiment etenswaren klaar om opgegeten te worden. Er ligt een gerookte en gesneden haring op een rood aardewerken bord. Bovenop een donker brood staat een wit bordje van Chinees kraakporselein met boterkrullen erop. Wie porselein bezat, werd als kosmopolitisch en ‘trendy’ beschouwd. Kersen werden al sinds de Romeinse tijd gekweekt in Noord-Europa. Hun heldere rode kleur past bij het rode bord met de haring. Peeters schilderde artisjokken op diverse van haar schilderijen. Ze waren zeldzaam tot de tweede helft van de zestiende eeuw, en werden algemeen beschouwd als een afrodisiacum. Dit type aardewerken kan werd gemaakt in Raeren, en werd meestal gebruikt om bier te serveren. Op zijn metalen deksel zien we een vaag zelfportret van de kunstenares. Peeters schilderde vaak vergelijkbare beelden van haarzelf in haar schilderijen, als een vorm van zelfbevestiging.
18
CLARA PEETERS
21
A A N TA F E L !
Clara Peeters Stilleven met kazen, amandelen en krakelingen ca. 1612–15 Olie op eiken paneel, 34,5 x 49,5 cm Op de rand van het mesheft gegrift: ‘. CLARA . PEETERS .’ Den Haag, Mauritshuis
Op een tinnen bord staan een Edammerkaas, een grotere kaas, wellicht uit Gouda, en een kleinere, driehoekige schapenkaas. Bovenop de kazen staat een majolicabord met boter. Op de voorgrond liggen twee krakelingen, een zilveren mes waarin de naam van de kunstenares gegrift is, en een blauw-wit porseleinen bord met amandelen, gedroogde vijgen en rozijnen. Het bord is van kraakporselein, een type porselein dat tijdens het bewind van keizer Wanli (1573–1620) en zijn opvolgers vervaardigd werd in de Chinese provincie Jiangxi. De kleur van het bord is prachtig bewaard gebleven doordat Peeters in dit schilderij ultramarijnblauw gebruikte. Achteraan staan een glas met deksel à la façon de Venise en een aardewerken kruik. Op zijn metalen deksel zien we een zelfportret van de kunstenares. De zelfportretten waren – net als de inscriptie op het mes – haar manier om erkenning te krijgen, wat niet gemakkelijk was voor vrouwelijke kunstenaars in de zeventiende eeuw.
19
22
Clara Peeters Stilleven met kazen, garnalen en rivierkreeften ca. 1612–21 Olie op eiken paneel, 40,8 x 57,9 cm Op de rand van het mesheft gegrift: ‘. CLARA . PEETERS .’ Antwerpen, privécollectie
De meeste voorwerpen op dit stilleven vinden we ook, met variaties, terug op andere schilderijen van Clara Peeters. Door elementen te herhalen creëerde Peeters haar ‘merk’, een set van voorwerpen die met haar kunst geïdentificeerd konden worden. Door de voorwerpen telkens op verschillende manieren te combineren, voorkwam ze de indruk van overvloedige herhaling, waardoor haar schilderijen als versies in plaats van als onafhankelijke kunstwerken beschouwd zouden worden. De roodachtige kleur van de rivierkreeften en de garnalen, evenals hun gebogen staarten, wijzen erop dat ze al gekookt waren. Dergelijke schaaldieren waren al eeuwenlang een gangbaar voedingsmiddel. Net als kaas werden ze vaak gegeten op de vastendagen, die in de zeventiende eeuw een groot deel van het jaar innamen. Het schilderij combineert een uitmuntend kunstenaarstalent en opvallende voorwerpen met een verwijzing naar de vasten, en mogelijk was dat een van de aantrekkelijke kenmerken van dit schilderij.
20
CLARA PEETERS
21
A A N TA F E L !
Clara Peeters Stilleven met kazen, amandelen en krakelingen ca. 1612–15 Olie op eiken paneel, 34,5 x 49,5 cm Op de rand van het mesheft gegrift: ‘. CLARA . PEETERS .’ Den Haag, Mauritshuis
Op een tinnen bord staan een Edammerkaas, een grotere kaas, wellicht uit Gouda, en een kleinere, driehoekige schapenkaas. Bovenop de kazen staat een majolicabord met boter. Op de voorgrond liggen twee krakelingen, een zilveren mes waarin de naam van de kunstenares gegrift is, en een blauw-wit porseleinen bord met amandelen, gedroogde vijgen en rozijnen. Het bord is van kraakporselein, een type porselein dat tijdens het bewind van keizer Wanli (1573–1620) en zijn opvolgers vervaardigd werd in de Chinese provincie Jiangxi. De kleur van het bord is prachtig bewaard gebleven doordat Peeters in dit schilderij ultramarijnblauw gebruikte. Achteraan staan een glas met deksel à la façon de Venise en een aardewerken kruik. Op zijn metalen deksel zien we een zelfportret van de kunstenares. De zelfportretten waren – net als de inscriptie op het mes – haar manier om erkenning te krijgen, wat niet gemakkelijk was voor vrouwelijke kunstenaars in de zeventiende eeuw.
19
22
Clara Peeters Stilleven met kazen, garnalen en rivierkreeften ca. 1612–21 Olie op eiken paneel, 40,8 x 57,9 cm Op de rand van het mesheft gegrift: ‘. CLARA . PEETERS .’ Antwerpen, privécollectie
De meeste voorwerpen op dit stilleven vinden we ook, met variaties, terug op andere schilderijen van Clara Peeters. Door elementen te herhalen creëerde Peeters haar ‘merk’, een set van voorwerpen die met haar kunst geïdentificeerd konden worden. Door de voorwerpen telkens op verschillende manieren te combineren, voorkwam ze de indruk van overvloedige herhaling, waardoor haar schilderijen als versies in plaats van als onafhankelijke kunstwerken beschouwd zouden worden. De roodachtige kleur van de rivierkreeften en de garnalen, evenals hun gebogen staarten, wijzen erop dat ze al gekookt waren. Dergelijke schaaldieren waren al eeuwenlang een gangbaar voedingsmiddel. Net als kaas werden ze vaak gegeten op de vastendagen, die in de zeventiende eeuw een groot deel van het jaar innamen. Het schilderij combineert een uitmuntend kunstenaarstalent en opvallende voorwerpen met een verwijzing naar de vasten, en mogelijk was dat een van de aantrekkelijke kenmerken van dit schilderij.
20
CLARA PEETERS
23
A A N TA F E L !
(omgeving van) Clara Peeters Bloemen in een roemer, met een sprinkhaan en een kikker Olie op paneel, 26 x 20,9 cm Antwerpen, Museum Mayer van den Bergh, MMB.0193
Cat. nrs. 23 en 24 zijn pendanten, ze werden gemaakt om samen opgehangen te worden. De bloemen zijn geschikt in een roemer, een wijnglas waarvan de stam voorzien is van noppen in de vorm van bramen of stekelige punten. Het prototype van dit glas werd omstreeks 1500 in Duitsland vervaardigd uit groen woudglas. Deze boeketjes zijn typische vanitasstukken of vergankelijkheidssymbolen die verwijzen naar de vluchtigheid van ons aardse bestaan. In de ene tuil domineert de witte bolpapaver, in de andere de tulp. De schoonheid die op het paneel is vastgelegd, is echter voor de eeuwigheid bestemd. Opvallend in de iconografie van Clara Peeters is het gebruik van rozemarijn, niet alleen in haar bloemtuilen, maar ook op taarten. Rozemarijn verbeeldde vriendschap, liefde en trouw. Op stillevens werden vaak insecten of andere kleine dieren geschilderd die de symboliek kracht bijzetten. De knagende muis verwijst naar de tand des tijds. De kikker en de sprinkhaan zijn vijandig tegenover elkaar afgebeeld, maar de kikker vormt duidelijk de grootste dreiging. Ook hier loert de dood om de hoek. Dergelijke aantrekkelijke bloemstillevens dienden tot in de 18e eeuw als inspiratiebron voor vele schilders.
21
24
(omgeving van) Clara Peeters Bloemen in een glas, met een muis en een korenaar Olie op paneel, 25,5 x 20,5 cm, Antwerpen, Museum Mayer van den Bergh, MMB.0194
Zie cat. nr. 23
22
CLARA PEETERS
23
A A N TA F E L !
(omgeving van) Clara Peeters Bloemen in een roemer, met een sprinkhaan en een kikker Olie op paneel, 26 x 20,9 cm Antwerpen, Museum Mayer van den Bergh, MMB.0193
Cat. nrs. 23 en 24 zijn pendanten, ze werden gemaakt om samen opgehangen te worden. De bloemen zijn geschikt in een roemer, een wijnglas waarvan de stam voorzien is van noppen in de vorm van bramen of stekelige punten. Het prototype van dit glas werd omstreeks 1500 in Duitsland vervaardigd uit groen woudglas. Deze boeketjes zijn typische vanitasstukken of vergankelijkheidssymbolen die verwijzen naar de vluchtigheid van ons aardse bestaan. In de ene tuil domineert de witte bolpapaver, in de andere de tulp. De schoonheid die op het paneel is vastgelegd, is echter voor de eeuwigheid bestemd. Opvallend in de iconografie van Clara Peeters is het gebruik van rozemarijn, niet alleen in haar bloemtuilen, maar ook op taarten. Rozemarijn verbeeldde vriendschap, liefde en trouw. Op stillevens werden vaak insecten of andere kleine dieren geschilderd die de symboliek kracht bijzetten. De knagende muis verwijst naar de tand des tijds. De kikker en de sprinkhaan zijn vijandig tegenover elkaar afgebeeld, maar de kikker vormt duidelijk de grootste dreiging. Ook hier loert de dood om de hoek. Dergelijke aantrekkelijke bloemstillevens dienden tot in de 18e eeuw als inspiratiebron voor vele schilders.
21
24
(omgeving van) Clara Peeters Bloemen in een glas, met een muis en een korenaar Olie op paneel, 25,5 x 20,5 cm, Antwerpen, Museum Mayer van den Bergh, MMB.0194
Zie cat. nr. 23
22
Colofon Concept tentoonstelling Alejandro Vergara, senior curator van Vlaamse en Noord-Europese Schilderijen in het Museo Nacional del Prado Teksten Inleiding en catalogusnummers 9-20: Alejandro Vergara Catalogusnummers 1, 3-4: Nico Van Hout Catalogusnummers 2, 5-8, 21-22: Hildegard Van de Velde Vertaling Liesbet Coppens – Palabra bvba Revisie Luc Philippe Vormgeving Anne Van den Berghe Drukwerkcoördinator Eddy Moyaers Coördinatie, communicatie en educatie Bert Peeters, Patrick Wuytack, Ilya Depuydt, Hildegard Van de Velde, Nico van Hout, Veerle De Meester, Véronique van Passel, An Sijsmans, Babette Cooijmans, Wenke Mast, Birgit Pluvier, Sanne Van de Werf, Tineke Thielman, Elly Buggenhout, Nathalie Pauwels Coverbeeld Clara Peeters, Gedekte tafel (detail), © Museo Nacional del Prado, Madrid.
www.rockoxhuis.be www.kmska.be
Verantwoordelijke uitgevers: VZW Museum Nicolaas Rockox, Keizerstraat 12, 2000 Antwerpen en KMSKA, Lange Kievitstraat 111-113 bus 100, 2018 Antwerpen
Colofon Concept tentoonstelling Alejandro Vergara, senior curator van Vlaamse en Noord-Europese Schilderijen in het Museo Nacional del Prado Teksten Inleiding en catalogusnummers 9-20: Alejandro Vergara Catalogusnummers 1, 3-4: Nico Van Hout Catalogusnummers 2, 5-8, 21-22: Hildegard Van de Velde Vertaling Liesbet Coppens – Palabra bvba Revisie Luc Philippe Vormgeving Anne Van den Berghe Drukwerkcoördinator Eddy Moyaers Coördinatie, communicatie en educatie Bert Peeters, Patrick Wuytack, Ilya Depuydt, Hildegard Van de Velde, Nico van Hout, Veerle De Meester, Véronique van Passel, An Sijsmans, Babette Cooijmans, Wenke Mast, Birgit Pluvier, Sanne Van de Werf, Tineke Thielman, Elly Buggenhout, Nathalie Pauwels Coverbeeld Clara Peeters, Gedekte tafel (detail), © Museo Nacional del Prado, Madrid.
www.rockoxhuis.be www.kmska.be
Verantwoordelijke uitgevers: VZW Museum Nicolaas Rockox, Keizerstraat 12, 2000 Antwerpen en KMSKA, Lange Kievitstraat 111-113 bus 100, 2018 Antwerpen
www.rockoxhuis.be www.kmska.be Een samenwerking van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, het Rockoxhuis en het Museo Nacional del Prado, Madrid