Workshop
‘Het gedrag van een pasgeboren baby en borstvoeding’ Elke baby is anders Elke moeder is anders Elke vader is anders Iedereen met zijn eigen behoeftes. Baby’s laten op hun eigen manier zien als ze iets nodig hebben. Je hebt tijd nodig om de behoeftes van je baby te herkennen. Gedrag van een baby in de eerste 24 uur na de geboorte •
Eerste 2 uur na de geboorte: de baby is wakker en alert. Dit is het beste moment om je baby voor de eerste keer aan de borst te leggen.
•
2 tot 20 uur na de geboorte: de baby slaapt. Diepe slaapmomenten worden afgewisseld met lichte slaapmomenten.
•
20 tot 24 uur na de geboorte: de baby is weer wakker.
Eerste 2 uur na de geboorte Meteen na de geboorte wordt de baby bij de moeder op de buik gelegd, zodat ze samen kunnen bijkomen en kennis kunnen maken. Door dit eerste huid op huidcontact blijft de baby lekker warm, heeft hij een betere hartslag en zuurstofopname, ervaart hij weinig stress en voelt hij zich veilig en gerustgesteld. Al heel snel, soms al na enkele minuten en bijna altijd binnen 1 uur, zal de baby signalen geven dat hij wil zuigen. Hij zal gaan zoeken met zijn mondje of hapbewegingen maken eventueel met speekselvorming. Dit is een goed moment om de baby aan de borst te leggen. De eerste 2 uur na de geboorte is een baby alert en heeft een sterke zuigreflex. Als een baby binnen 2 uur na de geboorte aan de borst gelegd wordt, vindt er inprenting van het zuigen plaats.
2 tot 20 uur na de geboorte De baby slaapt. Diepe slaapmomenten worden afgewisseld met lichte slaapmomenten. Een baby in diepere slaap is lastig aan de borst te leggen. In deze uren zal hij regelmatig lichter slapen en signalen afgeven dat hij aan de borst gelegd kan worden.
Deze signalen zijn: •
slapend lichte zuigbewegingen maken met zijn mondje
•
zijn mondje gaat open en dicht (hapbewegingen)
•
tong uitsteken en speekselvorming
•
sabbelen op zijn handje
Dit zijn echter minimale signalen en om deze te herkennen hou je je baby bij je in de buurt. Soms zit er 1 uur tussen een aanlegmoment, maar er kan ook meer tijd tussen zitten, bijvoorbeeld 2 of 3 uur. De baby krijgt iedere keer een kleine slok moedermelk binnen en dit zijn goede oefenmomenten om goed aan de borst te leren drinken. Dit gaat gemakkelijker als je voedt wanneer de baby het aangeeft: ‘voeden op verzoek’.
20 tot 24 uur na de geboorte Meestal is een baby tussen het 20e en 24e uur na de geboorte wakker. Omdat de meeste baby’s in de avond of nacht geboren worden, mag je ervan uitgaan dat dit moment ook in de avond of nacht valt. De baby wil dan vaak gevoed worden en wisselt dit af met korte, lichte slaap momenten. Dit moment wordt vaak ervaren als onrust, maar weet dat dit normaal is. Na de eerste 24 uur De baby zal wakkerder zijn en vaak om een voeding vragen. Dat kan wel 8 tot 12 keer per 24 uur zijn. Dit is vooral om de aanmaak van moedermelk te stimuleren. De baby heeft vaak kleine beetjes melk nodig om zijn bloedsuiker en temperatuur op peil te houden en om te laxeren.
Voedingssignalen Let op de eerste signalen die een baby geeft, zodat je hem aan de borst kunt leggen voordat hij huilt: •
bewegen van armen en benen
•
hapbewegingen maken met zijn mondje
•
op de handjes zuigen
•
grimassen maken
•
wakker liggen
•
beetje mopperen
Als de baby zich niet zelf meldt voor een voeding, dan maak je hem 3 uur na het begin van de vorige voeding wakker. Er zijn altijd baby’s die niet uit zichzelf wakker worden. Eén keer per
24 uur mag een
baby 5 tot 6 uur slapen. Het is fijn als deze periode ‘s nachts valt. Daar heb
je de meeste kans op als je overdag vaak voedt.
Nachtvoedingen Maar nachtvoedingen horen erbij. Als een baby ‘s nachts 5 tot 6 uur slaapt, mag je zeggen dat de baby doorslaapt. Maar meestal gaat in de eerste weken, soms maanden, het ritme van om de 2 tot 3 uur voeden gewoon door.
Clustervoedingen Vaak is er één moment op de dag dat een baby langer wakker is en vaak korte voedingen wil. Deze clustervoedingen zullen regelmatig voorkomen en meestal in de vroege avond. Vaak volgt er daarna een langere slaaptijd en waarin ook de moeder haar rust kan nemen. Na de stuwing komt de melkproductie goed op gang. De baby kan dan meer drinken per keer en zal er langere tijd tussen voedingen zitten. Toch is het normaal dat de baby elke 2 tot 3 uur aan de borst wil. Dit kan voorlopig dag en nacht doorgaan. Het is dus goed om daar rekening mee te houden. Een baby kent immers de klok nog niet. Het aantal voedingen per 24 uur kan variëren van 6 tot 8 keer, soms nog vaker. Het is pas een probleem als je er een probleem van maakt. Zorg voor voldoende rust. Deze workshop werd verzorgd door Nellie Schonenberg Lactatiekundige IBCLC T: 0486-41 31 14 M: 06-10 63 78 16
Workshop
‘Aanleggen en kolven’ Je baby aan de borst De eerste keer dat je je kindje aan de borst hebt, is veelal al binnen één uur na de geboorte. Het is belangrijk om dat al in het eerste uur na de geboorte te doen, omdat: •
de baby is wakker en alert
•
een positieve eerste ervaring voor de baby
•
de baby ervaart minder stress
•
de baby krijgt colostrum binnen
•
eerste inprenting
•
de baarmoeder trekt goed samen
•
de melkproductie komt vlot op gang
Wanneer ga je aanleggen? Heb je je kindje dicht bij je dan kan je alle kleine signaaltjes opvangen die je kindje geeft en zo laat zien dat hij/zij aan het ontwaken is en wil drinken. De eerste voedingssignalen die je kindje laat zien, zijn het ontwaken, het bewegen van het mondje, brengt de handjes naar de mond en begint te sabbelen/zuigen op de knuistjes. Huilen is een laat signaal! Het aanleggen Stap 1: Neem een ontspannen houding aan. Stap 2: Leg je kindje op de zij met oor, schouder en heup in een lijn. Op deze manier heeft je kindje een goede houding om rustig te drinken. Stap 3: Zorg er voor dat het neusje ter hoogte van je tepel ligt; een baby hapt altijd naar boven toe en kan zo een mooie hap naar de tepel maken. Stap 4: Voor een goede hap naar de tepel moet het mondje wijd openen waardoor je baby niet alleen de tepel in de mond heeft, maar ook een gedeelte van de tepelhof. De lipjes zijn bij het aanzuigen naar buiten gekruld en je baby heeft een mooie grote ‘hap’ van je borst in de mond. Aanleggen in de kraamweek In de kraamweek heb je veel tijd nodig om te wennen aan je kindje. Er gaat veel tijd zitten in het leren geven van borstvoeding. Het is heel normaal als je kindje 8 tot 12 keer per dag wil drinken, zowel overdag als ’s nachts. De kraamweek is daardoor soms erg intensief en overweldigend. Zie het als een leerperiode voor jou en je kindje.
Iedere voeding bied je beide borsten aan en laat je kindje drinken totdat hij/zij voldaan is. De borst die je als laatste van de twee hebt gehad, bied je weer als eerste aan. Drinkt je kindje maar aan één kant, dan bied je bij de volgende voeding de borst aan waaraan nog niet was gedronken. Pijn is een signaal! Je borsten kunnen vooral bij het aanzuigen in het begin erg gevoelig zijn (misschien waren ze dit ook al tijdens de zwangerschap), maar borstvoeding geven mag geen pijn doen. Wanneer je veel pijn hebt met het voeden van je kindje, dan is er vaak iets aan de hand. Bij pijn haal je je kindje dan ook weer van je borst af door met je pink in de mondhoek van je baby het vacuüm te verbreken. Blijft de pijn aanhouden vraag dan hulp van je kraamverzorgster of schakel een lactatiekundige in. Wat als aanleggen niet lukt? Wanneer je voor problemen komt te staan waardoor het aanleggen niet goed gaat, dan kun je om de moedermelkproductie op gang te brengen, starten met kolven. Welke borstkolf bij je past, is heel persoonlijk. Wij adviseren om nog geen kolf te kopen op het moment dat je nog zwanger bent. Als je kindje geboren is, weet je pas waar je behoefte aan hebt. Dan is het verstandig om te gaan kijken welke borstpomp het beste bij je past. Belangrijke overwegingen zijn: •
is de borstvoeding goed op gang?
•
wil je werken en borstvoeding gaan combineren?
•
zo ja, hoeveel dagen ga je werken?
•
is dit je eerste zwangerschap en bestaat de kans dat je kolf nog vaker gaat gebruiken?
De borstpompen die op de markt zijn te onderscheiden in: •
een handkolf (bijv. de Medela Harmony) voor incidenteel kolven.
•
een enkele elektrische kolf (bijv. de Medela Swing) voor ongeveer 9 keer per week kolven.
•
een dubbele elektrische kolf (bijv. de Medela Freestyle), hiermee kun je alle voedingen kolven.
•
Een verhuurkolf, borstkolf Sympony.
Het huren van een kolf wordt vaak aangeraden door de kraamverzorgende in de kraamtijd. Deze kolf wordt vaak gebruikt als de borstvoeding niet goed op gang komt, bij borstontstekingen en bij te vroeg geboren kinderen. Deze optie is vaak voor kortere tijd. Wil je voor langere tijd gaan kolven, dan is het aan te raden om een eigen kolf aan te schaffen. De medewerkers van de Thuiszorgwinkel Pantein kunnen u uitstekend adviseren welke borstpomp het beste aansluit bij uw behoefte.
Deze workshop werd verzorgd door door Chantal Bosma Lactatiekundige Borstvoeding Venray T: 06-46 45 43 03 E:
[email protected] I: www.borstvoedingvenray.nl Rita Lamers, verloskundige Maasziekenhuis Pantein
[email protected] Marjo van den Heuvel, medewerker Thuiszorgwinkel Pantein T: 0485-84 57 25 E:
[email protected]
Workshop
‘Borstvoeding: welke hobbels kun je tegenkomen?’ Spruw (schimmelinfectie) Hoe herken je het? •
Bij de moeder: onder andere pijnlijke tepels, stekend gevoel in de borst, jeuk en schilferige tepels.
•
Bij de baby: onder andere parelmoerachtige glans op de kaakjes, witte aanslag op de tong die niet te verwijderen is, klakken tijdens het drinken, meer krampjes en flinke luieruitslag.
•
Deze symptomen kunnen samen voorkomen, maar ook ieder apart.
Hoe kom je er van af? •
Moeder én kind worden behandeld met medicijnen.
•
Meer informatie over spruw is ook te lezen op de website www.borstvoedingnatuurlijk.nl: http://borstvoedingnatuurlijk.nl/Upload/Bestanden/427606_deel_2_IB_1.pdf
Borstontsteking Hoe herken je het? •
Harde plekken in de borst.
•
Plotseling opkomend grieperig gevoel met hoge koorts.
Hoe kom je er van af? •
De moeder moet rust nemen, niet de borst.
•
Wanneer het langer dan 24 uur aanhoudt, neem dan contact op met de huisarts.
•
Krijg je een antibioticakuur, wees dan alert op spruw.
Tepelkloven Hoe herken je het? Pijnlijke wondjes op of naast de tepel. Hoe kom je er van af? •
Na de voeding insmeren met wat moedermelk, aan de lucht laten drogen.
•
Eventueel insmeren met Purelan (pure wolvet).
•
Goed (laten) kijken naar het aanleggen.
•
Wanneer het niet overgaat: het kan spruw zijn.
Te weinig melk Hoe herken je het? •
Het kindje komt minder dan 120 gram per week aan.
•
Minder dan 5 volle plasluiers.
•
Het kindje blijft om melk vragen of is juist erg slaperig.
Hoe kom je er van af? •
Voeden op verzoek.
•
Goed (laten) kijken naar het aanleggen.
•
Neem contact op met de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk of een lactatiekundige!
Te veel melk Hoe herken je het? •
Het kindje groeit meer dan 300 gram per week.
•
Het kindje laat veel los, moet veel boeren, heeft veel last van krampjes en geeft veel melk terug.
•
Soms is er sprake van groene en/of schuimende ontlasting en/of witte vlokjes. Neem dan contact op met de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk of een lactatiekundige!
Normale situatie situatie •
Het kindje groeit 120 tot 300 gram per week.
•
Minimaal 5 plofluiers per dag.
•
Het kindje krijgt voeding op verzoek. In het begin 8 tot 12 keer per 24 uur.
•
Het kindje is alert en ontwikkelt zich goed. Blijf vooral zo doorgaan. Bij twijfel kun je altijd contact opnemen met de Vereniging Borstvoeding Natuurlijk.
Deze workshop werd verzorgd door Ellen van Steenveldt Vereniging Borstvoeding Natuurlijk (VBN) T: 06-13 17 74 53 E:
[email protected] I: www.borstvoedingnatuurlijk.nl
April 2015 – versie 2.0 BVO002