Borstvoeding en uw baby op de couveuseafdeling
OPNAME OP DE COUVEUSEAFDELING De opname van uw baby op de couveuseafdeling is een ingrijpende en vaak onverwachte gebeurtenis, die bij u veel vragen kan oproepen over onder andere het geven van borstvoeding. Met moedermelk geeft u uw baby de beste start in een toch al kwetsbare periode; uw melk is aangepast aan de leeftijd en de behoefte van uw baby en u levert een belangrijke en unieke bijdrage aan de gezondheid en het welbevinden van uw baby. Dit boekje informeert u in het algemeen over het geven van borstvoeding in relatie tot de opname van uw kindje op de couveuseafdeling. Het bevat suggesties en wetenswaardigheden omtrent borstvoeding en baby’s die extra zorg nodig hebben. Daarnaast is dit boekje bedoeld om een goede communicatie te bewerkstellingen tussen u, de couveuseafdeling en de kraamafdeling. Afspraken omtrent het kolven, de verzorging van uw baby enzovoort worden genoteerd, zodat de begeleiding en adviezen goed op elkaar afgestemd zijn. Wij doen er alles aan om het geven van borstvoeding zo succesvol mogelijk te laten verlopen, en wij begeleiden u daarbij graag.
Borstvoeding en uw baby op de couveuseafdeling Het is een verwarrende tijd als uw kindje opgenomen moet worden zo vlak na de geboorte. U maakt zich misschien zorgen, maar mogelijk bent u ook teleurgesteld. Omdat u niet 24 uur per dag bij uw baby kunt zijn, kunt u eventueel een spuugdoekje of een zacht knuffeltje een paar uur op uw huid leggen en een paar druppeltjes moedermelk erop laten vloeien. Als u dit vervolgens in de couveuse legt, raakt uw baby vertrouwd met uw lichaamsgeur en gaat u nog sneller herkennen en associëren met moeder en melk. Baby’s kunnen al heel vroeg de geur van hun ouders onderscheiden.
1
Het kan zijn dat u nog helemaal niet bezig bent met het onderwerp borstvoeding of dat u nog niet hebt besloten wat voor soort voeding u wilt gaan geven. Het is belangrijk om u te realiseren dat moedermelk in deze levensfase van uw baby heel waardevol is omdat het alle stoffen bevat die uw kind op dit moment hard nodig heeft. De meeste kinderen in de couveuse mogen al vrij vroeg kleine hoeveelheden melk krijgen; hetzij via de sonde, hetzij via een cupje of heel misschien direct uit de borst. U beschermt uw baby tegen infecties door zijn afweersysteem te ondersteunen met de antistoffen die u via uw melk doorgeeft. Het is daarom belangrijk dat u snel start met afkolven, zodat uw kind snel kan profiteren van de unieke waarde van moedermelk. Het aanleggen aan de borst is voor veel moeders en premature baby’s geen eenvoudige zaak. U hebt hierbij in het begin vast en zeker hulp nodig omdat uw baby nog niet voldoende kracht heeft om de borst zelf te pakken en te drinken. Het hele proces van aanhappen en uiteindelijk een gevuld maagje verloopt veelal in kleine stapjes. Dat begint en eindigt bij: - het hoofdje richting borst draaien; - ruiken en proeven van een druppeltje melk uit de borst; - openen van het mondje: - tepel en tepelhof aanzuigen en wat zuigbewegingen maken; - korte tijd aan de borst liggen en wat drinken; - volledige voeding uit de borst kunnen halen; - uw baby volledig aan de borst zonder enige vorm van bijvoeden. Nu zal niet iedere baby dit lijstje precies stap voor stap ‘afwerken’ en zo uiteindelijk binnen enkele dagen volledig borstvoeding krijgen. Het kan soms langere tijd duren voordat uw baby zijn mondje opendoet als u zijn bovenlipje aanraakt met uw tepel. Sommige baby’s pakken al direct de tepel en maken zuigbewegingen. Het is goed te bedenken dat iedere baby anders is en dat veel te maken heeft met de geboorteomstandigheden (hoeveel weken te vroeg) en natuurlijk ook met uw eigen conditie.
2
In de meeste gevallen mogen baby’s al vrij snel gebuideld worden. Uw kindje wordt dan met enkel een luiertje om op uw ontblote borst gelegd. Dat zijn rustgevende en onspannen momenten voor u en uw baby. Het bevordert het herstel en de onderlinge band. U kunt op die momenten uw kindje ook eens in de buurt van de tepel leggen en af en toe voorzichtig wat melk uit uw borst drukken. Het gebeurt wel eens dat baby’s dan de borst zoeken en en een druppeltje melk oplikken. Ook dan wordt een begin gemaakt met het geven van borstvoeding. Voor veel baby’s is het moeilijk om langere tijd aan de borst te blijven en er zo een volledige voeding uit te halen. In de meeste gevallen heeft het overbruggen van deze fase tijd nodig. Maar u kunt erop rekenen dat artsen en verpleegkundigen u in dit proces steeds goede steun en begeleiding zullen geven.
Afkolven en bewaren van moedermelk Als uw baby is opgenomen op de couveuseafdeling is het belangrijk om snel te starten met het afkolven van moedermelk, het liefst binnen 6 tot 12 uur. Op de kraamafdeling krijgt u daartoe alle uitleg (ook in een folder), en begeleiding en de benodigdheden. Het afkolven moet met een zekere regelmaat gebeuren, om de voeding goed op gang te laten komen. Het is goed om elke drie uur dubbelzijdig te kolven. U kunt het best zesmaal per etmaal kolven. Een kolfschema zou er als volgt uit kunnen zien: • ’s ochtends direct na het wakker worden; • aan het einde van de ochtend; • rond 14.00 uur; • einde van de middag; • begin van de avond; • voor het slapen gaan. In principe is ’s nachts kolven niet nodig, tenzij u wakker wordt van stuwing, of als 3
de melkproductie na een aantal dagen nog niet op gang is gekomen. De eerste dagen komen er misschien slechts druppeltjes, maar dat is heel normaal, dus raakt u niet ontmoedigd. Ook kleine hoeveelheden moedermelk zijn in het begin belangrijk voor de baby. De verpleegkundige kan misschien met een spuitje de opgevangen druppeltjes opzuigen, zodat de baby die toch binnen kan krijgen. Begint de melk eenmaal op gang te komen na ongeveer drie tot vijf dagen, dan neemt de hoeveelheid vaak ineens snel toe. Kolven en ook de baby aan de borst Het kan zijn dat uw baby op gezette tijden op de couveuseafdeling aan de borst gaat. Soms is het dan toch nog goed om na te kolven. De verpleegkundige van de couveuseafdeling kan in dit logboekje noteren hoe de voeding is verlopen, waarna u met de verpleegkundige van de kraamafdeling kunt overleggen wat in uw situatie het beste is. Bewaren van moedermelk In principe is het beter om moedermelk zo min mogelijk te koelen of te verwarmen om zo alle stoffen optimaal te benutten. Maar dit is niet altijd mogelijk bij een opname op de couveuseafdeling. Stelregel is: melk die binnen zes uur gebruikt gaat worden, hoeft niet in de koelkast geplaatst te worden, en kan dan direct gegeven worden, eventueel opgewarmd tot lichaamstemperatuur. Melk die niet binnen zes uur gebruikt wordt, moet in de koelkast (in de babykamer op de kraamafdeling) geplaatst worden (maar niet in de deur, deze plek heeft te veel temperatuursschommelingen). In het ziekenhuis kan de melk 24 uur in de koelkast bewaard worden. Als de melk langer bewaard moet worden, of als u meer melk produceert dan uw baby nodig heeft, kunt u de melk het best invriezen. Vergeet de melk niet mee te nemen als u met ontslag gaat. Gekoelde melk moet opgewarmd worden tot lichaamstemperatuur. Dit gebeurt op de couveuseafdeling in een grote flessenwarmer. Ingevroren melk moet ruim van tevoren ontdooid worden in de koelkast en daarna op de gebruikelijke wijze worden verwarmd. Geven van voeding; borst, sonde, speen of cupje Op de couveuseafdeling wordt met u besproken hoe u uw melk aan uw baby gaat geven: per cupje, sonde of speen. Als uw baby nog niet voldoende kracht of reflexen heeft ontwikkeld om goed te kunnen drinken, kan een voedingssonde nodig zijn om toch voldoende voeding binnen te krijgen. Ook kunnen verschillende voedingsmethoden gecombineerd worden. Bijvoorbeeld een of meerdere malen per dag aan de borst proberen en daarnaast de benodigde voeding per sonde geven. 4
Borstvoeding is meer dan alleen maar melk geven; u geeft de baby ook troost, warmte en vertrouwen. Deze aspecten zijn net zo belangrijk als de hoeveelheid melk die de baby binnenkrijgt. Tepel/speenverwarring? Misschien dat uw baby naast drinken aan de borst ook met een speen gevoed wordt. Baby’s die (veel) te vroeg worden geboren, hebben baat bij het zuigen. Al in de baarmoeder zuigen baby’s op hun handje. Zuigen bevordert de spijsverteringsfunctie en het kalmeert en troost de baby. Als hij alleen voeding krijgt via een cupje, is dat vaak onvoldoende bevredigend voor de zuigbehoefte. Een fopspeen kan dan ook wel eens helpen. Dit betekent dat vroeggeborenen zich vaak verschillende zuig- en drinktechnieken eigen maken: de speen, de borst (soms met behulp van een tepelhoedje) en dat zal in deze periode niet altijd meevallen. Er bestaat zeker zoiets als een tepel-speenverwarring. Gelukkig raken niet de meeste baby’s niet in de war. Veel baby’s kunnen vaak goed uit de fles drinken en ook aan de borst. De uiteindelijke overgang van de fles naar volledige borstvoeding gebeurt meestal pas thuis. Vanzelfsprekend kunt u ook dan de hulp en begeleiding van de lactatiekundige inschakelen. Voedingshoudingen Zorg dat u ontspannen ligt of zit, gesteund door (een) kussen(s). De baby ligt ter hoogte van uw borst met het neusje tegenover de tepel en goed naar u toegedraaid, buik tegen buik. Als u de baby aan de rechterborst gaat aanleggen, houdt hem dan met de linkerarm vast, pak uw borst met de rechterhand en vorm deze een beetje evenwijdig aan de mondhoeken van de baby. Zorg dat uw vingers niet in de buurt komen van de tepelhof, zodat de baby met een open mondje rondom de tepel vrij kan happen. Wacht tot de baby de mond wijd opendoet, leg dan de tepel op zijn tong en breng de baby dicht naar u toe. Houdt de baby en de borst nog even vast in deze positie, zodat de baby een goed vacuüm kan maken. Als hij doorgaat met zuigen, kunt u de borst zachtjes loslaten en de vrijgekomen arm onder uw baby schuiven. Borstvoeding is in principe niet pijnlijk, maar het aanhappen kan de eerste dagen wel pijnlijk zijn. Na ongeveer een halve minuut moet de pijn wegebben. Als dat niet zo is, verbreek dan met uw vinger het vacuüm in het mondje en leg opnieuw aan. Vraag ook hulp met aanleggen; in het begin lijkt het ingewikkeld en vraagt het veel aandacht, maar uiteindelijk wordt het steeds makkelijker en gaat het vanzelf.
5
Zittend voeden of de madonnahouding • U zit rechtop, goed gesteund met uw rug tegen de leuning en uw voeten, eventueel op een voetenbankje. • De baby ligt in uw armen. Het is handig om een hoofdof voedingskussen op schoot te nemen zodat de baby op de juiste hoogte ligt. • De baby ligt naar uw toegedraaid, buik tegen buik. Liggend voeden op de zij • U ligt op uw zij, met een arm onder een kussen of om de baby heen. • Het kussen ligt in het holletje tussen uw hoofd en schouder, zodat uw hoofd ontspannen ligt. • Ook hier ligt de baby naar uw toegedraaid, buik tegen buik. De bakerhouding/rugbyhouding Deze houding kan handig zijn als de madonnahouding nog moeilijk is, bijvoorbeeld met een (vroeggeboren) baby wiens nekje nog niet stevig is, na een keizersnede, en na de bevalling van een tweeling. • U zet een kussen rechtop naast u neer. • De baby wordt hierop gelegd gesteund met uw onderarm, het hoofdje rust in uw hand. • Op het moment dat de baby zijn mond wijd opendoet, brengt u hem dicht naar u toe met behulp van uw onderarm. Dus niet het hoofdje tegen de borst duwen. Liggend op de rug voeden Met wat kussens onder uw hoofd en eventueel onder de schouders komt u in een prettige houding. De baby ligt op zijn buikje, u kunt hem op u leggen, of gedeeltelijk op een kussen naast u. U steunt zijn voorhoofdje met uw hand zodat hij niet met zijn neusje in de borst zakt. Let erop dat de baby met zijn kinnetje vlak tegen de borst aan ligt en met de onderkaak voldoende houvast heeft. Bij een heftige toeschietreflex of bij een te grote melkproductie kan de voeding zo aanzienlijk rustiger verlopen. De zwaartekracht zwakt de melkstroom af. Daarnaast kan deze houding ook handig zijn vlak na een keizersnee, als u nog weinig gevoel hebt in de benen en/of als de wond nog pijnlijk is, wat het draaien op de zij bemoeilijkt.
6
Aanleggen aan de borst Voor het goed aanleggen, is een aantal algemene aandachtspunten te nemen die eigenlijk voor iedere situatie gelden. Heel belangrijk is dat uw baby op het moment zelf ‘ervoor in’ is. Dat kan blijken uit: tongetje steeds uitsteken, smakgeluidjes maken, op de knuistjes zuigen, zoeken in de holte van uw arm of op de borst. Aanleggen gaat het makkelijkst in een ontspannen en rustige sfeer. • Zorg dat u onspannen zit en gesteund bent in de rug, uw voeten eventueel op een voetenbankje. • Een voedingskussen of stevig hoofdkussen op schoot is vaak een goed hulpmiddel (te verkrijgen via de verpleegkundige). • De baby ligt op zijn zij gedraaid naar uw lichaam, met zijn neusje tegenover de tepel. • Als u de baby links aanlegt, kunt u het best uw linkerborst vastpakken met de linkerhand en met de rechterarm de baby tegen de rug ondersteunen met zijn hoofdje rustend in uw rechterhand. • Wacht tot de baby zijn mondje wijd opendoet. Dit kunt u stimuleren door met uw tepel zijn lipjes te beroeren. • Zorg dat uw vingers niet in de buurt zijn van de tepelhof; de baby moet vrij rondom de tepel kunnen happen, om de tepelhof zo volledig mogelijk in zijn mondje te krijgen. • Als de baby de mond wijd opendoet, kunt u de baby dicht tegen u aantrekken zodat hij de tepelhof goed in de mond krijgt, en hij daardoor sneller en meer melk binnenkrijgt. • Houdt de borst nog even vast totdat uw kind de tepel en tepelhof op de juiste plek in het mondje heeft. Daarna kunt u de borst voorzichtig loslaten en uw arm onder uw kindje doorschuiven. • Zorg dat de baby met hoofdje en romp in een rechte lijn ligt met daarbij het hoofdje een fractie naar achteren gebogen, zodat het neusje vrij is en het kinnetje in de borst verdwijnt.
7
Een baby die goed aanligt, zal in eerste instantie met korte oppervlakkige zuigbewegingen de toeschietreflex stimuleren en nadat de melk is toegeschoten met regelmatige teugen melk drinken en neemt dan af en toe een pauze. Dit beschrijft natuurlijk wel de meest ideale situatie. Vroeggeborenen kunnen soms pas drinken met behulp van een tepelhoedje of laten telkens los in het begin. Vraag gerust om advies en begeleiding van de verpleegkundige of de lactatiekundige als zij aanwezig is.
De lactatiekundige In het KG is een lactatiekundige werkzaam op maandag en vrijdag. Zij is speciaal opgeleid en aangesteld om moeders en baby’s die meer zorg hebben bij borstvoeding te begeleiden en te adviseren. Ze kan uw vragen beantwoorden omtrent het kolven of u helpen met aanleggen. Ook kunt u, indien u dit wenst, contact met haar blijven houden na ontslag. Telefoon, e-mail of langskomen met uw baby: alles is mogelijk! Als de baby met ontslag gaat, is er vaak nog geen sprake van volledige borstvoeding. De praktijk is meestal dat de baby enkele keren per dag aangelegd wordt en daarnaast de fles krijgt. Juist dan heeft u misschien nog hulp nodig bij het verantwoord uitbreiden van de aanlegmomenten. 8
Zorg goed voor uzelf De periode dat uw baby is opgenomen brengt veel spanning met zich mee. U bent (weer) moeder geworden, u moet de melkproductie op gang brengen en dan kunnen rust en ontspanning er nog wel eens bij inschieten. Toch is het belangrijk dat u goed voor uzelf blijft zorgen. Een goede nachtrust, voldoende vocht en gevarieerd eten en drinken dragen hieraan bij. Misschien zijn er mensen in uw omgeving die u wat kunnen helpen en ondersteunen bij huishoudelijke taken, of die op een ouder kind kunnen passen. Belangrijk voor u zijn de bezoekjes aan uw kind en daarnaast moet u globaal de kolftijden aanhouden, om de melkproductie op peil te brengen en te houden. Kolft u ook eens als u naast uw baby zit. Dat bespaart tijd en de melk schiet beter toe waardoor er meer productie is. U kunt in het ziekenhuis gebruikmaken van de verhuurservice van kolfapparaten. Deze kolven volautomatisch dubbelzijdig wat de productie goed stimuleert en tijd bespaart. In principe kunt u weer alles eten en drinken zoals voor uw zwangerschap. Rosbief, lever, kaasjes e.d., dat mag allemaal weer. In veel boeken en tijdschriften worden moeders allerlei beperkingen opgelegd zoals: geen koolzuurhoudende dranken, scherpe gerechten, koolsoorten, chocolade enzovoort. Maar wetenschappelijke bewijzen dat dit alles slecht zou zijn, zijn echter nooit gevonden. U kunt het best gewoon eten en drinken wat u al gewend was. Het is wel goed om alcohol en veel koffie (meer dan vier kopjes per dag) te vermijden. Ook roken kan beter vermeden worden. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Voor moeders die roken, geldt toch altijd nog dat het beter is om borstvoeding of moedermelk geven dan dan kunstvoeding.
9
Afsprakenblad Datum: Dag:
Tijd
10
voeding
Bad
Borstvoeding
Bijvoeden
rapportage:
11
Handige adressen Om ervaringen en tips van anders moeders te horen, is het handig om te kijken op www.borstvoedingsforum.nl Daar zijn links te vinden naar moeders die lang- of kortdurend kolven. Op www. borstvoeding.startkabel.nl zijn eveneens zeer veel links te vinden. Kijk ook eens op www.borstvoeding.com; daar zijn interessante artikelen, columns e.d. te lezen. Om meer te weten over tevroeggeboren baby’s in het algemeen, kunt u terecht op www.kenniscentrumprematuren.nl. Er zijn twee organisaties actief op gebied van borstvoeding die moeders ondersteunen met een telefonische hulplijn, folders en informatieve uitgaven en dergelijke. La Leche League, telefoon (0111) 413189. Vereniging Borstvoeding Natuurlijk, telefoon (0343) 576626. Er bestaat een vereniging van ouders van couveusekinderen. Het internetadres is www.couveuseouders.nl. Telefoon (070) 3862535.
12
www.kg.nl
Locatie noord Vondelweg 999 Haarlem Locatie zuid Boerhaavelaan 22 Haarlem Postadres Postbus 417 2000 AK Haarlem Telefoon: (023) 545 35 45 e-mail:
[email protected]
1071203-05-200710