HET EINDEXAMEN HAVO 2016 brochure, bestemd voor de 5 havo leerlingen van het TRINITAS COLLEGE, locatie HAN FORTMANN en hun ouders. INHOUDSOPGAVE 1
DE INRICHTING VAN HET EINDEXAMEN ..................................................................................3 1.1 HET SCHOOLEXAMEN .......................................................................................................4 1.2 HET CENTRAAL EXAMEN ..................................................................................................5 2 HET EXAMENREGLEMENT .........................................................................................................6 2.1 DE TOTSTANDKOMING VAN DE CIJFERS .......................................................................6 2.2 DE BEPALING VAN DE EXAMENUITSLAG ........................................................................6 2.3 MEDEDELING VAN DE CIJFERS .......................................................................................7 2.4 DE KLEINE EXAMENCOMMISSIE ......................................................................................7 2.5 HERKANSING EN HEREXAMEN IN HET KADER VAN HET SCHOOLEXAMEN ..............8 2.6 HERKANSING IN HET KADER VAN HET CENTRAAL EXAMEN .......................................8 2.7 AFWEZIGHEID VAN KANDIDATEN ....................................................................................9 2.8 MAATREGELEN BIJ ONREGELMATIGHEDEN .................................................................9 2.9 DE COMMISSIE VAN BEROEP........................................................................................ 10 2.10 TOEZICHT OP DE AFNAME VAN HET EXAMEN ............................................................ 10 2.11 UITREIKING VAN DIPLOMA EN CIJFERLIJST ............................................................... 11 3 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING, DATA ....................................................... 12 3.1 DATA VAN HET SCHOOLEXAMEN ................................................................................. 12 3.2 DATA VAN HET CENTRAAL EXAMEN ............................................................................ 13 4 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING, HET SCHOOLEXAMEN PER VAK ......... 14 4.1 AARDRIJKSKUNDE ......................................................................................................... 14 4.2 BIOLOGIE ......................................................................................................................... 15 4.3 BSM (BEWEGEN SPORT EN MAATSCHAPPIJ) ........................................................................ 17 4.4 CKV (CULTURELE KUNSTZINNIGE VORMING) ........................................................................ 19 4.5 DUITS ............................................................................................................................... 20 4.6 ECONOMIE....................................................................................................................... 21 4.7 ENGELS ............................................................................................................................ 22 4.8 FRANS .............................................................................................................................. 23 4.9 GESCHIEDENIS ............................................................................................................... 24 4.10 HANDVAARDIGHEID ....................................................................................................... 25 4.11 INFORMATICA ................................................................................................................. 26 4.12 LICHAMELIJKE OPVOEDING .......................................................................................... 28 4.13 MAATSCHAPPIJLEER ..................................................................................................... 29 4.14 MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN ............................................................................. 30 4.15 MANAGEMENT EN ORGANISATIE ................................................................................. 31 4.16 MUZIEK ............................................................................................................................. 32 4.17 NATUURKUNDE............................................................................................................... 33 4.18 NEDERLANDS.................................................................................................................. 34 4.19 REKENTOETS .................................................................................................................. 36 4.20 SCHEIKUNDE................................................................................................................... 36 4.21 TEKENEN ......................................................................................................................... 37 4.22 WISKUNDE A.................................................................................................................... 39 4.23 WISKUNDE B.................................................................................................................... 40 4.24 WISKUNDE D ................................................................................................................... 41 5 HET CENTRAAL EXAMEN, EXAMENSTOF EN DE WIJZE VAN TOETSING ........................ 42 6 ENKELE NAMEN, ADRESSEN EN DATA ................................................................................ 44 6.1 ENKELE NAMEN EN ADRESSEN.................................................................................... 44 6.2 ENKELE DATA.................................................................................................................. 44 7 SLOTBEPALINGEN ................................................................................................................... 44 BIJLAGE ............................................................................................................................................... 45
1
augustus 2015
Beste examenleerling,
Voor je ligt een belangrijke leidraad voor het komende examenjaar. Dit boekje bevat namelijk alle gegevens die betrekking hebben op de gang van zaken bij het eindexamen, zowel wat betreft het schoolexamen als het centraal examen. Je vindt de beschrijving van wat je moet kennen en kunnen, wat jouw rechten en plichten zijn, dus alles met betrekking op de gang van zaken gedurende het hele schooljaar. Je zult het regelmatig moeten raadplegen, bewaar het zorgvuldig. Terwijl het schooljaar nog maar net is begonnen, en het examen erg ver weg lijkt, zijn de voorbereidingen voor de eerste schoolexamenperiode al volop begonnen. Jouw voorbereiding op het examenjaar begint met het doorlezen van dit boekje. In dit spannende jaar zul je door hard werken de kans op succes zo groot mogelijk maken. Ik verwacht dat je nu, na de afgelopen schooljaren, over voldoende kennis en leerstrategieën beschikt om er een succesvol slotjaar van te maken. Ik vertrouw er op dat je weet wat je waard bent, weet hoe je jouw kwaliteiten moet benutten, en weet wanneer je een steuntje in de rug moet vragen. Daarvoor kun je natuurlijk rekenen op de steun van de docenten. Zij zullen je zo goed mogelijk begeleiden. Maar hoe groot die steun ook is, uiteindelijk ben jij degene die zijn eigen studieplanning maakt en die op het examen de prestatie gaat leveren! Ik ga ervan uit dat een jaar hard werken beloond zal worden met een diploma. Het examenjaar zal ongetwijfeld niet zonder meer voor ieder van jullie gladjes verlopen. Naast vreugdevolle momenten zullen er ook momenten van teleurstelling zijn. Steun en bemoedig elkaar daarbij. Ik wens jullie heel veel succes en een in alle opzichten goed examenjaar!
Ineke Schaveling sectordirecteur locatie Han Fortmann
2
1
DE INRICHTING VAN HET EINDEXAMEN
Het eindexamen bestaat uit:
- het schoolexamen (SE) - het centraal examen (CE)
Alle vakken hebben een schoolexamen. Voor een aantal vakken is er geen centraal examen. Uit onderstaand overzicht blijkt hoe het voor elk vak geregeld is. Niet elk vak wordt beoordeeld met een cijfer. Bij de beoordeling van de vakken culturele kunstzinnige vorming (ckv) en lichamelijke opvoeding (lo) moet de kandidaat om te slagen (gelet op zijn mogelijkheden) de kwalificatie voldoende of goed behalen. Het examen voor de vakken ckv en maatschappijleer wordt in 4 havo afgerond. Overzicht I Vak 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Eindexamen Aardrijkskunde Biologie BSM Ckv Duits Economie Engels Frans Geschiedenis Handvaardigheid Informatica Lichamelijke opvoeding Maatschappijleer Maatschappijwetenschappen Management en Organisatie Muziek Natuurkunde Nederlands Rekentoets Scheikunde Tekenen Wiskunde A Wiskunde B Wiskunde D Profielwerkstuk
SE+CE SE+CE SE SE SE+CE SE+CE SE+CE SE+CE SE+CE SE+CE SE SE SE SE+CE SE+CE SE+CE SE+CE SE+CE SE SE+CE SE+CE SE+CE SE+CE SE SE
Beoordeling cijfer cijfer cijfer voldoende/goed cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer voldoende/goed cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer cijfer
weging po/toets 10% / 90% 25% / 75% 70% / 30%
5% / 95% 90% / 10% 60% / 40% 20% / 80% 15% / 85% 10% / 90% 50% / 50% 20% / 80%
20% / 80% 90% / 10% 10% / 90% 10% / 90%
3
1.1
HET SCHOOLEXAMEN
De school stelt zelf de opgaven en opdrachten voor het schoolexamen vast en de leraar-examinator beoordeelt het werk van zijn leerlingen naar eigen inzicht. De verrichtingen van de kandidaten worden vastgelegd in het examendossier. Toetsvormen We onderscheiden bij het schoolexamen vier toetsvormen: toetsen met open en/of gesloten vragen praktische opdrachten (po) handelingsdeel profielwerkstuk Praktische opdrachten De praktische opdracht is een opdracht die bedoeld is om vaardigheden te beoordelen. Daarbij valt te denken aan: practica onderzoeksopdrachten literatuurstudie opdrachten waarbij informatie- en communicatietechnologie (ICT) functioneel gebruikt wordt omgaan met informatie ten behoeve van meningsvorming ontwerpopdrachten De kandidaat zal zijn resultaten moeten presenteren. Mogelijke presentatievormen zijn: een geschreven verslag een essay of artikel mondelinge voordracht een reeks stellingen met onderbouwing een posterpresentatie met toelichting een product van een ontwerpopdracht met de bijbehorende documentatie een presentatie met behulp van media (bijv. audio, video, ICT) De kandidaten weten welke beoordelingscriteria worden gehanteerd. Bij de beoordeling van praktische opdrachten wordt bij alle vakken hetzelfde beoordelingsformulier gehanteerd (bijlage). De onderdelen van het beoordelingsschema worden vakspecifiek ingevuld. De beoordeling wordt uitgedrukt in een cijfer afgerond op één decimaal. De kandidaat is op de hoogte van de uiterste inleverdatum. Indien hij deze datum overschrijdt zonder goede reden dan heeft dat invloed op de beoordeling. Is de overschrijding minder dan twee weken dan zal een van de beoordelingscriteria ‘de planning’ onvoldoende zijn en zal het behaalde cijfer lager zijn dan dat voor een vergelijkbaar werkstuk dat wel op tijd is ingeleverd. Is de overschrijding meer dan twee weken dan wordt de praktische opdracht beoordeeld met het cijfer 1.
4
Het handelingsdeel De kandidaten zullen een aantal opdrachten/activiteiten moeten uitvoeren. Te denken valt aan moderne vreemde talen gebruiken in reële situaties, leesdossier, schrijfdossier etc. De beoordelingseis is dat de kandidaat de activiteit/opdracht naar behoren heeft gedaan. Dat laatste moet blijken uit een kort verslag of een notitie. Het profielwerkstuk Het schoolexamen omvat mede een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen. Het profielwerkstuk heeft betrekking op tenminste één groot (studielast minstens 320 uur) vak uit het pakket van de kandidaat. Het profielwerkstuk wordt gemaakt in de eerste helft van het examenjaar. Het profielwerkstuk wordt beoordeeld met een cijfer. Dat cijfer is onderdeel van het combinatiecijfer. De toetsen met open en/of gesloten vragen en de praktische opdrachten worden beoordeeld met een cijfer. Het eindcijfer voor het schoolexamen van een vak wordt bepaald door weging van cijfers voor de praktische opdrachten en voor de toetsen. Deze weging is per vak bepaald. In het overzicht I staat bij elk vak hoe deze weging voor dat vak is geregeld. De toetsen met open en/of gesloten vragen worden in het examenjaar zoveel mogelijk in schoolexamenperiodes afgenomen. Elk schooljaar worden er drie van zulke periodes vastgesteld. 1.2
HET CENTRAAL EXAMEN
De opgaven van dit deel van het eindexamen wordt vastgesteld door een commissie die door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen wordt ingesteld. De beoordeling van het werk dat de kandidaten maken in het kader van het centraal examen geschiedt bijna geheel op basis van voor ons gehele land gelijke normen. Het centraal examen wordt afgenomen in mei 2016.
5
2 2.1
HET EXAMENREGLEMENT DE TOTSTANDKOMING VAN DE CIJFERS
Voor alle vakken met een schoolexamen én centraal examen geldt dat zowel het cijfer voor het schoolexamen als dat voor het centraal examen wordt uitgedrukt in een cijfer uit de schaal van cijfers lopende van 1 tot en met 10 met de daar tussen liggende cijfers met één decimaal. Het eindcijfer voor een vak is een geheel getal uit de schaal van 1 tot en met 10. De examinator bepaalt dit eindcijfer op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een vier of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Bij vakken met alleen een schoolexamen wordt het eindcijfer bepaald door het onafgeronde eindcijfer van het schoolexamen af te ronden op een geheel getal. Indien de eerste decimaal van het onafgeronde cijfer een vier of lager is, wordt het cijfer naar beneden afgerond. Bijvoorbeeld een 6,496 wordt een 6. De cijfers voor maatschappijleer en het profielwerkstuk worden samengevoegd tot één cijfer, het zogenaamde combinatiecijfer. Dit combinatiecijfer (dus niet de cijfers van de afzonderlijke onderdelen) is een van de eindcijfers bij de bepaling van de examenuitslag 2.2 a (zie hieronder). De cijfers voor de onderdelen van het combinatiecijfer worden eerst afgerond op een geheel getal. Het combinatiecijfer is het rekenkundig gemiddelde van de eindcijfers van de samenstellende onderdelen. Indien de uitkomst van deze berekening niet een geheel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een vier of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. 2.2
DE BEPALING VAN DE EXAMENUITSLAG
Een kandidaat is geslaagd: a. indien 1. alle eindcijfers 6 of hoger zijn, óf 2. er 1x5 is behaald en voor de overige vakken 6 of hoger, óf 3. er 1x4 of 2x5 of 1x5 en 1x4 is behaald en voor de overige vakken 6 of hoger, waarbij het gemiddelde tenminste 6.0 is, én b. indien het gemiddelde van de cijfers behaald voor het centraal examen voldoende (= 5.5 of meer) is, én c. indien bij de vakken Nederlands, Engels en wiskunde (indien wiskunde in het pakket) niet meer dan één 5 en geen cijfer lager dan 5, én d. indien geen van de eindcijfers van onderdelen van het combinatiecijfer lager is dan 4, én e. indien de vakken CKV en LO zijn beoordeeld met ‘voldoende’ of ‘goed’, én f. indien voor de rekentoets het cijfer 5 of hoger is gehaald. Indien een kandidaat een of meer handelingsdelen niet naar behoren heeft afgerond, is het schoolexamen niet afgerond en kan de kandidaat niet slagen.
6
2.3
MEDEDELING VAN DE CIJFERS
Van iedere beoordeling die voor het schoolexamen meetelt, stelt de leraar-examinator de kandidaat zo spoedig mogelijk in kennis. Aan het begin van het examenjaar en zo kort mogelijk na elke schoolexamenperiode in het examenjaar worden de kandidaten en hun ouders schriftelijk op de hoogte gebracht van de tot dan toe voor het schoolexamen behaalde resultaten. Tegelijk met de schriftelijke mededeling van de behaalde resultaten in periode III in het examenjaar, die in ieder geval voor de aanvang van het centraal examen wordt gedaan, worden eveneens schriftelijk de eindcijfers van het schoolexamen meegedeeld. Als een kandidaat meerderjarig is en bezwaar maakt tegen rapportage van cijfers aan de ouders, blijft deze achterwege en is de schriftelijke mededeling van schoolexamencijfers alleen voor de kandidaat bestemd. In het geval een kandidaat van mening is dat een eindcijfer schoolexamen niet juist is berekend, dient hij na het in ontvangst nemen van de laatste schriftelijke mededeling van schoolexamencijfers onverwijld contact op te nemen met de secretaris van het eindexamen. In beginsel geldt met betrekking tot het centraal examen het volgende: Nadat de sectordirecteur en de secretaris van het examen de uitslag van het examen van het eerste tijdvak hebben bepaald, ontvangen de kandidaten een voorlopige cijferlijst waarop de voor het schoolexamen en voor het centraal examen van het eerste tijdvak behaalde cijfers zijn vermeld, benevens voor elk vak het op een geheel cijfer afgeronde eindcijfer. Na het centraal examen van het tweede tijdvak, ontvangt iedere kandidaat een definitieve cijferlijst die kan verschillen van de voorlopige cijferlijst doordat voor één vak een door herkansing behaald hoger cijfer voor het centraal examen is ingevuld en in veel gevallen tevens een hoger eindcijfer. 2.4
DE KLEINE EXAMENCOMMISSIE
Kandidaten en hun ouders kunnen, als zij zich niet kunnen verenigen met de gang van zaken bij het schoolexamen of met een gegeven beoordeling, hun bezwaren kenbaar maken aan de Kleine Examencommissie. De bezwaren dienen schriftelijk te worden meegedeeld aan de voorzitter van de commissie en wel binnen vijf dagen nadat het voorval dat bezwaren oproept of de mededeling van de als onjuist gevoelde beoordeling heeft plaatsgevonden. Ook kan een kandidaat of kunnen zijn ouders de commissie verzoeken hem een herkansing toe te staan als hij door bijzondere omstandigheden die hem in redelijkheid niet verweten kunnen worden, een prestatie heeft geleverd, die geacht wordt beneden zijn kunnen te zijn. Van zulke omstandigheden (bijv. een dramatische gebeurtenis in de directe kring van de kandidaat) geeft de kandidaat of geven zijn ouders schriftelijk kennis aan de sectordirecteur en wel binnen vijf dagen nadat het mogelijk onder de invloed van die omstandigheden afgelegde tentamen heeft plaats gevonden. Men wacht hierbij dus niet de beoordeling van het tentamen af. De commissie bestaat uit zes personen, te weten: a. de sectordirecteur, voorzitter ; b. de secretaris van het examen; c. vier leraren-examinatoren. 7
Als een commissielid partij is in een geschil, maakt hij tijdelijk geen deel uit van de commissie. De commissie onderzoekt de haar voorgelegde zaak en neemt vervolgens een besluit. Als de commissie de kandidaat toestaat een tentamen opnieuw af te leggen, kan de kandidaat besluiten van deze mogelijkheid geen gebruik te maken. Ziet de kandidaat niet af van het opnieuw afleggen van een tentamen, dan zal het in tweede instantie behaalde cijfer in de plaats komen van het eerder behaalde cijfer. 2.5
HERKANSING EN HEREXAMEN IN HET KADER VAN HET SCHOOLEXAMEN
Herkansing 1.
Na de schoolexamenperiode I (SE I) in het examenjaar mag iedere kandidaat één van de tot dan toe afgelegde toetsen met open en/of gesloten vragen herkansen. Het cijfer dat voor de in tweede instantie afgelegde toets wordt behaald treedt alleen als het hoger is in de plaats van het eerder behaalde cijfer voor dat examenonderdeel. 2. Na de schoolexamenperiode II (SE II) in het examenjaar mag iedere kandidaat één van de toetsen met open en/of gesloten vragen die tijdens die periode zijn afgenomen, herkansen. Het cijfer dat voor de in tweede instantie afgelegde toets wordt behaald treedt alleen als het hoger is in de plaats van het eerder behaalde cijfer voor dat examenonderdeel. Bovenstaande herkansingsmogelijkheid betreft niet de praktische opdrachten. Herexamen De herexamenregeling geldt voor de vakken waarvan het eindexamen alleen uit een schoolexamen bestaat. 1.
2.
Een kandidaat die bevorderd is naar 5 havo mag voor een vak waarvan het eindexamen in 4 havo wordt afgerond én waarvoor hij een eindcijfer lager dan 6 heeft behaald, in 5 havo herexamen afleggen. Dit herexamen kan meerdere toetsen en praktische opdrachten omvatten. De vorm en inhoud van het herexamen wordt door de leraar-examinator bepaald. Na afronding van het schoolexamen mag een kandidaat herexamen afleggen in één vak (niet het profielwerkstuk) waarvoor hij een cijfer lager dan 6 heeft behaald. Dit herexamen omvat één toets. Deze toets kan ook voor een deel bestaan uit een praktische opdracht. De vorm en inhoud van het herexamen wordt door de leraar-examinator bepaald.
Het cijfer behaald voor het herexamen treedt alleen als het hoger is dan het eerder behaalde (deel)cijfer voor dat (onderdeel van het) vak in de plaats van dat (deel)cijfer. 2.6
HERKANSING IN HET KADER VAN HET CENTRAAL EXAMEN
Iedere kandidaat mag tijdens het tweede tijdvak van het centraal examen in één vak opnieuw het centraal examen afleggen. Het cijfer voor het in tweede instantie afgelegde examen treedt, alleen als het hoger is, in de plaats van het cijfer dat in eerste instantie werd behaald. Het examen van het tweede tijdvak biedt een aantal kandidaten de mogelijkheid alsnog te slagen.
8
2.7
AFWEZIGHEID VAN KANDIDATEN
Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de sectordirecteur, verhinderd is aanwezig te zijn bij een of meer toetsen van het schoolexamen of bij een onderdeel van het centraal examen, wordt hij in de gelegenheid gesteld de toetsen in te halen. De kandidaat of één van zijn ouders dient de afwezigheid vooraf gemeld te hebben aan de sectordirecteur of aan de secretaris van het eindexamen onder opgaaf van redenen. De sectordirecteur behoudt zich het recht voor een controlerend arts een onderzoek te doen instellen indien ziekte als reden voor afwezigheid wordt opgegeven. Afwezigheid zonder geldige reden kan aangemerkt worden als een onregelmatigheid zoals bedoeld in paragraaf 2.8. Met betrekking tot het inhalen van onderdelen van het centraal examen geldt het volgende: Maximaal twee toetsen van het centraal examen kunnen in het tweede tijdvak worden ingehaald. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak eveneens verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de sectordirecteur aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. In dat geval deelt de sectordirecteur aan de commissie mede, wanneer dat zich voordoet: a. dat ten behoeve van de kandidaat op grond van artikel 55, derde lid van het Eindexamenbesluit profielen h.a.v.o., v.w.o. toestemming is verleend dat met betrekking tot het vak Nederlandse taal en letterkunde dan wel tot het vak Nederlandse taal of tot enig vak, waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit; b. dat ten behoeve van de gehandicapte kandidaat op grond van artikel 55, eerste lid, toestemming is verleend dat hij het centraal examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan zijn mogelijkheden. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mede aan de sectordirecteur. 2.8
MAATREGELEN BIJ ONREGELMATIGHEDEN
Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan een onregelmatigheid schuldig heeft gemaakt, kan de sectordirecteur maatregelen nemen. De maatregelen bedoeld in het eerste lid van artikel 5 van het Eindexamenbesluit profielen havo/vwo die al dan niet in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, kunnen volgens het tweede lid zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen; b. het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer zittingen van het schoolexamen of het centraal examen; c. het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen; d. het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de sectordirecteur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het
9
volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie. Alvorens een beslissing ingevolge het tweede lid van artikel 5 wordt genomen, hoort de sectordirecteur de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. Indien de sectordirecteur het voornemen heeft een maatregel te nemen zoals vermeld is onder b, c of d, wordt dit voorgenomen besluit ter bekrachtiging voorgelegd aan de algemeen directeur. De sectordirecteur deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op de mogelijkheid in beroep te gaan tegen de beslissing. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de inspectie en aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat indien deze minderjarig is. De kandidaat kan tegen een beslissing van de sectordirecteur in beroep gaan bij de door het bevoegd gezag van de school ingestelde Commissie van Beroep. Het beroep dient binnen drie dagen nadat de beslissing schriftelijk ter kennis van de kandidaat is gebracht, schriftelijk bij de Commissie van Beroep te worden ingesteld. De commissie stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep tenzij zij de termijn verlengt. Van het besluit van verlenging van de termijn, die ten hoogste twee weken mag bedragen, brengt de commissie de kandidaat op de hoogte onder opgave van redenen. De commissie stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De commissie deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, de sectordirecteur, de inspectie en indien de kandidaat minderjarig is aan de ouders, voogden of verzorgers. 2.9
DE COMMISSIE VAN BEROEP
Een kandidaat of ouder die in beroep wil gaan tegen een beslissing van de sectordirecteur, wende zich bij voorkeur tot de secretaris van de commissie. De Commissie van Beroep bestaat uit de voorzitter van de raad van toezicht van de Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Heerhugowaard, de voorzitter van de ouderraad van de locatie Han Fortmann en een lid van de personeelsgeleding van de Medezeggenschapsraad. De functie van de commissie is aangegeven in voorgaande paragraaf. 2.10 TOEZICHT OP DE AFNAME VAN HET EXAMEN De leraren-examinatoren zorgen voor het toezicht op de afname van het schoolexamen en het centraal examen. De secretaris van het examen maakt een rooster van toezicht bij de afname van de onderdelen van het schoolexamen in het examenjaar, van de luistertoetsen moderne vreemde talen en van het centraal examen. Hij zorgt ervoor dat bij de afname van de mondelinge tentamens van het schoolexamen in het examenjaar de examinator wordt geassisteerd door een bijzitter die een verslag maakt van elk tentamen dat hij bijwoont. Voor het toezicht op de afname van het centraal examen geldt dat er in het algemeen steeds minstens twee toezichthouders zijn in elk examenlokaal en dat er tevens minstens één toezichthouder is per 30 kandidaten. Bij de afname van de schriftelijke onderdelen van het schoolexamen waarvoor de secretaris van het examen een rooster van toezicht maakt, en bij de afname van het schriftelijk examen geldt, dat elke kandidaat steeds dient te gaan zitten op de plaats die op een in het lokaal hangende plattegrond met behulp van het examennummer is aangegeven. 10
2.11 UITREIKING VAN DIPLOMA EN CIJFERLIJST De sectordirecteur reikt aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen, de cijfers voor het centraal examen, de eindcijfers voor de examenvakken, het cijfer en het onderwerp van het profielwerkstuk en de beoordeling van de vakken ckv en lo, alsmede de uitslag van het eindexamen. De sectordirecteur reikt aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit. Duplicaten van diploma's worden niet uitgereikt. Op grond van de cijferlijst kan een niet geslaagde kandidaat die zijn studie voortzet bij het VAVO vrijstellingen krijgen voor die vakken waarvoor hij een voldoende eindcijfer heeft behaald.
11
3 3.1
PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING, DATA DATA VAN HET SCHOOLEXAMEN
Periode A Periode I Periode B Periode II Periode C Periode III
van 18.08.15 tot en met 27.10.15 van 28.10.15 tot en met 04.11.15 van 05.11.15 tot en met 18.12.15 van 06.01.16 tot en met 13.01.16 van 14.01.16 tot en met 29.03.16 van 30.03.16 tot en met 12.04.16
De afname van de toetsen kijk- en luistervaardigheid vindt plaats voor: Frans op maandag 18.01.2016 Duits op dinsdag 19.01.2016 Engels op woensdag 20.01.2016 Om te voorkomen dat een kandidaat op één dag examen moet afleggen in meer dan twee onderdelen van het schoolexamen, kan het nodig zijn periode I en\of periode II met één dag te verlengen. Donderdag 5 november kan dus nog aan periode I en donderdag 14 januari kan dus nog aan periode II worden toegevoegd. De herkansingen in het kader van het schoolexamen vinden plaats op maandag 7 december 2015 en op maandag 22 februari 2016. De herexamens in het kader van het schoolexamen vinden plaats in november 2015 en op woensdag 20 april 2016. In onderstaand overzicht is per examenvak aangegeven in welke perioden de onderzoeken (toetsen en praktische opdrachten) plaatsvinden. Periode Examenvak Nederlands Frans Duits Engels Geschiedenis Aardrijkskunde Wiskunde A Wiskunde B Wiskunde D Natuurkunde Scheikunde Biologie Economie Management en organisatie Tekenen Handvaardigheid Maatschappijwetenschappen Muziek BSM Informatica Rekentoets X # x
A
I
B
II
C
III
# x x
X X X X X X X X X X X X X X
# x x
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
#X xX xX X X
X X X X X X X x X X X X X X X X X X
X
X
X X x X
X X X X
xX X X
X X X
X X x X X X
tentamen, kijk- en luistertoets of praktische opdracht gedurende het schooljaar één mondelinge presentatie toets voor R-cijfer
Het schoolexamen wordt afgesloten op vrijdag 22 april 2016.
12
3.2
DATA VAN HET CENTRAAL EXAMEN
In onderstaand overzicht is aangegeven wanneer de centrale examens voor de verschillende vakken worden gehouden. 1e tijdvak Maatschappijwetenschappen Natuurkunde
09.00 – 12.00 13.30 – 16.30
donderdag 12 mei donderdag 12 mei
Aardrijkskunde Nederlands
09.00 – 12.00 13.30 – 16.30
vrijdag 13 mei vrijdag 13 mei
Geschiedenis Frans
09.00 – 12.00 13.30 – 16.00
dinsdag 17 mei dinsdag 17 mei
Management & Organisatie
13.30 – 16.30
woensdag 18 mei
Muziek Engels
09.00 – 11.30 13.30 – 16.00
donderdag 19 mei donderdag 19 mei
Duits Biologie
09.00 – 11.30 13.30 – 16.30
vrijdag 20 mei vrijdag 20 mei
Wiskunde A en B
13.30 – 16.30
maandag 23 mei
Economie
13.30 – 16.30
dinsdag 24 mei
Scheikunde
13.30 – 16.30
woensdag 25 mei
Tekenen en handvaardigheid
13.30 – 16.00
donderdag 26 mei
Het tweede tijdvak In maart 2016 wordt bekendgemaakt op welke dagen en tijdstippen de centrale examens in het tweede tijdvak (de herkansingen) worden afgenomen. De herkansingen die op school worden afgenomen, zijn op dinsdag 21, woensdag 22 en donderdag 23 juni 2016. De herkansing voor een aantal vakken met weinig kandidaten vindt niet op school plaats maar ten overstaan van de staatsexamencommissie op vrijdag 24 juni 2016. In maart 2016 wordt bekendgemaakt welke vakken dat zijn.
13
4
PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING, HET SCHOOLEXAMEN PER VAK
In dit hoofdstuk staat per vak beschreven wat de kandidaat in het kader van het schoolexamen in 5 havo moet doen. Tevens is beschreven hetgeen de kandidaat in 4 havo in het kader van het schoolexamen heeft gedaan. 4.1
AARDRIJKSKUNDE Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 4 havo
to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
december 2014 50 min schriftelijk 5% De Geo: Arm en rijk (op te geven hoofdstukken uit het tekstboek + werkboek)
to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
januari 2015 100 min schriftelijk 15 % De Geo: Arm en rijk (hele tekstboek + werkboek)
to3 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
TW april 2015 120 min schriftelijk 15 % De Geo: Systeem aarde (op te geven hoofdstukken uit het tekstboek + werkboek)
5 havo to4 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 120 min schriftelijk 15 % De Geo: Landbouw in Europa (hele tekstboek + werkboek) : Systeem aarde (Paragraaf 3.2, 3.3 en het thema Klimaatverandering + hoofdstuk 4)
to5 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE II 120 min schriftelijk 15 % De Geo: Wonen in Nederland (hele tekstboek + werkboek)
14
to6 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE III 150 min schriftelijk 25 % De Geo: Indonesië (hele tekstboek + werkboek) De Geo: Arm en rijk (Tekstboek hfdst.4 + dat deel werkboek) De Geo: Systeem aarde (Tekstboek hfdst. 1,2,3 + dat deel werkboek) De Geo: Wonen in Nederland (hele tekstboek + werkboek)
PRAKTISCHE OPDRACHTEN 5 havo po1 periode opdracht presentatie gewicht samenwerking studielast 4.2
september 2015 – oktober 2015 onderzoek en verslag over de eigen omgeving schriftelijk verslag 10 % tweetallen 10 u
BIOLOGIE Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 5 havo
to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 120 min schriftelijk 25 % BvJ : boek H4a Thema 1 t/m 3 : boek H5a Thema 2 : boek H4b Thema 8
to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE II 120 min schriftelijk 25 % BvJ : boek H5a Thema 1+3 : boek H4b Thema 5+7 : boek H4a Thema 4
15
to3 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE III 120 min schriftelijk 25 % BvJ : boek H5b Thema 4 t/m 7 : boek H4b Thema 6
PRAKTISCHE OPDRACHTEN 4 havo po1 periode opdracht presentatie gewicht samenwerking studielast
medio april - mei 2015 fysiologie onderzoek verslag 12,5 % tweetallen 10 u
5 havo po2 periode opdracht presentatie gewicht samenwerking studielast
16
medio oktober 2015 onderzoek tuinkers verslag 12,5 % tweetallen 10 u
4.3
BSM (Bewegen Sport en Maatschappij) Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen SCHOOLEXAMEN TOETSEN / PRAKTISCHE OPDRACHTEN / HANDELINGSDEEL 4 havo Aard van de toets
Vorm van de opdracht
Inhoud OpDracht
Weegfactor voor het
Lessenreeks kastie Lessenreeks Horden Lessenreeks Turnen Zwaaien Lessenreeks Volleybal Hst 3 Be Sports Minded
3,5 %
PO1
Module 1
3,5 %
PO1
Module 1
3,5 %
PO1
Module 2
3,5 %
PO1
Module 2
5,0 %
T1
Januari 2015
Lessenreeks Boksen Lessenreeks (polsstok)hoog springen Deeltentamen Theorie Hst 1 t/m 1.4 Schriftelijk Be Sports 70 min Minded Deeltentamen Praktische Lessenreeks opdracht Discus Deeltentamen Handelings Keuze uit : opdracht Skiën Keuze Paardrijden aktiviteiten Mountainbiken Waterskiën Trapezen
3,5 %
PO1
Module 3
3,5 %
PO1
Module 3
10 %
T2
Eind pww 2015
3,5%
PO1
Module 4
Deeltentamen Praktische Opdracht Deeltentamen Praktische Opdracht Deeltentamen Praktische Opdracht Deeltentamen Praktische Opdracht Deeltentamen Theorie Schriftelijk 70 min Deeltentamen Praktische Opdracht Deeltentamen Praktische Opdracht
Periode module 1 Periode module 2 Periode module 3 Periode module 4
schoolexamen %
Naar behoren
Toetscijfer Tijdstip afronding PO-cijfer toets
Module 4
tot herfstvakantie 2014 tot kerstvakantie 2014 tot voorjaarsvakantie 2015 tot zomervakantie 2015
17
5 havo Aard van de toets
Vorm van de opdracht
Deeltentamen Theorie Deeltentamen Theorie Schriftelijk 70 min Deeltentamen Praktische opdracht
Inhoud OpDracht
18
schoolexamen %
Trainings 7% Schema Hst 1+4 Be 15% Sports Minded
Lessenreeks Turnen Springen Deeltentamen Praktische Lessenreeks opdracht Basketbal Deeltentamen Praktische Lessenreeks opdracht Videoclip dance Deeltentamen Herkansingen Herkansingen Deeltentamen Begeleiden Binnen/buiten Sportdag sportdagen Deeltentamen Begeleiden Lesgeven aan Lesaktiviteiten brugklas of bij een vereniging Deeltentamen Organiseren / Sportdagen Begeleiden Sportdag Deeltentamen Handelings Keuze uit : opdracht Skiën Keuze Paardrijden aktiviteiten Mountainbike Waterskiën Trapeze Periode module 6 Periode module 7 Periode module 8 Periode module 9
Weegfactor Voor het
tot herfstvakantie 2015 tot kerstvakantie 2015 tot voorjaarsvakantie 2016 tot april 2016
Toetscijfer Tijdstip afronding PO-cijfer toets PO2
Module 6
T3
SE II
3,5 %
PO1
Module 7
3,5 %
PO1
Module 7
3,5 %
PO1
Module 8
7%
PO2
7%
PO2
14 %
PO2
Naar behoren
Module 8 Alle modules Alle modules
Alle modules Module 9
4.4
CKV (Culturele Kunstzinnige Vorming) Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen. SCHOOLEXAMEN Het schoolexamen bestaat uit twee onderdelen. Het kunstdossier en de reflectie daarop. De kandidaat krijgt voor ckv geen cijfer. De diverse onderdelen worden wel becijferd. De gemiddelde eindscore moet voldoende zijn, waarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheden van de kandidaat. Dat houdt in dat het kunstdossier compleet moet zijn en in de reflectie blijk gegeven wordt van de leerervaringen met betrekking tot eigen keuzen, ervaringen en bevindingen. PRAKTISCHE ACTIVITEITEN 4 havo periode opdracht toets
september-december 2014 het individueel of groepsgewijs maken van een productie binnen een door de kandidaat gekozen kunstdiscipline gerelateerd aan de gekozen kunstdiscipline
gewicht
333 %
presentatie
in woord, beeld en/of geluid
periode opdracht toets
december-maart 2014-2015 het individueel of groepsgewijs maken van een productie binnen een door de kandidaat gekozen kunstdiscipline gerelateerd aan de gekozen kunstdiscipline
gewicht
333 %
presentatie
in woord, beeld en/of geluid
periode opdracht toets
maart-juni 2015 het individueel of groepsgewijs maken van een productie binnen een door de kandidaat gekozen kunstdiscipline gerelateerd aan de gekozen kunstdiscipline
gewicht
333%
presentatie
in woord, beeld en/of geluid
1
1
1
toelichting: De kandidaat kiest in elke periode een andere kunstdiscipline. De gemiddelde eindscore over de drie periodes dient voldoende te zijn om een eindbeoordeling voldoende of goed te verkrijgen. HANDELINGSDEEL 4 havo periode
september-november 2014
19
activiteit
presentatie beoordelingseis periode activiteit
presentatie beoordelingseis periode activiteit
presentatie beoordelingseis
twee culturele activiteiten, waarbij één activiteit aansluit bij de door de kandidaat in de periode gekozen kunstdiscipline en de andere door de leerling zelf gekozen wordt reflectie op de twee activiteiten middels gesprek naar behoren november-maart 2014-2015 twee culturele activiteiten, waarbij één activiteit aansluit bij de door de kandidaat in de periode gekozen kunstdiscipline en de andere door de leerling zelf gekozen wordt. reflectie op de twee activiteiten middels gesprek naar behoren maart-juni 2015 twee culturele activiteiten, waarbij één activiteit aansluit bij de door de kandidaat in de periode gekozen kunstdiscipline en de andere door de leerling zelf gekozen wordt. reflectie op de vier activiteiten in de periode november – juni middels afsluitend gesprek naar behoren
toelichting: De kandidaat bezoekt of onderneemt in totaal 6 culturele activiteiten. Onder culturele activiteiten wordt verstaan tentoonstellingen, concerten, dans- en filmvoorstellingen, toneel- en theaterstukken etc. De culturele activiteiten zijn gespreid over de verschillende kunstdisciplines en zijn van algemeen erkende kwaliteit. De door de kandidaat te bezoeken activiteiten worden geselecteerd door de ckv - docent. De leerling kiest een activiteit en met het invullen van een bezoekformulier verplicht de leerling zich tot het ondernemen van die activiteit. Bij elk bezoekformulier moet een bewijs van toegang van de door de kandidaat bezochte activiteit worden bijgeleverd. 4.5
DUITS Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 5 havo
to1 periode SE I duur onderzoek 120 min wijze schriftelijk gewicht 12,5 % stof literatuur toelichting: Schriftelijke toets over een of meer behandelde literaire werken.
20
to2 periode SE II duur onderzoek 120 min wijze schriftelijk gewicht 25 % stof schrijftoets toelichting: De schrijfvaardigheid wordt getoetst aan de hand van een schrijfopdracht. Deze opdracht is een afrondende toetsing van de gedurende het voorexamen- en het examenjaar verworven schrijfvaardigheid. to3 periode dinsdag 19 januari 2016 duur onderzoek 100 min wijze schriftelijk / audio / video gewicht 25 % stof luister- en kijktoets toelichting: De luistervaardigheid wordt getoetst aan de hand van een aantal gevarieerde luister- en kijkopgaven. to4 periode SE III duur onderzoek 20 min wijze mondeling gewicht 25 % stof spreektoets toelichting: De spreekvaardigheid wordt getoetst aan de hand van een aantal gevarieerde spreekopgaven. De spreektoets is een afrondende toetsing van de gedurende het voorexamen- en het examenjaar verworven spreekvaardigheid. to5 Het R-cijfer: periode augustus 2015 – april 2016 wijze schriftelijk / mondeling gewicht 12,5 % stof spreek-, luister- , schrijf- en idioomverwervingstoetsen toelichting: Een aantal (kleine) toetsen die samen het R-cijfer bepalen. 4.6
ECONOMIE Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 5 havo
to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 120 min schriftelijk 35 % Economie in Context deel 1 + deel 2 hfdst. 12+13 21
to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE II 120 min schriftelijk 35 % Economie in Context deel 1: hfdst. 1 t/m 11 Economie in Context deel 2: hfdst. 12 t/m 17
to3 periode wijze duur onderzoek gewicht stof
SE III schriftelijk 150 min 30 % Economie in Context deel 1 en 2: hfdst. 1 t/m 20
HANDELINGSDEEL 4 / 5 havo Klaslokaalexperimenten als handelingsdeel 4.7
ENGELS Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 5 havo
to1 periode duur onderzoek wijze gewicht
SE I 60 min schriftelijk 16 2 3
stof Gericht schrijven / idioom toelichting: De kandidaat maakt een aantal opdrachten waarin bestudeerd idioom verwerkt is. Een woordenboek is niet toegestaan. to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE II 90 min schriftelijk 16 2 3 Het schrijven van een Engelse brief of opstel van ongeveer 225/250 woorden
toelichting: De opdracht is in het Nederlands gesteld. Een woordenboek is toegestaan. Beoordelingscriteria: volledigheid, duidelijkheid, opbouw, correctheid, woordkeus en stijl
22
to3 periode duur onderzoek wijze
woensdag 20 januari 2016 100 min schriftelijk \ audio \ video 1
gewicht
333%
stof
CITO kijk- en luistertoets
to4 periode duur onderzoek wijze gewicht
SE III 15 min mondeling 1
333%
stof spreekvaardigheid toelichting: De kandidaat voert een gesprek in het Engels met de examinator over vijf bestudeerde teksten en acht boeken die hij in het examenjaar en voorexamenjaar voor het vak Engels heeft gelezen. Heeft de kandidaat in het voorexamenjaar voor de afsluitende mondelingentoets een voldoende behaald, dan worden alleen de vier in het examenjaar gelezen romans getoetst. Drie weken voor het mondeling overlegt de kandidaat de teksten die hij bestudeerd heeft en de verwerkingsopdrachten m.b.t. de boeken. De boeken dienen gekozen te worden uit een voorgeschreven leeslijst. Bij het mondeling is een toehoorder aanwezig. Beoordelingscriteria: voorbereiding, begrijpelijkheid, vlotheid, correctheid, woordkeus en uitspraak. 4.8
FRANS Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. HET SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 4 havo
to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
TW juni 2015 100 min schriftelijk 10 % leesvaardigheid CITO
5 havo to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 50 min schriftelijk 20 % vocabulaire / leesvaardigheid / examenidioom
to3 periode duur onderzoek wijze gewicht
SE II 60 min schriftelijk 20 % 23
stof schrijftoets toelichting: Aan de hand van een opdracht moet de kandidaat een brief in het Frans schrijven. to4 periode maandag 18 januari 2016 duur onderzoek 100 min wijze schriftelijk / audio / video gewicht 10 % stof luister- en kijktoets toelichting: De luister- en kijkvaardigheid wordt getoetst aan de hand van een aantal gevarieerde luister- en kijkopgaven. to5 periode SE III duur onderzoek 20 min (+10 min voorbereidingstijd) wijze mondeling gewicht 20 % stof spreektoets toelichting: De spreekvaardigheid wordt getoetst aan de hand van een aantal gevarieerde spreekopgaven. De spreektoets is een afrondende toetsing van de gedurende de voorexamenjaren en het examenjaar verworven spreekvaardigheid. to6 Het R-cijfer: periode augustus 2015 – april 2016 wijze schriftelijk / mondeling gewicht 20 % stof 6 (kleine) toetsen toelichting: Zes toetsen t.w. 1 x examenidioom + leesvaardigheid, 1 x schrijfopdracht, 1 x luistervaardigheid, 1 x mondelinge presentatie, 1 x boekentoets en 1 x leesvaardigheidstoets CITO. 4.9
GESCHIEDENIS Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 5 havo
to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 100 min schriftelijk 30 % Tijdvak 8 Democratie en Rechtsstaat
to2 periode duur onderzoek
SE II 100 min
24
wijze gewicht stof
to3 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
schriftelijk 30 % Tijdvak 9 en 10 en Historische context Koude Oorlog Thema: Vietnam SE III 100 min schriftelijk 35 % Historische contexten: - De Republiek in de 16e en 17e eeuw - Duitsland 1871 – 1945 - Thema: vergelijking totalitarisme in Nazi-Duitsland en de Sovjet Unie
PRAKTISCHE OPDRACHTEN 5 havo po1 periode opdracht
presentatie gewicht samenwerking studielast
2015-2016 vóór april 2016 Interpretatie + analyse van propagandaposters en/of spotprenten betreffende een onderwerp uit één van de drie historische contexten schriftelijk in de vorm van een klein werkstuk 5% in tweetallen, eventueel individueel 12 u
4.10 HANDVAARDIGHEID Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN 5 havo Het schoolexamen bestaat uit drie onderdelen (p01, p02, p03). Voor elk onderdeel geldt het volgende: Een onderdeel bestaat uit drie delen: Deel A: Wijze: praktisch werk + werkverslag Deel B: Wijze: uitsluitend praktisch werk, waar de kandidaat een gehele dag aan moet werken. Daarvoor heeft de kandidaat 8 uur. Dit werk wordt gemaakt op een door de schoolleiding te bepalen datum. Deel C: Toets kunstgeschiedenis * Het cijfer voor de delen A, B en C bepalen respectievelijk voor 6/10, 3/10 en 1/10 het cijfer voor een onderdeel. 1 Totaalgewicht cijfer voor een onderdeel: 33 % 3 * Zie voor toets kunstgeschiedenis 4.21 TEKENEN
25
Toelichting De werkstukken worden o.a. beoordeeld op: 1. hantering van materialen en technieken; 2. vormgeving, eventueel functie, beeldaspecten; 3. creatief vermogen van de kandidaat; 4. de mate waarin de kandidaat in staat is zijn idee van en zijn reageren op het thema of onderwerp over te dragen op de beschouwer; 5. het werkverslag. 4.11 INFORMATICA Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen. 4 havo to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
TW april 2015 80 min schriftelijk 10 % hfdst. 8 uit Enigma deel 1 en Websecurity uit de extra modules *
to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
TW juni 2015 70 min schriftelijk 10 % hfdst. 7 uit Enigma deel 1 *
5 havo to3 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 70 min schriftelijk 10 % hfdst. 2 uit Enigma deel E *
* De stof omvat ook het materiaal uit het verwerkingsboek
to4 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE II 70 min schriftelijk 10 % hfdst. 4, 5 en 7 uit Enigma deel E **
** De stof omvat ook het materiaal uit het verwerkingsboek en de extra informatie over Scrum en Agile
26
PRAKTISCHE OPDRACHTEN 4 havo po1 periode opdracht presentatie gewicht samenwerking studielast po2 periode opdracht presentatie gewicht samenwerking studielast
november - december 2014 website maken, gebruik makend van html5, css en eventueel javascript een eigen website 10 % in tweetallen 8 uur maart 2015 programmeren met Java een werkende applet 10 % individueel 8 uur
5 havo po3 periode opdracht presentatie gewicht samenwerking studielast
november 2015 toepassing maken met php, gebruikmakend van MySQL webapplicatie, ondersteund door een database 10 % tweetallen 10 uur
po4 periode opdracht
januari – maart 2016 projectopdracht Software Engineering bij hfdst. 4 en 5 van Enigma deel E in overleg met de docent 20 % groepjes van (ongeveer) 4 leerlingen 25 uur per persoon, inclusief lestijd
presentatie gewicht samenwerking studielast po5 periode opdracht presentatie gewicht samenwerking studielast
februari 2016 ontwerpopdracht bij hfdst. 7 van Enigma deel E digitaal verslag van het ontwikkelingsproces 10 % tweetallen 10 uur per persoon
27
4.12 LICHAMELIJKE OPVOEDING Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen. De kandidaat krijgt voor lichamelijke opvoeding geen cijfer. Het moet 'naar behoren' worden afgesloten. Daarbij wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van de kandidaat. SCHOOLEXAMEN HANDELINGSDEEL Voor elke activiteit geldt als beoordelingseis dat de kandidaat met voldoende prestatie (gelet op zijn mogelijkheden), inzet en zelfstandigheid, aan de activiteit heeft deelgenomen. Indien een kandidaat vanwege b.v. blessures niet aan de activiteit kan deelnemen, is de kandidaat wel aanwezig en bepaalt de leraarexaminator of en zo ja welke alternatieve opdrachten de kandidaat moet doen. Vanwege externe omstandigheden (b.v. beschikbaarheid faciliteiten/weer) is het mogelijk dat het programma gewijzigd wordt. 4 havo
28
periode activiteit
september-oktober 2014 softbal: tactiek,opstelling/overnemen van honken bij het spel in combinatie met techniek keuze: voetbal: positiespel met overtalsituaties en combinaties met afwerken op het doel hockey: idem
periode activiteit
november-december 2014 keuze: zelfverdediging: judo / boksen turnen: springen in combinatie met over de kop gaan / zwaaien bewegen op muziek: aerobics / jazz basketbal: aanval+rebound
periode activiteit
januari-februari 2015 keuze: zelfverdediging: boksen / judo turnen: zwaaien / springen bewegen op muziek: jazz / aerobics badminton en hoogspringen
periode activiteit
maart-april 2015 volleybal: tactiek, opstelling, set-up, techniek, smash, evt. blok stokpaardjes docent
periode activiteit
mei-juni 2015 sportoriëntatie (blok 1) voorbereiding sportdag keuze: voetbal / hockey
5 havo periode activiteit
september-oktober 2015 honkbal / kastie: coachen en scheidsrechter voorbereiding sportdag
periode activiteit
november-december 2015 sportoriëntatie (blok 2); bewegen en regelen: diverse sporttoernooien, elke les een andere sport, houd een lopende score bij (bewegen en regelen), leerlingen organiseren per tweetal een toernooi
periode activiteit
januari 2016 stokpaardjes leerlingen sportoriëntatie (blok 3)
4.13 MAATSCHAPPIJLEER Maatschappijleer is een verplicht vak in het gemeenschappelijke deel. Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen. Het eindcijfer voor het vak is onderdeel van het combinatiecijfer. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 4 havo to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
oktober 2014 50 min schriftelijk: open vragen 10 % Rechtstaat
to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
november 2014 50 min schriftelijk: open en gesloten vragen 15 % Rechtstaat
t03 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
februari 2015 50 min schriftelijk: open en gesloten vragen 25 % Parlementaire democratie
to4 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
TW juni 2015 50 min schriftelijk: open en gesloten vragen 30 % Pluriforme samenleving
29
PRAKTISCHE OPDRACHTEN 4 havo po1 periode opdracht presentatie gewicht studielast
november 2014 actualiteiten 1, gedurende een periode volgt de kandidaat het nieuws gesloten vragen 5% 6u
po2 periode opdracht presentatie gewicht samenwerking studielast
februari - maart 2015 onderzoek verslag 10 % individueel of tweetallen 8u
po3 periode opdracht presentatie gewicht samenwerking studielast
gedurende het schooljaar actualiteiten spreekbeurt en verslag 5% in tweetallen of individueel 2u
4.14 MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 5 havo to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 70 min schriftelijk 25 % benaderingswijzen maatschappijleer en multiculturele samenleving
to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE II 90 min schriftelijk 30 % - werk - criminaliteit, strafrecht en samenleving
30
to3 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE III 90 min schriftelijk 30 % massamedia en politieke besluitvorming
PRAKTISCHE OPDRACHTEN 4 havo po1 periode opdracht presentatie gewicht samenwerking studielast
februari - april 2015 onderzoek verslag 15 % in tweetallen 20 u
4.15 MANAGEMENT EN ORGANISATIE Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 5 havo to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 150 min schriftelijk 30 % M&O in balans deel 1
to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE II 150 min schriftelijk 30 % M&O in balans deel 1 en 2 (t/m Domein E, Financieel beleid)
to3 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE III 150 min schriftelijk 30 % M&O in balans deel 1 en 2
PRAKTISCHE OPDRACHTEN 4 havo po1 periode opdracht
april 2015 module boekhouden, zelfstandig bestuderen + lessen m&o januari - maart 31
presentatie gewicht samenwerking studielast
schriftelijk 10 % individueel 25 u
4.16 MUZIEK Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 4 havo to1 periode duur onderzoek wijze gewicht
juni 2015 uiterlijk een dagdeel musiceren in groepsverband vocaal en/of instrumentaal 1
6/10 van 333%
5 havo to2 periode duur onderzoek wijze
1
gewicht
4/10 van 333%
stof
muzikale termen en begrippen
to3 periode duur onderzoek wijze
SE II 75 min schriftelijk 1
gewicht
6/10 van 333%
stof
toets muziekgeschiedenis
to4 periode wijze
november 2015 – januari 2016 schriftelijk 1
gewicht
4/10 van 333%
stof
analyse van een compositie uit de muziekgeschiedenis
to5 periode duur onderzoek wijze
32
SE I 60 min schriftelijk
SE III (april 2016) uiterlijk een dagdeel schriftelijk, praktisch en musicerend 1
gewicht
6/10 van 333%
stof
het componeren en uitvoeren van een eigen compositie + een logboek over de compositie
to6 periode wijze
gedurende het schooljaar mondeling/schriftelijk 1
gewicht
4/10 van 333%
stof
Solfègetoetsen: cijfer komt tot stand door het afnemen van een aantal solfègetoetsen gedurende het schooljaar
4.17 NATUURKUNDE Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 5 havo to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 120 min schriftelijk 30 % uit: Newton 4 HAVO 4e druk: H1: elektriciteit H5: straling en gezondheid H7: muziek en telecommunicatie uit katern K1: technische automatisering
to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE II 120 minuten schriftelijk 30 % uit: Newton 4 HAVO 4e druk: H2: sport en verkeer (bewegingen) H3: materialen H4: sport en verkeer (krachten) uit: stencilmateriaal K2: licht
to3 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE III 120 minuten schriftelijk 20 % uit: Newton 4 HAVO 4e druk: H2: sport en verkeer (bewegingen) H6: vaardigheden uit: Newton 5 HAVO 4e druk: H8: sport en verkeer (energie) H9: zon en heelal
33
PRAKTISCHE OPDRACHTEN 4 havo po1 periode opdracht stof presentatie gewicht samenwerking studielast
december 2014 practicum Uit Newton havo deel 1 H1: De Elektrische Huisinstallatie schriftelijk 10 % deels individueel, deels in tweetallen 2u
5 havo
po2 periode opdracht stof presentatie gewicht samenwerking studielast
januari - maart 2015 opzetten, uitvoeren en verwerken van een onderzoek Uit Newton 4 HAVO 4e druk: H6 vaardigheden verslag 10 % tweetallen, bij uitzondering individueel 15 u
4.18 NEDERLANDS Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 4 havo to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
november 2014 50 min schriftelijk 15% Nieuw Nederlands: cursus Spellen
5 havo to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 50 min schriftelijk 10 % Laagland H9: literatuurgeschiedenis van 18e en 19e eeuw Laagland H3+4: poëzie
to3 periode duur onderzoek wijze
SE II 120 min schriftelijk
34
gewicht stof to4 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
20 % Nieuw Nederlands: cursus Schrijven, hoofdstuk Brieven maart 2016 50 min schriftelijk 10 % Laagland: literatuurgeschiedenis van 1880 tot heden
to5 periode gedurende het schooljaar duur onderzoek minimaal 10, maximaal 15 min wijze mondeling gewicht 20 % stof Nieuw Nederlands: cursus Spreken, hoofdstuk Presenteren toelichting: De kandidaat verzorgt een mondelinge presentatie over een in overleg met de docent en binnen een bepaald kader gekozen onderwerp to6 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE III 20 min mondeling 25 % literatuurdossier dat door de kandidaat in 4 en 5 havo is samengesteld
HANDELINGSDEEL 4 havo periode activiteit beoordelingseis
schooljaar 2014-2015 lezen en verwerken in literatuurdossier van vier literaire werken naar behoren
5 havo periode activiteit beoordelingseis periode activiteit beoordelingseis
schooljaar 2015 - 2016 lezen en verwerken in literatuurdossier van vier literaire werken naar behoren september – november 2015 schriftelijke voorbereiding op de mondelinge presentatie (zie onder toetsen) naar behoren
35
4.19 REKENTOETS De rekentoets is een verplicht onderdeel van het eindexamen. De duur van de rekentoets is 120 minuten en de toets omvat 45 opgaven. Het betreft een digitale toets. Indien de kandidaat de rekentoets niet heeft afgelegd, kan hij niet slagen. Om te slagen moet voor de rekentoets het cijfer 5 of hoger gehaald zijn. De kandidaat krijgt in het voorexamenjaar 1 keer en het examenjaar maximaal 3 keer de gelegenheid de toets te doen. Het hoogst behaalde cijfer telt. 4.20 SCHEIKUNDE Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 5 havo to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 100 min schriftelijk 25 % Chemie hfdst: 1, 2, 4, 5, 6 en 9
to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE II 120 min schriftelijk 30 % Chemie hfdst. 7, 8, 11 en 13 (5)
to3 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE III 120 min schriftelijk 25 % Chemie hfdst. 3, 6, 10, 12 en 14 (5)
PRAKTISCHE OPDRACHTEN 4 havo po1 periode opdracht presentatie gewicht samenwerking studielast
november 2014 practicum (tijdens de les) in het β-lab verslag 5% tweetallen 2u
po2 periode opdracht presentatie
januari 2015 practicum (tijdens de les) in het β-lab verslag
36
gewicht samenwerking studielast po3 periode opdracht presentatie gewicht samenwerking studielast
5% tweetallen 3u mei 2015 practicum klassikaal verslag 10 % tweetallen 5u
4.21 TEKENEN Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN Drie schriftelijke toetsen die samen 10% van het SE cijfer bepalen. 4 havo to1 periode duur onderzoek wijze
TW juni 2014 100 min schriftelijk, bij wijze van openboek tentamen 1
gewicht
33 %
stof
kunstgeschiedenis n.a.v. de examenstof
5 havo to2 periode duur onderzoek wijze
SE II 100 min schriftelijk 1
gewicht
33 %
stof
kunstgeschiedenis n.a.v. de examenstof
to3 periode duur onderzoek wijze
SE III 100 min schriftelijk 1
gewicht
33 %
stof
kunstgeschiedenis n.a.v. de examenstof
PRAKTIJK Vier praktijkopdrachten die samen 90% van het SE cijfer bepalen. De kandidaat kan gestructureerde probleemstellingen met betrekking tot zowel autonome als toegepaste beeldende kunst en vormgeving onderzoeken en de daaruit ontwikkelde ideeën in een beeldende verwerking uitvoeren, daarbij
37
beeldende middelen aanwenden in een doelgericht werkproces, en het werk zo presenteren dat de beschouwer inzicht krijgt in het werkproces. Van de kandidaat wordt een grote mate van zelfstandigheid verwacht. Onder een werkstuk dient te worden verstaan: 1. oriënterende fase (keuze, verdieping in het thema) 2. ontwerpfase (schetsen, studies) 3. uitvoeringsfase (eindwerkstukken) 4. beschrijvende fase (procesbeschrijving) po1 periode activiteit presentatie gewicht studielast po2 periode activiteit
presentatie gewicht studielast po3 periode activiteit
gewicht studielast po4 periode activiteit presentatie gewicht studielast
september – oktober 2015 functioneel: De Grote Prijs, ontwerpen van een poster collectie met daarin aanwezig oriënterende fase, ontwerpfase, uitvoeringsfase en verslag 20 % 16 u november - december 2015 fantasie: de kandidaat maakt naar aanleiding van een eigen thema een eindwerkstuk. Ook kan deze periode gekozen worden voor een toelatingsopdracht voor een vervolgopleiding (domein C) collectie met daarin aanwezig oriënterende fase, ontwerpfase, uitvoeringsfase en verslag 20 % 16 u SE I een dag en SE II een dag naar de aanschouwing: - model - stilleven 10 % 14 uur januari – april 2016 én een dag tijdens SE-III fantasie of functioneel. De kandidaat werkt voor deze eindopdracht een gekozen thema uit. collectie met daarin aanwezig oriënterende fase, ontwerpfase, uitvoeringsfase en verslag 40% 20 u
toelichting: De oriënterende fase en het eindwerkstuk bepalen elk voor de helft het cijfer voor elke opdracht.
38
4.22 WISKUNDE A Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 4 havo to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
TW juni 2015 50 min schriftelijk 10% G&R wiskunde A
deel 1 hfdst. 4 ‘statistiek’ deel 2 hfdst. 7 ‘allerlei formules’
5 havo to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 120 min schriftelijk 30 % Getal en Ruimte havo A
to3 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE II 120 min schriftelijk 30 % Getal en Ruimte havo A
to4 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE III 150 min schriftelijk 30 % Getal en Ruimte havo A
deel 1: hfdst. 1 en 3 deel 2: hfdst. 6 en 8 deel 3: hfdst. 9
deel 1: hfdst 2 en 3 deel 2: hfdst. 5 deel 3: hfdst. 10
deel 1: hfdst 1, 2 en 3 deel 2: hfdst. 5, 6 en 8 deel 3: hfdst. 9, 10 en 11
39
4.23 WISKUNDE B Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 5 havo to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 150 min schriftelijk 30 % Getal en Ruimte havo B
to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE II 150 min schriftelijk 30 % Getal en Ruimte havo B
to3 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE III 150 min schriftelijk 30 % Getal en Ruimte havo B
deel 1: hfdst. 1, 3 en 4 deel 2: hfdst. 5, 6 en 7 deel 3: hfdst. 9 én stencil extra examenstof
deel 1: hfdst 1 t/m 4 deel 2: hfdst. 5 t/m 8 deel 3: hfdst. 9 en 10 én stencil extra examenstof De nadruk ligt op de stof die niet tot de stof van SE I behoort.
deel 1: hfdst 1 t/m 4 deel 2: hfdst. 5 t/m 8 deel 3: hfdst. 9 t/m 12 én stencil extra examenstof De nadruk ligt op de stof die niet tot de stof van SE I en SE II behoort.
PRAKTISCHE OPDRACHTEN 5 havo po1 periode activiteit presentatie gewicht samenwerking studielast
40
maart – april 2016 opdracht wordt door de docent verstrekt en heeft betrekking op hfdst. 12 schriftelijk verslag 10 % tweetallen 10 u
4.24 WISKUNDE D Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen. SCHOOLEXAMEN TOETSEN MET OPEN EN/OF GESLOTEN VRAGEN 5 havo to1 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE I 150 min schriftelijk 30 % Getal en Ruimte havo D
deel 1: hfdst. 1 t/m 4
to2 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE II 150 min schriftelijk 30 % Getal en Ruimte havo D
deel 2: hfdst. 5 t/m 8
to3 periode duur onderzoek wijze gewicht stof
SE III 150 min schriftelijk 30 % Getal en Ruimte havo D
deel 3: hfdst. 9 t/m 12
PRAKTISCHE OPDRACHTEN 5 havo po1 periode activiteit presentatie gewicht samenwerking studielast
donderdag 17 maart 2016 kangoeroewedstrijd 2016 schriftelijk 10 % individueel 75 min
41
5
HET CENTRAAL EXAMEN, EXAMENSTOF EN DE WIJZE VAN TOETSING
Als bij het examen in een vak meerkeuzevragen (gesloten vragen) worden gehanteerd is dat hieronder aangegeven. Het gebruik van de open vraagvorm wordt niet apart vermeld. Aardrijkskunde Onderwerpen De Geo: Indonesië (hfdst. 1,2 en 3 uit het tekstboek + dat deel van het werkboek) De Geo: Arm en rijk (hftst. 4 uit het tekstboek+ dat deel van het werkboek) De Geo: Systeem aarde (hfdst. 1,2 en 3 uit het tekstboek + dat deel van het werkboek) De Geo: Wonen in Nederland (hele tekstboek +werkboek) Biologie Biologie voor Jou: boek H4a, H4b, H5a, H5b. Uitzonderingen worden tijdig in de les bekendgemaakt. Het examen bestaat uit open en gesloten vragen. Engels, Frans en Duits Voor deze vakken bestaat het examen uit een onderzoek naar tekstbegrip. De kandidaat dient ongeveer 45 vragen, zowel open als meerkeuzevragen komen voor, te beantwoorden die het inzicht in de gegeven teksten toetsen. Het gebruik van een woordenboek is toegestaan. Economie De examenstof voor het centraal examen is gelijk aan die voor het schoolexamen met uitzondering van domein B: concept Schaarste, domein C: concept Ruil, domein J: Onderzoek en experiment, domein K: Keuzeonderwerpen. Geschiedenis Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Historisch besef Domein B Oriëntatiekennis, waaronder de 3 historische contexten zoals vermeld in het schoolexamen. Handvaardigheid en tekenen Getoetst wordt: 1 het vermogen tot kritische beschouwing van twee- en driedimensionale beelden en vormen en de vaardigheid deze beschouwing te verwoorden 2 de kennis en het inzicht in de geschiedenis van de cultuur, met name die van de beeldende kunst De kandidaat kan het beeldend werk van kunstenaars en vormgevers beschrijven, onderzoeken en interpreteren, met gebruikmaking van kennis van en inzicht in de geschiedenis van de beeldende kunst: In het examen 2016 zal uit de periode van vóór 1800 aandacht worden besteed aan de middeleeuwen. Het centraal examen 2016 gaat over de esthetiek van het lelijke in de kunst, over de betekenis van schoonheid en over de verschillende redenen waarom architecten, kunstenaars en vormgevers regels over schoonheid doorbreken en veranderen.
42
Maatschappijwetenschappen De examenstof voor het centraal examen is: 1 Politieke besluitvorming 2 Massamedia 3 Criminaliteit, strafrecht en samenleving Management en organisatie De examenstof voor het centraal examen is gelijk aan die voor het schoolexamen met uitzondering van domein B: interne organisatie en personeelsbeleid, domein D: Marketingbeleid en F: Informatievoorziening met behulp van ICT. Muziek Het examen muziek is een examen, waarbij de kandidaten aan de hand van geluidsfragmenten vragen beantwoorden met betrekking tot solfège, muziekgeschiedenis, instrumenten en muzikale structuren. Natuurkunde De examenstof voor het centraal examen is gelijk aan die voor het schoolexamen met uitzondering van Domein B3: Optica (keuzeonderwerp 2) Domein D2: Functionele materialen Domein E1: Zonnestelsel en heelal Domein E2: Aarde en klimaat Domein G2: Technische automatisering (keuzeonderwerp 1) Domein F; Menselijk lichaam Nederlands Het centraal examen bestaat uit een onderzoek naar tekstbegrip door middel van het maken van een tekstverklaring en het samenvatten van teksten en tekstgedeelten waarbij: - de kandidaat teksten en tekstgedeelten kan reduceren tot de hoofduitspraak of hoofduitspraken met (belangrijke) ondergeschikte uitspraken; - de kandidaat informatie uit teksten en tekstgedeelten kan (her)ordenen tot hoofduitspraak of hoofduitspraken met (belangrijke) ondergeschikte uitspraken; - de kandidaat kan beoordelen of een gegeven samenvatting de hoofduitspraak of hoofduitspraken van de tekst of het tekstgedeelte bevat met (belangrijke) ondergeschikte uitspraken. Scheikunde De examenstof voor het centraal examen is in principe gelijk aan die voor het schoolexamen. Uitsluitingen worden door de docent bekend gemaakt. Wiskunde A De examenstof voor het centraal examen is gelijk aan die voor het schoolexamen met uitzondering van deel 1 hfdst.4 en deel 2 hfdst 7 én paragraaf 10.5 uit deel 3. Wiskunde B De examenstof voor het centraal examen is gelijk aan die voor het schoolexamen.
43
6
ENKELE NAMEN, ADRESSEN EN DATA
6.1 ENKELE NAMEN EN ADRESSEN In de Commissie van beroep hebben zitting: de voorzitter van de raad van toezicht, de voorzitter van de ouderraad en de heer R. Visser, lid van de personeelsgeleding medezeggenschapsraad namens de locatie Han Fortmann. Secretaris van de commissie is de heer R. Visser, Cornelis Pronklaan 58, 1816 NR Alkmaar, 072-5118633. Niet geslaagde kandidaten die het dagonderwijs verlaten, kunnen, mits zij op het eindexamen voor een of meer vakken een voldoende eindcijfer hebben behaald, via een deelexamen hun diploma havo alsnog behalen op een school voor dagavondonderwijs. Het dagavondonderwijs in de nabijheid van Heerhugowaard wordt verzorgd door het Horizon College, afdeling Educatie, voor informatie: Kruseman van Eltenweg 4 1817 BC Alkmaar tel: 072-5476600 6.2 ENKELE DATA Als zich geen bijzondere vertraging bij de correctie van het examenwerk en bij de verzending van de gegevens van het CITO voordoen, gelden de volgende data voor de bekendmaking van de examenuitslag en de uitreiking van diploma's en cijferlijsten: donderdag 16 juni: bekendmaking van de examenuitslag aan de kandidaten vrijdag 1 juli: omstreeks 12.00 uur bekendmaking van de examenuitslag aan de kandidaten die hebben deelgenomen aan het examen van het tweede tijdvak vrijdag 8 juli: ’s avonds uitreiking van diploma’s en cijferlijsten
7 1 2 3
44
SLOTBEPALINGEN In gevallen waarin het examenreglement niet voorziet beslist de sectordirecteur havo/vwo van het Trinitas College. Als dit reglement en/of de programma’s van toetsing en afsluiting strijdig zijn met het eindexamenbesluit, dan geldt het eindexamenbesluit. De sectordirecteur havo/vwo van het Trinitas College is bevoegd zo nodig wijzigingen aan te brengen in het examenreglement en/of de programma’s van toetsing en afsluiting, De eventuele wijzigingen worden van kracht veertien dagen nadat alle kandidaten schriftelijk op de hoogte zijn gebracht van die wijzigingen.
BIJLAGE Beoordelingsformulier Praktische Opdracht ( Leerlingen-exemplaar)
Naam leerling: …………………………………..
type presentatie:……………………………….
vak: …………………………………...
Opmerking: ……………………………………..
onderwerp: ……………………………………
Afrondingsdatum: ………………………………
type opdracht:………………………………….
aantal SLU’s: …………………………………..
Onderdeel
max. score
Inhoud
55
Inzicht; niveau; Creativiteit.
20
Vormgeving
10
Planning: op tijd inleveren (10) logboek (5)
15
Cijfer:
docent:
Score Toelichting
handtekening:
Toelichting bij bovenstaand formulier. Een wanprestatie wordt beoordeeld met een 1. Is de overschrijding minder dan twee weken ( incl. weekend-, en vakantiedagen) dan verlies je 10 punten. Is de overschrijding meer dan twee weken, dan wordt de praktische opdracht beoordeeld met het cijfer 1. 45