m 387
19 Maart 1925
Int. Instituut boe. üeschierJenis
Plaatsverv. Redacteur:
Adres voor Redactie en Administratie
Laan van Meerdervoort 15, Den Haag
G. POLAK
Het Contributie-tekort. Elders in dit nummer vindt men het Financiëele Verslag van den penningmeester over 1924. Beknopt, sober, zakelijk en eenvoudig; zooals de figuur van collega VOOGD zelf. Het worde ons vergund, buiten het officieele gedeelte om, hier een enkel woord te zeggen. Menigeen zal, misschien, schrikken bij het eindcijfer. Een belangrijk tekort. Juist om dien schrik te kalmeeren is het ons te doen; wij willen even een paar cijfers belichten. Bij de cijfers van een Verslag als dit moet men letten op die, welke onmiddellijk het bestuursbeleid raken, en de andere. Op de cijfers van de huishouding van den Kring, en degene, waarop het Bestuur geen of weinig invloed kan oefenen. Wat de gewone uitgaven van den Kring betreft, is het Bestuur er volkomen in geslaagd, in de laatste jaren de noodige bezuiniging aan te brengen. Ten bewijze daarvan kan ieder voor-zich-zelf aan de hand der verslagen van de laatste jaren een eenvoudige berekening maken. Hij zal dan zien, dat de gewone uitgaven van den Kring, die over 1922 nog bedroegen ruim ƒ 8000.—, over 1924 hebben bedragen ruim ƒ 5000.—. Het Bestuur heeft in enkele jaren op het gewone budget een bezuiniging van duizenden guldens aangebracht. Wat meer in het bijzonder betreft de kosten der bestuursvergaderingen: die zijn van ƒ 1831 in 1922 teruggebracht tot ƒ 9 6 2 in 1924. Ze zijn dus bijna gehalveerd. Nu was 1924 een buitengewoon jaar, omdat we daarin ons 40-jarig bestaan hebben herdacht. Dit was natuurlijk de ongunstige financiëele factor, die drukte op het afgeloopen jaar. Van alle zijden is echter erkend, dat deze uitgave haar rente ruimschoots heeft opgeworpen, omdat die viering het aanzien van den Kring naar buiten ten zeerste heeft versterkt. Maar niettegenstaande dit, zou er van een tekort geen sprake zijn geweest, wanneer alle leden hun contributie hadden voldaan. Wat deze zaak betreft, moet er nu toch eens eindelijk een radicale maatregel worden genomen. Want het wordt te erg. Sterker, het wordt onhoudbaar. Nu moeten wij hier dadelijk bijvoegen, dat de opbrengst over 1924 gedrukt wordt door een langdurige ziekte van den penningmeester. Collega VOOGD is maanden lang aan huis en aan bed gebonden geweest, heeft in dien tijd weinig of niets kunnen doen, en toen hij, eindelijk, tot ons aller vreugde tegen het eind des jaars weer op de been kwam, vergde de Pensioen verzekering al zijn krachten; het bedrag dat hij daarvoor moest administreeren liep tegen de halve ton gouds, het aantal pensioenboekjes bedraagt honderden, de briefwisseling met directies en journalisten berust alles op zijn schouders, zoo bleef de contributie-inning in gedrang. Maar dit verandert niets aan het feit, dat de penningmeester bij alle leden de contributie-kwitantie aanbood, doch van zeer vele leden geen medewerking heeft. Bewijzen? Wij hebben een staatje gemaakt van het in de laatste jaren ge-inde contributie-bedrag. Ziehier: Over vorige jaren Totaal / 9°-— / 595°-57M Ge-ind in 1921 : / 5860.57% „ 503.70 „ 6469.12 » >y 1922: „ 5965.42 2 0 » 2 43-*5 „ 55I9-65 » » 1923: „ 5 76.52 " 541-4° » 49 8 2 - 6 5 » 1924: „ 444i- 5 >}
Dit staatje toont overtuigend, hoevele leden in gebreke zijn en tot welk een belangrijk bedrag. Dit blijkt nog beter, wanneer men becijfert hoeveel de contributie zou kunnen opleveren. Men is aan den veiligen
DANIELS
Dit blad verschijnt ten minste éénmaal per maand
kant, wanneer men de gemiddelde contributie stelt op ƒ 12.50 per lid. Berekend naar 500 gewone leden, geeft dit een bedrag van ƒ 6250.—. Hier komt bij van 80 buitengewone leden ƒ 800.—. Men kan dus het totale reglementaire contributiebedrag per jaar maximaal stellen op ƒ 7 0 0 0 . — . Ieder ziet nu, wat er aan ontbreekt. Trouwens, men lette eens op het cijfer van 1922. Toen haalden we bijna ƒ 6 5 0 0 . — . Er is geen enkele reden, waarom we over 1923 en 1924 minder zouden kunnen innen. Integendeel. Maar laat men zich nu eens baseeren op dat in IQ22 bereikte cijfer. Dan blijkt, dat we over 1923 ongeveer ƒ 1000.— en over 1924 ongeveer ƒ 1500.— minder incasseerden. Dus: van een Kri?ig-tekort zou geen sprake zijn, indien de contributie door onze leden geregeld ware voldaan. En dan is deze rekening nog zeer voorzichtig, want zij is gebaseerd op het contributie-bedrag dat in 1922 werd bereikt, terwijl het bedrag, dat we kunnen bereiken, nog verscheidene honderden guldens hóóger is. Welnu, bovenstaande eenvoudige cijfers en mededeelingen rechtvaardigen volkomen de volgende conclusies: 1. Het Bestuur, inzonderheid de penningmeester, is er in de laatste jaren in geslaagd, op de gewone uitgaven van den Kring eenige duizenden- guldens per jaar te bezuinigen. 2. Het tekort op de Kring-rekening is enkel en alleen ontstaan door den aanzienlijken contributie-achterstand van vele leden. j . Wanneer de leden hun contributie-achterstand inhalen, is er van een tekort geen sprake meer, wel van een batig saldo. 4. Het reglementaire inkomen van den Kring is volkomen toereikend voor de uitgaven. Dit is de eenvoudige, nuchtere realiteit. Het openstaande contributie-bedrag bij de leden is nog grooter dan het tekort. De Kring behoeft geen cent tekort te hebben, de Kring kan zelfs buitengewone gelegenheden normaal financieren, wanneer de contributie op tijd wordt voldaan. We hebben in latere jaren zeer zeker enkele hooge uitgaaf-kosten gehad, op buitengewone momenten (congres; economische actie; 40-jang bestaan; hooge drukwerk-nota's), en niettemin zou er geen tekort zijn, wanneer we slechts over alle contributies regelmatig konden beschikken. Nu herhalen we, dat over 1924 de opbrengst is gedrukt door de maanden-lange ziekte van den penningmeester, maar dit neemt niet weg, dat talrijke leden de herhaaldelijk aangeboden contributie-kwitantie terugzonden. Daaraan moet een eind komen. Het Bestuur zal op middelen hebben te zinnen, om de achterstallige contributies alsnog te innen. Dan kan het tekort worden ingehaald. Want het geheele tekort — en nog méér dan dat — hebben wij van de leden te vorderen, aan contributie.
*** In zijn vergadering van 1.1. Zaterdag heeft het bestuur eenstemmig besloten, een krachtige poging te doen, om den contributie-achterstand in te halen. De penningmeester — wien hulde toekomt voor de vele werkzaamheden, die hij voor den Kring verricht — zal worden ontlast. De contributieinning wordt gedecentraliseerd en zal voortaan plaats hebben met medewerking van de plaatselijke penningmeesters en van in andere steden aan te stellen correspondenten. Het Kringbestuur is overtuigd, dat op deze wijze het tekort — dat, zooals gezegd, enkel en alleen op contributieachterstand berust — over het loopende jaar grootendeels kan worden weggewerkt. Voor verdere bijzonderheden raadplege men het bestuursverslag. D. H.
DE
80
JOURNALIST
INHOUD. Het Contributie-tekort. — Officieele Mededeelingen: Agenda Jaarlijksche Algemeene Vergadering; Kringbestuurverslagen; Rapport-Van Blom c.s.; Bureau voor Vacatures; Ledenlijst; Jaarverslag Penningmeester. — Locale en Gewestelijke Vereenigingen: De Amsterdamsche Pers; Haagsche Journalisten-Vereeniging. — Algemeene belangen: Een belangryk journalistiek proces (slot); Het rapport der Commissie voor de Medezeggenschap; Veel gevraagde adressen; Journalist en algemeen belang. — Personalia en berichten. — Advertentiën.
Officieele Mededeelingen.
Jaarlijksche Algemeene Vergadering op Zondag 2 9 Maart 1925 des voormiddags 10J^ uur
te ROTTERDAM in de bovenzaal van Café-Restaurant RICHE, Korte Hoogstraat, boven de Passage. AGENDA: 1. Openingswoord van den voorzitter. 2. Notulen der Algemeene Vergadering van 3 en 4 Mei 1924 te Amsterdam. 3. Jaarverslagen van den Penningmeester. 4. Benoeming eener commissie voor het nazien der rekening over 1925. 5. Vaststelling van het bedrag der bijdrage, over 1925 uit deKringkas te storten in de Weerstandskas (art. 23 H. R.) Het Bestuur stelt voor de bijdrage, evenals vorige jaren, te bepalen op het reglementaire minimum van 10 %. 6. Verkiezing van vier Bestuursleden: a wegens periodieke aftreding van de heeren A. VOOGD, Rotterdam en L. SCHOTTING, Amsterdam (beiden zijn herkiesbaar); b in de vacatures, ontstaan door het bedanken van de heeren D. KOUWEN AAR (aftreding 1928) en J. K. v. LOON (aftreding 1926), beiden te Amsterdam. 7. Verkiezing van twee leden der Commissie van advies: a wegens periodieke aftreding van den heer C. J. SCHOTEL, Amsterdam; b in de vacature, ontstaan door het overlijden van den heer J. H. VAN DIJL, Rotterdam. 8. Jaarverslag van den Secretaris. 9. Voorstel van het Bestuur, om over 1925 een maximumcrediet van /' 1750.— toe te staan voor het orgaan, berekend op een omvang van gemiddeld 4 bladzijden per nummer. 10. Bespreking van het beleid van den redacteur van De Journalist (art. 65 H. R.) en verkiezing van een redacteur en een plaatsvervangend redacteur. 11. Wijziging van het Pensioen-Contract met de Nationale Levensverzekering-Bank te Rotterdam. 12. Rondvraag.
BIEMOND en V A N LOON OOSTEN en HOLSUOER.
en
de gedelegeerden ROGGE, VAN
In behandeling kwam hernieuwde steunverleening aan eenige Z^-slachtoffers. Wederom werd voor een maand een bedrag toegestaan. Uitdrukkelijk werd er op gewezen, dat in den vervolge geen steun zal worden verleend aan hen, die achterstallig zijn in de betaling hunner contributie, gelijk trouwens in de statuten is vastgesteld. Verschillende nieuwe leden werden aangenomen. (Zie ledenlijst). Vervolgens kwam in behandeling een voorstel tot stichting van een plaatsingsbureau voor journalisten, waarvan het doel zal zijn hen, die een betrekking zoeken of van betrekking wenschen te veranderen, opgave te verstrekken van vacatures. Gewezen werd op de gelegenheid tot adverteeren in De Journalist, wat echter door verschillende leden niet voldoende en niet afdoende werd geacht. Enkele leden verklaarden zich met de instelling van een dergelijk bureau niet te kunnen vereenigen. Zij verwachten er geen nut van. Aan het D. B. werd ten slotte opgedragen om een ontwerp-regeling te maken. Over de aanvrage van gewoon lidmaatschap van iemand die in gemeentedienst is e n a l s zoodanig journalistiek werk verricht, werd gediscusseerd in verband met de vraag, of een dergelijke persoon valt onder de bepalingen van de Statuten. Ten slotte werd de aanvrage afgewezen, omdat de meerderheid van meening was, dat de positie van den betrokken persoon economisch een geheel andere is dan die van journalisten. De betrokken aanvrager zal naar de Commissie van Advies worden verwezen. Mededeeling werd gedaan van een schrijven van de Nationale Levensverzekeringbank, waarin deze nog tot 15 December 1925 de gelegenheid openlaat, om zich op de oude premiên te verzekeren. Daarna zullen ze worden verhoogd, welke verhooging door den Kring moet worden aanvaard. Besloten werd de Jaarvergadering op 29 Maart te Rotterdam te houden; aan die vergadering voor te stellen het bedrag voor de Weerstandskas op 10 °/0 te stellen en ƒ T750 voor het Orgaan (met aandrang tot bezuiniging!) beschikbaar te stellen. Vervolgens werden zeer uitvoerige besprekingen over het rapport der commissie-VAN BLOM gehouden. Algemeen uitte men waardeering voor het werk dezer commissie. De vraag was, hoe men een en ander aan de algemeene vergadering zal voorleggen. De bespreking werd geschorst tot de volgende vergadering. * * * Op 21 Februari kwam het Kringbestuur andermaal bijéén. Mededeeling werd gedaan van een ontwerp-plan voor het uitstapje naar liet Oosten des lands. Dit werd in algemeene lijnen aanvaard. Het is ontworpen door de Oostelijke Pers. Allereerst werd daarna gediscusseerd over het ontwerp voor het plaatsingsbureau. In principe werd tot stichting besloten. Over de wenschelijkheid van centralisatie of decentralisatie werd vervolgens gesproken. Besloten werd dat het bureau zal worden gevormd door het Dag. Bestuur, terwijl de voorzitters der plaatselijke vereenigingen als correspondenten zullen optreden. De verdere besprekingen over het rapport der CommissieVAN BLOM bepaalden zich tot de vaststelling van het eerste punt, dat daaruit zal worden geëntameerd. Aan de Commissie was imperatief opgedragen, een regeling te ontwerpen ter bescherming van de journalisten bij verkoop van een blad. Facultatief was vervolgens een algemeene regeling ter overweging gegeven. Het lag dus voor de hand, dat het Bestuur ten aanzien van het eerste punt onmiddellijk een definitief voorstel deed aan de ledenvergadering en dat het overige deel van het rapport na bespreking in de plaatselijke vereenigingen nader zal worden beschouwd door het bestuur, dat ten slotte verdere voorstellen zal overwegen. In de volgende vergadering zou de discussie worden voortgezet. * * * Op 14 Maart kwam het Bestuur wederom bijeen. Aanwezig waren de heeren HANS, voorzitter,
De aandacht wordt er op gevestigd, dat de Algemeene Vergadering niet plaats heeft op 22, maar op Zondag 29 Maart a.s. Kringbestuur. Het Kringbestuur vergaderde 31 Januari in De Kroon te 's-Gravenhage. Aanwezig waren de leden HANS, VOOGD, VAN
DER H O U T ,
SCHOTTING,
POLAK DANIELS, KOUWENAAR,
KOUWENAAR,
SCHOTTING,
RITTER,
VAN DER HOUT, VOOGD POLAK
DANIELS
en
de'
gedelegeerden SCHOTEL (Amsterdam), HOLSBOER {Oostelijke Pers) en D E R O T (Rotterdam). Ingekomen waren' o. a.: 1. een verzoek, om bij de excursie naar Gelderland ook Apeldoorn te bezoeken. Geantwoord zal worden, dat dit niet mogelijk is met het oog op den tijd; 2. eenige brieven en mededeelingen met betrekking tot de salaris-positie aan enkele bladen, in verband waarmee stappen zullen worden gedaan;
DE
JOURNALIST
3. een klacht van een Amsterdamsen lid tegen een ander Amsterdamsen lid. — Zal in de volgende vergadering worden behandeld; 4. een klacht van het Bestuur der Vereeniging van Beeldende Kunstenaars tegen een dagblad-artikel. — Zal nader worden onderzocht; Pensioencontract. — De voorzitter deelde mede, dat het nieuwe contract met de Nationale geteekend is, doch dat over 1925 iedereen zich nog op de oude tarieven kan aanmelden. Candidaturen. — Wederom werden eenige nieuwe leden aangenomen (zie elders). Financieele Verslagen. — De verslagen van den penningmeester gaven aanleiding tot een zeer uitvoerige discussie, waarbij van alle kanten werd beaamd, dat — men moge over enkele gedane uitgaven al eens van meening verschillen — toch de contributie-achterstand de hoofdreden van het tekort is. Er zou geen tekort zijn, wanneer alle contributies waren ge-ind. Verschillende voorstellen werden overwogen, maar tenslotte bleek het Bestuur unaniem van oordeel, dat allereerst verandering moet worden gebracht in de wijze van contributieinnen. De penningmeester is veel te zwaar belast; hij kan het werk onmogelijk meer af. Besloten werd daarom tot decentralisatie inzake de inning der contributie, een besluit, dat werd neergelegd in een motie-KouwENAAR: Het Bestuur van den Kring, enz. overwegend dat in de gecentraliseerde wijze van contributieinning, zooals die tot dusver gevolgd is, verandering dient te worden gebracht, gelet op het groote belang, dat de Kring heeft bij het geregeld en op tijd binnenkomen dezer gelden, besluit deze i?ining voortaan zooveel mogelijk te decentraliseeren, en daarvoor in de eerste plaats de medewerking in te roepen van de penningmeesters der plaatselijke vereenigingen en van aan te stellen plaatselijke correspondenten. Deze motie werd met algemeene stemmen aanvaard. Het Kringbestuur vertrouwt, dat op deze wijze de financiën aan het eind van 1925 een veel beter beeld zullen vertoonen. Steun. — Wederom werd aan enkele Amsterdamsche journalisten, die nog steeds werkloos zijn, steun uit de Weerstandskas verleend. ^ Rapport- Van Blom c.s. — De discussie over het RapportVAN BLOM C.S. werd voorloopig tot een eind gebracht. Het bestuur nam twee moties aan, die aan de algemeene vergadering zullen worden voorgelegd. Men vindt ze elders in dit nummer. Bureau voor Vacatures. — Eveneens wordt ten einde gebracht de discussie over de instelling van het Bureau voor Vacatures. Eenige leden blijven zich — ook bij de eindstemming — tegen de instelling van dit Bureau verzetten. Tot de oprichting wordt besloten. Men vindt het uitgewerkte plan op een andere plaats in dit nummer. Rondvraag. — Bij de rondvraag werd een geval ter sprake gebracht van een muziek-recensent, dien men, zelfs met politie-hulp, bij een concert wilde verwijderen, ofschoon hij een plaatsbewijs had gekocht. Het Bestuur keurde een dergelijk optreden eenstemmig af. De vergadering werd gesloten.
Het Rapport-Van Blom c.s. In zijn jongste vergadering heeft het Kringbestuur besloten, de volgende moties voor te stellen aan een buitengewone algemeene vergadering, die in April zal worden gehouden: MOTIE I De algemeene vergadering van den Nederlandschen Journalisten-Kring, met groote waardeering kennis genomen hebbend van den belangrijken arbeid, verricht door de commissie- Van Blom, besluit: ie. allereerst te streven naar verbetering van de positie der journalisten bij den verkoop van bladen, 2e. af te wachten welke nadere voorstellen het Krino-bestuur naar aanleiding van het Rapport, te zijner tijd zal doen. MOTIE II De algemeene vergadering van den Nederlandschen Journalisten-Kring, van oordeel dat de positie der journalisten bij den verkoop van bladen dringend verbetering behoeft,
81
verzoekt het Bestuur naar die verbetering te streven met inachtneming van de volgende algemeene beginselen: 1. Wanneer de verkoop van een blad aan de orde komt, geeft de directie zoo spoedig mogelijk aan een vertegenwoordiger der redactie toegang tot het college van commissarissen, opdat hij daar op de hoogte worde gesteld van den gang van zaken en de belangen der journalisten kan bepleiten. Indien zulk een college niet bestaat, -wordt aan genoemden vertegenwoordiger op andere wijze mededeeling gedaan van den toestand. 2. Bij den verkoop van een blad ontvangen de journalisten, wieu op dat tijdstip, of kort te voren klaarblijkelijk in verband met den verkoop, ontslag wordt verleend, een uitkeering, verband houdend met het aantal jaren, dat zij aan het" blad verbonden zijn geweest, en met de positie die zij hebben bekleed. 3. Journalisten, die bij den verkoop van een blad in hun positie worden gehandhaafd, mogen — behalve wanneer daartoe een duidelijk-aanwijsbare dringende reden aanwezig is niet binnen twee jaar na den verkoop -worden ontslagen, tenzij zij een uitkeering ontvangen als in vorig punt bedoeld. 4. Bij verkoop van een blad mag geen wijziging ten ongunste worden gebracht in de arbeidsvoorwaarden der journalisten, dan na overleg met het Bestuur van den Nederlandschen journalisten-Kring. 5. Geschillen, uit deze bepalingen voortvloeiend, worden otiderworpen aan de beslissing eener commissie, die benoemd is door de Vereeniging van Directeuren en den Nederlandschen Journalisten-King. 6. Nadat over bovenstaande algemeene beginselen overeenstemming zal zijn verkregen met het Bestuur der Directeurenvereeuiging, wordt een nadere uitwerking er van ontworpen. T o e l i c h t i n g . Het Kringbestuur is van oordeel, dat — onafhankelijk van het groote belang der andere punten, die in het Rapport zijn behandeld — allereerst moet worden geregeld de positie der journalisten bij den verkoop van een blad. Juist om dit punt is de commissie ingesteld, juist dit punt was hoofdzaak in de opdracht, haar verstrekt en juist dit punt is het meest urgent. Motie I strekt, om dit te doen uitspreken. Heeft de algemeene vergadering zich met die wijze van behandelen vereenigd, dan strekt Motie II, om inzake dat hoofdpunt eenige algemeene beginselen aan te geven. De bedoeling is, dat het Kringbestuur over die algemeene beginselen, dus over de positie der journalisten bij verkoop, in onderhandeling zal treden met het Bestuur van De Nederlandsche Dagbladpers. Hoofdpunten van de algemeene beginselen zijn: i e dat de journalisten niet onkundig worden gelaten, wanneer verkoop aan de orde komt en 2 e dat hun, wanneer zij worden ontslagen, een redelijke uitkeering worde gewaarborgd.
Bureau voor Vacatures. Het Kringbestuur, van oordeel dat het wenschelijk is, aan journalisten, die zonder betrekking zijn of die van betrekking wenschen te veranderen, voorlichting te geven inzake bestaande vacatures, heeft besloten over te gaan tot het inrichten van een Bureau voor Vacatures op den volgenden grondslag. 1. Opgericht wordt een Bureau, dat zich ten doel stelt bij voorkomende vacatures op journalistiek gebied de betrokken werkgever (directie; college; vereenigings-bestuur enz.) en de betrokken journalisten met elkander in contact • te brengen. 2. Het Bureau bestaat uit het Dagelijksch Bestuur van den Kring. De voorzitters der aangesloten vereenigingen treden op als correspondenten van het Bureau. 3. Het Bureau legt drie Registers aan: 1. Register A: bevattend de namen van de ingeschreven journalisten, die zonder betrekking zijn. 2. Register B: bevattend de namen van de ingeschreven journalisten, die van betrekking wenschen te veranderen. 3. Register C: bevattend de opgave van bestaande vacatures. 4. Register B is geheim, en slechts aan de leden van het Bureau en de correspondenten bekend. 5. Elk lid van den Kring kan zich bij den secretaris aanmelden, om op één der eerste twee Registers te worden ingeschreven, met verplichting, zooveel mogelijk mededeeling te doen omtrent aard en karakter der verlangde werkzaamheden. 6. Elke directie van een dagblad of eenige andere in art. 1 bedoelde werkgever kan aan het Bureau bericht zenden van het bestaan eener vacature. Deze opgave wordt op
82
7. 8. 9.
10. 11.
12. 13.
DB
J O U R N A L I S T
Register C geplaatst. Ook zonder speciale opgave is het Bureau bevoegd vacatures, die te zijner kennis komen, op het Register in te schrijven. Aan de dagblad-directies worden vaste formulieren ter invulling gezonden, teneinde deze, bij voorkomende vacatures, aan het Bureau toe te sturen. Zoodra een vacature op Register C is geplaatst, wordt daarvan mededeeling gedaan aan de ingeschreven journalisten. De ingeschreven journalisten zijn verplicht, aanstonds aan het Bureau mede te deelen, wanneer zij van het Register wenschen te worden geschrapt, en wanneer zij, al dan niet door bemiddeling van het Bureau, in een nieuwe betrekking zijn benoemd. Verschuldigd is bij de inschrijving: op Register A een bedrag van f 1.—; op Register B een bedrag van f 2.50. Ingeval door bemiddeling van het Bureau een der ingeschrevenen wordt benoemd, is deze bovendien verschuldigd: voor een ingeschrevene op Register A een bedrag van f 4.—; voor een ingeschrevene op Register B een bedrag van f 7.50. Alle verrekeningen van het Bureau geschieden ten laste of ten bate van de Kringkas. Het Bureau regelt overigens zijn arbeid zelf en is alleen aan het Kringbestuur verantwoording schuldig van zijn werkzaamheden. Aan de correspondenten worden desgewenscht inlichtingen verschaft.
Ledenlijst. Aangenomen als gewoon lid: G. J. LAMMERS, De Standaard, De Clercqstraat 21 3 , A'dam. Bedankt als gewoon lid: K. E. AARTSMA, Doetinchem (wegens verlaten derjournalistiek). Aar esverander ingen: HERBERT ANTCLIFFE naar Van Merlenstraat 73, Den Haag. Jhr. JAN FEITH naar Toendjoengan, Soerabaia. W. A. VAN GOUDOEVER naar Locomotief, Semarang. H. KENTHER naar Westeinde 29, Amsterdam. R. W. LAMMERS naar Tugelaweg 73, Amsterdam. B. PERSON naar Valeriusstraat 262 huis, Amsterdam. P. J. ZÜRCHER naar Spaarhovenstraat 4, Schoten (Haarlem). Onbekende adressen: Wij ontvingen gaarne de nieuwe adressen van de leden : Sj. HARINGSMA, J. F. VAN H E E S , J. G. A. G. TIMMERMANS en J. C. VAN WAGENINGEN.
THORBORG,
J a a r v e r s l a g Penningmeester over 1924. Zooals te voorzien, is de rekening van het afgeloopen jaar veel minder gunstig dan het jaar te voren. Het toen van f 1029.02 teruggebrachte nadeelig saldo is ditmaal geklommen tot f 2422.92 s . Een belangrijke uitgave is hiervoor in hoofdzaak verantwoordelijk en wel de viering van het 40-jarig bestaan van den Kring, die paraisseert met een direct nadeelig saldo van f 1134, maar die ook uiteraard haar invloed deed gevoelen op andere posten. Men denke aan extra drukwerk, eereblijken (in den vorm van plaquettes) enz. Een tweede factor, waardoor het uiteindelijk resultaat van het kasbeheer zooveel minder goed was dan over 1923, heeft, de penningmeester zelve voor zijn rekening te nemen. Langdurige ongesteldheid belette hem tot zijn zeer groot leedwezen zooveel aandacht aan zijn functie te wijden, als nu eenmaal noodzakelijk is. Vandaar dat de inkomsten aan contributies zooveel geringer zijn geweest dan het jaar te voren. Er bestaat daardoor een niet onbelangrijke achterstand, dien hij alsnog hoopt te kunnen inhalen. Vergelijking der cijfers zal doen zien dat, ware zulks niet het geval geweest, alleen de 'viering van het 40-jarig bestaan extra op de Kringfinanciën zou hebben gedrukt. Een extrapost op de rekening vormen de kosten der commissie voor de medezeggenschap wier rapport, dat een niet onbelangrijke uitgaaf heeft veroorzaakt, nog op de volgende rekening zal komen te drukken. De overige posten behoeven geen toelichting. De uitgaven voor De Journalist zijn iets hooger dan geraamd, wegens het verschijnen van extra zorgvuldig bewerkte en geïllustreerde nummers wegens het reeds aangestipte Kringfeest, alsmede door een speciaal nummer, waarin de voorstellen tot statutenwijziging en reglementsherziening waren opgenomen. In de kosten van ander drukwerk is begrepen de uitgaaf van het geïllustreerde jaarboekje die echter voor een deel is
teruggekomen in de contributie. Het ligt in de bedoeling een kleinigheid op de leden te verhalen voor de drukkosten van het rapport der medezeggenschap. De Penningmeester,
A. VOOGD. De Weerstandskas. Het jaarverslag omtrent de Weerstandskas geeft aan, dat tegenover de uitgaven aan steun ook een post voorkomt van terug ontvangen voorschotten. Hierop wordt in het bijzonder de aandacht gevestigd van hen, die, vroeger steun genoten hebbende, misschien in de gelegenheid zijn gekomen om hetzij geheel of gedeeltelijk de schuld aan de Weerstandskas te gedenken. Van het saldo heb ik een klein deel in effecten kunnen beleggen, wat niet zeggen wil dat de rest niet belegd is. Het gaat schuil in het nadeelig saldo van de Kringkas, in de uitgaven die reeds voor 1925 zijn gedaan zoowel door de Kringkas als door de Weerstandskas, terwijl het restant in deposito is gegeven. De Penningmeester,
A. VOOGD. De Pensioenverzekering. Het afgeloopen jaar was voor de pensioen verzekering niet onbelangrijk. Uitgaande van de meening, dat als gevolg van de veranderde omstandigheden op het gebied der pensioenverzekering, de maatschappij waarbij de Kring is aangesloten wel eens aanleiding zou kunnen hebben om gebruik te maken van haar periodiek recht tot tariefsverhooging — die dan intusschen alleen de nieuw-toetredenden treft, terwijl zij die eenmaal aangesloten zijn voordurend in het genot blijven van de oorspronkelijke premies — heeft het bestuur niet nagelaten om in De Journalist gestadig aan te moedigen tot vermeerdering van het aantal aangeslotenen, opdat deze nog van de oude tarieven profijt konden hebben. Dat het bestuur goed had gezien, kan wel hieruit blijken, dat de directie der Nationale inderdaad kennis gegeven heeft, dat zij met ingang van 1 Mei 1925 de tarieven verhoogde, hetgeen dus practisch hierop neerkwam, dat tegen het einde van het jaar 1925 — wanneer de stortingen over 1926 moeten plaats hebben — een nieuwe schaal van kracht zou worden. Het verschil van de nieuwe met de oude tarieven bedraagt circa 30 °/0, hetgeen dus zeggen wil, dat voortaan een zekere storting omgerekend in pensioen 30 °/0 minder zal opleveren dan vroeger of dat men om een bepaald bedrag te verkrijgen 30 % meer zal hebben te storten. De waarschuwing is nu gelukkig niet vergeefs geweest, er zijn een aantal nieuwe toetredingen te boeken, zij het dan ook dat dit cijfer grooter had kunnen zijn, vooral van den kant der jongeren, voor wie deze pensioenverzekering in de eerste plaats buitengewoon voordeelig is. De jeugdigen onder ons, die in staat zijn in den aanvang enkele honderden guldens per jaar te storten, komen daardoor in de gelegenheid, zich nu al tegen hun Ó5 ste jaar een niet onbelangrijk pensioen te reserveeren. Vooral echter werd de toetreding gunstig beïnvloed, doordat officieel de Nieuwe Rotterdamsche Courant, Bet Vaderlatid en de Voorwaarts voor hun redactieleden, die zulks wenschten, tot de Kringregeling toetraden. Het gevolg daarvan was dat de penningmeester op het einde van het afgeloopen jaar aan de Maatschappij een bedrag van circa f 4 3 0 0 0 kon afdragen, of ongeveer / 12000 meer dan het jaar te voren. Dit is zeer bevredigend, doch gaarne zou ik wenschen, dat de deelneming nog algemeener werd, al is uiteraard aan het aanvragen en invullen der boekjes een niet onbelangrijke administratie verbonden. Gelukkig kan ik te eerder daartoe aanmoedigen, waar het aan het bestuur is gelukt de maatschappij te bewegen om de oude tarieven nog dit geheele jaar te handhaven, zoodat zij, die op het einde van dit jaar nog toetreden, nog van de vroegere gunstige condities zullen profiteeren. Zij die dit wenschen moeten niet aan den penningmeester schrijven: „Zend mij eens een pensioenboekje" — zooals ditmaal herhaaldelijk geschiedde — want die boekjes heb ik eerst wanneer daarop de eerste storting is geschied. Men heeft aan den penningmeester te zenden een geboortebewijs, waaruit tegenover de maatschappij officieel de leeftijd van den gegadigde kan worden aangetoond en dan natuurlijk de . .. nervus rerum, het bedrag dat men voor de eerste storting wenscht te bestemmen. Dat laatste heb ik echter eerst in de maand December noodig. De Penningmeester. A. VOOGD.
DE
J O U R N A L I S T
SÖ
Rekening van den Nederlandschen Journalisten-Kring over 1924 Ontvangsten: Aan contributie 1921 . . „ „ \SiZZ 1923
.
58 191 » 291 » 4441 107 n ƒ J!
.
1924 . . „ depositorente . . . » advertentiën Journalist
ROTTERDAM
46
45 80 15 25 79 97
Totaal . . . Nadeelig saldo
ƒ5137 „ 2422
41 925
Totaal
ƒ7560
33 5
. . .
Uitgaven: Per nadeelig saldo 1923 10 % bijdrage Weerstandskas . . drukkosten Journalist ander drukwerk kosten administratieve hulp . . . bureaukosten redacteur telefoon secretaris subsidie Persmuseum kosten Algemeene Vergaderingen . . „ delegatie derwaarts . . . . „ Bestuursgaderingen . . . . reis- en verblijfkosten bestuursleden bureaukosten voorzitter en secretaris Pensioencommissie „ secretaris . . . „ penningmeester . hulde en eereblijken . . . . hulp aan vreemde journalisten nadeelig saldo viering 40-jarig bestaan „ „ uitstapje naar Den Briel kosten commissie Medezeggenschap reis- en verblijfkosten van de leden dezer commissie nieuwe pensioenboekjes en zegelkost. provisie incasso en retourkosten . .
Totaal
31 December 1924 A. VOOGD, Penningmeester.
Rekening van de Weerstandskas over 1924
Aan „ „ „
Ontvangsten: saldo 1923 bijdrage Journalisten-Kring gekweekte rente contributies 1921
1923 1924 „ terug ontvangen voorschot en Totaal
ƒ8614 „ 425 „ 709 „ 2 , 17 • 30 , 523 „ 500
435 875 84s — 50 50 60 —
ƒ10823
755
Uitgaven: Per safehuur „ uitkeeringen en voorschotten . . . „ aangekochte effecten (ƒ 1500 5 °'0 Westlandsche Hypotheekbank) . .
Stand der bezittingen op 31 December 1924 3 4 % Pandbr. Zuid-Holl. Hyp.bank 2 4 „ „ Haarl. 1 4 » » » „ 2 „ Westlandsche „ 2 4 „ 1 4 » „ Ned. Bankinstelling 1 472„ 1 Aandeel Intern. Handel en Cred. M'i 1 4 % Pandbr. Utr. Hyp.bank 1 4 1 2'/ 2 " Obli'g. N. W. S. " „ Nederland 3 4'/2„ 1 5 „ Pandbr. Rott.' Scheepshyp.bank 1 6 „ Oblig. Ned. Indië 1 5 „ Pandbr. Westl. Hyp. Bank
Voordeelig saldo
Totaal
ƒ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „
1000.— 1000.— 500.— 1000.— 500.— 1000.— 150.— 1000.— 500.— 1000.— 500.— 1000.— 1000.— 1000.— 1500.—
a 76 82 n 82 „ 81 81 „ 65 ff 24 ff 82 ff 82 ff 53 ff 92 ff 87 ff 78 ff 99 »
°/n ~~ ƒ 2280.—
>i
'T
Jï
„ 1640.— „ 410.„ 1620.— „ 810.„ 650.— 36.„ 820.— „ 410.„ 530.— „ 460.„ 2610.— » 780.„ 990.— ff „ 1497.13
ƒ 15543.13 oordeelig saldo 1924 „ 8266.625 ƒ 23809.755
ƒ „ „ „ „ „ „ „ „ „ „
1029 02 425 | 875 1432 44 562 14 210 100 102 102 10 55 10 81 95 487 15 475 ! 65
165 25 174 70 154 i 50 223 83 60 1134 159 70 214 88 101 63 45
ƒ7560
85 20
335
84
DE
JOURNALIST
Locale en Gewestelijke Vereenigingen. De Amsterdamsche Pers. Jaarverslag over 1924. De voornaamste gebeurtenis van het ai'geloopen jaar was voor onze vereeniging, dat eindelijk een beslissing viel over onze voorstellen tot reorganisatie van den Kring. Op 3 Mei keurde de ledenvergadering van den Kring met 34 tegen 9 stemmen het in art. 17 der voorstellen belichaamde beginsel van den bond met ai'deelingen goed, doch bij referendum werd dit besluit verworpen. Weliswaar verklaarden zich 148 leden vóór en 105 leden tegen bedoeld besluit, doch de vereischte meerderheid van % was niet bereikt, ondanks de in samenwerking met den Haarlemsehen Journalistenkring en de Oostelijke Pers gevoerde actie te dezer zake. Collega KOUWENAAR, die op voorstel der Amsterdamsche Pers in de plaats van oud-collega POLAK tot bestuurslid van den Kringwerd gekozen en tevens het redacteurschap van De Journalist op zich nam, vond in den uitslag van het referendum aanleiding als Kringbestuurder te bedanken. Tegelijk met hem, bedankte collega VAN LOON als Kringbestunrder in verband met de aanneming der motie-VAN DEN BERGH ter Kringvergadering. Hij was eveneens op voorstel der A. P. in de plaats van collega CRAYE gekozen tot bestuurslid van den Kring. . Kort vóór de behandeling der reorganisatievoorstellen in de Kringvergadering was door een veertigtal Amsterdamsche Kringleden, voor het meerendeel tevens leden der A. P., een drietal amendementen op de voorstellen ingediend, waarvan de strekking was dat bestuursleden van den Kring, behoudens de voorzitter, niet onmiddellijk herkiesbaar zouden zijn, dat het lidmaatschap van het Kringbestuur onvereenigbaar was met dat van een al'deelingsbestuur, en dat een afvaardiging naar de Kringvergadering uit evenveel bestuurs- ais gewone leden moest bestaan. In de ledenvergadering der A. P. werd het eerste amendement aangenomen, het tweede en het derde verworpen; in de Kringvergadering werden de eerste twee amendementen verworpen, het derde ingetrokken. Daarentegen werd aangenomen een motie-VAN DEN BERGH uitsprekende, dat de combinatie van bestuurder van den Kring en bestuurder van een deiplaatselijke afdeelingen zooveel mogelijk moet worden voorkomen. Het gebeurde met de reorganisatie o. m. de indiening van het voorstel der 41 Amsterdamsche Kringleden, gaf aan het bestuur der A. P. aanleiding om zijn mandaat ter beschikking der algemeene vergadering te stellen omdat het in onzekerheid verkeerde omtrent de stemming onder de leden ten aanzien van het bij dereorganisatie gevoerde beleid. De aan deze zaak gewijde ledenvergadering van 16 Juni eindigde met de aanneming van een motie-ÏERSTEEG, waarbij de vergadering, vertrouwen uitsprekende in het bestuur, dit uitnoodigde op een volgende vergadering de vraag te doen bespreken, wat in de toekomst moet worden gedaan om te komen tot een behoorlijke reorganisatie van den N. J. K. In de op grond dezer motie op 27 October gehouden ledenvergadering werd namens het bestuur verklaard, dat het van oordeel was dat voorshands van de A. P. geen reorganisatie-voorstellen moesten nitgaan. Het bestuur had dan ook collega TERSTEEG, die inmiddels nieuwe reorganisatievoorstellen had uitgewerkt, in overweging gegeven, deze rechtstreeks bij den Kring in te dienen. In bedoelde vergadering kreeg collega TERSTEEG gelegenheid zijn voorstellen nader toe te lichten. Bij het veertigjarig jubileum van den Kring, begin februari, werd namens de A. P. aan het Kringbestuur een nieuwe „kop" voor het Kriugorgaan, mitsgaders een vignet, een en ander het werk van den sierkunstenaar CHRIS VAN GEEL, aangeboden.'
Aan het einde des jaars werd op voorstel der drie Amsterdamsche Kringbestuursleden, na bespreking der zaak in het bestuur der A.. P., een buitengewone bestuursvergadering van den Kring aangevraagd naar aanleiding van het feit, waarop ook nog door een der A. P. leden de aandacht gevestigd was, dat een drietal werklooze Kringleden, na tevergeefs bij den Kring om ondersteuning uit de Weerstandskas te hebben aangeklopt, zich genoopt hadden gezien zich tot het Burgerlijk Armbestuur te wenden. Dank zij het initiatief der Amsterdamsche Kringbestuurders werd- aan de bedoelde drie leden een uitkeering uit de Weerstandskas verstrekt. Naar aanleiding van het voornemen van het Kringbestuur, om in 1925 wederom een journalistiek congres te houden, vond de gedelegeerde der A. P. bij het Kringbestuur, door wien de Kringbestuursvergadering vrijwel geregeld werden bijgewoond, gelegenheid te herinneren aan de toezegging van den Kringvoorzitter, in Januari 1921 gedaan, dat in den vervolge de ledenvergadering zou worden gekend in het houden vun dergelijke congressen. De gedelegeerde bracht voorts in het Kringbestuur de klacht ter sprake, dat aan een bepaald dagblad blijkbaar bij voorkeur meesters in de rechten tot redacteur werden benoemd. Alvorens over te gaan tot de meer plaatselijke aangelegenheden zij vermeld, dat het ledental vrijwel stationair bleef. Het bedroeg op 1 Januari 77, nl. 70 gewone en ? buitengewone leden, tegenover 79 (72 gewone en 7 buitengewone leden) op 1 Januari 1924. Het bestuur kwam vijftien maal bijeen, de ledenvergadering vijfmaal. In de op 3 Maart gehouden jaarvergadering werden de periodiek aftredende bestuursleden VAN DEN BROEK, VAN DEN BROEKE en VAN
LOON herkozen. In bedoelde vergadering werd besloten tot het verkenen van een jaarlijksehe subsidie van f 75.— aan de stichting „Het Nederlandsen' Persmuseum", die op 1 Februari haar gebouw op den N. Z. Kolk betrok en in welker bestuur collega KOUWENAAR en ondergeteekende als vertegenwoordigers der A. P. werden aangewezen. De regelende en bemiddelende arbeid vorderde wederom veel tijd van het bestuur, zooals bij verschillende tentoonstellingen — de
model-regeling met de vereeniging de E. A. I. moge hierbij even afzonderlijk worden vermeld —, de bezoeken der Koningin waarbij gewaardeerde medewerking der leden werd ondervonden, de brandweerfeesten en bij feestmalen ter gelegenheid van het bezoek van vreemde oorlogsbodems en het beleggen van persbijeenkomsten van allerlei aard, het verspreiden van communique's enz. In toenemende mate blijkt bij autoriteiten, comité's en besturen een juist begrip en daarmede gepaard gaande waardeering voor de pers te bestaan o. m. hieruit blijkende, dat meer dan eenmaal behalve de pers „als zoodanig" ook het bestuur qualitate qua werd uitgenoodigd. De president van het Gerechtshof' riep wederom de bemiddeling onzer vereeniging in om te verkrijgen, dat bij een belangrijke rechtzaak geen onbevoegden de zitting zouden bijwonen. Het bestuur wendde zich met een adres tot den Raad inzake de uren van aanvang en einde der begrootingszittingen. Bij het bezoek der Finsche collega's bood onze vereeniging een lunch te Volendam aan. Voorzitter en penningmeester brachten een bezoek aan de stadhuizen van Den Haag en Rotterdam, teneinde zich op de hoogte te stellen van de inrichting daarvan ten behoeve der pers in verband met de verbouwing van het Amsterdamsche raadhuis. Naar aanleiding van de mishandeling van een collega, die van actualisme verdacht werd, bij de metaalarbeidersstaking, protesteerde het bestuur bij het stakingscomité. Als gewoonlijk werd wederom van advies gediend betreffende de toekenning van politiebewijzen. Vermelding verdient ten slotte nog, dat met de in het ai'geloopen jaar opgerichte vereeniging De Nederlandsche lllustratiepers samenwerking werd verkregen en dat in beginsel ook overeenstemming werd bereikt inzake samenwerking met den Nederlandschen Voetbalbond voor de persregeling bij internationale wedstrijden. Ons medelid Mr. H. Louis ISRAELS ontviel ons door den dood; bij zijn begrafenis was ons bestuur vertegenwoordigd. 'Het zilveren jubilé als journalist van ons bestuurslid L. P. VAN DEN BROEK bood ons bestuur de gelegenheid hem van onze waardeering te doen blijken. Deze vermelding herinnert den verslaggever aan het feit, dat de A. P. dit jaar zelf de zilveren jubilaresse is. Moge het verslag over het loopende jaar er van getuigen, dat 1925 in elk opzicht een feestjaar voor onze vereeniging zal geweest zijn! SCHOTEL. In „Parkzicht" werd Woensdag 4 Maart onder voorzitterschap van collega D. KOUWENAAR de jaarlijksehe algemeene vergadering gehouden van de vereeniging De Amsterdamsche Pers. Het jaarverslag van den secretaris vindt men hierboven afgedrukt. Uit 'de rekening en verantwoording van den penningmeester, collega J. H. ROGGE, bleek, dat er een batig saldo was van ƒ126.—. Collega KOUWENAAR, die periodiek aftrad, werd als voorzitter herkozen. De periodiek aftredende bestuursleden, de collega's ROGGE en SCHOTEL, die zich niet herkiesbaar hadden gesteld, werden eveneens met vrijwel algemeene stemmen herkozen en vonden in den uitslag der stemming aanleiding om opnieuw een bestuursfunctie te aanvaarden. De voorzitter deed mededeeling van een disciplinairen maatregel door het bestuur, wegens oncollegiaal optreden tegenover een ander lid, op een lid der vereeniging toegepast. Aan het slot der vergadering werd meegedeeld, dat een feestcommissie was benoemd ter voorbereiding van de viering van het vijf-en-twintigjarig bestaan der vereeniging op 26 Juli a.s. Voor het lidmaatschap der vereeniging heeft zich aangemeld collega H. BURGER, redactie De Standaard. Eventueele bezwaren tegen de toelating kunnen binnen 8 dagen bij het bestuur worden ingediend.
Haagsche Journalisten-Vereeniging. Als lid heeft zich a a n g e m e l d de heer H . A N T C L I F F E [Daily Mail en New York Herald Tribune), Den Haag. H e t Bestuur beslist over deze a a n v r a g e niet eerder d a n een week n a d a t zij ter kennis van d e leden is g e b r a c h t . E M M Y J. B E L I N F A N T E , secretaresse.
Algemeene belangen. Een belangrijk journalistiek proces. (Slot
van het vonnis
van de Amsterdamsche
rechtbank).
„Bij pleidooi heeft d e r a a d s m a n van De Telegraaf betoogd, d a t een ieder die een dergelijk bijvoegsel in h a n d e n kreeg, voetstoots k o n begrijpen, d a t d e vork aldus in den steel zat. D o c h d e R e c h t b a n k verwerpt deze o p v a t t i n g . Niets geeft a a n l e i d i n g o m a a n te n e m e n , d a t een lezer in die bijvoegsels een d o o r d e Russische regeering b e t a a l d e publiciteit zoude zien. Wel staat in h e t verschenen bijvoegsel, d a t d e Russische regeering haar m e d e w e r k i n g tot deze uitgave z o u d e verleenen, d o c h d a t is iets a n d e r s d a n b e t a a l d e publiciteit. „ I n h e t reeds a a n g e h a a l d e a n t w o o r d van De Telegraaf staat zelfs, d a t d e Russische regeering den verderen i n h o u d zou verschaffen.
DE
J O U R N A L I S T
„Een handelwijze nu van een dagblad, welke dus hierop neerkomt, dat zij een uitgave bezorgt als de onderhavige alsof die van haar afkomstig ware, immers alsof haar redactie ook de leiding daarvan heeft en de inhoud dus de opvattingen van deze weergaf, terwijl verzwegen wordt, dat men hier in werkelijkheid met een, uit niets blijkende betaalde publiciteit heeft te maken, acht de Rechtbank niet oirbaar. „Niet alleen toch in het maatschappelijk verkeer, doch ook in de pers, moet de waarheid de eenige richtsnoer zijn. „Dit beginsel brengt voor een dagblad in de eerste plaats mede om, naar de beginselen, welke het voorstaat, de waarheid bekend te maken, zoodat de lezerskring van het blad ook vertrouwen mag hechten aan hetgeen daarin staat en zich, in dit vertrouwen hiernaar kan richten. „In het onderhavige geval nu is deze waarheid niet betracht en vertrouwen ten onrechte opgewekt, nu achteraf is gebleken, dat hetgeen het publiek kon en moest accepteeren als de meening van De Telegraaf inderdaad het standpunt was van de Russische regeering. „En dit klemt te meer, nu De Telegraaf onder het in meergenoemd bijvoegsel verschenen hoofd „Onze Russische bijvoegsels" het uitdrukkelijk doet voorkomen, dat deze uitgaaf door haar geschiedt, zij het dan ook met medewerking der Russische regeering, ter inlichting van het Nederlandsche publiek omtrent de economische ontwikkeling van het reusachtige Russische rijk. „Daarenboven is nog met het genoemde beginsel, waarnaar een dagblad zich heeft te richten, in strijd om, zooals in casu is geschied, in een neutraal land voor geld stemming te maken voor een der strijdende partijen. „Terecht heeft de schrijver in Het Volk de handelwijze van De Telegraaf dus gelaakt. „Door den raadsman van De Telegraaf is wel is waar nog betoogd, dat het eerste en eenig verschenen nummer slechts opstellen bevatte van op onderscheiden gebied deskundige mannen, en uit dien hoofde van eenigerlei misleiding geen sprake heeft kunnen zijn, doch dit doet, wat daarvan overigens ook moge zijn, niet terzake, daar het ten deze alleen om het beginsel gaat, of een uitgaaf, zooals deze is geschied, al dan niet oirbaar is. „Waar dit dus niet het geval is, was Het Volk, zooals reeds overwogen, gerechtigd in zijn blad deze handelwijze te laken er is dus van een onrechtmatige daad van de zijde van zijn hoofdredactie in zooverre geen sprake. „Uit het bovenstaande volgt dus, dat de schrijver in Het Volk mocht laken hetgeen hij heeft gegispt, doch dat hij daarbij de grens eener geoorloofde, zij het ook scherpe kritiek, heeft overschreden en dat slechts in zooverre onrechtmatig is gehandeld. „De schade door deze onrechtmatige 'daad veroorzaakt, acht de Rechtbank met een bedrag van f 50.— voldoende vergoed. „Waar beide partijen gedeeltelijk in het ongelijk zijn gesteld, zijn er termen de proceskosten te compenseeren."
Het rapport der Commissie voor de Medezeggenschap. De heer ELOUT zal vermoedelijk van den zomer pas terugkomen van zijn Indische reis voor het Handelsblad. Het bestuur van den Nederlandschen Journalisten-Kring had aangekondigd het voornemen, het rapport van de commissie voor de medezeggenschap in het voorjaar te doen behandelen op een Kringvergadering. De heer ELOUT ZOU dus juist niet tegenwoordig kunnen zijn. Ik heb het jammer gevonden, dat wij het zonder zijn inzicht zouden moeten doen en heb hem daarom gevraagd het voor mij op schrift te stellen, hetgeen hij, op weg naar Indië. heeft gedaan. Hij heeft mij overgelaten er naar goedvinden mee te handelen. Ik meen niet beter te kunnen doen dan een plaatsje ervoor in ons orgaan te vragen, maar moet dan, tot goed begrip van zijn gedachtengang, eerst melding maken van hetgeen hij mij een jaar geleden schreef over „medezeggenschap in de journalistiek" in het algemeen. De heer ELOUT schreef mij 29 Januari 1924: „I. Ik acht medezeggenschap in de journalistiek zeer wenschelijk en beter mogelijk dan in de arbeiderswereld, omdat men bij ons te doen heeft met intellectueelen en dus met menschen, die veel minder licht dan arbeiders (ik wil niet zeggen: nooit) zich laten meesleepen door leuzen en leiders van buiten. Het vaak geuite bezwaar tegen medezeggenschap: dat de wantrouwen-propaganda der agitatoren toch alles zou fnuiken, geldt dus niet voor de journalistiek. „II. Wenschelijk acht ik een toestand, waarin geen enkel
85
belangrijk besluit betreffende de krant, hetzij dit het redactioneele of commercieele deel betreft (bijv. aanstelling en ontslag, maar óók beslissingen over de exploitatiewinst) wordt genomen zonder de sanctie van een vaste delegatie uit den redactioneelen staf. „III. Mogelijk acht ik voorshands: het vormen van zoo'n vaste delegatie (hoe kleiner hoe beter, een man of drie bijvoorbeeld, te kiezen door en uit den redactiestaf maar met sanctie van den hoofdredacteur op de keuze, een en ander teneinde vertrouwelijkheid te bevorderen) die over alle belangrijke redactiezaken gehoord moet worden en die over alle andere zaken van de krant uit eigen beweging advies kan geven (óók over de commercieele leiding). Inlichtingen die zij vraagt, moeten haar worden gegeven; ze is tot geheimhouding (ook tegenover de andere redactieleden) verplicht als haar die wordt opgelegd. Over voornemens van aanstelling of ontslag èn over voornemens tot verandering van richting, van aard of van eigendom van de krant moet deze delegatie worden gehoord. Het ware zeer wenschelijk, om van zulke voornemens ook den heelen redactiestaf te verwittigen, maar dat zou misschien nog wat te haastig wezen. En ik durf voor de redactie-delegatie vooreerst ook nog niet meer dan een adviseerende stem te vragen. Men moet zachtjes beginnen." En 17 Januari 1925 schreef de heer ELOUT mij „(zeer in 't kort)" over het rapport der commissie, die zich met het onderwerp had beziggehouden: „Ik houd mij aan de hoofdzaak: verkoop en verandering van richting. Mijn meening over de medezeggenschap kent gij trouwens. Ik vind, dat, vooral in de inleiding, teveel nadruk is gelegd op den materieelen kant van de zaak: de bestaansonzekerheid. Dat is heel belangrijk, maar veel erger acht ik den moreelen smaad- dat een journalist op zekeren dag hoort, dat hij, met de zetmachines en de bureaustoelen (al of niet), is overgedaan als een hond, die aan een andere baas is versjacherd. Overigens komt het mij voor, dat de artikelen 15, 16 en 17 een gelukkige oplossing bieden voor de moeilijkheden op dit punt en dat daarin, doordien de verplichting tot schadevergoeding remmend zal werken op verkoopers, ook het moreele element voldoende is beschermd. Alleen vraag ik mij af, of er niet bij zou moeten worden bepaald, dat artikel 17 óók toepasselijk is op gevallen van ontslag, gedurende bijvoorbeeld r jaar vóór verkoop of verandering van richting. Anders kan de eigenaar van een krant dat artikel ontduiken door, even vóór de transactie, de journalisten, of althans die, waarvan hij last vreest, te ontslaan. „Wat eindelijk de medezeggenschap belangt, gij weet, dat ik verder zou willen gaan dan wat hier wordt voorgesteld, maar ik denk, dat het verstandig zal zijn om voorloopig hiermede tevreden te zijn. Het zou al een heel belangrijke stap zijn." Tot zoover de heer ELOUT. Voor het gemak teeken ik hierbij aan, dat artikel 15 der ontwerp-collectieve overeenkomst handelt over de rechten van den journalist bij verandering van richting der courant, artikel 16 over zijn rechten bij verkoop en artikel 17 over zijn recht op uitkeeringen bij ontslag in die gevallen en ingeval van opheffing der courant. 'S-GRAVENHAGE, 17 Februari.
VAN
DE
POL.
Veel gevraagde adressen. Kringsecretariaat: W. N. VAN DER HOUT, Van Slingelandtstraat 70, Den Haag. Plaatselijke Vereenigingen: Secretariaat Amsterdamsche Pers: C. J. SCHOTEL, Joh. Verhulststraat 201, Amsterdam. Secretariaat Haagsche Journalisten-Vereeniging: Mej. E. J. BELINFANTE, Weimarstraat 149, Den Haag. Secretariaat Rotterdamsche Journalisten-Vereeniging: H. M. DEKKING, Nieuwe Binnenweg 19», Rotterdam. Secretariaat Haarlemsche Journalistenkring: P. C. AKKERMAN, Joh. de Breukstraat 18, Haarlem. Secretariaat Groningsche Journalisten-Vereeniging: J. J. LEENINGA, Graaf Adolfstraat 20*, Groningen. Secretariaat Oostelijke Pers: F. J. A. BERDING, Heerenweg 183, Zwolle.
ME
86
JOURNALIST
Advertentiën.
Journalist en algemeen belang. De Kamper Courant schrijft: „Over het opvoedingsgesticht De Glindhorst heeft o.a. Het Vaderland scherpe artikels gehad. Het blad uit de Parkstraat mag zich mee de eer toekennen dat de janboel in die inrichting gaat veranderen. „Maar wat ons nu zoo heel aangenaam heeft getroffen is de wijze waarop door het bestuur dier gereformeerde Stichting is gereageerd op de campagne, welke wel gekenmerkt wordt door een zinsnede als deze: „Tot het onvermijdelijke gebeurde, dat de Glindhorst in al zijn schande voor het Nederlandsche volk heeft blootgelegd." „En nu komt iemand van die Haagsche krant op de Glindhorst zelf op bezoek en toen die medewerker zich aanmeldde was er juist vergadering van het nieuwe bestuur. „'t Is zeer begrijpelijk, dat het bestuur onze aanwezigheid met gemengde gevoelens vernam, doch nadat directeur en bestuur een paar minuten met elkaar hadden overlegd, werden wij in de vergadering genoodigd Ruim 3 uur hebben we met de heeren zitten praten en wij erkennen volmondig, dat de heeren volkomen opening van zaken hebben gedaan en ons tenslotte toestonden alles te onderzoeken en zelfs, buiten de tegenwoordigheid van den directeur, met verpleegde, pachter en personeel te spreken. Wij ontmoetten bij de heeren een ernstigen wil om het verkeerde zonder aanzien des persoons te verwijderen en het vertrouwen van het Nederlandsche volk te herwinnen." „Of de pers in ons kleine Nederland vele dergelijke voorbeelden zou weten op te halen uit campagne-tijden? Ook wanneer aan de eerlijkheid, als in deze Vaderland"sche geschiedenis, niet kan worden getwijfeld? Na de schande dus, het compliment! De Glindhorst is een voorbeeld geweest hoe het niet op zulke stichtingen moet toegaan; haar bestuur geeft nu een voorbeeld hoe men daarna den „vriend" heeft te ontvangen, die eerlijk de feilen heeft getoond!"
Personalia en Berichten. Goede voorbeelden. Na de beslissing van den Amsterdamschen Gemeenteraad inzake het vraagstuk van de melkvoorziening heeft de voorzitter op een verzoek van de vertegenwoordigers der pers, de vergadering voor een kwartier geschorst, ten einde de verslaggevers in de gelegenheid te stellen hun verslagen van het laatste gedeelte der debatten en van de stemmingen rustig te bewerken. We gaan vooruit! De directie van Be Maasbode heeft met ingang van 1 Januari j.1. aan alle leden van haar personeel, wier salaris, 2 jaar geleden, tijdelijk met 5 % was verlaagd, een verhooging toegekend van 5 % , zoodat dus nu het oude peil van 1922 weder is bereikt.
Aan het bestuur van den Nederl. Journalisten-Kring en dat van de Haagsche Journalisten-Vereeniging, alsmede aan allen die me op 16 Januari 1.1. verrassingen bereidden, hartelijk dank. DEN HAAG, Maart 1925.
' H. W. DE
WAL.
Gezocht in Den Haag JOURNALIST sprekend en met over vrijen tijd, (als bijverdienste). Br. lett. A B C
met initiatief, vloeiend moderne talen inzicht in buitenl. politiek, beschikkend voor het uitvoeren van journ. opdrachten Discretie verzekerd. Administratie van dit blad.
Rapport der Commissie voor de Medezeggenschap. (ingesteld door het Bestuur van den Ned. Journalisten-Kring) Exemplaren van dit Rapport zijn alsnog verkrijgbaar tegen toezending van 6 0 cent bij den Kringsecretaris, Van Slingelandtstraat 70, Den Haag.
Advertenties in „De Journalist" Heele pagina Halve „ Kwart „ Zesde , Twaalfde ,
f , . „ „
60.— 30.15.— 10.— 5.—
(± (± (± (± (±
550 270 130 84 42
cM3) „ ) „ ) „ ) „ )
Kleine advertenties kosten 30 cents per regel. De kopy voor advertenties te zenden aan de Administratie, Laan van Meerdervoort 15, Den Haag
De prijs van losse exemplaren van De Journalist
Gedrukt bij A. de la Mar Azn., Amsterdam
is 15 cent.