Het brandpunt van een vrolijke scheppingsdrang Ondernemingsplan Festival Oude Muziek 2013-2016
INHOUDELIJK PLAN 1. Over Organisatie Oude Muziek 1.1. Het DNA Een heldere missie Organisatie Oude Muziek (OOM) stimuleert het avontuur van de oude muziek en draagt het uit - lokaal, nationaal en internationaal. De inhoud is hierbij sturend, met een sterk accent op nieuw ontdekt repertoire en nieuwe inzichten inzake speelwijze, terwijl de uitwerking radicaal publieksgericht is. Liefde voor het repertoire en constante topkwaliteit is wat de voortrekkersrol met de publieksfunctie verzoent en verbindt. Historisch erfgoed en creativiteit van nu Erfgoed en creatie reiken elkaar binnen oude muziek de hand: partituren uit ons verleden komen alleen tot leven als ze door de handen gaan van artiesten van nu. Tegelijk ontstaat een unieke koppeling tussen cultuur en kennis, waarbij de oude-muziekaanpak de esthetische ervaring verrijkt met een historisch perspectief, dat de waan van de dag openbreekt en toont waar we vandaan komen of waar we op het toppunt van ons kunnen toe in staat zijn. Zo creëert OOM een podium waarop het verleden ons de maat neemt en wijst waar we heen kunnen als genereuzere, slimmere, blijere en geestelijk gezondere burgers, tegelijk bescheiden én ambitieus. OOM gelooft fundamenteel in de kracht van een muzikale beleving, verrijkt met de gedachte van levend erfgoed, om mensen met elkaar te verbinden. 1.2. Kernactiviteiten Anno 2012 is OOM een van de grootste concertorganisatoren van Nederland, met opgeteld ongeveer 270 evenementen tijdens het Festival Oude Muziek aan het einde van de zomer en tijdens het landelijke Seizoen Oude Muziek het hele jaar door. Festival Oude Muziek Utrecht is de thuisbasis van het grootste Oude Muziek Festival ter wereld. Met zijn dertigste verjaardag in 2011 ontplooide het Festival meer energie dan ooit. Het zit goed met de inhoud, die thematisch strak wordt gestuurd, maar vooral is er draagvlak: de stijging van de publieksaantallen over de voorbije twee jaar is met meer dan 30% (10% in 2010 en nog eens meer dan 20% in 2011) bovengemiddeld te noemen. Al helemaal als we deze cijfers afzetten tegen de landelijke gemiddelden, waar voor het seizoen 20112012 een daling van meer dan 14% is aangekondigd. Daarnaast is een groeiende internationale belangstelling zichtbaar, naast brede erkenning onder professionals, ook buiten de muzieksector. Het Festival is als het ware aan zijn tweede jeugd begonnen. Nederland kan daarom trots zijn op zijn Festival Oude Muziek. Niet alleen als artistiek evenement, maar ook om zijn economische impact: de festivalperiode is, bijvoorbeeld, het enige moment in het jaar waarop de Utrechtse hotelsector op volle capaciteit draait. Seizoen Oude Muziek Het landelijke Seizoen Oude Muziek, vroeger Netwerk geheten, spreidt de oude muziek over het hele land, het hele jaar door. In de beginjaren ging dat met landelijke tournees van toen nog relatief onbekende ensembles als The Hilliard Ensemble of Les Arts Florissants. Die concertreeksen waren zo succesvol dat deze ensembles hun weg vonden naar het grote-zalencircuit. Vandaag behelst het Seizoen een totaal van 120 concerten met tournees van kleine en middelgrote formaties van internationaal niveau of met een bijzondere Nederlandse toets. In de loop der jaren heeft het Seizoen Oude Muziek talloze lokale initiatieven te lande overgenomen. Als gevolg hiervan is het Seizoen Oude Muziek op dit moment het enige vehikel dat muziek van internationaal niveau uit Middeleeuwen, Renaissance en Barok in het hele land laat klinken. Het Seizoen Oude Muziek maakt geen deel uit van deze aanvraag.
1
2. Het artistieke verhaal 2.1. Ambitie en visie 2.1.1. Inzetten op niveau De artistiek visie van OOM voor de middellange en lange termijn moet voortbouwen op de verworvenheden van de voorbije dertig jaar, aangejaagd door een heldere missie. Maar dat is niet voldoende: er hoort een scherpe analyse bij van de kansen en uitdagingen voor de organisatie. Van fundamenteel belang is het ambitieniveau van de plannen. OOM is een leidende culturele instelling lokaal, nationaal en internationaal - en daar horen ook verantwoordelijkheden bij. De uitdaging bestaat erin om in de huidige omstandigheden een gezonde en organische ontwikkeling van onze activiteiten te blijven garanderen. Een en ander wordt er niet makkelijker op nu de Rijksoverheid zich zo ostentatief uit de podiumkunsten terugtrekt. De keuze om OOM niet langer binnen de landelijke Basis Infrastructuur te erkennen en te financieren, doet echter niets af aan onze rol in het cultuurbestel. Het tegendeel is waar: de beslissing is net genomen op het moment waarop het Festival Oude Muziek een spectaculaire bezoekersgroei kon voorleggen, uitstekende tussentijdse evaluaties krijgt en groot vertrouwen geniet bij media, collega’s en musici. Het contrast is voor alle partijen pijnlijk, en de beslissing is ontegenzeggelijk de grootste tegenslag in het bestaan van OOM. Maar dat is dan ook wat het is: een tegenslag. En die raakt gelukkig niet aan de missie van OOM, de urgentie ervan en de vechtlust van de organisatie. Er staat in ieder geval te veel op het spel – artistiek voor een hele sector en een breed publiek, economisch en op vlak van uitstraling voor stad, regio en land - om de toekomst van OOM door deze omstandigheden te laten determineren. Daarom wijzen de ambities van OOM over de hele lijn richting vitaliteit en groei. De noodzaak daaraan is evident wanneer we het muzikale landschap bekijken, zeker in de context van een vermoedelijk sterk verschralend aanbod vanaf 2013. 2.1.2. Het artistieke credo Erfgoed als onuitputtelijke bron Essentieel voor de oude muziek is de continue bevraging van (nieuw ontdekt) historisch materiaal. Voor de muzikant met een passie voor oude muziek, is investeren in kennis daarom een noodzakelijke voorwaarde. De ontmoeting van kennis en cultuur levert de voedingsbodem voor een oneindige creatieve output. En daar worden muzikanten en publiek rijker van. OOM neemt het muzikale erfgoed zelf au sérieux. Vertrouwen in de kwaliteit en de overtuigingskracht van het basismateriaal, is de enige garantie om tot een geloofwaardig muzikaal eindproduct te komen. Pimpen haalt er de kracht net van af. In die zin willen we specialisatie stimuleren: kennis van zaken moet hand in hand gaan met de allerhoogste internationale uitvoeringskwaliteit. Die beroepsernst is wel het minste wat van een erfgoedorganisatie als de onze kan worden verwacht. Zorgen voor de oude muziek van morgen OOM heeft als leidende organisatie de verantwoordelijkheid om de vinger aan de pols te houden van de lokale en internationale oude-muzieksector, en om bakens uit te zetten voor de toekomst van de meest spannende branche van de klassieke muziek: die waar muzikanten niet in de pas hoeven te lopen, maar zelf op onderzoek uitgaan. Dertig jaar geleden was oude muziek een luis in de pels van het muzikale establishment, met een enorme creatieve explosie tot gevolg. Die revolutionaire energie moet de oude muziek opnieuw aanboren. Immers: de oude muziek zal vernieuwend zijn, óf niet zijn. We moeten in contact blijven met het potentieel van een compromisloze zoekersmentaliteit om een levendig artistiek werkveld voor de komende dertig jaar te garanderen. Investeren in research en development is daarom meteen ook investeren in de innovatieve kracht van het Festival Oude Muziek (zie 7. Innovatie).
2
Talentontwikkeling als investeringspolitiek Met meer dan zestig gratis toegankelijke fringe-concerten waarin de volgende generatie zich presenteert, is het Festival Oude Muziek een kweekvijver van internationale talentontwikkeling, ook voor het Festival (en het Seizoen) zelf. De fringe maakt integraal onderdeel uit van het Festival Oude Muziek (festival-infestival), en wordt professioneel opgezet: de instroom wordt gecontroleerd met een stevige selectieprocedure, en OOM verrijkt het presentatietraject van de gekozen ensembles door hen naast podiumervaring ook een loket aan te bieden waar ze advies krijgen van zakelijk leiders, muziekjournalisten, agenten, concertorganisatoren en collega’s met een internationale carrière. Een deel van de volumineuze Utrechtse fringe vindt vanaf 2011 bovendien zijn weg naar het MAfestival in Brugge: de muzikanten krijgen een extra speelkans op een vermaard festival en voor het Festival Oude Muziek zelf draagt het bij aan de internationale uitstraling. OOM organiseert zijn activiteiten rond talentontwikkeling niet alleen. Met de conservatoria van Den Haag en Utrecht zetten we een Early Music Summer Academy op tijdens de week voorafgaand aan het Festival. Hier slaan we belangrijke bruggen met hogere onderwijsinstellingen. Voorts zijn er steeds meer partnerships met internationale wedstrijden, waarbij winnaars speelkansen krijgen, en loopt een langdurige samenwerking op het gebied van coaching met de Nederlandse stichting Jumpstart jr., die historische strijkinstrumenten ter beschikking stelt aan jong internationaal toptalent. Het strookt allemaal met de basismissie van OOM om zorg te dragen voor de oude muziek van morgen. Geen oude muziekpolitie Wat voorafgaat, lijkt te suggereren dat het Festival teruggaat naar zijn wortels. Dat is ook zo. We maken echter geen festivals meer zoals dertig jaar geleden. Onze aanpak wil het tegendeel zijn van reactionair, behoudsgezind of nostalgisch. Utrecht keert zich juist af van de authenticiteitpolitie van de beginjaren van de oude muziek. Mocht daar al uitleg bij nodig zijn, dan is die van een kinderlijke eenvoud: niemand weet hoe het heeft geklonken. De afwezigheid van die reality check creëert een enorme vrijheid, de ultieme garantie voor het lange leven van de oude muziekbeweging. Want als de muzikale inspiratie puur is, kan de uitwerking best ver leiden. Zo is er tijdens het Festival Oude Muziek steeds plaats voor kruidige accenten zoals compositieopdrachten als hedendaagse vraagtekens in de marge van het uitgevoerde repertoire. Of, zoals bij de Festivalopening in 2011, in coproductie met het Festival d’Avignon, voor de radicale dans- en muziekproductie Cesena met Rosas en Graindelavoix. Tijdens het hele werkproces is geen enkele concessie gemaakt, noch aan de logica van de muziek, noch aan die van de dans. Toch was het resultaat verrassend en nieuw. Deze aanpak is exemplarisch voor het hele Festival Oude Muziek. Een publieksfestival Dat de sterke inhoudelijke focus niet in tegenspraak is met de ambitie om een zo breed mogelijk publiek warm te maken, is de voorbije twee jaar gebleken. Het festival 2010 - Louis Quatorze was inhoudelijk misschien pittig te noemen, met een overdaad aan nieuw repertoire, onbekende groepen en experiment op de bühne, en dat alles binnen het erg specifieke repertoiredomein van de Franse barok. 2011 Roma città eterna was thematisch bekeken een opener festival, maar het zat even goed weer boordevol ongekende zaken. En er werd opnieuw een lans gebroken voor repertoire dat we ten onrechte miskend vinden. Toch zorgden beide festivals voor een publieksgroei van 10% en daarna nog eens 20%. Het is dus mogelijk om fascinatie te creëren voor repertoire en voor de zoekers-aanpak ervan. De sterke indruk ontstaat zelfs dat het afwijken van de geijkte paden het publiek juist aantrekt. Ook nieuw publiek voelt zich blijkbaar niet geïntimideerd. ‘Wees welkom en leer je eigen erfgoed kennen, met of zonder voorkennis’: het is een slogan die aanslaat. Een cultuur van openheid Wellicht heeft het Festival Oude Muziek wat te lang het aura van een kennersfestival gehad. OOM is hier korte metten mee aan het maken. Het nieuwe Festivalcentrum op het Domplein, geopend in 2010, was zonder twijfel het belangrijkste marketingelement binnen een strategie van meer openheid en toegankelijkheid. De problematiek van de sluiting van Vredenburg is vergeten. De kloostertuin van de Dom, het Domplein en de Dom zelf zijn het zenuwcentrum van het festival geworden, met horeca,
3
kaartverkoop, een podium voor de radio-shows etc, in een stuk architecturaal erfgoed dat samenvalt met het muzikale verhaal van het festival. Door de centrale plek in de stad krijgen we gevoelig meer dagjesmensen en toeristen over de drempel. Het nieuwe Beiaardfestival, geïnitieerd in 2011, is een ander voorbeeld van ons streven naar openheid: het verrast de hele stad tien dagen lang met Festivalklanken. Oude muziek vormt het ideale instaprepertoire voor wie niets van klassieke muziek afweet. De Barok is aanstekelijke met zijn motoriek, sensualiteit en begrijpelijke vormentaal, terwijl Middeleeuwen en Renaissance aanspreken met hun tijdloze of, voor de new age liefhebbers, etherische karakter. Met de avontuurlijke insteek van het Festival, inhoudelijk zowel als qua concertformules, maakt het niet zoveel uit of je kenner bent of beginner: vaak klinkt muziek die niemand eerder heeft gehoord. De canon is met andere woorden open en door het belevingsaspect – avontuurlijke muziek op onalledaagse plekken en vaak op bijzondere momenten - is de drempel laag. Lokale verankering Een paradox: het internationale potentieel van het Festival Oude Muziek ligt besloten in een maximale lokale verankering. Het Festival Oude Muziek is niet voor niets in Utrecht geboren. Het bezetten van de historische stad geeft het Festival zijn coherentie en aantrekkingskracht: muzikaal en architecturaal erfgoed reiken elkaar de hand. De link klopt inhoudelijk – het juiste repertoire in de juiste akoestiek en de juiste setting – en is in de loop der jaren beeldbepalend geworden. Bovendien verschijnt er een nieuw element dat van een beslissende impact zal zijn voor het culturele leven in de regio en ver daarbuiten: het Utrechtse Muziekpaleis. Belangrijk om te weten is dat het Muziekpaleis een capaciteit krijgt van meer dan 4500 man, wat impliceert dat we moeten groeien tot het nieuwe gebouw past als een handschoen. Concreet betekent dit meer grote-zaalproducties, die weliswaar duurder zijn maar potentieel meer bezoekers trekken. Bovendien krijgt Utrecht eindelijk een middenzaal waar kamerorkesten terecht kunnen, met repertoire dat nu systematisch wordt omzeild vanwege de minder geschikte akoestiek van de binnenstadskerken. Het Muziekpaleis en het Festival worden vanzelf partners van levensbelang – dat proces is volop gaande. Met het Festival Oude Muziek haalt het Muziekpaleis het meest grootschalige, internationale event van de stad in huis en meteen een jaarlijkse seizoensopener van formaat. Ook het Seizoen Oude Muziek moet groeien naar de nieuwe situatie, waarbij het Muziekpaleis de uitvalsbasis moet worden voor de verschillende nationale tournees. Maar bovenal is het wenselijk dat OOM aanschuift aan de programmeurstafel van het Muziekpaleis, om zijn know how in te zetten voor een op maat gesneden oudemuziekprogramma in de grootste zaal van Utrecht: we gaan geen dubbel werk doen in de stad. Een tweede jeugd voor OOM OOM zit in een proces van grondige herprofilering, en de voorlopige resultaten zijn erg bemoedigend. Er is een weg ingezet van groei en stijgende kwaliteit, niet alleen op het podium, maar ook op vlak van dienstverlening, binding met (nieuw) publiek, krachtige maar eerlijke communicatie en ondernemerschap. OOM moet er daarom voor zorgen dat het toegerust is om zijn taak als inspirator van een grote wereldwijde sector te blijven vervullen. Als OOM durft te groeien waar het kan, geeft het vorm aan zijn tweede jeugd die nu al begonnen is, en wordt Utrecht meer dan ooit de onbetwiste internationale hoofdstad van de oude muziek.
4
2.2. De plannen voor 2013-2016 De festivalformule biedt OOM de gelegenheid om de missie van het uitdragen van de oude muziek op een geconcentreerde manier te realiseren. Sedert enkele jaren maken we monothematische festivals waarin inhoud voorop staat en waarin meer en meer aandacht gaat naar beleving en ontmoeting. De komende vier jaar gaan we door met deze formule die kwaliteit en kwantiteit combineert tot een tiendaags internationaal topevenement, dat in de betreffende repertoires de wereldwijde state of the art presenteert. Vaste onderdelen bij elk van deze festivals zijn: o 90 betaalde activiteiten in het hoofdprogramma; o de Utrechtse fringe (zie hoger), goed voor meer dan 60 concerten van aanstormend internationaal talent, dat tijdens het traject professionele begeleiding krijgt; o het Beiaardfestival Oude Muziek, nieuw opgericht in 2011, stelt de twee barokke Hemonybeiaarden centraal, in een aan het festivalthema aangepaste programmering met minstens een dagelijks recital, begeleide torenbezoeken tijdens recitals, kinderconcerten enz. De beiaardcultuur van de lage landen is volstrekt uniek, en met name in Utrecht een brok levend erfgoed. De beide beiaarden volledig integreren in het Festivalprogramma betekent extra aantrekkingskracht voor (buitenlandse) gasten, maar vooral laat het ons toe om de soundtrack van de stad te bepalen, en het Festival open te breken buiten de gangbare concertplekken; o een symposium dat (muziek)wetenschap en uitvoeringspraktijk bij elkaar brengt, en dat inhoudelijk het festivalthema onderbouwt. Vanaf 2013 organiseert OOM elk jaar (eerder: om de twee jaar) een symposium waarin uitvoerders en wetenschappers uit verschillende disciplines elkaar ontmoeten. Een en ander kadert binnen de versterkte research en development-aanpak (zie 7. Innovatie); o de Zomerschool: elke festivalochtend is er plaats voor debatten, lezingen, lecture-performances: inhoudelijk sterk maar toegankelijk gebracht, en waar mogelijk met doorkijkjes naar het lopende symposium; o voor de professionals van de concertwereld is het Festival Oude Muziek het gedroomde showcase festival. OOM stimuleert deze internationale bezoekersstroom en richt aangepaste bezoekersprogramma’s in. Voor Nederlandse programmeurs organiseerden we in 2010 en opnieuw in 2012 een studiemiddag i.s.m. met MCN, inclusief een meer lokaal georiënteerd showcase-gedeelte; o de traditionele Oude Muziek Markt met instrumenten, boeken en partituren, nog steeds een publiekstrekker; o bij elke festivaleditie hoort een uitgewerkt Festivalboek, dat naast de programma’s ook duiding en achtergrondartikelen bevat. In combinatie met een cd van een van de centrale artiesten van het festival, is het programmaboek een waar hebbeding. 2013: Een Europese Vrede (werktitel) (23 aug – 1 sept) De Vrede van Utrecht in 1713 is het eerste Europese vredesverdrag dat uitsluitend via diplomatieke, en niet via militaire weg is bereikt. Utrecht speelde hierbij even de rol van VN-hoofdkwartier avant la lettre, en werd de plek waar de eerste Wereldvrede is onderhandeld. De Vrede maakte namelijk een eind aan anderhalve eeuw bloedige godsdiensttwisten, met een nieuw Europees evenwicht als resultaat: de landsgrenzen zoals die in 1713 zijn getekend, stemmen in ruime mate overeen met de situatie die we vandaag nog kennen. Utrecht en de Zeven Provinciën waren even het centrum van de wereld, al kon een Franse diplomaat niet nalaten de Nederlanders er fijntjes op te wijzen dat de Vrede werd beklonken chez vous, pour vous et… sans vous. Gemeente en Provincie Utrecht vieren de driehonderdste verjaardag van de Vrede van Utrecht met een feestjaar, dat meteen de opmaat wil zijn naar Utrecht Culturele Hoofdstad van Europa in 2018 (de jury brengt in 2013 een werkbezoek aan Utrecht) en de festiviteiten rond 900 jaar Utrechtse stadsrechten in 2022. Het Festival Oude Muziek sluit zich hierbij aan en gaat helemaal Europees. Onze helden: de vele reislustige muzikanten die een fascinerend web weven van migrerende muziekstijlen, terwijl ze de Europese kaart transformeren tot een bonte werveling van bewegende pijltjes. Kunstenaars en met
5
name musici waren vaak beroepsdiplomaten, en muziek markeert in zijn feestelijke vorm vaak politieke allianties. Voor het Festival Oude Muziek 2013 heeft OOM een brede Europese samenwerking opgezet. Vier partners, met naast OOM het Centre de Musique baroque de Versailles, het Centre de Musique romantique de Venise en Musikfest Bremen, slaan de handen in elkaar voor een programmering waarvan grote onderdelen in de vier steden te zien zullen zijn. Deze alliantie illustreert meteen de artistieke opzet van deze festivaleditie: samen op zoek naar de ziel van Europa, met zijn onverwachte eenheid in verscheidenheid. Drie Europese grootheden staan centraal in 2013: o renaissance-genie Orlandus Lassus is een niet te klasseren multi-talent, en rond 1570 zowat de beroemdste componist van Europa. Hij was Franstalig van origine, is opgevoed in het Italiaans en maakte een topcarrière in Duitsland. Zijn kosmopolitische carrière staat in schril contrast met zijn tijdgenoot Palestrina, de componist voor wie we in 2011 een lans braken, en die waarschijnlijk nooit buiten Lazio heeft gereisd. Ook al lijdt Lassus’ oeuvre niet onder de wat saaie reputatie zoals maestro Palestrina – dat was net de uitdaging in 2011 - , toch loont het de moeite om deze grootheid centraal te stellen. Immers, bekend of niet, veel Lassus krijgen we al bij al niet te horen op onze podia. Zijn oeuvre is bovendien enorm, en het beslaat alle genres. Liefst 79 volumes zijn tijdens zijn leven gedrukt, en meer dan 2000 stukken zijn bewaard. Tijd voor een uitgebreide verkenning, met liefdesverklaringen van o.m. Cappella Amsterdam o.l.v. Daniel Reuss, Cinquecento, Stile Antico, The Brabant Ensemble o.l.v. Stephen Rice; o de vroegbarokke klavierreus Johann Jacob Froberger brengt de grote Europese stijlen van de vroege 17de eeuw bij elkaar. De Duitser studeerde bij Frescobaldi in Rome en raakte in Parijs bevriend met de klavecinist Louis Couperin. Froberger brengt de op zich erg contrasterende nationale klavieridiomen bij elkaar. Hij voegt er ook een hoogstpersoonlijke emotionele spanning aan toe, wat zijn stukken vaak tot onvervalste egodocumenten maakt. Froberger maakt hiermee de weg vrij voor het klavier als instrument van aller-individueelste expressie, met een muziek die mag doorgaan voor de knapste van de eeuw. Met o.m. Bob van Asperen, Siegbert Rampe, Laurent Stewart, Alina Rotaru; o de Elzasser Georg Muffat absorbeerde in Parijs de chique zwierigheid van Lully, en bracht die tot synthese met de kleurenrijkdom van zijn andere leermeester, Corelli. Het resultaat is een oeuvre met buitengewone orkestmuziek waarin Muffat een muziektaal ambieert die, zoals hij zelf schrijft, moet preluderen op een pan-Europese vrede. Van Muffat laten we, naast orkest- en orgelwerk, zijn enige en nooit uitgevoerde mis horen (met Ars Antiqua Austria o.l.v. Gunar Letzbor). Voorts is er aandacht voor composities met een opvallend Europese randje: o de veertigstemmige Missa sopra Ecco si beato giorno die Alessandro Striggio (de vader van de librettist van Monteverdi’s Orfeo) in Firenze schreef, is de meest extravagante contrapunctische compositie ooit geschreven. De mis deed heel Europa aan en klonk aan het hof van de Habsburger Maximilian II, Hertog Albert V van Beieren en Karel IX van Frankrijk. De mis fungeerde als visitekaartje, en kopieën circuleerden aan de hoven. Lassus hoorde het stuk in München en Tallis, gepikeerd, schreef zijn eigen veertigstemmige Spem in alium als antwoord. Met Le Concert Spirituel o.l.v. Hervé Niquet; o van de schilder Pannini bewaart het Louvre een spectaculair doek uit 1747, waarop de bühne van het Romeinse Teatro Argentina te zien is, met daarop de gedetailleerde afbeelding van een orkest, opgesteld in een decor van wolken. We weten al langer dat het schilderij werd gemaakt ter gelegenheid van het huwelijk van de Franse troonopvolger en Maria-Josepha van Saxen. Maar de muziek die er werd gespeeld, een cantate van Jomelli, is pas recent teruggevonden. Dirigent Peter Van Heyghen bereidt een doctoraat voor over het stuk en de spannende informatie die op het schilderij is te vinden. Hij geeft er een lezing over, maar echt interessant wordt het pas als we de muziek zelf weer laten klinken, in dezelfde opstelling; o aandacht voor gelegenheidscomposities naar aanleiding van de Vrede van Utrecht: Handels Utrecht Te Deum en Utrecht Jubilate (met European Union Baroque Orchestra), maar ook composities van William Croft, William Broderip, Lalande, Kusser; o het genre van het grand motet en hoe het Europa heeft bestormd: Mondonville, Telemanns, Rameau (met Le Parnasse francais o.l.v. Louis Castelain);
6
o o
o
o
een verkenning van de concerti grossi-traditie, vanuit het Rome van Corelli verspreid over heel Europa (Lully, Muffat, Handel) (Accademia Bizantina o.l.v. Ottavio Dantone); een indrukwekkend openlucht klokken- en beeldspektakel op het Domplein, waarbij de beiaarden van Douai (F), Birmingham (GB), Mafra (P), Chambéry (F) en Berlijn (D) samen klinken met de 350 jaar oude Dombeiaard. Een nieuwe compositie wordt geschreven op basis van een achttiende-eeuws Nederlands liedje over de Vrede van Utrecht (i.s.m. Vrede van Utrecht, Gaudeamus, Utrechtse klokkenspel Vereniging); een Europees luitfestival tijdens het slotweekend van het Festival Oude Muziek, met een wetenschappelijk symposium, presentatie van de uitgave The Lute in het Dutch Golden Age, een tentoonstelling (o.v.), een concertreeks tijdens het slotweekend van het festival met o.m. Anthony Bailes, Hopkinson Smith, Eugene Ferré. (i.s.m. de Nederlandse Luit Vereniging, verschillende Europese luitverenigingen, Universiteit van Amsterdam, STIMU); REMA, het Europese oude muzieknetwerk, houdt een Europese netwerkbijeenkomst en bestuursvergadering in Utrecht, tijdens het festival.
2014: Habsburg 22 aug – 31 aug In 2014 kiest het Festival nu eens niet voor een plaats, niet voor een tijd, maar voor een geslacht. De onwaarschijnlijk machtige Habsburgers heersten over grote delen van Europa, ze werden leveranciers van keizers voor het Heilig Roomse Rijk en hun kinderen mengden zich onder de hoogste Europese adel, vanaf de Middeleeuwen tot ver na de Barok. Het accent in de programmering zal komen te liggen op de oostzijde van hun invloedssfeer – het gebied tussen de Oostzee tot de Adriatische kust, met Saksen, Bohemen, Wenen en Salzburg. Kernonderdelen: o het Festival zal een omvangrijk renaissance-luik omvatten. Op het moment dat Maria van Bourgondië trouwt met de Habsburger Maximiliaan, komt een ijzersterke Europese macht tot stand. Door de fusie van beide territoria krijgen de Nederlandse polyfonisten vaste voet aan de grond in het Duitse taalgebied en later in Spanje. Het is een moment dat de muziekgeschiedenis een beslissende draai geeft. Hofcomponist Heinrich Isaac speelt hierin en sleutelrol. Isaac wordt wel eens vergeleken met dat andere zwaargewicht aan het begin van de zestiende eeuw, Josquin. Op zijn beroemde klaaglied Innsbruck ich muss dich lassen na, horen we nauwelijks muziek van Isaac, terwijl hij toch allesbehalve een tweederangsfiguur was op het Europese toneel; o het blijft duren tot de Italianen toestromen en de aandacht naar zich toetrekken. De Oostenrijkse barok, bijvoorbeeld, toont een import van Italiaanse elementen, die ter plekke een geheel eigen kleur krijgen. Het resultaat: buitengewone muziek, zoals die van Bertali, Schmeltzer, Aufschnaiter, Westhoff, Caldara, Bertali, Vilsmayr, Weichlein, Pandolfi-Mealli en natuurlijk de geliefde Biber. We werken hier samen met Ars Antiqua Austria van de violist Gunar Letzbor en Armonico Tributo van de gambaspeler Lorenz Duftschmid, beiden specialisten in het barokrepertoire uit Wenen, Innsbruck en Salzburg; o speciale aandacht gaat uit naar Praag. Gallus, Michna, Zelenka, Reichenauer: Praag was een belangrijk centrum dat natuurlijk niet achter het ijzeren gordijn lag, maar op een boogscheut van Wenen. We staan stil bij deze enorme brok kleurrijk repertoire, waar lokale ensembles als Collegium Marianum, Collegium 1704 en anderen op dit ogenblik baanbrekend research-werk rond verrichten. Het symposium zal hierop aansluiten. Deze festivaleditie vervolledigt het complexe verhaal van de Europese grootmacht, aan de hand van vaak vergeten muziek: o lokale gregoriaanse tradities (met Schola Gregoriana Pragensis o.l.v. researcher David Eben); o een Weense Caldara-opera (concertant, met L’Arpeggiata o.l.v. Christina Pluhar); o aandacht voor Johann Joseph Fux, die een Europese toppositie bekleedde als hofcomponist in Wenen, en die zelfs door Bach werd bewonderd; o Biber: aandacht voor de kamermuziek en het scordatura-gegeven, met de Rosenkranzsonaten als bekroning: uitvoering van een grote Biber-mis; o doorkijkjes tot Mozart en misschien wel Strauss…
7
2015: Império Português Met de rug naar Europa, maar met de neus naar de rest van de wereld: dat is Portugal ten voeten uit. Startpunt van tal van ontdekkingsreizen, haven voor invloeden van overal. Portugals muzikale erfgoed wordt nu pas mondjesmaat in kaart gebracht. In 2015 duikt het Festival daarom in de muzikale wereld van het Portugese rijk, van de vroegmiddeleeuwse abdijmanuscripten tot diep in de Barok, met populaire troubadoursmuziek uit het Cancioneira de Ajuda naast polyfonie van Duarte Lobo en tijdgenoten als Rebelo, De Cristo en Magalhães. Later zorgde Braziliaans goud voor een stralend barok muziekleven in Lissabon met sterren als Domenico Scarlatti en de import van Italiaanse opera. Waar een klein land groot in kon zijn… I.s.m. Fundação Calouste Gulbenkian en RASA. 2016: La Serenissima Van de Venetiaanse muziek kennen we weinig meer dan Vivaldi. En dan nog: dat de rode priester bovenal een operacomponist was, wordt pas nu in brede kringen ingezien. Zijn geestelijke muziek, een festivalthema op zich, zijn we nog niet eens aan het ontdekken. En er is meer, want de Republiek – met zijn blik op de Levant - is altijd een broedplek geweest voor bijzondere muziek: de Venetiaanse school inspireerde Sweelinck, Buxtehude en Bach met de rijkdom van zijn meerkorigheid. De vroege Venetiaanse opera werd een model voor heel Europa. Weinig verwonderlijk: Venetië is de plek waar de muziekdrukkunst zich ontwikkelde, en waar de instrumentale muziek tot wasdom kwam. Dit Festival wordt een feest van kleur en sensualiteit, waarin componisten als Willaert en de Gabrieli’s broederlijk naast latere collega’s als Sartorio, Marcello, Platti en Polarolo komen te staan. I.s.m. Venetian Centre for Baroque Music en RASA.
3. Zorgen voor de muzikale biodiversiteit van morgen Oude muziek stimuleren en uitdragen, dat was al de basismissie bij de oprichting van OOM meer dan drie decennia geleden, en ze vat de bijdrage van OOM aan de ontwikkeling van de podiumkunsten helder samen. Het gaat daarbij om repertoire – OOM breekt een lans voor de 1000 jaar muziek die voorafgaan aan de twee eeuwen basisrepertoire van het grote concertcircuit – en aanpak – historisch en esthetisch goed geïnformeerd, maar zonder de absoluutheidspretenties van de uitvoeringspraktijk van de tweede helft van twintigste eeuw. Oude muziek, zo formuleerde het hoofd van de BBC-Proms Nicholas Kenyon het ooit, is de Viagra van de hedendaagse muziekcultuur, en Utrecht heeft aan deze ontwikkeling een stichtende bijdrage geleverd. Er is wel eens beweerd dat de oude-muziekbeweging haar beste dagen heeft gehad – het interessantste repertoire is ontgonnen en we weten ondertussen wel hoe we een barokviool moeten vasthouden – maar het Utrechtse Festival Oude Muziek maakt jaar in jaar uit duidelijk dat de opdracht allesbehalve afgewerkt is. Op vlak van repertoire gaf de voorbije editie te denken door aan te tonen dat zelfs van iconen als Palestrina of Corelli een fractie van het oeuvre wordt uitgevoerd. Alsof we van Rembrandt enkel de Nachtwacht zouden kennen. En hoe voeren we die muziek dan uit? Vorsers en muzikanten blijven aankomen met nieuwe, vaak prikkelend tegenstrijdige voorstellen. Zeker, we zullen nooit weten hoe het heeft geklonken, en daarin verschilt de oude muziek niet van elk historisch onderzoek. Maar net daar ligt het innovatieve potentieel van de beweging: door de creativiteit van muzikanten van nu kan het avontuur, per definitie, eeuwig doorgaan. Dat is waar het bij oude muziek om gaat: het plezier om muzikale experimenten te delen met een breed publiek, in een eerlijke omgang met onze topstukken. Op dit moment is de missie van OOM niet alleen actueel, ze heeft zelfs aan urgentie gewonnen. Het overdonderende succes van de internationale oude-muziekbeweging in de jaren ’80 en ’90 heeft er immers tegelijk de scherpte wat van afgehaald. Standaardisering – een fenomeen waar de hele klassieke muzieksector last van heeft – steekt de kop op, bij concertorganisatoren en bij ensembles: steeds hetzelfde repertoire, steeds vaker op dezelfde manier gebracht. Binnen de Barok is de bloedarmoede op de internationale podia het grootst, met een routineuze internationale speelstijl – de standaard- of turbobarok – die zichzelf geleidelijk uitholt tot zielloos maniërisme of slaafse imitatie.
8
OOM wil daarom, voortbouwend op de roemruchte verworvenheden van de pioniers van de oude muziek, een nieuwe golf van innovatie en creativiteit aanjagen. Het verleden wordt elders immers voldoende doodgeknuffeld, terwijl het werk aan de volgende dertig jaar van de oude-muziekbeweging nu moet beginnen. Deze aanstekelijke visie maakt het Utrechtse Festival tot het Mekka van de oude muziek, waar muzikanten elkaar treffen, waar lokale en internationale programmeurs aan inspirational shopping doen en waar een steeds breder publiek komt genieten van wat nieuw en tegelijk eeuwenoud is. Voor OOM is het duidelijk: de oude muziek staat, alles bij elkaar, nog maar in de kinderschoenen. En het Utrechtse Festival is meer dan ooit het brandpunt van een vrolijke scheppingsdrang op een schaal die heel Europa ons benijdt.
4. Plaats in het veld en bijdrage aan pluriformiteit Uniek en inspirerend Utrecht is die unieke plek in het land waar de oude muziek thuis is. Wat middeleeuwen- en renaissancerepertoire betreft, wordt Utrecht vanaf 2013 wellicht de enige bediener. Ook binnen de Barok en het Classicisme zal juist in Utrecht de basis worden gelegd voor een bloeiende sector van morgen. De landelijke positie van het Festival Oude Muziek sluit nauw aan bij de eerder geschetste internationale situatie. Binnenlands worden op verschillende podia oudemuziekseries – met name met barokmuziek geprogrammeerd. Maar voor het headhunten en introduceren van nieuwe ensembles en orkesten, het ontsluiten van nieuw repertoire en het ondersteunen van onderzoek is OOM nog steeds de enige serieuze speler in het veld. OOM speelt hierin de rol van inspirator, onder meer door tijdens het Festival Oude Muziek tweejaarlijks een op maat gesneden showcase (met vooral Nederlandse ensembles) en workshop in te richten voor Nederlandse programmeurs (in 2010 en 2012 i.sm. MCN). Tegelijk is het Festival Oude Muziek een internationaal platform voor de beste Nederlandse ensembles. Buiten het bestek van dit aanvraagdossier vallend, maar in het directe verlengde van het Festival: het Seizoen Oude Muziek fungeert als spreidingsvehikel voor de oude muziek in het hele land. OOM werk hiermee samen met grote zalen, maar ook met kleinere lokale stichtingen. Lokale partners De opening van het Muziekpaleis in 2014 betekent een kwantumsprong voor het culturele leven in de stad, en het is duidelijk dat de toekomst van Utrecht in de eerste plaats muzikaal zal zijn. Over de samenwerking met het Muziekpaleis, en de groei die deze impliceert, hadden we het hoger. Maar het Festival Oude Muziek is niet het enige muziekfestival in Utrecht. Het Internationaal Franz Liszt Pianoconcours haalt om de drie jaar de top van de jonge-pianistenwereld naar Utrecht en werkt in de tussenliggende jaren aan originele festivals. Het Internationaal Kamermuziek Festival Utrecht is een grote publiekstrekker tijdens de kerstperiode, en met een ster als Janine Jansen heeft het een prestigieuze uitstraling. En de nieuwkomer in de stad, de Gaudeamus Muziekweek, is de perfecte pendant voor het Festival Oude Muziek. Deze vier muziekfestivals zoeken steeds meer toenadering tot elkaar, met de bedoeling inhoudelijke, productionele en fundraisingbanden te smeden, die opgeteld garant moeten staan voor een ijzersterk Utrecht muzieknajaar, met het Muziekpaleis als spil. Voorts is RASA een uitstekende partner waar buiten de grenzen van Europa wordt gekeken, zoals in 2015 wanneer het Festival ook de Portugese kolonies willen verkennen. De komst van het Muziekpaleis doet overigens geen afbreuk aan een essentieel onderdeel van de festivalactiviteiten: de combinatie van oude muziek en passend architecturaal erfgoed, met historische locaties in de stad. Het Festival Oude Muziek versterkt sedert enkele jaren ook de logische (erfgoed)banden met andere disciplines. Zo gingen we in 2011 Roma – citta eterna de samenwerking aan het Centraal Museum rond hun collectie Utrechtse caravaggisten, en komt er in 2012 Van Sweelinck tot Bach een bijzonder dossiertentoonstelling met panelen van de schilder Gerrit Sweelinck, de broer van de componist. De Universiteit Utrecht is voor OOM een belangrijke partner geworden, zowel infrastructureel (Festivalcentrum aan het Domplein) als inhoudelijk (afdeling Muziekwetenschap voor muzikale
9
aangelegenheden en Institute for Humanities voor een bredere maatschappelijke insteek, zoals een fellowship van Jordi Savall). Ook de Stichting Vrede van Utrecht tot de dichtste kring van partners Landelijke partners Het partnership met AVRO en Radio 4 is de voorbije jaren versterkt en uitgebreid. Het is bemoedigend dat AVRO, met hun binnenkort sterk gereduceerde concertzendtijd, het Festival Oude Muziek als hoofdevenement aanhoudt. Dit betekent voor OOM een aanzienlijk financieel maar vooral promotioneel voordeel. Naast live uitzendingen in tientallen landen wereldwijd, is er ruime internetaandacht met een eigen microsite bij de omroep, en de noodzakelijke ontwikkeling van videomateriaal. In het kader daarvan lopen ook verkennende gesprekken met Brava-TV en Mezzo. Na eerdere samenwerking met Volkskrant en NRC, evalueert OOM op dit moment een mediapartnerships met Trouw en VPRO. Die laatste spreekt zijn interesse uit om de fringe te adopteren. Een inhoudelijke partner is voorts de Academie der Kunsten (Universiteit Leiden). Hun doctoraatsopleiding in de kunsten boort talent aan dat de brug slaat tussen muziekwetenschappelijk onderzoek en de uitvoerderswereld. Vanaf nu wil OOM opnieuw jaarlijks (vroeger tweejaarlijks) internationale symposia opzetten tijdens het Festival, en daarbij is de Stichting voor Muziekhistorische Uitvoeringspraktijk (STIMU) partner. Internationale partners OOM haalt de banden met internationale zusterinstituten nauwer aan. Voor de editie 2013 heeft OOM het initiatief genomen om een team van Europese festivals samen te stellen, dat een grotendeels gezamenlijke programmering kan dragen. Wetenschappelijke onderzoeksinstituten als het Centre de Musique Baroque de Versailles zijn namelijk vragende partij om zich met Utrecht te associëren, en ze kunnen aanzienlijke productie-investeringen doen. Voorts is het Franse Royaumont een productiehuis dat bijzondere research en development-projecten begeleidt en dat de komende jaren graag met het OOM wil samenwerken. Er zijn de festivals van Brugge, Brussel en Antwerpen, naast andere partners als het Berlijnse Radialsystem V, waarmee OOM de kostendrukkende weg van de internationale coproductie bewandelt, naast talloze ad hoc partners. Tot slot is OOM bestuurder van REMA, het Europese netwerk van zalen en festivals gespecialiseerd in de oude muziek. Het netwerk telt ondertussen meer dan zestig leden en is een uitwisselingsplatform voor informatie en coproductie. In 2013 zal het Festival Oude Muziek een meerdaagse plenaire bijeenkomst van het netwerk hosten. 5. Een ondernemende organisatie 5.1. Publiek en marketing Het publieke draagvlak voor de activiteiten van OOM en met name het Festival Oude Muziek is groot, en we verwachten een verder stijgende lijn. Waar we in de periode 2009-2011 een stijging hebben gerealiseerd van 37.000 tot ruim 49.000 bezoekers, ambiëren we vanaf 2013 52.500 bezoekers. Dit korte bestek laat niet toe alle aspecten van het marketingplan toe te lichten. Maar het is duidelijk dat er, met een spectaculaire aanwas van nog eens 1,5 miljoen actieve en jonge pensioengerechtigden voor de komende jaren, in deze groep een enorm potentieel publiek schuilt dat tijd, geld en interesse heeft, en dat zichzelf wil blijven ontwikkelen. OOM kan deze groep uitstekend verzorgen. Het tijdperk is nog niet aangebroken dat overheden een specifieke ouderenaanpak insluiten bij de basisopdracht van culturele instellingen die ze ondersteunen, maar nu al is duidelijk dat hier een belangrijke taak ligt. OOM wil vooraan staan bij deze groeiende markt en de hoogste kwaliteit bieden. We kunnen oudere bezoekers verleiden met Festivalactiviteiten waarin educatie en ontmoeting samenkomen. De stichting Vrienden Oude Muziek zal hier een actieve, verbindende rol in gaan spelen. Voorts zetten we nog meer in op activiteiten voor grootouders met kleinkinderen, om zo niet alleen het publiek van vandaag, maar ook dat van overmorgen aan ons te binden. Het belang van het groeiende oudere publiek betekent niet dat we achterover kunnen gaan zitten en de verjonging van het concertpubliek vijftien jaar voor ons uit kunnen schuiven. Bemoedigend is dat de opener communicatiestijl van de recente jaren aanslaat en met name meer jong publiek (niet alleen in de
10
categorie 40-50, maar ook 20-30 en 30-40 jaar) aantrekt. De factoren die hiervoor verantwoordelijk zijn, krijgen we steeds beter onder controle. Het gaat om de juiste communicatiekanalen, de juiste mediapartners, de juiste beelden. Maar minstens even belangrijk zijn alternatieve marketingtools als een gastvrij Festivalcentrum (ook voor toeristen en passanten), grote publieksevenementen, educatieve trajecten, associaties met partners die hun eigen publiek meebrengen. Eerder is aangehaald dat voor de oudere doelgroep educatie een bindende rol speelt. Dit is ook aantrekkelijk voor het middensegment bezoekers vanaf 40 jaar, in Utrecht vaak hoogopgeleid, die OOM actief wil binnenhalen. Professioneel marketingonderzoek levert de nodige informatie om precies te sturen (de resultaten van het uitgebreide onderzoek in 2011 worden nu geïmplementeerd). Kinderen komen steeds meer aan bod tijdens het Festival Oude Muziek, met aangepaste gezins- en kindervoorstellingen en workshops. Op dit moment is OOM op zoek naar een goede pedagogische partner om het educatieve luik nog verder te ontwikkelen. Zo’n externe partner is niet alleen financieel en bedrijfsmatig noodzakelijk, maar ook een uitkomst in een veld waar het aanbod helaas vaak nog onder de maat blijft. De komende jaren investeert OOM via slimme partnerships met de ensembles zelf in video (AVRO, Brava) voor lokale en internationale spreiding via openbare en commerciële omroepen, en via het web. Hier ligt een enorme uitdaging voor de hele muzieksector, en een opening naar meerwaardezoekers van alle leeftijden. Hier hoort ook een nieuwe site bij die deze media beter ondersteunt, en investeringen in een interactievere aanpak van de (overigens goed lopende) social media-activiteiten. Het prijsbeleid van de toegangskaartjes is in 2010 grondig bijgestuurd in verband met de BTW-verhoging. Op hetzelfde moment is ook de Vriendenbijdrage, niet BTW-belast, met 33% verhoogd, wat een slimme prijsdifferentiatie voor toegangskaartjes mogelijk maakte. Het lijkt ons niet aangewezen om de toegangsprijzen nogmaals zo drastisch te laten stijgen: we willen het publiek juist overtuigen om tijdens het Festival meerdere concerten mee te pikken. Een en ander maakt het voorwerp uit van constante monitoring, maar gezien de hoge kaartverkoop – zowel in absolute termen als verhoudingsgewijs tegenover de verschillende inkomstenbronnen - op dit moment, zou een daling hiervan een aanslag betekenen op het bedrijfsmodel van het Festival Oude Muziek. Het Festival Oude Muziek is, ten slotte, naast een publieksevenement ook een jaarlijkse bijeenkomst van vakgenoten uit de wereldwijde sector. Die functie groeit sedert enkele jaren aanzienlijk, en zal dat blijven doen. In het kader van de Vrede van Utrecht is het Festival, zoals aangehaald, gastheer van een plenaire bijeenkomst van het Europese netwerk REMA. De sterkere research en development-inslag en de jaarlijkse symposia zullen meer onderzoekers aantrekken. 5.2. Cultural governance Het OOM-bestuur zit op dit ogenblik in een proces van vernieuwing en versterking. In de loop van 2012 wordt de nieuwe voorzitter bekend gemaakt. De Code Cultural Governance is de leidraad bij het bestuurlijke functioneren, inclusief bestuurlijke evaluatiemomenten.
11
6. Spreiding Het Festival Oude Muziek speelt zich af in Utrecht. De tweede activiteitenpoot van OOM is, zoals aangegeven, het Seizoen Oude Muziek, dat aan het geconcentreerde Festival een complementair luik toevoegt van spreiding in de tijd en over het hele land. Op dit moment gaat het om ongeveer 120 concerten in grote (Muziekgebouw aan t’IJ, Muziekgebouw Frits Philips, De Doelen, …) en kleine (Muiden, Venlo, Delft, Limbricht, Deventer, Vlissingen, …) concertlocaties. De missie achter het Seizoen is identiek aan die van het Festival Oude Muziek. Op het moment dat OOM de Seizoenswerking heeft geïncorporeerd, nu bijna dertig jaar geleden, was het de bedoeling om van het Seizoen een spin off van het Festival te maken. In de loop der jaren zijn deze activiteiten succesvol gebleken: het volume is gegroeid en het Seizoen is een eigen uniek rol in het werkveld gaan spelen. In overleg met het Fonds Podiumkunsten is daarom besloten dat het Seizoen formeel geen deel uitmaakt van deze aanvraag. 7. Innovatie Het Festival Oude Muziek wil een glashelder statement uitdragen: de oude muziekbeweging staat voor eeuwig experiment. Precies hierom wil OOM meer investeren in research en development: nieuw repertoire en lopend onderzoek door vorsers en experimenterende muzikanten moet worden geïnventariseerd, en het moet zijn weg vinden naar de monothematische Festivals, al dan niet in de vorm van volledig podiumklare presentatie. Zoals het de industrie geldt, zo geldt het immers ook het artistieke bedrijf en met name de oude muziek: research (naar repertoire, historische context, instrumenten, speelwijze etc) en development (het creatief en experimenterend omzetten van onderzoeksresultaten in klinkende muziek) staan garant voor het lange leven van de sector. In het kader van onze missie en de uitdagingen binnen het werkveld van de (internationale) oude muziek (zie 3. en 4.), liggen ze daarom explicieter dan ooit aan de basis van ons vierjarenplan. Dankzij een extra budgettaire inspanning van de Gemeente over de periode 2010-2012, heeft OOM de voorbije jaren de eerste stappen kunnen zetten binnen een proactiever research en development beleid. Tijdens 2011 Rome – città eterna is specifiek gewerkt rond Palestrina, vanuit de nieuwe integrale editie die in Rome wordt uitgegeven. In 2012 Van Sweelinck tot Bach wordt onder meer de evolutie van het lutherse koraal onderzocht, van zijn vroegste eenstemmige zettingen, over het Duitse tenorlied, tot de complexe instrumentale koraalpartita’s. Voor de komende Festivals wordt geïnvesteerd in een verdere uitbouw van deze beter gestructureerde en wetenschappelijk steviger onderbouwde aanpak. Er wordt geïnvesteerd in een artistiek coördinator die zowel wetenschappelijk als muzikaal sterk staat, en er wordt ad hoc advies ingewonnen bij gespecialiseerde internationale adviseurs. Vervolgens wordt geïnvesteerd in de uitwerking en presentatie van onderzoekstrajecten – heel concreet liggen de accenten in 2013 op Lassus, Muffat en het luitrepertoire en in 2014 op Isaac en de Weense en Praagse barok - met parallelle symposia voor wetenschappers, uitvoerders en publiek. Deze activiteiten moeten nog meer dan nu de krenten in de pap uitmaken: nieuw repertoire of nieuwe onderzoeksresultaten op vlak van uitvoeringspraktijk, door gemotiveerde jonge makers. Het geheel aan extra investeringen reikt financieel verder dan het bedrag dat binnen de innovatieregeling beschikbaar is. OOM moet dus ook andere financieringsbronnen aanspreken. Dat doen we vol overtuiging: de meer gesystematiseerde research en development-aanpak moet binnen vier jaar zo geïntegreerd zijn dat het niet een extraatje, maar juist de basis van de hele werking wordt, zodat ontwikkelingstrajecten veel langer op voorhand kunnen worden uitgezet. Publiek, muzikanten en de hele muzieksector profiteren zo mee van de flinke dosis lef en zin voor avontuur die het Festival Oude Muziek wil uitdragen.
12