HET BEWIJS DAT ALLES EEN BETEKENIS HEEFT Sinds lang vervlogen tijden stelt de mens zich vragen over zijn plaats in het universum, zijn afkomst, de betekenis van het leven. Hij kijkt naar de hemel en werpt vragen op waarvoor hij een antwoord wil; soms smeekt hij erom, soms toont hij dankbaarheid, en soms vloekt hij er zelfs op! Hij zoekt naar een teken, een gids, een meester die het allemaal weet, die hem geleidt naar de waarheid, naar het licht, die een antwoord geeft op al zijn vragen. Zonder geloof schenkt geen enkel antwoord hem bevrediging. En dus begint ieder van ons eraan vanuit zijn eigen interpretatie, hoe hij de wereld ziet, al naargelang wat hij gelezen heeft, zijn mening of zijn cultuur. Ommekeer Met de beginselenwet bied ik jou een ongelooflijke visie op het universum, een inzicht dat niet onder invloed staat van enig geloofsstelsel, van enige waarheid buiten jezelf. Door deze houding vind je de weg naar innerlijke vrede, in overeenstemming met de anderen en de wereld, en je bent je eigen gids. Het is een houding op basis van een vaststelling die je leven grondig en definitief omgooit. Wel inderdaad, “…in plaats van te proberen, je leven betekenis te geven, zien we in hoe het leven zin krijgt binnenin onszelf”. Alles wat je overkomt, draagt immers een betekenis in zich. Hierbij onthult zich het “Beginsel” van alles en van wat we dagelijks meemaken, of wat we in het verleden meemaakten, waardoor we er anders tegenaan kunnen kijken. De tekens van het leven leren lezen, dat is “er absoluut zeker van zijn dat alles een betekenis heeft…”. Totale resonantie Ja, maar welke? We hebben onze ziekten of onze levensomstandigheden altijd al gezien als het gevolg van een agressor, van iets dat eerder iets triggerde, van een conflict, of als vanuit een onbewuste overlevensreflex. Als we weten dat we door te “overleven”, voorzien van onze “geboorteafdruk”, voortdurend herhalen wat onze ouders al beleefden en aanvoelden, zien we in dat we exact doen wat ons te doen staat. Wat de Bio-analogie ons aanreikt, is een ommekeer van alles wat tot dusver bekend was, waarbij al het zware en moeilijke definitief wordt getransformeerd naar een oorspronkelijk en bijzonder Uniek Talent. Door de gebeurtenissen in ons leven door een andere bril te bekijken en er het Beginsel uit af te leiden, ontdekken we dat ze volledig resoneren met de structuur van wat onze ouders beleven/aanvoelen. Je moet hierbij wel begrijpen dat er geen enkel waardeoordeel aan te pas komt! Wat aansluit bij het Beginsel is niet positief en ook niet negatief. Er moet zelfs niets gedeprogrammeerd worden: doordat ieder van ons dag na dag doet wat hij doet, doet hij exact wat hem te doen staat. Het derde niveau Het grote verschil is dat wij ervoor kunnen kiezen, dit te doen: o Ofwel in het biologisch onderbewuste, waarbij we de dingen even zwaar beleven/aanvoelen als onze ouders, een steeds weerkerende herhaling vanuit een geheugenspoor binnen een cyclus van 27 maanden die gebukt gaat onder ons biologisch onderbewuste, en waarbij we constant vechten tegen wat ons overkomt, o Ofwel bewust, dat wil zeggen door anders, lichtvoetig en vredevol tegen het feit aan te kijken. Dat houdt in dat we onze creativiteit volledig vrijmaken door ons creatief Talent tot uitdrukking te brengen. Het is niet altijd gemakkelijk, te
begrijpen wat er ons overkomt, net zo min als de zin te vinden van een pijnlijke en complexe gebeurtenis. Zoals de meesten onder ons zijn we gewend, de gebeurtenissen in ons leven positief dan wel negatief te duiden – ofwel goed ofwel slecht. We vergeten daarbij dat er een derde niveau bestaat: het midden, het neutrale, de ontmoeting, de leegte… Een derde niveau dat je een andere kijk kan geven, waardoor gebeurtenissen niet langer zwaar wegen en je in diepe innerlijke vrede gaat leven en volledig je eigen leven gaat schrijven. Wat een ommezwaai! Van herstel tot genezing Jezelf bevrijden bestaat erin, het “Beginsel” te ontwaren dat zegt dat we doordrongen zijn van de beleving/het aanvoelen van onze voorouders. Je kunt eindelijk uit de eindeloze zoektocht naar de oorzaak van je lijden stappen: genezing ontstaat door buiten het kader van oorzaak en gevolg te gaan kijken. Zo gaat ieder van ons zien hoe uniek, origineel en bijzonder hij/zij wel is, en voeling krijgen met zijn/haar eigen creativiteit vanuit het Beginsel dat, als het eenmaal benoemd is en je je er bewust van bent, de onuitputtelijke bron kan worden van wat we verwezenlijken. Herstellen is slachtoffer blijven. Zodra ik mezelf zie als slachtoffer van wat me in mijn leven overkomt, verlies ik contact met het leven. We moeten ons bevrijden van de illusie dat we gebreken hebben, en van de spijt die we voelen om wat we niet zijn. Onze groei komt erop neer, ons bewust te worden van hoe uniek we zijn, zodat we volledig verantwoordelijk worden voor onze incarnatie. Voorbeeld: die heer die al maanden lang spatader heeft in de onderste ledematen. Daarbij komt dat hij twee keer op enkele maanden tijd met de auto van de weg afsukkelt. Toen hij vaststelde dat zowel van de weg af geraken als aan spatader lijden neerkomen op “het bekende pad verlaten”, ging hij in praktijk inderdaad “het bekende pad verlaten”, met name: hij deed beroep op zijn creatief talent. En kijk, hij ging met het door hem geleide familiebedrijf een heel ongewone en innoverende kant op, iets wat hij daarvoor niet durfde. Hij werd beschouwd als een creatieveling en zijn onderneming werd heel succesvol. Zijn spataderpijn verminderde en uiteraard raakte hij niet meer van de weg af, vermits hij dat nu bewust deed in zijn leven. Zijn uit het Oosten geëmigreerde grootvader had destijds al een ongewone onderneming uit de grond gestampt. De hele familiegeschiedenis had een betekenis, zowel de pathologie die tot uiting kwam als de creativiteit waar ze zich aan overgaven. Andere voorbeelden Enkele voorbeeldsituaties waarbij “creatieve talenten” naar buiten treden helpen ons ook, hier verder inzicht in te krijgen: o Bestolen worden: waarbij ik mijn waarden moet terugvinden en zorgen dat ze doorgegeven worden o Vaak verhuizen: waarbij ik voortdurend het nieuwe moet verwelkomen, en mijn blik op het leven moet verruimen o Een lovers’ date: waarbij ik de ontmoeting haar werk moeten laten doen en van mezelf moet houden o Uit elkaar gaan of scheiden: waarbij ik moet inzien dat ik uniek en anders ben en ieder ander als uniek en bijzonder zien o Ontslag op het werk: waarbij ik uit de illusie moet stappen dat ik een persoonlijke opdracht heb
o Je sleutels verliezen: waarbij ik niet langer “kant-en-klare sleutels” heb om de deuren van het leven te ontsluiten o Een parkeerboete betalen: dit is waarde hechten aan de ogenblikken dat je halt houdt: voor welke aspecten in mijn leven moet ik voor een adempauze kiezen? o Op de grond vallen: je komt in aanraking met de Aarde, het concrete: welke aspecten in mijn leven moet ik concreet onder ogen zien, zonder er van tussen te knijpen? o Met je wagen in de gracht terechtkomen: je geraakt van de weg af: voor welke aspecten in mijn leven moet ik mijn gewoonten, mijn routines opgeven? Van karma tot dharma Welke voorgeschiedenis onze ouders ons ook hebben meegegeven, altijd kunnen we er emotioneel van loskomen als we alleen maar kijken naar het principe van de gebeurtenissen die er deel van uitmaken. Die gebeurtenissen zijn dan niet langer van enig belang, en we hoeven ze niet langer als positief of negatief te interpreteren: de erbij horende problematiek heeft alleen nog op energetische vlak iets met ons te maken. En die energie leidt ons naar het Talent. Met andere woorden, we kunnen ervoor kiezen, de problematiek van onze ouders niet langer in stand te houden. Vanuit karma gezien, volgens de wet van oorzaak en gevolg vanuit boeddhistisch oogpunt, beleven we onze geboorte in de vorm van dharma, wat inhoudt: in de vorm van een les volgens de wet van de rechtvaardige beslissing, waarbij je afziet van enige reactie. Het is aan ons om te tonen hoe uniek we zijn, door bewust de energie te gebruiken die onze geboorteafdruk vormde, in plaats van de uitingen daarvan te ondergaan in ons biologische onderbewuste. Dit is een ware omwenteling in de manier waarop we de wereld bekijken, “we moeten alles van voren af aan en anders herbeginnen”, zegt Abel Gance in een prachtige brief aan zijn zus in 1955 die ik citeer op het einde van “l’Empreinte de l’Âme” (= De afdruk van de ziel). Laat ons ophouden, “nee” te zeggen tegen een gebeurtenis, wat ze ook is. Zulke houding komt er inderdaad op neer dat je “kapotmaakt wat er is”. Dit wordt bedoeld met “je zult niet doden” in de Joods-christelijke traditie. Het betekent niet: “je zult je naaste niet doden”, - wat van een morele en niet van een spirituele orde is – maar wel “je zult niet nee zeggen tot de werkelijkheid”. Een gebeurtenis kapotmaken – de werkelijkheid ontkennen – belet ons, er de kern uit te halen, dus te groeien. Ik ben ervan overtuigd dat onze ontwikkeling als bewuste wezens langs de erkenning van ons Talent loopt – net zoals die van onze beperkingen – en niet langs de spijt om wat we niet zijn! Als schrijver en spreker ontwikkelt Jean-Philippe Brébion het begrip van de Bioanalogie en de Beginselenwet, die hij uitlegt in talrijke seminaries in Europa en NoordAmerika. Hij is auteur van “L’Empreinte de Naissance”, “L’Empreinte de l’Âme” bij de Editions Quintessence en van “L’Evidence (La Loi du Principe)” bij de Editions du Dauphin Blanc. Info: www.bioanalogie.com
BEWIJS DAT HET EEN BETEKENIS HEEFT Kroniek van de Beginselenwet
Alledaagse voorwerpen: ze kwijtspelen (1) Het is ons allemaal al overkomen dat we allerhande voorwerpen uit het dagelijks leven kwijtspeelden. GSM, bril, sleutels van de wagen of van het huis, al die voorwerpen lijken er soms genoegen in te scheppen, - tijdelijk of definitief - te verdwijnen uit ons leven. In plaats van te blijven mopperen terwijl we met een min of meer bittere smaak blijven zitten, gaan we deze maand de betekenis proberen te achterhalen van deze zowel ergerlijke als veel voorkomende ongemakken. En jawel, nu weten we dat de betekenis van alles wat ons overkomt, de wetmatigheden weerspiegelt van onze zelfverwezenlijking, en waarvan we ons bewust moeten worden. Volgens de Beginselenwet, suggereert het kwijtspelen eerst en vooral dat je je losmaakt van…, iets in de zin van de functie van wat we kwijtspeelden anders gaan ervaren. Je bril kwijtspelen De functie van de bril is, ons zicht te verbeteren. Zo verandert hij dus onze kijk op de dingen. Met andere woorden: zonder mijn bril ben ik niet in staat de werkelijkheid te zien zoals die is, ik kan niet langer vertrouwen op de werkelijkheid. Het Beginsel dat tot uiting komt als je je bril kwijtspeelt, is: de werkelijkheid is illusie; ik mag niet ‘vast blijven hangen’ aan wat ik zie. Hier is dus sprake van een van de grote levenswetten die ons leert dat alles verandering is. Op het ogenblik dat we onze bril kwijtspelen, zou het waarschijnlijk interessant zijn, ons af te vragen aan welk beeld – aan welke geruststellende gedachte we blijven vastzitten, wat ons belet om creatief te worden en te groeien. Dus krijgen we het kans, niet langer gefixeerd te blijven op hoe we de wereld zien, en die gehechtheid die onze groei belemmert opnieuw in vraag te stellen. Zo geeft het leven ons de kans, meer te vertrouwen op wat we in ons binnenste voelen dan op wat we zien rondom ons, dus zonder verwijzing vanuit de buitenwereld, waarbij we ons bewust worden dat alles van voorbijgaande aard is en ongrijpbaar. Een GSM kwijtspelen De functie van een GSM bestaat erin, te communiceren met iedereen – die ook een telefoon heeft – waar die zich ook mag bevinden op de aardbol. Voor de meesten onder ons is dit toestel een must geworden in het leven van alledag: we gebruiken het voortdurend voor communicatie, maar ook om te spelen, muziek te beluisteren en informatie op te doen. Dus is de GSM een tussenstation bij communicatie, doordat hij informatie doorgeeft van een persoon aan een ander, door middel van hertz-signalen. Daarvoor zijn heel wat schakelstations nodig om de informatie opnieuw te activeren. Met andere woorden: om te zorgen dat die communicatie toekomt, wordt ze kunstmatig omgezet. Zo kan je, bij verlies van je telefoon, niet langer communiceren langs kunstmatige kanalen. Volgens de Beginselenwet geeft dit verlies ons de kans om weer tot echte communicatie te komen. Dit is dus werkelijke communicatie, die alleen mogelijk is als iedereen zichzelf respecteert; zonder verwachtingen en zonder bedoeling naar de ander toe, en in een waarachtige ontmoeting.
Sleutels kwijtspelen Met een sleutel kan je een mechanisme in werking stellen, met de bedoeling een deur te openen of te sluiten, of een apparaat te starten (auto, moto, enz.). Dit is een extern hulpmiddel – geen onderdeel van iets anders – waardoor je iets kunt doen met dat ‘iets anders’. Sleutels gebruiken we de ganse tijd in ons dagelijkse leven. Sleutels van onze woning, van onze wagen, van de brievenbus, van kantoor, enz. De Beginselenwet zegt dat, als je je sleutels verliest, dit een uitnodiging is om niet langer buiten jezelf te zoeken naar de “wondersleutel” die al je kwalen zou verhelpen. Al naargelang waarvoor die sleutels gebruikt worden, kan de Beginselenwet ons helpen, het verlies ervan een meer verfijnde betekenis te geven: a) De sleutels van je woning kwijtspelen: ik kan thuis niet meer binnen. Ik krijg de kans, me bewust te worden van het feit dat ik mezelf niet meer ben als ik oplossingen buiten mij zoek om mezelf waar te maken. Hoe dit tot een oplossing komt, is evengoed een bron van aanwijzingen: o Ik bel een slotenmaker: ik kies ervoor, de hulp van anderen in te roepen om mezelf terug te vinden o Ik kruip door een venster naar binnen: ik ga anders functioneren dan ik tot nu toe deed, zodat ik mezelf terugvindt o Ik vraag iemand die bij mij of dicht bij mij woont (partner, kinderen, ouders, buur) en die een kopie van de sleutel heeft, om me die te geven: ik identificeer me niet langer met de ander en ik leer mezelf te respecteren waarbij ik de ander erken in diens anders-zijn, om zo mezelf terug te vinden. b) De sleutels van je wagen kwijtspelen: Mijn auto mijn vrijheid. Verlies ik mijn autosleutels, dan kan ik hem niet meer gebruiken. Volgens de Beginselenwet is dat een suggestie om je onafhankelijkheid anders te beleven, waarbij je tegelijk ook ontdekt dat alles met alles samenhangt. Voorts gebeurt het dikwijls dat iemand niet in zijn auto kan, omdat de sleutels erin liggen en de auto op slot is. Van buitenaf kan je de sleutels in de wagen zien liggen, en vaak moet de hersteldienst de zaak oplossen door het portier open te maken met een stel haken. Wat als betekenis gesuggereerd wordt, is dat de sleutels binnenin jezelf liggen en dat het waarschijnlijk nodig is, rekening te houden met de anderen – of beroep te doen op de ander om de weg naar je hart te vinden. c) De sleutels van je koffer kwijtspelen Op een dag moest een vriend die de sleutels van zijn koffer had verloren, het slot ervan openbreken om aan zijn spullen te kunnen. Overeenkomstig de Beginselenwet stelde ik hem voor, het volgende te lezen: niemand buiten jou heeft de oplossing voor wat jij te dragen hebt. Alleen jijzelf kan het! Samengevat, en als algemene conclusie, noteren we dat, als we een voorwerp verliezen, dit altijd een vingerwijzing is om onze identiteit terug te vinden zonder tussenkomst van buitenaf. Jean-Philippe Brébion Néosanté nr. 23, mei 2013
BEWIJS DAT HET EEN BETEKENIS HEEFT Kroniek van de Beginselenwet
Alledaagse voorwerpen: ze kwijtspelen of vergeten (2) Vorige maand sneden we het thema aan van alledaagse voorwerpen die we wel eens kwijtspelen. Vandaag stel ik voor dat we inzicht proberen te krijgen in de mogelijke betekenis – volgens de Beginselenwet – van het verliezen of vergeten van onze identiteitspapieren, portemonnee of kleren. Identiteitspapieren kwijtspelen Tijdens een van zijn reizen in het buitenland stelt Luc, een vriend van mij, bij aankomst in het hotel vast dat hij geen enkel identiteitsbewijs meer bij zich heeft. Daar zit hij erg verveeld mee, want hij heeft ze absoluut nodig voor het doel van zijn reis. Hij belt me om het Beginsel van dit voorval te helpen vinden. Hij voelt aan dat hij, door inzicht te krijgen in de betekenis ervan, hier snel kan uit geraken. Laat ons dit samen eens bekijken: Identiteitspapieren zijn een schriftelijke identificatie die een zichtbaar bewijs leveren van onze burgerlijke staat. Daardoor kunnen we herkend en gelegitimeerd worden. Doordat Luc ze kwijtspeelde, is het hem van nu af aan onmogelijk, zijn identiteit aan te tonen. Welnu, zijn reis is bedoeld om te gaan solliciteren voor een voor hem heel belangrijke beroepsfunctie. Omdat we al lang vrienden zijn, ken ik zijn onmiskenbare professionele kwaliteiten, en evengoed zijn neiging om ze niet te erkennen, dus om zichzelf minder hoog aan te slaan. Als ik hem vraag hoe hij erbij loopt in de aanloop naar dat gesprek, bevestigt hij door zijn antwoord dat hij met zijn gebruikelijk probleem zit. Dit is wat ik Luc kan zeggen over het Beginsel van dat voorval: het leven zegt je, niet langer te bewijzen wie je bent, wat je waard bent of wat je vaardigheden zijn. Met andere woorden: je krijgt de kans, volgens de Bio-analogie, om in te zien dat ieder van ons uniek, origineel en bijzonder is; wat je waard bent, zit vervat in wie je bent en niet in wat je doet. Na die gedachtewisseling kon Luc innerlijk alles weer op orde krijgen en sereen naar zijn zakelijk gesprek gaan, dat overigens goed verliep. Toen hij terug in zijn hotel kwam, stelde hij met opluchting vast dat de taxichauffeur met wie hij van de luchthaven was gekomen, zijn identiteitspapieren die in zijn wagen waren gevallen, had teruggebracht. Verlies van een portemonnee Op een dag stel ik op de markt vast dat een erg ontstemde vrouw haar portemonnee kwijt was. Ze had hem bij verschillende marktkramers gebruikt, en kon niet zeggen waar ze hem was kwijtgespeeld. Ik merkte dat ze erg overstuur was, wat me ertoe aanzette, eens te kijken naar het Beginsel dat hier aan het werk is. In een portemonnee zit geld dat je aan een handelaar geeft in ruil voor iets. Als ik bijvoorbeeld een taartje koop voor 10€, dan houdt dat in dat 1 taartje = 10 € of 10 € = 1 taartje. Het ene heeft dezelfde waarde als het andere. Zo zit er in mijn portemonnee een waarde die overeenstemt met ‘iets’ dat ik kan kopen, en die waarde is vergelijkbaar gelijk aan dat ‘iets’. Kortom, een waarde geven is vergelijken. Nu is het zo dat, als je vergelijkt, je dat ‘iets’ ontkent, want dat ‘iets’ en de waarde ervan zijn gelijk aan elkaar, dus omwisselbaar.
Wat er op neerkomt dat als we op zoek gaan naar onze eigenwaarde – wat we regelmatig doen – we onszelf vergelijken en, zoals we net gezien hebben, als we onszelf vergelijken, ontkennen we het unieke, originele en bijzondere Wezen dat we zijn. Volgens de Beginselenwet is het kwijtspelen van je portemonnee een boodschap dat we niet langer hoeven te zoeken naar wat we waard zijn, namelijk moeten ophouden, ons te vergelijken omdat wat ieder van ons is, geen enkele waarde heeft – in de betekenis van vergelijkbare waarde. Zo krijgen we de kans, volop het Unieke Wezen te beleven dat we zijn (en die niemand anders dan wijzelf kan beleven). Een kledingstuk kwijtspelen Op een dag over de Beginselen vertelt een deelnemer me dat, als hij op hotel gaat, regelmatig een kledingstuk vergeet – een jak, hemd, broek – in de kleedkast op zijn kamer, en dat hij vervolgens het hotel moet bellen om te vragen, hem het achtergebleven kledingstuk toe te sturen. Dus wou hij graag samen met de anderen het Beginsel bekijken met betrekking tot dat herhaaldelijke vergeten. Laten we eerst eens kijken naar de functies van een kledingstuk: o Bescherming ten aanzien van het klimaat buiten, maar ook tegen onze schaamte o Bevestiging van een sociaal statuut. Zelfs als je stelt dat “de kleren de man niet maken”, kan niemand ontkennen dat kleding een rol speelt als je iemand wil begrijpen. Een kledingstuk verwijst dus naar de buitenwereld, ofwel om je ertegen te beschermen, ofwel om je eraan te tonen. Het zorgt voor een soort scheidingslijn: het is dus een raakvlak tussen jezelf en de buitenwereld. Welnu, zoals ik uiteenzet in L’Evidence1, zijn wij de ontmoeting tussen het innerlijke en het uiterlijke. Volgens de Beginselenwet wordt jou, als je een kledingstuk vergeet – of kwijtspeelt – gevraagd, beide niveaus niet los van elkaar te gaan zien. Volgens de Bio-analogie zegt alles wat ons raakt iets over wat we in onze creativiteit tegen het licht moeten houden. Zodoende is het geen kwestie, het uiterlijke als positief of negatief te zien, maar wel om het Beginsel of Principe ervan te ontdekken. Zolang we het uiterlijke als positief of negatief zien, blijven we vasthangen aan onze emotionele beleving. Op basis van beide functies die een kledingstuk heeft, vallen hieruit twee dingen te leren: o Functie/bescherming: je hoeft je niet te beschermen tegen het uiterlijke. Vermits alles wat ons raakt, iets zegt over onszelf, een betekenis heeft en ten dienste staat van ons bewustzijn. Alles wat ons raakt, is een voortdurende gids voor onze ontwikkeling. o Functie/sociaal statuut: wat we zijn is niet hoe we bij anderen overkomen. We hoeven er niet te zijn om met anderen, een functie of een sociaal statuut te worden vergeleken. Onze ruimte is geen functie of een rol, maar wat we zijn, wat we beleven. Nogmaals: ons inzicht is dat elke gebeurtenis – in dit geval het kwijtspelen van identiteitspapieren, een portemonnee of een kledingstuk – die we bekijken volgens de Wet der Beginselen ons, net als een welwillende meester, de fundamentele wetten van onze spirituele ontwikkeling kan ontsluieren. Jean-Philippe Brébion 1
La Loi du Principe ou l’Evidence, 2011 Ed. Dauphin Blanc
Néosanté nr. 24, juni 2013