ouw vAN eeN het beSte gebt iN NeDerlAND c joNge Archite
0 1 0 2 S j i r p i A AM N g juryverSlSA velDpAuS Door loe
AM NAi prijs 2010 het beste gebouw van een jonge architect in nederland de jury Bjarne Mastenbroek Architect en medeoprichter SeARCH, voorzitter BNA Christian Rapp Architect en oprichter Rapp+Rapp, hoogleraar leerstoel Architecture and Urban Cultures TUEindhoven
Mariet Schoenmakers Directeur AM Concepts Michelle Provoost Architectuurhistorica, medeoprichter Crimson Architectural Historians Nanne de Ru Architect en medeoprichter Powerhouse Company, winnaar AM NAi prijs 2008
Nasrine Seraji Architect en oprichter van Atelier Seraji, Paris Ole Bouman Directeur NAi
de am nai prijs De AM NAi prijs is een initiatief van het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) en gebieds- en vastgoedontwikkelaar AM. Sinds 2002 wordt deze prijs elke twee jaar uitgereikt aan een jonge architect in Nederland voor het beste gerealiseerde ontwerp. De AM NAi prijs is ingesteld om jong talent aan te moedigen, de zichtbaarheid van jonge architecten te vergroten en daarmee hun kansen om bijzondere projecten te realiseren te verruimen. Daarnaast is de prijs een belangrijk middel om de laatste ontwikkelingen in de hedendaagse architectuur op de voet te volgen en te documenteren. Hiertoe worden de genomineerde projecten opgenomen in de collectie van het NAi, een van de meest omvangrijke en gerenommeerde architectuurcollecties ter wereld. Zo wordt de collectie verrijkt en bouwt het NAi tegelijkertijd aan een representatief overzicht van het beste wat de Nederlandse architectuur te bieden heeft.
In de Nederlandse architectuurpraktijk heerste het afgelopen decennium een productief klimaat, waarin jonge architecten een sterke positie konden innemen. De resultaten van de AM NAi prijs weerspiegelen deze ontwikkelingen. De prijs werd in voorgaande jaren achtereenvolgens gewonnen door: MVRDV met Hageneiland (Ypenburg, 2002); NL Architecten met de Basketbar (Utrecht, 2004); BAR Architecten met het Brugwachtershuisje (Middelburg, 2006) en Powerhouse Company met Villa 1(2008). Deze projecten kunnen gerekend worden tot hoogtepunten van de hedendaagse architectuur in Nederland. In een economisch en cultureel gunstig klimaat konden architecten op relatief jonge leeftijd projecten verwezenlijken. Deze lustrumeditie van de AM NAi prijs dient zich aan op een moment dat dit gunstige klimaat door de economische crisis, regelgeving en steeds complexere bouwprocessen sterk onder druk staat. Nu meer dan ooit wil de AM NAi prijs de potentie van de jonge architect voor het voetlicht brengen, hun positie versterken en een geloof in de noodzaak van experiment onderstrepen.
Facing the facts
juryrapport door Loes Veldpaus
Achtergrond De tweejaarlijkse AM NAi prijs wordt dit jaar voor de vijfde keer uitgereikt. De prijs gaat naar het beste gebouw, ontworpen en gebouwd door een architect jonger dan veertig jaar en opgeleverd in de periode 2008-2009. Met deze vijfde editie is de prijs een traditie aan het opbouwen; een traditie van stimuleren en waarderen van jong architectuurtalent. Het is een erkenning van de ruimtelijke kwaliteit van de architectuur, maar ook van ambitie, innovatie, intelligentie en sociale en culturele sensitiviteit. Het NAi en AM geloven in de noodzaak van het stimuleren van jong talent. De AM NAi prijs is er dan ook om jonge architecten te ondersteunen, profileren en exposeren. De prijs functioneert als barometer van de Nederlandse architectuur. Hij maakt reflectie op actuele ontwikkelingen mogelijk en brengt tendensen in de Nederlandse architectuurpraktijk in kaart. Daarnaast verrijkt de AM NAi prijs de collectie van het NAi met actuele en toonaangevende ontwerpen. Een nominatie voor de AM NAi prijs betekent namelijk ook dat het projectdossier wordt opgenomen in een van de grootste architectuurcollecties ter wereld. Hiermee onderscheidt de prijs zich van andere architectuurprijzen ter aanmoediging van jong talent.
Deze editie kent met zijn 49 inzendingen minder inzendingen dan eerdere jaren. De harde realiteit van de heersende crisis lijkt ook hier door te dringen. Dat maakt het stimuleren van het debat over de kwaliteit en de waarde van architectuur als vak en als ambacht, maar ook het debat over de werking van de architectuur als sociaal en cultureel mechanisme, extra relevant. Tijdens de jurering zijn beide debatten dan ook op het scherpst van de snede gevoerd.
Realiteit en Inventiviteit Uit de inzendingen blijkt dat de jonge generatie niet vast zit in de conventies van voor de crisis; ze legt inventiviteit aan de dag en is bereid risico’s te nemen. De jury waardeert lef, de capaciteit om te kiezen, te bevragen, te onderzoeken en met overtuiging dwars door of juist buiten de eigen discipline om te gaan. De werkelijkheid van het moment is hard en dat heeft overduidelijk zijn weerslag op de mogelijkheden die de generatie jonge architecten krijgt. Een conservatieve houding van de politiek, een terughoudende markt en een cultuur van risico mijden maken het niet gemakkelijk, je staande houden vergt doorzettingsvermogen en vindingrijkheid. Met name de particulier blijkt voor jonge architecten veelvuldig opdrachtgever. Toch is het aantal vernieuwende projecten in die categorie minimaal. De jury apprecieert vooral de projecten waarin de architect zelf op zoek gaat naar ruimte binnen de bestaande krapte.
De projecten zijn eigenlijk steeds getoetst aan de vraag: wat is het verschil dat een (jonge) architect kan maken? De jury acht de volgende criteria daarvoor van belang: vernieuwingskracht, vakmanschap, contextualiteit, ruimtelijke kwaliteit van zowel het interieur als het exterieur, sociaal- en cultureel bewustzijn; reflectie en durf. Vanzelfsprekend kan geen enkel project volledig aan alle kriteria voldoen. Gedurende de discussies raakt de jury er ook steeds meer van overtuigd dat het winnende project vooral een soort uitweg zou moeten laten zien; een mogelijk antwoord op de consequenties van de crises voor het vak. Waar zit de rek, waar zit de vernieuwing, is er een omweg of een structurele poging andersoortige oplossingen te vinden? Jonge architecten worden extra geraakt door stagnatie en conservatisme. Maar daardoor lijken ze juist eerder bereid buiten de geijkte paden te gaan, of die juist tot in het extreme op te rekken. Alle genomineerde projecten hebben iets van het antwoord in zich, hebben op een eigen manier gezocht naar de openingen. De projecten stralen een positieve, optimistische houding uit: niet bij de pakken neer zitten, maar ze opstapelen en verder bouwen.
Januskop Welke positie kun je als jonge architect innemen om relevant te blijven: een slimme of een fundamentele? De positie waarin de architectuur zich op dit moment bevindt, maakt het de jury welhaast onmogelijk om te kiezen. Er is geen oplossing die zich presenteert als ‘de uitgang’ die niet ook ‘de ondergang’ zou kunnen betekenen. Na lange discussie heeft de jury dan ook besloten om twee winnaars aan te wijzen. Twee totaal verschillende projecten, die, op een totaal verschillende maar intelligente en efficiënte manier, zoeken naar de ruimte binnen de bestaande krapte. Tussen beide projecten lijkt de vernieuwing van het vak te worden opgespannen. Enerzijds is er de oplossing die op doordachte wijze problemen ontwijkt. Dit project illustreert door zijn minimalistische, schijnbaar eenvoudige vorm- en materiaalgebruik een streven naar verfijnde ambachtelijkheid. Het andere project zoekt het antwoord buiten de lijnen van de architectuur. De ontwerpers nemen het risico ook ontwikkelaar te zijn door het proces van idee tot realisatie vorm te geven. Een dergelijk project is als een intelligent product; ultiem Dutch Design.
rijs gedeelde 1e p
winnaar
Atrium Tower Hiphouse 64 sociale wooneenheden, Zwolle Jaar van oplevering: 2009 Architect: Atelier Kempe Thill
het Project Maximaliseren van het minimum is het devies. Dit project bood Atelier Kempe Thill de mogelijkheid fundamentele vragen te stellen bij de opgave ‘sociale woningbouw’. Middels het extreem minimaliseren van architectonische middelen en het optimaliseren van bouwproces en bouwtechniek is naar maximale leefkwaliteit gestreefd. De zeer compacte gebouwtypologie is georganiseerd rond een atrium met centrale ontsluiting. Dit, en de loftachtige plattegronden en grote raamvlakken maken het tot een bijzonder en genereus woningbouwproject. De jury Studentenhuisvesting is een moeilijke opgave. De kwaliteit is vaak erbarmelijk, zowel ruimtelijk als bouwkundig. Dit project laat zien dat met een minimum aan middelen, maar een maximum aan vasthoudendheid en vakmanschap, ruimtelijke kwaliteit gecreëerd kan worden. Het is in al zijn schijnbare simpelheid een mooi voorbeeld van de ‘nieuwe eenvoud’. Er is gevochten voor kwaliteit, dat is voelbaar en zichtbaar. De ontwerpers lijken zich in hun gevecht echter vast te klampen aan de mores van voor de crisis. Dwars tegen alle drama in wordt vastgehouden aan de eigen eisen en voorwaarden; serieus en meedogenloos. Dat maakt het Hiphouse in Zwolle tot een monumentaal woonblok, dat zich bijna manifesteert als klassieke architectuur, als rolmodel. Het is een expliciete en existentiële benaderingswijze van wat architectuur zou moeten zijn.
Hiphouse, Atelier Kempe Thill Foto: Ulrich Schwarz
Terwijl iedere vorm van opsmuk verdwijnt, blijft de ruimte zijn kwaliteit behouden en is zelfs genereus. Ook in de omgang met de gevel is het streven naar eenvoud leesbaar. Hoewel niet speciaal contextspecifiek waar het de omgeving betreft, is het dat wel in termen van consistentie. Ook hier hebben economische en procesmatige efficiëntie hun werk gedaan. In tegenstelling tot CitizenM, leidde het hier tot het omzeilen van complexiteit en het doorgronden van de essentie. Het is de vraag of deze ongenaakbare houding voor een architect ouderwets is of juist vooruitstrevend. Toch is het een pad dat het verdiend verkend en verder uitgediept te worden.
rijs gedeelde 1e p
CitizenM Hotel Hotel, 215 kamers, Amsterdam Zuid Jaar van oplevering: 2009 Architect: Concrete
het Project Het hotel telt 215 kamers op een plint met 500m2 publieke ruimten. Het gebouw is strak en rigide, maar zoekt aansluiting bij de omgeving middels schaal en de vormgeving van gevel en entree. Het hotel heeft een dynamische, openbare begane grond. Concrete heeft dit nieuwe hoteltype ontwikkeld samen met ondernemende investeerders; zo ontstond CitizenM. CitizenM Amsterdam City is het tweede hotel in deze nieuwe keten. Concrete is voor een klein percentage aandeelhouder in het hotel, zal de komende hotels ontwerpen en is als lid van ‘the creative board’ mede verantwoordelijk voor alle creatieve uitingen van het merk. CitizenM produceert en ontwerpt de gebouwen zelf en CitizenM is verantwoordelijk voor de hoteloperatie. De geprefabriceerde kamerunit vormt de bouwsteen van het hotel. Het concept erachter is affordable luxury. Comfort en duurzaamheid spelen daarbij een grote rol. De jury Dit project bevindt zich tussen een aantal disciplines. Daarmee roept het tegenstrijdige gevoelens op bij de jury. Is het commerciële denken een intelligente detour, biedt het nieuw perspectief op de positie van de architect? Is het een legitieme weg uit de huidige crisis of zijn deze jonge architecten van hun geloof gevallen? Kan het ‘vechten voor ruimtelijke kwaliteit’, dat juist zo evident is bij Hiphouse, vervangen worden door het mede-ontwikkelen van diezelfde kwaliteit, of zijn strakke ruimtelijke en budgettaire randvoorwaarden en een veeleisende opdrachtgever daarvoor toch essentieel? CitizenM is een slimme vernieuwing van de hoteltypologie.
winnaar
Niet de tijdelijkheid maar het comfort van het hotelverblijf is benadrukt. Het is duurzaam en efficiënt, zonder muffig te worden. De ontwerpers maken gebruik van producten die aantoonbaar luxe en comfort bieden. Het gebouw wordt gedicteerd door de maatvoering van de kleinste unit: de hotelkamer. Dit impliceert een onvermijdelijk generiek project, dat in zijn schematische opzet eerder een grootschalige variant van productontwikkeling lijkt dan architectuur. Door de doorsnede en stedenbouwkundige inpassingen wordt het project contextspecifiek. Ook de verrassend levendige entree en lobby dragen hieraan bij. De uitvoering is nog niet perfect en verleidt tot uitspraken over mogelijke verbeteringen. Die komen echter voornamelijk neer op procesoptimalisatie, iets dat haast onvermijdelijk is binnen dit concept. De jury vraagt zich af of de commerciële slimmigheid in dit project nu echt een langetermijnoplossing is; of het de architectuur in de toekomst een dienst gaat bewijzen. Is dit het begin van het einde van het vak zoals we het kennen? En is dat erg? Of is het in al zijn optimisme juist pienter, hip en prettig?
CitizenM, Amsterdam City, Concrete Architectural Associates Foto: Ewout Huibers
De Zevenster
Merry-Go-Round
34 woningen en parkeergarage, Lootsbuurt Amsterdam Jaar van oplevering: 2008 Architect: ANA Architecten
Vakantiewoning, Bungalowpark Lanka, Ruinen Jaar van oplevering: 2009 Architect: Bureau Ira Koers
nominatie
nominatie
Merry Go Round, Bureau Ira Koers Foto: Ira Koers
De Zevenster, Lootsbuurt, achtergevel, ANA Architecten Foto: Rolf Bastiaans
het Project Een substantieel deel van een negentiendeeeuws bouwblok in Oud-West is vervangen door dit project. De originele gevellijnen van de formele straatgevel en de door de jaren heen geëvolueerde en gefragmenteerde hofzijde, spannen ook het nieuwe project op. Ritme en regelmaat regisseren de voorzijde. De achterzijde is door de ontsluiting via galerijen, balkons en terrassen collectief, informeel en gedifferentieerd van aard. Het project bevat veel verschillende woningtypes. De jury Op het eerste gezicht is dit een wat braaf en alledaags project. Aan de voorzijde voegt het
zich redelijk neutraal in de gevelwand. Aan de achterzijde is het veel beter: middels de getrapte en gestapelde ontsluitingen en terrassen en de afwisseling tussen privé en collectief ontstaat hier een prachtig en gevarieerd beeld. Daar komt bij dat deze opzet ook daadwerkelijk leidt tot de vaak slechts gewenste collectiviteit. Dat is niet alleen mooi, maar ook actueel. Als ontwerp voor sociale woningbouw is het van een rijkdom die je in Nederland niet veel meer ziet. Woningbouw in de binnenstad is een steeds meer voorkomende opgave. Deze jonge architecten lijken beter in staat deze opgave te vervullen dan menig gearriveerd bureau. Dit is wat architectuur te allen tijde zou moeten nastreven: je vak simpelweg heel goed uitvoeren.
het Project Met Merry-Go-Round is een nieuwe typologie voor een vakantiewoning ontwikkeld. Het is nu eens niet een slimme mini- variant op een gewone woning, maar een tijdelijk verblijf met een eigen identiteit en plattegrond. Acht rug aan rug geschakelde nissen bieden ruimte aan het verblijven, waarbij wanden, kleur, licht, materiaal, doorzicht, uitzicht en meubilair in één interieur zijn samengebracht. De nissen worden onderling verbonden door een rondgang aan de gevel. Met een gevel opgebouwd uit luiken kan men zelf beeld, uitzicht en privacy bepalen. De jury Dit is tegelijkertijd een vrolijk en een vernuftig project. Erg spannend en inspirerend, maar ook vernieuwend. Voor alles blijkt hier eens te meer de waarde van goed opdrachtgever-
schap, waarbij een jonge architect de ruimte krijgt om iets ongewoons te bedenken en uitvoeren. Architectuur maken betekent ook op het punt komen dat de bewoner de vraag stelt waarvan hij niet wist dat hij die had. Hier is geen specifieke bewoner, maar toch geeft het project antwoord op die vraag. Er is gezocht naar een andere typologie voor het tijdelijk verblijven. Vanuit een contextuele en sensitieve benadering is die gevonden in een rondgaande plattegrond, die daadwerkelijk het plezier van die rondgang benadrukt en uitbuit, zowel ruimtelijk als qua uitzicht. Ook het narratieve aspect van het project draagt bij aan de beleving van deze cocon. De bezoeker wordt verplicht tot langzaam uit- en later weer inpakken, als een onmogelijk snel te verwijderen korset Zo maakt het object het moment van aankomst en vertrek expliciet.
Parksite
Urban Activator
Woonhuis Laupman Rots, Rotterdam Jaar van oplevering: 2009 Architecten: Doepel Strijkers Architects i.s.m. Lex-Architecten BNA
Podium, Grote Kerkplein, Rotterdam Jaar van oplevering: 2009 Architecten: Atelier Kempe Thill
nominatie
nominatie
Parksite, woonhuis, Doepel Strijkers Architects i.s.m. Lex Architecten Foto: Maarten Laupman
het Project Deze voormalige ambulancegarage op de begane grond van een vierlaags bouwblok in het centrum van Rotterdam is door een typologische omkering nu een woonhuis. De gesloten muur aan de hofzijde is opengewerkt. Daarmee heeft de woning opeens een directe relatie met het achterliggende en tot nu toe verborgen park. Om meer woonruimte te creëren was een tweede verdieping nodig. Hiervoor is letterlijk ruimte gemaakt door de woonkeuken te verzinken in de vloer. Slaap- en badkamers hangen daarboven. De jury De toekomst van de architectuur ligt ook in een intelligente, op maat gesneden en creatieve omgang met de bestaande gebouwde omgeving. Retrofitting als opgave is niet nieuw, maar komt steeds meer voor. Het is een typische opgave voor de jonge architect met frisse en misschien in eerste instantie
schijnbaar onmogelijke ideeën. Dit woonhuis ligt vrij onopvallend verscholen achter een straatgevel. Van binnen doet het denken aan een moderne stadsvilla. Vooral de geslaagde omkering van een utilitaire typologie, een voormalige ambulancegarage, naar een villa is verassend. De oplossing van het uitgraven is leep. Naast bijzondere woonplattegronden ontstaat ook een nieuw type doorsnede, waarin met de sequentie van de ruimtes gespeeld wordt door het hoogteverschil. De verdiepte keuken met het bovenhangende slaapgedeelte werkt als een muur, maar de ruimte loopt door en opent zich vanuit de keuken naar de prachtige parktuin. Er is niet gekozen voor een conservatieve oplossing, waarbij een kopie wordt gemaakt van het bestaande. Dat maakt dat het specifiek voor dit pand ontwikkelde ontwerp, geheel toegesneden op de wensen van de bewoner, ook een generieke kwaliteit heeft: de manier van denken die in de omkering ligt.
Urban Activator, Atelier Kempe Thill Foto: Ulrich Schwarz
het Project Het Grote Kerkplein voor de Laurenskerk, wordt momenteel geflankeerd door achterzijdes. Om het plein en het district rond het plein meer actief onderdeel te laten maken van het stedelijk weefsel is een herontwikkeling ingezet. Dit podium voor openluchtfestivals is het startschot van die ontwikkeling. De Urban Activator omkadert en definieert het omliggende stedelijk weefsel. Het horizontale karakter van het podium vormt de ruimtelijke tegenhanger van de verticale kerktoren. De jury ‘Een on-Nederlandse therapie voor een Nederlands probleem.’ Dit strakke simpele paviljoenachtige object maakt het plein tot een meer gedefinieerde ruimte. Door niet
expliciet aan te sluiten op de schaal van de omgeving ontstaat een krachtig autonoom en vervreemdend gebaar. De kwaliteit ligt in het feit dat het als object en vorm werkt, maar als kader ook een nieuwe uitsnede van de omgeving zichtbaar maakt. Het biedt zo een hernieuwde ervaring van de publieke ruimte en geeft het tot nu toe ongebruikte plein een doel. Maar is het probleem van deze ruimte wel formeel op te lossen? Activeert het ook echt het stedelijke leven? De dramatisering van de wijze waarop het publiek de ruimte kan gebruiken lijkt in ieder geval de aftrap voor een grotere beweging. De ingreep heeft de potentie deze non-space te veranderen in een plein dat weer onderdeel uitmaakt van de stadsplattegrond.
1 Zie de Loek Zonneveld in de Groene Amsterdammer 13-10-2010 2 Alessandro Baricco ‘De barbaren’. Vertaald in het Nederlands in 2010. 3
De Barbaren, pagina 50.
4 De boekenmarkt is nog steeds een groeimarkt. 5 Jaap Huisman in de Groene Amsterdammer, 28-07-2010 6 VNG/Aedesnet/KEI – € 2,4 tot € 3 miljard. Dat zijn volgens een onderzoek van Deloitte in opdracht van de VNG de inkomsten die de Nederlandse gemeenten gezamenlijk zullen mislopen door tegenvallende grondopbrengsten en oplopende kosten door vertraagde ruimtelijke ontwikkelingen. 7 Volgens een onderzoek gepubliceerd door ING real estate op 13-07-2010, hersteld de bouwsector in Nederland pas na 2011 8 Zie bijvoorbeeld BNA document ‘de Belangrijkste verschillen tussen de SR 1997 en de DNR 2005’ 9 “Uit het nieuwste overzicht van het BNA Meldpunt Architectenselecties blijkt dat er nog veel mis gaat bij Europese aanbestedingen. Waar de BNA vorig jaar 42% van de gemelde aanbestedingsprocedures onredelijk en buitensporig vond, is dat percentage nu gestegen tot 65%.” Persbericht BNA, 14-04-2010
Nederlands Architectuurinstituut (NAi) Productie Saskia van Stein (Curator NAi, supervisor) Katherine Rosmalen (Assistent curator, projectleider) Maritta Hindriks (Sponsoring en Partnerships) Martine Heijnen (Marketing & Communicatie) Ontwerp De Designpolitie Juryverslag Loes Veldpaus Essay Nanne de Ru, Powerhouse Company Deze brochure verschijnt eenmalig ter gelegenheid van de uitreiking van de AM NAi Prijs 2010 op 10 december 2010. Een Engelse variant is online te vinden. Voor meer informatie over de AM NAi Prijs zie: www.nai.nl/amnai
colofon