Het Belgische luchttoezicht boven de Noordzee Twaalf jaar diversifiëring van opdrachten Het Belgische programma voor luchttoezicht boven de Noordzee werd opgestart in 1991. Dit toezicht vanuit de lucht had - en heeft nog steeds – als hoofddoel de illegale olielozingen afkomstig van schepen een halt toe te roepen. Dit nationale programma van luchttoezicht vindt deels zijn oorsprong in het kader van het Bonn Akkoord1, en deels in de politieke overtuiging in eigen land om de schrijnende problematiek van zeeverontreiniging, ‘visueel’ gemaakt door het jaarlijks aanspoelen van talrijke zeevogelslachtoffers langs de Belgische stranden, grondig aan te pakken. Over de jaren heen is duidelijk gebleken dat het speciaal uitgeruste vliegtuig, naast het uitvoeren van zijn initiële opdracht, de mogelijkheid bood aan de Belgische overheid om tal van andere nuttige tot noodzakelijke opdrachten op zee te vervullen, zoals: de inzet van het vliegtuig bij de wetenschappelijke evaluatie en effectieve bestrijding van zware zeeverontreiniging ontstaan tijdens een scheepsongeval; het controleren van visserij en zand- en grindwinningsactiviteiten; wetenschappelijke waarnemingen en opdrachten, zoals het lokaliseren van zeevogelpopulaties, zeezoogdieren of mariene fronten en het detecteren van algenbloei; het toezicht op ecologisch waardevolle zeegebieden, enz. Wie doet wat voor het luchttoezicht? Het Belgische luchttoezicht wordt georganiseerd door de Beheerseenheid van het Mathematisch Model Noordzee (BMM), een departement van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. De piloten en de tweemotorige vliegtuigen (type ‘Britten Norman Islander’) worden ter beschikking gesteld door het Ministerie van Defensie. Eén vliegtuig is speciaal uitgerust met sensoren om olie op te sporen (speciale radar, infrarood- en ultravioletsensor en beeldopnameapparatuur (zie Foto 1). Foto 1: Het Belgische toezichtsvliegtuig
Het speciaal uitgeruste toestel kan bij onderhoud vervangen worden door gewone toestellen van hetzelfde type en met draagbare uitrusting, om de continuïteit in het toezicht te verzekeren. Het toezicht gebeurt zowel ’s nachts als overdag en de vluchtplanning blijft geheim. Waar en door wie wordt het mariene milieu vervuild? Jaarlijks nemen de agenten van de BMM2 op de Noordzee gemiddeld 50 illegale olieverontreinigingen waar (zie Figuur 1). Meestal wordt echter een olievlek waargenomen zonder een schip in de buurt. De werkelijke pakkans is immers laag: een olielozing door een schip duurt gemiddeld 20 minuten terwijl het vliegtuig slechts 250 effectieve uren per jaar boven de Noordzee opereert… Sinds 1991 werden 26 processen-verbaal opgesteld van op heterdaad betrapte schepen, en overgemaakt aan de bevoegde gerechtelijke autoriteiten. 1
Het Bonn Akkoord (1969) is een regionaal samenwerkingsakkoord tussen de verschillende Noordzeekuststaten ter voorkoming en bestrijding van zeeverontreiniging afkomstig van schepen. In 1989 werd dit samenwerkingsakkoord uitgebreid met een operationeel luik van luchttoezicht boven de Noordzee, waarbij elke kuststaat in zijn deel van de Noordzee regelmatig toezicht uitoefent op de scheepvaart voor de opsporing en vaststelling van illegale zeeverontreinigingen. 2 De agenten van de BMM zijn bij wet belast met de opsporing en vaststelling van illegale lozingen (wet van 6 april 1995 betreffende de voorkoming van de verontreiniging van de zee door schepen, zoals gewijzigd door de wet van 20 januari 1999 tot bescherming van het mariene milieu in de zeegebieden onder de rechtsbevoegdheid van België, art. 32).
1
Vijf van de 26 betrapte schepen behaalden, voor zover de BMM werd ingelicht, een positief resultaat van vervolging. Dit lage aantal is niet alleen een Belgisch, maar een typisch Europees probleem. Het relatief trage gerechtelijke apparaat kent grote moeilijkheden tegenover het specifieke, internationale en snelle karakter van de mondiale scheepvaart. De BMM is daarom actief betrokken in de initiatieven op regionaal en Europees niveau om een meer efficiënte aanpak te bevorderen van dossiers van illegale zeeverontreiniging.
Figuur 1: Overzicht van de geobserveerde olievlekken door het Belgische toezichtsvliegtuig in de Noordzee (‘98-’02) 69
70
60 60
56 54 49
50
48 43 40
40
34 30
26 21 19
20
10
20 03
20 02
20 01
20 00
19 99
19 98
19 97
19 96
19 95
19 94
19 93
19 92
0
Ondanks de lage pakkans heeft het luchttoezicht boven de Noordzee een duidelijk ontradend effect. Dit wordt aangetoond in Figuur 2: een aanzienlijke daling in het aantal waargenomen olieverontreinigingen valt op van 1991 tot nu. De ‘fysieke’ aanwezigheid van verbaliserende agenten op het terrein is gekend in scheepvaartmiddens met het ontradend effect tot gevolg.
Figuur 2: Overzicht van het aantal geobserveerde operationele olielozingen door het Belgisch toezichtsvliegtuig in de Belgische zeegebieden 2
Optreden tegen milieurampen Naast het opsporen van illegale olielozingen vervult het vliegtuig ook een belangrijke taak tijdens scheepsaccidenten, zoals het Tricolor incident (zie Foto 2). Tijdens een dergelijk incident is het vliegtuig in staat een snelle evaluatie te maken van de omvang van een verontreiniging, de dreiging die ervan uitgaat voor het mariene milieu en de kustzone, en de bestrijdbaarheid ervan. Tijdens de bestrijding van olieverontreiniging op zee levert het vliegtuig ook nuttige bijstand aan oliebestrijdingsvaartuigen: zonder deze luchtsteun is het voor deze schepen zo goed als onmogelijk om een olieverontreiniging te overzien, en slagen ze er meestal niet in om de bestrijdbare (dikste) delen van een olievlek snel te vinden. Deze dienstverlening wordt zeer Foto 2: Een overzicht van bergingswerken tijdens het gewaardeerd door de verschillende Tricolor incident autoriteiten die belast zijn met het beheer van scheepvaartongevallen, in het bijzonder in het kader van het Rampenplan Noordzee. In de voorbije tien jaar is het vliegtuig 23 keer opgeroepen om deze taak te vervullen. Voor een duurzaam beheer van menselijke activiteiten in de Noordzee Over de jaren heen kende het Belgische luchttoezicht een gevoelige uitbreiding van zijn takenpakket. Sinds 1993 worden jaarlijks een veertigtal vlieguren uitgevoerd voor controle van visserijactiviteiten in de Belgische zeegebieden (zie Foto 3). Deze visserijcontrole gebeurt in opdracht van het Vlaamse Ministerie van Leefmilieu, Landbouw en Ontwikkelingssamenwerking, die voor visserij een toezichtsbevoegdheid heeft. Naast een agent van de BMM is tijdens een visserijcontrole tevens een
Foto 3: Een identificatie van een vissersboot.
Foto 4: Een identificatie van een zand- en grindwinningschip.
agent van de Dienst Zeevisserij (DZV) aan boord van het vliegtuig. Recent worden BMM agenten aan boord van het vliegtuig ook regelmatig vergezeld van een agent van de Scheepvaartpolitie, voor de controle van het scheepvaartverkeer. Het luchttoezicht voert ook toezicht uit over de activiteiten van zand- en grindwinning in onze zeegebieden (zie foto 4) en van andere menselijke activiteiten in ecologisch waardevolle zeegebieden. De BMM heeft uiteraard ook het programma van toezicht vanuit 3
de lucht boven de Noordzee uitgebreid met wetenschappelijke opdrachten, zoals het waarnemen van zeevogelpopulaties en zeezoogdieren (zoals zeehonden, zie Foto 5; dolfijnen, zie Figuur 3; en walvissen, zie Foto 6), het bestuderen van de toestand van de zandbanken, van mariene fronten (zie Foto 7) of van de evolutie van de seizoensgebonden algenbloei (zie Foto 8).
Figuur 3: Recente waarnemingen van zeezoogdieren in de Belgische zeegebieden, door BMM agenten aan boord van het Belgische toezichtsvliegtuig.
Foto 5: Zeehondjes op een zandbank in de Schelde
4
Als besluit …
Foto 6: Walvis waargenomen voor Zeebrugge, 5 mei 2004
Foto 8: Algenbloei (hier Phaeocystis) en het geassocieerde witte schuim
Een oog gericht op de Noordzee Het Belgische luchttoezichtsprogramma heeft in de loop der jaren zijn bestaansnut duidelijk aangetoond. Zo kent het aantal waargenomen illegale olielozingen op zee een onmiskenbaar dalende tendens en wordt volop werk gemaakt van een efficiënter Foto 7: Marien front tussen de kustwateren en de volle zee vervolgingsbeleid van schepen die op heterdaad betrapt zijn. Bij accidentele zeeverontreinigingen heeft het luchttoezicht een cruciale rol bij de snelle evaluatie van en het verzamelen van informatie over de vervuiling en bij de bestrijding ervan op zee. De vlotte samenwerking en goede verstandhouding tussen de BMM en het Ministerie van Defensie, vormen de basis van het huidige luchttoezicht, waarin veelzijdige opdrachten met succes worden gecombineerd en uitgevoerd. Als wakend oog boven onze zeegebieden, is het toezichtvliegtuigje een onmisbare getuige van de snelle evolutie van onze Noordzee.
5