en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
21 februari 2012
Het beleid voor Erfafscheidingen en Erfbebouwingen
het beleid voor Erfafscheidingen
blad 1
1. inhoud en inleiding
Erfafscheidingen en Erfbebouwingen Inhoud: 1. Inleiding 2. Landelijke wetgeving 3. Gemeentelijke wetgeving 4. Gebiedsanalyse 5. Stadsanalyse 6. Het beleid en beleidskaart
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
1. Inleiding
Iedereen wenst zijn/haar perceel op een goede manier van de buren of het openbaar gebied te scheiden. Daarnaast hebben bewoners soms behoefte om een bijgebouw of aan- en uitbouw te bouwen. In Nederland wordt compact gebouwd. Het plaatsen van een erfafscheiding of een bijgebouw beïnvloedt de stedenbouwkundige kwaliteit van een wijk. Het effect van de erfafscheidingen en erfbebouwingen op het straatbeeld is verschillend in de verschillende delen van de stad. Het uiterlijk en kwaliteit van de erfafscheiding langs een stedelijk hoofdstructuur is anders dan rondom een parkeerhaven. Deze verschillen zijn meegenomen in het beleid. Hierbij is rekening gehouden met de bestaande landelijke en gemeentelijke regelgeving zoals de WABO en de bestemmingsplannen. Landelijk zijn er regels vanuit de WABO voor erfafscheidingen. Deze regels gelden voor iedereen en beschrijven met name wanneer een erfafscheiding omgevingsvergunningsvrij is. In de bestemmingsplannen worden vervolgens nadere regels opgenomen over onder andere de hoogte. In het bestemmingsplan zijn ook regels opgenomen voor erfbebouwing. Bijvoorbeeld de afmeting en de minimale afstand tot de perceelsgrens. Wanneer een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd wordt de aanvraag eerst getoetst aan het bestemmingsplan. In dit beleidsdocument geven wij aan in welke situaties het plaatsen van een erfafscheiding omgevingsvergunningsvrij is. In welke gevallen er een omgevingsvergunning nodig is en deze op grond van het bestemmingsplan wordt afgegeven. Ook wordt beschreven in welke gevallen er ontheffing wordt verleend van de regels in het bestemmingsplan om alsnog een omgevingsvergunning te verlenen.
blad 2
1. inhoud en inleiding
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
voorbeeldopname gebied-1 (de oude stad): De tuin(achter- of zijtuin) grenst aan de openbare ruimte. De tuinmuur sluit aan bij het hoofdgebouw en het historische karakter van de stad. De wand is begroeid en voelt vriendelijk. .
voorbeeldopname gebied-3 (Oranjebuurt- niv.3): De ideale erfafscheiding: begroeide afscheiding, laag aan de voortuin, en iets hoger aan de zij- en achtertuin.
voorbeeldopname gebied-4 (Voorkoop, niv.2): Vergelijk de twee soorten erfafscheidingen. Links is niet samenhangend en onaantrekkelijk rechts is een continu groene scheiding met een vriendelijk uiterlijk.
Een haag kan erg bepalend zijn voor het aanzien van de straat. De haag hier zorgt vooral voor de samenhang.
blad 3
2. Landelijke wetgeving
2. Landelijke wetgeving
In de WABO is geregeld aan welke voorwaarden een vergunningsvrije erfafscheiding of bijgebouw moet voldoen. Voldoet een erfafscheiding of bijgebouw niet aan de genoemde voorwaarden dan is deze omgevingsv ergunningsplichtig. Op dat moment bepaalt het bestemmingsplan of een omgevingsvergunning kan worden verleend. Omgevingsvergunningsvrije erfafscheiding: Op een eigen erf of perceel, op of tegen de grens van het naburig erf of perceel mag zonder omgevingsvergunning een erfafscheiding worden geplaatst die niet hoger is dan 1 meter. Een erfafscheiding die niet hoger is dan 2 meter mag zonder omgevingsvergunning worden gebouwd op een erf of perceel waar een gebouw op staat als is voldaan aan de volgende voorwaarden: 3. de erfafscheiding op meer dan 1 meter achter de voorgevelrooilijn staat; 4. de erfafscheiding op meer dan 1 meter afstand van de weg of het openbaar groen staat; 5. en de erfafscheiding niet wordt gebouwd bij een monument of in het beschermd stads- of dorpsgezicht.
Omgevingsvergunningsvrije aan- en uitbouw, bijgebouwen en carports: Aan- en uitbouw, bijgebouwen en carports zijn omgevingsvergunningsvrij wanneer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: 1. Binnen de 2,5 meter zone is de hoogte: a. maximaal 4 meter, b. maximaal 0,3 meter boven de vloer van de eerste verdieping van uw woning en c. niet hoger dan het hoofdgebouw waar u tegenaan bouwt.
blad 4
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
2. Buiten de 2,5 meter zone gelden de volgende voorwaarden: a. de hoogte is maximaal 3 meter, b. de totale aan vergunningvrij toegestane oppervlakte van (nieuwe en bestaande) bijbehorende bouwwerken buiten de 2,5 meter zone bedraagt niet meer dan 30 m2, c. de strook binnen 1 meter van een naburig erf mag voor maximaal 10 m2 bebouwd worden, d. het bijbehorende bouwwerk mag alleen bedoeld zijn voor ondergeschikt gebruik. Dit wil zeggen dat u de bijbehorende bouwwerken niet mag gebruiken als slaapof woonkamer, keuken en dergelijke. Een bijbehorend bouwwerk buiten de 2,5 meter zone mag alleen gebruikt worden als bijvoorbeeld garage, bijkeuken, atelier, tuinhuisje, (fietsen)berging of hobbyruimte. 3. De afstand tussen het bijbehorende bouwwerk en het openbaar toegankelijk gebied is minimaal 1 meter. Deze eis is alleen van toepassing als er welstandseisen gelden voor uw locatie. Uw gemeente kan u hier meer over vertellen; 4. Het bijbehorende bouwwerk mag niet voorzien zijn van een dakterras, balkon of andere niet op de begane grond gelegen buitenruimte; 5. Het bouwen van het bijbehorende bouwwerk mag niet tot gevolg hebben dat het achtererfgebied (het zij- en achtererf ) waarop u bouwt, voor meer dan de helft is volgebouwd; Voorgevelrooilijn Een voorgevelrooilijn is de lijn die evenwijdig aan de weg langs de voorgevel van uw woning loopt. Bij hoekwoningen kan er sprake zijn van meerdere voorgevelrooilijnen, omdat naast de voorgevelrooilijn langs de voorgevel van de woning ook ter plaatse van de zijgevel van de woning een voorgevelrooilijn aanwezig is.
het beleid voor Erfafscheidingen
3. Gemeentelijke wetgeving
3. Gemeentelijke wetgeving
Het bestemmingsplan, de bouwverordening en de welstandsnota hebben uniforme regels voor het plaatsen van erfafscheidingen en aanof uitbouw en bijgebouwen. In de bouwverordening staan de algemene regels over bouwen die door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten tot stand is gekomen. Wanneer een aanvraag voor een omgevingsvergunning wordt ingediend wordt de aanvraag getoetst aan de bestemmingsplanregels De uniforme regels van het bestemmingsplan: Voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen gelden de volgende regels: a. aan- of uitbouwen en bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd; b. aan- of uitbouwen en bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd; c. op hoekpercelen mag de afstand van aan- of uitbouwen en bijgebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens, die grenst aan het openbaar gebied, niet minder dan 3m bedragen; d. achter de achtergevel van het hoofdgebouw moet een aaneengesloten open ruimte aanwezig zijn van tenminste 30m²; e. het bebouwingspercentage van het gedeelte van de gronden gelegen achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw, mag maximaal 50% bedragen; f. het bebouwde oppervlak van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen op een bouwperceel mag maximaal 100m² bedragen; g. bij aaneengebouwde woningen mag de diepte van een uitbouw aan de achtergevel maximaal 4 m bedragen; h. bij twee-aaneengebouwde en vrijstaande woningen mag de diepte van een uitbouw aan de achtergevel maximaal 5m bedragen; i. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,2m;
j.
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5m.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: a. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mogen worden gebouwd binnen en buiten het bouwvlak, met dien verstande dat het bouwen van carports en overkappingen voor de voorgevellijn niet is toegestaan; b. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheiding mag niet meer dan 2m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheiding voor de voorgevellijn niet meer dan 1m bedragen; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5m zijn. Ontheffing Wanneer een omgevingsvergunningaanvraag niet in het bestemmingsplan past is er de mogelijkheid om ontheffing op het bestemmingsplan te krijgen. De aanvraag wordt dan getoetst aan de regels van het voorliggende beleid. De regels zijn gebaseerd op de bestaande regelgeving en de analyse van de stad Culemborg.
blad 5
4. Gebiedsanalyse
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
4. Gebiedsanalyse
Culemborg is een stad met vele gezichten. Een historische kern, naoorlogse buurten, stad langs de rivier (de Lek), de hedendaagse stad (Parijsch) etc. Wij hebben de stad in 6 gebieden opgedeeld op basis van de cultuurhistorische en stedenbouwkundige ontwikkeling van Culemborg. Ieder gebied heeft zijn eigen kwaliteiten en kenmerken. De gebiedsanalyse maakt, door het inzoomen per gebied, deze kenmerken beter zichtbaar. Een overzicht op het volgende blad laat ingezoomde vlak(ken) in elk gebied zien. De gebieden zijn: Gebied 1 - Centrum-oude stad Gebied 2 - Bloembedden, Triowijk, Achter ’t Zand Gebied 3 - Oranje buurt, Terweijde, Achter de Poort Gebied 4 - Voorkoop, de Hond Gebied 5 - Hoge Prijs, Molenzicht, Dijkzicht, Landzicht, Parijsch Noord Gebied 6 - Lanxmeer Nieuwbouw projecten (7) – nieuw te ontwikkelen (deel)gebieden: Buitenhof, Parijsch zuid en centrum, Oostersingel, Symfonie, Sprokkelenburg
blad 6
De stippels laten de grenzen van de gebieden zien.
het beleid voor Erfafscheidingen
4. Gebiedsanalyse
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
geb. 4
de Hond
geb. 1
Historische stad
geb. 2
Bloemenbuurt
geb. 5
Parijsch noord
Dijkzicht
Voorkoop
(inbreiding)
geb. 2 geb. 3
Achter de poort
Achter ‘t zand geb. 6
geb. 4
Terweijde 200m
Lanxmeer 200m
geb. 5
geb. 4
nieuw
blad 7
4. Gebiedsanalyse
Gebied-1, historische stad: Culemborg heeft een oud centrum met karakteristieke gebouwen die de historie van de stad en de tijdgebonden architectuur weergeven. De historische stad is omsloten door de verdedigingssingels. Binnen de singels is de bebouwing samenhangend aaneengesloten met een hoge dichtheid. Zowel privé als publiek is er weinig open groene ruimte. De scheiding van de privé- en openbare buitenverblijfruimte is
blad 8
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
zeer duidelijk door middel van metselwerk als een doorlopende wand van het gebouw. De woningen hebben meestal geen voortuinen en er zijn weinig ‘gaten in de straat’ door mooie hoekoplossingen en poorten bij de hofjes. Het oude centrum maakt deel uit van het beschermde stadsgezicht.
4. Gebiedsanalyse
Gebied 2 – Bloembedden, Triowijk, Achter ’t Zand: Gebied 2 heeft vooroorlogse en vroeg naoorlogse bebouwingen met een aantal 19e eeuwse panden. De woningen behoren tot de vorige bloeiperiode van Culemborg in de tweede helft 19e en begin twintigste eeuw. Het gebied heeft zowel karakteristieke woningen waarvan sommige monumenten status hebben als ook simpele arbeiders woningen uit die bloeiperiode. Latere bebouwing heeft dezelfde stedenbouwkundige opzet. Kenmerkend is de heldere opzet van de rechte rooilijnen met voor- en
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
achtertuinen. De hoekwoningen blijven de rooilijn volgen. Hierdoor ontstaan open ruimten in de hoeken van straten bij zij- en achtertuinen. Er is weinig openbaar groen. Deze wijken grenzen aan de historische stad en zijn daardoor belangrijk voor het aanzien van de stad. Woningen zijn direct aan de straten aangesloten: met de voorkant en hoofdentree aan de straat. Knelpunten • Hoeksituaties grenzend aan het openbaar gebied.
blad 9
4. Gebiedsanalyse
Gebied 3 - Achter de Poort , Oranjebuurt, Terweijde,: Dit zijn typisch naoorlogse buurten/wijken; terughoudende en eenvoudige architectuur met een ruime opzet en een groen karakter. Er is een heldere stedenbouwkundige opzet die past bij de rationele stedenbouw van de jaren ‘60. Er werd vaak met een hard grid gewerkt. De grid komt in de vorm van de strokenbouw terug. De rooilijnen zijn hard en woningen zijn meestal straatgeoriënteerd, met voor- en
blad 10
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
achtertuinen. In Terweijde is in sommige gevallen de situatie gedraaid en grenzen achtertuinen aan de straatkant. Knelpunten • Hoeksituaties grenzend aan het openbaar gebied; • Achtertuinen aan de straatzijde.
4. Gebiedsanalyse
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
Voorkoop
Gebied 4 - Voorkoop, de Hond Voorkoop en de Hond behoren tot de woonerfwijken/bloemkoolwijken. Deze wijken zijn een reactie aan de modernistische stedenbouw met rechte lijnen en onafwendbaar grid. De traditionele orde van voor- en achterkanten is losgelaten. Er is veel openbare ruimte in de vorm van wijkparkjes, buurtgroen en ingerichte erven. De inrichting is hiërarchisch. Een groot deel van de openbare ruimte wordt gevormd door restruimte;
groen zonder een duidelijke functie of vorm dat werd ingezet om de verschillende woonerven van elkaar te scheiden: kijkgroen. Deze versnipperde groenstroken liggen veelal tegen achterkanten en zijkanten van woningen aan. De wijken kennen een sterk hiërarchische verkeerstructuur. Gekenmerkt door een erf ontsluitende ring en kronkelige wegen die aan de woonclusters doodlopen met de nodige parkeerhoven (koffers).
blad 11
4. Gebiedsanalyse
de Hond Knelpunten: • Zijtuinen grenzend aan openbaar gebied; • Achtertuinen grenzend aan openbaar gebied.
blad 12
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
4. Gebiedsanalyse
Gebied 5 - Hoge Prijs, Molenzicht, Dijkzicht, Landzicht, Parijsch Noord Deze wijken zijn opgebouwd in blokken met een harde rooilijn. Groene hoven en groene corridors doorkruisen de wijk in noord-zuid en oostwestrichting. De voorkanten van de woningen zijn straatgeoriënteerd. De wegenstructuur kenmerkt zich door rechte wegen. Niet alle achtertuinen eindigen aan de andere achtertuinen. Bij
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
vrijstaande woningen eindigen achtertuinen aan de openbare weg, groen en of water. Knelpunten: • Hoeksituaties grenzend aan openbaar gebied; • Achtertuinen grenzend aan openbaar gebied.
blad 13
4. Gebiedsanalyse
Gebied 6 - Lanxmeer Lanxmeer is een experimentele eco wijk met woningen die samen een groene hof (speel hof) tot stand brengen. Parkeren vindt plaats aan de rand van de buurt. Via voetpaden zijn de hofjes te bereiken. De woonclusters zijn regelmatig en overzichtelijk ten opzichte van elkaar herhaald. De woonclusters liggen op een groen eiland. De voorkanten worden afgewisseld met achterkanten: een deel van de woningen zijn
blad 14
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
via het hof bereikbaar en het andere deel via autoluwe straten. De achterkanten (achtertuinen) van alle woningen eindigen in openbaar of semi openbaar groen (hofjes). De potentie voor erfafscheidingen is hier alom aanwezig. Lanxmeer kent een regeling voor de erfafscheidingen in het startconvenant. Knelpunten: • Hoeksituaties grenzend aan openbaar gebied; • Achtertuinen grenzend aan openbaar gebied.
4. Gebiedsanalyse
Nieuwbouw projecten (7) – nieuw te ontwikkelen (deel)gebieden: Buitenhof, Parijsch Zuid en Centrum, Oostersingel, Symfonie, Sprokkelenburg Afgezien van Parijsch Zuid en Centrum, zijn de rest geen zelfstandige gebieden maar eerder delen van buurten of wijken die worden in- of uitgebreid en soms (gesloopt) en vernieuwd. Deze nieuwbouwprojecten bieden soms het concept van vrije kavels. Deze worden niet in één keer
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
en grootschalig uitgebreid maar door individuele kopers per kavel. Kansen: het beleid kan voor de nieuwe (deel)gebieden inclusief de vrije kavels volledig worden uitgevoerd. Hier is geen sprake van de bestaande erfafscheidingen. Vrije kavels kennen een zogenaamd paspoort. Het beleid moet in het paspoort terug te vinden zijn.
blad 15
5. Stadsanalyse
5. Stadsanalyse:
Culemborg is een historische stad met een mooie historische kern, de oude stad. De oude stad met de singels en het historische landschap er omheen is een beschermd stadsgezicht. De overige delen zijn in de loop van jaren gebouwd. De infrastructuur van Culemborg is direct te onderscheiden op de kaart. De spoorlijn deelt de stad in tweeën: de oost- en westzijde. N320 is een harde beëindiging van de stad in het zuiden en de Lek is een natuurlijke beëindiging in het noorden. Een schaal lager zijn de binnenstedelijke hoofdontsluitingswegen. De binnenstedelijke hoofdstructuur functioneert als de entree voor de stad en de wijken en buurten en is hiermee beeldbepalend voor Culemborg als stad. Culemborg kent een gemakkelijk waarneembare groene structuur: de ‘hoofdgroenstructuur’. De stedelijke hoofdstructuur en hoofdgroenstructuur komen in vele plaatsen overeen. Daarom werken ze versterkend samen als een ruimtelijke kwaliteit. Deze structuren met de hoge ruimtelijke kwaliteit zijn aangeduid als niveau-1. Het eerste niveau is zeer van belang voor Culemborg. Dit is het visitekaartje voor de stad. In deze structuur komen de volgende waarden bij elkaar: a. Cultuurhistorisch; b. Langs de hoofdgroenstructuur; c. Stedenbouwkundig (de stedenbouwkundig opzet en verkeer) Minimaal twee van deze drie criteria moeten tegelijk gelden om een structuur in de niveau-1 te plaatsen. De uitzondering (door het grote belang voor het aanzien van de wijk) is de ontsluitende ringweg in de Voorkoop: de Thijsselaan en Linnaeuslaan. Uit de gebiedsanalyse naar voren komt dat de opbouw van de wijken sterk van elkaar verschilt. Deze verschillen komen tot uidrukking in het tweede en derde niveau.
blad 16
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
De straten die behoren tot het tweede niveau zijn buurt en woningontsluitende doorgaande wegen. Deze voldoen alleen aan één van de drie criteria die voor het niveau-1 geldt. Ze verbinden ook de werkplaatsen zoals kantoren met de woonstraten. Het derde niveau bestaat uit alle andere ruimten en heeft een directe relatie met de groeifase van Culemborg (analyse). Zoals wijken uit de periode 1970 – 1985. Deze wijken werden later bekend als woonerfwijken of bloemkoolwijken, met wegen, paden en hoven die voornamelijk gebruikt worden door de direct omwonenden. Als straat zijn ze meestal minder breed en minder van economisch belang ten opzichte het tweede niveau. Per niveau zijn één of meer voorbeelden uitgelicht: Voorbeeld niveau één, aangeduid met groene lijnen: Weidsteeg voldoet aan alle criteria. De kaart van 1870 laat dit zien. De straten zijn van oudsher een toevoerweg en entree voor de stad. Later komen langs deze wegen/lanen woningen met karaktervolle architectuur te staan. Voorbeeld niveau twee, aangeduid met oranje lijnen: de Terweijdelaan, een brede straat met groene stroken, en de Julianalaan zijn de directe verbindingen voor de wegen op niveau-1. Voorbeeld niveau drie, het restgebied (wit): Troelstrastraat, Vivaldistraat en de labyrintstructuur in Voorkoop en de Hond. Die zijn meestal woningontsluitende wegen van niet economisch en of cultuurhistorisch belang.
De hoofdgroenstructuur De hoofdgroenstructuur is ook een gemakkelijk waarneembare structuur in Culemborg. Het ‘Groenstructuurplan 2006-2016’ bespreekt dit uitgebreid. De ambitie van het document is het handhaven en verbeteren van de belangrijke groene structuren in Culemborg. Dit wordt onder het moto Koersen op Verbindingen met Kwaliteit gevolgd. De huidige groenstructuur is een direct gevolg van de toenmalige stedenbouwkundige opzet van de wijk. Daarom komen de stedelijke hoofdstructuur en hoofdgroenstructuur vaak overeen. Dit werkt
het beleid voor Erfafscheidingen
5. Stadsanalyse
an
al a
i an
eeg
st ijd We
de labyrintstructuur in Voorkoop
t. di s laan l a Viv eijde w Ter
voorbeelden
eeg
st ijd We
Op de historische kaart van 1870 is de Weijdsteeg te zien. Toen al een belangrijke verbindingsweg voor Culemborg (cultuurhistorie). Nu voorzien van een gracht en dubbele bomenrij en een entree voor de stad, buurten en wijken (stedenbouw).
k
Le
eg rw
oo
sp
de
21 feb. 2012
Jul
versterkend voor de ruimtelijke kwaliteit. Dit is meest duidelijk bij niveau-1, binnenstedelijke hoofdstructuur, dat als het visitekaartje voor Culemborg gezien kan worden. Het is de eerste indruk die bezoekers van onze stad krijgen. Door het grote belang van het niveau-1 voor de stad en voor de samenhang en sfeervolle randen langs deze structuren is gekozen voor het doorzetten van de bestaande groene hagen die vaak langs deze structuren voorkomen.
en Erfbebouwingen
20
N3
Hier is geprobeerd de belangrijkste binnenstedelijke structuren aan te duiden (afgezien van de oude binnenstad).
De hoofdgroenstructuur die door de stedenbouwkundige opzet van de wijken tot stand gekomen is.
blad 17
6. het beleid en de beleidskaart
6. Het beleid en de beleidskaart
Culemborg is een gevarieerde stad met verschillende wijken, buurten en een gevarieerde wegenstructuur. De gebiedsanalyse laat deze verschillen zien. Door deze verschillen onderscheidt het beleid zich in 3 niveaus. De 3 niveaus zijn gebaseerd op het stadsontwerp en de cultuurhistorische waarden van Culemborg als een kleine stad met een complexe en gevarieerde indeling.
De verschillende niveaus: • • • • •
Niveau 1: Hoofdstructuur Niveau 2: Stratennetwerk Niveau 3: Informele structuur Het beleid voor het de oude binnenstad Het beleid voor Pavijen
Niveau 1 Hoofdstructuur: Deze wegen en lanen vormen de ruggengraat van Culemborg. Iedereen herkent de hoofdstructuur omdat het de wijken ontsluit. De bebouwing aan de hoofdstructuur is representatief voor de stad, het visitekaartje. De gemeente hecht grote waarde aan hoogwaardige erfafscheidingen en erfbebouwingen aan deze hoofdstructuur. Woningen (bestaand), de nieuwbouw en vrije kavels moeten aan de onderstaande voorwaarden voldoen: Een erfafscheiding in zij- en/of achter(tuin) langs openbaar gebied: • Wordt minimaal 1m achter de voorgevelrooilijn geplaatst en is maximaal 2m hoog; • Is 100% begroeide erfafscheiding; al dan niet met een ondersteunende transparante constructie (90% open constructie); • Één onderbreking voor een toegangspoort is toegestaan. Die mag voor voetgangers, maximaal 1m breed en voor autoverkeer, maximaal 3m breed zijn. Dit moet conform de
blad 18
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
verkeersregels en/of verkeerskundige aanwijzingen gebeuren. Aan- , uit- en bijgebouwen: Aan-, uit- en bijgebouwen: op hoekpercelen mag aan-, uit- en bijgebouwd worden mits: • Ze minimaal 2m achter de voorgevelrooilijn worden geplaatst; • De afstand tot de zijkant van de perceelgrens minimaal 1,5m is; • De dakvorm van de aan-, uit- of bijgebouw volgt de dakvorm van de hoofdwoning. Bij kappen is de maximale nokhoogte 4,5m maar is niet hoger dan de hoofdwoning. De goothoogte is maximaal 3,2m. Bij platte daken is de maximale bouwhoogte 3,2m maar niet hoger dan de hoofdwoning; • De overige maatvoering is volgens het vigerend bestemmingsplan. Voor bouwwerken geen gebouw zijnde geldt: • Minimaal 2m achter de voorgevelrooilijn geplaatst; • De afstand tot de zijperceelgrens minimaal 1,5m is; • Maximaal 3m hoog is; • De overige maatvoering is volgens het bestemmingsplan.
Niveau 2 Straatnetwerk: de straten van Culemborg vormen een fijnmazig netwerk waaraan de woningen direct worden (met de voorkant en hun hoofdentree) ontsloten. De straten zijn doorgaande wegen die bijdragen aan het aanzien van de stad. De erfafscheidingen langs deze zijtuinen vragen om bijzondere aandacht omdat ze voor een belangrijk deel het beeld van de hele straat bepalen. Woningen (bestaand), de nieuwbouw en vrije kavels moeten aan de onderstaande voorwaarden voldoen: Een erfafscheiding in zij- en/of achtererf(tuin) langs openbaar gebied: • Wordt minimaal 1m achter de voorgevelrooilijn geplaatst en is
6. het beleid en de beleidskaart
•
•
•
maximaal 2m hoog; Is 100% groene erfafscheiding; al dan niet met een ondersteunende transparante constructie (90% open constructie), of Bestaat uit een combinatie van begroeiing en dichte (gesloten) delen: om en om gesloten en begroeiing. Minimaal 50% begroeiing al dan niet met een ondersteunende transparante constructie (90% open constructie). De vormgeving en materiaalkeuze van de dichte (gesloten) delen zijn als volgt: a. De houten geleding heeft een rechte vormen (geen toogvormen), de delen zijn verticaal geplaatst (straatkant), of b. Metselwerk, afgestemd op de hoofdwoning (hoofdgebouw); Één onderbreking voor een toegangspoort is toegestaan. Die mag voor voetgangers, maximaal 1m breed en voor autoverkeer, maximaal 3m breed zijn. Dit moet conform de verkeersregels en/of verkeerskundige aanwijzingen gebeuren.
Aan- , uit- en bijgebouwen: Op hoekpercelen mag aan-, uit- en bij gebouwd worden mits: • Minimaal 1,5m achter de voorgevelrooilijn worden geplaatst; • De afstand tot de zijkant van de perceelgrens minimaal 1m is; •
•
De dakvorm van de aan-, uit- of bijgebouw volgt de dakvorm van de hoofdwoning. Bij kappen is de maximale nokhoogte 4,5m maar niet hoger dan de hoofdwoning. De goothoogte is maximaal 3,2m. Bij platte daken is de maximale bouwhoogte 3,2m maar niet hoger dan de hoofdwoning; De overige maatvoering is volgens het bestemmingsplan.
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
Voor bouwwerken geen gebouw zijnde geldt: De bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd mits: • Minimaal 1,5m achter de voorgevelrooilijn geplaatst; • De afstand tot de zijperceelgrens minimaal 1m is; • Maximale hoogte is 3m; • De overige maatvoering is volgens het vigerend bestemmingsplan.
Niveau 3 Informele structuur: alle overige openbare ruimte in de verkaveling die niet bij het straatnetwerk hoort, is deel van de informele structuur. Maar ook zeker de paden, stegen, woonerven en parkeerkoffers/hoven die (op beschutte plekken) in de wijk liggen. Woningen (bestaand), de nieuwbouw en vrije kavels moeten aan de onderstaande voorwaarden voldaan: Een erfafscheiding in zij- en/of achtererf(tuin) langs openbaar gebied: • Wordt minimaal 1m achter de voorgevelrooilijn geplaatst en is maximaal 2m hoog; • 100% groene erfafscheiding; al dan niet met een ondersteunende transparante constructie (90% open constructie), of • Bestaat uit een combinatie van begroeiing en dichte (gesloten) delen: om en om gesloten en begroeiing. De vormgeving en materiaal van de dichte delen zijn gelijk aan 100% dicht (zie onder). Minimaal 50% begroeiing al dan niet met een ondersteunende transparante constructie (90% open constructie), of • 100% dichte (gesloten) erfafscheiding: a. De houten geleding heeft rechte vormen (geen toogvormen), de delen zijn verticaal (straatkant), of b. Metselwerk, afgestemd op de hoofdwoning (hoofdgebouw); • Één onderbreking voor een toegangspoort is toegestaan.
blad 19
6. het beleid en de beleidskaart
Die mag voor voetgangers, maximaal 1m breed en voor autoverkeer, maximaal 3m breed zijn. Dit moet conform de verkeersregels en/of verkeerskundige aanwijzingen gebeuren. Aan- , uit- en bijgebouwen: Aan-, uit- en bijgebouwen: op hoekpercelen mag aan-, uit- en bij gebouwd worden mits: • Minimaal 1m achter de voorgevelrooilijn geplaatst; • De afstand tot de zijkant van de perceelgrens minimaal 0,5m is; • De dakvorm van de aan-, uit- of bijgebouw volgt de dakvorm van de hoofdwoning. Bij kappen is de maximale nokhoogte 4,5m maar niet hoger dan de hoofdwoning. De goothoogte is maximaal 3,2m. Bij platte daken is de maximale bouwhoogte 3,2m maar niet hoger dan de hoofdwoning. • De overige maatvoering is volgens het bestemmingsplan. Voor bouwwerken geen gebouw zijnde geldt: De bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd mits: • Minimaal 1m achter de voorgevelrooilijn geplaatst; • De afstand tot de zij perceelgrens minimaal 0,5m is; • Maximale hoogte is 3m; • De overige maatvoering is volgens het bestemmingsplan.
De oude binnenstad
Per geval is een stedenbouwkundig advies nodig. Daarnaast gelden de regels van de Welstandsnota het bestemmingsplan.
Pavijen
Volgens het bestemmingplan en welstandsnota.
blad 20
het beleid voor Erfafscheidingen
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
Definities: Achtertuin/erf: (gedeelte van) het tuin/erf dat aan de achterzijde van het gebouw is gelegen. Bestemmingsplan: Een bestemmingsplan bepaalt wat er in een gemeente met de ruimte mag gebeuren. Bouwverordening: wordt naast andere regulerende bronnen (bv. het bouwbesluit) opgesteld door een gemeente. Uitgangspunt voor een bouwverordening is de Modelbouwverordening 1992 van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Erfafscheiding: De afbakening van een erf of perceel van een ernaast gelegen erf of van de openbare ruimte. Voorgevelrooilijn: als bedoeld in het bestemmingsplan dan wel de gemeentelijke bouwverordening. Groene erfafscheiding: levend groene erfafscheiding. Voorerf: gedeelte van het erf dat aan voorkant van het gebouw is gelegen. Wabo: met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) worden 25 vergunningen op het gebied van bouwen, ruimte, natuur en milieu samengevoegd tot 1 vergunning: de omgevingsvergunning. Zijerf: gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het gebouw is gelegen. Zijtuin/erf: begint 1meter achter de voorgevelrooilijn.
het beleid voor Erfafscheidingen
6. het beleid en de beleidskaart
en Erfbebouwingen
21 feb. 2012
De beleidskaart N
De bebouwde komgrens. Het beleid is bedoeld binnen deze grens.
blad 21