HET AUREOOL
E. gymnocalycioides met vruchtjes. De diameter van een vruchtje is ongeveer 3 mm.
Succulenta afdeling Nijmegen jaargang 25 nummer 4, oktober 2015
‘Het Aureool’ is het afdelingsblad van de afdeling Nijmegen van de Nederlands-Belgische vereniging van liefhebbers van cactussen en andere vetplanten.
AFDELINGSBESTUUR Theo Heijnsdijk voorzitter
Maasdijk 11, 6629 KD Appeltern 0487 – 542704
[email protected]
Johanna Jongekrijg penningmeester
Kerkstraat 5, 5439 NC Linden 0485 - 880300
[email protected]
Riet Maessen secretaris
Weezenhof 1232, 6536 EZ Nijmegen 024 – 3440425
[email protected]
BIBLIOTHECARIS Lieda Dekker
Berghuizen 26, 6627 KB Maasbommel 0487 – 561803
[email protected]
REDACTIE AUREOOL Theo Heijnsdijk
Maasdijk 11, 6629 KD Appeltern 0487 – 542704
[email protected]
Contributie: € 15,- per jaar. gironummer NL25INGB0001914156 tnv ‘Succulenta’ afd. Nijmegen. Bijeenkomsten: Elke eerste dinsdag van de maand bij HELICON opleidingen, Marga Klompélaan 37, 6532 SB, Nijmegen. Aanvang 19.30 precies.
UITNODIGING Op dinsdagavond 6 oktober komt Jos Huizer ons vertellen over de Mexicaanse staat Baja California, het noordelijk deel van het schiereiland aan de zuidwestkust van Noord Amerika. Zie het kaartje hiernaast om een idee te krijgen van de ligging en grootte. De lengte van het schiereiland is meer dan 1200 km.
Op dinsdagavond 3 november gaat Tijs Kierkels ons wijzer maken over de meest recente inzichten in de indeling van de Geraniumfamilie en het geslacht Pelargonium. Hij gaat ons duidelijk maken hoe de sectie-indeling er nu uitziet en vervolgens gaat hij leuke dinDe bloei van Pelargonium carnosum. Of is het P. laxum?
gen vertellen over de succulente soorten in deze boeiende familie.
VERSLAGEN Verslag kasbezoek bij Ton en Sonja Ramak dinsdag 4 augustus 2015. “Het is gelukt!!!!!!!!!!!!!” De titel slaat niet op het fijne kasbezoek bij Ton en Sonja op 4 augustus jl. Het vreugdevolle bericht werd door Lieda aan ons meegedeeld. Haar huis – het stond al geruime tijd te koop – was verkocht. Nu, wat zenuwachtig, kan ze aan een nieuwe toekomst beginnen met de indringende vraag: ‘waar ga ik mijn nestje bouwen?’. We wensen haar daar heel veel succes en plezier (en een beetje zenuwen) mee. We zijn benieuwd waar de landing plaats zal vinden (of al heeft plaatsgevonden). Iedereen was blij voor haar. Als partner van……. nestelde ik me in de auto op weg naar Piet.
Een deel van het gezelschap in de tuin van Ton en Sonja
Het was weer de jaarlijkse kasbezoekronde. Precies op de afgesproken tijd (mijn partner kreeg daar een complimentje over. Als oud-militair weet Piet dit stipte gedrag erg te waarderen). Onze Tomtom, onze steun en toeverlaat, laat ons toch een beetje zweten. We zijn gearriveerd gaf de Tomtom aan, maar we zagen ook wel dat we er nog niet waren. Enfin, bij navraag wees men ons de juiste weg. En wij bereikten veilig langs diverse blaffende, vervaarlijk uitziende honden het juiste adres. We worden hartelijk welkom geheten en vonden een lekkere plek in de knusse tuin. We komen direct in contact met een uitstekende catering. Was het hard werken, Sonja??? Langzaam liep het vol. Groepjes liefhebbers verplaatsen zich naar de kas, lopend langs mooi uitgestalde planten. De opstopping bij de kas was groot. Niet erg want we wisselden al pratend diverse nieuwtjes uit. Maakten kennis met het nieuwe lid, Antoon
Opstopping in de kas….
Zitmeubel in Zwanenveld.
Goossens, die zodoende al aardig bijgepraat wordt. In de kas waren de Haemanthus (ben voor de naam bij mijn partner te rade gegaan) en andere planten te bezichtigen. Ze stonden er (volgens kenners) prachtig bij. Ooit kregen wij een poederkwast (rood) van Ton. Deze, de plant, verblijft ’s zomers buiten en ’s winters in de kas. Mooie plant vooral als hij/zij in bloei staat.(net als wij overigens!) Het was geanimeerd, in een huis met gezellige, soms ook wat ondeugende beeldjes (Bad taste bears!). Je kunt zien dat er veel liefdevolle aandacht is besteed aan de inrichting. bijvoorbeeld de keukenkastjes. En buiten die zwaan…….We zaten tenslotte in Zwanenveld…… Met Piet vertrokken we op tijd naar huis. Nagenietend in de auto van een sfeervolle cactusavond. We zijn er zeker van dat het nieuwe lid er zich zeker thuis zal gaan voelen. Loes Jap-Tjong,
Bad taste bear.
De haemanthus die we jaren geleden van Ton kregen komt in bloei.
Epiphyllum ‘Curly’ in de kas bij Ton
Bloeiende haemanthus in de kas van Ton.
Verslag bijeenkomst dinsdag 1 september. Nieuwe locatie Helicon-VMBO school op de Marga Klompélaan 37. Aanwezig 13 leden. Afwezig met berichtgeving: Theo Heijnsdijk wegens zijn afscheid op school, Piet Giepmans wegens gezondheidsproblemen en Ton Ramak. Nog wat onwennig staan Johanna en ik volgens afspraak om 19.00 uur bij de school voor een gesloten hek van de parkeerplaats. Even later komt echter Jeannette Vos van de “klimop” groep van “groei en bloei” het hek en de schooldeur openen. Zij is diegene die het sleutelbeheer heeft van de VMBO school Helicon, onze gezamenlijke nieuwe locatie. Het is allemaal even wennen: de sleutels, het alarm afzetten, de verlichting aandoen, in de kantine de koffie en thee voorziening bekijken en een leslokaal kiezen. Het ziet er allemaal prima uit en naar we hopen gaan we ons hier na verloop van tijd ook helemaal thuis voelen. Aangezien Theo zijn afscheid van school viert, opent Riet deze bijeenkomst en vertelt nog wat over deze nieuwe locatie en over haar contact met de vestigingsmanager de heer Bert Kwakkel en de “klimop” groep. We moeten voor ons zelf zorgen. Er is geen conciërge aanwezig. De eerste avond op deze nieuwe plek zitten we in een lokaal met hoge tafels en krukken. Daardoor hebben we wel veel plaats om onze planten op te stellen en er ruim omheen te kunnen lopen. Van enige orde is deze avond geen sprake (telt mijn gezag niet meer??... ). Uiteindelijk staan dan toch de plantjes opgesteld: zaaisels 2015, gymno’s en De prijswinnende gymno van Lieda. mesems voor de keuring
en een paar planten van de zaaiwedstrijd 2011, allemaal op een aparte tafel. Daar we met 13 personen zijn en iedereen een streepje moet zetten achter zijn/haar voorkeur (afgesproken wordt dat je op je eigen planten niet mag stemmen) zou er toch op ieder briefje 13 streepjes moeten zijn. Dat lukt na andermaal proberen. Bij de gymno’s lukt uiteindelijk pas na vier keer turven om een winnaar te kiezen. .Bij de zaailingen van dit jaar wint Gerard wat Tijs doet opmerken: “Gerard wint altijd”! Gerard vertelt dan iets over zijn zaaimethode: eigenlijk niets bijzonders: hij gebruikt gewone potgrond; het meegebrachte zaaisel was eenmaal verspeend. Bij de Gymnocaliciums wint na een vierde keer stemmen de plant van Lieda; een onbekende gymno, zelfs Ludwig is niet zeker van de naam; hij vermoedt een mostii. Bij de mesems wint Riet; zij heeft de Cheiridopsis pillansii in ’96 gezaaid. Er is dan enige discussie over water geven van de mesems. Riet vertelt dat ze het boekje “kweektabel” van Frans Noltee hanteert. Zij heeft bij de
Het prijswinnende zaaisel van Gerard Hendrickx.
De prijswinnende Cheiridopsis pillansii van Riet.
verschillende plantjes een extra etiket erbij staan wanneer ze weinig/geen water nodig hebben. Als laatste bekijken we nog de planten van 2011. Een Euphorbia leuconeura en 3 stuks Adenium obesum. Antoon heeft wat andere planten meegenomen: twee Scadoxus (eerder ook Haemanthus genoemd) en een Haemanthus. Peter Knippels heeft in Succulenta Jaargang 82 (1) 2003 er een artikel over gewijd: http://www.bloemHaemanthus of Scadoxus? bol.info/pdf/poederkwasten%20succulenta%202003.pdf Riet Maessen
Onderstaand bijzonder amusant artikel las ik in het Belgische blad ‘cactus’ van september 1971. De auteur, de heer B. Krengel uit Antwerpen, was ten tijde van de publicatie reeds overleden. De titel had natuurlijk evengoed ‘Partner van…….’ kunnen luiden. Theo Heijnsdijk DE CACTUS EN IK Die “ik” dat ben ik, de vrouw van een cactusverzamelaar, en ik zeg: “cactus” vóór “ik”, want eerst komt de cactus. Dit alles is verschillende jaren geleden begonnen, een tijdje na ons huwelijk, heel doodgewoon met één plantje. Mijn man was in de lente naar de vogelmarkt geweest - U weet wel « de Antwerpse vogelmarkt - en bracht een plantje mee. Hij gaf het mij en zei: “Dit is een cactus, 15 fr., en die vent op de markt heeft gezegd: op de vensterbank, alle weken wat water en in de winter niets”. Het was werkelijk een mooi plantje, net een bol met stekels en rond de kop allemaal paarse bloempjes. Na een week of zo verloor het zijn bloempjes. Mijn man was teleurgesteld en ging terug naar de markt met die cactus om eens met die verkoper te klappen ... en kwam terug met nog twee plantjes. Die vent had gezegd dat het vergaan van de bloemen normaal was: 15 fr. kon hij toch geen plant verlangen die heel het jaar zou bloeien… trouwens het volgend jaar zou het toch weer gaan bloeien. De drie plantjes groeiden van je welste met mijn eenvoudige verzorging. Enkele tijd later was mijn man weer naar de markt geweest die mijnheer met zijn planten (nu was het al een “mijnheer” en geen “vent” meer) had hem uitgenodigd om eens zijn kwekerij te komen bezoeken. Van dit bezoek kwam hij terug vol begeestering ... en met een half dozijn cactussen. Deze moesten allemaal bij op de vensterbank. Och arme, mijn mooie gordijnen!! Hij had zelfs twee planten bij, die zouden de hele zomer door bloeien, doch zij moesten vochtig gehouden worden. En zo waar als ik tegen u spreek, hij stond ’s nachts op om te zien of ze niet droog stonden. Die plantjes hadden allemaal een Latijnse naam, zoals medicamenten, en die zou ik van buiten moeten leren; maar dat ging niet en dan heeft hij er maar nummers bijgezet.
Hij werd lid van de cactusclub en kocht een boekje, maar daar stond te weinig in voor zijn vijftien plantjes. Zijn verzameling werd groter en groter en dan begon dat met die “pillerijen”: pillen voor het aanzuren, voor het ontkalken, voor het ontharden, enz., wel tien soorten pillen voor het bemesten en papiertjes voor peha, en op een avond kwam hij zelfs naar huis met een zakje echte koemest. Mijnheer, ik had geen woning meer maar een stal. Daar het met al die cactussen, de kleuters, de pillen en de maandbladen eenvoudig niet meer ging, besloten wij te bouwen: levensverzekering, wet De Taeye, architecten, landmeters, kadaster en de rest: alles voor die cactussen. En wanneer het huis er stond moest er een serre bijkomen ... en die serre moest verwarmd worden... en dan moesten er, voor het mooie uitzicht van de verzameling enkele grote planten bijgekocht worden ... Dit kostte allemaal een hoop geld. Van vakantie was geen sprake meer; wij hadden toch ons eigen huis en de planten hun verwarmde serre!! Mijn liefje wat wil je nog meer. En wanneer mijn man zich niet voor de kinderen had geschaamd, zou hij zelfs alle nachten in de serre zijn gaan slapen. Later had hij ook zijn vrienden (de Soie en de Gust) tot de “cactusserij” bekeerd. Bijna alle avonden was er vergadering: over maandbladen, mest, drielandenconferenties, dia's, bewortelen, succulenten, ruilbeurzen, Haage, overplanten, enz., met één woord: genoeg onderwerpen om er gek van te worden. Het was toen dat mijn aanvallen van migraine begonnen. Allerlei poeders: Dr. Mann, Wit Kruis, enz., niets kon mij helpen, totdat ik ten einde raad naar onze oude huisdokter toeging, die mij volledig onderzocht, mijn bloed liet onderzoeken, radiografie liet maken, nieren, schildklier en hart aan een nauwkeurig onderzoek onderwierp ... en ten einde raad vroeg of ik soms zorgen had. Wat moest ik aan die man zeggen? Ik vertelde hem van die tienduizenden cactussen in onze serre: Hij schudde meewarig het hoofd en zei: “Ik heb die cactusziekte in mijn jonge jaren ook gehad. Gelukkig is dat door de studies en de examens verdwenen. Ja, Madame, dat was nog in de tijd van Duursma en Frans De Laet uit Kontich, en de phyllocactussen die ik toen van De Laet gekocht heb zoals Rose d'Arnour, Sourire d'une jeune fille, Madame Fr. De Laet, In memory of Mr. Charles Darrah ... en als die bloeiden!!! Als ik daar nog aan denk voel ik mij veertig jaar jonger !!!”. Zijn ogen glansden wanneer hij dit zei en zijn gezicht
scheen inderdaad veel jonger. Hij mompelde nog: “ Misschien ... als ik op pensioen zal zijn ... “ Ik zag het al, hij was wel beter geworden, maar het virus zat nog in zijn bloed. Hij gaf mij de raad eens lekker voor een paar weken naar zee te gaan. Bij het naar huis gaan droomde ik al van zon, zand en water, niet voor de cactussen, maar nu echt eens voor mij; na het avondeten zou ik het aan mijn man zeggen, dat van de dokter. Maar tijdens het eten begon hij: “Ma, ik zou een nieuw boek willen kopen” “Natuurlijk, ge kunt dat toch niet blijven doen met zo'n klein boekje en zo'n grote collectie” “ Maar 't is een heel groot boek” Ik begon onrustig te worden; hij vervolgde: “ Eigenlijk is het niet één boek, maar een boek uit zes delen, van Backeberg”. Ik voelde prikjes in mijn handen, alsof ik onverwachts in aanraking gekomen was met een Opuntia. “ En wat gaat dan zoals kosten?” “Normaal is dat rond de 9.000 fr., maar ik kan een goede occasie kopen voor 7.000 fr.; dat is zeker niet te veel want dat werk is niet meer te krijgen.” Dag zon, zand, zee!!! De jaren verliepen, mijn man hield op met roken en drinken; ik dacht die heeft zeker ook de vrees voor longkanker of hartinfarct te pakken gekregen; later werd hij nog er gierig ook. Nu begon ik te veronderstellen dat hij spaarde voor een nieuwe serre... maar dat bleef maar duren, en een nieuwe serre is toch weer niet zó duur. En op een avond verleden jaar barstte de bom. Hij: Ma, de Gust wil met zijn vakantie naar Brazilië om cactussen te zoeken. Ik: Laat hem maar gaan. Hij: Maar ik zou ook graag meegaan. Het leek mij toe dat het plafond omlaag viel en ik voelde mij alsof ik in een zuilcactus veranderd was. Ik: En ik dan? Hij: Och vrouwtje, er moet toch iemand thuis blijven om de cactussen te verzorgen !! Nu had ik van Brazilië maar een flauw begrip; ik had wel eens gehoord dat men daar een Pelé had en een Carnaval van Rio de Janeiro, en dat daar ook de mooiste
vrouwen van de wereld wonen. Maar dat mijn man daar nu naartoe wilde om cactussen te zoeken!! Die kon hij in Deurne toch ook kopen!! En hij ging ... of liever vloog ... en ik bleef achter met het huis, de kinderlast en ... de cactussen. En na vele weken kwam hij terug, vermoeid, vermagerd, maar stralend van geluk, want hij had 3 cactusjes bij die hij verdoken had kunnen oversmokkelen, en die nog niemand beschreven had. Hij heeft nu een aanvraag lopen om er één op zijn naam te krijgen en als dat lukt zal zijn naam later op talloze kleine houten, plastieken of metalen etiketten in vele verzamelingen vereeuwigd zijn. Deze “expeditie” heeft ons nog meer relaties bezorgd en aldus krijgen wij veel bezoek; mijn man pronkt als een pauw op elke foto die er ter gelegenheid van zulk bezoek gemaakt wordt en wanneer er toevallig een mooie bloem op een plant staat is hij fier alsof hij die zelf gemaakt heeft en niet de natuur. Onlangs kwam een grote Hollandse cactuskweker op bezoek, een man van jaren met veel ondervinding. Bij de koffie moest mijn man heel eventjes naar de serre. Stil schudde die Hollander zijn hoofd en zei: “Mevrouw, het is wel leuk maar het mag toch geen obsessie worden”. Daarom, beste lezer, als ik U een raad mag geven: begin er niet aan !!!
Bij de omslag: Euphorbia gymnocalycioides E. gymnocalycioides is pas in 1984 ontdekt en beschreven en nog steeds zeldzaam, zowel in de natuur als in de cultuur. De naam zegt al veel: een euphorbia,maar hij lijkt met zijn merkwaardige olijfgroene kleur in niet bloeiende toestand sprekend op een gymnocalycium. Een cristaat van E. gymnocalycioides De soort komt uit Ethiopië en groeit daar op hoogtes tussen 1200 en 1400 meter in zware kalkhoudende grond. Daar worden ze ongeveer 6 cm in diameter. In de cultuur is deze soort niet erg gemakkelijk. Zaad is moeilijk verkrijgbaar en het verliest vrij snel de kiemkracht. En dan is het nog een hele toer om de zaailingen in leven te houden. Toch hebben we in 2002 deze soort in de zaaiwedstrijd van de afd. Nijmegen gehad. De zaden waren afkomstig van Jaap Keizer, ik meen dat iedere deelnemer er 4 kreeg. Ik ben benieuw of er iemand in onze afdeling is die er nog een plant van over gehouden heeft. Ik in ieder geval niet. De 3 planten die ik nu bezit heb ik gekocht en ze zijn alle geent op E. canariensis. E. gymnocalycioides kent 2 groeiperiodes, namelijk in de lente en in de herfst. In de winter en de zomer zijn ze in rust en dan moeten we dus zeer spaarzaam water geven. Het is ook raadzaam om ze enigszins beschaduwd te houden want in de zon ontstaan er makkelijk lelijke brandplekken. In de winter op minimaal 10 °C houden. Zaadwinning is bij deze soort lastig. Waarschijnlijk prefereert de soort kruisbestuiving en is dat de reden dat er zelden mannelijke en vrouwelijke bloeiwijzen tegelijkertijd aan de plant zitten. Meestal verschijnen er eerst mannelijke en nadat die verdord zijn komen de vrouwelijke, daarna vaak weer mannelijke. Zo is het mogelijk dat we zowel vruchtjes als meeldraden zien op de foto’s op voor- en achterkant van dit aureool. Theo
E. gymnocalycioides met vruchtjes en mannelijke bloeiwijzen.