Samenvatting van de Productkenmerken
1. NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Olanzapine Mylan 5 mg orodispergeerbare tabletten Olanzapine Mylan 10 mg orodispergeerbare tabletten
2. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING 5 mg: Elke orodispergeerbare tablet bevat 5 mg olanzapine. Hulpstoffen: 57,60 mg lactose/orodispergeerbare tablet. 10 mg: Elke orodispergeerbare tablet bevat 10 mg olanzapine. Hulpstoffen: 115,10 mg lactose/orodispergeerbare tablet.
3. FARMACEUTISCHE VORM EN VERPAKKINGEN 5 mg: Orodispergeerbare tablet Gele, ronde, biconvexe tablet met een diameter van 6,0 mm ± 0,1 mm en een dikte van 2,6 mm ± 0,2 mm. 10 mg: Orodispergeerbare tablet Gele, ronde, platte tablet met een diameter van 8,2 mm ± 0,1 mm en een dikte van 2,4 mm ± 0,2 mm. Kartonnen doos met PA/Al/PVC – aluminiumfolie blisterverpakkingen met: 5 mg: 28, 30, 35, 56, 60, 70, 84, 90, 98, 100, 112 orodispergeerbare tabletten 10 mg: 10, 28, 30, 56, 60, 70, 84, 90, 98, 100, 112 orodispergeerbare tabletten Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 4. KLINISCHE GEGEVENS 4.1 Therapeutische indicaties Volwassenen Olanzapine is aangewezen voor de behandeling van schizofrenie. Olanzapine is doeltreffend bij het handhaven van de klinische verbetering bij voortzetting van de behandeling bij patiënten die een initiële respons op de behandeling hebben vertoond. 1 /8
Samenvatting van de Productkenmerken
Olanzapine is aangewezen voor de behandeling van matige tot ernstige manische episoden. Bij patiënten bij wie de manische episode heeft gereageerd op een behandeling met olanzapine, is olanzapine aangewezen voor de preventie van een recidief bij patiënten met een bipolaire stoornis. 4.2 Dosering en wijze van toediening Volwassenen Schizofrenie: De aanbevolen startdosering voor olanzapine is 10 mg/dag. Manische episode: De startdosering is 15 mg eenmaal daags in monotherapie of 10 mg per dag in combinatietherapie. Preventie van een recidief bij bipolaire stoornis: De aanbevolen startdosering is 10 mg/dag. Bij patiënten die olanzapine hebben gekregen voor behandeling van een manische episode, de behandeling in dezelfde dosering voortzetten om een recidief te voorkomen. Als er een nieuwe manische, gemengde of depressieve episode optreedt, moet de behandeling met olanzapine worden voortgezet (zo nodig met optimalisering van de dosering) met een aanvullende behandeling van stemmingssymptomen, op geleide van het klinische beeld. Tijdens de behandeling voor schizofrenie, manische episode en preventie van recidief bij bipolaire stoornis kan de dagdosering daarna worden aangepast naargelang van de individuele klinische toestand binnen een bereik van 5-20 mg/dag. Een verhoging tot een dosering die hoger is dan de aanbevolen startdosering, wordt alleen aangeraden na een gepaste klinische herevaluatie en de dosering mag doorgaans niet sneller dan om de 24 uur worden aangepast. Olanzapine kan worden gegeven zonder rekening te houden met de maaltijden, omdat de absorptie niet wordt beïnvloed door voedsel. Bij stopzetting van olanzapine moet worden overwogen om de dosering geleidelijk te verminderen. Olanzapine Mylan orodispergeerbare tablet moet in de mond worden gebracht, waar de tablet snel zal oplossen in het speeksel, zodat het gemakkelijk kan worden doorgeslikt. Het is moeilijk om de intacte orodispergeerbare tablet uit de mond te nemen. Omdat de orodispergeerbare tablet kwetsbaar is, moet deze direct worden ingenomen na het openen van de blisterverpakking. De tablet kan ook worden opgelost in een vol glas water of een andere geschikte vloeistof (sinaasappelsap, appelsap, melk of koffie), vlak voor toediening. Olanzapine orodispergeerbare tablet is bio-equivalent aan de olanzapine filmomhulde tabletten, en wordt in dezelfde mate en even snel geabsorbeerd. Ook de dosering en toedieningsfrequentie zijn gelijk aan die van de olanzapine filmomhulde tabletten. Olanzapine orodispergeerbare tabletten mogen worden gebruikt als alternatief voor olanzapine filmomhulde tabletten. Kinderen en adolescenten Olanzapine wordt niet aanbevolen voor het gebruik bij kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar vanwege een gebrek aan gegevens over de veiligheid en de doeltreffendheid. In kortetermijnstudies bij adolescenten werden een sterkere gewichtstoename en veranderingen van de lipiden en prolactine gerapporteerd dan in studies bij volwassen patiënten (zie rubriek 4.8). Ouderen 2 /8
Samenvatting van de Productkenmerken
Een lagere startdosering (5 mg/dag) is niet routinematig aangewezen, maar moet worden overwogen bij personen van 65 jaar en ouder, indien klinische factoren dit rechtvaardigen. Nier- en/of leverinsufficiëntie Bij deze patiënten moet een lagere startdosering (5 mg) worden overwogen. In geval van matige leverinsufficiëntie (cirrose, child-pugh klasse A of B) moet worden gestart met een dosering van 5 mg en is voorzichtigheid geboden bij het verhogen van de dosering. Geslacht De startdosering en het doseringsbereik hoeven niet routinematig aangepast te worden voor vrouwelijke ten opzichte van mannelijke patiënten. Rokers De startdosering en het doseringsbereik hoeven niet routinematig aangepast te worden voor niet-rokers ten opzichte van rokers. Als er meer dan één factor aanwezig is die zou kunnen resulteren in een trager metabolisme (vrouwelijk geslacht, geriatrische leeftijd, niet-roker), moet worden overwogen de startdosering te verlagen. Bij dergelijke patiënten moet de dosering conservatief worden verhoogd indien aangewezen. Als een dosisverhoging van 2,5 mg noodzakelijk wordt geacht, moeten olanzapine filmomhulde tabletten worden gebruikt. 4.3 Contra-indicaties Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. Patiënten met een bekend risico op nauwekamerhoekglaucoom.
4.8 Bijwerkingen Volwassenen De meest frequent (bij ≥ 1% van de patiënten) gerapporteerde bijwerkingen bij gebruik van olanzapine in klinische studies waren slaperigheid, gewichtstoename, eosinofilie, verhoogde serumspiegels van prolactine, cholesterol, glucose en triglyceriden, glucosurie, verhoogde eetlust, duizeligheid, akathisie, parkinsonisme, dyskinesie, orthostatische hypotensie, anticholinerge effecten, tijdelijke asymptomatische stijging van de levertransaminasen, uitslag, asthenie, vermoeidheid en oedeem. In de volgende tabel staan de bijwerkingen en laboratoriumonderzoeken die werden waargenomen bij spontane rapportering en in klinische studies. Binnen elke frequentiegroep worden de bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. De frequenties worden als volgt gedefinieerd: Zeer vaak (≥ 1/10), vaak (≥ 1/100 tot < 1/10), soms (≥ 1/1.000 tot < 1/100), zelden (≥ 1/10.000 tot < 1/1.000), zeer zelden (< 1/10.000), niet bekend (kan niet worden geraamd op grond van de beschikbare gegevens). Systeem/ orgaanklasse Bloed- en lymfestelsel-
Zeer vaak
Vaak
Soms
Niet bekend
Eosinofilie
Leukopenie Neutropenie
Trombocytopenie 3 /8
Samenvatting van de Productkenmerken
aandoeningen Immuunsysteemaandoeningen GewichtsVoedings- en stofwisselings toename1 stoornissen
Zenuwstelselaandoeningen
Slaperigheid
Allergische reactie Verhoogde cholesterolspiegels2,3 Verhoogde glucosespiegels4 Verhoogde triglyceriden2,5 Glucosurie Verhoogde eetlust Duizeligheid Akathisie6 Parkinsonisme6 Dyskinesie6
Bradycardie Verlenging van het QTcinterval
Hartaandoeningen
Bloedvataandoeningen
Orthostatische hypotensie
Maagdarmstelselaandoeningen
Lichte, voorbijgaande anticholinerge effecten waaronder constipatie en droge mond Voorbijgaande asymptomatische stijging van
Lever- en galaandoeningen
Ontwikkeling of verergering van diabetes, soms geassocieerd met ketoacidose of coma, waaronder enkele gevallen met fatale afloop Hypothermie
Convulsies waarbij in de meeste gevallen een voorgeschiedenis van convulsies of risicofactoren voor convulsies gemeld is Maligne neurolepticasyndroom Dystonie (waaronder oogdraaiingen) Tardieve dyskinesie Stopzettingssymptomen7 Ventrikeltachycardie/ fibrillatie, plotselinge dood Trombo-embolie (waaronder longembolie en diepveneuze trombose) Pancreatitis
Hepatitis (met inbegrip van hepatocellulair, cholestatisch of 4 /8
Samenvatting van de Productkenmerken
Huid- en onderhuidaandoeningen Skeletspierstelsel- en bindweefselaandoeningen Nier- en urinewegaandoeningen Voortplantingsstelselen borstaandoeningen Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Onderzoeken
de levertransaminasen (ALAT, ASAT), vooral in het begin van de behandeling. Huiduitslag
gemengd leverletsel)
Fotosensitieve reactie Alopecia Rhabdomyolyse
Moeite met het starten van de urinelozing Priapisme
Asthenie Vermoeidheid Oedeem Verhoogde plasmaprolactinespiegels8
Hoge creatinefosfokinase Verhoogde totale bilirubine
Verhoogde alkalische fosfatase
1
Een klinisch significante gewichtstoename werd waargenomen in alle initiële body mass index (BMI)-categorieën. Na een korte behandeling (gemiddelde duur 47 dagen) kwam een gewichtstoename van ≥ 7% van het begingewicht zeer vaak voor (22,2%), ≥ 15% vaak (4,2%) en ≥ 25% soms (0,8%). Bij een langdurige behandeling (minstens 48 weken) kwamen de patiënten zeer vaak ≥ 7%, ≥ 15% en ≥ 25% van hun begingewicht aan (respectievelijk 64,4%, 31,7% en 12,3%). 2
De gemiddelde stijging van de nuchtere lipidenwaarden (totaal cholesterol, LDL-cholesterol en triglyceriden) was groter bij patiënten die aanvankelijk geen tekenen van lipidenstoornissen vertoonden.
3
Bij nuchtere, normale initiële spiegels (< 5,17 mmol/l) die stegen tot een hoge spiegel (≥ 6,2 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere cholesterolspiegels bij aanvang (≥ 5,17 - < 6,2 mmol/l), naar een hoge spiegel (≥ 6,2 mmol/l) kwamen zeer vaak voor.
5 /8
Samenvatting van de Productkenmerken
4
Stijging van een aanvankelijk normale nuchtere spiegel (< 5,56 mmol/l) tot een hoge glucosespiegel (≥ 7 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere glucosespiegels bij aanvang (≥ 5,56 - < 7 mmol/l) naar een hoge spiegel (≥ 7 mmol/l) kwamen zeer vaak voor.
5
Stijging van een aanvankelijk normale nuchtere spiegel (< 1,69 mmol/l) tot een hoge spiegel (≥ 2,26 mmol/l). Veranderingen van borderline nuchtere triglyceridenspiegels bij aanvang (≥ 1,69 mmol/l - < 2,26 mmol/l) naar een hoge spiegel (≥ 2,26 mmol/l) kwamen zeer vaak voor.
6
In klinische studies was de incidentie van parkinsonisme en dystonie bij de met olanzapine behandelde patiënten numeriek hoger, maar er was geen statistisch significant verschil met de placebogroep. De incidentie van parkinsonisme, akathisie en dystonie was lager bij de met olanzapine behandelde patiënten dan met getitreerde doses van haloperidol. Bij gebrek aan gedetailleerde informatie over de voorgeschiedenis van individuele acute en tardieve extrapiramidale bewegingsstoornissen kan niet worden besloten dat olanzapine minder tardieve dyskinesie en/of andere tardieve extrapiramidale syndromen veroorzaakt. 7
Acute symptomen zoals zweten, slapeloosheid, tremor, angst, misselijkheid, en braken werden gerapporteerd bij plotselinge stopzetting van olanzapine.
8
Zelden traden geassocieerde klinische verschijnselen (bv. gynaecomastie, galactorroe en vergroting van de borsten) op. Bij de meeste patiënten werden de spiegels weer normaal zonder stopzetting van de behandeling.
Langdurige blootstelling (minstens 48 weken) Het percentage patiënten dat klinisch significante, negatieve veranderingen van het gewicht, glucose, totaal/LDL-/HDL-cholesterol of triglyceriden vertoonde, nam in de loop van de tijd toe. Bij volwassen patiënten die gedurende 9-12 maanden werden behandeld, nam de snelheid van stijging van de gemiddelde bloedglucosespiegel af na ongeveer 6 maanden. Aanvullende informatie over speciale populaties In klinische studies bij oudere patiënten met dementie ging de behandeling met olanzapine gepaard met een hogere incidentie van overlijden en cerebrovasculaire bijwerkingen dan in de placebogroep. Bijwerkingen die zeer vaak zijn opgetreden bij gebruik van olanzapine in die patiëntengroep, waren een abnormaal looppatroon en vallen. Pneumonie, verhoogde lichaamstemperatuur, lethargie, erytheem, visuele hallucinaties en urine-incontinentie werden vaak gezien. In klinische studies bij patiënten met een geneesmiddelgeïnduceerde (dopamine-agonisten) psychose bij de ziekte van Parkinson werden zeer vaak een verergering van de parkinson symptomen en hallucinaties gerapporteerd en vaker dan in de placebogroep. In één klinische studie bij patiënten met bipolaire manie was de incidentie van neutropenie bij een combinatietherapie met valproaat en olanzapine 4,1%; een potentiële bijdragende factor zou de hoge plasmaconcentratie van valproaat kunnen zijn. Toediening van olanzapine samen met lithium of valproaat resulteerde in een hogere incidentie (≥ 10%) van tremor, droge mond, toegenomen eetlust en gewichtstoename. Ook werden vaak spraakstoornissen gerapporteerd. Tijdens de behandeling met olanzapine in combinatie met lithium of divalproex is het lichaamsgewicht bij 17,4% van de patiënten met ≥ 7% ten opzichte van het lichaamsgewicht bij de start van de behandeling gestegen tijdens een acute behandeling (tot 6 weken). Een langdurige behandeling met olanzapine (tot 12 maanden) voor de preventie van een recidief bij patiënten met een bipolaire stoornis ging gepaard met een stijging van het lichaamsgewicht met 6 /8
Samenvatting van de Productkenmerken
≥ 7% ten opzichte van het lichaamsgewicht bij de start van de behandeling bij 39,9% van de patiënten. Kinderen en adolescenten Olanzapine is niet aangewezen voor de behandeling van kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar. Er werden geen klinische studies uitgevoerd waarin adolescenten werden vergeleken met volwassenen, maar wel werden gegevens van studies bij adolescenten vergeleken met die bij volwassenen. In de onderstaande tabel staan de bijwerkingen die vaker werden gerapporteerd bij adolescente patiënten (13-17 jaar) dan bij volwassen patiënten, of bijwerkingen die alleen werden gezien in korte klinische studies bij adolescente patiënten. Bij een vergelijkbare blootstelling blijkt een klinisch significante gewichtstoename (≥ 7%) vaker voor te komen bij adolescenten dan bij volwassenen. De omvang van de gewichtstoename en het aandeel van de adolescente patiënten dat een klinisch significante gewichtstoename vertoonde, waren groter bij een langdurige blootstelling (minstens 24 weken) dan bij een korte blootstelling. Binnen elke frequentiegroep worden de bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. Voedings- en stofwisselingsstoornissen: Zeer vaak: gewichtstoename9, verhoogde triglyceridespiegels10, toegenomen eetlust. Vaak: verhoogde cholesterolspiegels11 Zenuwstelselaandoeningen Zeer vaak: sedatie (met inbegrip van: hypersomnie, lethargie, slaperigheid). Maag-darmstelselaandoeningen Vaak: droge mond Lever- en galaandoeningen Zeer vaak: verhoging van de levertransaminasen (ALAT/ASAT). Onderzoeken Zeer vaak: afgenomen totaal bilirubine, toegenomen GGT, verhoogde plasmaprolactinespiegels12. 9
Na een korte behandeling (mediane duur 22 dagen) kwam een gewichtstoename van ≥ 7% van het initiële lichaamsgewicht (kg) zeer vaak voor (40,6%), een gewichtstoename van ≥ 15% van het initiële lichaamsgewicht vaak (7,1%) en een gewichtstoename van ≥ 25% ook vaak (2,5%). Bij een langdurige behandeling (minstens 24 weken) kwam 89,4% van de patiënten ≥ 7% aan, 55,3% kwam ≥ 15% aan en 29,1% kwam ≥ 25% aan van het initiële lichaamsgewicht.
10
Er werd gezien dat nuchtere normale triglyceridenspiegels bij aanvang (< 1,016 mmol/l) naar een hoge spiegel toenamen (≥ 1,467 mmol/l) en dat borderline nuchtere triglyceridenspiegels bij aanvang (≥ 1,016 mmol/l - < 1,467 mmol/l) naar een hoge spiegel toenamen (≥ 1,467 mmol/l).
11
Vaak werd een stijging van aanvankelijk normale nuchtere cholesterolspiegels (< 4,39 mmol/l) tot hoge (≥ 5,17 mmol/l) waargenomen. Veranderingen van borderline nuchtere cholesterolspiegels bij aanvang (≥ 4,39 - < 5,17 mmol/l) naar een hoge spiegel (≥ 5,17 mmol/l) kwamen zeer vaak voor.
12
Verhoogde plasmaprolactinespiegels werden gerapporteerd bij 47,4% van de adolescente patiënten.
7 /8
Samenvatting van de Productkenmerken
6.4 Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht. Afleveringswijze Geneesmiddel op medisch voorschrift 7. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Mylan bvba/sprl Terhulpsesteenweg 6A B-1560 Hoeilaart
8. NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Olanzapine Mylan 5 mg orodispergeerbare tabletten: BE369485 Olanzapine Mylan 10 mg orodispergeerbare tabletten: BE369494
10. DATUM VAN HERZIENING/GOEDKEURING VAN DE TEKST Datum van herziening van de tekst: februari 2010 Datum van goedkeuring van de tekst: mei 2010
8 /8